Het Hek van de Dam. Houvast HET GOUDEN VIJGEBLAD Zalerdag 28 Januari X9aÜ 5 De gevederde bewoners van de Haarlemse grachten op weg naar hun dagelijkse bad. Kort verhaal door E. Hofker .Een vaalgrijze schemer hing die middag in het benauwd warme ziekenzaaltje. In de stilte, die geen stilte was door de onwel luidende klanken, die uit de zes bedden opstegen, lag desondanks een zekere rust. Rust, die nog geaccentueerd werd door vèr verwijderde geluiden: het gerinkel van glazen, het geschuifel van pantoffels of dof klinkende stemmen. Achter de hermetisch gesloten vensters en toegeschoven gordijnen, waar door kie ren witblinkende strepen licht het grijs doorbraken, bloeide de zomer: als een ste vige, bruingebrande boerenmeid, uitdagend in haar heldere jurk, de gèle haren flad derend in de wind en lachende blauwe ogen, die recht omhoog keken in de vrolijk witte zeilende wolken. Een overdonderend hel leven. Terwijl ik wachtte op de brancard, die mij naar de operatiekamer zou brengen, probeerde ik mijn gedachten te concen treren op een houvast, zoals de oude jongen in het vak mij had aangeraden. Alle zes hadden ze mij sterkte toegewenst en een orgie van goede raadgevingen over mijn hoofd gestort, die ik als „groentje" in het ziekenhuis gretig incasseerde en weer stuk voor stuk vergat. Behalve één: het hou vast. „Je moet iets vast houwe in je hersens", had de ouwe, die enige weken geleden al voor de zevende keer de kwelling van een operatie had ondergaan, gezegd. ,,'t Geeft niet wat, eh. de klok bij voorbeeld. Vasthouwe, tot je niet meer kunt. Dan kom je zo lekker bij. En niet je mond ope doen, als ze je de dop opzette". Daarna had hij zich aan Morpheus armen overgegeven. Voldaan als een schooljongen bij een goed antwoord. Ik trachtte mijn gedachten vast te hou den, maar ze spatten weg om dan weer door de gezonde stilte stuk voor stuk terug te keren naar één punt: de operatie. „Nog drie kwartier, nog een half uur, nog twintig minuten, dan ga je onder het mes". En toen de brancard mij kwam halen en ik, op de zachtglijdende wagen, als een vis door de warme zaal en de koele gangen schoot, had ik nog steeds geen houvast ge vonden. 't Kon mij opeens niet meer schelen. Een zalige doezeligheid door het morfine- spuitje kroop langs mijn benen omhoog, zetelde zich vast rond mijn hart en strekte zich uit tot mijn hersenen. Daar stopte het en dreef weer af, zodat het leek, of de romp en hoofd gescheiden werden. Mijn lichaam hoorde niet meer bij mij, maar mijn hoofd was helderder dan ooit tevoren. De mensen, die langs mijn brancard, als meeuwen op het water, voorbij deinden, zal ik mijn leven lang niet vergeten en evenmin hun stupide, meewarig-nieuws- gierïge gezichten. De operatiekamer was hel en heel licht groen. „Het slachthuis" zoals mijn lugubere buurman zei. Het had echter meer weg van een aquarium, en ik meer dan ooit van een vis. Rijdend langs de kast met instrumenten, waarvan het gezicht alleen al me naar de wereld van het onbewuste hielp, en een wonderlijk instrument, dat veel weg had van een bar met flessen likeur, stopten ze voor de snijbank. Van dat ogenblik af zag ik alleen maar handen, groté, kleine, dikke, akelig schone, uitgebeten roodachtige handen. Handen die me rechtlegden, die een gekke witte muls met kwast over mijn oren trokken, handen, handen handen. Via de likeurflesjesbar gleden mijn ogen over een pruttelend en borrelend ge vaarte, waaruit een aardige jonge non met een enorme schaar dikke wormen viste. Het waren geen wormen, maar messen en tangen, en een gloeiende schrik trok door mij heen. „Het houvast, goeie hemel, het houvast". Ik zocht de klok maar kon hem niet vin den; ik wilde overeind komen, maar ze hadden me vastgespijkerd op dat akelige leren ding. Ik wilde wat zeggen, worste lend met mijn dikke tong. Ik dacht, dat ik zou barsten: „Een houvast, ik moet een houvast". Daar schoot met een vaart mijn hand los: ik graaide, rukte met alle kracht en: ..Blijf van mijn jas", snauwde iemand en tegen een ander: „Hou die hand vast". Toen daalde een rood scherm voor mijn gezicht; iemand pompte een of ander vuil goed in mijn hoofd en duwde tegen mijn adem. Het rode scherm trok weg en kwam terug als een grote, rode schijf, die met een vaart op mijn maag werd geslingerd, dwars door mijn lichaam naar mijn rug. „Weg dat ding", schreeuwde ik, en toen was er een vierkant gat en daarna niets meer. Uit die lichte, donzig zachte aquarium wereld trokken ze me met een ruk terug in het leven van een halfdonkere zieken zaal. Tussen de drukdoende bewegingen van opdringerige handen, die een sputum- glas onder mijn neus duwden, de kussens opschudden of mijn verhit gezicht afveeg den, deinden zwart-witte gevaarten, als drijvende wrakken, rond mijn bed. Uit het gat, dat zich gevormd had in die- tijdloze ruimte tussen het aquarium en de zieken zaal, steeg groot en onmetelijk de rode schijf weer recht op me af. Hij brandde in mijn borst, drong dwars door mijn lichaam en hechtte zich vast aan mijn rug. „Stil blijven liggen", zei een stem. Mijn droge, gebarsten lippen stootten een paar klanken uit. „Neem die schijf weg". „Komt in orde", beloofde de stem, maai er gebeurde niets. „Die schijf", smeekte ik half huilend, „alstjeblieft weg". „Nog niet bij", zei de stem. Een machteloze woede trok door mij heen. Ik wilde razen, tieren, de schijf aan stukken slaan, maar de handen hielden mij tegen. De hele nacht vocht ik, slapend en wa kend. met de schijf en mijn onmacht, met de zwart-witte gestalten en het sputum- glas. De volgende morgen, toen mijn door elkaar gewoeld bed in betere orde werd gelegd, vonden ze onder mijn rug op het laken een benen knoop. De dokter, die net zijn ronde deed, nam het ding in zijn handen en grinnikte. „Bewaar me, heeft-ie 'm toch. Een knoop van mijn jas". De verpleegsters zwegen beduusd, maar ik viel met een zucht van verlichting in de kussens. Het was mijn houvast. (NadrvJk, verboden) Herinneringen H.V.G.B., Haarlemse Zwem- en Poloclub, zal in Juni een halve eeuw hebben be staan. Tegen die tijd zullen wij meer uit de historie der vereniging opdiepen dan van daag geschiedt. Het is nog te vroeg; niette min moge het een oud-waterpolo'er des Vijgeblads vergeven worden dat hij van daag al begint. Herinneringen wellen staag bij hem op sinds L. Brunt, secretaris-pen ningmeester van de K.N.V.B., hem ter ver gadering van het feest-comiteit heeft ge nood. Wat de Voetbalbond ermee te maken heeft? Niets. Maar zijn secretaris trapte de bal vroeger niet, hij wierp hem. Hij liep niet op een voetbal-, maar zwom door een polo-„veld". Brunt is pas later geland. Weliswaar behoorde hij niet tot de eerste H.V.G.B.'ers. Ik evenmin. Ten tijde der oprichting van Het Vijgeblad, in die zomer van 1900 toen men pas de twist achter de rug had over de vraag, of de twintigste eeuw nu begonnen was of nog niet, hup pelde schrijver dezes als klein jongetje aan de hand zijns vaders naar de Zwem- en Badinrigting (met een g, zetter!) van A. A. Sprenger Sr. aan de Houtvaart, om er zijn eerste zwemles te krijgen. Maar hij zou de hengel, waaraan J. H. van den Booren en zijn satelliet Kranenbroek de knaapje lieten spartelen, op die dag niet bereiken. Hij kreeg niet zijn doop in A. A. Sprenger Senior's ietwat groezelige wate ren, maar in het vak waarvoor het lot hem in de toekomst bestemd had. Want onder weg bleek dat ook de nieuwe electrische tram naar Zandvoort, waarop Haarlem toen zo prat ging en die door de Eerste Nederlandse Electrische Trammaatschappij geëxploiteerd werd, zwemlustig was ge worden. Zij had zich door de brugleuning geworpen en stond op haar kop in de R.aamsingel. Daarom werd een kleine jon gen, duchtig onder de indruk van het gewicht van zijn zending, om zes uur 's morgens met een briefje naar de krant gestuurd, dat repor tors deed toesnellen. En dompte pas de volgende morgen de bovengenoemde Kra nenbroek. met de hardheid die deze ouder wetse zwem-paedagoog kenmerkte, hem onverwachts onder in het kille nat. Het zou nog jaren duren eer hij voldoende was op gegroeid en genoeg „Spaanse slag" had geleerd zo heette de primitieve over- arm-slag van die dagen om waterpolo te spelen. Een groep studenten heeft in 1900 Het Vijgeblad als waterpolo-club opgericht. Willem Merens, later Dr. W. E. Merens, was hun aanvoerder en eerste voorzitter. Zij begonnen met dat spel in Nederland. Zij bedreven het met een bladder een bin- nenbal van een voetbal en sloegen en gooiden bij afwisseling met dat ding. Hun eerste wedstrijd speelden zij tegen Amster dammers. Toen zij Koninklijke goedkeu ring op de statuten van htm vereniging wilden verwerven leek hun clubnaam nie' goed te passen bij waardigheid van het Departement van Justitie. Nederland was in die jaren deftiger dan nu. Dat scheelde nogal wat. Zij wilden de vier aanvangs letters der lettergrepen toch behouden en probeerden daar iels anders op te vinden. „Heren Vol Goede Bedoelingen", aanvan kelijk met gejuich begroet, bleek ook niet te gaan; het Departement mocht eens den ken dat het voor de gek gehouden werd. Tenslotte aanvaardde men zuchtend bet motto „Heerlijk Verkwikt Gezonde Bewe ging". Het bleek dat het Departement dat ook vond. Maar de H.V.G.B.'ers spraken af dat buiten dorre statuten, in hun geens zins dorre kring ,de vereniging Het Vijge blad zou blijven heten. Dat is dan ook zo gebleven; op het club-blad prijkt de klas sieke naam. Maar „naar buiten" is de ver eniging verder H.V.G.B. blijven heten, tot ongerief van menige sportjournalist bui ten Haarlem, die met de letters geen raad wist en in „Haarlemse V. G. B." bleef ste ken. De lotgevallen van 't Vijgeblad zijn wis selvallig geweest. Het heeft kampioen schappen gewonnen en degradaties er ren. Het heeft zich in later jaren ook op de wedstrijdbaan toegelegd en daar snelle mannen op losgelaten; nog later ook snelle vrouwen, want het verwierf damesleden. Het is nu in de waterpolo-competitie hoofdklasser en een geduchte tegenstander. In zijn oude tijd had het een moeizame kamp tegen A. A. Sprenger Sr.'s conserva tisme te voeren. Hij hield wel van het jaarlijks zwemfeest, dat de Merensen, de Garrers, de Boissevainr, de Brouwers en hun vrienden en* opvolgers instelden, maar niet van waterpolo. Hij was een schilder achtige figuur: zijn rood gelaat met witte bakkebaarden onder een grijze zijden pa rasol moet tot de illustraties der jeugdher inneringen van duizenden behoren. Hij was ertegen dat de polo'ers oefenden. Zij ver stoorden cle trage voortgang in het grote bassin van bejaarde abonnés der Zwem en Badinrigting. Hij zag niet in, gelijk die grote pionier van het zwemmen Dr. W. E. Merens, dat waterpolo sterke stimulans voor het beoefenen der zwemkunst was. Hij wou ons geen vast polo-uur geven. Hij wond zich op omdat de bal een eerwaar dig kaal hoofd had getroffen, hetgeen Het Vijgeblad als „een kopbal" voorstelde, maar het hoofd niet. Hij ontstak in toorn als hij onverwachts verscheen en polo in volle gang vond. De strijd tegen A. A. Sprenger Sr. kenmerkte de jacht op erken ning, die iedere nieuwe beweging in dit leven moet voeren. Natuurlijk leidde hij tenslotte tot de zege. Het stemt de H.V.G.B .'er uit een ver polo-verleden een vriendelijk polo-ver leden, want het spel was toen milder dan het later zou worden tot nadenken, wel iswaar vrolijk nadenken, als hij bij de na dering 'van het gouden jubileum ontdekt dat hij zich het koperen in bijzonderheden herinnert. Rem melts, later professor ge worden, was toen onze* captain. Hij voerde ook het Nederlands zevental aan. Zijn tijd genoot en.bescheiden medespeler ziet hem nog zich boven de wateren verheffen om zijn geweldige backhand-schoten te lossen. Wij hebben elkaar onlangs bedenkelijk aangezien. Wat zullen wij bij het gouden feest moeten doen? Denkelijk wel: te wa ter gaan. Al is het niet meer om een polo- wedstiijd te spelen. Want. dit polo behoort tot de inspannends te aller sportspelen. Bleek het zelfs in onze twintiger jaren niet vaak een moeizame klim, als wij na een wedstrijd een trap wilden bestijgen? De polo-wedstrijd is sinds lang niet meer voor ons weggelegd. Maar dat festijn van het Gouden Vijgeblad zal er ons niet minder om verheugen, al zullen wij er Merens bij missen. Hij stierf in '31. Wij zijn hem en zijn vitale natuur niet vergeten, ook niet Vincent van der Ykmc De opsnijder op de schaats Enkele eeuwen geleden, toen het aantal inwoners van de stad Haarlem nog niet groot was, concentreerde de ijssport zich op cle stadsgrachten, waar vaak bijzondere prestaties verricht werden in de hard- en kunslrijderij. Uit die tijd dateert het 11 iet-onvermake lijke verhaal over Vincent Laurens van der Vinne (geboren 11 October 1629 en over leden op 26 Augustus 1702), een lid van het beroemde Haarlemse schildersgeslacht. Deze kunstenaar heeft eens een Zwitserse familie willen wijsmaken, dat hij een bij zonder goed rijder was en dat er voor Zijn rijden in Haarlem altijd grote belangstel ling bestond. Dit verhaal, had hij gedaan tijdens een verblijf in dë zomermaanden in Genève. Hij had daar enkele portretten gemaakt en aan een maaltijd vertelde hij van Nederland en van het schaatsenrijden. „Gelooft u 't niet, kom dan maar als er ijs is naar Haarlem" voegde de schilder er aan toe, „dan zult u mij eens zien rijden!" Van de Vinne zal wel verbaasd geweest zijn, toen zijn Zwitserse gastheer later inderdaad in ons land kwam, om hem op de schaats aan heiwerk te zien. De schil der kon nauwelijks op de schaatsen staan en hij had in Genève gedacht, dat de Zwit ser zijn uitnodiging toch niet zou aan vaarden. Of misschien had hij op een zachte winter gehoopt. Het vroor dat het kraakte, toen de Zwitser naar Haarlem kwam en hij wilde niet meer weg zonder Van der Vinne te hebben zien rijden. „Wat een pech", tracht te deze zich te verontschuldigen „mijn schaatsen zijn zoek". Dat was echter geen bezwaar, de Zwitser deed hem een paar nieuwe cadeau. Inmiddels had de Haarlem mer zijn schoen.kapot gemaakt, maar ook hierop wist de 'Zwitser raad. Hij schafte nieuwe aan. Deze poging was dus eveneens mislukt en ten einde raad wondde Van der Vinne zich zodanig aan zijn voet, dat hij hinkend rond liep De Zwitser, die de zaak door had, kreeg medelijden. Hij wilde echter toch een Haax-lemmer zien rijden, die in het schaat senrijden uitmuntte. Spoedig was er een gevonden en in tegenwoordgiheid van een grote menigte kijkers ging de rijder over de baan. De Zwitser was enthousiast en gaf de schaatsenrijder een grote som geld. Deze was op de hoogte van de truc van Van der Vinne en deelde spijtig aan de Zwitser mee: „Het is jammer, dat u Van der Vinne niet hebt zien rijden, want die ver staat de kunst beter dan ik". De schilder bleef net zolang kreupel tot de dooi was ingetreden en hij zal ongetwij feld een zucht van verlichting hebben ge slaakt toen de regen kwam. Mr. L. J. F. Wijsenbeek. directeur van het Stedelijk Museum „Het Prinsenhof" te Delft is door de Franse regering onderschei den met het Legioen van Eer wegens zijn verdiensten voor de Franse kunst. Langs het Spaarne de zegenrijke gevolgen die het onvermoei de werk van de Haarlemse medicus, die als student bego"n met het oprichten van een polo-clubje onder een speelse naam en daarmee een levenstaak inluidde, voor de .zwemsport en daarmee voor de volksge zondheid in Nederland heeft gehad. Kleine republiek Vroeger stond er vooraan in de Roeterstraat een vrij groot en heel lelijk gebouw, waar de Handwerkers Vriendenkring gevestigd was. Dat ge bouw staat er nog steeds en is er in de loop der veelbewogen tijden zeker niet mooier op geworden. Behalve van binnen, want daar is het tegenwoordig doorgaans donker. Er worden namelijk op gezette tijden films vertoond en ge woonlijk kunnen dergelijke prenten zoals de meesten uwer wel niet onbe kend zal wezen wanneer zij eenmaal goed aan de rol zijn het daglicht geens zins verdragen. Op de gevel prijkt met vette kalve ren van letters dat het zich bescheiden op de achtergrond bevindende theater Kriterion heet, hetgeen zoveel wil zeg gen als „onze kracht is kwaliteit", want de geautoriseerde vertaling zou bij voorbeeld Toetssteen kunnen luiden. Men beschouwt het blijkbaar voor even onzinnig om voor bioscopen Hollandse namen te bedenken als voor sigaretten, de schilderachtige uitzonderingen zoals Rembrandt en Frans Hals echter niet te na gesproken. Tegen de zoldering van de zaal drijft een soort gepoli toerde zeemeermin, die naar de lokroep Kriteria zou luisteren als zij niet van hout was. Dit product van een kuns tenaar, die onbekend wenst te blijven, fungeert als schutsgodin. Vandaar ook haar verheven positie, dobberend op de vloedgolven van weke 'ellende of schui mende vrolijkheid, die driemaal per dag het witte doek bespoelen. Rechts van de ingang bevindt zich de kassa. Als het erg druk is, wordt deze geflankeerd door een portier zonder uniform, die met beleefde gebaren de overtreders van het wetboek van bur gerlijk fatsoen beslist op hun volgnum mer zet. De personeelsleden hebben allen één ding gemeen: zij werken ia- hun vrije tijd. Kriterion is namelijk voor zover wij weten de enige bioscoop ter wereld die door studenten wordt gedre ven. Twee dozijn collegelopers komen •hier over de vloer om zich te bedruipen mét liét batig saldo van de exploitatie. Alleen de bedrijfsleiders en de chef operateur zijn echte vakmensen. Even als de werksters, die de stalles moeten reinigen. Wij vinden deze kleine republiek Krtiterion, in de bezettingsjaren voorbe reid en in November 1945 tot stand ge komen een wat cle Amsterdammer zou noemen okseniebel voorbeeld van een democratische onderneming. Afge zien nog van de gezegende omstandig heid dat hier het leeuwendeel van de aan professor Lieftinck verschuldigde eerbied zonder aanmaning of dwang bevel door popelende buitenstaanders wordt betaald ter gedeeltelijke vergoe ding van tweeduizend meter vermake lijkheid aan de lopende band. De medewerkers genieten een vast salaris van 150.per maand en te vens de benodigde pasmunt voor de jaarlijkse offerande aan de tempel der wijsheid. Daarvoor moeten zij zeventien uur per week allerhande diensten ver richten in de cabine, in de kassa of in de zaal volgens een rooster dat speciaal bij de eisen van hun studie is aangepast, zodat zij geen excuses heb ben om colleges te verzuimen. Het is de vier of vijf meisjes, die hier werken, verboden om in het huwelijk te treden op straffe van vei'lies hunner betrek king. Tegen zogenaamde vaste verkerin gen bestaan geen reglementaire bezwa ren. De heren der schepping kunnen echter hun huwelijksboot te water laten wanneer zij maar willen. Het is niet zo gemakelijk om tot deze werkgemeenschap toegelaten te worden, want de practijk heeft uitgewezen dat van de tien beginnelingen er zeker vijf hun studie niet voltooien. De sollicitatie commissie onderzoekt dan ook nauw gezet de breedte der weetgierigheid en de lengte van het doorzettingsvermogen der aanvragers. Als men te vaak door een examen zakt moet men plaats ma ken voor iemand die meer kaas van de boterham der kennis hqjtft gegeten. Overigens zijn vrijwel alle takken van wetenschap met jong groen, in dit theater vertegenwoordigd. „Vroeger hebben we hier ook een theoloog gehad, maar die was lang niet serieus genoeg!" vertelde ons een geestdriftige zaalwach ter, die zelf via de zevende faculteit zijn aanloop neemt om het ver in de maat schappij te schoppen. „Achter het loket zit een medicijnman aan zijn propjes te dokteren en straks wordt hij afgelost door de toekomstige minister van Han del en Nijverheid Aanvankelijk had Kriterion stoelen met gespleten houten leuningen die als baleinen van een slecht corset in cle ruggen der bezoekers priemden, maar nu zijn er vierhonderd fraai gestoffeerde zitplaatsen. Men kan er niet alleen films zien, maar ook concerten beluis teren die van gramofoonplaten worden afgedraaid. Als u zich ooit met uw ziel onder de arm door Amsterdam loopt te vervelen, dan moet u deze vooruitstrevende bio scoop eens opzoeken, want er worden meestal zéér goede films vertoond. Iedere verkeersagent heeft van gemeen tewege een stratenboekje gekregen om u daarbij behulpzaam te zijn. In de vestibule van Kriterion hangt een plakkaat om aan daarin belangstel lenden te berichten dat zij in de koffie kamer zogenaamde „baby-sitters" of „dames en heren gouvernantes" kunnen engageren. Hiermede worden de onge veer tachtig oppassende jongelieden be doeld, die zich voor luttele kwartjes per uur bereid verklaren op andermans kinderen te passen als de ouders zich van honk begeven. Ook kleine huishou delijke diensten kan men hen toever trouwen, met uitzondering van het repa reren van gebroken harten of het af poeieren van deurwaarders. Voor het verrichten hiervan wordt echter een kleine tariefsverhoging toegepast, het geen ook het geval is wanneer cle op passers voor zes uur 's middags al en na twaalf uur 's nachts nog op de tellen van het onderhavige kroost acht moeten slaan. Men zou menen dat studenten in de psychologie, die de opgedane kennis met vrucht hier in de practijk kunnen bren gen, bijzonder in trek zouden zijn, maar deze theorie wordt niet door de feiten gestaafd. Zowel jongelieden, die zich verdiepen in de verborgenheden van het Sanskrit, als exacte borsten voor wie de hogere wiskunde een open boek is, blijken naar ieders tevredenheid de zorgen voor de geringe minderjarigen op zich te kunnen nemen. Men moet overigens uit de op het bij gaande gobelin afgebeelde noodtoestand niet afleiden, dat zo'11 baby-sitter altoos cle handen vol heeft. Het kan natuur lijk voorkomen dat Jantje op alle men selijke zintuigen de onuitwisbare indruk achterlaat, dat er een beroep op de lin nenkast gedaan moet worden, Pietje door middel van krachtig sjorren de kat wat tracht in te korten en Keesje het Deze week heeft in de Kleine Kome die de duizendste opvoering plaats gehad van de cabaret-revue Het stond in de sterren" met Toon Her mans, die nog lang niet is uitgespro ken en er ook de volgende maand even vrolijk mee doorgaat. In de Stadsschouwburg brengt de Neder landse Opera morgenmiddag ,JDe Parelvissers" van Bizet en op Dins dagavond „Faust" van Gounod ten tonele. In het Leidseplein-theater kan men van 1 Februari af Mary Dressethuys en Loxtis Borel in het Engelse blijspel Bakersprookjes zien optreden. In hel Concertgebouw is Zondag middag een speciaal concert voor niet-Amsterdammers, waaraan de Hongaarse violiste Johanna Martzy medewerking verleent. Het program ma, dat gedirigeerd wordt door In de hoofdstad uit Rafaël Kubelik, bestaat uit de ouver ture „De verkochte bruid" van Sme- tana, het vioolconcert van Tsjai- kofski en de Tweede Symphonic van Brahms. In de kleine zaal zingt te zelf der tijd de Engelse mezzo-so praan Flora Nielsen liederen van Schubert en Schumann. Des avonds geeft de altviolist Michael Mann een recital, aan de vleugel begeleid door Sonia Valine. Maandagavond brengt de pianist Alberto Salimbeni een Cliopin-Debussy-Moussorgsky-pro- gramma ten gehore en Dinsdagavond vertolkt de Braziliaanse Sula Jaffe onder meer de Appassionatovan Beethoven. Van de nieuwe films is weinig goeds te vertellen. In Kriterion draait ,jDe weg is langmet Israël Becker en Bettina Moissi. Als wij de affiches mogen geloven dan is „De bruid per vergissing" in Corso niets minder dan een dolgeestige liefdesgeschie denis. „De derde man" in Tuschinski is geprolongeerd, evenals Zeg luis- yter eens even" in Alhambra. zijne tot cle poespas bijdraagt door het tafelkleed mitsgaders de leermiddelen van de oppas van de tafel te trekken, maar regel is dat niet. Meestal kan de jonge vorser ongehinderd verdere wijs heid deelachtig worden in de rustige huiskamer van het gezin, waarvan de juniores, geïmponeerd door de toeziende voogd, eventuele ordeverstoringen ple gen uit te stellen totdat het ouderlijk gezag is weergekeerd. Vals vlees De Amsterdamse keuringsdienst van waren heeft blijkens een officiële be kendmaking 6066 controleurs op ver kooplokalen van vleeswaren losgelaten. De resultaten van hun onderzoek zijn niet minder dan vex-rassend. Wij lezen in het rapport: „wegens overtreding der wettelijke voorschriften werden aange houden 5 partijen rundvlees, 5 partijen varkensvlees en 1 partij beenderen". Wat er niet bij staat is een nadere ver klaring van cle reden van hun arrestatie. Vermoedelijk hebben zij valsheid in ge schrifte gepleegd. BOEDA Het is iets wat wij nog niet wisten, maar ry.i hebben we begrepen, dat wie 26 jaar lompen staat te sorteren heel wat kan ver tellen. En ook dat het lompenvak geheimen 111 zich bergt, die niemand zou vermoeden- Het begint al met een stoffenkennis. die zich uit in het zonder aarzeling thuis brengen van alle binnen gekomen lompen in 36 groepen. Daarvan is katoen de waar devolste en zijde de vrijwel waardeloze, Want katoen wordt weer verwerkt tot pa pier (de beste kwaliteiten) en van zijde is eigenlijk niets meer te maken. En verder Zal niemand waarschijnlijk weten, dat de devaluatie ook op het lom pen- en vodden vak zijn invloed heeft ge had. Een gunstige invloed, verzekert ons de eigenaar van het lompenpakhuis aan liet Spaarne, want de prijzen voor oujde kleren zijn opmerkelijk gestegen, zowel in binnen- als buitenland. Vele mensen den ken clat men in de lompenpakhuizen tel kens bij vergissing weggeworpen kost baarheden zal vinden. Maar de baas schudt somber het hoofd. De opkopers, die bij u en mij de waren van cle deur hebben ge haald, hebben reeds een selectie van hun verzameling toegepast, waar geen speld als zij tenminste waarde heeft door kan glippen. Al wat in deze pakhuizen, die cle tussenhandel in lompen vormen, komt is lomp en vod. Kapiteins-welkom Reader's Digest vertelt: a Kort nadat het stoomschip President x Cleveland op een winderige namiddag c zee had gekozen, liep het schip in een hevige storm. De twaalf zeer Vooraan- 5 slaande Persoonlijkheden, die de maal- x tijden aan de kapitein staf el zouden 5 matigen verschenen aan het diner met 1 duidelijke tekenen van nood. De kapi- l tem begroette hen aldus: „Ik hoop dat j u alle twaalf een plezierige reis zult hebben. Het is mij een genoegen u elven 5 hier aanwezig te zien en te beseffen, dat wij enige dagen lang met z'n achten de maaltijden zullen gebruiken. Als jj enkelen van u vieren een robber bridge 5, willen spelen, zal ik u beiden vanavond S graag in mijn hut. ontvangen. Steward, ik hou er niet van om alleen te eten: dus ik zal de rest van de maaltijd er ■maar aan geven". „Maar er is veel veranderd sinds ik in dit vak kwam", vertelt de sorteerder J. Kiekens, wiens vader al met een kar langs de Haarlemse deuren liep. „Vroeger kwa men de opkopers hier 's ochtends eerst een voorschot halen om de zaken te kunnen beginnen. De eerste paar uur van cle dag werkten ze dan alleen om het pakhuis, waar ze !s avonds gingen afleveren, te kunnen betalen. Tegen woox-dig moeten de opkopers een klein kapitaaltje hebben voor ze met de zaken mogen beginnen. En bo vendien zijn ze georganiseerd in een vak groep van erkende opkopers van afvalstof fen en gebruikte materialen. Zij werken nog steeds voor zichzelf en ze zijn ook geenszins verplicht bij een of ander be paald pakhuis af te leveren, maar hun 01-ganisatie is hecht." Het zijn niet alleen oude kleren, die in dat oude, stoffige pakhuis aan het Spaarne worden ingekocht. Ook metalen die, als dat enigszins mogelijk is, weer worden ge smolten en opnieuw verwerkt, en papier, dat zijn weg wel weer terugvindt naar de fabrieken waar- het vandaan is gekomen. Maar voor in het pakhuis hangt een groot bord, dat van niemand metalen worden gekocht, die niet een deugdelijk legitima tie-bewijs kan laten zien. Want het gebeurt nog vaak, dat kleine diefjes proberen hun gestolen waar bij dit sport pakhuizen kwijt te raken. Een laatste product, dat door de handen van dit bedrijf gaat, zijn cle huiden cn vellen. Daar is het grootste deel van het jaar niet zo veel mee te doen, maar vol trots wordt ons nu verteld, dat kort voor en na de Kerstdagen ruim zesduizend ko nijnenvellen zijn binnengebracht. Men heeft er dag en nacht werk aangehad om al die vellen te prepareren. „Maar het was een mooi gezicht, meneer, al die grote sta pels konijnenvellen". In de oorlog is het stil geweest in dit be drijf. 'De mensen gaven hun oude bezit tingen liever niet aan de opkopers uit vrees dat de Duitse industrie er voordeel van zou hebben. Men gooide bovendien ook niet zoveel stoffen meer weg en het koper was ingeleverd of ondergedoken. „Och meneer", zegt Kiekens, „er zit zoveel in dat vak van ons. Ik zou u er wel dagen over kunnen vertellen." En hij ver telde ons van begrippen in het lompenvak als „Engels" (een ander woord voor vol strekt waardeloze vodden) en „wit" (zui ver katoen, dat voor het beste papier wordt gebruikt). Maar ook vertelde hij, dat er op het ogenblik zo'n dringend gebrek aan ge schoold sorteer-pex'soneel is. Die mensen moeten veel van hun vak afweten, maar blijkbaar lokt het de geschoolden maar weinig aan, te gaan sorteren in een lom penpakhuis. En we kregen ook niet de indruk, dat dat nu de schoonste en gezond ste werkkring is die men zich kan denken. Maar de mannen die er werken hebben het naar hun zin en worden redelijk betaald. Wat doet het er dan toe of de woorden „vodden en lompen" een enigszins onpx-et- tige klank hebben voor vele mensen? E. P.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1950 | | pagina 9