Modetooi van bont in bonte variatie Franse mannen over vrouwelijke chauffeurs Vrouwelijke charme bloeit temidden van „auto-luchtjes" De Twee Zusters Nederland wast De pikante wortelstok Een origineel karwei voor ondernemende meisjes 10 Echte en onechte pelsen wapens tegen kou dat het een aard heeft BRIEVEN VAN EEN PARIJSE HUISVROUW Theorie en praktijk van autobesturen FEUILLETON DOOR JOS LODEWIJKS ZATERDAG 25 OCTOBER 1952 <v oor do^O rouw In alle grote modecentra krijgt het bont deze winter weer een ereplaats. Vooral de Parijse mode-koningen kozen bont als materiaal voor hun meest originele ontwerpen en zij wisten de fraai geprepareerde dierenpelzen zo te verwerken, dat daardoor zelfs een geheel nieuwe mode op het gebied van bontkleding werd ge proclameerd. Als een voorbeeld van bontverwer king in nieuwe stijl lanceerde Christian Dior dit seizoen bijvoorbeeld sierlijke wijde mantels met een in fraaie klok ken vallende rug, een charmante kraag en aparte ballon- of trechtervormige mouwen. Zijn collega Jacques Fath ging weer op een heel andere manier te werk en modelleerde fraaie dieren pelzen tot mantels met een vrij manne lijke snit. Zelfs de grote, opgezette zak ken ontbraken niet. Anders dan anders was dit inderdaad; maar toch lang niet zo flatteus als die sierlijke, wijde man tels. Meer bewondering hadden wij dan ook voor de eenvoudige, maar verfijnde en allerminst buitenissige mode-fanta sieën in bont, die Jacques Heim in zijn modehuis met de vossenkop als em bleem en Maggy Rouff, die met de bont virtuoos Mendel samenwerkt, in hun collecties naar voren brachten. Creaties die juist door hun grote eenvoud een vondst waren en waarbij originele ele gante détails de toon aangaven. Als garnering Bont blijft altijd een kostbaar materi aal. Er wordt thans een grote verschei denheid van kwaliteiten gebracht, maar dat neemt niet weg dat een werkelijk mooie bontjas prijzig blijft. De mode-ontwerpers geven ons ech ter het voorbeeld, hoe ook met een zeer kleine hoeveelheid bont een fraai effect te bereiken is. Om maar weer eens enkele voorbeel den aan te halen: Dior bracht op de wijde swaggers in vederlichte langha rige wollen stoffen, grote shawlkragen van langharige bontsoorten aan. Nina Ricci past diezelfde bontsoorten echter bijvoorkeur als manchetten bij haar mantels toe. Een officiers-boordje van krullend bont op een hoogsluitend jasje van een perfect passend pakje, een randje bont langs de zoom van het jasje van de tail leur of een zeer bescheiden garnering van bont bij de mouwinzet, zagen wij o.a. herhaaldelijk toegepast. Een knoop van bont Wilt u uw hoed een typisch winters accent geven, dan doet een garnering in bont het ook daarbij uitstekend. En niet minder charmant is het effect, wanneer u bij een mantel van wollen stof, zonder een enkele versiering, zo'n nauw om het hoofd sluitend bontmutsje draagt! Met zo'n klein stukje bont kan ook menige winterjurk opgeluisterd wor den. Pierre Balmain gaat vooral op dat gebied origineel te werk. Zo werd bij een zwart wollen middagjurkje in ko- kerlijn een stukje ocelot van slechts en kele centimeters verwerkt tot een grote knoop, die op de a-symmetrische sluiting sibeline en de snowball-bouclé, die enigszins 't effect van astrakan heeft, bij de nieuwste Franse zijdeweefsels wor den zelfs dessins toegepast, die op het uiterlijk aanzien van verschillende bontsoorten zijn geïnspireerd. Maar de weefgetouwen brachten nog weer nieuwe producten voort die nog sterker het effect van bont evenaren. Bont-imitaties werden reeds lang ge bracht, maar de specialiteiten op dit ge bied die wij kortgeleden in Londen te zien kregen waren wel heel bijzonder. Deze bontstoffen zijn bijzonder ge distingeerd. Op een speciale modeshow werden deze nieuwe bontstoffen voor het eerst gelanceerd en dat ze tot aller lei modieuse creaties te verwerken zijn, kwam daarbij telkens naar voren. Echt bont of bont van de weefstoel, het hangt van het kleedgeld af waaraan men de voorkeur moet geven, maar beide zijn uitstekend geschikt als wapen tegen winterse koude. FLORENCE Charmante effecten zijn te bereiken bij het toepassen van bont als garnering van wollen winterkleding! Castillo, de Spanjaard die voor het Parijse mode huis Jeanne Lanvin ontwerpt, geeft er hier een voorbeeld van. Bij dit ensemble is zowel het jasje van het mantelpakje, als de driekwart paletot met astrakan gegarneerd. Een grappig hoedje en een mofje van dat zelfde bont completeren het geheel. van het lijfje werd aangebracht en een middagrobe in cognac-kleurige zijde kreeg een smal randje nerzbont als enige versiering langs de hals. Bij wijze van grapje werd zelfs op een driekwart pantalon, die als huisdracht werd ge lanceerd langs de pijpjes een smal randje bont aangebracht! Nu bont in de huidige wintermode weer zo'n belangrijke rol is gaan spe len is ook de textiel-industrie zich met de vraag bezig gaan houden hoe zij ook weefsels een bepaald bonteffect konden geven. En van die experimenten is de „poodle-cloth" met grote, onregelmatige noppen op het oppervlak o.a. een voor beeld, evenals de langharige, glanzende Het schaap kwam aan deze mantel wel te pas maar op een andere manier waar schijnlijk dan u zult vermoeden! Het leverde namelijk wel zijn wol, maar niet zijn huid voor deze mantel, die zo op het oog van wit schapenbont is ver vaardigd. In werkelijkheid is het mate riaal echter van zuiver wol geweven. Bickler in Londen ontwierp het model. De spreekwoordelijke Hollandse zin delijkheid heeft Nederland een nieuwe kampioenstitel in de schoot geworpen. Uit een vergelijkend onderzoek naar de aantallen wasmachines, die tijdens Juli, Augustus en half September werden omgezet in België, Frankrijk, Duitsland, Zwitserland, Italië, Luxemburg, en Ne derland, bleek laatstgenoemd land na melijk op overtuigende wijze aan de spits te staan. Ofschoon de periode van Juli tot half September ook in Neder land gekenmerkt pleegt te worden door de zogenaamde „vacantieslapte" wer den aldaar in die tijd .nog 40 méér wasmachines verkocht dan in de daar aan voorafgaande maanden. Dit is een Europees record, dat overigens niet ge heel onverwacht is gekomen voor dege nen, die wisten dat er in dit land sinds 1950 reeds niet mir.dear dan 80.000 wasmachines van één bepaald merk werden verkocht. Thans is een uit tien personen bestaande Nederlandse dele gatie naar Londen getogen om de door Hoover uitgeloofde „Zilveren Europa- Cup voor Moderne Hygiëne" in ont vangst te nemen. Wat is gember feitelijk? Dat is de ge droogde, geschilde, halfgeschilde of on geschilde wortelstok van de gember- plant (Zingiber officinale Roscoe) al of niet gekalkt, die tot de rietgewassen be hoort en vooral in China en Japan ver bouwd wordt. De gember kan geoogst worden als de stengels beginnen te ver welken en af te sterven, d.i. na zeven a tien maanden het geval. De wortel stokken worden op dezelfde wijze ge rooid als bij ons de aardappelen, zoveel mogelijk van aarde ontdaan, soms ge schild, geweekt in zout water, schoon gespoeld en gekookt. Ook wel, zoals in China, volgt daarop een gisting, die nu juist de oorzaak is, dat de Chinese gem ber van zo'n prima kwaliteit is. Daarna wordt ze gekookt in een suikeroplossing, men spreekt van „geconfijt" en met het ontstane aromatische vocht, de gember- stroop, worden de beste soorten ver pakt in flacons en potten. Wij kennen allen die zeskantige groene potten, voor zien van een biezen vlechtwerk mei handvat. Vroeger jaren waren het prachtige blauwe exemplaren, die men thans nog wel eens bij antiquairs, maar dan leeg, kan kopen. Daarin zit de fijn ste gember, de z.g. stemgember, die uit de jongste wortels wordt gesneden. Van de oudere wortels verkrijgt men de cargo-gember, die veel lager in prijs is, scherper van smaak, taaier en stokke rig. Zij wordt in vaten afgeleverd voor de ontbijtkoekbereiding en voor het ma ken van gemberjam. Jamaicagember brengt steeds de hoogste prijs op en gaat door voor de beste. Bont is een kostbaar, maar dan ook bij zonder verfijnd materiaal ter opluiste ring van gelegenheidskleding. Een hoogst eenvoudige avondrobe completeerde Maggy Rouff met deze fraaie stola. Ik heb de Salon de l'Auto, d& Parijse RAI-tentoonstelling bezocht, wat nu wel niet zoiets heel erg bizonders is, omdat omstreeks een millioen andere mensen er eveneens zijn geweest. Het bijzondere is hoogstens dat ik maar niet begrijpen kan wat die rest voor bijzonders aan al die auto's kon zien. Je moet zoiets na tuurlijk één keer hebben meegemaakt om te weten dat je er voor de tweede maal nooit meer heen zal gaan. En dat is dan ook met mij het geval. Een auto is voor mij een gebruiksvoorwerp en niet iets om devoot naar te staren. Een andere zaak is dat ik maanden met de gedachte heb gespeeld dat 't wel aardig zou zijn als ik, net als zo veel an dere dames, een auto zelf leerde bestu ren. Met die gedachte heb ik zelfs hard op gespeeld en zo geviel het dan dat ik jongste zomer mijn wederhelft zo ver had gekregen dat hij bereid was mijn mogelijk sluimerende talenten in die richting eens aan de ervaringen te toet sen. Op een verlaten landweggetje, dat aan beide zijden door greppels van de weilanden gescheiden was, zodat zelfs geen rund daarmee in direct levensge vaar kon worden gebracht, heb ik me dan achter het stuurrad mogen instal leren. Maar natuurlijk niet dan dat mij eerst de fijne kneepjes van het in-,-uit en terugschakelen en van het intrappen en op laten komen van gaspedaal en remmen waren uitgelegd. Maar theorie en practijk zijn hier twee heel verschillende coupletten. En zodra moest ik mijn kennis tot uitvoe ring brengen, of ik maakte de meest verbijsterende fouten. Om kort te gaan: terwille van ons voertuig èn van de huisvrede, hebben we 't bij een viertal lessen maar gelaten. Mijn rijbewijs heb ik voor gans mijn verder leven afge schreven Niets voor vrouwen? De meeste mannen-chauffeurs die ik deze mijn teleurstellende ervaringen toevertrouwde, hebben mijn beslissing onderschreven en zelfs toegejuicht. Autorijden is niks voor jullie vrouwen, meenden ze zonder uitzondering. OL-die algemeen verbreide mening ook juist is? Onder ons gezegd, iets vernederends zit er voor ons vrouwelijk gevoel van eigen waarde wel in. Ik ken mannen met een zeer middelmatige mentale begaving, die dagelijks vele tientallen kilometers aan het stuurrad afleggen en ik vind 't daar om wat pijnlijk dat zij moeiteloos din gen presteren waartoe wij niet in staat zouden zijn. Naar aanleiding van de Autosalon hebben blijkbaar ook anderen zich dit probleem van de verhouding tussen vrouw en auto gesteld en een Frans weekblad heeft er zelfs een enquête aan gewijd, waaraan ik enkele punten wil ontlenen. Aan een aantal (mannelijke) professionele weggebruikers, als auto- bus- en taxichauffeurs, en andere des kundigen gelijk politie-inspecteurs en eximinatoren voor het rijbewijs, heeft die krant dus de vraag voorgelegd: wat denkt ge van dé vrouw aan het stuur rad? Ziehier een beknopte bloemlezing uit hun antwoorden. Agent no. 7181 behoort tot de welwil lend gestemden: Voor mij bestaat er zo Verklaarde hij, geen onderscheid tussen vrouwelijke en mannelijke chauffeurs; onder beide categorieën schuilen be voegden en prutsers. Maar vrouwen rij den meestal wat minder hard en voor zichtiger dan de mannen." Een autobuschaufl'eur uit Parijs was ons vrouwen heel wat minder welge zind. Hij liet zich in deze termen uit: Voor mij staat 't vast dat verreweg de meeste ongelukken door vrouwen ver oorzaakt worden. Ze missen koelbloe digheid. Daarom heb ik me aangewend, ook in het verkeer, aan dames altijd voorrang te verlenen. Psychologisch wel interessant was hetgeen een examinator wist mee te delen, Vrouwen, zei hij, geven zich veel meer moeite om goed te rijden dan mannen, die over het algemeen veel nonchalanter zijn. Maar vrouwen lij den op dit gebied alle aan een minder waardigheidscomplex, dat voortkomt uit een gebrek aan zelfvertrouwen. Op vallend is dat bij knappe vrouwen dat complex veel minder sterk ontwikkeld is. Schoonheid belangrijk De schoonheid blijkt trouwens in het autoverkeer over het algemeen een fac tor van groot belang te zijn. Worden er méér vrouwen dan mannen op de bon geslingerd, zo heeft die Franse krant bij de Parijse prefectuur geïnformeerd? Het antwoord luidde dat dit, zelfs de verhoudingen in acht genomen, stellig niet het geval was, maar dat daaruit evenmin de conclusie mocht worden ge trokken dat de dames dus zoveel beter dan de heren zouden rijden. Bij een verkeersovertreding, staat een agent al tijd begrijpender tegenover een dame dan tegenover een heer. zo wilde die specialist wel eerlijk bekennen. Bij de 21) Ik wil alleen maar iets naders over die twee vrouwen weten, omdat ik haar on schuld wil vaststellen. Zij wonen naast een groot bankgebouw en daar is laatst inge broken. Door allerlei omstandigheden lijkt het alsof de buren de hand in het spel heb- bei gehad, begrijpt u? En tot die buren horen ook de twee gezusters Jutte. Dat is alles." De vrouw luisterde met open mond en knikte voortdurend. „Wat ik nu weten wil is dit. Waarom trekt niemand van de familie zich iets van die twee zusters aan? Zij hebben het niet breed, integendeel zelfs, en ik zie nu dat haar vader toch een behoorlijk boeren bedrijf heeft „Johanna en Martha zijn dood voor de oude Jutte", zei de vrouw plechtig. „Hij wil niets van haar horen en als iemand haar naam durft noemen wordt hij razend. Och, het is een hele geschiedenis, mijnheer, en een treurige ook. Maar ik wil ze u wel vertellen. Ze hadden drie kinderen daar op de hoeve, Johanna, Martha en mijn man. De moeder was een zachte, lieve vrouw, die van puur verdriet gestorven is.De va der hield de kinderen erg streng, vooral wat het godsdienstige betreft. Overdreven, weet u? Ze mochten nooit iets prettigs doen en ze werden opgevoed alsof ze in een klooster waren. De meisjes vooral Toen ze om en bij de twintig waren, had den ze nog nooit alleen een voet buitenshuis gezet, ze waren compleet menschenschuw. Johanna was de oudste, Martha is drie jaar jonger. Ze waren altijd erg op elkaar ge steld en Johanna sprong steeds in de bres voor Martha, als er iets scheef ging. Het waren meestal kleinigheden, want ze kre gen eenvoudig niet de kans om veel ver keerds te doen Op een dag werd Martha betrapt met een van de knechts in de boomgaard. Het was een onschuldig vrijpartijtje, maar de oude Jutte was zo woedend dat hij de knecht op staande voet de deur uittrapte en Martha werd een maand lang opgeslo ten in het kannenhok dat is'de schuur waar de melkkannen worden bewaard. Het arme kind kreeg haar eten toegeschoven door een kiertje van de deur! De moeder huilde de hele maand aan een stuk door, maar de oude Jutte wist van geen toe geven. En Johanna ik geloof dat ze in die maand haar vader ging haten. Later kwam de dominee er tussen, en werd Mar tha weer in huis toegelaten. Toch is er in die maand iets met haar gebeurd. De men sen die haar kenden zeiden dat ze haar nooit meer hebben zien lachen sindsdien. Toen Thijs, de zoon, met mij trouwde, waren de twee meisjes op onze bruiloft. Het was een groot feest, zoals dat hier de gewoonte is en het ging er vrolijk toe, dat spreekt. Toen heeft Martha een man leren kennen.... Hij was de neef van een van de varkensboeren in het dorp. Die jongen heeft het zwaar te pakken gekregen van Martha en al zat Jutte met ogen als scho tels op de meisjes te letten, hij speelde het toch klaar met haar een onderonsje te hebben. Martha was weg van hem en maakte een afspraakje. Hoe ze het voor elkaar kreeg weet ik niet, maar ze ging een paar avonden met hem uit terwijl Jutte dacht dat ze sliep. Johanna was in het complot en hield de wacht. Het ging maandenlang goed, en niemand had iets in de gaten. Op een dag komt de jongen bij Jutte binnenstappen en vraagt de baas te spre ken. En hij vertelt ronduit dat hij met Martha trouwen wil. De oude Jutte zette grote ogen op en wou wel eens weten hoe hij er zo zeker van was dat Martha hem zou willen hebben. Toen kwam de aap uit de mouw. Die jonge kerel vertelde de hele geschiedenis van de achterbakse vrijages en kwam op het eind met de mede deling, dat het vlug gebeuren moest, want Martha en hij waren er niet zeker van dat er niet. En toen, mijnheer die jongen kwam er niet eens aan toe om het woord kind uit te spreken. De oude Jutte werd paars van dolle woede. Hij pakte de jongeman bij de keel en kneep hem dood voor de ogen van zijn twee dochtersZij hebben nog ge probeerd om hem tegen te houden, maar hij was zo sterk als een stier en er was niets tegen hem te beginnen Martha kreeg een zenuwaanval en is maandenlang in een gesticht geweest. Toen ze eruit kwam, was ze niet goed bij het hoofd. In het gesticht was haar zoon gebo ren en met Johanna samen is ze toen ver trokken. Ze zijn nooit meer thuis geweest. De oude Jutte kreeg zes jaar gevangenis straf. De rechtbank heeft hem schappelijk behandeld, ja, het was in drift gebeurd en zovoort. Nou, dat is eigenlijk het hele ver haal. Erg opwekkend is het niet, vindt u wel?" „En de moeder?" „Och ja, dat arme mens.... Ze is ge storven terwijl Jutte in het gevang zat. Denk eens aan wat dat mens moet hebben geleden! Johanna is nog op de begrafenis geweest. Martha hebben we nooit meer ge zien hier op het dorp. Later hoorden we dat ze een dienst hadden aangenomen bij een oude heer in de stad. Maar al sinds jaren hebben we taal noch teken van haar gehoord. Tak zat in somber gepeins, terwijl zijn kostelijke koffie koud werd. „Dus er is een zoon," zei hij. „Ja, die jongen moet nu zo ongeveer in de twintig zijn. Victor heet hij, naar zijn vader. Ik heb hem nooit gezien." „Weet u niets van hem af ook?" „Ja, wat zal ik u zeggen. Het is erg ge- Vlotte bediening met een charmante glimlach. Voor ieder beroep of vak zijn bepaalde eigenschappen en capaciteiten nodig, daar is indereen het wel over eens, maar wanneer we een lijn willen gaan trekken tussen typisch mannelijke en specifiek vrouwelijke beroepen, dan ontstaat er een wirwar van meningen en stellingen, waar men met de beste wil van de we reld geen wijs meer uit kan worden. Wij willen echter een ieder zijn eigen mening laten, maar wij zouden alleen graag eens iets vertellen over een man nelijk „beroep", waarin ook vrouwen blijken te voldoen. Bij een benzinepompstation ergens aan Haarlems dreven worden de dorstige motoren van vrachtauto's, luxe wagens, bromfietsen en alle vehikels, die met behulp van olie en benzine langs 's He ren wegen voortsnellen, gelaafd met be hulp van nijvere meisjeshanden. Nu zult u zich ongetwijfeld afvragen of dit nu niet wat overdreven is: meis jes, die de zware benzineslang hanteren in plaats van de stofzuigerslang, rekenen met liters benzine in plaats van met liters melk en olieblikken openen in- plaats van blikken met doperwtjes of snijboontjes. Inderdaad, het is ogen schijnlijk een vreemde combinatie, een garage met vrouwelijk personeel, doch bij nadere beschouwing een heel ge lukkige! Vlak na de oorlog is een onderneming er toe overgegaan op bepaalde stand plaatsen in Nederland vrouwelijke be diening in te schakelen bij de service aan de pompstations en tot nog toe be horen Apeldoorn, Den Haag, Haarlem en Hoorn tot de steden, waar de wille keurige automobilist verwonderd tot de ontdekking kan komen, dat een vrou welijke bediening voor zijn wagen lang niet „gek" is. Met dezelfde ambitie, waarmede de huisvrouw haar ramen pleegt te lappen, zeemt het meisje van het benzinestation de ruiten van auto's, een werkje, dat eigenlijk „typisch vrou welijk" is, al zou dit alleen al zijn om het feit, dat men zich in een schone ruit zo lekker kan spiegelen! Niet dat dit „typisch vrouwelijke" nu op alle voorkomende werkzaamheden van toepassing kan worden gebracht. Hierover spreekt een onzer Haarlemse bediensters nogal duidelijke taal: „Je staat in het begin heel raar te kijken, wanneer een jachtende motorrij der of automobilist je een „meng- examens werden er echter wat meer vrouwen dan mannen afgewezen. De conclusie? De redactie van dat Franse blad dat wèl veel door vrou wen wordt gelezen meent op grond der antwoorden geen reden te hebben tot een inferioriteit van de vrouw als autobestuurster te besluiten. Clementie van de kant der mannen lijkt dus alles zins op haar plaats. En misschien ligt de fout zelfs wel vooral bij hèn. Indien ze ons wat meer gelegenheid gaven tot rijden, dan zouden we 't op den duur heus niet zo veel slechter doen dan zij. Maar nu spreek ik niet meer voor mezelf. Want persoonlijk heb ik na deze zomer van elke aspiratie in deze, vrijwillig en voor goed afstand gedaan. Maar een ander wil ik niet ontmoedi gen. Parijs, October 1952. éve smering" vraagt op een toon, alsof er op de hele wereld alleen maar smeringen en mengsmeringen bestaan. Een van de dingen, waarmee je in het begin ook erg te kampen hebt, is het vinden vande benzine-inlaat op alle verschillende automerken, maar na vier jaar want zo lang doe ik dit werk al heeft geen enkele auto meer geheimen voor je. Als er een puffertje aankomt, kun je precies zeggen of het een tweetaktmotortje is. En wat je naast al deze technische kennis opdoet, is ook een enorme mensenkennis." Het is dan ook opmerkelijk hoe tact vol deze meisjes iedere klant weten te bedienen: „de ene verwacht een origi nele opmerking, de andere een vrien delijk knikje, de derde houdt het bij „mooi weer vandaag" en de vierde glimlacht spontaan wanneer hij alleen is, maar knikt slechts als vrouwlief naast hem zit. Zegt u nu zelf, leer je dan de mensen kennen, ja of nee?" Hoe deze meisjes er nu eigenlijk toe gekomen zijn dergelijk werk te doen? Och, in de eerste plaats is het natuurlijk het vreemde element, dat trekt en toen er indertijd dan ook door middel van een advertentie vrouwelijke bedienden werden gevraagd voor een benzine pompstation, meldden zich niet minder dan veertig gegadigden voor dit origi nele karwei. Meisjes, die tot dan toe op een atelier hadden gewerkt, winkel meisjes uit alle mogelijke zaken, cou peuses, om kort te gaan, alle meisjes, die genoodzaakt zijn te werken, voelden zich plotseling geroepen eens iets „an ders" te gaan doen en waren blijkbaar van mening, dat voor dit soort werk iedereen wel geschikt was. Niets is ech ter minder waar. In de eerste plaats wordt er grote accuratesse vereist om de administratie bij te houden van de verkoop, daarnaast moet er over een behoorlijke dosis ge voel voor humor worden beschikt en last but not least moet je in staat zijn met een schoon en fris gezicht de klanten van olie en benzine te voorzien. Een taak, die wonderwel blijkt te kunnen worden vervuld. Ook het domein van de „auto-vrouw" ziet er helder uit, ondanks olieblikken, -trechters en dergelijk gerei, om van de sfeer, die deze meisjes in en rondom hun pompstation weten te scheppen, nog te zwijgen! Het is waarlijk geen wonder, dat een van onze grootste ondernemingen vrou welijke service bij haar pompstations handhaaft. Het is een vak op zich zelf, waarvoor veel verschillende hoedanig heden worden vereist, hoedanigheden echter, die bij de vrouwelijke bediening, zoals gebleken is, beter tot uiting komen dan bij de mannelijke. En eigenlijk is dit niet eens zo héél verwonderlijk; het verzorgen zit de vrouw nu eenmaal in het bloed en wie vindt het gastvrouw-spelen geen aange name bezigheid? In grote trekken komt het werk van deze meisjes dan ook daarop neer, alleen de kleding van een gastvrouw in haar comfortabele woning maakt wel enig verschil uit met die van de gastvrouw van het benzinepomp station, maar wie een vette overall ver wacht, naar olie riekende haren en ruwe handen met afgebrokkelde nagels, wordt aangenaam teleurgesteld. noeg, maar die jongen schijnt helemaal niet te deugen. Niet dat ik iets van hem kan vertellen, nee hoor, maar je vangt wel eens dingen opMijn man heeft hem eens gesproken. Hij was toen zo'n beetje aan het zwerven en kwam in een cafétje hier in de buurt aan, waar mijn man zijn kaartclub heeft. Thijs had geen hoge pet van hem op, zei hij. Hij scheen geweldig met zichzelf ingenomen te zijn en hij sneed op over zijn plannen om naar het buiten land te gaan, als het zover was. Wat dat betekende, „zover", kon Thijs niet van hem te weten komen. Misschien wist hij het zelf niet." „Weet u niet waar de jongen op het ogenblik is?" „Nee, hij heeft tot zijn dertiende jaar op een kostschool gezeten, die Johanna en. Martha voor hem betaalden. Toen liep hij er weg en sindsdien is hij nu eens hier, dan weer daar geweest. Zijn moeder met haar arm verstand was iedere keer dolblij als hij weer op kwam dagen, maar veel plezier heeft ze niet van hem gehad." Tak stond op. „Ik geloof dat ik volledig ben ingelicht," zei hij vriendelijk. „Ik ben u erg dankbaar voor uw mededelingen en ik hoop dat ik niet te veel van uw tijd in beslag heb ge nomen." De vrouw gaf hem een dikke, rimpelige hand die hij hartelijk schudde. „Tijd?" zei ze. „Och het leven op een dorp is niet zozeer aan tijd gebonden. Hebt u iemand in mijn winkel gezien sinds u hier was? Nou dan, ik heb geen verlet ge had! Zoudt u mijn groeten aan die twee arme sukkelaars willen doen? Ik wou wel dat we haar op een of andere manier hel pen konden! Maar ja, ze zijn nog zo trots als een pauw ook, Johanna tenminste. Ach ja, dat is ook het enige wat ze nog heeft. Tak nam afscheid en wandelde lang zaam in de richting van het station. Hij liep zwaar na te denken en maakte nu en dan een aantekening in zijn zakboekje. „Ik heb het idee dat er werk aan de win kel komt als ik weer thuis ben," mompelde hij toen hij het hek van het kleine station binnenging. „Ik groet u, Teylingedam! Gij verborgt meer dan ik verwacht had!" Daar gaat die rare sinjeur ook weer, zei de stationschef bij zich zelf toen hij Tak in de trein zag stappen. Wat liep die nou te mompelen? Misschien heeft hij een glaasje teveel op bij „De Tien Geboden". En hij floot uit alle macht, alsof hij bang was dat de machinist in slaap was gesuk keld. NEGENDE HOOFDSTUK „Het spijt me dat ik u nog eens lastig moet vallen", zei Tak met een lichte bui ging, toen Johanna Jutte de deur opende. „Maar het is een kwestie die ik toch graag met u zou willen bespreken. Kan ik even binnenkomen?" Wordt vervólgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1952 | | pagina 16