Modetooi van bont
in bonte variatie
Franse mannen over
vrouwelijke chauffeurs
Vrouwelijke charme bloeit
temidden van „auto-luchtjes"
De Twee Zusters
Nederland wast
De pikante wortelstok
Een origineel karwei voor
ondernemende meisjes
10
Echte en onechte pelsen wapens tegen kou
dat het een aard heeft
BRIEVEN VAN EEN PARIJSE HUISVROUW
Theorie en praktijk van autobesturen
FEUILLETON
DOOR JOS LODEWIJKS
ZATERDAG 25 OCTOBER 1952
<v
oor
do^O
rouw
In alle grote modecentra krijgt het bont deze winter weer een ereplaats. Vooral
de Parijse mode-koningen kozen bont als materiaal voor hun meest originele
ontwerpen en zij wisten de fraai geprepareerde dierenpelzen zo te verwerken, dat
daardoor zelfs een geheel nieuwe mode op het gebied van bontkleding werd ge
proclameerd.
Als een voorbeeld van bontverwer
king in nieuwe stijl lanceerde Christian
Dior dit seizoen bijvoorbeeld sierlijke
wijde mantels met een in fraaie klok
ken vallende rug, een charmante kraag
en aparte ballon- of trechtervormige
mouwen. Zijn collega Jacques Fath ging
weer op een heel andere manier te
werk en modelleerde fraaie dieren
pelzen tot mantels met een vrij manne
lijke snit. Zelfs de grote, opgezette zak
ken ontbraken niet. Anders dan anders
was dit inderdaad; maar toch lang niet
zo flatteus als die sierlijke, wijde man
tels.
Meer bewondering hadden wij dan
ook voor de eenvoudige, maar verfijnde
en allerminst buitenissige mode-fanta
sieën in bont, die Jacques Heim in zijn
modehuis met de vossenkop als em
bleem en Maggy Rouff, die met de bont
virtuoos Mendel samenwerkt, in hun
collecties naar voren brachten. Creaties
die juist door hun grote eenvoud een
vondst waren en waarbij originele ele
gante détails de toon aangaven.
Als garnering
Bont blijft altijd een kostbaar materi
aal. Er wordt thans een grote verschei
denheid van kwaliteiten gebracht, maar
dat neemt niet weg dat een werkelijk
mooie bontjas prijzig blijft.
De mode-ontwerpers geven ons ech
ter het voorbeeld, hoe ook met een zeer
kleine hoeveelheid bont een fraai effect
te bereiken is.
Om maar weer eens enkele voorbeel
den aan te halen: Dior bracht op de
wijde swaggers in vederlichte langha
rige wollen stoffen, grote shawlkragen
van langharige bontsoorten aan. Nina
Ricci past diezelfde bontsoorten echter
bijvoorkeur als manchetten bij haar
mantels toe.
Een officiers-boordje van krullend
bont op een hoogsluitend jasje van een
perfect passend pakje, een randje bont
langs de zoom van het jasje van de tail
leur of een zeer bescheiden garnering
van bont bij de mouwinzet, zagen wij
o.a. herhaaldelijk toegepast.
Een knoop van bont
Wilt u uw hoed een typisch winters
accent geven, dan doet een garnering in
bont het ook daarbij uitstekend. En niet
minder charmant is het effect, wanneer
u bij een mantel van wollen stof, zonder
een enkele versiering, zo'n nauw om het
hoofd sluitend bontmutsje draagt!
Met zo'n klein stukje bont kan ook
menige winterjurk opgeluisterd wor
den. Pierre Balmain gaat vooral op dat
gebied origineel te werk. Zo werd bij
een zwart wollen middagjurkje in ko-
kerlijn een stukje ocelot van slechts en
kele centimeters verwerkt tot een grote
knoop, die op de a-symmetrische sluiting
sibeline en de snowball-bouclé, die
enigszins 't effect van astrakan heeft, bij
de nieuwste Franse zijdeweefsels wor
den zelfs dessins toegepast, die op het
uiterlijk aanzien van verschillende
bontsoorten zijn geïnspireerd.
Maar de weefgetouwen brachten nog
weer nieuwe producten voort die nog
sterker het effect van bont evenaren.
Bont-imitaties werden reeds lang ge
bracht, maar de specialiteiten op dit ge
bied die wij kortgeleden in Londen te
zien kregen waren wel heel bijzonder.
Deze bontstoffen zijn bijzonder ge
distingeerd. Op een speciale modeshow
werden deze nieuwe bontstoffen voor
het eerst gelanceerd en dat ze tot aller
lei modieuse creaties te verwerken zijn,
kwam daarbij telkens naar voren. Echt
bont of bont van de weefstoel, het hangt
van het kleedgeld af waaraan men de
voorkeur moet geven, maar beide zijn
uitstekend geschikt als wapen tegen
winterse koude.
FLORENCE
Charmante effecten zijn te bereiken bij
het toepassen van bont als garnering
van wollen winterkleding! Castillo, de
Spanjaard die voor het Parijse mode
huis Jeanne Lanvin ontwerpt, geeft er
hier een voorbeeld van. Bij dit ensemble
is zowel het jasje van het mantelpakje,
als de driekwart paletot met astrakan
gegarneerd. Een grappig hoedje en een
mofje van dat zelfde bont completeren
het geheel.
van het lijfje werd aangebracht en een
middagrobe in cognac-kleurige zijde
kreeg een smal randje nerzbont als
enige versiering langs de hals. Bij wijze
van grapje werd zelfs op een driekwart
pantalon, die als huisdracht werd ge
lanceerd langs de pijpjes een smal
randje bont aangebracht!
Nu bont in de huidige wintermode
weer zo'n belangrijke rol is gaan spe
len is ook de textiel-industrie zich met
de vraag bezig gaan houden hoe zij ook
weefsels een bepaald bonteffect konden
geven. En van die experimenten is de
„poodle-cloth" met grote, onregelmatige
noppen op het oppervlak o.a. een voor
beeld, evenals de langharige, glanzende
Het schaap kwam aan deze mantel wel
te pas maar op een andere manier waar
schijnlijk dan u zult vermoeden! Het
leverde namelijk wel zijn wol, maar
niet zijn huid voor deze mantel, die zo
op het oog van wit schapenbont is ver
vaardigd. In werkelijkheid is het mate
riaal echter van zuiver wol geweven.
Bickler in Londen ontwierp het model.
De spreekwoordelijke Hollandse zin
delijkheid heeft Nederland een nieuwe
kampioenstitel in de schoot geworpen.
Uit een vergelijkend onderzoek naar de
aantallen wasmachines, die tijdens Juli,
Augustus en half September werden
omgezet in België, Frankrijk, Duitsland,
Zwitserland, Italië, Luxemburg, en Ne
derland, bleek laatstgenoemd land na
melijk op overtuigende wijze aan de
spits te staan. Ofschoon de periode van
Juli tot half September ook in Neder
land gekenmerkt pleegt te worden door
de zogenaamde „vacantieslapte" wer
den aldaar in die tijd .nog 40 méér
wasmachines verkocht dan in de daar
aan voorafgaande maanden. Dit is een
Europees record, dat overigens niet ge
heel onverwacht is gekomen voor dege
nen, die wisten dat er in dit land sinds
1950 reeds niet mir.dear dan 80.000
wasmachines van één bepaald merk
werden verkocht. Thans is een uit tien
personen bestaande Nederlandse dele
gatie naar Londen getogen om de door
Hoover uitgeloofde „Zilveren Europa-
Cup voor Moderne Hygiëne" in ont
vangst te nemen.
Wat is gember feitelijk? Dat is de ge
droogde, geschilde, halfgeschilde of on
geschilde wortelstok van de gember-
plant (Zingiber officinale Roscoe) al of
niet gekalkt, die tot de rietgewassen be
hoort en vooral in China en Japan ver
bouwd wordt. De gember kan geoogst
worden als de stengels beginnen te ver
welken en af te sterven, d.i. na zeven
a tien maanden het geval. De wortel
stokken worden op dezelfde wijze ge
rooid als bij ons de aardappelen, zoveel
mogelijk van aarde ontdaan, soms ge
schild, geweekt in zout water, schoon
gespoeld en gekookt. Ook wel, zoals in
China, volgt daarop een gisting, die nu
juist de oorzaak is, dat de Chinese gem
ber van zo'n prima kwaliteit is. Daarna
wordt ze gekookt in een suikeroplossing,
men spreekt van „geconfijt" en met het
ontstane aromatische vocht, de gember-
stroop, worden de beste soorten ver
pakt in flacons en potten. Wij kennen
allen die zeskantige groene potten, voor
zien van een biezen vlechtwerk mei
handvat. Vroeger jaren waren het
prachtige blauwe exemplaren, die men
thans nog wel eens bij antiquairs, maar
dan leeg, kan kopen. Daarin zit de fijn
ste gember, de z.g. stemgember, die uit
de jongste wortels wordt gesneden. Van
de oudere wortels verkrijgt men de
cargo-gember, die veel lager in prijs is,
scherper van smaak, taaier en stokke
rig. Zij wordt in vaten afgeleverd voor
de ontbijtkoekbereiding en voor het ma
ken van gemberjam.
Jamaicagember brengt steeds de
hoogste prijs op en gaat door voor de
beste.
Bont is een kostbaar, maar dan ook bij
zonder verfijnd materiaal ter opluiste
ring van gelegenheidskleding. Een hoogst
eenvoudige avondrobe completeerde
Maggy Rouff met deze fraaie stola.
Ik heb de Salon de l'Auto, d& Parijse
RAI-tentoonstelling bezocht, wat nu wel
niet zoiets heel erg bizonders is, omdat
omstreeks een millioen andere mensen
er eveneens zijn geweest. Het bijzondere
is hoogstens dat ik maar niet begrijpen
kan wat die rest voor bijzonders aan al
die auto's kon zien. Je moet zoiets na
tuurlijk één keer hebben meegemaakt
om te weten dat je er voor de tweede
maal nooit meer heen zal gaan. En dat
is dan ook met mij het geval. Een auto
is voor mij een gebruiksvoorwerp en
niet iets om devoot naar te staren.
Een andere zaak is dat ik maanden
met de gedachte heb gespeeld dat 't wel
aardig zou zijn als ik, net als zo veel an
dere dames, een auto zelf leerde bestu
ren. Met die gedachte heb ik zelfs hard
op gespeeld en zo geviel het dan dat ik
jongste zomer mijn wederhelft zo ver
had gekregen dat hij bereid was mijn
mogelijk sluimerende talenten in die
richting eens aan de ervaringen te toet
sen. Op een verlaten landweggetje, dat
aan beide zijden door greppels van de
weilanden gescheiden was, zodat zelfs
geen rund daarmee in direct levensge
vaar kon worden gebracht, heb ik me
dan achter het stuurrad mogen instal
leren. Maar natuurlijk niet dan dat mij
eerst de fijne kneepjes van het in-,-uit
en terugschakelen en van het intrappen
en op laten komen van gaspedaal en
remmen waren uitgelegd.
Maar theorie en practijk zijn hier
twee heel verschillende coupletten. En
zodra moest ik mijn kennis tot uitvoe
ring brengen, of ik maakte de meest
verbijsterende fouten. Om kort te gaan:
terwille van ons voertuig èn van de
huisvrede, hebben we 't bij een viertal
lessen maar gelaten. Mijn rijbewijs heb
ik voor gans mijn verder leven afge
schreven
Niets voor vrouwen?
De meeste mannen-chauffeurs die ik
deze mijn teleurstellende ervaringen
toevertrouwde, hebben mijn beslissing
onderschreven en zelfs toegejuicht.
Autorijden is niks voor jullie vrouwen,
meenden ze zonder uitzondering. OL-die
algemeen verbreide mening ook juist is?
Onder ons gezegd, iets vernederends zit
er voor ons vrouwelijk gevoel van eigen
waarde wel in. Ik ken mannen met een
zeer middelmatige mentale begaving, die
dagelijks vele tientallen kilometers aan
het stuurrad afleggen en ik vind 't daar
om wat pijnlijk dat zij moeiteloos din
gen presteren waartoe wij niet in staat
zouden zijn.
Naar aanleiding van de Autosalon
hebben blijkbaar ook anderen zich dit
probleem van de verhouding tussen
vrouw en auto gesteld en een Frans
weekblad heeft er zelfs een enquête aan
gewijd, waaraan ik enkele punten wil
ontlenen. Aan een aantal (mannelijke)
professionele weggebruikers, als auto-
bus- en taxichauffeurs, en andere des
kundigen gelijk politie-inspecteurs en
eximinatoren voor het rijbewijs, heeft
die krant dus de vraag voorgelegd: wat
denkt ge van dé vrouw aan het stuur
rad? Ziehier een beknopte bloemlezing
uit hun antwoorden.
Agent no. 7181 behoort tot de welwil
lend gestemden: Voor mij bestaat er zo
Verklaarde hij, geen onderscheid tussen
vrouwelijke en mannelijke chauffeurs;
onder beide categorieën schuilen be
voegden en prutsers. Maar vrouwen rij
den meestal wat minder hard en voor
zichtiger dan de mannen."
Een autobuschaufl'eur uit Parijs was
ons vrouwen heel wat minder welge
zind. Hij liet zich in deze termen uit:
Voor mij staat 't vast dat verreweg de
meeste ongelukken door vrouwen ver
oorzaakt worden. Ze missen koelbloe
digheid. Daarom heb ik me aangewend,
ook in het verkeer, aan dames altijd
voorrang te verlenen.
Psychologisch wel interessant was
hetgeen een examinator wist mee te
delen, Vrouwen, zei hij, geven zich veel
meer moeite om goed te rijden dan
mannen, die over het algemeen veel
nonchalanter zijn. Maar vrouwen lij
den op dit gebied alle aan een minder
waardigheidscomplex, dat voortkomt
uit een gebrek aan zelfvertrouwen. Op
vallend is dat bij knappe vrouwen dat
complex veel minder sterk ontwikkeld
is.
Schoonheid belangrijk
De schoonheid blijkt trouwens in het
autoverkeer over het algemeen een fac
tor van groot belang te zijn. Worden er
méér vrouwen dan mannen op de bon
geslingerd, zo heeft die Franse krant
bij de Parijse prefectuur geïnformeerd?
Het antwoord luidde dat dit, zelfs de
verhoudingen in acht genomen, stellig
niet het geval was, maar dat daaruit
evenmin de conclusie mocht worden ge
trokken dat de dames dus zoveel beter
dan de heren zouden rijden. Bij een
verkeersovertreding, staat een agent al
tijd begrijpender tegenover een dame
dan tegenover een heer. zo wilde die
specialist wel eerlijk bekennen. Bij de
21)
Ik wil alleen maar iets naders over die
twee vrouwen weten, omdat ik haar on
schuld wil vaststellen. Zij wonen naast een
groot bankgebouw en daar is laatst inge
broken. Door allerlei omstandigheden lijkt
het alsof de buren de hand in het spel heb-
bei gehad, begrijpt u? En tot die buren
horen ook de twee gezusters Jutte. Dat is
alles."
De vrouw luisterde met open mond en
knikte voortdurend.
„Wat ik nu weten wil is dit. Waarom
trekt niemand van de familie zich iets
van die twee zusters aan? Zij hebben het
niet breed, integendeel zelfs, en ik zie nu
dat haar vader toch een behoorlijk boeren
bedrijf heeft
„Johanna en Martha zijn dood voor de
oude Jutte", zei de vrouw plechtig.
„Hij wil niets van haar horen en als
iemand haar naam durft noemen wordt hij
razend. Och, het is een hele geschiedenis,
mijnheer, en een treurige ook. Maar ik
wil ze u wel vertellen.
Ze hadden drie kinderen daar op de
hoeve, Johanna, Martha en mijn man. De
moeder was een zachte, lieve vrouw, die
van puur verdriet gestorven is.De va
der hield de kinderen erg streng, vooral
wat het godsdienstige betreft. Overdreven,
weet u? Ze mochten nooit iets prettigs
doen en ze werden opgevoed alsof ze in
een klooster waren. De meisjes vooral
Toen ze om en bij de twintig waren, had
den ze nog nooit alleen een voet buitenshuis
gezet, ze waren compleet menschenschuw.
Johanna was de oudste, Martha is drie jaar
jonger. Ze waren altijd erg op elkaar ge
steld en Johanna sprong steeds in de bres
voor Martha, als er iets scheef ging. Het
waren meestal kleinigheden, want ze kre
gen eenvoudig niet de kans om veel ver
keerds te doen
Op een dag werd Martha betrapt met
een van de knechts in de boomgaard. Het
was een onschuldig vrijpartijtje, maar de
oude Jutte was zo woedend dat hij de
knecht op staande voet de deur uittrapte
en Martha werd een maand lang opgeslo
ten in het kannenhok dat is'de schuur
waar de melkkannen worden bewaard. Het
arme kind kreeg haar eten toegeschoven
door een kiertje van de deur! De moeder
huilde de hele maand aan een stuk door,
maar de oude Jutte wist van geen toe
geven. En Johanna ik geloof dat ze in
die maand haar vader ging haten. Later
kwam de dominee er tussen, en werd Mar
tha weer in huis toegelaten. Toch is er in
die maand iets met haar gebeurd. De men
sen die haar kenden zeiden dat ze haar
nooit meer hebben zien lachen sindsdien.
Toen Thijs, de zoon, met mij trouwde,
waren de twee meisjes op onze bruiloft.
Het was een groot feest, zoals dat hier de
gewoonte is en het ging er vrolijk toe, dat
spreekt. Toen heeft Martha een man leren
kennen.... Hij was de neef van een van
de varkensboeren in het dorp. Die jongen
heeft het zwaar te pakken gekregen van
Martha en al zat Jutte met ogen als scho
tels op de meisjes te letten, hij speelde het
toch klaar met haar een onderonsje te
hebben. Martha was weg van hem en
maakte een afspraakje. Hoe ze het voor
elkaar kreeg weet ik niet, maar ze ging
een paar avonden met hem uit terwijl
Jutte dacht dat ze sliep. Johanna was in
het complot en hield de wacht. Het ging
maandenlang goed, en niemand had iets
in de gaten.
Op een dag komt de jongen bij Jutte
binnenstappen en vraagt de baas te spre
ken. En hij vertelt ronduit dat hij met
Martha trouwen wil. De oude Jutte zette
grote ogen op en wou wel eens weten hoe
hij er zo zeker van was dat Martha hem
zou willen hebben. Toen kwam de aap uit
de mouw. Die jonge kerel vertelde de
hele geschiedenis van de achterbakse
vrijages en kwam op het eind met de mede
deling, dat het vlug gebeuren moest, want
Martha en hij waren er niet zeker van dat
er niet.
En toen, mijnheer die jongen kwam
er niet eens aan toe om het woord kind uit
te spreken. De oude Jutte werd paars van
dolle woede. Hij pakte de jongeman bij de
keel en kneep hem dood voor de ogen van
zijn twee dochtersZij hebben nog ge
probeerd om hem tegen te houden, maar
hij was zo sterk als een stier en er was
niets tegen hem te beginnen
Martha kreeg een zenuwaanval en is
maandenlang in een gesticht geweest. Toen
ze eruit kwam, was ze niet goed bij het
hoofd. In het gesticht was haar zoon gebo
ren en met Johanna samen is ze toen ver
trokken. Ze zijn nooit meer thuis geweest.
De oude Jutte kreeg zes jaar gevangenis
straf. De rechtbank heeft hem schappelijk
behandeld, ja, het was in drift gebeurd en
zovoort. Nou, dat is eigenlijk het hele ver
haal. Erg opwekkend is het niet, vindt u
wel?"
„En de moeder?"
„Och ja, dat arme mens.... Ze is ge
storven terwijl Jutte in het gevang zat.
Denk eens aan wat dat mens moet hebben
geleden! Johanna is nog op de begrafenis
geweest. Martha hebben we nooit meer ge
zien hier op het dorp. Later hoorden we
dat ze een dienst hadden aangenomen bij
een oude heer in de stad. Maar al sinds
jaren hebben we taal noch teken van haar
gehoord.
Tak zat in somber gepeins, terwijl zijn
kostelijke koffie koud werd.
„Dus er is een zoon," zei hij.
„Ja, die jongen moet nu zo ongeveer in
de twintig zijn. Victor heet hij, naar zijn
vader. Ik heb hem nooit gezien."
„Weet u niets van hem af ook?"
„Ja, wat zal ik u zeggen. Het is erg ge-
Vlotte bediening met een charmante glimlach.
Voor ieder beroep of vak zijn bepaalde
eigenschappen en capaciteiten nodig,
daar is indereen het wel over eens, maar
wanneer we een lijn willen gaan trekken
tussen typisch mannelijke en specifiek
vrouwelijke beroepen, dan ontstaat er
een wirwar van meningen en stellingen,
waar men met de beste wil van de we
reld geen wijs meer uit kan worden.
Wij willen echter een ieder zijn eigen
mening laten, maar wij zouden alleen
graag eens iets vertellen over een man
nelijk „beroep", waarin ook vrouwen
blijken te voldoen.
Bij een benzinepompstation ergens aan
Haarlems dreven worden de dorstige
motoren van vrachtauto's, luxe wagens,
bromfietsen en alle vehikels, die met
behulp van olie en benzine langs 's He
ren wegen voortsnellen, gelaafd met be
hulp van nijvere meisjeshanden.
Nu zult u zich ongetwijfeld afvragen
of dit nu niet wat overdreven is: meis
jes, die de zware benzineslang hanteren
in plaats van de stofzuigerslang, rekenen
met liters benzine in plaats van met
liters melk en olieblikken openen in-
plaats van blikken met doperwtjes of
snijboontjes. Inderdaad, het is ogen
schijnlijk een vreemde combinatie, een
garage met vrouwelijk personeel, doch
bij nadere beschouwing een heel ge
lukkige!
Vlak na de oorlog is een onderneming
er toe overgegaan op bepaalde stand
plaatsen in Nederland vrouwelijke be
diening in te schakelen bij de service
aan de pompstations en tot nog toe be
horen Apeldoorn, Den Haag, Haarlem
en Hoorn tot de steden, waar de wille
keurige automobilist verwonderd tot de
ontdekking kan komen, dat een vrou
welijke bediening voor zijn wagen lang
niet „gek" is. Met dezelfde ambitie,
waarmede de huisvrouw haar ramen
pleegt te lappen, zeemt het meisje van
het benzinestation de ruiten van auto's,
een werkje, dat eigenlijk „typisch vrou
welijk" is, al zou dit alleen al zijn om
het feit, dat men zich in een schone ruit
zo lekker kan spiegelen!
Niet dat dit „typisch vrouwelijke" nu
op alle voorkomende werkzaamheden
van toepassing kan worden gebracht.
Hierover spreekt een onzer Haarlemse
bediensters nogal duidelijke taal:
„Je staat in het begin heel raar te
kijken, wanneer een jachtende motorrij
der of automobilist je een „meng-
examens werden er echter wat meer
vrouwen dan mannen afgewezen.
De conclusie? De redactie van dat
Franse blad dat wèl veel door vrou
wen wordt gelezen meent op grond
der antwoorden geen reden te hebben
tot een inferioriteit van de vrouw als
autobestuurster te besluiten. Clementie
van de kant der mannen lijkt dus alles
zins op haar plaats. En misschien ligt
de fout zelfs wel vooral bij hèn. Indien
ze ons wat meer gelegenheid gaven tot
rijden, dan zouden we 't op den duur
heus niet zo veel slechter doen dan zij.
Maar nu spreek ik niet meer voor
mezelf. Want persoonlijk heb ik na
deze zomer van elke aspiratie in deze,
vrijwillig en voor goed afstand gedaan.
Maar een ander wil ik niet ontmoedi
gen.
Parijs, October 1952.
éve
smering" vraagt op een toon, alsof er op
de hele wereld alleen maar smeringen
en mengsmeringen bestaan.
Een van de dingen, waarmee je in het
begin ook erg te kampen hebt, is het
vinden vande benzine-inlaat op
alle verschillende automerken, maar na
vier jaar want zo lang doe ik dit
werk al heeft geen enkele auto meer
geheimen voor je. Als er een puffertje
aankomt, kun je precies zeggen of het
een tweetaktmotortje is. En wat je naast
al deze technische kennis opdoet, is ook
een enorme mensenkennis."
Het is dan ook opmerkelijk hoe tact
vol deze meisjes iedere klant weten te
bedienen: „de ene verwacht een origi
nele opmerking, de andere een vrien
delijk knikje, de derde houdt het bij
„mooi weer vandaag" en de vierde
glimlacht spontaan wanneer hij alleen
is, maar knikt slechts als vrouwlief
naast hem zit. Zegt u nu zelf, leer je
dan de mensen kennen, ja of nee?"
Hoe deze meisjes er nu eigenlijk toe
gekomen zijn dergelijk werk te doen?
Och, in de eerste plaats is het natuurlijk
het vreemde element, dat trekt en toen
er indertijd dan ook door middel van
een advertentie vrouwelijke bedienden
werden gevraagd voor een benzine
pompstation, meldden zich niet minder
dan veertig gegadigden voor dit origi
nele karwei. Meisjes, die tot dan toe op
een atelier hadden gewerkt, winkel
meisjes uit alle mogelijke zaken, cou
peuses, om kort te gaan, alle meisjes, die
genoodzaakt zijn te werken, voelden
zich plotseling geroepen eens iets „an
ders" te gaan doen en waren blijkbaar
van mening, dat voor dit soort werk
iedereen wel geschikt was. Niets is ech
ter minder waar.
In de eerste plaats wordt er grote
accuratesse vereist om de administratie
bij te houden van de verkoop, daarnaast
moet er over een behoorlijke dosis ge
voel voor humor worden beschikt en last
but not least moet je in staat zijn met
een schoon en fris gezicht de klanten
van olie en benzine te voorzien. Een
taak, die wonderwel blijkt te kunnen
worden vervuld.
Ook het domein van de „auto-vrouw"
ziet er helder uit, ondanks olieblikken,
-trechters en dergelijk gerei, om van de
sfeer, die deze meisjes in en rondom
hun pompstation weten te scheppen, nog
te zwijgen!
Het is waarlijk geen wonder, dat een
van onze grootste ondernemingen vrou
welijke service bij haar pompstations
handhaaft. Het is een vak op zich zelf,
waarvoor veel verschillende hoedanig
heden worden vereist, hoedanigheden
echter, die bij de vrouwelijke bediening,
zoals gebleken is, beter tot uiting komen
dan bij de mannelijke.
En eigenlijk is dit niet eens zo héél
verwonderlijk; het verzorgen zit de
vrouw nu eenmaal in het bloed en wie
vindt het gastvrouw-spelen geen aange
name bezigheid? In grote trekken komt
het werk van deze meisjes dan ook
daarop neer, alleen de kleding van een
gastvrouw in haar comfortabele woning
maakt wel enig verschil uit met die van
de gastvrouw van het benzinepomp
station, maar wie een vette overall ver
wacht, naar olie riekende haren en ruwe
handen met afgebrokkelde nagels, wordt
aangenaam teleurgesteld.
noeg, maar die jongen schijnt helemaal
niet te deugen. Niet dat ik iets van hem
kan vertellen, nee hoor, maar je vangt wel
eens dingen opMijn man heeft hem
eens gesproken. Hij was toen zo'n beetje
aan het zwerven en kwam in een cafétje
hier in de buurt aan, waar mijn man zijn
kaartclub heeft. Thijs had geen hoge pet
van hem op, zei hij. Hij scheen geweldig
met zichzelf ingenomen te zijn en hij sneed
op over zijn plannen om naar het buiten
land te gaan, als het zover was. Wat dat
betekende, „zover", kon Thijs niet van hem
te weten komen. Misschien wist hij het zelf
niet."
„Weet u niet waar de jongen op het
ogenblik is?"
„Nee, hij heeft tot zijn dertiende jaar op
een kostschool gezeten, die Johanna en.
Martha voor hem betaalden. Toen liep hij
er weg en sindsdien is hij nu eens hier, dan
weer daar geweest. Zijn moeder met haar
arm verstand was iedere keer dolblij als
hij weer op kwam dagen, maar veel plezier
heeft ze niet van hem gehad."
Tak stond op.
„Ik geloof dat ik volledig ben ingelicht,"
zei hij vriendelijk. „Ik ben u erg dankbaar
voor uw mededelingen en ik hoop dat ik
niet te veel van uw tijd in beslag heb ge
nomen."
De vrouw gaf hem een dikke, rimpelige
hand die hij hartelijk schudde.
„Tijd?" zei ze. „Och het leven op een
dorp is niet zozeer aan tijd gebonden. Hebt
u iemand in mijn winkel gezien sinds u
hier was? Nou dan, ik heb geen verlet ge
had! Zoudt u mijn groeten aan die twee
arme sukkelaars willen doen? Ik wou wel
dat we haar op een of andere manier hel
pen konden! Maar ja, ze zijn nog zo trots
als een pauw ook, Johanna tenminste. Ach
ja, dat is ook het enige wat ze nog heeft.
Tak nam afscheid en wandelde lang
zaam in de richting van het station. Hij
liep zwaar na te denken en maakte nu en
dan een aantekening in zijn zakboekje.
„Ik heb het idee dat er werk aan de win
kel komt als ik weer thuis ben," mompelde
hij toen hij het hek van het kleine station
binnenging. „Ik groet u, Teylingedam! Gij
verborgt meer dan ik verwacht had!"
Daar gaat die rare sinjeur ook weer, zei
de stationschef bij zich zelf toen hij Tak in
de trein zag stappen. Wat liep die nou te
mompelen? Misschien heeft hij een glaasje
teveel op bij „De Tien Geboden".
En hij floot uit alle macht, alsof hij bang
was dat de machinist in slaap was gesuk
keld.
NEGENDE HOOFDSTUK
„Het spijt me dat ik u nog eens lastig
moet vallen", zei Tak met een lichte bui
ging, toen Johanna Jutte de deur opende.
„Maar het is een kwestie die ik toch graag
met u zou willen bespreken. Kan ik even
binnenkomen?"
Wordt vervólgd