Dr. Wernher von Braun is een
wetenschappelijk standwerker
I
Huis vol mysterie
-Clowntje Riek
Predikbeurten
Bezeten van de ruimtevaart-gedachte
Acht leden Sportraad
voorgedragen
Groenten- en fruitmarkl
in de afgelopen week
OLD CLOTHES NEW
Castricum
Nieuwe uitgaven
ZATERDAG 3 JANUARI 1953
4
Constructeur van V-2 tracht interplanetaire
plannen aan de man te brengen
De heer D. Beets zal
raad voorzitten
Agenda voor Castricum
THALIA
De eerste groenteveiling
Opnieuw promotie en
degradatie bij Bricas
Zondagsdienst artsen
Predikbeurten
Voor de kinderen
FEUILLETON
door Jane England
Ruimtevaart of interplanetair verkeer is
een begrip dat meer en meer mensen fas
cineert. In Amerika is het zelfs al zo ver
dat men van een ware ruimtevaart-cultus
kan spreken en deze is vooral ontstaan
door toedoen van één man: dr. Wernher
von Braun, de man van de Duitse „V-2"
raket tijdens de oorlog. Zijn woord is eten
en drinken voor duizenden volgelingen en
in vele landen zien leden van verenigin
gen welke zich de verwezenlijking van
interplanetair verkeer ten doel stellen, tot
hem op als tot een soort halfgod.
Wat is deze Von Braun voor een man?
Een fanaticus zouden we hem haast dur
ven noemen, een bezetene, die slechts voor
één ding leeft: het verwezenlijken van de
ruimtevaart. In 1930 sloot hij zich als 18-
jarig student aan bij de toenmalige „Ver-
ein für Raumschiffahrt", welke zich be
zig hield met nog primitieve expe
rimenten met raketten, die overigens
meestal uit elkaar vlogen. Thans, veertig
jaar oud, wil hij nog even hartstochtelijk
als toen naar de maan en naar Mars en
Venus.
Weinigen twijfelen er tegenwoordig nog
aan dat zulke dingen principieel mogelijk
zijn. Dat werd reeds aangetoond door ge
leerde voorgangers van Von Braun. Maar
ten eerste was dat in een tijd toen de
De heren A. van der Aart, D. Beets, A. J.
Fortgens, L. Roozekrans, D. A. J. Spek, H.
Stapel en H. W. van Turnhout zijn door
het College van Burgemeester en Wethou
ders in Haarlem voorgedragen tot benoe
ming als lid van de Haarlemse Sportraad
in afwachting van de benoeming van de
overige leden om voorbereidende werk
zaamheden te verrichten voor de Sport
raad, waarvoor de gemeenteraad enige
weken geleden de verordening goedkeurde.
Het laat zich aanzien dat de benoeming
van de meeste leden er van geruime tijd
zal vorderen, gezien
iet grote aantal tak
ken van sport waar
van vertegenwoordi
gers moeten worden
aangewezen. Terwijl
bovendien nog over
leg zal moeten plaats
hebben tussen ver
schillende organisa-
ies die slechts één lid
lullen kunnen af
vaardigen. Genoem-
ie heren hebben al-
'en reeds deel uitge
maakt van de com
missie van voorberei
ding. Allen hebben
lidmaatschap van de
Sportraad te zullen aanvaarden.
Naar wij vernemen is het de bedoeling
de heer D. Beets voor te dragen als voor
zitter van de Sportraad en de heer A. van
der Aart als vice-voorzitter.
De heer Beets (representatief lid) is
leraar in de lichamelijke opvoeding in
Haarlem en voorzit
ter van de Koninklij
ke Nederlandse Honk.
balbond, en de heer
Van der Aart is voor
zitter van de afdeling
Haarlem van de Ko
ninklijke Nederland
se Voetbal Bond en
zal die vertegenwoor
digen. De heer Spek
is in de Sportraad
vertegenwoordiger
van de gemeenteraad.
De heer Van Turn
hout zal als vertegen
woordiger van het
district Haarlem van
de Nederlandse Rooms-Katholieke Sport
bond zitting hebben, terwijl de heer H.
Stapel dat zal zijn van de afdeling Haar
lem van de Nederlandse Culturele Sport
bond.
De heer Fortgens treedt op als vertegen
woordiger van de Kennemer Turnkring en
de heer L. Roozekrans als vertegenwoor
diger van het Haarlems Bureau voor Medi
sche Sportkeuring. Als representatief lid
wordt voorts voorgedragen voor benoeming
de heer D. Heijmans. die arts is in Haar
lem. Ook de heer Beets heeft zitting in de
Sportraad als iemand die zo slaat in de
verordening omschreven bij uitstek ge
schikt kan worden geacht de sportbeoefe
ning in Haarlem te bevorderen.
D. Beets
reeds toegezegd het
A. v. d. Aart
techniek nog minder ver gevorderd was,
ten tweede waren dit geen mensen die op
de voorgrond traden. Zij wisten hun ideeën
niet te „verkopen". Geheel anders Von
Braun, die enige tam-tam allerminst
schuwt. Achter al zijn daden staat de
ruimtevaart-gedachte. Waarschijnlijk heeft
hij ook de V-2 slechts als een stapje naar
zijn grote doel gezien. In ieder geval was
het met de door hem afgeschilderde stra
tegische waarde ervan, op grond waarvan
hij Hitiers fiat voor de ontwikkeling kreeg,
vrij pover gesteld. Maar wel zal de V-2 in
de geschiedenis geboekstaafd blijven als
het allereerste prototype voor de ruimte
raketten die eens mensen buiten de aardse
aantrekkingssfeer zullen brengen.
Von Braun is „in de raketten" gebleven
en werkt thans in Amerika, waar hij be
last is met de leiding van het ontwikke
lingswerk aan geleide projectielen. En
tevens is hij hier pas goed begonnen zijn
ruimtevaart-ideeën aan de man te bren
gen. Bijgestaan door kunstenaars met de
tekenstift ontvouwt hij in tijdschriften
met millioenen-oplagen zijn plannen voor
de bouw van een ruimtestation, een kunst
matige satelliet die buiten de damp
kring blijvend om de aarde zal wen
telen. En het reisplan voor een expeditie
naar Mars met 70 man ligt eveneens klaar.
Elk op zich zelf geweldige ondernemin
gen, waardoor alles wat mensenhanden tot
dusverre hebben verricht, in de schaduw
zou worden gesteld.
Nu is er geen enkel bezwaar tegen het
propageren van dergelijke ondernemingen,
maar o.i. wel tegen de methode die Von
Braun daarbij toepast. Bij zijn argumen
tatie maakt de ontwerper een handig ge
bruik van de tijdgeest door het ruimte
station voor te stellen als een militaire
noodzaak, een middel waardoor men de
aarde kan beheersen, dus ook om te voor
komen dat de Russen haar zullen beheer
sen. Het wekt herinneringen op aan de
V-2-affaire, omdat ook van het ruimte
station de militaire betekenis op zeer goede
gronden betwijfeld kan worden. Waar
schijnlijk zouden zelfs weinig dingen zo
kwetsbaar zijn als juist zo'n „satelliet".
Doch Von Braun streeft slechts één ding
na: zijn plannen „erdoor drukken", met
elk middel dat hij kan aangrijpen.
Maar afgezien hiervan is het de moeite
waard om te weten dat al die ruimtevaart-
verenigingen, die dr. Von Braun zo gaarne
erelidmaatschappen en andere onderschei
dingen verlenen, verenigd zijn in een we
reldfederatie, die de ontwikkeling van de
ruimtevaart voor niet-militair gebruik uit
drukkelijk en met grote instemming van
haar leden als een van haar eerste doel
stellingen heeft vastgelegd!
Het eerste resultaat dat Von Braun met
zijn fantastische plannen heeft bereikt, is
dat het groe publiek denk dat de techni
sche problemen vrijwel zijn opgelost en
dat tochten naar de planeten zo goed als
voor de deur staan. Hij stelt nl. zeer be
wust de zaken te gemakkelijk voor, al
thans in het publiek. Zelf moet hij maar
al te goed weten dat het juist de techni
sche détails zijn die de verwezenlijking op
een veel langere baan zullen schuiven dan
hij ons thans voorspiegelt. De mannen
van de praktijk op het proefterrein van
de White Sands woestijn kunnen ervan
meepraten, hoewel de hoogteraketten
waaraan zij werken nog maar speelgoed
dingetjes zijn, vergeleken met de veel ge
compliceerder en honderden tonnen zware
installaties waarmede Von Braun de
ruimte in wil. Zij krijgen kippevel alleen
al bij de gedachte aan een start van nog
maar de kleinst mogelijke onbemande
raket, bestemd om in een satellietbaan
rond de aarde gebracht te worden. Hierbij
te bedenken dat voor elke kilo nuttige
last die daarheen gebracht wordt, het
300- a 400-voudige gewicht aan uitrusting
en brandstoffen bij de start nodig is. Dit
geeft dan tevens alvast enig idee van de
„economie" van dergelijke ondernemingen!
Von Braun beweert dat zijn ontwerp
voor een bemande kunstmatige satelliet
het ruimtestation in tien jaar uitge
voerd kan worden en vier milliard dol
lars zal kosten. Niemand beter alweer dan
Von Braun zelf moet weten dat beide be
weringen een slag in de lucht zijn. Met die
„begroting" bewijst hij weliswaar zijn
Amerikaanse klantjes, die altijd gevoelig
zijn voor getallen, goed te kennen, maar
niettemin is zij een paskwil. De ontwik
keling omvat zoveel nog onbekende en
niet te voorziene problemen op schier elk
technisch terrein, dat dit alleen maar een
„long term project" kan zijn, onmogelijk
nauwkeurig af te bakenen en te calculeren.
Dr. von Braun wil het allemaal nog in
zijn leven meemaken en waarlijk, we kun
nen ons de gemoedsgesteldheid indenken
van iemand die zo doordrongen is van de
grootsheid van het „interplanetaire avon
tuur" als hij. Zijn ongeduld doet hem af
dalen van de ivoren toren der wetenschap
en optreden als standwerker om zijn plan
nen aan de man te brengen.
Het Centraal Bureau van de Tuinbouw
veilingen in Nederland deelt over het ver
loop van de groenten- en fruitmarkt over
de periode 26 December tot 2 Januari het
volgende mede.
De winter welke dit jaar vroeg inviel, heeft
thans weer plaats moeten maken voor heel
wat milder weer. De afzet van de sluitkool-
soorten verloopt mede hierdoor niet bijzon
der gunstig, zodat thans nog een zeer grote
voorraad van dit product in Noordholland
aanwezig is. Ook voor export is de sluitkool
niet bijzonder gevraagd in deze herfst, voor
al gedurende de laatste week was de vraag
naar dit product niet groot. De feestdagen
hebben hierbij natuurlijk een rol gespeeld.
Op Maandag jongstleden waren de prijzen
van de sluitkoolsoorten als volgt:
Rode kool 811.50, gele en groene
savoye kool respectievelijk 7, 8 en 9
tot 12.50, terwijl de Deense witte 6 tot
7 per 100 kg. deed.
Van bloemkool is geen aanvoer meer.
Duitsland nam schorseneren af tegen 54
56 cent per kg. De prijzen voor de kroten
bleven vrij stabiel, voor dit product werd
besteed voor kwaliteit 1 12.70 to 13-60
voor kwaliteit 2 12.60 tot 13.40.
Boerenkool trok iets in prijs aan en no
teerde 1422 cent per kg.
Voor uien werd 1622 cent per kg. besteed.
De noteringen voor witlof schommelden
tussen 6578 cent per kg. Hoewel deze iets
lager waren dan in het begin fran deze week
zijn zij nog zeer behoorlijk.
Breekpeen bracht 12 tot 13 per 100 kg.
op, deze prijs ligt de laatste weken steeds op
hetzelfde niveau.
Bos- en waspeen werd voor respectievelijk
13 tot 15' cent per bos en 10 tot 19 cent per
kg. verhandeld.
De knolselderij liep in prijs terug en no
teerde 1118 cent per stuk, daarentegen lie-
men de noteringen van de prei omhoog tot
30 cent per kg.
Kassla bracht het tot 20 cent per krop, en
andijvie (glas) 7080 cent per kg.
De ongeschoonde spruiten liepen iets om
hoog en kwamen tot 56 cent per kg. Ge
schoonde bleven op hetzelfde prijspeil van
de vorige verslag-week en noteerden van
85104 cent per kg.
Na de Kerstdagen zijn er geen grote hoe
veelheden fruit op de veilingen aangevoerd.
De partijen welke nog werden aangeboden
gingen voordelig van de hand.
Corso-theater, Dorpsstraat. Zaterdag 19.15
en 21.30 uur, Zondag 14, 16.15 en 20 uur:
„Bagdad".
Maandag, Dinsdag en Woensdag iedere
avond 20 uur: „Zo jong Zo slecht".
ADVERTENTIE
Uw kleding binnen één dag gereed
Koningsplein
ADVERTENTIE
(het theater met de beste films)
ZONDAG 7 en 9.15 uur
MAANDAG, DINSDAG en
WOENSDAG 8 uur
De ware geschiedenis van
Generaal Patton opmars!
DWARS DOOR DE VUURLINIES
240 km dwars door een kogelregen,
bommen en vlammenwerpers.
Dood en verderf wachtten hen
op iedere meter
ZONDAGMIDDAG 3 uur
JIMMY DURANTE in
DE VROLIJKE MELKBOER
Een knal melkfuif
HEDENAVOND (Zaterdag), 7 en 9.15 u.
laatste voorstellingen van
„STARLIFT"
met o.a. Doris Day en Gordon McRay.
100 amusement voor iedereen
10
Tel. 4886
Het nieuwe jaar is voor de tuinders in
Castricum goed begonnen. Op de veiling
van Vrijdag werd glasandijvie verkocht
voor 0.951.01 per kilo, welke notering
de hoogste is tot nu toe. Boerenkool bleef
niet ten achter en besomde van 23—29
cent.
Spruiten A gingen voor 5588 cent van
de kar, waar de B-soort een prijs van 21
41 cent per kilo tegenover stelde. Spruit-
koppen brachten het tot 13 a 26 cent per
kilo. De beste kwaliteit witlof noteerde
5868 en witlof 2 1947 cent per kilo.
Voor de afwijkende soorten peen kregen
de tuinders 9Vz cent.
De Castricumse bridgeclub „Bricas" be
ëindigde op de laatste wedstrijdavond met
de derde drive de derde serie van dit win
terseizoen.
Het koppel N. A. van Lunen-A. Zonjee
degradeerde naar de tweede afdeling on
danks het feit dat deze heren in de derde
drive de derde plaats bezetten met 40 Vè
punt. Het duo H. Broksma-Wirtz gaat ook
naar de lagere klasse. De opengevallen
plaatsen zullen worden ingenomen door
de koppels A. Bakker-J. van Ravenzwaai
en A. de Jongh-H. van Kluyve, welke in
afdeling 2 tot de besten behoorden. Uit
deze afdeling gaan de heren A. Glorie-N.
Steeman en Ivangean-Lagrand over naar
afdeling 3. Hun plaatsen worden ingeno
men door de heer en mevrouw Blaauw en
de heren F. Peijs-J. Tiebie.
De Zondagsdienst wordt van Zaterdag
middag 14 uur tot Maandagmorgen 8 uur
waargenomen door arts H. Wieringa, Schei-
geeststraat 31, telefoon 289. Voor hetzelfde
tijdvak is de wijk- en kraamverpleging in
handen van zuster A. Landsman, Perne-
straat 30.
Gereformeerde Kerk 10 en 17 uur: ds.
P. J. Richel uit Heemstede.
Ned. Hervormde Gemeente 10 uur: ds.
L. Cannegieter.
Hervormde Evang. Ver. 10 uur: ds. J.
Broers uit Amsterdam.
Daar gingen ze, net als de ganzen op 'n rijtje achter elkaar aan, het pad af. Er was
gelukkig een leuning van stokken en paaltjes, waaraan ze zich konden steunen; anders
waren ze vast wel duizelig geworden.
Het duurde nog een heel poosje, voor ze beneden waren, want het was een hele
klimgeweest.
Eindelijk stonden ze weer op de grond.
„Hè, hè.dat was 'n eind.'", blies Bunkie.
„Dat hebben we weer gehad", zei oom Tripje. „Stap in, jongens, we gaan weer rijden!"
Ze stegen in de bus en oom Tripje nam plaats achter het stuur. Rrrroemmmm
rrroemmmm!, ging de motor. En ze begonnen weer te rijden.
„Toch jammer van mijn muts", zei Rick.
„Ja, dat wel", gaf Bunkie toe. „Maar oom Tripje heeft beloofd, dat je een nieuwe
krijgt".
„Ik had toch liever mijn ouwe terug!", zuchtte Rick.
Maar hij bleef er niet over zeuren. Het was nu eenmaal zo, daar kon toch niets aan
veranderd worden.
De bus reed weer verder. Die was aan de voet van de berg geparkeerd geweest, maar
reed nu weer het vlakke land tegemoet.
„In de eerste stad, die we tegen komen, kopen we een nieuwe muts voor Rick", be
loofde oom Tripje.
Een man vecht voor zichzelf door
Tom Lea. Verschenen in de Unicum
reeks, gezamenlijke uitgave van N.V.
Servire en Heinemann, Nederland,
's Gravenhage.
De goede hoedanigheden van het boek, dat
Tom Lea schreef over het leven van de
toreadores in Mexico en de kleurrijke woe
lige omgeving van de arena worden soms
zwakheden, wanneer de auteur de wijd
lopigheid zijner beschrijving de spanning
offert aan het détail. Dat maakt „Een man
vecht voor zichzelf" tot een niet geheel even
wichtig boek. Het ware evenwel onjuist het
op deze grond ongelezen te laten. Lea ver
staat de kunst in de huid van zijn figuren
te kruipen en hun emoties haarscherp te
peilen. De stieren in zijn boeken worden als
bezielde wezens. Zij zijn voor de toreadores
de huiveringwekkende realiteit van het
alternatief: leven of dood. Het is dit alter
natief, dat Lea's boek achtergrond en karak
ter verleent. Fr.
De enge poort door André Gide, uit
gegeven door N.V. Em. Querido's
Uitgeverij, Amsterdam in de Sala
manderreeks.
Van deze door A. H. Nijhoff fraai vertaalde
roman is thans de tweede druk verschenen.
Eigenlijk onbegrijpelijk, dat zulks nu pas
het geval is. De subtiele dichterlijke vertel
ling van Gide verdient een groot lezers
publiek.
Het Heilige Vuur, roman over
Goya, door Lion Feuchtwanger,
vertaald door Alice van Nahuys
(N.V. Em. Querido's Uitgevers
maatschappij, A.'dam. Twee
delen).
In dit geweldig werk, geweldig van om
vang en van hartstochtelijke klank, voert de
schrijver ons door het leven van de schilder
Goya, te beginnen ongeveer bij diens veer
tigste jaar, toen na een hevige ziekte, die
een tijdelijke maar steeds weer opduikende
doofheid nagelaten had, zijn grote periode
aanving en hij zijn gooi naar het machtig
ambt van hofschilder ging doen, tot aan de
voleinding van de „Caprichos als hij zijn
groot schilderwerk „De Reus" zal gaan be
ginnen. Dat was een goede vondst, deze man
niet van de wieg tot het graf te begeleiden,
maar alleen de grote schilder in zijn grote
tijd te laten zien.
Het is verbazend hoe Feuchtwanger kans
heeft gezien in de huid van zijn held te
kruipen. Het boek werd een Goya van kleur
en toets, van verrukking en verschrikking.
Begrijpelijk is dat bij deze werkwijze Goya
zelf het best uit de verf kwam; zijn gedra
gingen en woorden zijn zoals ze geweest
moeten zijn. Zijn tegenspeelster, de koningin
Marie Lo"isa, volgt op hem in sterkte. Jam
mer alleen dat harer majesteits idioom som
tijds meer modern plat aandoet dan gedurfd
origineel voor een koningin uit het einde der
achttiende eeuw. De lezer wordt in dit ver
woorde Goya-schilderij wel herhaaldelijk
vergast op hartige brokjes inquisitiewerk,
met wat gehaspel met zogenaamde dogma's
en aardige bijgelovige trekjes; maar een aan
raking 'met het ontzaglijk geloof van de
Spanjaard krijgt hij pas uit de aangehaalde,
waarschijnlijk authentieke, brieven van
Soya daar is plotseling nog wat anders
op en boven de aarde dan verpolitiekte
priesters en boze demonen.
Overigens hebben we met een meester
werk te doen, dat aldoor de grote allure van
een groot schilder en een groot auteur weer
spiegelt. Opmerkelijk zijn ook de gedichten,
die de hoofdstukken afsluiten en de wijze
waarop de laatste prozaregels ven elk hoofd
stuk, in steeds gebondener vorm, op deze
poëzie inlopen.
Zestien reproducties naar Goya, uit zijn
verschillende periodes, zetten het werk extra
kracht bij. H- v* z-
Wereld zonder blanken door Alain
Gheerbrant, uitgegeven door P. N.
Kampen en Zoon N.V. te Amsterdam.
„Wereld zonder blanken" is het verslag
van een Franse expeditie naar het Pasima
gebergte en de Orinoco-rivier in het Zuid-
Amerikaanse binnenland, waar de grenzen
van Brazilië, Columbia en Venezuela bijeen
komen. Het is een gebied waar alleen In
dianen wonen, stammen, die nooit een blanke
zagen, levend in de duisternis van de jungle,
zich voedend met bananen, wortels en ma
niok en gevaarlijk voor iedereen, die hen
benadert. Naar deze stammen trekken vier
jonge Fransen op weg. Hun leider Alain
Gheerbrant brengt over hun tocht een om
standig verslag uit. Zij verloopt, vooral op
het eind, ongemeen spannend. Haar weten
schappelijke opzet wordt wel eens wat te
nadrukkelijk en uitvoerig omschreven voor
hen, die alleen het avontuur zoeken, maar
de ontdekkingen, die de expeditie doet, zijn
dan ook voor de ethnologie van verrassend
groot belang en het is daarom begrijpelijk,
dat Gheerbrant er zoveel aandacht aan be
steedt. Men komt aan sfeerbeschrijving wel
wat te kort. Er is te weinig beeldend vermo
gen. Dat is een stylistische zwakheid, die
men Gheerbrant graag vergeeft, omdat hij
op de eerste plaats onderzoeker en slechts
dientengevolge be-schrijver is. Hij legt in
ieder geval een wereld voor u open, die gij
anders nooit bij benadering had gekend.
Daarom is zijn relaas er een, dat men eigen
lijk niet mag missen. Fr.
„Schilders van het eeuwige" (Grüne-
wald, Michelangelo, El Greco en
Rembrandt) door dr. Walter Nigg,
met 48 illustraties, vertaling van Rob
Limburg. (Uitgeverij Ploegsma, Am
sterdam).
De Prostestantse theoloog Walter Nigg,
hoogleraar te Zürich, die zich met zijn van
een waarachtig oecumenische geest getui
gend werk „Grote Heiligen" een naam ver
wierf, die zowel in Protestantse als in
Katholieke kringen met bewondering en
liefde genoemd wordt, komt hier uit die
zelfde geest een reeks andere subliemen
onder de mensen belichten. Deze prachtige
en heldere denker spreekt nooit over iets
a nders dan het meest waardevolle, de ver
houding tussen de Schepper en de naar Zijn
evenbeeld geschapene. In hoever het schep
sel zijn Oerbeeld weet te benaderen besprak
Zondag 4 Januari
IJMUIDEN:
Ned. Herv. Kerk, Kanaalstraat, 10 uur:
ds. D. C. v. Wijngaarden; 17 uur: ds. J.
v. d. Berg.
Gebouw v. Chr. Belangen, Jongeren-
samenkomst, de heer A. Vennik.
Geref. Kerk, Ichthuskerk, 9 en 10.45 uur:
ds. J. A. Tiemens, 15 en 17 uur: ds. R.
D. Beukema.
Geref. Kerk (Art. 31 K.O.), Helmstraat 3,
8.30 en 17 uur: ds. J. J. Arnold.
Chr. Geref. Kerk, 10 e^ 16 uur: ds. J.
W. v.'d. Gronden.
Doopsgezinde Gemeente, Helmstraat,
10.30 uur: ds. W. Veen.
Oud-Katholieke Kerk, Zondag 8 uur:
Vroegmis, 10 uur: H. Mis, 19 uur: Ves
pers, Maandag 19 uur: Algem. voorbe
reiding, Dinsdag 8 uur: Vroegmis, 10
uur Hoogmis, 19.30 uur: Vespers; Don
derdag 19 uur: H. dienst.
Legers des Hcils, 10 uur: Heiligings-
dienst, 12.15 uur: Zondagschool, 16.30
uur: Jeugddienst, 19 uur: Openlucht
samenkomst Kennemerlaan, 20 uur:
Verlossingssamenkomst.
IJMUIDEN-OOST:
Ned. Herv. Kerk, Goede Herderkerk, 10
uur: ds. J. v. d. Berg, Doop, 19 uur: de
heer J. Jimmink.
Geref. Kerk, Bethelkerk, 10 uur: ds. R.
D. Beukema, 17 uur: ds. J. A. Tiemens.
Ver. v. Vrijz. Herv., Abelenstraat 1, 10.30
uur: J. B. Assendorp.
Evangelisatievereniging „Elon", Casem-
broot-zijstraat, 10 uur: de heer J. Ooster-
welder van Amsterdam.
Vergadering van Gelovigen, Esdoorn
straat 30.
DRIEHUIS:
Evang. Luth. Gemeente, koffiekamer
Westerveld, 10.15 uur: prof. dr. P. Boen
dermaker van Hilversum.
VELSEN:
Ned. Herv. Kerk, 10 uur: ds. H. P. Huis-
VELSEN-NOORD:
Geref. Kerk, 10 en 17 uur: ds. A. C. v.
Nood.
Ned. Herv. Kerk, 10 uur: ds. L. Brink,
19 uur: ds. H. P. Huisman.
BEVERWIJK:
Ned. Herv. Gemeente, Grote Kerk, 10
uur: ds. J. O. Norel (Doop), 19 uur: ds.
Tersteege van Santpoort, Jeugddienst.
Ned. Herv. Gemeente, Populierenlaan,
10 uur: nog niet bekend.
Ned. Herv. Gemeente, Jeugdkapel Groe-
nelaan, geen dienst.
Geref. Kerk, Moensplein, 10 en 17 uur:
ds. C. Meyer.
Vrijzinnig Hervormden, Prinsesselaan,
10 uur: ds. J. Hanneman van Curagao.
Lutherse Kerk, Koningstraat, 10 uur:
Vrijzinnig Chr. Jeugdkerk.
Maranatha, 10 en 19.30 uur: de heer G.
van 't Wout, van Roden.
Leger des Heils, Kerkstraat, 10 uur: Hei
ligingssamenkomst, 12 uur: Zondag
school, 16.30 uur: Kindersamenkomst,
19.15 uur: Openluchtsamenkomst, 20
uur: Verlossingssamenkomst.
WIJK AAN ZEE:
Ned. Herv. Gemeente, Julianaplein, 10
uur: ds. F. C. Willekes.
SANTPOORT:
Ned. Herv. Kerk, 10.30 uur: ds. D. ter
Steege, H. Doop; 18.45 uur: Bijzondere
kerkdienst, ds. Joh. Bronsgeest van
Haarlem.
De Toorts, 9 uur: ds. D. ter Steege.
Jeugdhuis, 10.'30 uur: de heer A. P. F.
Bijtelaar van Santpoort.
Kapel, geen dienst.
Geref. Kerk, geen opeave ontvangen,
Geref. Kerk (Art. 31 K.O.), geen opgave
ontvangen.
HAARLEM:
Church of England, Kinderhuissingel,
3 p. m. Evensong, Rev. Mossman.
hij in „Grote Heiligen", in hoever het schep
sel zijn Oerbeeld weet te verbeelden be
spreekt hij in „Schilders van het Eeuwige".
Zijn inleiding, waarin hij uitvoerig behan
delt hoe de felle epidemie der beeldenstorm
een eeuwen durende verdorring na zich
sleepte in het kunstleven der daardoor ge
troffen landen, is een meesterstukje van
breed en diep inzicht. Wat zijn standpunt
betreft hoe dolend het geestesleven wordt
waar het Teken ontbreekt, is het verbazend
te zien hoe hij hierin bijna gelijkluidend
oordeelt als de beroemde Franse kunstken
ner Abbé Maurice Morel. Moge het sommige
lezers raadselachtig voorkomen als laatst
genoemde het over religieuze kunst heeft
als hij over Picasso praat, niet minder ont
stellend zullen zij het vinden als Nigg in
dit werk een reproductie van „De geslachte
os" van Rembrandt opneemt. Let echter wat
hij erover schrijft, met als motto een woord
uit „De idioot" van Dostojefski: „Het
godsdienstig gevoelmen ontkomt er
niet aan, maar men moet over iets geheel
anders spreken".
Dit werk moge ik u nu eens van ganser
harte aanbevelen. Laat u niet afschrikken
door de hoog schijnende prijs, maar bedenk
wat u daarvoor hebt, welk een gegeven en
welk een auteur! Een bezit voor het leven.
H. v. Z.
Schemering over Shanghai door Mao
Tun, uitgegeven door J. Philip Kru-
seman's Uitgeverij N.V., Den Haag.
De derde druk van Mao Tun's karakteris
tiek van het China uit de dertiger jaren is
verschenen. Het boek is deze nieuwste druk
waard. Zelden werd zo scherp de achter-
g-ond, getekend van de historische revolutie,
die zich in het verpauperde China voltrok.
12)
Het eten was bepaald slecht. Soep uit
een pakje en ongare kuikens, terwijl een
bleek-rose pudding het dessert vormde.
Neill, die toch aanwezig was, en Fiona aten
behoorlijke porties, alsof ie niet merkten,
hoe slecht een en ander was klaargemaakt,
•maar mevrouw Fincham zat met een af
wijzend gezicht kleine hapjes te eten en
liet zo nu en dan hardop van haar afkeu
ring olijken. Neill had slil voor zich uit
zitten kijken, terwijl hij at, en scheen vol
komen in gedachten verdiept te zijn. Tot
haar verwondering reageerde hij echter
opeens scherp op zijn tantes gejammer.
„Mijn beste tante Chloë. wat is er met u
aan de hand?" zei hij. „Het is niet uw ge
woonte aanmerkingen te maken op het
voedsel, dat we hier te eten krijgen. Het
verschilt vandaag heus niet van andere
dagen".
„Lieve Neill", antwoordde mevrouw
Fincham hem kalmerend, „de maat kan
overlopen. Ik heb tot heden heel wat ver
dragen, heel wat, maar ik ben 't nu beu.
Ik schaam me voor juffrouw Fairlie. Ge
lukkig zal zij overal verandering in bren
gen. Ze heeft me beloofd, dat ze dat zal
doen".
Neill keek in Constance's richting en
terwijl er een spottend lachje om zijn
mond kwam, merkte hij op: „Ze heeft wél
moed!
Constance zei niets. Het had geen zin
hier aan tafel verder over dit onderwerp
te praten en bovendien wilde ze niet te
veel met Neill en Fiona te maken krijgen,
voordat ze zich een duidelijker beeld had
gevormd van de verhoudingen in dit won
derlijke huishouden.
Op dit moment mochten zowel Neill als
Fiona van haar denken, wat ze wilden,
zelfs wanneer dit neerkwam op minach
ting voor haar als spionne voor hun tante.
Ze had het wonderlijke gevoel, dat èrgens
gevaar dreigde, maar ze wilde zich er niet
door van de wijs laten brengen. Waar
schijnlijk overdreef ze bovendien. Ze had
hier vermoedelijk alleen maar te doen met
een moeilijke en ietwat zonderlinge situa
tieméér niet.
Fiona zou zeker lastig te hanteren zijn,
maar dat was niet verbazingwekkend, ge
zien de rare manier, waarop ze hier werd
opgevoed. Neill leek aardig en eenvoudig,
maar ze bedacht zich dat David Parkinson
haar gewaarschuwd had, dat deze jonge
man zijn charmes in zijn eigen voordeel
wist te benuttenHii gaf haar niet de
indruk, maar wat kon ze er na zo'n eerste
kennismaking van zeggen? In ieder geval
moest ze de eerste tijd volkomen op haar
hoede zijn en rustig voortgaan met haar
taak: het uit de weg ruimen van misstan
den en het ordenen van het huishouden.
De gedachte, dat Peter Phipps hier in de
buurt woonde, was geruststellend. Hij was
tenminste een normaal en prettig mens,
ook al scheen hij dan om eieren bij me
vrouw Fincham te bedelen.... Wat Bag-
net betreft, wist ze niet goed wat ze den
ken moest. Mevrouw Finchams nadruk
kelijke verklaring, dat hij zo betrouwbaar
was, kwam haar onnatuurlijk voor. Het
wekte een vermoeden, dat Bagnet op de
een of andere handige manier de oude
vrouw naar zijn hand wist te zetten....
Iets in de uitdrukking van zijn gezicht
met de vierkante kin en vastbesloten
mond, wees op hardheid en gebrek aan
medogen. Bovendien had hij rood haar! Ze
wist niet precies waarom, maar ze wan
trouwde mensen met die kleur haar
„Ik betaal haar er goed voor", zei me
vrouw Fincham.
„O, ik dacht, dat u haar betaalde om
uit te zoeken, wie die diefstallen pleegt",
merkte Fiona op.
„Daar zal ze waarschijnlijk óók achter
komen", antwoordde mevrouw Fincham
ijzig. „Ik zou het misschien zelf wel heb
ben ontdekt, als ik niet zo'n invalide oud
mens was. Mensen, die zich overal kun
nen bewegen, zien veel".
„Nu, het zal een opluchting zijn, als ze
de dader kan aanwijzen", zei Fiona, ter
wijl ze gaapte. „Het is zo vervelend altijd
onder verdenking te moeten leven".
„Ik vraag me af", zei Neill peinzend,
„of het wel goed zal zijn, dat die diefstal
len worden opgehelderd. Weet u, tante
Chloë, ik heb 't gevoel, dat terwijl die
dief zo nu en dan z'n slag slaat, we ge
spaard blijven voor onaangenamere din
gen. Als hij niet meer kan stelen, gebeurt
er misschien iets ergs
Constance staarde hem aan en mevrouw
Fincham kreunde even. „Schei uit, Neill",
zei ze hijna fluisterend, „zeg alsjeblieft
niet zulke dingen. Het klinkt bepaald grie
zelig".
„Maar die hele diefstallen-beweging is
een beetje griezelig", zei Neill.
„Griezelig en geheimzinnig, vindt u ook
niet, juffrouw Fairlie?"
„Als u er zó over praat, lijkt 't inder
daad luguber", antwoordde Constance.
Fiona lachte opeens. „Wat zei tante Chloë
ook weer, dat u allemaal was?" vroeg ze.
„Eerzuchtig, intelligent en discreet, niet
waar? Wel, discreet blijkt u heus te zijn!"
„Fiona", zei mevrouw Fincham beris
pend, „ga onmiddellijk de kamer uit. Je
gedraagt je zéér onbehoorlijk".
„O, 't is mij 't zelfde", zei Fiona brutaal,
„van deze kameir krijg ik wat.
Na het avondeten gingen ze terug naar
mevrouw Finchams zitkamer. Het vuur
brandde daar behaaglijk en de kussens
waren er rechtgetrokken, maar er was
geen raam opengezet, om wat frisse lucht
te laten binnenkomen, zodat de atmosfeer
er nog benauwd was.
Fiona was naar dit vertrek gegaan, toen
ze van tafel gestuurd was, en lag op de
divan te lezen. Toen het gezelschap bin
nenkwam, zwaaide ze haar benen van de
divan en stond met een ontstemd gezicht
uit haar gemakkelijke houding op. Me
vrouw Fincham liep zonder een woord te
zeggen langs haar heen en installeerde
zich met veel zuchten en hijgen in haar
stoel. Fiona ging weer op de divan zitten
en nam haar boek op. Ze keek even naar
Neill. „Philip was hier een minuut of twee
geleden", zei ze, „hij vroeg me jou te zeg
gen, dat hij graag zou zien, dat je van
nacht bij hem op de boerderij kwam. Het
had iets met die kalvende koe te maken".
„Nee, Neill", kwam mevrouw Fincham
tussenbeide, „dat kan ik niet toestaan. Nee,
nee, nee, s nachts moet er een man hier in
huis zijn".
„Ik zal er even heen lopen om te kij
ken wat er precies aan de hand is", zei
Neill kalmerend. „Naderhand kom ik dan
wel terug. Maakt u zich geen zorgen, tante
Chloë, ik ben vannacht present".
Er klonken voetstappen in de hal en
even later kwam Mary binnen met een
groot blad met koffie.
„Zet 't maar bij juffrouw Fairlie neer",
zei mevrouw Fincham. „Hoor je wat ik
zeg, Mary?"
„Moet Fiona niet koffie schenken, als
u 't niet zelf wenst te doen?" vroeg Con
stance beleefd. „Ik bedoel, omdat zij de
dochter des huizes is. Net zoals u me sprak
over de plichten van de dochter ten op
zichte van de bloemen".
Fiona ging recht overeind zitten en
staarde haar aan, terwijl mevrouw Fin
chams felle kleine ogen venijnig keken.
„Ik zei, dat u 't moest doen, juffrouw Fair
lie", zei ze kortaf.
„Zoals u wilt", antwoordde Constance,
„ik zou het alleen erg vervelend vinden,
als Fiona het gevoel had, dat ik haar in de
haar toekomende werkjes verdrong".
Er kwam iets van grote voldoening over
haar bij het uitspreken van deze woorden.
Ze voelde dat ze allesbehalve naar de zin
van de oude vrouw optrad, maar het kon
haar niets schelen. Als ze me op staande
voet zou ontslaan, zou ik van alles af zijn,
dacht ze. Het zou een heerlijke opluchting
betekenen
Fiona begon opeens te lachen. „U be
hoeft zich van mij niets aan te trekken",
zei ze. „U mag de bloemen voor mijn part
ook doen, als u 't prettig vindt".
„Ik vind het helemaal niet prettig", ant
woordde Constance. Ze keek Fiona even
aan en trok haar wenkbrauwen spottend
op. Fiona lachte opnieuw. „Dat dacht ik
wel", zei ze, terwijl ze haar boek weer op
nam en ging lezen.
(Wordt vervolgd).