Dr. Wernher von Braun is een wetenschappelijk standwerker I Huis vol mysterie -Clowntje Riek Predikbeurten Bezeten van de ruimtevaart-gedachte Acht leden Sportraad voorgedragen Groenten- en fruitmarkl in de afgelopen week OLD CLOTHES NEW Castricum Nieuwe uitgaven ZATERDAG 3 JANUARI 1953 4 Constructeur van V-2 tracht interplanetaire plannen aan de man te brengen De heer D. Beets zal raad voorzitten Agenda voor Castricum THALIA De eerste groenteveiling Opnieuw promotie en degradatie bij Bricas Zondagsdienst artsen Predikbeurten Voor de kinderen FEUILLETON door Jane England Ruimtevaart of interplanetair verkeer is een begrip dat meer en meer mensen fas cineert. In Amerika is het zelfs al zo ver dat men van een ware ruimtevaart-cultus kan spreken en deze is vooral ontstaan door toedoen van één man: dr. Wernher von Braun, de man van de Duitse „V-2" raket tijdens de oorlog. Zijn woord is eten en drinken voor duizenden volgelingen en in vele landen zien leden van verenigin gen welke zich de verwezenlijking van interplanetair verkeer ten doel stellen, tot hem op als tot een soort halfgod. Wat is deze Von Braun voor een man? Een fanaticus zouden we hem haast dur ven noemen, een bezetene, die slechts voor één ding leeft: het verwezenlijken van de ruimtevaart. In 1930 sloot hij zich als 18- jarig student aan bij de toenmalige „Ver- ein für Raumschiffahrt", welke zich be zig hield met nog primitieve expe rimenten met raketten, die overigens meestal uit elkaar vlogen. Thans, veertig jaar oud, wil hij nog even hartstochtelijk als toen naar de maan en naar Mars en Venus. Weinigen twijfelen er tegenwoordig nog aan dat zulke dingen principieel mogelijk zijn. Dat werd reeds aangetoond door ge leerde voorgangers van Von Braun. Maar ten eerste was dat in een tijd toen de De heren A. van der Aart, D. Beets, A. J. Fortgens, L. Roozekrans, D. A. J. Spek, H. Stapel en H. W. van Turnhout zijn door het College van Burgemeester en Wethou ders in Haarlem voorgedragen tot benoe ming als lid van de Haarlemse Sportraad in afwachting van de benoeming van de overige leden om voorbereidende werk zaamheden te verrichten voor de Sport raad, waarvoor de gemeenteraad enige weken geleden de verordening goedkeurde. Het laat zich aanzien dat de benoeming van de meeste leden er van geruime tijd zal vorderen, gezien iet grote aantal tak ken van sport waar van vertegenwoordi gers moeten worden aangewezen. Terwijl bovendien nog over leg zal moeten plaats hebben tussen ver schillende organisa- ies die slechts één lid lullen kunnen af vaardigen. Genoem- ie heren hebben al- 'en reeds deel uitge maakt van de com missie van voorberei ding. Allen hebben lidmaatschap van de Sportraad te zullen aanvaarden. Naar wij vernemen is het de bedoeling de heer D. Beets voor te dragen als voor zitter van de Sportraad en de heer A. van der Aart als vice-voorzitter. De heer Beets (representatief lid) is leraar in de lichamelijke opvoeding in Haarlem en voorzit ter van de Koninklij ke Nederlandse Honk. balbond, en de heer Van der Aart is voor zitter van de afdeling Haarlem van de Ko ninklijke Nederland se Voetbal Bond en zal die vertegenwoor digen. De heer Spek is in de Sportraad vertegenwoordiger van de gemeenteraad. De heer Van Turn hout zal als vertegen woordiger van het district Haarlem van de Nederlandse Rooms-Katholieke Sport bond zitting hebben, terwijl de heer H. Stapel dat zal zijn van de afdeling Haar lem van de Nederlandse Culturele Sport bond. De heer Fortgens treedt op als vertegen woordiger van de Kennemer Turnkring en de heer L. Roozekrans als vertegenwoor diger van het Haarlems Bureau voor Medi sche Sportkeuring. Als representatief lid wordt voorts voorgedragen voor benoeming de heer D. Heijmans. die arts is in Haar lem. Ook de heer Beets heeft zitting in de Sportraad als iemand die zo slaat in de verordening omschreven bij uitstek ge schikt kan worden geacht de sportbeoefe ning in Haarlem te bevorderen. D. Beets reeds toegezegd het A. v. d. Aart techniek nog minder ver gevorderd was, ten tweede waren dit geen mensen die op de voorgrond traden. Zij wisten hun ideeën niet te „verkopen". Geheel anders Von Braun, die enige tam-tam allerminst schuwt. Achter al zijn daden staat de ruimtevaart-gedachte. Waarschijnlijk heeft hij ook de V-2 slechts als een stapje naar zijn grote doel gezien. In ieder geval was het met de door hem afgeschilderde stra tegische waarde ervan, op grond waarvan hij Hitiers fiat voor de ontwikkeling kreeg, vrij pover gesteld. Maar wel zal de V-2 in de geschiedenis geboekstaafd blijven als het allereerste prototype voor de ruimte raketten die eens mensen buiten de aardse aantrekkingssfeer zullen brengen. Von Braun is „in de raketten" gebleven en werkt thans in Amerika, waar hij be last is met de leiding van het ontwikke lingswerk aan geleide projectielen. En tevens is hij hier pas goed begonnen zijn ruimtevaart-ideeën aan de man te bren gen. Bijgestaan door kunstenaars met de tekenstift ontvouwt hij in tijdschriften met millioenen-oplagen zijn plannen voor de bouw van een ruimtestation, een kunst matige satelliet die buiten de damp kring blijvend om de aarde zal wen telen. En het reisplan voor een expeditie naar Mars met 70 man ligt eveneens klaar. Elk op zich zelf geweldige ondernemin gen, waardoor alles wat mensenhanden tot dusverre hebben verricht, in de schaduw zou worden gesteld. Nu is er geen enkel bezwaar tegen het propageren van dergelijke ondernemingen, maar o.i. wel tegen de methode die Von Braun daarbij toepast. Bij zijn argumen tatie maakt de ontwerper een handig ge bruik van de tijdgeest door het ruimte station voor te stellen als een militaire noodzaak, een middel waardoor men de aarde kan beheersen, dus ook om te voor komen dat de Russen haar zullen beheer sen. Het wekt herinneringen op aan de V-2-affaire, omdat ook van het ruimte station de militaire betekenis op zeer goede gronden betwijfeld kan worden. Waar schijnlijk zouden zelfs weinig dingen zo kwetsbaar zijn als juist zo'n „satelliet". Doch Von Braun streeft slechts één ding na: zijn plannen „erdoor drukken", met elk middel dat hij kan aangrijpen. Maar afgezien hiervan is het de moeite waard om te weten dat al die ruimtevaart- verenigingen, die dr. Von Braun zo gaarne erelidmaatschappen en andere onderschei dingen verlenen, verenigd zijn in een we reldfederatie, die de ontwikkeling van de ruimtevaart voor niet-militair gebruik uit drukkelijk en met grote instemming van haar leden als een van haar eerste doel stellingen heeft vastgelegd! Het eerste resultaat dat Von Braun met zijn fantastische plannen heeft bereikt, is dat het groe publiek denk dat de techni sche problemen vrijwel zijn opgelost en dat tochten naar de planeten zo goed als voor de deur staan. Hij stelt nl. zeer be wust de zaken te gemakkelijk voor, al thans in het publiek. Zelf moet hij maar al te goed weten dat het juist de techni sche détails zijn die de verwezenlijking op een veel langere baan zullen schuiven dan hij ons thans voorspiegelt. De mannen van de praktijk op het proefterrein van de White Sands woestijn kunnen ervan meepraten, hoewel de hoogteraketten waaraan zij werken nog maar speelgoed dingetjes zijn, vergeleken met de veel ge compliceerder en honderden tonnen zware installaties waarmede Von Braun de ruimte in wil. Zij krijgen kippevel alleen al bij de gedachte aan een start van nog maar de kleinst mogelijke onbemande raket, bestemd om in een satellietbaan rond de aarde gebracht te worden. Hierbij te bedenken dat voor elke kilo nuttige last die daarheen gebracht wordt, het 300- a 400-voudige gewicht aan uitrusting en brandstoffen bij de start nodig is. Dit geeft dan tevens alvast enig idee van de „economie" van dergelijke ondernemingen! Von Braun beweert dat zijn ontwerp voor een bemande kunstmatige satelliet het ruimtestation in tien jaar uitge voerd kan worden en vier milliard dol lars zal kosten. Niemand beter alweer dan Von Braun zelf moet weten dat beide be weringen een slag in de lucht zijn. Met die „begroting" bewijst hij weliswaar zijn Amerikaanse klantjes, die altijd gevoelig zijn voor getallen, goed te kennen, maar niettemin is zij een paskwil. De ontwik keling omvat zoveel nog onbekende en niet te voorziene problemen op schier elk technisch terrein, dat dit alleen maar een „long term project" kan zijn, onmogelijk nauwkeurig af te bakenen en te calculeren. Dr. von Braun wil het allemaal nog in zijn leven meemaken en waarlijk, we kun nen ons de gemoedsgesteldheid indenken van iemand die zo doordrongen is van de grootsheid van het „interplanetaire avon tuur" als hij. Zijn ongeduld doet hem af dalen van de ivoren toren der wetenschap en optreden als standwerker om zijn plan nen aan de man te brengen. Het Centraal Bureau van de Tuinbouw veilingen in Nederland deelt over het ver loop van de groenten- en fruitmarkt over de periode 26 December tot 2 Januari het volgende mede. De winter welke dit jaar vroeg inviel, heeft thans weer plaats moeten maken voor heel wat milder weer. De afzet van de sluitkool- soorten verloopt mede hierdoor niet bijzon der gunstig, zodat thans nog een zeer grote voorraad van dit product in Noordholland aanwezig is. Ook voor export is de sluitkool niet bijzonder gevraagd in deze herfst, voor al gedurende de laatste week was de vraag naar dit product niet groot. De feestdagen hebben hierbij natuurlijk een rol gespeeld. Op Maandag jongstleden waren de prijzen van de sluitkoolsoorten als volgt: Rode kool 811.50, gele en groene savoye kool respectievelijk 7, 8 en 9 tot 12.50, terwijl de Deense witte 6 tot 7 per 100 kg. deed. Van bloemkool is geen aanvoer meer. Duitsland nam schorseneren af tegen 54 56 cent per kg. De prijzen voor de kroten bleven vrij stabiel, voor dit product werd besteed voor kwaliteit 1 12.70 to 13-60 voor kwaliteit 2 12.60 tot 13.40. Boerenkool trok iets in prijs aan en no teerde 1422 cent per kg. Voor uien werd 1622 cent per kg. besteed. De noteringen voor witlof schommelden tussen 6578 cent per kg. Hoewel deze iets lager waren dan in het begin fran deze week zijn zij nog zeer behoorlijk. Breekpeen bracht 12 tot 13 per 100 kg. op, deze prijs ligt de laatste weken steeds op hetzelfde niveau. Bos- en waspeen werd voor respectievelijk 13 tot 15' cent per bos en 10 tot 19 cent per kg. verhandeld. De knolselderij liep in prijs terug en no teerde 1118 cent per stuk, daarentegen lie- men de noteringen van de prei omhoog tot 30 cent per kg. Kassla bracht het tot 20 cent per krop, en andijvie (glas) 7080 cent per kg. De ongeschoonde spruiten liepen iets om hoog en kwamen tot 56 cent per kg. Ge schoonde bleven op hetzelfde prijspeil van de vorige verslag-week en noteerden van 85104 cent per kg. Na de Kerstdagen zijn er geen grote hoe veelheden fruit op de veilingen aangevoerd. De partijen welke nog werden aangeboden gingen voordelig van de hand. Corso-theater, Dorpsstraat. Zaterdag 19.15 en 21.30 uur, Zondag 14, 16.15 en 20 uur: „Bagdad". Maandag, Dinsdag en Woensdag iedere avond 20 uur: „Zo jong Zo slecht". ADVERTENTIE Uw kleding binnen één dag gereed Koningsplein ADVERTENTIE (het theater met de beste films) ZONDAG 7 en 9.15 uur MAANDAG, DINSDAG en WOENSDAG 8 uur De ware geschiedenis van Generaal Patton opmars! DWARS DOOR DE VUURLINIES 240 km dwars door een kogelregen, bommen en vlammenwerpers. Dood en verderf wachtten hen op iedere meter ZONDAGMIDDAG 3 uur JIMMY DURANTE in DE VROLIJKE MELKBOER Een knal melkfuif HEDENAVOND (Zaterdag), 7 en 9.15 u. laatste voorstellingen van „STARLIFT" met o.a. Doris Day en Gordon McRay. 100 amusement voor iedereen 10 Tel. 4886 Het nieuwe jaar is voor de tuinders in Castricum goed begonnen. Op de veiling van Vrijdag werd glasandijvie verkocht voor 0.951.01 per kilo, welke notering de hoogste is tot nu toe. Boerenkool bleef niet ten achter en besomde van 23—29 cent. Spruiten A gingen voor 5588 cent van de kar, waar de B-soort een prijs van 21 41 cent per kilo tegenover stelde. Spruit- koppen brachten het tot 13 a 26 cent per kilo. De beste kwaliteit witlof noteerde 5868 en witlof 2 1947 cent per kilo. Voor de afwijkende soorten peen kregen de tuinders 9Vz cent. De Castricumse bridgeclub „Bricas" be ëindigde op de laatste wedstrijdavond met de derde drive de derde serie van dit win terseizoen. Het koppel N. A. van Lunen-A. Zonjee degradeerde naar de tweede afdeling on danks het feit dat deze heren in de derde drive de derde plaats bezetten met 40 Vè punt. Het duo H. Broksma-Wirtz gaat ook naar de lagere klasse. De opengevallen plaatsen zullen worden ingenomen door de koppels A. Bakker-J. van Ravenzwaai en A. de Jongh-H. van Kluyve, welke in afdeling 2 tot de besten behoorden. Uit deze afdeling gaan de heren A. Glorie-N. Steeman en Ivangean-Lagrand over naar afdeling 3. Hun plaatsen worden ingeno men door de heer en mevrouw Blaauw en de heren F. Peijs-J. Tiebie. De Zondagsdienst wordt van Zaterdag middag 14 uur tot Maandagmorgen 8 uur waargenomen door arts H. Wieringa, Schei- geeststraat 31, telefoon 289. Voor hetzelfde tijdvak is de wijk- en kraamverpleging in handen van zuster A. Landsman, Perne- straat 30. Gereformeerde Kerk 10 en 17 uur: ds. P. J. Richel uit Heemstede. Ned. Hervormde Gemeente 10 uur: ds. L. Cannegieter. Hervormde Evang. Ver. 10 uur: ds. J. Broers uit Amsterdam. Daar gingen ze, net als de ganzen op 'n rijtje achter elkaar aan, het pad af. Er was gelukkig een leuning van stokken en paaltjes, waaraan ze zich konden steunen; anders waren ze vast wel duizelig geworden. Het duurde nog een heel poosje, voor ze beneden waren, want het was een hele klimgeweest. Eindelijk stonden ze weer op de grond. „Hè, hè.dat was 'n eind.'", blies Bunkie. „Dat hebben we weer gehad", zei oom Tripje. „Stap in, jongens, we gaan weer rijden!" Ze stegen in de bus en oom Tripje nam plaats achter het stuur. Rrrroemmmm rrroemmmm!, ging de motor. En ze begonnen weer te rijden. „Toch jammer van mijn muts", zei Rick. „Ja, dat wel", gaf Bunkie toe. „Maar oom Tripje heeft beloofd, dat je een nieuwe krijgt". „Ik had toch liever mijn ouwe terug!", zuchtte Rick. Maar hij bleef er niet over zeuren. Het was nu eenmaal zo, daar kon toch niets aan veranderd worden. De bus reed weer verder. Die was aan de voet van de berg geparkeerd geweest, maar reed nu weer het vlakke land tegemoet. „In de eerste stad, die we tegen komen, kopen we een nieuwe muts voor Rick", be loofde oom Tripje. Een man vecht voor zichzelf door Tom Lea. Verschenen in de Unicum reeks, gezamenlijke uitgave van N.V. Servire en Heinemann, Nederland, 's Gravenhage. De goede hoedanigheden van het boek, dat Tom Lea schreef over het leven van de toreadores in Mexico en de kleurrijke woe lige omgeving van de arena worden soms zwakheden, wanneer de auteur de wijd lopigheid zijner beschrijving de spanning offert aan het détail. Dat maakt „Een man vecht voor zichzelf" tot een niet geheel even wichtig boek. Het ware evenwel onjuist het op deze grond ongelezen te laten. Lea ver staat de kunst in de huid van zijn figuren te kruipen en hun emoties haarscherp te peilen. De stieren in zijn boeken worden als bezielde wezens. Zij zijn voor de toreadores de huiveringwekkende realiteit van het alternatief: leven of dood. Het is dit alter natief, dat Lea's boek achtergrond en karak ter verleent. Fr. De enge poort door André Gide, uit gegeven door N.V. Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam in de Sala manderreeks. Van deze door A. H. Nijhoff fraai vertaalde roman is thans de tweede druk verschenen. Eigenlijk onbegrijpelijk, dat zulks nu pas het geval is. De subtiele dichterlijke vertel ling van Gide verdient een groot lezers publiek. Het Heilige Vuur, roman over Goya, door Lion Feuchtwanger, vertaald door Alice van Nahuys (N.V. Em. Querido's Uitgevers maatschappij, A.'dam. Twee delen). In dit geweldig werk, geweldig van om vang en van hartstochtelijke klank, voert de schrijver ons door het leven van de schilder Goya, te beginnen ongeveer bij diens veer tigste jaar, toen na een hevige ziekte, die een tijdelijke maar steeds weer opduikende doofheid nagelaten had, zijn grote periode aanving en hij zijn gooi naar het machtig ambt van hofschilder ging doen, tot aan de voleinding van de „Caprichos als hij zijn groot schilderwerk „De Reus" zal gaan be ginnen. Dat was een goede vondst, deze man niet van de wieg tot het graf te begeleiden, maar alleen de grote schilder in zijn grote tijd te laten zien. Het is verbazend hoe Feuchtwanger kans heeft gezien in de huid van zijn held te kruipen. Het boek werd een Goya van kleur en toets, van verrukking en verschrikking. Begrijpelijk is dat bij deze werkwijze Goya zelf het best uit de verf kwam; zijn gedra gingen en woorden zijn zoals ze geweest moeten zijn. Zijn tegenspeelster, de koningin Marie Lo"isa, volgt op hem in sterkte. Jam mer alleen dat harer majesteits idioom som tijds meer modern plat aandoet dan gedurfd origineel voor een koningin uit het einde der achttiende eeuw. De lezer wordt in dit ver woorde Goya-schilderij wel herhaaldelijk vergast op hartige brokjes inquisitiewerk, met wat gehaspel met zogenaamde dogma's en aardige bijgelovige trekjes; maar een aan raking 'met het ontzaglijk geloof van de Spanjaard krijgt hij pas uit de aangehaalde, waarschijnlijk authentieke, brieven van Soya daar is plotseling nog wat anders op en boven de aarde dan verpolitiekte priesters en boze demonen. Overigens hebben we met een meester werk te doen, dat aldoor de grote allure van een groot schilder en een groot auteur weer spiegelt. Opmerkelijk zijn ook de gedichten, die de hoofdstukken afsluiten en de wijze waarop de laatste prozaregels ven elk hoofd stuk, in steeds gebondener vorm, op deze poëzie inlopen. Zestien reproducties naar Goya, uit zijn verschillende periodes, zetten het werk extra kracht bij. H- v* z- Wereld zonder blanken door Alain Gheerbrant, uitgegeven door P. N. Kampen en Zoon N.V. te Amsterdam. „Wereld zonder blanken" is het verslag van een Franse expeditie naar het Pasima gebergte en de Orinoco-rivier in het Zuid- Amerikaanse binnenland, waar de grenzen van Brazilië, Columbia en Venezuela bijeen komen. Het is een gebied waar alleen In dianen wonen, stammen, die nooit een blanke zagen, levend in de duisternis van de jungle, zich voedend met bananen, wortels en ma niok en gevaarlijk voor iedereen, die hen benadert. Naar deze stammen trekken vier jonge Fransen op weg. Hun leider Alain Gheerbrant brengt over hun tocht een om standig verslag uit. Zij verloopt, vooral op het eind, ongemeen spannend. Haar weten schappelijke opzet wordt wel eens wat te nadrukkelijk en uitvoerig omschreven voor hen, die alleen het avontuur zoeken, maar de ontdekkingen, die de expeditie doet, zijn dan ook voor de ethnologie van verrassend groot belang en het is daarom begrijpelijk, dat Gheerbrant er zoveel aandacht aan be steedt. Men komt aan sfeerbeschrijving wel wat te kort. Er is te weinig beeldend vermo gen. Dat is een stylistische zwakheid, die men Gheerbrant graag vergeeft, omdat hij op de eerste plaats onderzoeker en slechts dientengevolge be-schrijver is. Hij legt in ieder geval een wereld voor u open, die gij anders nooit bij benadering had gekend. Daarom is zijn relaas er een, dat men eigen lijk niet mag missen. Fr. „Schilders van het eeuwige" (Grüne- wald, Michelangelo, El Greco en Rembrandt) door dr. Walter Nigg, met 48 illustraties, vertaling van Rob Limburg. (Uitgeverij Ploegsma, Am sterdam). De Prostestantse theoloog Walter Nigg, hoogleraar te Zürich, die zich met zijn van een waarachtig oecumenische geest getui gend werk „Grote Heiligen" een naam ver wierf, die zowel in Protestantse als in Katholieke kringen met bewondering en liefde genoemd wordt, komt hier uit die zelfde geest een reeks andere subliemen onder de mensen belichten. Deze prachtige en heldere denker spreekt nooit over iets a nders dan het meest waardevolle, de ver houding tussen de Schepper en de naar Zijn evenbeeld geschapene. In hoever het schep sel zijn Oerbeeld weet te benaderen besprak Zondag 4 Januari IJMUIDEN: Ned. Herv. Kerk, Kanaalstraat, 10 uur: ds. D. C. v. Wijngaarden; 17 uur: ds. J. v. d. Berg. Gebouw v. Chr. Belangen, Jongeren- samenkomst, de heer A. Vennik. Geref. Kerk, Ichthuskerk, 9 en 10.45 uur: ds. J. A. Tiemens, 15 en 17 uur: ds. R. D. Beukema. Geref. Kerk (Art. 31 K.O.), Helmstraat 3, 8.30 en 17 uur: ds. J. J. Arnold. Chr. Geref. Kerk, 10 e^ 16 uur: ds. J. W. v.'d. Gronden. Doopsgezinde Gemeente, Helmstraat, 10.30 uur: ds. W. Veen. Oud-Katholieke Kerk, Zondag 8 uur: Vroegmis, 10 uur: H. Mis, 19 uur: Ves pers, Maandag 19 uur: Algem. voorbe reiding, Dinsdag 8 uur: Vroegmis, 10 uur Hoogmis, 19.30 uur: Vespers; Don derdag 19 uur: H. dienst. Legers des Hcils, 10 uur: Heiligings- dienst, 12.15 uur: Zondagschool, 16.30 uur: Jeugddienst, 19 uur: Openlucht samenkomst Kennemerlaan, 20 uur: Verlossingssamenkomst. IJMUIDEN-OOST: Ned. Herv. Kerk, Goede Herderkerk, 10 uur: ds. J. v. d. Berg, Doop, 19 uur: de heer J. Jimmink. Geref. Kerk, Bethelkerk, 10 uur: ds. R. D. Beukema, 17 uur: ds. J. A. Tiemens. Ver. v. Vrijz. Herv., Abelenstraat 1, 10.30 uur: J. B. Assendorp. Evangelisatievereniging „Elon", Casem- broot-zijstraat, 10 uur: de heer J. Ooster- welder van Amsterdam. Vergadering van Gelovigen, Esdoorn straat 30. DRIEHUIS: Evang. Luth. Gemeente, koffiekamer Westerveld, 10.15 uur: prof. dr. P. Boen dermaker van Hilversum. VELSEN: Ned. Herv. Kerk, 10 uur: ds. H. P. Huis- VELSEN-NOORD: Geref. Kerk, 10 en 17 uur: ds. A. C. v. Nood. Ned. Herv. Kerk, 10 uur: ds. L. Brink, 19 uur: ds. H. P. Huisman. BEVERWIJK: Ned. Herv. Gemeente, Grote Kerk, 10 uur: ds. J. O. Norel (Doop), 19 uur: ds. Tersteege van Santpoort, Jeugddienst. Ned. Herv. Gemeente, Populierenlaan, 10 uur: nog niet bekend. Ned. Herv. Gemeente, Jeugdkapel Groe- nelaan, geen dienst. Geref. Kerk, Moensplein, 10 en 17 uur: ds. C. Meyer. Vrijzinnig Hervormden, Prinsesselaan, 10 uur: ds. J. Hanneman van Curagao. Lutherse Kerk, Koningstraat, 10 uur: Vrijzinnig Chr. Jeugdkerk. Maranatha, 10 en 19.30 uur: de heer G. van 't Wout, van Roden. Leger des Heils, Kerkstraat, 10 uur: Hei ligingssamenkomst, 12 uur: Zondag school, 16.30 uur: Kindersamenkomst, 19.15 uur: Openluchtsamenkomst, 20 uur: Verlossingssamenkomst. WIJK AAN ZEE: Ned. Herv. Gemeente, Julianaplein, 10 uur: ds. F. C. Willekes. SANTPOORT: Ned. Herv. Kerk, 10.30 uur: ds. D. ter Steege, H. Doop; 18.45 uur: Bijzondere kerkdienst, ds. Joh. Bronsgeest van Haarlem. De Toorts, 9 uur: ds. D. ter Steege. Jeugdhuis, 10.'30 uur: de heer A. P. F. Bijtelaar van Santpoort. Kapel, geen dienst. Geref. Kerk, geen opeave ontvangen, Geref. Kerk (Art. 31 K.O.), geen opgave ontvangen. HAARLEM: Church of England, Kinderhuissingel, 3 p. m. Evensong, Rev. Mossman. hij in „Grote Heiligen", in hoever het schep sel zijn Oerbeeld weet te verbeelden be spreekt hij in „Schilders van het Eeuwige". Zijn inleiding, waarin hij uitvoerig behan delt hoe de felle epidemie der beeldenstorm een eeuwen durende verdorring na zich sleepte in het kunstleven der daardoor ge troffen landen, is een meesterstukje van breed en diep inzicht. Wat zijn standpunt betreft hoe dolend het geestesleven wordt waar het Teken ontbreekt, is het verbazend te zien hoe hij hierin bijna gelijkluidend oordeelt als de beroemde Franse kunstken ner Abbé Maurice Morel. Moge het sommige lezers raadselachtig voorkomen als laatst genoemde het over religieuze kunst heeft als hij over Picasso praat, niet minder ont stellend zullen zij het vinden als Nigg in dit werk een reproductie van „De geslachte os" van Rembrandt opneemt. Let echter wat hij erover schrijft, met als motto een woord uit „De idioot" van Dostojefski: „Het godsdienstig gevoelmen ontkomt er niet aan, maar men moet over iets geheel anders spreken". Dit werk moge ik u nu eens van ganser harte aanbevelen. Laat u niet afschrikken door de hoog schijnende prijs, maar bedenk wat u daarvoor hebt, welk een gegeven en welk een auteur! Een bezit voor het leven. H. v. Z. Schemering over Shanghai door Mao Tun, uitgegeven door J. Philip Kru- seman's Uitgeverij N.V., Den Haag. De derde druk van Mao Tun's karakteris tiek van het China uit de dertiger jaren is verschenen. Het boek is deze nieuwste druk waard. Zelden werd zo scherp de achter- g-ond, getekend van de historische revolutie, die zich in het verpauperde China voltrok. 12) Het eten was bepaald slecht. Soep uit een pakje en ongare kuikens, terwijl een bleek-rose pudding het dessert vormde. Neill, die toch aanwezig was, en Fiona aten behoorlijke porties, alsof ie niet merkten, hoe slecht een en ander was klaargemaakt, •maar mevrouw Fincham zat met een af wijzend gezicht kleine hapjes te eten en liet zo nu en dan hardop van haar afkeu ring olijken. Neill had slil voor zich uit zitten kijken, terwijl hij at, en scheen vol komen in gedachten verdiept te zijn. Tot haar verwondering reageerde hij echter opeens scherp op zijn tantes gejammer. „Mijn beste tante Chloë. wat is er met u aan de hand?" zei hij. „Het is niet uw ge woonte aanmerkingen te maken op het voedsel, dat we hier te eten krijgen. Het verschilt vandaag heus niet van andere dagen". „Lieve Neill", antwoordde mevrouw Fincham hem kalmerend, „de maat kan overlopen. Ik heb tot heden heel wat ver dragen, heel wat, maar ik ben 't nu beu. Ik schaam me voor juffrouw Fairlie. Ge lukkig zal zij overal verandering in bren gen. Ze heeft me beloofd, dat ze dat zal doen". Neill keek in Constance's richting en terwijl er een spottend lachje om zijn mond kwam, merkte hij op: „Ze heeft wél moed! Constance zei niets. Het had geen zin hier aan tafel verder over dit onderwerp te praten en bovendien wilde ze niet te veel met Neill en Fiona te maken krijgen, voordat ze zich een duidelijker beeld had gevormd van de verhoudingen in dit won derlijke huishouden. Op dit moment mochten zowel Neill als Fiona van haar denken, wat ze wilden, zelfs wanneer dit neerkwam op minach ting voor haar als spionne voor hun tante. Ze had het wonderlijke gevoel, dat èrgens gevaar dreigde, maar ze wilde zich er niet door van de wijs laten brengen. Waar schijnlijk overdreef ze bovendien. Ze had hier vermoedelijk alleen maar te doen met een moeilijke en ietwat zonderlinge situa tieméér niet. Fiona zou zeker lastig te hanteren zijn, maar dat was niet verbazingwekkend, ge zien de rare manier, waarop ze hier werd opgevoed. Neill leek aardig en eenvoudig, maar ze bedacht zich dat David Parkinson haar gewaarschuwd had, dat deze jonge man zijn charmes in zijn eigen voordeel wist te benuttenHii gaf haar niet de indruk, maar wat kon ze er na zo'n eerste kennismaking van zeggen? In ieder geval moest ze de eerste tijd volkomen op haar hoede zijn en rustig voortgaan met haar taak: het uit de weg ruimen van misstan den en het ordenen van het huishouden. De gedachte, dat Peter Phipps hier in de buurt woonde, was geruststellend. Hij was tenminste een normaal en prettig mens, ook al scheen hij dan om eieren bij me vrouw Fincham te bedelen.... Wat Bag- net betreft, wist ze niet goed wat ze den ken moest. Mevrouw Finchams nadruk kelijke verklaring, dat hij zo betrouwbaar was, kwam haar onnatuurlijk voor. Het wekte een vermoeden, dat Bagnet op de een of andere handige manier de oude vrouw naar zijn hand wist te zetten.... Iets in de uitdrukking van zijn gezicht met de vierkante kin en vastbesloten mond, wees op hardheid en gebrek aan medogen. Bovendien had hij rood haar! Ze wist niet precies waarom, maar ze wan trouwde mensen met die kleur haar „Ik betaal haar er goed voor", zei me vrouw Fincham. „O, ik dacht, dat u haar betaalde om uit te zoeken, wie die diefstallen pleegt", merkte Fiona op. „Daar zal ze waarschijnlijk óók achter komen", antwoordde mevrouw Fincham ijzig. „Ik zou het misschien zelf wel heb ben ontdekt, als ik niet zo'n invalide oud mens was. Mensen, die zich overal kun nen bewegen, zien veel". „Nu, het zal een opluchting zijn, als ze de dader kan aanwijzen", zei Fiona, ter wijl ze gaapte. „Het is zo vervelend altijd onder verdenking te moeten leven". „Ik vraag me af", zei Neill peinzend, „of het wel goed zal zijn, dat die diefstal len worden opgehelderd. Weet u, tante Chloë, ik heb 't gevoel, dat terwijl die dief zo nu en dan z'n slag slaat, we ge spaard blijven voor onaangenamere din gen. Als hij niet meer kan stelen, gebeurt er misschien iets ergs Constance staarde hem aan en mevrouw Fincham kreunde even. „Schei uit, Neill", zei ze hijna fluisterend, „zeg alsjeblieft niet zulke dingen. Het klinkt bepaald grie zelig". „Maar die hele diefstallen-beweging is een beetje griezelig", zei Neill. „Griezelig en geheimzinnig, vindt u ook niet, juffrouw Fairlie?" „Als u er zó over praat, lijkt 't inder daad luguber", antwoordde Constance. Fiona lachte opeens. „Wat zei tante Chloë ook weer, dat u allemaal was?" vroeg ze. „Eerzuchtig, intelligent en discreet, niet waar? Wel, discreet blijkt u heus te zijn!" „Fiona", zei mevrouw Fincham beris pend, „ga onmiddellijk de kamer uit. Je gedraagt je zéér onbehoorlijk". „O, 't is mij 't zelfde", zei Fiona brutaal, „van deze kameir krijg ik wat. Na het avondeten gingen ze terug naar mevrouw Finchams zitkamer. Het vuur brandde daar behaaglijk en de kussens waren er rechtgetrokken, maar er was geen raam opengezet, om wat frisse lucht te laten binnenkomen, zodat de atmosfeer er nog benauwd was. Fiona was naar dit vertrek gegaan, toen ze van tafel gestuurd was, en lag op de divan te lezen. Toen het gezelschap bin nenkwam, zwaaide ze haar benen van de divan en stond met een ontstemd gezicht uit haar gemakkelijke houding op. Me vrouw Fincham liep zonder een woord te zeggen langs haar heen en installeerde zich met veel zuchten en hijgen in haar stoel. Fiona ging weer op de divan zitten en nam haar boek op. Ze keek even naar Neill. „Philip was hier een minuut of twee geleden", zei ze, „hij vroeg me jou te zeg gen, dat hij graag zou zien, dat je van nacht bij hem op de boerderij kwam. Het had iets met die kalvende koe te maken". „Nee, Neill", kwam mevrouw Fincham tussenbeide, „dat kan ik niet toestaan. Nee, nee, nee, s nachts moet er een man hier in huis zijn". „Ik zal er even heen lopen om te kij ken wat er precies aan de hand is", zei Neill kalmerend. „Naderhand kom ik dan wel terug. Maakt u zich geen zorgen, tante Chloë, ik ben vannacht present". Er klonken voetstappen in de hal en even later kwam Mary binnen met een groot blad met koffie. „Zet 't maar bij juffrouw Fairlie neer", zei mevrouw Fincham. „Hoor je wat ik zeg, Mary?" „Moet Fiona niet koffie schenken, als u 't niet zelf wenst te doen?" vroeg Con stance beleefd. „Ik bedoel, omdat zij de dochter des huizes is. Net zoals u me sprak over de plichten van de dochter ten op zichte van de bloemen". Fiona ging recht overeind zitten en staarde haar aan, terwijl mevrouw Fin chams felle kleine ogen venijnig keken. „Ik zei, dat u 't moest doen, juffrouw Fair lie", zei ze kortaf. „Zoals u wilt", antwoordde Constance, „ik zou het alleen erg vervelend vinden, als Fiona het gevoel had, dat ik haar in de haar toekomende werkjes verdrong". Er kwam iets van grote voldoening over haar bij het uitspreken van deze woorden. Ze voelde dat ze allesbehalve naar de zin van de oude vrouw optrad, maar het kon haar niets schelen. Als ze me op staande voet zou ontslaan, zou ik van alles af zijn, dacht ze. Het zou een heerlijke opluchting betekenen Fiona begon opeens te lachen. „U be hoeft zich van mij niets aan te trekken", zei ze. „U mag de bloemen voor mijn part ook doen, als u 't prettig vindt". „Ik vind het helemaal niet prettig", ant woordde Constance. Ze keek Fiona even aan en trok haar wenkbrauwen spottend op. Fiona lachte opnieuw. „Dat dacht ik wel", zei ze, terwijl ze haar boek weer op nam en ging lezen. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1953 | | pagina 6