Oproep aan het volk van Nederland Orkaan ranselde alles van het strand en schiep chaos in haven Agenda voor Haarlem Grote schade aan paviljoens Huis vol mysterie V.. .Clowntje Rick J Grote schade door overstroming en storm Zandvoort zwaar gehavend Duits schip op strand geworpen Slaapt U slecht 4 Manifest van het Nederlandse Rampenfonds Nood is neergedaald over ons vaderland. Help, help direct. Krachten, machtiger dan welke menselijke machtsconcentraties ook, hebben in enkele uren tijds grote delen van ons land in rouw gedompeld. Duizenden mensen werden in nachtelijke uren door het wrede water van huis en haard verjaagd. Werk van eeuwen werd in luttele ogenblikken te niet gedaan. Onbeschrijflijk is het leed, dat mensen en dieren heeft getroffen, met geen mo gelijkheid te overzien de materiële schade, die met name het Westen van ons land is toegebracht. Hulp is plicht. Onder deze tragische omstandigheden is hulp aan de getroffen gebieden plicht van iedere Nederlander. Hulp in goederen, maar ook en vooral, hulp in geld. Veel geld, zeer veel geld om de geteisterde bronnen van onze welvaart, die ook uw welvaart is, met de grootst mogelijke spoed te herstellen. Tast diep in uw buidel, ook als dit een offer voor U mocht betekenen. Offer in het diepe besef dat het gaat om uw medemensen, om uw vaderland en uiteindelijk om uw eigen belang. Doe het direct!! Stort uw bijdragen op postgiro 9575 van het Nationale Rampenfonds Den Haag, stuur een postwissel naar het secretariaat Statenlaan 81, of geef uw bijdrage af aan een van de bureaux van dit blad, Grote Houtstraat 93 Haarlem, Soenda plein 37 Haarlem-Noord, Kennemerlaan 186 IJmuiden. Radiostation en fabriek onder water Vuurtoren gaf geen licht Gaten in boulevards chaos in Rotonde Reddingsfiost omgeslagen Voor de kinderen De Julius Rütgers licht beschadigd Heringa Wuthrich Zeven dames aan een lijntje Geen viering lustrum A en A-troepen FEUILLETON door Jane England MAANDAG FEBRUARI 1953 ADVERTENTIE Mijn smaak Hunter Navy Cut En beiden hebben gelijk als ze zeggen: Ha!... HUNTER Heerlijk! MAANDAG 2 FEBRUARI Spaarne: „De duivelsbrigade", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Het hunkerende hart", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Palace: „Onvol doende voor.liefde", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Don Camillo", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Lido: „Das Land das Lachelns", alle leeft., 7 en 9.15 uur. City: „Jungle Jim in het verboden land", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Minerva: „Die Fledermaus", 18 jaar, 8.15 uur. Frans Hals: „Aladdin en zijn lamp", 14 jaar, 7 en 9.15 'uur. DINSDAG 3 FEBRUARI Concertgebouw: Concert H.O.V., 8 uur. Westerhoutpark 1 a: S. von Gleich spreekt over „Evolutie-tendenzen der mensheid in de nabije toekomst", 8 uur. Rembrandt: „Het hunkerende hart", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Spaarne: De duivelsbrigade", 14 jaar, 2.30, 7 en 9.15 uur. Palace: „Onvoldoende voorliefde", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Don Camilo", alle leeft., 2, 7 en 9.15 uur. Lido: „Das Land des Lachelns", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. City: „Jungle Jim in het verboden land", 14 jaar, 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Aladdin en zijn lamp", 14 jaar, 2.30, 8 uur. Minerva: Hervormde filmraad Heemstede „Nacht- wache", 8.15 uur. Al heeft Kennemerland niet de verwoestende kracht van het water onder vonden, waar de Zuidelijke provincies sinds gisternacht onder gebukt gaan, de langdurige orkaan van dit rampzalige weekeinde heeft niettemin dusdanig huisgehouden ook in onze contreien, dat de schade in de vele tienduizenden guldens loopt. Reddingsdiensten, sleepboten, kustwacht en havenposten hebben continu onder hoogspanning gewerkt; de storm heeft met vernietigende kracht langs de kuststrook geveegd en op het gebouwtje van de IJmuider Reddingsbrigade alle zomerhuisjes en consumptietenten in spaanders geranseld. Het abnormaal hoge water (dertig cen timeter beneden de rand van de sluisdeu ren!) veroorzaakte een ware zondvloed in de omgeving van de havens, waardoor onder meer de kalkzandsteenfabriek IJmuiden onderliep en het gebouw van Scheveningen-Radio op het Sluiseiland be dreigd werd: Zaterdagavond liep door de riolering de kelder vol en het heeft veel moeite gekost, eer de zaken weer geklaard werden. Burgemeester Kwint en commis saris Weijburg waren aanwezig. Inmiddels gonsde de aether van de SOS- seinen: nadat in de Zaterdagavond de bot tel OD 17 bij Noordwijk op het strand was gelopen, strandde op vier kilometer ten Noorden van Noordwijk-radio de Duitse teertanker „Julius Rütgers". Het strand had door de woede der ele menten een orkaan, zoals zelfs degenen, die de storm van 1929 hebben meegemaakt zich niet kunnen herinneren een vol ledige gedaanteverwisseling ondergaan. Bij de IJmuidense Zuidpier is van de eerste duinenrij vijftien meter afgehakt en ook verder langs de kust rijzen de duinen lood recht uit zee op. Schepen door elkaar gegooid In de beide vissershavens werd een ware chaos veroorzaakt doordat ettelijke schepen op drift raakten en naar de Oostzijde af dreven. In de haringhaven kwam de Poolse trawler Korab II, die voor de bunker ge- De kleine IJmuidense vuurtoren heeft Zaterdag ook al het loodje moeten leggen. Het „buitenlicht" is door de kabelstoring om 2.47 uur uitgevallen en om 3.20 uur was het weer hersteld. Dank zij de automatische reserve is het licht van de grote toren blijven branden. De kribbelichten van de strekdammen vielen eveneens uit als gevolg van de kort sluiting. Het personeel van de Rijks-kust- verlichting heeft de hele nacht doorge werkt. meerd lag, in een penibele situatie, toen het wassende water het schip tot boven de kade ophief en deed kantelen. De wachts- man zond vuurpijlen de lucht in, maar toen het water zakte bleek alles mee te vallen; de Neeltje Jacoba moest echter wel in grijpen bij de kolenschepen en de kraan aan de Westkant van de Haringhaven; er bestond gevaar voor kapseizen van de kraan der V.S. en de vrouwfen en kinderen werden van de kolenschepen gehaald. Slepers zijn de hele dag bezig geweest, orde in de chaos te scheppen, zodat tegen Zondagavond de schepen weer heel wat beter in het gelid lagen. (In onze avond-editie zullen wij gedé- tailleerd nieuws over de storm- en water schade brengen). Eigenlijk lagen we die nacht van Zaterdag op Zondag een nacht om nooit te ver geten te wachten op het seintje dat ons melden zou, dat ook voor de kust van Zandvoort schepen in nood zouden verkeren. Dat kon bijna niet anders want de zware orkaan, die over Zandvoort raasde met ongekende kracht en hevigheid deed huizen schudden en muren scheuren. Even over half vijf rinkelde de telefoon! De kustwacht waarschuwde ons: Kom naar het botenhuis in de Zeestraat, de bemanning van de reddingboot is opgeroepen, een Duitse tanker kruist voor de kust en verkeert in nood. Door de duisternis in deze onheilsnacht, moeizaam worstelend tegen de aanstormende rukwinden spoeden we ons naar het botenhuis waar de voltallige bemanning, gekleed in oliejas en zuidwester, wacht op nadere instructies. En we horen al spoedig, dat het welhaast onmogelijk zal zijn, indien daartoe het sein zou worden gegeven, de boot in zee te brengen. Het moet een ravage langs het strand zijn, zoals men die zich nauwe lijks kan voorstellen. De zeereep is voor een groot deel verdwenen en steil rijst de duinwand op uit een kolkende, kokende zee. We wachten. De.instructie blijft uit. Het hoofd van de kustwacht staat in voort durend contact met de kuststations, die eindelijk melden, dat de boot Noordwaarts is afgedreven en tenslotte bij IJmuiden is gestrand. Maar de bemanning blijft op post en wacht tot het eerste lichten van de da geraad merkbaar is. Dan begeven we ons in het schemerduis ter, verbeten vechtend tegen de abnormaal hevige windstoten, die het voortgaan bijna onmogelijk maken, naar de Boulevard om de Rotonde te bezien en vandaar de toe stand in ogenschouw te nemen. Het is een onbeschrijfelijk schouwspel dat zich in het schemerig ochtendgloren aan onze ogen voordoet. Gierend en brul lend vertoont zich de zee, bedekt met wrak hout, planken, balken, stoelen, tafels en flarden van zinken platen, die een dakbe dekking moeten hebben gevormd. We sta ren in een heksenketel van losgebroken elementen, een gapende, diepe afgrond, met aanstormende golven van schuim. Ze bre ken stuk tegen de duinwand, ze sleuren er meter na meter af, het brokkelt hellingen weg en sleept afrasteringen, strandafgan- gen, gedeeltes van de rijwielpaden mee in dit tomeloos geweid van ontembare kracht. Het is majestueus en indrukwekkend, doch tegelijkertijd angstaanjagend. De plot seling in hun wilde vaart geremde golven richten zich op tegen het duin en slaan gordijnen van water over de Boulevard. In de Rotonde is de chaos nauwelijks te ge loven. Een groot gedeelte van de beide toegangstrappen naar het strand is weg geslagen. Zelfs de granieten treden zijn weggerukt. De buitendeur is verdwenen, de binnendeur eveneens. Over stapels balken, planken en wrakhout klauteren we naar binnen, waar tenslotte blijkt, dat de alhier opgeslagen eigendommen van kampeerders en strandpachters, dank zij deze naar bin nen gespoelde barricade, slechts weinig geleden hebben. Het is inmiddels dag geworden en de aanblik is nu nog troostelozer dan enkele uren geleden. Zo ver het oog reikt, stijgt de duinwand, waarvan grote stukken zijn weggeslagen, loordecht uit zee omhoog, Strandafgangen zijn niet meer te zien. Het water, dat om ruim 5 uur zijn hoogste stand had bereikt, zakt nu geleidelijk en maakt het mogelijk, omstreeks 9 uur op een smalle strook het strand te betreden. Aan de achterzijde van het nog in aanbouw Oom Tripje keek gauw rond, wat er gedaan kon worden. Toen hij zag, dat het niet zo erg was als het leek en dat in de hoek van de keuken een oliestel in brand stond, pakte hij een eindje slang, dat bij de gootsteen hing; die slang schoof hij op de kraan en toen hij die wijd open draaide, spoot een flinke straal water eruit. Die richtte oom Tripje op de vlammen, net zo lang, tot de laatste vlammetjes gedoofd waren. Het siste en het rookte erg, maar het gevaar was voorbij. „Ziezo", zei hij. „Dat is gelukkig goed afgelopen! Het is nu wel een rommeltje hier, maar dat maken we morgen wel schoon". Ja, er stond een hele plas water, maar dat kon geen kwaad. Morgen een dweil erover en het was weer in orde. Het voornaamste was, dat het brandje was geblust. De jongens stonden er stil bij. Ze waren erg geschrokken, nu ze zo uit hun slaap ge haald waren. En al die rook had er wel erg gevaarlijk uit gezien! „Hoe heb je gemerkt, dat er brand was?", vroeg oom Tripje aan Oepoetie. Die vertelde, hoe hij door het blaffen van Krulletje wakker was geworden. „Beste hond!", zei oom Tripje, Krulletje over zijn kop aaiend. Krulletje kwispelde vrolijk, net of hij begreep, dat hij iets goeds had gedaan. zijnde badhotel hangt een enorme steiger wild zwaaiend aan nog enkele kabels. Ver scheidene ruiten blijken te zijn bezweken. Van het bordes van de Rotonde betreden we het strand, klauterend over enorme hoeveelheden artikelen, die de zee daar heeft neergesmeten. Het aantal tegels, los geslagen van de Boulevards, is ontelbaar. De oude strandafgangen, na de bezetting ondergraven, omdat de Duitsers deze ge deeltelijk hadden laten springen, zijn vol komen blootgewoeld en hangen aan de duinwand in de lucht. De grote bunker, vlakbij de Strandweg, blijkt voör een groot deel te zijn verbrokkeld, onderspoeld door het water en omgekanteld. Op het Zuiderstrand is de prachtige post van de Zandvoortse reddingsbrigade, ge bouwd op een bunker, omgeslagen. Het fundament steekt omhoog en daaronder ligt het fraaie gebouwtje voor een groot deel verbrijzeld. De oude fundamenten van het Zuiderbad zijn volkomen blootgespoeld. De ijzeren borstwering blijkt nog volkomen in tact te zijn. Daarachter ligt een chaotische hoeveelheid aangespoeld materiaal. We vinden er een gaaf bordje, groen geschil derd, waarop met gele letters staat vermeld: „Uitsluitend voor bezoekers van het Schui tengat." Op het Noorderstrand is de toestand al niet veel beter. De gehele bouw van Zee bad Termes blijkt te zün verdwenen. Geen muur is meer te bekennen. Over grote af stand heeft de zee dit alles weggevoerd. We vinden de tafeltjes en stoelen pas zeven kilometer verder terug. Als verlamd staat de eigenaar op de plaats, waar eens zijn bedrijf gevestigd was. Een groot deel van de inventaris was er nog in opgeborgen. De schade die hij heeft, wordt door hem op ten minste veertigduizend gulden ge schat. Paviljoen Kief er staat aan de rand van een afgrond. Het terras is zo goed als ver dwenen. Ruiten zijn vernield en glazen schotten weggeslagen. Het rijwielpad, even verder, is totaal verdwenen, evenals de afrastering, grote gaten zijn in de Boulevard geslagen. De toiletten van het tentenkamp lijken nog in tact, maar ze hangen in de lucht en zijn onbereikbaar. Maar ontstellend is de aan blik, die paviljoen „Riche" oplevert. Het gebouw zelf liep weinig schade op, maar het zwembassin toont een aanblik, alsof een enorme bom er middenin is gevallen. Het bassin is, op de landwand na, totaal verwoest. Slechts de grote duiktoren staat nog overeind in een ruïne van puin. Stuk ken van de wanden, van de bordessen lig gen in het rond. Het is haast niet te gelo ven welk een vernieling het geweld van wind en golven heeft kunnen aanrichten. Ook hier wordt de schade op circa veertig duizend gulden geschat. En het is de vraag of herstel nog voor het komende seizoen mogelijk zal zijn. Enkele kleine strandpachters, die hun bezittingen op het strand hadden achterge laten, blijken alles kwijt te zijn. We spra ken er één, die ruim 15.000 tegels verspeel de, waarvan de waarde op veertig cent per stuk moet worden gesteld. En dit zijn nog maar kleinigheden, want Zandvoort werd zeer zwaar gehavend. We hoorden reeds verkondigen, dat het allerbeste seizoen deze tegenslag onmogelijk meer goed kan ma ken. Met man en macht begon men, naarmate de dag vorderde,- aan het eerste, allernodig- ste herstel. De dienst Publieke Werken werkte onder leiding van directeur M. Deutekom op hoogspanning. Burgemeester mr. H. M. van Fenema was reeds van de vroege uren af aanwezig om maatregelen te bespreken en de schade in ogenschouw te nemen. Het gehele politiecorps en de reserve werden opgeroepen. In het oude dorp was de schade geringer, maar toch nog altijd zeer aanzienlijk. Vele huizen hadden zo goed als geen pan meer op het dak. Grote stroken zink lagen over al verspreid. Op het Raadhuisplein werd een tweetal bomen ontworteld. Nauwelijks van onze ochtendtocht terug werd ons van bevriende zijde gemeld, dat ter hoogte van paal 73 een boot zou zijn gestrand. Het hoofd van de kustwacht de ADVERTENTIE HAARLEM ELECTRISCHE INSTALLATIES LUIDSPREKENDE TELEFOON-INSTALLATIES heer P. van der Mije, was reeds op weg om een nader onderzoek in te stellen. We besloten opnieuw weer en wind te trotse ren, thans per fiets langs het strand, dat nu goed berijdbaar was. Ruim zeven kilo meter ten Zuiden van Zandvoort zagen we uit de lichte nevel de omtrekken opdoemen van een vrij grote boot, hoog op het strand. Dichterbij gekomen bleek het vaartuig te zijn gestrand honderd meter voorbij kilometerpaal 73. Het schip lag dwars op het strand, ongeveer tien meter van de steile duinwand af. Een lange ladder tegen de achtersteven noodde tot een bezoek. We klommen naar boven. „356 Julius Rüt gers Hamburg" lazen we. Het schip was slechts weinig beschadigd. Slechts de loop brug bleek wat verwrongen en het gehele dek was overdekt met een lichte laag fh'n nat zand. De kapitein deelde ons mede dat alles wèl was aan boord. Verdere inlichtingen wilde hij ons niet verstrekken, omdat hij zijn rederij nog niet van de stranding op de hoogte had gesteld. Toen even later het hoofd van de kustwacht verzocht aan boord te worden toegelaten, voor het verkrijgen van nadere gegevens, trok de kapitein de tegen de boot geplaatste ladder omhoog. Nadere informaties brachten echter aan het licht, dat de „Julius Rütgers" van rederij Haltermann te Hamburg op weg was met een lading teer van Kopenhagen naar Rotterdam. Het schip meet 824 ton. De bemanning bestaat uit 15 koppen. Twaalf man zijn van boord gegaan en door Noordwijkers vervoerd naar de Ruigehoek, vanwaar zij later naar het Zeemanshuis in Amsterdam werden overgebracht. De kapitein, de eerste en tweede stuur man bleven aan boord. De positie van de 45 jaar oude kustvaarder is zodanig, dat mag worden aangenomen dat men het na het graven van een geul, evenals indertijd met de „C. A. Banck" gebeurde, weer vlot zal kunnen slepen, doch hiermede kan nog wel geruime tijd gemoeid zijn. Het is de bedoeling de „Julius Rütgers", zodra de omstandigheden daartoe gunstig zijn, naar IJmuiden te dirigeren. Hoewel Zandvoort aanzienlijk te lijden heeft gehad, is men niet bij de pakken gaan neerzitten. De plaatselijke afdeling van het Rode Kruis organiseerde in samenwerking met enkele particulieren en de motorclub „Zandvoort" een grootscheepse inzameling voor de door de watersnood getroffen ge- beiden, met als centrale post het politie bureau. Hiermede werd Zondagavond om half acht een begin gemaakt. Het succes was geweldig. Auto na auto reed aan met kleding en andere in de noodgebieden bruikbare artikelen. Het massale bezoek, dat Zandvoort deze Zondag te verwerken kreeg, mag tenslotte niet onvermeld blijven. Het was bij tram en trein drukker dan op de drukste seizoen- dagen. Vele extra diensten moesten worden ingelegd. Ontelbare auto's brachten de ge hele dag door nieuwsgierigen naar de bad plaats. TOCOOOCOOOOOOCCCXXXX>OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOC)OOOOOOOOOOOOOOqC Het vrouwelijk personeel van het kust- station Scheveningen Radio dat Zater dagavond tot tien uur de late dienst had is wel op uiterst behoedzame wijze naar huis geloodst. Na het drukke en ongetwijfeld gejaagde werk aan de zen ders en ontvangers, vooral bij zulk stormweer, verlangden zij naar rust, de woonkamer thuis of het bed. Maar hoe daar te komen zou voor deze meisjes, die nu niet bepaald tot het zware type mogen worden gerekend, veel gezwoeg en inspanning vergen. Om tegen de felle storm in te stappen was zelfs voor een stevig gebouwde kerel die avond een lastig karwei. Maar de politie wist er iets op. Er kwam een reddingslijn te voorschijn en daar werd al dat prille schoons ingeknoopt. I Allen een lus om het middel, voorop een zware agent van politie en er tussen enig mannelijk personeel van het kust- station. Zo werd de tocht naar de mid- densluis met enig gejoel, als waren zij I pioniers in de Noordpool, aanvaard. Het is goed verlopen. Bij de tweede sluisdeur stond al een taxi te wachten. XXOOOOOOOOOOO De viering van het eerste lustrum van het regiment Aan- en Afvoertroepen van hedenmiddag en Dinsdag is wegens de overstromingsrampen afgelast. ADVERTENTIE door rheumatiek, spit, ischias, hoofd- en zenuwpijnen, neemt dan Togal. Verdrijft in al die gevallen snel en afdoende die pijnen en U slaapt heerlijk. Togal baat! Zuivert de nieren en is onschadelijk voor hart en maag. Bij apo thekers en drogisten 0.95. 2.40, 8.88. 37) „Ik zit er lelijk mee in", zei Philip, ter wijl hij voorzichtig langs zijn wang streek, „heel erg lelijk! Ik heb haar eerst door elkaar geschud, daarna gezoend en ver volgens heb ik een stevige mep op mijn gezicht gekregen". „Je verdiende loon", zei Neill kalm. „Waarom deed je dat?" „Wel, ik geloof dat ik verliefd op haar ben", antwoordde Philip. Neill staarde hem aan. „Wat een slechte manieren heb je", zei hij spottend „Noem jij het slechte manieren, wanneer je een meisje kust, waarop je verliefd bent?" vroeg Philip. „Nee, ik bedoel, dat je haar door elkaar schudde", zei Neill. „Ze maakte me ook razend", legde Philip uit. „Kan ze jou ook soms niet buiten je zelf brengen? Ze beschikt over een behoor lijk gezond stel hersens en wenst ze een voudig niet te gebruiken". „Ik let niet zo in het bijzonder op haar", zei Neill met grote oprechtheid „Ik let in het algemeen niet zo erg op mensen, weet je. Behalve jij en Fiona en.tante Chloë bestaan er eigenlijk geen mensen voor me. Ik geloof werkelijk, dat Con beter hier weg zou kunnen gaan. Ze doet meer kwaad dan goed". „Ik weet het", beaamde Philip. „De moeilijkheid is, hoeveel kwaad ze nog zal uitrichten, vóórdat ze vertrekt". „Ik zal er met tante Chloë over spre ken", zei Neill, „het zou werkelijk beter zijn, als ze zo spoedig mogelijk wegging. Ze is eigenlijk heel aardig, ik bedoel, als je haar beter leert kennen. Als ze niet al te zeer de moderne intelligente vrouw-met de-baan uithangt. Maar hoe dan ook, hier kan ze weinig goeds uitrichten". „Er zijn momenten, Neill, dat je vaag heid me enorm irriteert", merkte Philip op. „Ik vraag me wel eens af, of je het werkelijk meent, als je zo doet alsof je ver van alles afstaat. Toch geloof ik dat je ge lijk hebt. Het lijkt me beter, dat ze weg gaat". „Ik zou denken, dat jij, in je verliefde toestand haar liever hier in de buurt hield", merkte Neill droogjes op. „Helemaal niet", antwoordde Philip. „Al is ze iets voor me gaan betekenen, toch zie ik niet, hoe het ooit iets tussen ons zou kunnen worden. We lopen te veel uiteen. Nee, misschien is het maar beter, dat ze weggaat". „Ik zal er met tante Chloë over praten", beloofde Neill. „Ik heb de indruk, dat je tante ergens bang voor is", zei Philip. „Dat weten we allemaal", zei Neill, „maar Con zal niet in staat zijn ervoor te zorgen, dat ze niét meer bang behoeft te zijn. Waarschijnlijk maakt ze met haar be moeiingen de dingen nog erger". „Ik moet er vandoor, die knaap van het ministerie wacht op me", zei Philip. „Tus sen haakjes, Neill.. heb jij er énig idee van, wie of wat je tante angst zou kunnen aanjagen?" Neill schudde zijn hoofd. „Als ik het wist", antwoordde hij, „zou ik er iets aan doen. Hoe zo?" „Ik weet het niet", zei Philip aarzelend, „je bent een merkwaardige figuur. Je schijnt soms intuïtief dingen aan te voelen, zonder ze met gefundeerde argumenten te kunnen verklaren. Ik vroeg het me al leen maar af". Hij fronste even, nam enkele papieren van de schrijftafel op en verdween. „Ik eet vanavond aan je tante's dis", zei hij, toen hij bij de deur was. „Koninklijk bevel. Je tante scheen naar me te verlangen". „Nog één vraag", zei Neill. „Is 't jou ook opgevallen, dat Peter Phipps pogingen doet om bij Con in 't gevlij te komen?" „Alle mensen", zei Philip, terwijl hij even lachte. „Zelfs Con zal toch niet zo dom zijn om daar in te trappen!" „Ik hoop van niet", antwoordde Neill twijfelachtig. „Ik ga terug via de wei. Misschien vang ik nog een konijntje voor het avondeten „Vang er dan een paar meer", zei Philip, „mijn provisiekast is bijna leeg en juf frouw Williams heeft me verteld, dat haar echtvriend dol is op konijnen. Ik heb hem weer aangesteld om in de moestuin te wer ken. Hij is 'n best.c werkkracht en het lijkt me goed dat er regelmatig iemand in de moestuin rondhangt. „Ik zal er zelf ook een oogje in 't zeil houden', zei Neill. Opgewekt fluitend verdween hij en Bagnet keek hem met een bezorgde uit drukking op zijn gezicht na. Hij was er soms verbaasd over, dat een normaal men selijk wezen een zo vage levenshouding volhield als Neill.Nooit scheen Neill iets te merken, maar toch trok hij vaak rake conclusies. Nooit kon je met hem ar gumenteren, hij scheen alleen maar in tuïtief te denkenHij wilde nooit in details tredenO, als Neill werkelijk iets méér wist, zou hij heel wat moeite sparen, als hij iets meer losliet.... Wat Con betreft.hij streek nogmaals langs zijn gezicht. Ze wist haar handen te gebruiken, dat had hij gemerkt. Waar schijnlijk was het inderdaad zijn verdien de loon. Hij vroeg Zich af, hoe ze zich tij dens de avondmaaltijd jegens hem zou ge dragen HOOFDSTUK XII Sara zat in de tuin van Goodmans Hotel met Fiona te praten. Fiano zat op een on gemakkelijke tuinstoel tegenover haar. Het was Sara's bedoeling zoveel mogelijk uit. Fiona los te krijgen, hoewel ze heel goed besefte, dat Constance zich hierover boos zou maken. Maar wat kwam dat er op aan? Het was haar overduidelijk, dat Con stance de op zich genomen taak niet aan kon en onder deze omstandigheden zou ze heel gemakkelijk meer kwaad dan goed kunnen aanrichten. „Constance", dacht Sara, „houdt zichzelf voor een moderne onafhankelijke vrouw-met-een-baan, en het is een feit, dat ze 't er in het zaken leven tot dusverre uitstekend heeft afge bracht. Je kon je Constance heel goed voorstellen over een jaar of tien als com petente, betrouwbare rechterhand van een groot zakenman. Ze zou er steeds wereld ser en beter gekleed uit gaan zien, steeds beheerster, bekwamer en invloedrijker wordenEn niémand, die om haar gaf, zou haar diep in z'n hart graag zo zien worden! Sara tenminste niet. Het zou een dor leven zijn voor een jonge vrouw als Constance. „En je bent dus niet erg gesteld op Con stance?" vroeg Sara terloops aan Fiona. Fiona keek haar enigszins verlegen aan. ,,'t Is niet, dat ik haar niet aardig vindt", begon ze aarzelend, „maar.... „Maar je vindt het vervelend, dat ze hier is gekomen", vulde Sara aan. „Wel, ze hoort hier niet, ze is niet ons soort", zei Fiona langzaam. „Wat een rake opmerking is dat", zei Sara. „Tot wat voor soort vindt je, dat jullie hoort, Fiona? En wie hoort wèl tot jullie soort?" „O, Neill en Philip en ik zelf natuur lijk", antwoordde Fiona. „Wij begrijpen elkaar en we willen niet, dat vreemden zich met onze zaken bemoeien. Neill ge looft Ze hield op en beet zich op haar onderlip. „Wat gelooft Neill", drong Sara aan. „Waarom zou je 't mij niet vertellen? Het hindert heus niet, of hij Constance een veeg uit de pan geeft. Ik houd heel veel van Constance, maar ik zie heel goed in, dat het baantje, dat ze hier heeft, haar niet bepaald populair kan maken. Ik geloof ook niet, dat ze zich zelf erg op haar gemak voelt". „Waarom gaat ze dan niet weg?", vroeg Fiona. „Omdat ze nu eenmaal een contract voor drie maanden heeft getekend", antwoordde Sara kortaf. „Ze kan niet weggaan. Ze heeft dat contract tegen mijn zin gete kend". „O", zei Fiona verwonderd, Sara met grote ogen aankijkend. „Waarom tegen uw zin? Wist u iets van tante Chloë?" „Nee, ik wist niets. Ik heb je tante al leen als meisje gekend. Dat was het dus niet. Maar het was één van die wonder lijke voorgevoelens, die een mens soms heeft Ze haalde haar schouders op. ,,'t Doet er nu niet veel meer toe", voegde ze er aan toe. „Zullen we binnen thee gaan drinken, het begint kil te worden. Na de thee breng ik je thuis met de auto". (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1953 | | pagina 10