Fransen in Marokko staan voor een zeer moeilijke keus Macbride beschuldigt Viruly van beoordelingsfout en nalatigheid K.L.M.-vlieger Peetoom verklaart: „ongunstige samenloop van factoren" Schuldvraag inzake vertraging van Shannon-reddingsactie opengelaten Agenda voor Haarlem Twee partijen tekenen zich steeds scherper af Meerderheid klampt zich vast aan het verleden Benauwde hoest Sluiting volksscholen in midden-Java Begm. tfo ebg. /ht&& 7ëcr_- Jam Conclusies van Iers procureur inzake de Triton-ramp: 3 Zaterdag slotbetogen Waaier van meningen Gevaarlijk gesprek Met vracht- wagens Macbrides conclusies Ook Parfitt nalatig geacht Heringa Wuthrich BLIKSEMAFLEIDERS WOENSDAG 12 JANUARI 1955 Van onze reisredacteur) Het was half drie in de middag, een lome zon warmde een stoffige straat in de „nouvelle medina van Casablanca. Maar in de zoelte'hing de spanning: op de hoeken van de straat stonden politiemannen met de mitraillette in de aanslag. En in de leegte, die een verschrikt vluchtende menigte had achtergelaten, lag een man voorover met zijn gezicht op het zonnige trottoir: de 27-jarige architect Jean Alargent, getrouwd en vader van een driejarig dochtertje Christine. Hij lag er heel stil, want nog geen tien minuten geleden had een negen millimeter-kogel uit de colt van een Marokkaanse terrorist zijn nekwervels verbrijzeld. De politie ondervroeg een vijandig kijkende menigte Marokkanen. Niemand had iets gezien. Een paar mannen werden gearresteerd. Zo'n arrestant heeft het vaak niet makkelijk. Als hij niets wil, niets durft of niets kan vertellen, komen de gum miknuppels er soms aan te pas of de electrische stroom of het traangas in de cel. Want de politie is verbitterd en nerveus. Als de arrestant, die Mohammed ben Lyazidi oi zo iets kan heten, geluk heeft, kan hij al na een week zijn lidtekens aan zijn buurtgenoten in de „bidonville" laten zien. Maar soms pas na een jaar. SEMARANG (PIA) Volgens gegevens zijn ongeveer 400 volksscholen in Midden- Java gesloten, wegens de onveiligheid door benden in de verschillende gebieden. Dit aantal maakt ongeveer 25 percent uit van het totale aantal volksscholen in Midden- Java. Door deze gang van zaken blijft een groot aantal leerlingen van onderwijs ver stoken. De gouverneur van Midden-Java zal medio Januart een bezoek brengen aan de betrokken gebieden, o.a. ADVERTENTIE Jean Alargent en Mohammed ben Lyazi di, twee figuranten in een tragisch conflict, dat Marokko verscheurt. Jean Alargent, een van de driehonderdduizend Fransen in Marokko, die ambtenaar, militair, „colon", ondernemer, kleine boer, taxi-chauffeur, kellner of arbeider zijn. Een Franse minia tuur-maatschappij met rangen en standen en dagelijkse-zorgen, maar vereend in een hevig patriottisme en een diepe trots op hetgeen hun voorgangers en zij in veertig jaar tyds hier hebben verricht. Op de steden, die uit de grond gestampt zijn, de havens, de wegen, de hospitalen, de scho len, de in cultuur gebrachte grond. Het enorme werk waarmee Frankrijk in enkele tientallen jaren een in Bijbelse tijden levend land heeft wakker geschud. Mohammed ben Lyazida, een van f"" de acht millioen Marokkanen, die jft in beweging be- gintnen te komen, j minder vereend dam de Franse be volkingsgroep, minder bewust van hetgeen zij werke lijk wil, maar aan geraakt door een nieuw verlangen, dat hen meer en meer in één kamp drijft, dat van de nationalisten, dat van de IstiqlaL De twee partijen beginnen zich «tgeds scherper af te T^*nen, al kan men hen niet lou ter markeren in Fransen aan de ene en Marokka nen aan de andere kant. Er zijn in hammen aan beide zijden. En er ligt ook een waaier van meningen aan weerszijden van de gTenslijn. Aan de Marokkaanse kant zijn er de in de steden zeer populaire Istiqlal, die lang zamerhand ook in de „bied", het binnen land. terrein begint te winnen, en de vrij gematigde PDI, kleine partij van intel lectuelen. Maar er zijn ook de terroristen, die de nationalistische leiders uit de hand gelopen zijn en die iedere dag in blinde verbitte ring een paar moorden plegen. Deze na tionalisten hebben ook hun tegenstanders in eigen volk: de groep van Pasja's en Caids onder leiding van de oude Pasja van Marrakesj El Glauoi, die de onder hun feodaal beheer levende Berber-stammen tegen de nationalistische macht in de ste den uitspelen. Aan deze groep klampt de grote meer derheid der Fransen in Marokko zich nog vast. Onder hen zijn mensen met grote politieke en economische belangen, die dit gevaarlijke spel van „na ons de zondvloed" met open ogen spelen. Maar veruit de meeste Fransen hangen hen om andere redenen aan. Voor dezen zijn de nationa listen fanatieke ondankbaren, die hen wil len verjagen uit het Marokko, dat door het werk van hun handen ook hun land is geworden. Onbekwame Mohammedanen, die liever in chaos onder eigen bewind leven dan in een Westers geordende maat schappij. In de Glaouisten daarentegen zien zij loyalen, die Frankrijks zegenrijk werk erkennen, die het nog wel onbeperkte tijd willen voortzetten, zien zij in feite de goede oude tijd van Lyautey terug. Is dit een zij het dan zeer menselijke wensdroom? Ik ben bang van wel. Ik heb met twee Pasja's van de Glaoui-groep J">, JONG MAROKKO: Onder sluier en „djellaba" klopt het hart van dit Marokkaanse meisje voor de Istiqlal, die vrijwel de gehele Marokkaanse jeugd achter zich heeft. gesproken. Voor hen was de Franse cultuur het hoogste goed: zij 'hadden zo juist een paar weken in het duurste hotel van Parijs gelogeerd en zij waren desgevraagd ook wel bereid te verklaren, dat hun favoriete Arabische model-staat: Saoedi-Arabië was, vermoedelijk 's werelds feodaalste land. "Men hakt er nog de handen van dieven af. Tot zover deze Pasja's. En wat Si Hadj Thami el Glauoi zelf betreft: Deze 84-jarige zetelt als een verbitterd man in zijn dubbel paleis te Marrakesj. Hij weet maar al te goed, dat de regering Mendès- France op het ogenblik besprekingen voert met een nationalistische delegatie over een nieuwe Marokkaanse politiek, waarvan hij als eerste de dupe zal worden. Maar zijn roemruchte honderdduizend Berbers dan, zuilen die niet spoorslags uit de bergen komen galopperen om hun heer te redden? Zij hebben immers al eerder een mars naar Rabat gemaakt, om de vorige sultan te helpen afzetten. Die kans is gering. Zonder opdracht van zijn r t r s Caid komt geen Berber uit de ber- gen en zonder i goedkeuring van de plaatselijke Franse officier -TSiiS voor inheemse za ken geeft een Caid geen order, al zou hij nog zo graag willen. De Berbers, die het eeuwen lang normaal heb ben gevonden, dat hun Caids de rech terlijke aan de uit voerende macht paarden, en eigen machtig straften en uitzogen, begin nen onder invloed van nieuwere ge dachten te komen. De nationalistische beweging, die zij El Ouatan noemen, krijgt een magi sche klank onder hen. Zelfs de afge zette sultan, die zij nauwelijks ken nen, wordt voor velen hunner een symbool. 3SSMMÜ OUD MAROKKO: Naast de Franse resident-generaal Francis Lacosta (achter de tafel), die de Marokkaanse sectie van de onsultatieve raad van de regering presideert, zit de legenda rische groot-vizier van de sultan, El Mokri. Hij is ongeveer 115 jaar oud, heeft al zeven sultans versleten en heeft zelfs in functie de afzetting van Mohammed V doorstaan. Zijn kinderen en kleinkinderen vullen reeds een gans kerkhof en hij heeft nog per diligence in Frankrijk gereisd. Maar bij de Istiqlal is hij niet zeer gezien. Nochtans, zo zal de in" de Berber theorie gelovende tegenwerpen, wa ren er bij het jong ste feest van Aid el Kebir duizenden Berbers naar Ra bat gekomen om op de vlakte voor het paleis hun trouw aan de nieuwe sultan te betuigen. Zeker. Maar zij waren met vrachtwagens aangevoerd en het was hen op stren ge straffen verbo den de „medina" van Rabat binnen te gaan. Waarom? Men weet te beweren dat hyn was ver teld dat zij de te rugkeer van Mo hammed ben Yoes- sef op zijn troon gingen bijwonen. Er blijft on danks dit alles on getwijfeld een ver schil tussen de steden en de goed deels a-politieke „bied". Men zou er, ge bruik makend van Pasja's en Caids en de rasgevoelens tussen Arabieren en Berbers uitspelend, misschien nog wel een geschil van kunnen maken. Nog wel. Maar wie durft het risico te nemen in dit uitermate krijgszuchtige volk een burgeroorlog aan te wakkeren? Dit is geen mogelijkheid in een reële politiek. Het is zeker niet de kaart, die de regering-Mendès-France zal spelen. De oude Glaoui weet dit. Zijn zoon Sadek, die hem vermoedelijk op zal vol gen en die naar men zegt andere gedachten dan zijn vader is toegedaan, weet het. De grote meerderheid der Fran sen in Marokko voorvoelt het, het verbit tert velen van hen en het maakt hen ang stig. Zij wantrouwen de nationalisten. Zij durven geen nieuwe politiek aan, omdat zij vrezen daardoor op den duur uit het land, dat zij zijn gaan liefhebben en waar zij hun bestaan hebben, verjaagd te zullen worden. Er is nochtans een groep Fransen, die zowel op verstandelijke als morele gronden een nieuwe weg zoekt. Er zijn zakenlieden, geestelijken, intellectue len, officieren, industriëlen en zelfs een van Marokko's grootste kranten „Maroc-Presse", in verschillende groe peringen samenwerkend, die bereid zijn de kaart van de toekomst te spe llet gezicht van een conflict: een van de vijf „bidonvilles" van Casablanca, misera bel conglomeraat van hutjes van blik en hout, tegen de achtergrond van 's werelds modernste stad. Zelfs de hevigste inspan ningen van de Franse administratie, die met grote spoed nieuwe Wijken voor Ma rokkanen bouwt, hebben dit kwaad nog niet weg kunnen nemen. len. Het zijn groepen als „Amitiés ma- rocaines" en „Conscience francaise". Hun aantal is niet groot, maar zij win nen veld. Zij onderhouden een vrucht baar contact met de nationalisten, met wie zij het zeker niet geheel eens zijn, maar wier vertrouwen zij nochtans hebben. Het Franse contra-terrorisme, dat sedert enkele maanden ook in Marokko de kop heeft opgestoken, heeft hen zelfs al op een paar bom aanslagen getracteerd. Hetgeen hen overigens allerminst verhindert voort te gaan op de ingeslagen weg. Deze mensen zijn volstrekt geen met schuldgevoelens beladen dweepzieke weggevers. Zij worden gedreven door een zeer nuttige combinatie van over wegingen: geweten, redelijk inzicht en verlicht eigenbelang. In deze mensen ligt de kans om het grote werk, dat Frankrijk in Marokko heeft verricht, op nieuwe basis voort te zetten. De KLM-gezagvoerder F. Peetoom heeft Dinsdag, bii de voortzetting van het ge rechtelijk onderzoek naar het verongeluk ken van de KLM-super Constellation „Tri ton" verklaard, dat het ongeluk wellicht te wijten is aan een „ongunstige samenloop van verschillende factoren. Hij was het niet eens met een verklaring van de Ierse regeringsvertegenwoordiger bij het onder, zoek, dat het ongeluk slechts zou kunnen zijn veroorzaakt door een of twee dingen: een defect in het toestel of een verkeerde beoordeling van de situatie door een of an der bemanningslid van de „Triton". „Er zijn wellicht andere oorzaken geweest", zo zei hij. De raadsman van de KLM protesteerde daarna met goed gevolg bij de president van het hof tegen een verzoek van de re geringsvertegenwoordiger aan de heer Peetoom om te verklaren aan welke van deze twee oorzaken of aan welke combi natie ervan naar zijn mening wellicht het ongeluk te wijten was. De KLM-vertegen- woordiger maakte in het bijzonder be zwaar tegen de vraag, omdat gezagvoerder Peetoom een vriend van commodore Vi ruly, de gezagvoerder van de „Triton", is. „De heer Viruly", zei Peetoom, „heeft, veel ervaring opgedaan en hij is jaren lang instructeur voor vliegen op instru- •••■■■■•Mil Na de verhoren inzake de Triton-ramp heeft Macbride bij het hof een document i ingediend, dat bestaat uit vijftien vra- gen omtrent het ongeluk en de moge- j 5 lijke antwoorden daarop. Hij zei, dat de vragen bedoeld waren om de aandacht ran het onderzoek te vestigen op de j kwestie, waarover de Ierse regering, via de procureur-generaal, de assistentie i ran 't hof verzocht. Macbride verklaar- de dat de ingediende vragen geenszins j exclusief zijn. Het staat het hof vrij zelf j aanvullende vragen te doen, welke het misschien zou wensen te stellen. Even- eens mag het stellen van de vragen na- mens de procureur-generaal niet be- j schouwd worden als een beperken van het hof op enigerlei wijze wat het even- i tueel doen van aanbevelingen of geven jj j van advies betreft. Alles wat hij met betrekking tot de status van de vragen'. had toegelicht, was met zelfs nog groter kracht van toepassing op de status van de antwoorden, verklaarde Macbride. Het ongeluk met de KLM-superconstellation Triton op 5 September in de nabijheid van het Ierse vliegveld Shannon 28 personen kwamen daarbij om het leven is volgens de vertegenwoordiger van de procureur-generaal van Ierland, Sean Macbride, veroorzaakt door: 1. Een beoordelingsfout van de piloot (gezagvoerder A. Viruly), die zich er niet van overtuigd heeft dat het toestel gestegen was of voldoende hoogte be reikte op het ogenblik, waarop hij voor het eerst order gaf tot vermindering van motorvermogen, tot intrekking van de vleugelklappen en tot het geven van klim- vermogen. 2. Doordat de piloot verzuimd heeft de aanwijzingen van zijn instru menten te lezen en te combineren, waardoor opgemerkt zou zijn dat het toestel daalde, toen het nog tüd was in te grijpen. Ook de tweede piloot (Parfitt) achtte Macbride enigszins aan deze laatste omissie schuldig. De overige leden van de bemanning waren op generlei wüze voor het ongeluk verantwoordelijk, aldus Macbride. Macbride gaf in zijn conclusies verder de wens te kennen, dat vliegtuigfabrikanten en luchtvaartmaatschappijen zullen onderzoeken op welke wijze men de verstikking door benzine-dampen een van de belangrijkste oorzaken van het verlies aan mensenlevens bij dit ongeluk voorkomen kan. Macbride droeg zijn conclusies voor in een reeks vragen en antwoorden, die hij het hof van onderzoek aan het eind van de wekenlange verhoren voorlegde. De eerste vraag die Macbride in zijn conclusies beantwoordde was: „Heeft de Triton, toen vergunning werd gegeven weg te taxiën van Shannon, geheel voldaan aan de erkende vereisten en voorschriften van de burgerluchtvaart wat betreft luchtwaar digheid. lading, brandstof, veiligheid en be manning?" Hij stelde voor hierop bevestigend te ant woorden, „met het' voorbehoud dat een electrisch waarschuwingslampje wellicht niet in orde was". Heeft het onderzoek van het wrak enige structurele of mechanische abnormaliteit aangetoond, welke als uitleg voor het onge luk zou kunnen dienen?" was Macbride's volgende vraag. Hij stelde voor hierop „neen" te antwoor den. Het enige feit van belang dat uit het onderzoek naar voren is gekomen, is het gloeilampje dat het rode waarschuwings signaal op het instrumentenbord moet ge ven als het landingsgestel niet in de „op"- of „neer"-positie is vastgezet. Als dit lamp je inderdaad tjjdens het proces van intrek king van het landingsgestel gefaald heeft, dan zou dit nog geen uitleg voor het onge luk geven, doch een factor waarmede reke ning gehouden dient te worden. Het is niet bewezen dat het lampje geïnspecteerd was of vervangen in de loop van het onderhoud van de Triton. In dit verband stede Mac bride het hof voor de volgende aanbevelin gen in het algemeen te doen: 1. Dergelijke signaallampes dienen in dubbel aantal aanwezig te zijn. 2. Deze lampjes moeten herhaaldelijk gecontroleerd en vernieuwd worden. 3. Piloten moeten geïnstrueerd worden zich vertrouwd te maken met de tijd nodig voor de intrekking van het lan dingsgestel in het vliegtuig dat zjj bestu ren en moeten gewaarschuwd worden het motorvermogen niet te verminderen en de vleugelklappen niet in te trekken totdat voldoende tijd is verlopen om de volledige intrekking van het landingsgestel te waar borgen. Deze vraag wenste Macbride ontkennend De volgende vraag luidde: „Is het onge luk veroorzaakt door enige daad, omissie, nonchalance of beoordelingsfout van het grondpersoneel op Shannon, met inbegrip van de administratie van de luchthaven, de verkeersdiensten, de Air Lingus, de Petro- leummaatschappij, de KLM of de Sabena?" beantwoord te zien evenais de volgende vraag: „Heeft het falen van enig onderdeel van de machine, van de motoren of van de verdere uitrusting het ongeluk veroor zaakt?" Macbride's vijfde vraag was: „Heeft een dergelijk falen bijgedragen tot het onge luk?" Het antwoord op deze vraag, aldus Mac bride, hangt af van de omstandigheid of het electrische lampje, eerder genoemd, werke lijk gefaald heeft tijdens de vlucht. Bij onderzoek is gebleken dat het lampje defect was en dat het blijkbaar langer dienst had gedaan dan de andere lampjes op het instrumentenbord. Maar het is niet duidelijk genoeg geworden of het lampje het begeven heeft voor het ongeluk. Het zou ook beschadigd kunnen zijn door de schok of tijdens de storm, die het wrak na het ongeluk geteisterd heeft, tijdens de ber gingswerkzaamheden of door de verwijde ring uit het instrumentenbord. De getuige, die het lampje losgeschroefd heeft en naar Dublin gezonden, verklaarde dat het niet los in het voetje zat, maar bij aanraking te Dublin was het wel los. Het hof kan. zo meende Macbride, daarom niet beslissen wat er met dit lampje is gebeurd. „Ten hoogste zou het falen van het lampje, als dat tijdens het intrekken van het landingsgestel was gebeurd, een van de factoren zijn, die invloed op de piloot heb ben gehad en die hem er toe hebben ge bracht al zijn handelingen te verrichten in zulk een snelle opeenvolging. Het falen van het lampje kan, zelfs als het tijdens het intrekken is voorgevallen, niet de oorzaak van de ramp zijn. indien de piloot en de tweede piloot hadden beseft, zoals zij door een juiste interpretatie van hun instrumen ten hadden behoren te doen, dat het toestel daalde in plaats van steeg," aldus Macbride. De vleugelklappen dienen ter vergroting van het vleugeloppervlak en bij landing als remvlak. Bij groter vleugeloppervlak wordt de opwaartse druk van het vlieg tuig groter. De vleugelklappen gaan pas in als het landingsgestel geheel is ingetrok ken, hetgeen de piloot merkt door het uit gaan van een lampje, dat b\j de Triton vermoedelijk defect was. Dat zou een op een te geringe hoogte intrekken van de vleugelklappen betekenen, een fatale ver mindering - op die hoogte - van opwaartse druk Vervolgens kwum Macbride tot de be langrijke vraag of „enige daad, omissie, nonchalanche of beoordelingsfout van enig lid van de bemanning" het ongeluk ver oorzaakt kan hebben, welke vraag hij be antwoordde volgens de twee, in de aanhef vermelde, punten. Hij vervolgde: „Voor zover het de plicht van de tweede piloot is om in staat te zijn het besturen van het toestel over te nemen op ieder wil lekeurig moment en daarom dé instrumen ten nauwkeurig te bestuderen," zo ver volgde Macbride, „heeft de tweede piloot van de Triton verzuimd de aanwijzingen der instrumenten te lezen en te combineren zodat hij had kunnen bemerken dat het toestel daalde en de piloot hiervoor had kunnen waarschuwen." De andere leden van de bemanning verklaarde de procureur waren op generlei wijze verantwoordelijk voor het ongeluk. Kensine-ratnp De aanwezigheid van benzinedampen in de passagierscabine achtte Macbride een van de voornaamste factoren, welke zulk een groot verlies aan mensenlevens heb ben veroorzaakt. Dit was de eerste maal, aldus Macbride, dat vastgesteld kon wor den dat verstikking door benzinedampen zoveel mensenlevens bij een vliegtuigonge luk verloren heeft doen gaan. „Vliegtuig fabrikanten en luchtvaartmaatschappijen dienen verzocht te worden te onderzoeken welke positieve maatregelen dit risico kunnen voorkomen", aldus Macbride. Shonnon-actie Vervolgens sprak de vertegenwoordiger van de procureur-generaal over de red dingsoperaties. Hij concludeerde dat er on- menten geweest. Mijn persoonlijke mening is, dat er iets verkeerd moet zijn geweest met het toestel in combinatie met en kele andere invloeden". De president deelde na het voltooien dec getuigenverhoren mede. dat de zitting tot Zaterdag wordt verdaagd. Op Zaterdag wordt de ge!«;le dag vergaderd voor de 9lotbe togen. Viruly op thuisreis Commodore Viruly keerde vandaag naar Nederland terug. Hij en zijn Engelse twee de piloot Roy Parfitt en boordwerktuig kundige Henk Rademaker hebben het on derzoek naar de ramp met de super Con stellation Triton 25 dagen bijgewoond. Het aantal zittingen heeft alle voorspellingen overtroffen. Er zijn nu meer dan 24 dos siers met meer dan 12000 vragen en ant woorden. Viruly zag er gisteren vermoeid uit toer. hij verklaringen aflegde en toen hij naar Sean Macbride luisterde deed hij steeds weer de armen over elkaar en haalde hij zo nu en dan zijn handen door zijn staal grijze haar. De 31-jarige Parfitt had de armen steeds over elkaar. Zijn gelaat stond strak en was bleek. Toen zij vertrokken werden veel handen geschud en goede wensen uitgesproken, maar het onderzoek zal minstens tot Dinsdagochtend voortdu ren. Maandag zullen vier advocaten aan het woord komen en verwacht wordt dat de slotverklaringen van McGonical, raads man van de KLM. en van Macbride, waarmee de zaak gesloten wordt, bijna een hele dag in beslag zullen nemen. ADVERTENTIE Als andere middelen gefaald hebben. Uw hoest minder benauwd te maken, neem dan (en voortaan in eens nodige vertraging is opgetreden bij de red dingsoperaties op het vliegveld Shannon en zei: „De voornaamste oorzaak van de vertraging was het feit dat de autoriteiten van de luchthaven niet wisten dat de Tri ton verongelukt was, voordat de door de aan land gekomen bemanning afgestoken lichtseinen werden bemerkt. Deze onwe tendheid was op haar beurt weer veroor zaakt door de volgende reeks van omstan digheden: „1. Het feit dat de verantwoordelijke be ambte in de verkeerstoren en de verant woordelijke beambte in de brandweertoren de Triton niet in de Shannon hebben zien storten. 2. Het feit dat de bemanning van het vliegtuig verzuimd heeft, of niet in staat was, om onmiddellijk na het ongeluk per radio een noodsein uit te zenden. 3. Het verzuim van de veiligheidsstaf van het vliegveld om de waarnemingen van Thomas Gearoid, O. Ccarnaigh, John Par- tick Fisher en Edward Whitney mede te delen aan de verkeersconlroleur. 4. De verschijning van een vlek op het radarscherm op een tijdstip en een plaats, die overeenkwamen met de positie van de Triton, als die niet was neergestort en het doorgeven van deze waarneming aan de verkeerscontroleur. 5. Het verkeerde gebruik, of de verkeer de uitleg, van het code-signaal Q.S.O. in een boodschap, welke door een ander vlieg tuig boven de Noord-Atlantische oceaan met betrekking tot de Triton werd door gegeven." Op de vraag of de reddingsfaciliteiten en reddingsdiensten op Shannon toereikend waren, antwoordde Macbride: „Ja". Hij liet de laatste vraag tenslotte onbe antwoord: „Wenst het hof aanbevelingen te doen wat betreft de uitbreiding of orga nisatie van de reddingsdiensten en -facili teiten op Shannon?" Tot slot zei Macbride, dat hij het feit wenste te onderstrepen, dat waar een zeker antwoord gesuggereerd was, dit niet gezien moest worden als een aanwijzing dat de procureur-generaal wenste, dat zulk een antwoord door het hof geaccepteerd wordt. De enige wens, die de procureur-generaal had,*was dat de waarheid zou worden vastgesteld en dat het hof met vrij oor deel zijn meningen kenbaar zou maken wat betreft waarborging van de veiligheid van vliegtuigpassagiers en -bemanningen. ADVERTENTIE Haarlem WOENSD/G 12 JANUARI Frans Halsmuseum: Openingsavond Volks universiteit; Godfried Bomans over Charles Dickens. 8 uur. Cultura, Jansstraat: Lezing voor Nederlandse Vereniging voor Sexuele Hervorming, 8 uur. Lido: „Demetrius en de gladiatoren". 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Studio: ..Brood, liefde en fantasie", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Luxor: ..Als het jonge koren rijpt". 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Getrouwd met de band", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Palace: „Knock on Wood", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Roxy: „Staakt het vuren", 14 jaar, 8 uur. Rembrandt: „Magdalena", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. DONDERDAG 13 JANUARI Zuiderkapel, Zuiderstraat: ds. I. Vasseur, 8 uur. Minerva: „Een nieuwe morgen", 14 jaar, Bijzonder kerkewerk Herv. Gemeente Heemstede, 8.15 uur. Lido: „Demetrius en de gladiatoren", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Studio: „Brood, liefde en fantasie", alle leeft,. 2.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Als het jonge koren rijpt", 1P jaar, 2, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Getrouwd met de band", alle leeft., 2.30. 7 en 9.15 uur. Palace: „Knock on Wood", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Roxy: „Staakt het vuren". 14 jaar, 2.30 en 8 uur. Rembrandt: „Magdalena", 18 jaar, 2 en 4.15 uur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1955 | | pagina 5