De BBC-televisie neemt de handschoen
tegen commerciële concurrentie op
We maken een fotostandaard
Over de kerk in
Oost-Berlijti
Elke Zaterdag acht pagina's bij alle edities van
Haarlems Dagbladj Oprechte Haariemsche Courant
Te sprankelend voor
de huiskamers
KERKELIJK LEVEN
Reeds twaalf millioen kijkers in Engeland
T.V. DOORBREEKT ISOLEMENT EN
VERRUIMT DE BELANGSTELLING
EUROVISIE WERD
GROOT SUCCES
Met kleine oogjes van de slaap zat
Rennie rechtop in bed. Ze merkte niet
eens hoe koud het was, zo diep dacht
ze na. Voor haar op de deken lagen
vier koperen centjes. Dat was alles wat
ze had. Maar je hoeft geen medelijden
met haar te hebben hoor, helemaal niet.
Het was helemaal haar eigen schuld.
Als ze gewild had zouden het wel vier
honderd centjes kunnen zijn. Maar nu
was het te laat morgen was Hansje,
haar broertje jarig en Rennie had niet
meer dan vier centjes om een cadeautje
te kopen. Daar zat ze nu, met een diepe
rimpel tussen haar neus, over na te
denken. „Wie zou me kunnen helpen?"
zei ze hardop en ze keek zoekend om
zich heen.
Tik tik tik, ging het opeens tegen het
raam. Wat was dat? Een mens, een dier,
een kabouter? Och wel nee, die tikken
toch maar niet zo tegen je raam. Het
was ook niet echt tikken, het leek meer
alsof iemand heen en weer schuurde
tegen het glas. Iemand, die heel klein
was. Maar wie kon dat zijn, buiten in de
sneeuw en zo laat nog?
Rennie gleed uit bed en sloop naar
het raam. Heel voorzichtig gluurde ze
om het gordijn heen. Op het wit van de
sneeuw zag ze iets donkers, maar wat
kon ze niet zeggen. Was het misschien
een vogel? Nee, ook niet. Kijk, kijk, nu
bewoog het. Een zachte donkere kwast
veegde een hoopje sneeuw van de ven
sterbank. Een eekhoorn, een klein bruin
eekhoorntje, dat bibberde van kou! Ren
nie dacht niet eens na: meteen deed ze
het raam open en pakte het beestje
voorzichtig beet. Wat was hij moe! En
mager ook, dat kon je goed zien. Vlug
deed ze het raam weer dicht en met het
beestje in haar armen liep ze naar haar
kastje. Daar stonden nog wat biskwie-
tjes en een beetje melk in het kannetje
van haar serviesje. Ze schonk het op
een schoteltje en deed de koek er in
stukjes in. Het eekhoorntje, dat ze in
de poppenwieg had gezet, zat er met
zijn kleine zwarte oogjes bij toe te kij
ken. Maar toen ze het schoteltje voor
hem neerzette, begon hij dadelijk te
eten.
„Ziezo," zei Rennie, „wat kan ik nog
meer voor je doen?" Ze keek rond. Ze
maakte het wiegje nog warmer dan het
al was, met nog meer dekentjes en wol
len lappen. Het eekhoorntje kroop er
helemaal in weg. En toen ging Rennie,
die zelf ook koud en moe was geworden,
ook maar gauw terug onder de warme
dekens. Ze was nog maar net ingeslapen,
toen er weer tegen het raam werd ge
tikt. Ze ging overind zitten en riep:
„Wie is daar nou weer, nog een eek
hoorn soms?"
„Jawel," riep een stem, „ik wil we
ten of Pluim hier is."
„Pluim?" riep Ronnie terug, „wie is
dat?"
„Een klein bruin eekhoorntje. Hij is
een beetje mager en op zijn linkeroor
heeft hij een zwart vlekje."
„Ja", zei Rennie en ze liep weer naar
het raam, „ja, die is hier," want Hat
zwarte vlekje had ze gezien.
Voor het raam zaten twee eekhoorns,
MoerfAN
veel groter dan Pluim en daarachter
zag Rennie er nog meer.
„Hij moet onmiddellijk mee," riep de
grootste eekhoorn, „de koning wil hem
spreken."
„Dat kan niet," zei Rennie, „hij was|
bijna dood van honger en kou. Nu knapt
hij net weer op. Hij moet binnen blij
ven."
„Hij moet tóch mee," zei 'de andere,
„de koning wil hem spreken."
„Dan moet de koning maar hier ko
men," riep Rennie boos, „ik laat "hem
er niet uit."
„Hier ben ik," riep een stem uit de
achterste rij eekhoorns en een prachtige
grote pluimstaart, met een kroontje op
zijn hoofd, sprong naar voren. „Waar is
hij?" vroeg de koning gebiedend. Pluim
was intussen wakker geworden en keek
met bange zwarte oogjes onder de de
kentjes van de poppenwieg uit. „Hier,"
piepte hij.
„Mensenkind, doe dat raam eens
open!" zei de koning en Rennie was zo
onder de indruk dat ze het deed ook.
Alle eekhoorns wipten achter elkaar
naar binnen. Op de kast, op de tafel, op
het bed en in de vensterbank, overal
zaten ze en keken ze met strenge snuit
jes naar Pluim, die in zijn wiegje af
wachtte wat er gebeuren zou.
„Zo," zei de koning, „we komen je
alleen maar vragen wie er gelijk had.
Wij of jij?"
„U", piepte Pluim en hij sloeg zijn
oogjes neer. „Juist," zei de koning, „dat
dacht ik ook en je weet wat je te wach
ten staat. In ons bos hoef je niet meer
terug te komen voor je een goede daad
hebt verricht."
„Maar wat moet ik dan doen?" vroeg
Pluim heel verdrietig. „Ik weet niets."
„Wat is er toch aan de hand?" vroeg
Rennie, „ik begrijp er niets van. Zien
jullie dan niet hoe dat arme beest er
aan toe is? Wat heeft hij gedaan?"
,,'t Is allemaal zijn eigen schuld", zei
de koning. „Toen wij onze voorraad voor
de winter maakten, lachte hij ons uit.
Hij wou liever dansen.en schommelen
in de bomen. Hij geloofde niet dat het
bos kaal en leeg zou worden. En nou zie
je het. Hij heeft niets."
„O, maar hij mag best hier blijven tot
er weer genoeg is," zei Rennie.
De koning schudde zijn kopje. „Nee,"
zei hij, „eerst moet hij laten zien dat
hij bij ons hoort. Anders komt hij er
niet meer in. En dat is voor een eek
hoorn het ergste wat er is."
„Die goeie daad," zei Rennie, „die
heeft hij al gedaan. Hij heeft mij een
lesje geleerd." Ze keek verlegen naar
de vier centen op het nachtkastje en
vertelde aan de eekhoornkoning, dat zij
net zo dom was geweest als Pluim.
„Maar nuzei ze. De koning
knikte. Eerst naar Rennie en toen naar
Pluim. Hij wenkte de andere eekhoorns
en roetst schoten ze naar buiten
door het raam. „Tot het voorjaar," zei
de koning tegen Pluim.
„In het bos?" vroeg Pluim verlegen.
„In het bos," lachte de koning.
Pluim maakte een diepe buiging. Het.
laatste wat je van de koning zag, was
het puntje van zijn prachtige staart.
Het raam viel met een slag dicht, zó
hard. dat Rennie er wakker van schrok.
Ze keek om zich heen. In de kamer was
het heel licht en stil, net of er nooit eek
hoorns waren geweest. Maar in het
poppenwiegje zat nog steeds dat kleine
bruine eekhoorntje, een beetje mager
en een zwart vlekje op zijn linkeroor.
Hij zat er bij alsof hij pas een diepe
buiging had gemaakt en hij knpiperde
naar Rennie met zijn ondeugende oog
jes. Rennie droeg hem naar de kamer
van Hans.
„Hier is je verjaarscadeau." zei ze,
..tot het voorjaar mag je hem houden.
Dan gaat hij terug naar het bos. Hij
heet Pluim en...." ze lachte geheim
zinnig, „je kunt nog iets van hem leren
ook. Net als ik!"
MIES BOUHUYS.
Je hebt hiervoor een stukje triplex
van 3 millimeter dikte nodig. Teken de
drie figuren in de aangegeven maten op
het hout en doe dit drie maal. (De cij
fertjes in het voorbeeld stellen centi
meters voor.) Je zaagt dus elk deel drie
maal uit. Het grote is de voet, de an
dere stukjes zijn om een houdertje te
maken.
Klaar? Dan zaag je van twee ronde
stukjes (één lange en een korte) het
stukje af, dat niet grijs is. Lijm of spij
ker eerst de voetjes op elkaar, daarna
de houdertjes met het stukje, waar wat
afgezaagd is in het midden. Schuur de
onderdelen goed glad en lijm de hou
dertjes in e gaatjes van het voetje.
Schilder het mooi en doe er maar een
leuke foto in. Misschien heb je nog wel
een stukje glas, dat er in past, dan
staat het nog mooier.
AAJUUIAXMAJUUULk» - UKlitJiiifi
Het is allerminst nieuws, wanneer we
mededelen, dat Berlijn allerlei moeilijk
heden ondervindt door het in tweeën ge
deeld zijn der stad. Minder bekend is het,
dat deze verdeling in twee sectoren niet
voor de Kerk geldt. Dat hiermede geens
zins gezegd wil zijn, dat de Kerk er niet
voor enorm grote problemen staat, zal
iedereen duidelijk zijn. Overal in de
Oostelijke sector is dit het geval.
In „Der Weg" kon men onlangs het een
en ander lezen, in het bijzonder de Evan
gelische Kerk betreffende. Hoewel de ene
Berlijnse generaal-superintendent („hoofd"
van de kerk) zijn zetel in West-Berlijn
heeft en de ander in de Oostelijke sector,
strekken hun werkzaamheden zich over de
gehele stad uit. Overigens lopen de gren
zen der sectoren soms dwars door kerke
lijke gemeenten heen. Zij hebben in de
practijk dan ook geen geringe invloed op
de gang van zaken van het kerkelijk leven.
De noden zijn vooral in Oost-Berlijn
groot. Voor de ongeveer 850.000 protestan
ten daar, zijn er maar 89 parochies met in
totaal 170 predikanten, mannelijke en
vrouwelijke vicarissen. Van de 76 kerkge
bouwen stond er, toen in 1945 de Russen
de stad binnenkwamen, geen één onbe
schadigd, terwijl een groot aantal geheel
vernietigd was. Sedert die tijd is wel een
en ander in de situatie verbeterd. Er zijn
35 licht beschadigde kerkgebouwen her
steld, terwijl bovendien 21 ernstig be
schadigde of geheel verwoeste kerken op
nieuw opgebouwd konden worden. De
overige kerken zijn en blijven blijkbaar
verdwenen.
Is het aantal kerkgebouwen, dat ge
bruikt kan worden, al veel te klein, de si
tuatie is in feite nog heel wat ongunstiger
dan uit bovenstaande cijfers blijkt. Wat is
namelijk het geval?
De overheid heeft wel de herbouw van
de kerken in de binnenstad bevorderd,
maar geeft voor de woonwijken buiten het
centrum grond noch bouwvergunning. En
in Berlijn is het al niet anders dan in onze
grote steden: de binnenstad wordt steeds
meer ontvolkt, terwijl aan de randen der
steden steeds meer nieuwe woonwijken tot
stand komen.
De huidige moeilijkheden beperken zich
niet tot dit grote tekort aan kerkelijke
ruimte: ook het aantal kerkelijke mede
werkers is veel te klein. Aan de 220 scho
len, die er zijn, werken maar 200 cateche
ten de hele week. Zij geven van 2530 uur
per week kerkelijk onderricht. Dit bete
kent, dat alle leerlingen slechts één uur
per week hierbij betrokken zijn. In de
overige uren krijgen zij les van leerkrach
ten, die over het geheel de atheïstische le
vensbeschouwing zijn toegedaan.
Overspannen
Bij het grote tekort aan kerkelijke ar
beidskrachten beschikken zij, die werk
zaam zijn, over veel te weinig vrije tijd,
hetgeen tot gevolg heeft, dat een groot
aantal van hen óf op de grens van over
spanning verkeert, óf er reeds lang eigen
lijk eens een poosje uit had moeten zijn.
Terloops zij nog vermeld, dat zij van de
Kerk slechts een zeer bescheiden salaris
ontvangen. Natuurlijk wordt er wel naar
gestreefd om het aantal leerkrachten op
te voeren. Maar zowel uit het Westen als
uit het Oosten is dit zeer moeilijk.
Bij alle moeilijkheden, die er zijn, val
len ook enkele dingen op, die tot verheu
ging stemmen. Ook hier blijkt weer, dat
het kerkelijk leven vaak in moeilijke tij
den beter is dan in tijden, waarin alles van
een leien dakje schijnt te gaan. Want hoe
is het nu met deze Óost-Berlijnse gemeen
ten gesteld? In „Der Weg" kan men lezen
dat het hier offervaardige en levende ge
meenten betreft. Werd vroeger de kerke
lijke belasting automatisch via de loonbe
lasting geïnd, sinds 1952 moet de Kerk in
de Oostelijke zóne zelf voor de inning van
de nodige gelden zorgen. Het resultaat
hiervan is, dat ongeveer tachtig percent
van de protestanten thans betaalt. Om
hiertoe te geraken heeft men zich wel heel
veel inspanning moeten getroosten maar
het resultaat mag dan ook gezien wor
den. Bij deze gelden komen dan bijvoor
beeld nog de bedragen, die de Oost-Ber-
lijnse gemeenten offeren voor de zending.
De kerkdienst is meer dan vroeger het
werkelijk middelpunt der gemeente ge
worden. De prediking van het Woord van
God ontneemt aan de politieke propagan
da haar kracht en ze verdrijft veel poli
tieke angst. Elke maand viert men het
Heilig Avondmaal.
De gemeenteleden zijn veel actiever dan
vroeger. Iedere Berlijnse predikant heeft
een kring van ijverige medewerkers om
zich heen. Pfarrer Krummacher uit Oost-
Berlijn vat de hele situatie aldus samen:
„Wij zijn bezig een mondige gemeente te
worden, geve God, dat wij op die weg niet
moe worden!"
(Van onze correspondent in Londen)
WIJ ZITTEN in de grote concertstudio
van Broadcasting House, dat grimmige, ge
stroomlijnde fort, vlak achter Oxford
Street, dat sinds jaar en dag de zetel van de
machtige BBC vormt. Op het podium tegen
over de hoog-oplopende rijen brede, don
kerblauwe fauteuils, waar zich anders het
radiogchoor bevindt, heeft aan een tafeltje
de rijzige Sir George Barnes, directeur van
de Britse televisie, plaats genomen. Er gaat
een grote autoriteit van deze invloedrijke
figuur uit. maar hij blijft gemoedelijk en
olijk, zelfs op dit ogenblik, nu de BBC in
een felle concurrentiestrijd zal worden ge
wikkeld met de dit najaar beginnende
commerciële televisie. Achter Barnes staat
een kaart met steeds dieper het land en ook
het continent doordringende lijnen. Het
Britse televisienet wordt gestadig groter, zo
dat thans reeds bijna alle moeilijk bereik
bare uithoeken van dit eiland door de
T.V. worden bestreken. Einde 1955 zal men
zesennegentig percent van de Britse bevol
king in de televisiegrcep klemmen. Het
aantal kijkers bedraagt reeds bijna twaalf
millioen. waarvan er elke avond zeker ne
gen millioen om hun toestel geschaard zijn.
Het is thans twintig jaar geleden, dat de
BBC met televisie begon. In 1946, na de
onderbreking van de dienst tijdens de oor
log, waren er twintigduizend toestellen in
gebruik, alleen in Londen en omgeving. De
zender bevond zich in het oude, gehavende
gebouw van Alexandra Palace, eens een
ijsbaan en vermakelijkheidscentrum, hoog
op een heuvel in Noord-West Londen ge
legen. Nog steeds is dit de zender voor het
hoofdstedelijke gebied, maar volgend jaar
zal men naar het Zuiden verhuizen. Er
komt een nieuw, modern station op de
ruiin tweehonderdvijftig meter hoge heu
vel, waar eens het beroemde kristallen pa
leis stond, het wonder van glas en staal, na
de wereldtentoonstelling van 1850 overge
bracht van Hyde Park, welke daar was ge
houden. In 1936 brandde het gebouw af.
wezenlijking van een ander BBC-ideaal,
namelijk een tweede programma op een
ander kanaal, om namelijk overeenkomstig
de opdracht van het parlement, vervat in
het BBC-charter, zo groot mogelijke veel
zijdigheid te bieden. Hiervoor zal een reeks
afzonderlijke zenders nodig zijn, welke
wanneer alles klopt over vier jaar ge
reed zullen zijn. Tenslotte zullen dit jaar
de experimenten met de kleurentelevisie
beginnen, overeenkomstig de in de Ver
enigde Staten toegepaste principes, waarbij
gebruik zal worden gemaakt van de nauwe
band, door welke men nu in zwart en wit
uitzendt. Indien dit slaagt, dan zal metter
tijd een programma in kleur kunnen wor
den opgevangen door de bezitters van toe
stellen, welke speciaal hiervoor gemaakt
zijn. Lukt het niet, dan zouden aparte zen
ders voor kleuren-T.V. moeten worden
gebouwd.
In de Verenigde Staten wordt sinds een
jaar vier keer per week een kleurenpro-
gramma uitgezonden, doch er zijn nog geen
kleurenontvangers in de handel. De Ame
rikaanse ervaring leert, dat de productie
pas vijftien maanden na het begin van de
uitzendingen zal beginnen.
DE EUROVISIE uitwisseling van pro
gramma's tussen Groot Brittannië en een
zevental continentale landen was een suc
ces. Vandaar dat thans besloten is om een
permanente kabelverbinding tussen Enge
land en het vasteland aan te brengen,
welke over drie jaar gereed zal zijn. Een
voorlopig verbeterde verbinding komt dit
jaar tot stand.
In de laatste zes maanden van 1954 wer
den de Britse huiskamers in contact ge
bracht met negentien Europese steden. En-
WAAR MEN OOK GAAT, overal ont
waart men op daken en aan gevels televi
sie-antennes in de vorm van een „h" of
een „x". De Engelsen zijn een echt kijk
lustig volk. Ze krijgen nooit genoeg van
revues en operettes of van historische
schouwspelen, welke zozeer in ere worden
gehouden. Daarom sloeg de televisie hier
misschien sterker in dan elders.
De Britse T.V. kwam op het psycholo
gisch juiste moment. Men lag het buiten
land, inclusief de Verenigde Staten, meer
dan een slag voor en nog steeds blijft de
BBC pioniersarbeid verrichten. In het af
gelopen jaar nam het aantal T.V.-vergun-
ningen met ruim een millioen toe, een gro
tere aanwas zelfs dan in het recordjaar van
de kroning, terwijl er nog geen enkele aan
wijzing is dat men het verzadigingspunt
heeft bereikt. In 1954 gingen 3616 verschil
lende programma's de lucht in en werd
er in totaal voor uitzendingen, materiaal
en nieuwe gebouwen zestig millioen gul
den besteed. In de snel verrijzende tele-
visiestad White City zijn reeds studio's en
tweehonderd kantoorlokalen in gebruik.
Elke dag wordt er vijf uur uitgezonden
en soms komt er nog wel eens een half
uurtje extra bij. Het dagelijkse kinderuur
is een enorme attractie. Iedereen betreurt
diep het heengaan vorige week van Annet-
ta Mills, die het gevierde marionetten-
muilezeltje Muffin schiep. Een nieuwigheid
is dat de BBC voortaan wekelijks drie pro
gramma's van een kwartier zal uitzenden
voor kleuters.
Aan de horizon verschijnt reeds de ver-
Schureii en stallen, kale bomen, sneeuw: winter bij het boerenerf
LONDEN (United Press). De BBC
heeft Ai'is Scott, die sedert Maart
opgetreden is als gastomroepster bij
de televisie, medegedeeld dat niet
langer van haar diensten gebruik
gemaakt zal worden. Een woord
voerder heeft verklaard, dat haar
persoonlijkheid „niet paste bij de
omroepstijl van de BBC" en dat deze
steeds overschaduwde wat ze te zeg
gen had. „Ze was te opgewekt, te
sprankelend en te levendig voor een
intiem en vriendelijk medium als
televisie", aldus de BBC.
De voormalige omroepster had een
geheel andere uitleg. „Mijn persoon
lijkheid" zo heeft ze volgens de
Londense Zondagsbladen verklaard
„is blijkbaar te krachtig voor hun
nieuwe politiek". De bladen accen
tueerden haar verklaring door een
foto af te drukken van Avis in een
uitbundig gedécolleteerde avondjurk.
commerciële programma kan een heilzame
invloed uitoefenen door de BBC, welke
immers tot dusverre een monopolie bezat,
voor inslapen te behoeden. Het hangt bo
vendien van de reacties van het publiek af
of de commerciële zenders zich inderdaad
op rommel zullen toeleggen, zoals door
velen gevreesd wordt. Naarmate de BBC
de smaak van de kijkers verhoogt, zal de
concurrentie ook met programma's van een
beter genre moeten komen. Indien de ver
onderstellingen van de BBC juist ziin, dan
zal de onderlinge wedijver niet voeren tot
algemene vervlakking, maar juist tot ver
betering van het peil. Want de meeste kil-
kers en luisteraars blüken over een scherp
oordeel te beschikken en zijn allerminst de
slaaf van hun toestellen.
Bovendien bevat de nieuwe televisiewet,
waarbij de reclame werd ingesteld, waar
borgen tegen uitwassen. Reclame in do
tekst zal verboden zijn, zodat een sym-
phonie van Beethoven niet kan worden on
derbroken door een opwekking tot het ko
pen van tandpasta. De enige reclame, welke
is toegestaan, zal aan het programma voor
afgaan of er op volgen.
geland mag in politiek opzicht nog aarze
lend staan tegenover het continent, de te
levisie zal er in elk geval wel voor zorgen,
dat het aloude, thans zozeer wankelende
Britse isolement in de geest wordt over
wonnen.
Thans gaat het zich richten op Joego
slavië en de drie Scandinavische landen.
Zo wordt Europa ingesnoerd en vervaagt
het begrip „buitenland" hoe langer hoe
meer voor alle landen, welke in het tele
visienet worden gevangen....
Ontegenzeggelijk heeft de BBC-televisie
een diepe invloed op de algemene blikver-
ruiming. Want T.V. is niet slechts een ont
spanningsmiddel in de banale zin van het
woord, dat zich toelegt op puur amuse
ment. De bedoeling van de T.V. is om de
mensen uit hun vaak enge belangstellings
kringetjes te halen door voorlichting, op
voeding en vermaak.
Een andere aantrekkelijke vaste uitzen
ding betreft praatjes over de Londense
dierentuin, waarbij men zelfs een expedi
tie naar West-Afrika te zien kreeg, waar
zeldzame dieren werden gevangen. Een
groot publiek wordt ook getrokken door
het programma Internationaal Commen
taar waarin onder meer de sociale en po
litieke toestanden in verscheidene landen
worden behandeld, met directe of gefilmde
interviews van belangrijke figuren. Op
deze manier kwijt de T.V. zich op unieke
wijze van haar voorlichtingstaak.
Een serie is in voorbereiding over de
grote godsdiensten ter wereld. De televisie
neemt daarom in allerlei opzicht het ka
rakter van een ware volksuniversiteit aan.
ZAL DE COMMERCIëLE televisie nu
roet in het eten «ooien? De BBC zal de
handschoen tegen de nieuwe concurrent
opnemen door met nóg groter energie en
vindingrijkheid zich aan de haar door de
overheid gestelde taak te wijden, maar niet
door klakkeloze navolging van eventuele
laag-bü-de-grondse commerciële uitzen
dingen, die bestemd zijn om het grootst mo
gelijke aantal kijkers te bereiken. Het