-Thalia- Trawler „Haarlem" in aanvaring met stoomschip „Trajanus" De grootste trawler ooit hier gebouwd kent nog forsere broers Havenberichten Raad voor de Scheepvaart Kennemer t Lantaarn Nederlandse trawlerbouw een niet te verwaarlozen tak der scheepsconstructie-nüverheid Old Clothes New Om de leiding in de tweede klasse WOENSDAG 26 JANUARI 1955 5 LANGS SLUIZEN EN HAVENS Noorse haringexport naar Oost-Europa en de VS Burgerlijke stand Velsen Om het damkampioenschap van „Groot IJmuiden'1 DRY CLEANING ONLY Julia de Gruyter bij „Jan van Dommelen" Dammen in Kennemerland Half koek en ei Vanwege de hoge eisen die aan een trawler worden gesteld is voor de bouw van dit soort schepen speciaal vakmanschap nodig en sedert het einde van de vorige eeuw hebben enige Britse- en Duitse werven op dat terrein naam gemaakt. In IJmuiden hebben we bijvoorbeeld Engelse trawlers gekend, die veertig jaar achtereen inten sief aan de visserij hebben deelgenomen. Men zou hieruit op kunnen maken, dat werven in ons land geen trawlers hebben gebouwd. Nidts is minder waar. De in middels opgeheven werf van Bonn Mees in Rotterdam bouwde aan het einde van de vorige eeuw al trawlers voor Frankrijk. Een Franse rederij betrok in het begin van de dertiger jaren enige motortrawlers van de Scheepswerf van P. Smit jr. in Rotterdam en van de werf Stapel in Spaarndam. In diezelfde tijd stonden Belgische motortrawlers op stapel in Vlaardingen en in Bolnes. En dan niet te vergeten de IJmuidense rederijen die trawlers in ons land lieten bouwen, o.a. bij de Nederlandse Scheepsbouw Mij., Wilton-Fcyenoord, Arnhemse Stoomsleephelling Mij. en de wer ven van Boot, zowel in Alphen, Leiden als in Woubrugge. Er bevinden zich trawlers onder, die vroeg of laat naar het buitenland werden ver kocht en nu nog in 'ienst zijn; van de laatste tijd zijn het Ie „Job Gouda". ..Colombo" en „Toronto" die de naam van de N.V. Scheepsbouwwerf De Dageraad ver over de oceaan uitdragen. Vit het buitenland Andere werven kregen na de oorlog recht streeks verstrekte opdrachten uit te voeren. Uit Portugal kwamen bestellingen binnen voor de bouw van trawlers en kabeljauw- vaarders, grote schepen die in ons land niet worden gebezigd. Ook Frankrijk liet grote trawlers in ons land bouwen en enkele weken geleden is er weer één door de N.V. Scheepsbouwwerf Gebr. Pot afgeleverd. Deze in Bolnes gevestigde werf bouwde enige jaren geleden een kabeljauwvaarder voor Portugal en kreeg daarna een bestelling van de Société Hêvraise de Pêche te Le Havre voor de bouw van een 1371 reg. ton bruto metende motortrawler, welke in Juli 1951 onder de naam „Saturnia" werd afge leverd Genoemde Franse visserij maatschappij is inmiddels gecombineerd met de Société Fécampoise de Pêche te Fécarnp. De ..Sa turnia" voldeed ruimschoots aan de ge stelde eisen en besloten werd een soortge lijk schip te laten bouwen en weer was het Gebr. Pot. die met de bouw werd belast. Dit was begin van het vorig jaar. De kiel werd gelegd op 15 April. De tewaterlating vond plaats op 30 Aug.. waarbij het schip de naam „Geneviève le Borgne" kreeg. Op 3 Januari van dit jaar kon deze fraaie aanwinst van de Franse vissersvloot ter proefvaart en enkele dagen later vertrok het schip naar de thuishaven. Een foto van deze grote motortrawler, ge nomen tijdens de proeftocht, is hierbij afge drukt. (Wij hebben aan dit schip reeds eerder uitvoerig aandacht besteed. Red.) De „Geneviève le Borgne" meet 1397 bruto reg. ton en is 26 ton groter dan de „Saturna". De netto tonnage bedraagt 597 ton, de lengte over alles 72,80 m, de lengte tussen de lood lijnen 64 m, de breedte 11 m, de holte 6,05 m en de diepgang 5,08 m. De Ma.A.N. motor ontwikkelt 1650 pk. Nog niet eens de grootste De „Geneviève le Borgne" is de vierde motortrawler, die na de oorlog voor de Havraise de Pêche is gebouwd. Het is de nieuwste, doch niet de grootste trawler van de rederij. De „Ginette le Borgne"' en de Minerva" meten namelijk elk 1662 bruto reg. ton. Deze schepen zagen het levenslicht in de Verenigde Staten, respect, in 1947 en 1948, gebouwd bij Bath Iron Works in Bath. De enige voor-oorlogse trawler van de maat schappij is de in 1930 gebouwde 869 ton metende „Urania". De Fecampoise de Pêche bracht uit sluitend voor-oorlogse schepen in toen deze zich met de rederij in Le Hêvre associeerde. Een. van de drie schepen verkreeg men na de oorlog en is indertijd één der grootste Duitse trawlers geweest, namelijk de in 1938 bij Seebcck gebouwde „Jan Mayen" van 694 ton, welke als „Cap Nord" voor ge noemde rederij onder Franse vlag is ge komen. Op de Noordzee zullen we de „Geneviève le Borgne" F. 1124 niet aantreffen. Het ar beidsveld van deze grote moderne motor trawler, met vele soortgelijke schepen van Frankrijk, Portugal en Spanje ligt aan de overzijde van de Atlantische Oceaan bij Newfoundland en aan de kust van Groen land. OSLO (NTB) Het Noorse ministerie voor de visserij heeft bekend gemaakt, dat in Maart, April en Mei ongeveer 50.000 ton gezouten haring naar de Sovjet- Unie zullen worden uitgevoerd op grond van een kort geleden door Noorwegen met de Sovjet-Unie .gesloten contract. Er zul len 20 a 23 duizend ton gezouten haring verkocht worden aan Oost-Duitsland, Tsjechoslowakije, Polen en de Verenigde Staten. GEBOREN: C. J. M. EpskampComman deur, d., Bonekampstraat 9, IJmuiden-O.; C. A. Foekema—Melis, z„ van Saclenplantsoen 2, Velsen-N.; C. E. van EerdeJansen, z., Bonairestraat 39. Santpoort; J. Duijvelshoff —Zwaan, z„ Wijk aan Zeeërweg 65, IJmui- den-O.; B. P. J. SchulteTeunissen, 2 d., Koningsplein 17 rd, IJmuiden. OVERLEDEN: H. Feenstra, 87 j„ weduwe van J. J. Hui- zinga, Driehuizerkerkweg 84, Driehuis. (Nadruk verboden) ARIE VAN DER VEER ADVERTENTIE (het theater met de beste films) Donderdag a.s. 8 uur vertonen wij in één speciale voorstelling het aangrijpende filmwerk KINDEREN IN NOOD (Een nieuwe morgen) Het ontroerende verhaal van kinderen van onze tijd. Een film. die tot uw hart spreekt 1 '"T'vfili Dit slagschip-van-een-trawler is inmiddels al onderweg naar de vangstgebieden langs de Noordelijke kusten van Noord-Amerika. Als onderdeel van de wedstrijd om het damkampioenschap van Kennemerland wordt begin Februari de jaarlijkse wedstrijd om het damkampioenschap van ..Groot-IJmui- den" gespeeld. Voor de hoofdklasse hebben ingeschreven L. Vooys, Tommy Postma, Wim v. Wort, J. v. Straten. P. v. d. Berg. ir. Krijgsman, B. Dukel, K. de Jong en titel houder S. Swier. Er wordt een enkele ronde gespeeld. De twee bovenste spelers komen in de finale om het kampioenschap van Kennemerland. Voor de overige klassen staat de inschrijving nog open. Dinsdag 25 Januari kwamen de haven van IJmuiden binnen: San Vulirano van Swan sea. Grebbestroom van Liverpool. Jutland v. Swansea. Waterland van Buenos Aires. Rien Teekman van Geffle. Margriet L van Lon den. Friso van Mosley. Vertrokken zijn: American Lawyer naar Rotterdam. Stong n. Rotterdam. Hoflaan naar Rotterdam. Violette Erica naar Gent. Lydia naar Rotterdam. Torun naar Gdynia. Berthil naar Rotterdam. Laurencian Valley naar Port Said. Amstelkroon naar Glasgow. Diamant naar Bremen. Reggeborg naar Hel- singborg. Pieter S naar Swansea. Falcon n. Londen. Jutland naar Gdynia. Pollux naar Rotterdam. Liibock naar Norrköping. Eem- stroom naar Huil. Vechtstroom naar Leith. ADVERTENTIE Koningsplein 10 - Telefoon 4886 Toneelforum in Santpoort Op de toneelavond van de toneelvereni ging „Jan van Dommelen" in zaal „Zomer- lust" te Santpoort op Zaterdag 29 Januari, waarop door de leden zal worden opge voerd „Een glas bier" van J. B. Priestley, zal ook de bekende artiste Julia de Gruy ter optreden. Voorts wordt een toneelforum gehouden. Medewerking hieraan is al toe gezegd door de heren A. J. van Leusen, arts te Velsen; C. de Jong te Driehuis, voor zitter van de sectie toneel van de „Velser Gemeenschap"; J. Folkertsma, redacteur van ons blad en G. W. F. de Man, Cultu reel Ambtenaar van de gemeente Velsen. Voorzitter is de heer A. Tabernal. Nog enige andere plaatsgenoten zijn ook uitge nodigd in het forum zitting te nemen. TEGEN HET MIDDAGUUR VAN MAANDAG 19 JULI van vorig jaar verliet de IJmuidense stoomtrawler „Haarlem", IJM 9, geassisteerd door de VEM-sleepboot „l'Avenir 2" de Zuidzij tegenover het gebouw van de. rederij om onder commando van schipper L. Blok een nieuwe reis naar de negenenvijftigste breedtegraad te beginnen. Ruim een half uur na het vertrek lag de zevenenveertig meter lange trawler echter al weer aan de kant; met een deerlijk gehavende verschansing aan bakboord vlak achter de boeg. In het Zuider-Buitenkanaal was de trawler in aan varing gekomen met het naar Amsterdam opstomende K.N.S.M.-stoomschip „Tra janus", welk schip flinke schade aan de voorsteven opliep, maar de reis kon voort zetten. Langer dan anderhalf uur heeft de Raad voor de Scheepvaart te Amsterdam gisteren schipper Blok van de „Haarlem" aan een onafgebroken reeks van vragen onderworpen. Later zal de zitting worden voortgezet, wanneer de kapitein Daniel L. Stephenson van de „Trajanus" kan worden gehoord. Tijdens deze zitting werd onder zocht of schipper Blok mede schuldig is geweest aan de aanvaring. De 431 ton metende „Haarlem" kwam op de bewuste 19e Juli om tien minuten over half twaalf los van de Zuidzij. De sleep boot „l'Avenir" verleende hierbij assisten tie en trok de trawler slaags. Schipper Blok, die met zijn stuurman op de brug stond, liet op ongeveer twintig meter van de kop van de Vissershaven een stoot op de fluit geven, ten teken dat de sleepboot kon losgooien en de „Haarlem" zich ver der wel alleen kon redden op haar uitreis. „Het hele schip volk stond aan dek en op de bak," vertelde schipper Blok als antwoord op vragen van de voorzitter van de Raad, prof. mr. J. Offerhaus. „Op de bak stonden minstens twee man om de tros in te nemen en om uit te kijken bij het verlaten van de haven." Op de brug van de „Haarlem" konden de mannen over de kop van de Vissershaven kijken. Er was geen verkeer. Er was niets te zien, maar er stond een aardige bries en het water was niet bepaald laag. Over de dijk bij de semaphore zag Blok toen plotseling een zeeschip van buiten naderen. Hij schatte de afstand op 300 meter; de stomer was vlak bij de sema phore. Toen de sleepboot nog niet had losgegooid, had men op de brug beslist geen ander schip gezien. Wanneer dit wel was gebeurd, had de sleper kunnen vast houden en had de „Haarlem" achter de sleepboot in de havenuitgang van de Vis sershaven kunnen wachten tot een in- of uitstomend schip was gepasseerd. „Het kan nog" „De trawler had al enige vaart en ik moest wel gaan stomen, want de wind kracht was zeker vijf uit het Noord-Wes ten", deelde schipper Blok de Raad mee. „Toen ik die stomer zag, dacht ik nog mak kelijk voor dat schip te kunnen oversteken naar het fort toe. Ik moest ook vaart hou den. om niet op de kop van de haven te komen." „De kapitein van de „Trajanus" beweert in zijn verklaring, dat hij voorzichtig heeft gevaren," deelde de voorzitter mee. „Nou, voorzichtig," meende Blok. „Die Trajanus kwam plotseling ook naar de fortzijde en gooide het stuurboord-anker uit. Met de steven ramde hij ons toen aan bakboordskant". „De „Trajanus" voer bij de piertjes bij de Semaphore," ging de voorzitter verder, „dat verklaart de kapitein van het stoom schip. Op dat moment verliet de „Haarlem" de haven." Over de afstand tussen de trawler en de stomer ontstond vervolgens een hele strijd tussen de schipper en de Raad. Schipper Blok dacht driehonderd meter afstand, maar toen de kaarten ter tafel kwamen, werd het 450 meter. Een tweede punt, Gevaarlijke koppigheid Hier en daar stuit de Velse- naar op stukjes braakliggende grond, die in het ioegprofiel vooruitsteken en de fietser dwingen een capriool te maken, welke hem tot in de onmiddel lijke nabijheid der langs-sui- zende autowielen brengt. Dat gebeurt elke dag 232 keer op de Bloemendaalse- i straatweg, waar op de grens van geasfalteerd Bloemendaal en beklinkerd Velsen een hard nekkige huiseigenaar zijn voor tuintje niet wil laten besnoei en. Dat gebeurt op de hoek van de Terrasweg. waar een kapsalon voorzien is van een zwarte sintelvlakte, die even eens een durend strijdpunt vormt tussen gemeente en eige naar. En zo zijn er meer voor beelden van botsende opvattin gen over mijn en djjn, die elk uur andere botsende voorval len ten gevolge kunnen hebben. Door de onverwachte nederlaag, die Haarlemse Damclub 3 met 14—6 tegen Be verwijk 2 leed is met geen mogelijkheid te voorspellen welke club het afdelingskam pioenschap zal veroveren. De wedstrijd tus sen DCIJ 3 en Sportief op Vrijdagavond in het Cultureel Gebouw gaat dan ook om de leiding van deze afdeling. De uitslagen luiden: Hoofddorp—VKD 2 1010; Haarlemse Damclub 3Hoofddorp 128; KNC 2-BDC 3 7-13; VKD 2-Spor- tief 4—16; Halfweg 2—Haarlem—OK 2 6-12; CruquiusStabiel 6—14. De stand in de afdeling is nu: gesp. pnt. V. t. 9 13 93 87 8 12 98 62 8 12 97 63 9 13 104 76 9 11 95 85 9 11 85 95 9 10 85 95 9 6 83 97 9 4 76 104 8 3 69 91 8 2 51 99 7 0 66 74 1. Haarl .Damclub 3 2. DCIJ 3 3. Sportief 4. Stabiel 5. Beverwijk 2 6. Hoofddorp 7. VKD 2 8. KNC 2 9. Beverwijk 3 10. Cruquius 11. Halfweg 2 12. Haarlem O. K. 2 Cruquius heeft twee, Haarlem O K 2 in totaal vier strafpunten voor het niet opko men bij vastgestelde wedstrijden. De wed strijd DCIJ 3—Haarlem O K is vastgesteld op 9 Februari. Nog te spelen programma DCIJ 3 speelt nog met Haarlem OK. Spor tief en Haarlemse 1 imclub 3: Sportief ont moet DCIJ 3. KNC 2 en speelt nog een af gebroken wedstrijd; Haarlemse Damclub 3 speelt met VKD 2 en DCIJ 3; Stabiel speelt nog twee wedstrijden tegen Haarlem OK 3 en VKD 2. Het privaatrecht zij ons al len heilig en onaantastbaar is des burgers eigendom: het mo ge goed zijn dit te overwegen, maar ik herinner mij in het verre Hillegom ook zo'n hard nekkige enclave in de weg, die op een droef moment, jaren ge leden. een e#nstig ongeluk op leverde doordat een motorrij der tegen het tuinhek reed en deerlijk gewond raakte. Toen heeft die eigenaar pas water in de wijn gedaan en de weg is rechtgetrokken. Kan er ook in de Velsense gevallen, waar de gevaren van de weggebruiker steeds onontkoombaarder wor den, geen rede voor recht ge schieden en kan er aan weers kanten niet eens gedacht wor den aan het gevaar, dat deze uitstolpingen opleveren Dan maar een paar centen meer van de kant der overheid en 91 een paar centen minder voor de eigenaar. van één der koplampen te hou den en het zicht dus te vergro ten. Maar de in ons land toch al mistroostig-slechte regeling der autoverlichting wordt er verder mee de das omgedaan en het gevaar van dit boosaar dige spelen met draadjes is uitgebreid genoeg, om er di rect zoveel mogelijk stokjes voor te steken. Op de rijksweg komt het herhaaldelijk voor, dat zware vrachtauto's onder deze vlag rijden met alle verbiindingsri- sico's van dien en ik zou de dienstdoende gezagsdragers met klem willen verzoeken deze half-om-half-lichtzinnigen met harde dwang op hun on gelijk te wijzen. Autoped terug Het was haast een kleine tragedie geworden met Kees Schaap van het Moerberg- plantsoen. De kleine man raak te op een kwaaie dag zijn auto ped kwijt op het schoolplein. En mag zulks in een normaal geval al een wereld-teisteren de schok zijn voor een kind, voor Kees kwam de slag dub bel aan, omdat hij op dit rode vervoermiddeltje is aangewe zen als kinderverlammingspa tiëntje. Alles in rep en roer, ieder een verontwaardigd en als te elfder ure niet de „step" was opgedoken, had ge hier zeker een vlammende smarlekreet gelezen. Zonder dat is het echter ook in orde gekomen: via een klei ne medescholier en oom Jaap en nog een jongetje heeft Kees zijn autoped weer in handen. Mooi werk, kleine speurders beterschap Kees! Als de krant tevreden schrijft, dat het allemaal koek en ei is met de gèmeente, die in Velsen een dikke drieduizend huizen bouwde en aan brede bevolkingsgroepen verhuurde, allemaal op de uitzonderingen na, die er in dit mensenwerk nu eenmaal altoos zullen ronddolen, dan garandeer ik u, dat één dezer uitzonderingen zich met forse tred komt mélden. „Uitzondering present!" Half en vol Er ontstaat een huivering- wekkend-gevaariyke gewoonte onder bepaalde weg-verkeer- ders, om net zolang met de draadjes hunner koplampen te knoeien, tot het ene. licht vol en het andere half schijnt. Dat is dan begonnen om, ook als er voor een tegenligger ge dimd wordt, het volle profijt In dit geval was het een ove rigens vriendelijke huisvader uit de Waalstraat, die ietwat knersetandend, las over de 77 nieuwe huizen aan de Lange Nieuwstraat, welke terecht pu bliekelijk werden opgehemeld wegens de service van de ge meente en zo. Hij zag dat van de uitzon deringen op de regel en voelde zich prompt een derzelve. Want, zo schrijft hij mijeen gezin met twee kindjes kreeg een groter huis in de Waal straat van de gemeente toege wezen. Pas op Vrijdag tussen 2 en 4 uur werd de sleutel voor het nieuwe huls afgegeven: Zater dag om 12 uur moesten ze maar zien, dat ze het nieuwe nest op orde hadden, want dan kwamen er andere snakkerds in het oude huis. Dat „moeten",, zegt de dienst voor de Volkshuisvesting, waar het ook niets dan vriendelijke mensen zijn, is wat te sterk: de huurders dóen het meestal, omdat ze anders voor twee huizen opdraaien en in een ge val als het onderhavige is het wel eens rap stuivertje wisse len om iedereen aan een dak boven het hoofd te helpen. Vrijdag te vijf uur werden gas en water aangesloten, Zater dag volgde de electrische stroom. En dat op een donkere win terse dag, krijt de Waalstra- ter. „Welaan" antwoordt de overheid: als het huurcontract getekend is, spoedt u dan hoogst-eigenpersoonlijk naar gas, water en P.E.N. opdat ge snel geholpen wordt". Dan heeft deze schrijver een borgsom voor het oude huis (f 35) betaald, die pas na con- tróle wordt teruggegeven, een 3chadepostje dus gedurende enige tijd, want hij moet er op wachten en inmiddels ook maar weer die nieuwe woning voldoen. Tja om u openhartig te antwoordenik vind die f 15 niet zo veel. Stelt u voor, dat ge en dat gebéurt mèt spijkerschoenen de deuren hadt dichtgetrapt en de daardoor ontstane schadenou ja, gc vat me wel. In dit opzicht moeten de goeden wel eens on der de kwaden lijden, hetgeen bepaald geen strikt-Velsens verschijnsel is. Tenslotte de door de bewo ner betaalde kosten van „ont- duplexing": deze Velsenaar telt mij voor, dat hij in de vjjf jaren van zijn bewoning f 748.80 heeft „gelapt" voor „ontduplexing" en f 124,80 voor de geyser, gebruikt of niet. Accoord, heer, maar de „du plexing" is daar ook uit gefi nancierd en dat liep toenter tijd in de papieren, mag ik wel verklappen. Die geyser zou u natuurlijk ook zelf hebben kunnen betalen, maar dan was het periodieke onderhoud, de aa nleg der warmwaterlei ding en de afschrijving óók uit uw beurs gezogen en weet ge wel, dat dit stroppen kan op leveren, waar mensen als u en ik de bibber van zouden over houden Nee, echt ik wil de overheden geen stroop onder de neus wrijven, maar het gaat in Velsen goed. Best zelfs. Ver geet bovenal niet, dat wij al len, toen we om een huis zaten te springen er èlles voor over hadden en dat we nu, x- jaar later, een beetje aan het ver geten z\jn geslagen en wel eens geneigd zijn tot critiek, die bij enig nadenken niet altoos houdbaar bljjft. Inmiddels, be dankt voor de kans, om dit probleem, dat vele niemvbouw- bewoners bezig houdt, uiteen te zetten. Als ge het er niet mee eens zflt, gaarne als nog! LAMPENIER waarover schipper Blok heel wat vragen had te beantwoorden, vormde het gegeven sein. „Ik zat ook een beetje in de boot," zei Blok. „Ik verliet de haven ei) toen ik hem zag, dacht ik wat stuurboord uit te halen en zo gauw mogelijk naar de overkant van het kanaal te lopen. Vandaar die trek aan de fluit, een korte stoot." „Maar die korte stoot mislukte juist, zei de voorzitter. „Op de Trajanus hoorde men een heleboel verwarrende stoten." „Ja, juist, ik wilde een korte stoot geven ten teken, dat ik de noordkant van het vaarwater zou gaan houden, maar de fluit op de „Haarlem" bleef hangen. Later bleek dat ding over de kop getrokken." Bepalingen De voorzitter sneed een ander punt aan. „Wanneer u een haven als die van IJmui den verlaat, dan mag u het vaarwater niet oversteken, wanneer een ander vaartuig daarvoor van de koers moet afwijken.' „Dat is een bepaling, weet u dat," vroeg de voorzitter. „U mag een ander schip niet in de weg zitten. Dat wil ijc nu wel eens bespreken met u." „Goed," zei schipper Blok. „Dat doen we." „Ik lag daar aan de overzijde van het vaarwater tegen het fort aan, gedwongen door de omstandigheden," zei Blok. „Ik heb de Trajanus pas gezien, toen we de haven verlieten. Was hij dichterbij ge weest, dan had ik hem eerder gezien en had ik de „Haarlem" gestopt. De Trajanus ging plotseling de noordkant houden, hij gooide het anker over stuurboord uit en raakte me daarna vlak achter de bak." W „Zo is dat De Raad schoot er niet veel mee op en stapte tqrug op de seinen op de stoomfluit. Het attentiesein van de Trajanus had schipper Blok niet gehoord, doordat de fluit van de Haarlem zo'n herrie maakte, toen hij bleef hangen. De twee korte stoten van de Trajanus, die op het attentiesein volgden, heeft schipper Blok ook niet ge hoord en de herhaling daarvan evenmin. De Haarlem had wel het attentiesein bij het verlaten van de haven gegeven en het sein van stuurboord-vaarwater-houden mislukte helaas. Aldus verklaarde schipper Blok ter zit ting van de Raad. Maar in de schriftelijke verklaring, die de dag na de aanvaring werd opgemaakt, stond het allemaal an ders. Hij had wel degelijk seinen gehoord. „Hoe zit dat", wilde de Raad weten. „Zoals het op papier staat, zal het wel geweest zijn." antwoordde de schipper. „Dus we gaan er van uit, dat u toch een korte stoot hoorde, nadat u juist bij het verlaten van de Vissershaven de Trajanus had opgemerkt." „Zo is dat," antwoordde Blok. Verwarrende seinen Nadat een attentiesein van de sleroboot ter sprake was gebracht „Kan ik me niet herinneren, ik bemoei me met m'n eigen schip," zei Blok ging de Raad al weer op de verwarrende seinen irt. „Voordat ik de Trajanus zag, gaf ik al een sein bij het verlaten van de haven," zei Blok. „Niet omdat u hem toen zag?" „Nee, nee, nee, dat was later bij die lange stoot, de mislukte korte." Half of hard „Ik dacht met de Haarlem stuurboord uit te gaan. De trawler ging niet erg hard en daarom zette ik hem halve kracht, ik wilde zo gauw mogelijk het kanaal over steken," voegde Blok er aan toe. „Ik zag aan de stoom uit de stoomfluit van de Trajanus dat'ie stuurboord hield," ging Blok verder, toen de voorzitter dit uit de verklaring voorlas. „Als het in de verklaring staat, zal het wel zo wezen ook'.' En daarna vervolgde Blok met: „Dat weet ik niet meer. Ik zit er niet meer zo in. Ik zit te prakkiseren, wat er toen gebeurd is." Die stoom uit Trajanus' fluit zag Blok, toen hij juist zelf een korte stoot wilde geven als sein voor het stuurboord houden. „Het sal weP* „In uw verklaring zegt u," ging de voor zitter verder, „toen de Haarlem over de helft van het vaarwater was, vermeende ik twee stoten van de Trajanus te horen. En net vertelt u die niet gehoord te heb ben." „Staat dat ook al in de verklaring?" vroeg Blok. „Nou, dan zal ik het wel ge hoord hebben." „Goed, dan gaan we daar ook van uit," hervatte de voorzitter. Afstand en snelheid De afstand kwam nog eens ter tafel. „Als het driehonderd meter is geweest, zoals u hebt geschat, had u niet mogen oversteken," meende de voorzitter. „Nu meten wij de zaak na en komen we aan 450 meter. U kunt niet goed schatten, dit was te weinig." „Ach, ik wist wel zeker dat ik voor hem over kon," meende Blok, „maar toen ik met de neus op het fort zat, zag ik die Trajanus bakboord uithalen. Had hij koers gehouden, dan had die K.N.S.M-'er achter me langs kunnen gaan." De snelheid kwam ook weer ter sprake. „U zei juist, even halve kracht te hebben gevaren, maar uw machinist zegt, dat de machine op volle kracht vooruit heeft ge staan." „Zo," zei Blok, „nou, dat kan ook wel wezen." „Ja. hebt u hem nu volle kracht gezet, ja of neen," wilde de Raad weten. „Dat zal wel," meende Blok. „Ik heb hem harder gezet, omdat'ie te zacht ging en ik vlug wilde oversteken. En zo'n stoommachine geeft niet full-power bij halve kracht in het begin. Vandaar even die volle kracht." „Zo," zei een der leden. „Maar toen u tegen het fort aanzat en vol achteruit moest slaan, deed de machine het prima. Toen had u wel volle kracht." „Ja, hij ging achteruit," zei Blok. „U bent zeer verwarrend," meende de voorzitter. „Ik kan er mee lezen en schrijven, mei die Haarlem, zijn achteruit heeft een reus achtig vermogen," voegde Blok er nog aan toe. Admiraal Brouwer bouwde inmiddels nieuwe vragen. „Die korte stoot werd een lange stoot en een enorme mislukking," stelde de heer Brouwer. „Ja," meende Blok. „Dat is aan de aan varing een heel groot ding geweest." „Die ander moest wel voor een misver stand komen," meende de heer Brouwer. „U kwam gillende de Vissershaven uit. Ze zagen u komen en zelfs vaart vermeerde ren." „Hij had stuurboord wal moeten houden," zei Blok. „Ja, maar bij die flinke noord-westelijke bries, wat had u dan gedaan? Ook noor delijk vaarwater aangehouden. En boven dien moest hij naar de Middensluis," zei de heer Brouwer. „Ja, hij kwam naar het fort toe, het was onverklaarbaar en ik had het echt niet kunnen denken," besloot Blok. „Vindt u het aan te bevelen om vlak voor een schip een vaarwater over te ste ken?" wilde de heer Brouwer nog weten. „Ik dacht, er is makkelijk ruimte ge noeg," zei Blok. „Was de Haarlem in het midden van het vaarwater geweest, dan was u nog met de trawler met de hakken over de sloot gekomen," meende de heer Brouwer. „Nee, nee," verweerde Blok zich, „wan neer ik had gezien, dat het niet ging, dan was ik om het fort heengegaan." Te ver „En moet u 's horen," zei Blok tenslotte. Er gebeuren daar bij die kop van de haven meer van die dingetjes. Van die aanvaringen. Laten ze op de kop een sig naal maken, dat er een schip aankomt." „Nu gaat u te ver," riep de voorzitter fel. „Ik heb acht punten gevonden die tegen u pleiten en die tegenstrijdig zijn." Moesten ze op die Trajanus maar gok ken of u naar Amsterdam ging of naar de Noordzee," vroeg de voorzitter nog. H„Die loodsen ziin toch ook niet achter lijk," meende Blok. „Die zullen niet weten waar wij heengaan." „En die afstanden," vroeg de voorzitter nog eens. „Wanneer we de zaak nu eens berekenen, bent u aangevaren op een plek, die 38 meter uit de oevèr van het fort ligt." „Is die breedte van het water daar 100 meter?" vroeg Blok. „Ja. zie maar," rekende de Raad voor. „Ach-," meende Blok, „die 38 meter, ik zit maar te gissen, moet u denken. Laten we nu geen spijkers op laag water gaan zoeken." „Echt, u kunt niet schatten." zei de voor zitter. „Acht en dertig meter schat u te veel, 300 meter te kort." Men was het uiteindelijk er over eens, dat de Trajanus de Haarlem op 20 meter uit de wal ramde. Over enige weken wordt de kapitein van de Trajanus en de loods in deze zaak ge hoord. VISSERIJBFRICHT SCHEVENINGEN SCHEVENINGEN, 25 Januari. De aan voer van verse vis i it zee was hedenmorgen gering. Aan de markt kwamen drie kust- vissers met in totaal f270 aan verse vis. Leden van het Amerikaanse leger lossen bij Parijs haastig rubberboten en reddings materiaal om zich te gaan voegen bij de reddingsploegen die hulp bieden aan de slachtoffers van de ergste overstroming welke Parijs de laatste dertig jaar gekend heeft.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1955 | | pagina 7