Breskees» vier eiaaedee laeg dé Nederlaedse harieghavee De zwarte spin Zie Boven Mimicry van manen „Rijdende preekstoel" als novum in zendingsarbeid Clowntje Rick 80.000 kisten in Januari Meer dan zestig kotters op de haring-spativisserij in het Kanaal Gediplomeerde Auto- Motor- en Scooterrijschool AREND REYM 'n Tip van Brasser! zaterdag 5 februari 1955 4 Voor de kinderen Nieuwe „Nestor" voor Katwijk Fietsen bij het voetbalveld „Emanuel" wijdt auto vanmiddag in FEUILLETON door Mark Cross IN HET EERSTE VAGE MORGENLICHT van de tweede Februari slipte een gans vlootje van een veertigtal Breskense en Arnemuidense kottertjes het haventje van Breskens uit. In een wegvagende mist trokken de scheepjes de zeegaten van de Wester Schelde in om op zoek te gaan naar een dagvis serijtje, wat garnaal en een mandje sprot. Aan de havenkant was het nog stil. Twee kotters bleven er over aan de kille. natte steiger. Daar werd bedrijvig gewerkt. De motor van de Br. 22 de „Magdalena" van Van der Broecke wilde niet meewerken en daar bleef een collega bij assisteren. In de walm en bij het oranje-gele licht van een brander bewerkten een aantal mannen de motor, die het steeds weer na enig hakkelen begaf. Tegen het licht van de magnesiumlampen aan de grote weg van de pontsteiger tekende zich in flauwe contouren het scheepswerfje met de op de helling staande „Cap Lizard" af. Lief en stil was het daar in de ochtend aan Breskens haven. Ook bij de vishal, waar alles nog ver laten lag en de meeuwen opwiekten en schreeuwden. De trailers en vrachtwagens van Boon uit IJmuiden, van Du Bois uit Breskens stonden er klaar voor de nieuwe vrachten haring, die straks aangevoerd zouden worden. Haring, die nu nog in de ruimen van tal van kotters lag gepakt. Op de TX. 24. de 32, de SCH. 18, de 65, de UK 76 en 28, die door de Wielingen na een tweedaagse reis in het Kanaal naar Breskens stampten om de vangst aan wal te brengen, zou de bedrijvigheid van de wintermaanden in de Breskense haven in de loop vap de ochtend terugkeren. Duizenden manden haring, duizenden kilo's zouden weer worden aangevoerd; dag na dag, duizenden tonnen Breskens haring, die gemid deld voor twintig tot twee en twintig cent van de hand gaan. De „Magdalena" van Breskens en de behulpzame zuster BR 17 „Helena Johan na" lagen tegen 9 uur onverwacht toch te dampen. Dus de motor deed het weer. Een voor een kwamen de mannen uit de motor kamer gekropen en in een bleek en duister havenbeeld stoomden de scheepjes op de havenuitgang aan. De aankomst van de veerboot van Vlissingen verscheurde de rijke stilte aan de haven. Tientallen auto's rolden uit het schip België en Zeeuws Vlaanderen tegemoet. Enige trailers par keerden achter de visafslag om op een vracht van vijftien, ton haring te wachten. De chauffeurs gingen het Oranje'-hótel binnen. Of aten wat frites aan een grijs-geel tentje. v Pas tegen half negen kwam er wat be weging bij de afslae. Enige mannen kwa men aanfietsen en spraken in een groepje met elkaar. Over het weer, over de vang sten van de kotters van vannacht en over de aanvoer, die vandaag kon worden ver wacht. Ze tuurden in een steeds groter wordende groep van lossers en halknechten en handelaars naar he^ westelijke piertje van de haveninsane. Wanneer er een Ur- ker, een Texelaar of een Scheveninger met haring mocht komen, dan was het aan zijn mastjes boven de pier uit te zien. En dan kon men vast klarigheid maken voor de lossing. Mijnmeester Jacobs een gezette donkere man in een jekker gooide teeen negenen de haldeur ooen. Fr moest dan om negen uur maar geen afslag ziin. be sliste hij. Trouwens, er was nog niets af te slaan. De spanvissers moeten nog bin nenkomen en over de visserijpo'f had Kof- feman van de UK 184 het duidelijk pezegd: het wordt over negen°n. Hij zou drieën twintig ton brengen. Tegen elven 'ouden dan nog enige spannetjes volgen. Er was die nacht niet veel gevangen, de haring zat te hoog of te laag voor atoomnetie* een soort zwevende trawl, die door twee kotters wordt voortgesleept. Aan de kant babbeldpn de mannen ver der. Er stonden er al zo'n tachtig en overal was de vraag te belu'steren: „Wat zou er komen vandaag?", „Krijgen we nog werk vandaag?". Ze praatten er ook graag over de vang sten. Over de SCH 18 en de SCH 6fl bii- voorbeeld, het spannetje, dat in twee nach ten zestig ton haring boven water haalde en er in Breskens een pracht besomming voor mocht noteren. Er is daar in Bres kens de laatste maanden heel wat haring gelost. Vorige week niet minder dan 10.000 kisten en dat is heel wat voor zo'n kleine afslag. Elk uur wordt er afslag gehouden, wanneer er haring is. Van 's morgens 9 tot 's avonds 7 uur. Tweehonderd tot tweehon derdvijftig ton is er soms op een dag, wat rap kan worden gelost, doordat de haring uit het ruim van de kotter onmiddellij-k in de auto's wordt overgeladen. UIT DE HAVENMOND doemde tegen half tien toen de eerste kotter on: aldra gevolgd door de spangenoot. De UK 18* en de UK 162 liepen binnen en de vangst ADVERTENTIE Geheel gratis geven wij aan iedereen ook voor niet leerlingen van onze Rijschool Avondlessen in VERKEERSTHEORIE en AUTOTECHNIEK Vraagt inlichtingen HAGELINGERWEG 134 - SANTPOORT Tel. K 2560 - 8930 Bijkantoor: Dennenstraat 12 - IJmuiden Tel. 6200 zou dus om 10 uur afgeslagen worden, want de mijnmeester had gezegd: „Nee. 10 uur, dan zalle we het maar doen". En ieder bleef er gemoedelijk en kalm bij. Met wat geplof van de motor lagen de diepliggende UK 162 en de UK 184 vlot naast elkaar afgemeerd. Drieëntwintig ton was de vangst en uit de hoeveelheid haring ging een mand met een monster naar de hal, waar elke dag een controleur van het Be drijfschap voor Visserijproducten is aan te treffen. Soms is het de heer Hoek van Vlaardingen, dan weer Van der Zwan uit IJmuiden of Aalderse van Vlaardingen. Nu liep Visser van Scheveningen er contro lerend rond. Op het tweetal kotters, dat voor de af slag lag te wachten, kwam niets tot rust. -De sleper „Jozina" kwam met olie langszij en een scheepje uit de tankersvloot van Klaas de Boer van Urk kwam nog wat brandstof overpompen. Koffeman ging nog even de wal op en achterop werden de netjes geboet om straks weer klaar te zijn voor de volgende nacht. De gelukkige vangers TX 24 en TX 32 liepen daarna binnen. Zij voerden drieën twintig ton aan en de hele ploeg lossers moest er toch vooral getuige van zijn, hoe dit tweetal afmeerde en wat het van.getje was. Een in het zwart geklede man stapte aan boord. „Da's d'r een, die met christe lijke lectuur vent", zie een Breskenaar ter verduidelijking tot me. Met de vangst van SCH 18 en 65 zes tien ton er bij, kon om 10 uur de eerste afslag in de propere, maar kille hal be ginnen. Mijnmeester Jacobs kwam uit zijn kan toortje gestapt en ging geleund achter de lessenaar staan om tot de microfoon té spreken: „We beginnen met vierentwintig gulden". De wijzer draaide al. „Drieëntwintig gulden". „Tweeëntwintig gulden". De bemanningen van de kotters stonden er gespannen bij. „Ze wordt niet duur vandaag", meende er een. Toen flitste een cijfertje op. „Eenentwintig gulden en zevenenveertig cent". Even meer dan eenentwintig cent per kg. De volgende partij kwam aan bod. De haring werd steeds goedkoper. En dan de rest, zes tot zeven ton. Die deed 19.92. Jaczon uit Schevenin gen kocht de partij. Jaczon koopt trouwens meer dan de helft van alle aangevoerde haring in Breskens. Na elven rondden nog meer kotters de kop van het haventje. De UK 57 en 202 schoven binnen, de UK 76 en 28 voerden wat haring aan; de UK 125 was er met 3" ton: de UK 61 en 34 met 24 ton. De auto's van Du Bois en Cambier reden voor bij de kotters, waarvan de haring was ver kocht. Twintig ton voor Cuxhaven, twaalf voor IJmuiden, vijftien naar België voor Oostende. Het eerste Urker span, dat die ochtend binnen draaide, lieD in het middaguur al weer naar buiten. Voor de tweede reis in deze week en soms gebeurt het ook wel dat er nog een derde reisrin een week volgt. Vroeeer was het vier of vijf uur stomen en vlak na de oorlog voor de Breskenaren slechts een half uurtje, want dan was de haring vlak voor de haven voor het op scheppen. Nu stomen de kotters van Urk en Texel soms meer dan tien tot twaalf uur in de richting van Dieppe en Dijck vuurschip. JAAR NA JAAR is de aanvoer van Bres kens haring na de oorlog in het plaatsje bestegen. In 1951 werd 459.210 kg haring tegen een waarde van 114.678 aangevoerd en in 1952 was dat al 999.000 kg haring tegen een waarde van 284.392. Een aan zienlijk bedrag al voor de kleine afslag, die voorheen alleen zijn vissers uit eigen omgeving aan de afslag zag met sprot en garnaal. In 1953 steeg de aanvoer flink. Liefst 6.955.901 kg werd aan land gebracht, waarvoor 1.023.955 werd neergeteld. Een groot deel van deze aanvoer 4.194.651 kg bestond uit haringpuf, zodat aan Breskens- haring dat jaar 2.761.250 kg werd aange voerd. En om de cijfers van thans er even bij te halen. In Januari van dit jaar werd even meer dan 4.000.000 kg Breskens ha ring in Breskens op de wal gezet. In Janua ri 1954 was dit 2.214.000 kg en in 1953 2.690.000 kg. Wel een teken, dat de vang sten in het Kanaal dit jaar groot zijn en elk jaar meer spannen aan deze nieuwe visserij gaan deelnemen. Waarom zou je het ook niet doen, zeg gen de schippers er van. De besommingen zijn vooral in Januari en Februari goed en in Januari ging zelfs geen enkele haring de pufschuit in. De minimumprijs van 8.50 werd nimmer bereikt. Er was vol doende vraag uit het binnenland van de conservenfabrieken, uit Duitsland, uit Bel gië. Elke dag zat de prijs boven de twintig cent per kg; in den beginne zelfs tussen de 28 en 30 cent. IN FEITE VERDIENT Breskens zelf niet veel aan de haring. Want de dertig scheepjes met het merk BR, de Breskens 3, 4, 17, 23, 25 van Van der Heuvel, van Broeke en van Verschoor: de „Onder Ons", de „Anna", de „Twee Gebroeders" en de „Sara Magdalena" varen niet meer op de haring, die in het Kanaal voor de Urkers en Texelaars, voor de IJmuidenaren en Scheveningers een goudmijn vormt. De mannen van Breskens en Arnemuiden kunnen de haring niet meer bereiken, daar hun scheepjes te klein zijn en er zéker tien uur gestoomd moet worden. Vlak na de oorlog ging dat goed op de Schelde, toen de haringscholen bijna de haven bin nenstroomden. Van jaar tot jaar is die haring weer verder zee ingetrokken en de Fransen en Belgen trokken er in span ach teraan. De bij de ramp met de Urker kot ter omgekomen schipper v. d. Berg kwam voor het eerst eens in het Zuiden kijken en het ging hem daar goed na enige tijd. Thans vissen er ruim dertig spannen en het is in de aanvoer van tong en schol in IJmuiden-wel te merken, dat zestig kotters niet meer aan de afslag verschijnen. De Breskenaar vist nu nog alleen op garnaal, sprot en een platvisje. 's Morgens om half zeven stoomt hij het haventje op stroom uit en tegen de avond valt hij er weer binnen om zijn thuis op te zoeken en de vangst af te slaan. Ze kijken eens naar de flinke kotters van Urk en IJmuiden, naar een UK 125 of een UK 184. Of naar de UK 27 van Clots, die ook hier regel matig binnenkomt. Ook de oude Breskena ren kunnen daar uren lang naar kijken bij de lossing. In hun zwarte pak, het zwaVte hoedje en op de witte klompen. Ze trek ken aan het pijpje, lachen eens tot elkaar, en stommelen verder langs de kant. Van de UK 125 naar de UK 61, waar ze ook weer een uur blijven staan. En ze vertel len elkaar van de Urker, die vijftig ton in een nacht scheep haalde, het niet in het ruim kon stouwen en toen 's middags met een dek vol binnenkwam om 12.000 voor één nacht te besommen. DE URKERS nemen bij de spanvisserij een heel grote plaats in met zeker we! veertig van de zestig kotters. In het week einde laten zij het schip in Breskens ach ter en reizen in de Vrijdagmiddag met vier of vijf bussen uit Heino het Noorden in om de Zondag op hun geboortegrond door te brengen en ter kerke te gaan. In de Zondagnacht om een minuut over twaalf schieten zy weer in het werkpak en reizen terug naar het schip in Breskens. Om Maandagmiddag tussen 2 en 3 uur zee te kiezen wanneer het goed weer is. Zo doen de mannen van Texel het ook. Schipper-eigenaar G. Vlaming van de TX 32 „Ora et Labora" is deze Maandag thuis gebleven omdat hij ziek lag in Oosterend en daarom voer de oudste, Van Dijck,- mee als schipper. Drijver uit IJmuiden heeft er ons van verteld. De spanvisserij is een echt nachtvisse- rijtje, wanneer de haring zo'n zes tot zeven vaam boven de grond zwemt. De atoom netjes zijn dan ook eigenlijk als zwevende trawlnetten te beschouwen, want door ver zwaring kan een grotere diepte worden be reikt. Gemiddeld heeft de TX 32 twintig tot dertig ton per keer in Breskens aange voerd, maar vorige week verscheen het scheepje met de spangenoot TX 24 van schipper Van der Vis zelfs drie keer in een week aan de afslag. In totaal werd toen 100 ton haring aangevoerd, waarvoor 20.000 werd besomd. Dat is 10.000 in vijf dagen per kotter. Doe het maar eens na met de tong- of scholvisserij onder de kust. Eerst heeft de TX 32 mgt de TX 24 dit seizoen bij de Sandettiebank gevist, maar nu gaat het al verder op naar het Dijck vuurschip. Voor het vertrek- uit de haven wordt overleg gepleegd door de twee schip pers waar gevist zal worden. Een van hen heeft bij de manoeuvres het commando. De bemanning van de 24 en de 32 met „de Rus" in de voorhoede is enthou siast over deze visserij. Vorige week werd een trek van drie minuten gedaan voor negentien pakken haring of zeventienen- eenhalve ton. Daarna trokken ze een volle dag om in die tijd nog eens negentien pak ken scheeD te halen. Vorige week hebben ze er zelfs nog een Franse trawler zien vissen. SLECHTS ENIGE UREN verblijven de mannen in Breskens, wanneer gemarkt wordt. Breskens biedt overigens niet veei vertier. Het is een na de oorlog opnieuw gebouwde stad, want de oorlog ging hier hevig te keer. Breskens heeft wat de vis serij betreft thans nog zijn problemen. Daar is bijvoorbeeld het vervoer van de haring in deze drukke maanden. De zware trailers en vrachtwagens moeten met de boot over naar Vlissingen en uiteraard zijn die lekkende en onwelriekende „vrachten niet erg welkom op moderne scnepen ais de „Koningin Juliana". Maar het gaat goed, De les was begonnen en de kinderen zaten netjes op hun plaats in de banken. Ze hadden geschiedenis; en meneer vertelde. Allen zaten stil en met al hun aan dacht bij het boeiende verhaal van meester. En toen Pietje, die in de bank naast die van Rick en Bunkie zat, was 'n beetje verkouden en hij kreeg op 'n ogenblik erge kriebel in zijn neus. Dus trok hij, onder het luisteren door, zyn zakdoek uit zijn broekzak. Maar ongelukkig trok hij, gelijk met de zakdoek, het zakje knikkers mee, dat ook in die zak geborgen zat. Het zakje ging open en... ritterettitteretittittitdaar sprongen en kletterden tientallen knikkers over de vloer'. Alle hoofden keerden zich uaar de plaats, waar Pietje zat met 'n rood hoofd. Meneer hield midden in zijn verhaal op en keek naar de boosdoener. „Wat doe je Piet?", vroeg hij verstoord. „Niks, meneer", zei Pietje schuldbewust. „Ik wou m'n zakdoek uit m'n zak halen, en toen vielen de knikkers eruit!" „Raap ze dan maar gauw op.'", zei meneer, die gelukkig niet erg boos was. Bunkie hielp. Samen met Pietje kroop hij over de grond en zo zochten ze de rust verstoorders bij- elkaar Wie een kijker heeft of er een kan lenen moet Zondagavond laat eens naar de vier heldere ma nen van Jupiter gaan zoeken. Dit viertal is al met een kleine kijker, een binocle b.v. te zien in tegenstelling tot de acht zwakkere satellieten van de reuzenplaneet, die zich allpen vertoAen in sterke telescopen. Tegen middernacht zijn twee van die vier manen weg. Hoe men ook tuurt, men zal er maar twee vinden. Ganymedes en Callisto (zo heten ze) houden zich links van de planeet op de builen- ste is Callisto maar Io en Europa, zoalsde twee andere heten, spe len verstoppertje. Onze eigen maan doet dat ook wel eens; w'.j spreken dan van een maansverduistering. Zij komt dan terecht in de schaduwkegel van de aarde en vangt daardoor geen zonlicht meer op. Iets dergelijks kan zich ook bij Jupiter afspelen (een maan belandt in de schaduwkegel van de planeet en wordt dus plotseling onzichtbaar) maar er is ook een ande re mogelijkheid: zij ver toeft helemaal niet in de schaduw maar staat van ons af gezien precies achter Jupiter, zodat zij misschien wel door de zon wordt beschenen maar wij dat licht niet zien, doordat Jupiter zelf het precies onderschept. (Het hoeft namelijk lang niet altijd het geval te zijn dat de schaduw kegel van Jupiter pre cies in het verlengde van onze gezichtslijn ligt). Io en Europa maken ditmaal gebruik van nog een derde ontsnappings mogelijkheid en wel die welke men in de dieren wereld aariduidt met „mimicry" Zij maken zich onzichtbaar door precies vóór Jupiter te gaan staan. Daar steken ze niet af, evenmin als een vel wil papier af steekt als het op de be- sneeuwe grond ligt. Wie alle vier de manen van Jupiter tegelijk wil zien, krijgt overigens de ze maand nog kansen genoeg. Reeds de volgen de avond staan Io en Europa heel ergens an ders. Vooral Io beweegt zich bijzonder snel voor onze begrippen: in 42V» uur volbrengt zij haar omloop om de moeder planeet. Europa is num mer twee in snelheid: een keer rond in ruim drie en een halve dag. Ganymedes, de derde maan, heeft iets meer dan zeven etmalen nodig om een keer rond Jupiter te komen en Gallisto doet er zestien dagen en 18 uur over. Dat is altijd nog maar ongeveer de helft van de tijd die onze eigen maan nodig heeft voor een omloop om de aarde. G. v. W. zolang de schepen in de vaart zijn. Vorige week ging het even wel fout, toen een schip in het dok lag en de ander een defect had. Toen was er juist 250 ton haring uk Breskens vandaan te vervoeren en moes ten de auto's via België Nederland en Duitsland in. Het kleine veer bij Perkpol- der kan deze auto's namelijk niet torsen. 's AVONDS, toen alle kottertjes van Breskens binnen lagen en de spanvissers het Kanaal afzogen tussen de Sandettie en de Ruytingenbank en de chauffeurs hun twintig ton haring over de wegen voort trokken, waren in de hotels en cafés van Breskens de handelaren van IJmuiden en Scheveningen te vinden. Ze biljartten wat met de chauffeurs van wagens, die er al weer voor de volgende marktdag waren. Ze namen een pintje, spraken wat over de haring, over de buurman en over die mooie aanvoer van die IJmuidenaar. „Ik kocht vandaag nog om 7 uur twintig ton (en dan is het ook werkelijk 20 ton of 500 kisten) voor tweeëntwintighalve cent de kilo", zegt er een tot Nout, de hotelhouder. „Gek, dat Jongejan uit IJmui den er vandaag niet was, die komt Dins dags altijd al", wierp Nout terug. Buiten stommelden wat Breskenaren op ae klompen langs. Het regende en het was triest aan het haventje, waar de kottertjes lagen te dommelen en op een marine scheepje de wachtsman van stuur- naar bakboord stapte. W. N. Op de scheepswerf „De Vooruitgang" van D. en Joh. Boot te Alphen is de motor trawler „Nestor" (KW 101) voor de rederij C. den Duik te Katwijk aan Zee te water gelaten. Het schip is 36.9 meter lang, 7.02 meter breed en 3.8 meter hol en er komt een 525 pk. Industrie-diesel in. Voorkom inbeslagneming Spaar de bosjes De Velsense politie verzoekt ons het volgende mee te delen. De laatste tijd komen er herhaaldelijk klachten binnen over de vele rijwielen, die in de bosjes langs de VerLoren van The- maatlaan zwerven tijdens de voetbalwed strijden op „Schoonenberg". Onder meer heeft de Plantsoendienst ernstige bezwa ren tegen dit gebruik van de beplanting, terwijl ook het aantal diefstallen van aldus „gestalde" fietsen hand over hand toe neemt. Alvorens de politie overgaat tot het in beslag nemen van fietsen, wil zij langs deze weg de bezoekers van „Schoonenberg" waarschuwen hun rijwielen in de stalling te plaatsen. ADVERTENTIE De Vrije Evangelisatie „Emanuël" in Velsen-Noord kan bogen op een noviteit. „Emanuël" is namelijk een „rijdende preekstoel" rijk, waarvan de auto is ver kregen door een schenking. De inventaris is in Velsen bijeengespaard en bestaat uit een harmonium en geluidsinstallatie, die het gesproken woord van de in de wagen aangebrachte kansel over flinke afstand kan uitdragen. Teneinde het evangelisatiewerk met deze „rijdende preekstoel" tevens voor de jeugd aantrekkelijk te maken kan een flanellograaf worden opgesteld. De auto is voor haar taak geschikt ge maakt door scharnierende deuren en een luifel aan de zijkant. De geopende luifel stelt de spreker in staat om onafhankelijk van de weersom standigheden zich tot de luisteraars te richten. De beide deuren links en rechts van deze luifel, die respéctievelijk de teksten dragen „God heeft U lief" en „Jezus is overwinnaar", gunnen geopend, een blik in de wagenruimte. In de „rijdende preekstoel" is een royale verlichting aangebracht. Er is voorts een aansluiting „naar buiten", waarvoor men beschikt over een lichtmast op een drie voet, welke van 2.25 meter hoogte als lichtbron kan fungeren bij avond-open luchtbijeenkomsten. Hedenmiddag (Zaterdag) om ongeveer vier uur zal de „rijdende preekstoel" van „Emanuël" aan het Stratingplantsoen na bij de Wijkerstraatweg voor de eerste maal in gebruik worden genomen. De leider van „Emanuël", de heer C. J. Mijnsbergen, zal deze bijeenkomst inleiden. ADVERTENTIE Vóór de grote drukte nu Uw meubelen opnieuw bekleden. Vraagt vrijblijvend prijsopgave. Koningsplein 8 - Telefoon 4540 - IJmuiden In ons bericht over de nieuwe kotter „Mercator" IJm. 19 voor de heer H. Zwart en J. Klinkenberg te IJmuiden, is gisteren gemeld, dat de laatste als schipper met dit vaartuig naar zee zal gaaan. Dit blijkt op een onjuistheid te berusten. Schipper J. Klinkenberg is voornemens binnenkort weer met de trawler naar zee te gaan en op de kotter wordt een ander als schipper benoemd. (vertaald uit het Enge>s) 9) „Hebt u aan de bewuste man die met u onderhandelde, iets opgemerkt, dat u zou kunnen helpen om hem te herken nen?" was Daphne's volgende vraag. „Hij droeg zéér goede kleren, een eerste klas kleermaker was daaraan te pas ge komen", antwoordde sir John. „Zijn pak was donkergrijs van kleur met een fijn wit st'-eepje, zijn hemd was lichtgrijs en zijn schoenen waren bruin en eveneens van prima kwaliteit. Alles aan zijn uiter lijk wees op de man-met-geld. Hij droeg grijze wildieren hamdscnoenen en aan zijn linkerhand was de omtrek van een zegel ring door de handschoen heen te onder scheiden. O, er was nog iets, dat me op viel: de man had kleine, goed gevormde oren welke d'cht tegen zijn hoofd aanston den". Ze keek hem goedkeurend aan. „Uitstekend, sir John! U hebt uw ogen goed de kost gegeven. Dergelijke détails kunnen van veel belang ziin. Mae ik er op rekenen, dat u mii onmiddellijk op de hoogte zult stellen zodra uw dochter bij u terug is?" „Daar kunt u van op aan, jutirouw Wrayoe". „Misschien is het nog beter, diat u haar vraagt, zelf bij mij in Conduit Street te komen. Ik zou graag met haar willen pra ten". t „Ik zal haar sturen". „Dank u zeer! En nu komt dus de rest aan de orde: uit hetgeen u me verteld hebt, trek ik de conclusie, dat u uw doch ter werkelijk ongedeerd terug zult krijgen. U zult mij in de toekomst echter zéér be hulpzaam kunnen zijn, cm deze bende te pakken te krijgen. En ik wil u vragen, of u bereid bent mij uw hulp te geven Hij keek haar verwonderd aan. „IkU kunnen helpenjuffrouw Wrayne! Wat zou ik in hemelsnaam moe ten doen? U veronderstelt toch niet. dat ze Pat nog eens zullen ontvoeren?" Daphne maakte even een gebaar van ongeduld. „Natuurlijk niet! Maar u weet toch, dat dit het tweede geval van een dergelijke ontvoering is, terwijl het heel goed mo gelijk is, dat er al veel méér soortgelijke gevallen zijn geweest. Waar deze zaak zo gemakkelijk en succesvol werkt, zullen er toch stellig nog wel enige ontvoeringen volgen „Ja, dat is natuurlijk mogelijk", begon sir John aarzelend, als was dit een geheel nieuw denkbeeld voor hem. Ze onderbrak hem met enige heftigheid. „Luistert u goed, sir John! De ervaring heeft ons geleerd, dat een misdadige geest heel vaak één bepaalde lijn volgt. Blijkt deze succes op te leveren, dan wordt de misdadiger langzamerhand overmoedig. Hij gaat door met zijn methode, totdat hij uit eindelijk gepakt wordt. Zó zal 't naar alle waarschijnlijkheid ook hier gaan. Is 't nog niet bij u opgekomen, dat u Waarschijn lijk in een volgend geval als referentie adres zult v/orden opgegeven?" „Alle mensen juffrouw Wrayne!" riep de oudere man uit. „Dat gaat te ver! Ge looft u werkelijk „Ik geloof 't niet alleen, maar ik weet 't wel zeker", antwoordde Daphne rustig. „Bij een volgende ontvoering zal men het slachtoffer naar verwijzen om te verkla ren, dat de bende haar woord heeft ge houden en dat u, na betaling van het los geld, uw dochter ongeschonden terug hebt gekregen, terwijl haar behandeling zeer behoorlijk was geweest, 't Is heel natuur lijk vooropgesteld, dat uw dochter wer kelijk ongedeerd terugkonmt dat u dat maar al te graag zult verklaren. En op nieuw zal een gefortuneerde vader tot zichzelf zeggen, dat zijn dierbare zoon of dochter hem het gevraagde bedrag stei- lig waard is, en opnieuw zal de politie er buiten gehouden wordenEn zo zal de ketting steeds langer worden Sir John knikte mat. „Ja, ik begrijp nu, hoe u 't ziet. Maar wat kan ik doen?" „U moet mij opbellen, zodra men zich tot u wendt om referenties", antwoordde Daphne ernstig. „Een volgende ontvoe ring voorkomen is helaas niet mogelijk. Deze zal eerst moeten plaats vinden, maar met uw hulp zal 't mij dan misschien ge lukken iets meer over deze lieden en hun methoden te weten te komen". Sir John fronste het voorhoofd. „Stel dat degene, die mij opbelt om inlichtingen, mij om geheimhouding verzoekt, mij er een eed op laat doen, dat ik zijn naam aan niemand noem?" Daphne haalde even haar schouders op en sprak dan op zachte overredende toon, als tegen een schooljongen, „Sir John, laat ik het anders stellen: als u weet, dat er een misdaad gepleegd is, .welke een serie volgende misdaden kan ontketenen, voelt u het dan niet als uw plicht van eerbaar mens, om in een dergelijke zaak al uw medewerking te verlenen om de misdadi gers te ontmaskeren?" „Ja, natuurlijk, juffrouw Wrayne", ant woordde hij langzaam. „Maar als je iets beloofd hebt Ze onderbrak hem snel. „Goed, ik zal het nóg anders stellen; wentelt u de ge hele verantwoordelijkheid op mij af. U geeft mij dan alleen de naam op van de man, die zich tot u wendde om inlich tingen, en verder noemt u geen details. Méér vraag ik niet. Zodra een volgend ge val zich dus voordoet, belt u mij op en zegt: James Robinson, 24 Park Lane, Lon den of hoe de persoon in kwestie dan ook heten mag en verder deelt u mij niets mede. Ik zal er dan wel voor zor gen, dat ik de bewuste man te spreke/i krijg om zijn verhaal te horen, zónder uw naam te noemen. Wilt u mij op deze voor waarde behulpzaam zijn?" Er kwam een glimlach op zijn gezicht, de eerste sinds zij met hem in gesprek was. „U zult dus niet naar de politie gaan?", vroeg hij nog voorzichtig. „Ik za'l aan niemand iets loslaten be halve aan, mijn vier naaste medewerkers, vóórdat u mij daartoe verlof hebt ge geven". Hij knikte en ze wist, dat ze het pleit gewonnen had. „Dan beloof ik u een teken te geven, juffrouw Wrayne, zodra zich iets zou voor doen". Ze stond op uit haar stoel en stak hem de hand toe. „Dank u zeer, sir John", zei ze slechts. „Gelooft u werkelijk, dat u in staat zult zijn deze bende te pakken te krijgen?", vroeg hij met een dringende klank in zijn stem, terwijl hij haar naar haar auto be geleidde. Er vonkte iets in haar ogen, toen ze hem antwoordde. „Als u het Scotland Yard zoudt vragen, Sir John, dan zouden ze u daar vertellen, dat Daphne Wrayne er tot dusverre altijd in geslaagd is haar doel te bereiken, hoé lang het soms ook mag duren". HOOFDSTUK 2 Twee dagen later liep Daphne Wrayne 's morgens om tien uur haar kantoor bin nen, waar Carlton haar onmiddellijk tege moet kwam. „Goedenmorgen, juffrouw Wrayne, een zekere juffrouw Patricia Lar- raby heeft zo juist opgebeld om te zeggen, dat ze om elf uur langs komt. Ze hoopte, dat u haar zoudt kunnen ontvangen". Het gebeurde niet vaak, dat de getrouwe Carlton Daphne kon verrassen. Maar dit maal was het hem gelukt, dat zag hij duidelijk. Ze bleef doodstil staan en keek hem vol verbazing aan. „Zeg dat nóg eens, Carlton", zei ze langzaam. Hij herhaalde zijn woorden. Ze scheen zich thans hersteld te hebben van haar verwondering en ze lachte een vreemd kort lachje. „Laat juffrouw Larraby onmiddellijk bij mij binnen, zodra ze zich aanmeldt", zei ze. In het uur, dat volgde, zat ze in haar stoel achter de grote schrijftafel de ene sigaret na de andere te roken, terwijl ze nadacht over de wonderlijke gebeurtenis sen van de laatste 24 uur. Toch was Pat Larraby's terugkeer bij haar vader het allerverwonderlijkste feit. Diep in haar hart was Daphne ervan overtuigd geweest, dat dit niet zó zonder meer zou gebeuren en een gevoel van grote opwinding maak te zich van haar meester. Maar naast op winding kwam er ook iets van spanning en vrees over haar. Dit was een geheel nieuwe methode van misdaad, waarmee ze thans te maken had gekregen. Ze moest toegeven, dat de opzet briljant was, maar dit was het tegelijkertijd ook wat haai verontrustte. (Wordt vervolgd) 4

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1955 | | pagina 6