De zwarte
spin
Moderne wetenschapsbeoefening kan
geestelijk fundament niet ontberen
O
Henri de Lamarotte is niet dood:
HIJ LEEFT
Defensieverhoging 1951
en Vennootschapsbelasting
.Clowiitje Rick
Lezing voor „Geloof en Wetenschap
COLLECTIE
TAFELKLEDEN
1955
14.95
39.75
44.75
69.50
Verf Van Vettewinkel
ONDERWIJZERSEXAMEN
4
Vermanend zvoord van Frans geleerde
Wetenschap bepaalt
geschiedenis
English Opera Groen in
Holland Festival 1955
Verl met
Te voet van Zurich
naar Melbourne
Nederland ontvangt dupli
caten van geroofde
Britse staatsobligaties
Heringa Wuthrich
Effecten- en
Geldmarkt
Voor de kinderen
Geen geldniet fietsen
Muziek van Badings
in Louisville
RESA-HIIVERSUM
FEUILLETON.
door Mark Cross
ZATERDAG 12 FEBRUARI 1955
ADVERTENTIE
99
„Wanneer men mij zou vragen welke plaag ik het meeste vrees, dan zou ik ant
woorden: de mens". Aldus sprak de Franse historicus André George zich
Vrijdagavond uit tijdens zijn rede „De mens voor de moderne wetenschap", welke
hij in een der zalen van hotel „Royal" hield voor de leden van de vereniging „Geloof
en Wetenschap" te Haarlem. De heer George kwam in zijn betoog tot de conclusie,
dat de opvatting, welke een onkreukbaar geleerde als Henri Poincaré nog in 1912
kon verdedigen, *dat de wetenschap voor haar beoefenaren op zichzelf genoeg moet
zijn, afgedaan heeft.
De hedendaagse geleerde heeft zich èn als staatsburger, èn als beoefenaar der weten
schap èn als christen, indien hij dat wil zijn, af te vragen welke consequenties zijn
onderzoekingen voor de mensheid kunnen hebben. Want de mens heeft de vrije keus
om zijn kennis ten goede en ten kwade te gebruiken, aldus de heer George, en daarin
schuilt juis^ onze hoop. Voor de christelijke geleerden is een grote taak weggelegd.
Zij vormen het zout der aarde en kunnen ertoe meewerken, dat onze geestelijke en
morele ontwikkeling gelijke tred gaat houden met onze materiële en technische
veroveringen.
De heer George ging ervan uit, dat niet
voor niets in zijn land de verhouding tus
sen de mens en de moderne wetenschap
meer en meer wordt aangeduid als „vraag
stuk nummer Eén". En hoewel het spreek
woord wil, dat er niets nieuws onder de
zon is en de geschiedenis zich steeds her
haalt, meende spreker argumenten genoeg
bij de hand te hebben om te kunnen zeg
gen, dat de mensheid waarlijk een wezen
lijk nieuw tijdperk is ingegaan. Die opvat
ting steunt niet alleen op de ontdekking,
dat een gram stof evenveel energie bevat
als alle electrische centrales van Zwitser
land 25 millioen kwh per dag pro
duceren. In het algemeen kan men zeggen,
dat onze huidige beschavingsgeschiedenis
wordt gekenmerkt door een vergroting
van de reikwijdte van de menselijke geest
en zijn onderzoekingen. Zoals Pascal reeds
stelde, dat de .menselijke geest zich be
weegt tussen het oneindig grote en het on
eindig kleine, zo is het thans waar, dat de
wetenschap zich bezighoudt met astrono
mische afstanden en atomische nietighe
den, waarvan men een halve eeuw gele
den nog niet droomde. Daarbij doet zich
een waarheid voor, welke de Franse ge
leerde Claude Bernard reeds aanduidde
met zijn uitspraak: „De mens kan meer
dan hij kent". Immers we werken wel met
de kernenergie, hoewel we het wezen er
van slechts gissen.
Is dus niet alleen de reikwijdte van onze
kennis toegenomen, het tempo waarin dit
gebeurd is, en nog gebeurt, is aanzienlijk
sneller dan in vroeger eeuwen het geval
was. Ook daarvan gaf de heer George eni
ge voorbeelden. De Engelse geleerde Lord
Rutherford een pionier op het gebied
van de atoomwetenschap stierf in 1937
nog met de zekerheid, dat het de mens
no'oit zou gelukken de kernenergie vrij te
maken. Vijf jaar later reeds was dit het
geval en weer drie jaar later kan de vondst
practisch worden toegepast: de bewoners
van Hiroshima en Nagasaki kunnen ervan
meepraten, voor zover ze nog praten kun
nen.
De heer George geloofde niet, dat deze
snelle ontwikkeling een uitsluitend gevolg
van de oorlog was, waartoe hij een parallel
trok met een zuiver abstracte theorie van
zijn leermeester Louis de Broglie, welke
in vredestijd in enkele jaren uitliep op de
fabricage van de electronische microscoop.
ADVERTENTIE
Wij brengen thans reeds de
nieuwe
VOOR HET JAAR
VELVET
in diverse dessins
WOLLEN MOQUETTE
geheel nieuwe uitvoering
MODERNE
met prachtige chenille
banden
HANDWEEF
MACH. SMYRNA
in Perzische uitvoering
origineel „DESSO"
Zie onze speciale
TAFELKLEDEN-ETALAGE
Kruisstraat 11
Haarlem - Teiefoon 11491
Ter vergelijking wees spreker op de uitvin
ding van het aluminium in 1825, waarvan
de practische toepassing pas na ongeveer
een eeuw tot volle ontplooiing kwam.
Het meest recente voorbeeld van de su
per-snelle ontwikkeling der wetenschap
noemde de heer George wel de nauwelijks
vijf jaar oude radio-astronomie, welke zich
bezig houdt met het onderzoek naar de ra
diogolven welke in het uitspansel ontstaan.
Intussen wordt het steeds moeilijker
voorspellingen te doen omtrent toekomsti
ge gebeurtenissen, juist omdat de weten
schappelijke ontwikkeling zo snel gaat. De
wetenschap bepaalt voortaan de loop der
geschiedenis. Behoefde in vroeger eeuwen
de staatsman zich niet in zoveel problemen
te verdiepen, tegenwoordig zijn de midde
len, welke de wetenschap in materieel, per
soneel en financieel opzicht nodig heeft,
dermate gigantisch, dat de universiteit
daar niet meer aan kan voldoen: een ge
hele staat is nodig om deze onderzoekin
gen mogelijk te maken.
Deze situatie is uiteraard niet zonder
uitwerking gebleven op de mentaliteit der
geleerden. Meer en meer hebben zij zich
af te vragen hoe de mens zich dient te ver
houden tot de moderne wetenschap.
Met betrekking tot dit aspect van het
vraagstuk zei de heer George, dat de ra
tionalistische opvatting uit vroeger eeuwen,
dat de vooruitgang slechts geluk en voor
spoed aan de mens kan brengen onjuist is
gebleken. Niet het technische en weten
schappelijke middel dat gehanteerd wordt
is beslissend, maar het doel waarvoor het
wordt gebruikt. Daarin is voor de mens de
keus tussen goed en kwaad gelegen.
Men heeft wel eens gezegd, dat men dan
slechts de „goede" wetenschap had te be
vorderen, de „kwade" af te remmen.
Daarmee werd het probleem te simpel
gesteld: waar is de grens te trekken, waar
de zuivere wetenschapsbeoefening over
gaat in de realisering van verderfelijke
machinerieën?
De atoombom is voortgekomen uit de
puurste wetenschappelijke theorieën welke
men zich denken kan: het kernenergie
onderzoek van het echtpaar Curie. En nie
mand heeft eraan gedacht, dat de ontdek
king van de nobele Pasteur, die tallozen
het leven redde, uit kan lopen op een ver
schrikkelijke biologische oorlogvoering.
Inderdaad is het in individuële gevallen
voorgekomen, dat jonge geleerden afzagen
van natuurwetenschappelijk onderzoek,
omdat zij bevreesd waren voor de uitkom
sten van hun werk. Maar het is onmogelijk,
dat alle natuurwetenschappelijke specia
listen hun werk zouden kunnen neerleg
gen.
Hier is slechts één oplossing, aldus de
heer George. De geleerde moet ziqh ervan
bewust worden, dat hij meer is dan alleen
maar onderzoeker. Het is een vergissing,
dat de vooruitgang los zou staan van gods
dienst en levensbeschouwing. Inzonderheid
de godsdienst is nodig als basis voor zijn
denken en handelen, opdat de mens het
evenwicht hervindt tussen kunnen en ken
nen.
De heer George besloot zijn rede met een
citaat uit „Polyeuete" van Corneille, dat
vrij vertaald luidde: „Wie niet wil
dat hij verloren gaat, wordt gered".
Het programma van het Holland Festi
val 1955 is uitgebreid met enige voorstel
lingen door The English Opera Group van
de nieuwe opera „The Turn of the Screw"
(naar het verhaal van Henry James, be
werkt door Myfanwy Piper), door Benja
min Britten, waarvan de wereldpremière
in September 1954 in Venetië werd gegeven.
De componist zal zelf het orkest van The
English Opera Group dirigeren. De solisten
zijn: Joan Cross, Jennifer Vyvyan, Olive
Dyer( Arda Mandikian en Peter Pears. De
costumes en décors zijn ontworpen door
John Piper.
Blijde Thuiskomst van Bemind Baron
(Van een speciale correspondent)
CHATEAU LAMAROTTE. 11 Febr.
Na 4 jaar smartelijk vermist
te zijn geweest, betrad gister
middag de legendarische baron
De Lamarotte wederom in
hoogst eigen persoon en geheel
bij verrassing de nog immer
verveloze Erve zijner Vaderen.
De liefde tot sjjn besit is yeder
aengeboren Slechts het zicht
baar opgeluchte familiespook
was ter verwelkoming op het
wrakke bordes aanwezig.
vergeetmijnietjes
Aan de sombere gissingen en
geruchten, die na de verdwij
ning van de sympathieke edel
man circuleerden, is door deze
onverwachte terugkeer een wel
zeer blij einde gekomen. Alom
herinnert men zich die vreugde-
zwangere morgenstond toeneen
cordon van telefonisch opge
roepen werkkrachten kasteel-
waarts marcheerde, duchtig
gewapend met Verf Van Vette-
winkel... Helaas, de slotpoort
bleef gesloten. De baron bleek
afgereisd, zijn trouwe spook
achtergelaten hebbende in tra
nen. Moeilijkheden met de koffie
en andere verversingen voor
ziende, besloot het nijvere schil
dersvolkje tot de terugtocht.
W« geven thans de baron zelf
het woord ter opheldering van
deze gebeurtenis.
„Als ik mij goed herinner",
aldus de grootste en meest ver
geetachtige aller Lamarottes,
„was ik die hele schilders al
weer vergeten voordat ik de
hoorn op de haak had. Het
schijnt, dat ik trouwens eerst
mijn blazoen van alle blaam
wenste te zuiveren. In elk geval
moet ik het vliegtuig hebben
gepakt om een soort vergelij
kende studie te gaan maken
van #at ik nu wil noemen de
Verfrechten van de Mens. Te
zijner tijd zal ik mijn bevin
dingen publiceren in een rap
port aan de Unesco. Als ik het
niet vergeetHier draaide de
baron zijn ruiker vergeetmtj-
nietjes rond en vervolgde iets
positiever „De inmenging van
industriële zijde in mjjn interne
aangelegenheden (ik wil géén
namen noemen die beginnen
met een V) dient men te zien
in het licht der reclame. Mij
is gebleken, dat b.v. sommige
Eskimostammen helemóél geen
verf voor hun huizen gebruiken,
alleen een beetje sneeuw. Zeer
economisch. Zolang het niet
dooit. En wat ik zég in de kaf-
ferkralen en oerwouden van
donker Afrika, meneertje: ver
geet hel maar! Schrijft U in
Uw stukje ook gerust, dat ik
door een groot opperhoofd ben
begiftigd met de huisorde van
de Kakkerlak. Het diertje is
daar in die landen heilig -
evenals trouwens de houtworm,
wandluis en pissebed - omdat
het in molm gedyt en molm is,
zoals U weet, het cement der
beschaving. Wij kunnen van de
woongewoonten der natuur
volken nog zeer veel leren, mits
de natuur meeverandert."
Op dit ogenblik kwam het
huisspook, dat blijkbaar ook
als privé-secretaris optreedt,
het gezellige vraaggesprek
onderbreken.
„Wèl, Kees vroeg de baron
fronsend.
„Niet om 't een of ander, Henri",
fluisterde bet
trouwe schepsel,
„Maar je weet,
dat de zaak zo
wat op inzakken
staat- Red ons
pand! GEDENK
TE VERVEN
Een 41-jarige inwoner van Zürich, Ignaz
Rügg is een voetreis naar Melbourne be
gonnen. Rügg wil de gehele afsta 1 van on
geveer 20.000 km. in anderhalf jaar afleggen
waarbij hij rekent op een gemiddelde van
50 km. per dag. Hij hoopt dan tijdig in Mel
bourne te arriveren om de opening van de
Olympische Spelen mee te maken.
De route, die hij .neemt gaat over Italië,
Joegoslavië, Albanië, Griekenland, Turkije,
Syrië, Irak, Iran, Pakistan, India, Burma,
Thailand, Singapore, van hier uit per schip
naar Djakarta, Java an daar uit per schip
naar Oost-Australië, Kaap York. Brisbane,
Sydney en Melbourne. De ondernemende
wandelaar heeft een tent bij zich. Zijn bagage
weegt niet meer dan 30 kg.
Van onze correspondent in Londen)
De Britse kanselier van de schatkist,
Butler, heeft gisteren in het Lagerhuis be
kend gemaakt dat de Britse regering Ne
derland in zekere mate zal compenseren
voor de door de Duitse bezetters geroofde
Britse staatsobligaties aan toonder. Hier
omtrent vernemen wij nog dat de Duitsers
tijdens de oorlog Britse staatsobligaties
voor een bedrag van 60.000 pond sterling
(ruim 600.000 gulden) hebben gestolen. De
Nederlandse regering heeft inmiddels de
Nederlandse eigenaren van deze obligaties,
of hun nabestaanden, schadeloos gesteld.
Op haar beurt ontvangt de Nederlandse
Staat-, thans van de Britse regering een
vergoeding hiervoor in de vorm van dupli
caten van de nog vermiste obligaties. De
oorspronkelijke stukken welke nog in om
loop mochten zijn, zullen bij aanbieding in
Engeland niet worden uitbetaald. Neder
land is het enige land dat voor een derge
lijke regeling in aanmerking komt. Elders
in Europa heeft zich dit probleem in deze
vorm namelijk niet voorgedaan. Dat komt
omdat, zoals ons verklaard werd, de Duitse
bezetters ons land grondiger hebben ge
plunderd dan de meeste andere landen.
ADVERTENTIE
Haarlem
CENTRALE VERWARMING
JOHNSON OLIEBRANDERS
WEDSTRIJD AMSTERDAM—BERLIJN?
De mogelijkheid is groot, dat op Woensdag
27 April in het Olympisch stadion in Am
sterdam een stedenwedstrijd tussen Amster
dam en Berlijn zal worden gespeeld. De
onderhandelingen over deze voetbalwedstrijd
zijn reeds gaande.
Wie gedacht mocht hebben dat de in de
Kamers op de minister van Financiën uit
geoefende aandrang tot een uitbreiding
van de door hem voorgestelde belasting
verlagingen succes hebben, is blijkens de
thans aangeboden Memorie van Antwoord
wel bedrogen uitgekomen. Wel is de re
gering bereid de belastingverlagingen in-
plaats van per 1 Januari 1956 reeds op
1 Juli 1955 te doen ingaan, maar de sinds
1950 op de Vennootschapsbelasting toe
gepaste verhoging wenst de minister voor
de helft te handhaven. Men herinnert zich
dat wij bij de bespreking van de Begro
ting voor 1955 met anderen daarover onze
teleurstelling hebben uitgesproken, niet
het minst omdat de Minister in zijn nota
voor de komende jaren een terugslag in
de Nederlandse conjunctuur voorzag. Ook
al is deze tot dusver uitgebleven, er zijn
toch zonder twijfel factoren aan te wijzen
welke er toe moeten nopen de bedrijfs-
voorwaarden van de Nederlandse onder
nemingen, met name die, welke zich op
de export richten en dat zijn er steeds
meer zoveel mogelijk te verlichten.
Er moge even aan worden herinnerd
dat in samenhang met het toenmalige de
fensieprogram in 1951 op de vennoot
schapswinsten een belastingverzwaring
van f 120 millioen is gelegd door het per
centage, 'dat 37V2 a 40 pet. bedroeg, tot
45 a 46 pet. te verhogen. Deze verhoging
zou slechts tot en met 1954 gelden en dan
zou het tarief opnieuw worden vastge
steld, waaruit de minister thans de con
clusie trekt dat een algehele opheffing
van deze bijzondere druk destijds niet in
uitzicht is gesteld. In letterlijke zin heeft
de bewindsman hierin allicht gelijk, de
hoop en de verwachting bestonden niette
min dat bij de nieuwe herziening van de
belastingdruk de gehele v.erhoging voor
de Vennootschapsbelasting zou vervallen.
Minister Van de Kieft handhaaft zijn
standpunt dat er na de „vele" in het ver
leden tot stand gekomen belastingverlich
tingen voor het bedrijfsleven in het alge
meen en ter bevordering van de inves
teringsactiviteit geen aanleiding bestaat
de mogelijkheden voor belastingverlaging
aap te wenden tot verdergaande maat
regelen ter stimulering van de investerin
gen. Dit ondanks het feit dat de inves
teringen in 1954 beneden de z.g. taakstel
ling zijn gebleven en de op de bedrijven
drukkende kosten in dat jaar niet onbe
langrijk zijn verhoogd. Minister Zijlstra
heeft er destijds op gewezen dat het Ne
derlandse loonpeil binnen een jaar tijds
een stijging zou te zien geven, die naar
West-Europese maatstaven gemeten, ex
ceptioneel zou zijn en de minister heeft
gelijk gehad. Want volgens de thans inge
diende Memorie van minister Van de
Kieft zijn de regelingslonen in 1954 met
gemiddeld 15 pet. gestegen en de gemid
delde loonvoet met 10 pet. terwijl de prijs
index voor het gezinsverbruik in die tijd
met 6 pet. is toegenomen, wat dus wil
zeggen dat de grotere welvaart in ons
land mede aan de loontrekkenden is ten
goede gekomen. Tevens wordt in de Me
morie medegedeeld dat als gevolg van de
krachtige expansie van de export, de ge
zamenlijke binnenlandse en buitenlandse
vraag in 1954 groter was dan de produc
tiecapaciteit, hetgeen uiteraard een infla
toir effect heeft, maar dat naar onze me
ning dan ook een aansporing moet zijn om
de uitbreiding van dp Nederlandse pro
ductiecapaciteit zoveel mogelijk te be
vorderen.
Het is in dit verband jammer dat de
definitieve financiële uitkomsten van het
Rijk over 1954 nog niet bekend zijn, want
de Minister zal vermoedelijk alleen uit
budgetaire overwegingen tegen een ver
dere verlaging van de Vennootschapsbe-
1 lasting bezwaar hebben. Er moge echter
aan worden herinnerd dat gedurende de
laatste jaren de financiële uitkomsten
steeds aanmerkelijk beter zijn geweest
dan bij de raming werd aangenomen. Voor
de jaren 1949, 1950 en 1951 hebben de
overschotten op de Gewone Dienst en de
Buitengewone Dienst I (aflopende uit
gaven) resp. f 890 millioen, f 950 millioen
en f 1289 millioen bedragen. Voor 1952;
was oorspronkelijk een overschot geraamd
van f 310 millioen, later van f 1796 mil
lioen, terwijl het in werkelijkheid f 1999
millioen heeft bedragen. Voor 1953 was
aanvankelijk een surplus van f 77 millioen
geraamd, terwijl de vermoedelijke uit
komst een surplus van f 489 millioen zal
laten.
Hieruit blijkt dus wel dat in al die jaren
de werkelijkheid is meegevallen en als
men kennis neemt van de opbrengst der
middelen over het jaar 1954 is men ge
neigd ook voor dat jaar op een overschot
te rekenen. De opbrengst van de Rijks
middelen heeft immers in totaal f 6218
millioen bedragen, terwijl de oorspronke-r
lijke raming f 5341 millioen en de her
ziene raming f 5915 millioen bedroeg, wat
dus wil zeggen dat de ramingscijfers verre
zijn overschreden. Het is niet bekend in
hoeverre de staatsuitgaven van de ra>-
mingscijfers afwijken, maar enige aanwij
zing voor het gunstig verloop ligt toch
wel in de ontwikkeling van de kaspositie
van het Rijk. Het kastekort voor 1954
werd aanvankelijk op f 800 a f 1100 mil
lioen geraamd, in 1954 heeft het Rijk ech
ter slechts f 446 millioen geleend, terwijl
het voor bijna f 500 millioen aan buiten
landse schuld heeft afgelost. Uit de jong
ste weekstaat van de Nederlaridsche Bank
blijkt dat het Rijk, ondanks een aflossing
van f 192 millioen aan de Herstelbank bij
de Nederlandsche Bank al weer een te
goed heeft van f 671 millioen, waarmee
het de schuld, welke er anderzijds bestaat,
nagenoeg geheel zou kunnen afdoen.
Het valt moeilijk uit te maken in hoe
verre de staatsinkomsten thans de staats
uitgaven overtreffen, maar afgezien van
de mogelijkheid tot beperking van die
staatsuitgaven, heeft het er t och alle
schijn van dat met een verdere verlaging
van de Vennootschapsbelasting ad f 60
millioen het budgetair evenwicht niet zal
wordei? ontwricht. Men zal er in de Ka
mer dan ook ongetwijfeld nog eens met
klem op aandringen!
„Nu zal ik jullie laten zien, wat je moet doen", zei Pilon, en hij zette de ladder tegen
één van de appelbomen.
„Kijk", zei hij. „Als één van jullie nu op die ladder gaat staan en de appels plukt,
kunnen de anderen die opvangen en in 'n mandje doen".
Dat hadden ze begrepen.
„Zal ik maar eerst naar boven gaan en plukken?", stelde Rick voor.-
De anderen vonden dat goed en hij klom naar boven.
„Oppassen, hoor, dat je niet valt", zei Pilon. „Voorzichtig te werk gaan en geen
gevaarlijke kunstjes maken!"
Toen gingen ze aan 't werk. Rick plukte alle appels van de takken en gooide die1
naar beneden, waar Bunkie en Oepoetie klaar stonden en ze opvingen. De afgeplukte
appels verzamelden ze in 'n mandje.
„Wat zien die appels er mooi uit!", zei Rick. „Ze hebben allemaal zulke mooie, rode
wangetjes!"
corcoi^c^/x>oooooofxxxx>oo3ooococ»3cooo3coccocoooocoocoocc
Coppi heeft op de ivielerbaan van Cata
nia in een wedstrijd over 30 ronden
ruim 18 kilometer - in 27 min. 6 sec.
gewonnen. Coppi verwierf 22 printen
tegen Maspes 19, Sacchi 13, Casola 11,
Milano 9 en Spldani 7. Er stonden nog
verschillende andere nummers voor de
professionals op het programma, doch
Coppi en de anderen weigerden na de
eerste race nog verder aan de start te
komen. De organisatoren bleken name
lijk wegens gebrek aan geld niet in
staat de startgelden en beloofde pre
mies aan de renners uit te keren. Van
de naar schatting 7000 toeschouwers,
die de tribunes bevolkten, hadden er
slechts 200 betaald. De overigen waren
allen op clandestiene wijze naar binnen
gekomen
Het orkest van Louisville in de Amerl-
kaanses taat Kentucky zal wereldpremiè
res ten gehore brengen van werken van
Henk Badings en Chou Wenchoeng.
Het werk „And the fallen petals" van
laatstgenoemde werd in opdracht van het
orkest gecomponeerd. De „Louisville Sym
phony" van Badings zal op 26 Februari
worden opgevoerd onder leiding van Robert
Whitney.
NEDERLANDER STAAT IN BELG IE
TERECHT VOOR ROULETTESPEL
Op Vrijdag 18 Februari zal voor de recht
bank in Turnhout terecht staan de Neder
lander J. B„ verdacht van uitbating van
het roulettespel in de club „Entre Nous" te
Baarle-Hertog. B. zou de schuld op zich
hebben genomen, teneinde de heer H. B. en
mevrouw B. de drie genoemden zijn geen
familie van elkaar van vervolging vrij
te stellen. De verdachte zal zich laten bij
staan door mr. Jules Frankck, advocaat,te
Antwerpen en mr. P. van 't Hoff Stolk, ad
vocaat te 's-Gravenhage.
ADVERTENTIE
De kortste en voordeligste opleiding:
(Bekende Schriftelijke Cursus)
vertaald uil het Engels)
l 3)
We hebben hier te doen met een geheel
nieuwe methode van ontvoering. Natuur
lijk zijn deze mensen volgens de wet straf
baar. Maar onder het gewone publiek
zullen er velen zijn, die hen niet als zo
danig beschouwen. Velen zullen deze
lieden bewonderen om hun handig spel,
vooral omdat ze zich zo keurig tegenover
hun slachtoffers gedragen, en ze zullen er
om lachen, dat ze op zo'n knappe manier
geld ontfutseld hebben aan mensen, die
het zo gemakkelijk konden missenAls
ik één van deze schurken moest verde
digen, zou ik 't van deze zijde belichten.
O, het zou een grandioos pleidooi worden!"
„En je zou stellig een mild vonnis voor
hem krijgen!", zei Daphne lachend. „Maar
laten we niet afdwalen. „Wie is Dat?"
noemt al dit soort rijke mensen en hun
clubs. Elk van de tot dusver benadeelde
slachtoffers is lid van drie clubs, en vier
van hen blijken o.a. lid te zijn van de
Phoenix."
Ze keek hen even betekenisvol aan.
Trevitter reageerde. „En aangezien Alan
en ik daar ook lid van zijn, is er in die
richting misschien iets te ondernemen".
Daphne schudde echter haar hoofd. „Ik
geloof niet, dat we daar veel tijd aan
moeten verdoen, Jimmy", antwoordde ze.
„Je kunt natuurlijk de ledenlijst eens even
doorlopen om te zien of de een of andere
naam je speciaal opvalt in dit verband.
Maar ik meen dat jullie over de duizend
leden hebben en verscheidene daarvan
zijn waarschijnlijk van een behoorlijke
lengte.... De brillen, baarden en snorren
zijn onbelangrijk, die kunnen alleen maar
als vermomming dienen. Maar voordat je
alle gegevens omtrent de lange mannen
uit je club verzameld hebt, kunnen er ik
weet niet hoeveel ontvoeringen hebben
plaats gevonden.... Nee, ik persoonlijk
vertrouw er op, dat Larraby zijn woord
houdt en mij waarschuwt, zodra men zich
in een volgend geval tot hem wendt als
„referentie"'.
„Maar wa: doe je, als de volgende va
der of voogd weigert mee te werken?" Ze
haalde even haar schouders op.
„Dan zullen we hem moeten schaduwen
en er het beste van hopen".
Williamson stond op en geeuwde. „Ik
geloof niet, dat we vanavond veel verder
kunnen kernen. Wie wil iets drinken?"
„Sylvester merkte peinzend op: „Voor
een wetenschapsman van gezag valt je in
telligentie me tegen, Hugh!"
„Daphne", vroeg Everest na enkele
ogenblikken, „ben je helemaal bevredigd
door die prof. Mentonleigh temidden van
al die zéér rijke knapen? Ik persoonlijk
ben dat namelijk allesbehalve".
Ze nam een glas whisky-soda aan van
Williamson en dronk een slok. voordat ze
antwoordde. „Dit is een punt, waarover ik
inderdaad ook loop te piekeren", gaf ze
toe. „Natuurlijk kan ik argumenten be
denken. Misschien is hij veel rijker dan
wij weten en misschien weet één lid van
deze bende dat heel goed. Misschien is
hij ook zó dol op zijn pupil, dat hij zich
zou willen ruïneren voor dat meisje....''
„Maar je bent ook niet helemaal bevre
digd, is 't wel?"
Ze lachte. „Nee", gaf ze toe, „noch het
een, noch het ander bevredigt me ten
volle".
„Waarom precies?"
„Omdat ik nu eenmaal Daphne Wrayne
heet, denk ik", antwoordde ze. „Iets in het
geval van die professor zint me niet".
„Met andere woorden: je vertrouwt
Mentonleigh niet?"
„Daarvoor is momenteel nog geen reden,
Martin".
„Maar toch is 't zo, nietwaar?"
Uiteraard moet je nooit in een
dergelijke zaak iemand van je lijst van
verdachten schrappen, vóórdat je helemaal
zeker bent, dat hij 100 procent goed is".
„Ik ben 't geheel met je eens. Zoals je
echter zellf gezegd hebt, was de eerste
hindernis de moeilijkste om te nemen. Wel
nu, als dat zo is hetgeen ik niet betwij
fel en als Mentonleigh in deze mede
plichtig zou zijn, waarom werd zijn pupil
dan niet als nummer één gebruikt? Dan
had ook die eerste hindernis geen risico
opgeleverd".
Ze knikte, maar er bleef eén frons op
haar voorhoofd. „Dat is inderdaad een
punt van belang", antwoordde ze. „Aan de
andere kant, is het natuurlijk zo, dat wan
neer zijn pupil slachtoffer nummer één
zou zijn en hij prompt betaalde zonder
referentie, er onmiddellijk verdenking je
gens hem zou kunnen ontstaan. Door haar
als derde of vierde slachtoffer te nemen,
werd een dergelijke argwaan vermeden".
„Als je straks hoort, dat Herrison num
mer één in oe serie is geweest, ga je hem
natuurlijk verdenken", merkte hij op.
„Inderdaad, tenzij hij mij heel duidelijk
kan aantonen, dat hij niets met de ontvoe
ring van zijn eigen kind te maken kan
hebben gehad", antwoordde ze.
„Ben je wat de anderen betreft, hele
maal bevredigd?"
„Ik heb met allen persoon/lijk gesproken
en ik heb geen ogenblik een gevoel van
argwaan tegen één van hen gevoeld".
„Gelukkig voor hen", mompelde Syl
vester glimlachend.
HOOFDSTUK 3
Toen ze in de buurt van Frimley kwa
men, richtte Daphne, die achter het stuur
zat, zich tot Maynard, die naast haar was
gezeten. ,-;Naverton moet eeu paar kilome
ter ten Noorden van Frimley liggen, May
nard. Haal de kaart te voorschijn en vertel
me, alsjeblief hoe we door de stad moe
ten rijden om daar te komen".
jGoed, juffrouw Wrayne".
Na de kaart zorgvuldig bestudeerd te
hebben, gaf hij aanwijzingen: „U moet de
hoofdweg volgen en ongeveer twee kilo
meter buiten de stad moeten we links af
slaan naar Naverton",
„Goed zo. Waarschijnlijk zal ik daar
'straks een onderhoud hebben, dat wel een
uur of meer zal duren, Je behoeft niet be
zorgd te worden, we zijn hier niet op ter
rein van de vijand. Ik heb je toch al ver
teld over de ontvoeringsgevallen, waarmee
we ons bezig houden?"
„Inderdaad, juffrouw Wrayne.
„Ik hoop te bewijzen, dat de man, met
wie ik nu ga praten, de eerste in de serie
is. Als dat zo is, dén zal hij waarschijnlijk
van het meeste belang zijn".
„Bedoelt u, juffrouw, dat het eerste
slachtoffer géén referentie-adres kreeg en
dat U óus zéér benieuwd bent, wat hem er
toe bracht zo goedmoedig te betalen?"
Maynard wist, hoe prettig Daphne het
vond, als haar hele personeel zich interes
seerde voor de problemen, die haar bezig
hielden,, en hij vond zijn opmerking, in
telligent.
„Grappig, dat jij 't ook zo ziet, May
nard", zei ze goedkeurend.
„Tenzij hij natuurlijk een overtuigende
reden kan opgeven. Maar als ik 't zeggen
mag, juffrouw.
„Ga door", drong ze aan, toen hij aar
zelde.
„Ik weet niet precies, hoe ik het stellen
moet, juffrouw Wrayne", antwoordde hij
langzaam, „misschien kwam het eerste
slachtoffer een zeer rijk man, voor wie
geld niet zo'n grote rol speelt zó onder
de indruk van de mededeling van de man,
die hem opbelde, dat hij zonder meer be
sloot te betalen. Maar het lijkt me zeer
belangwekkend te horen, of er ook iemand
is geweest, die hem hiertoe nog speciaal
heeft aangezet. Als dat zo zou zijn, dan
zou* ik dié persoon in kwestie verdacht
vinden en zou ik daar meer over willen
weten".
Z« lachte. „Wat ken je me toch goed,
Maynard! Dat is precies wat ik van plan
ben te doen. De andere gevallen zijn veel
gemakkelijker te aanvaarden, omdat die
referentie was opgegeven. Maar ik stel er
bijzonder veel belang in te weten, hoe
nummer één er toe gekomen is, zo vlot te
betalen. Ik hoop van harte, dat hij wer
kelijk de eerste is en dat we niet verder
zullen behoeven te graven. Ik verwacht
een lang onderhoud, waarin ik veel in
teressante dingen te horen zal krijgen.
Aannemende althans, dat deze man zal
willen praten. Als hij weigert, dan zou ik
op het ogenblik niet precies weten, wat ik
verder moest doen.
(Wordt vervolgd