Pensioenfonds voor bollen-
bedrijf op hechte basis
AKKERTJES
De zwarte
spin
Zes maanden onvoorwaardelijk
geëist tegen directeur van N.V.
Clowntje Rick
Na een kwart eeuw
Jubileumuitkering voor achthonderd
gepensionneerden
„Aanslag van 1,2 millioen bracht hem
geheel van zijn stukzei raadsman
mifca
m fmuf
Groeiend besef
helpen direct I
FEUILLETON
door Mark Cross
Dankbaarheid
Feest
Verhoging van maximum
bedrag voor schoolsubsidies
van 35 tot 100 millioen
Provinciale bijdrage
vreemdelingenverkeer
Voor de kinderen
Oudelande kreeg een
nieuw dorpshuis
Plan voor een cultureel
centrum te Hilversum
W. L. de Vries voorzitter
UNO-transportcommissic
Kantoormachinehandel P. HARTOG
Dit seizoen geen Brabants
beroepstoneelgezelschap
Driehoofdige artistieke
leiding van „Theater"
Garel Rijken bij televisie
P.G.E.M. veroordeeld
ZATERDAG 19 FEBRUARI 1955
Het ging de kwekers en de handelaren
in de bollenstreek in het laatste van de
twintiger jaren goed. Zo goed, dat de werk
gevers hun personeel een belangrijke loons
verhoging voorstelden.
Het is de onschatbare verdienste van de
toenmalige voorzitter van de R.K. Landar-
beidersbond St. Deus Dedit, de heer A. J.
Loerakker geweest dat hij van het gunstige
getij gebruik heeft gemaakt om een sociale
voorziening tot stand te brengen welke de
arbeiders blijvend van meer gewin zou zijn
dan een hoog loon dat onmiddellijk weer
zou verloren gaan wanneer de conjunctuur
omsloeg. De heer Loerakker en zijn mede-
st anders hebben gelijk gekregen, maar zij
hebben ook in eigen kring hard moeten
vechten om hun leden ervan te overtuigen,
dat het Beter één vogel in de hand dan
tien in de lucht" in dit geval niet opging.
Het moet gezegd worden, dat de bestu
ren van de vakverenigingen ook bij een
aantal werkgevers een welwillend gehoor
voor hun Inzichten vonden. Maar van enige
verplichting kon in die jaren nog geen
sprake zijn: er kwam een pensioenfonds op
de vrijwillige basis van een collectieve ar
beidsovereenkomst welke werd aangegaan
tussen de drie landarbeidersbonden en de
drie patroonsverenigingen. Op 1 Maart 1930
werd het fonds geformeerd, dat wij nu nog
kennen als het „Bedrijfspensioenfonds voor
het bloembollenbedrijf'. Aan de bestuursta
fel troffen elkaar de heren A. Warn aar, T.
H. M. van Waveren, Th. Jonkheer, A. J.
Loerakker, H. Siemons en H. van der Wie
len. Zij konden vaststellen dat tweehonderd
werkgevers en tweeduizend arbeiders zich
bg het fonds hadden aangesloten. Premies
en uitkeringen hieven elkaar gedurende de
eerste zestien jaren ongeveer op, want het
fonds was in die periode op het omslagstel
sel gebaseerd. De werknemers betaalden 2
pet. van hun jaarloon, hetgeen een jaarlijk
se premie-ontvangst van 45 mille waar
borgde, hetgeen tot 1 Maart 1946 een to
taalbedrag van zeven ton opleverde.
Daarvan werd ongeveer een half millioen
uitgekeerd aan de pensioentrekkers die in
aantal toenamen van 138 in 1930 tot 241 in
1946. Er werd een ouderdomspensioen uit
gekeerd gedurende een half jaar (de win
termaanden, in de zomer konden oudere
werkkrachten als regel wel een loon ver
werven) dat varieerde van f5.20 tot f9.10.
Ook werd een invaliditeitspensioen uitge
keerd en dat gedurende het gehele jaar
van f 9,10 per week.
In de vijftien jaren die op de stiching van
het pensioenfonds volgden groeide het be
sef, dat het lang niet volmaakt was, vooral
omdat een verzekerstechnische basis ont
brak, hetgeen voor de overheid mede een
reden was om deze pensioenregeling niet
ook aan de ongeorganiseerden in het bol-
lenvak op te leggen. De bezetting maakte
een einde aan de besprekingen die reeds
gaande waren om tot consolidatie en een
algemenere werkingssfeer van het fonds te
komen. Dat zowel werkgevers als arbeiders
in die moeilijke tijd het fonds op hoge prijs
stelden komt wel het duidelijkst tot uiting
door het feit, dat zij eendrachtig wisten te
verhinderen, dat het fonds in handen van
het gehate N.A.F. geraakte. De admini
stratie werd overgebracht naar de particu
liere woning van de administrateur, van
waar het werk ook tijdens de oorlog nor
maal werd voortgezet.
De voor en tijdens de oorlog gerijpte ge
dachten omtrent een algemene pensioenre
geling voor het bollenbedrijf met een wis
kundig verantwoorde reservevorming kre
gen op 1 Maart 1946 gestalte toen een voor
het gehele vak in Noord- en Zuid-Holland
ADVERTENTIE
(vertaald uit het Engels)
21)
Ais u nu naar hem toeging en er weer
over zoudt beginnen te spreken, zou hij
waarschijnlijk een hele tijd nodig hebben
om zich te herinneren wat 't ook weer pre
cies geweest wasBent u deze afschu
welijke lieden werkelijk op 't spoor, juf
frouw Wrayne? Of is 't onbescheiden dat
te vragen?"
„Ik-hoop, dat 't me binnenkort lukken
zal hen te grijpen. Hoe vond uw ontvoe
ring plaats, juffrouw Mentonleigh?"
„Ik wandelde niet ver van huis, toen een
auto me achterop reed, waaruit een man
stapte, die me zeer tot mijn verbazing bij
mijn naam aansprak. Voordat ik van die
verbazing bekomen was en voordat ik be
sefte wat er gebeurde, was zijn chauffeur
me blijkbaar van achteren genaderd en
had een doek met chloroform over mijn
gezicht getrokken. Ik stribbelde nog tegen,
maar raakte al heel gauw buiten westen.
bindende pensioenregeling kon «orden in
gevoerd. Daardoor kwamen 1650 werkge
vers en zevenduizend arbeiders onder de
werkingssfeer van het fonds, de premie
ontvangsten stegen tot bijna een millioen
gulden per jaar, zodat tot nu toe in totaal
in de tweede helft van het bestaan van het
fonds acht millioen gulden ontvangen werd.
De premiereserve, in 1946 nog slechts een
bescheiden drie ton, groeide aan tot zeven
en-een-half millioen. Hierdoor was het mo-
gelyk niet alleen alle in het bollenvak werk
zame agrarische krachten (kantoorperso
neel bijvoorbeeld valt nog niet onder de bin
dende pensioenregeling) een zekere vo<yzie-
ning voor de oude dag te bieden, de voor
zieningen zelf werden ook kwalitatief be
langrijker.
De uitkeringen krachtens het ouderdoms
pensioen gelden nu minimaal gedurende
acht maanden maar kunnen ook het ge
hele jaar verstrekt worden en bedragen
vijftien gulden per week. Invaliditeitspen
sioen, maar ook de in 1946 ingevoerde we
duwe- en wezenpensioenen gelden geduren
de het gehele jaar. Het aantal gepension-
neenlen steeg van 241 in 1946 tot 801 thans.
Het totaal der uitkeringen sinds 1 Maart
1946 beloopt ruim anderhalf millioen. De
„negatieve reserve", inhaerent aan elk jong
pensioenfonds, daalde in acht jaar ty'd van
vier millioen tot een millioen.
De grondslag van het fonds zal nog on
aantastbaarder zijn geworden wanneer de
aanvrage om verplichtstelling op grond van
de wet op de bedrijfspensioenfondsen za!
zijn ingewilligd. Die aanvraag gaat binnen
kort in zee.
Na 25 jaar past dus dankbaarheid. Een
grote bevolkingsgroep in de bollenstreek
verwijf zich een uitzicht op een niet door
al te veel materiële zorgen gekwelde le
vensavond. Dat juist in het bollenvak
waar aan weerskanten de drang naar zelf
standigheid, maar ook naar een zekere
voorkeur voor het risico nemen onmisken
baar is dit pensioenfonds kon ont
staan, mag oprekelgk heten. Het pen
sioenfonds voor het bloembollenbedrijf
heeft vele andere tot voorbeeld gediend.
Bg een jubileum hoort een feest. Dat zal
niet uitbundig worden. Men zoekt het in
een extra uitkering aan de gepensionneer
den en in een bijeenkomst in „Treslong" in
Hillegom van het bestuur, de directie en
een aantal genodigden, waaronder zich ook
de minister van Sociale Zaken, de heer J.
G. Suurhoff, hoopt te bevinden.
Door de voorzitter van het fonds, sinds
1933 de heer T. H. M. van Waveren, en de
voorzitter van de Algemene Nederlandse
Agrarische Bedrijfsbond, het Tweede Ka
merlid C. J. v. d. Ploeg, zullen daarbij rede
voeringen worden gehouden. Daarbij zullen
de verdiensten van de voortrekkers niet
vergeten worden, zeker niet die van de tot
erelid benoemde, in 1950 overleden heer A.
J. Loerakker. Maar ook niet die van de hui
dige administrateur van het fonds, de heer
F. J. Buschman, die met zijn kleine staf in
het kantoor aan de Zaanenstraat in Haar
lem-Noord het fonds administreert, en tel
ken jare de bereikte resultaten ln een door
volledigheid en overzichtelijkheid uitmun
tend jaarverslag vastlegt.
In een Memorie van Toelichting op het
wetsontwerp tot wijziging van de wet van
11 Juni 1921 houdende de machtiging
tot het door hef rijk garanderen van geld
leningen, die door de besturen van gesub-
sidiëerde gymnasia,, van gesubsidiëerde
scholen voor middelbaar onderwijs en van
gesubsidiëerde kweekscholen zijn aange
gaan wordt voorgesteld door de mi
nisters "an O. K. en W. en van Financiën
om het totale bedrag van 35 millioen gul
den waarvoor de machtiging geldt
te verhogen tot 100 millioen Het voorstel
wordt gemotiveerd met het feit, dat na de
oorlog zeer veel scholen zün gebouwd, om
de oorlogsachterstand in te halen.
Amerikaanse radio over
grachtenvraagstuk
„Grachten dempen of niet?" luidt het
onderwerp waarover prof. Wieger Bruin
en mr. J. Vink, directeur van de rijks
dienst voor het nationale plan, Maandag
avond 21 Februari in Krasnapolsky te
Amsterdam zullen discussiëren voor de een
uur lange reportage te vervaardigen door
de Amerikaanse radioreporter Christopher
King. Deze discussie, waaraan later ook
tientallen andere aanwezigen deelnemen
in het Engels zal mettertijd door vele
zenders in de Verenigde Staten worden
uitgezonden.
Helft van gevraagde
bedrag voorgesteld
De Provinciale Staten van Noordholland
zullen binnenkort een voorstel van Gede
puteerde Staten behandelen om aan de
Stichting Provinciale Vereniging voor
Vreemdelingenverkeer „Noordholland" zo
wel voor het jaar 1955 als voor het jaar
1956 een extra subsidie te verlenen van
10.000, onder voorwaarde, dat de stich
ting voor een derde deel tot een maximum
van 5000 per jaar deelneemt in de kos
ten, verbonden aan het verlenen van bij
dragen in de aanschaffing van Volendamse
kleding en dat de subsidie met f 5000 wordt
verminderd indien de subsidiëring in de
kosten van aanschaffing van Volendamse
kleding in het jaar, waarop de subsidie
betrekking heeft, niets plaats vindt.
De stichting had verzocht de provinciale
subsidie van ƒ20.000 op 40.000 te bren
gen; het lag in de bedoeling van het be
stuur 16.500 te bestemmen voor verho
ging van de jaarlijkse bijdragen aan de
gewestelijke bonden van V.V.V. (een er
van is de Gewestelijke Bond voor Vreem
delingenverkeer voor Zuid-Kennemerland)
en de resterende 3500 te gebruiken om
de grotere uitgaven voor de provinciale
folder te bestrijden.
Gedeputeerde Staten merken echter in
hun toelichting op, dat de subsidie aan de
Provinciale Bond sedert de bevrijding met
66 2/3 toegenomen is. Dit reeds belang
rijk verhoogde subsidie thans nog eens te
verdubbelen en daarenboven nog een extra
subsidie te verlenen van 5000 per jaar
voor de instandhouding van de kleder
drachten, achten Gedeputeerde Staten,
mede gelet op de mate, waarin de overige
provinciale subsidies sedert de oorlog zijn
gestegen, dan ook niet gemotiveerd. Het
ligt naar hun oordeel, mede gezien de vrij
bescheiden bijdragen, waarmede in het
algemeen van deze zijde het werk vah de
gewestelijke en van de provinciale V.V.V.
wordt gesteund, in de eerste plaats op de
weg van de direct belanghebbenden bij
het vreemdelingenverkeer om de hogere
uitgaven, waarvoor de V.V.V.'s zich thans
ten gevolge van de uitbreiding van hun
werkzaamheden gesteld zien. te financie
ren. Daarom menen Gedeputeerde Staten
de Provinciale Staten in overweging te
moeten geven thans niet verder te gaan
dan voor de jaren 1955 en 1956 het subsidie
met 10.900 per jaar te verhogen, zulks
onder bepaling, dat de Stichting Provin
ciale Vereniging voor Vreemdelingenver
keer „Noordholland'voor 1/3 tot een
maximum van 5000 per jaar participeert
in de kosten, verbonden aan maatregelen
'er bevordering van de instandhouding van
de klederdracht in Volendam. Mocht het
plan tot het verlenen van bijdragen in de
aanschaffing van Volendamse klederdrach
ten onverhoopt niet uitvoerbaar blijken,
dan zouden Gedeputeerde Staten in over
weging willen geven met een verhoging
van het subsidie met 5000 te volstaan.
Noordwestduitse omroep
ontbonden
BONN De ontbinding van de Noord
westduitse radio-omroep is Donderdag een
feit geworden. De premiers der landelijke
regeringen hebben in Düsseldorp de ver-,.,
dragen ondertekend, waarbij twee nieuwe
omroepen worden gesticht. In Keulen
wordt de Westduitse omroep gevestigd, die
de staat Noordrijn-Westfalen zal bedienen.
In Hamburg komt de Noordduitse omroep,
die door de staten Neder-Saksen, Slees-
wijk-Holstein en de stad Hamburg is ge
sticht. Voorlopig moeten beide omroepen
echter de middengolf 309 meter delen.
De Noordwestduitse omroep was een
stichting van de Britse bezetting en pas
voort kort heeft de Britse Hoge Commis
saris zijn toestemming tot de opheffing
gegeven.
Het requisitoir en het pleidooi in de zaak
tegen de N.V.-directeur, die zoals wij
Donderdag reeds hebben bericht terecht
stond wegens omvangrijke belastingfraude
stemden ten aanzien van de verdachte op
één punt overeen. Het is een man. die met
heel zijn wezen het bedrijf toebehoort, dat
hij heeft opgebouwd en grootgemaakt en
die bij al zün handelingen, hoe laakbaar
ook, uitsluitend geleid werd door vrees
voor dat bedrijf, waar hü ook al zün ver
diensten in stak. De officier van justitie,
mr. G. W. F. van der Valk Bournan. eiste
een gevangenisstraf van een jaar, waarvan
zes maanden voorwaardclük. Dat een ge
deelte van de geëiste straf voorwaardelijk
gehouden werd moest men naar hü zeide
uitsluitend zien als een overweging van
menselükheid gezien de slechte lichame-
lüke toestand van de verdachte.
De officier van juistitie begon na hervat
ting van de zitting zijn requisitoir met de
opmerking, dat het een knoeierij betrof
die qua formaat boven de andere uitsteekt.
Hij heeft het rijk willen benadelen voor
ruim drie ton en is daarbij met groot raf
finement en een zekere deskundigheid te
werk gegaan. De officier zei het vermoeden
met een van de gehoorde getuigen te
delen, dat de verdachte wellicht onder de
magische invloed heeft gestaan van een
slechte raadgever. Voorts heeft hij zich
laten dienen door de ontstellende schrifte
lijke verklaringen van een Utrechtse kunst
handelaar. „Ik maak me sterk dat mijn
ambtgenoot in Utrecht ook wel enige in
teresse voor deze kunsthandelaar zal heb
ben", zo zei hij. Deze verdachte was hem
reeds bekend uit een andere zaak: het niet
aangeven van zijn houtvoorraad, waarbij
hij reeds een draaierige houding had aan
genomen. In deze zaak is hij blijkbaar tot
inkeer gekomen en door zijn bekentenis
is het onderzoek zeker vlotter gelopen. Het
primair ten laste gelegde achtte de officier
bewezen: overtreding van het Buitenge
woon Navorderingsbesluit door te laag op
geven van inkomsten uit de oorlogsjaren
en eveneens het secondair tenlastegelegde:
het verstrekken van valse gegevens.
Het feit in 1947 werd gepleegd nadat de
man pas was losgelaten na een econo
misch delict en in 1950 deed hij nóg eens
een valse aangifte voor de Vermogens-
aanwasbelasting en voor de Heffing ineens.
Inmiddels heeft hij gerede betaling van
zijn achterstallige belastingschulden aan
geboden. De eerste indruk van de officier
van de verdachte was weinig gunstig. Hij
„draaide" en dat draaien had een bijna
pathologisch karakter. Dit klopt overigens
met de rapporten die door twee medici
qver hem zijn uitgebracht. Anderzijds is
hij een „self-made man" van formaat,
wien het voorspoedig ging in zaken en die
een bedrijf heeft opgebouwd, waaraan hij
zeer gehecht is. Maar deze wetenschap,
èn het feit dat hij blijkbaar ook een
goed huisvader is geweest, maken de be
lastingontduiking niet minder ernstig en
een gevoelige straf leek de officier van
justitie op zijn plaats en hij eiste één jaar.
waarvan zes maanden voorwaardelijk met
ADVERTENTIE
BARIELJ0RISSTR. HAARLEM-TEl 13439
FERD. B0LSTR 48 A OAM TEL. 717162
WOLLEN JUMPERS VESTEN
„Zo, zijn daar de heren appelplukkers?", lachte tante Liezebertha, toen de joygens
thuis kwamen.
„We hebben 'n heleboel appels meegekregen!", zei Bunkie, en hij liet de volle tas zien.
Ook Rick en Oepoetie zetten hun tassen neer.
„O, wat 'n heerlijke appels!", zei tante Liezebertha. „En wat veel! Heeft Pil on die
allemaal meegegeven
„Ja, tante Liezebertha", zei Rick. „Hij heeft gezegd, dat we die verdiend hadden
met het plukken!"
„Ze zien er heerlijk uit", vond tante Liezebertha. „Ik zal er wat op de schaal zetten,
hier op het buffet; dat staat leuk, al die appels met rode koontjes!"
Er waren er heel wat. De jongens kregen er iedere dag enkele, en die lustten ze wel,
hoor!
drie jaar proeftijd alsmede een geldboete
van 25.000 subsidiair zes maanden hech
tenis.
„Laatste acte"
De verdediger van de N.V.-directeur,
mr. J. van der Hoeven, uitte zijn blijdschap
er over dat zich thans de laatste acte vol
trok van een zaak die de verdachte jaren
lang boven het hoofd heeft gehangen en
voor hem een duivelse kwelling is geweest.
Hij vestigde de aandacht op de gave be
kentenis van zijn cliënt. „In zulke geval
len", heeft een gezaghebbend jurist eens
gezegd, „kan de schrijver van het vonnis
zijn werk bijna slapend doen. Het levert
geen enkele moeilijkheid op".
President: „Dit wèl!"
De verdediger bestreed het punt in de
dagvaarding, dat de verdachte ook over
1944 onjuiste opgave van zijn vermogen
had gedaan. De fiscus had juist geconsta
teerd dat dit voor dat jaar niet het geval
was. Voorts leek hem de strafbepaling
voor „het verstrekken van onjuiste gege
vens" van het Bijzonder Navorderingsbe
sluit gézien de wijze waarop de zaak zich
ontwikkelde, niet geheel te kloppen met
de werkelijkheid. Maar dit maakt moreel
geen enkel verschil.
Sprekende over de omstandigheden,
waaronder de feiten gepleegd werden, zei
mr. Van der Hoeven dat het er in de eer
ste plaats om te doen was het onverklaar
bare verschil tussen het begin en het eind
van de oorlog weg te werken. Daarbij dook,
omdat er inderdaad schilderijen verkocht
waren de verleiding op, alles daaraan toe
te schrijven. De onverklaarbare verschil
len waren ontstaan door verkoop van hout
voorraden in 1944 en 1945 dus inderdaad
zwart. Maar daar heeft de "verdachte al
eerder voor gezeten. De raadsman drong
er op aan he't een en het ander niet teveel
cumulatief te zien. Tot April 1949 werd
een aanslag gehandhaafd van 1,2 millioen,
en het moet voor de N.V.-directeur toch
wel een ontstellende gedachte zijn geweest
zijn hele bedrijfsreserve daardoor bedreigd
te zien. De gedachte te moeten biechten bij
deze biechtvader, de fiscus, was angstwek
kend voor hem. Dat hij in 1950 zijn onjuiste
aangifte herhaalde, was volkomen ver
klaarbaar; als hij toen de waarheid had
gezegd, dan zou hij zichzelf achteraf tóch
nog hebben opgeknoopt.
Thans heeft hij de fiscus alles betaald,
waarop deze recht had. Zijn rekening met
de belastingen is volkomen vereffend. De
spanning heeft deze man volkomen onder
mijnd. In het begin van dit jaar heeft hij
zich uit de N.V. teruggetrokken. Een ge
vangenisstraf zou hem totaal kunnen bre
ken, daarom bepleitte mr. Van der Hoeven
hem deze niet onvoorwaardelijk op te leg
gen, maar hem in de eerste plaats te be
boeten.
De rechtbank zal op 3 Maart om half 10
uitspraak doen.
Met steun van Zuid-Afrika
Toen ik weer bij kwam, lag ik in een beel
dig gemeubileerde kamer.enfin, u kent
het verhaal, Pat heeft u alles waarschijn
lijk ook al verteld. Mijn ervaringen waren
precies dezelfde als de hare".
„Behalve de ruwe behandeling tijdens
de ontvoering zelf, viel er dus niets op uw
behandeling aan te merken?"
„Niets".
„Hoe kwam u terug?"
„Een man met een baard kwam mijn
kamer binnen en deelde mij mede, dat
mijn voogd het gevraagde bedrag had be
taald en dat ik de volgende morgen naar
huis zou kunnen gaan. Ik werd zwaar ge
blinddoekt en in een auto weggereden. Het
was een vrij lange rit. Meer dan een uur,
leek 't me toe. We reden met een behoor
lijke vaart, maar we kwamen door twee
steden, wat ik merkte aan het langzamer
rijden en het lawaai. Tenslotte hield de
auto stil. Het was op een stil plekje en
men bracht mij een eindje weg. Ik liep
over gras, merkte ik. Men gaf miï de in
structie, dat ik langzaam tot honderd
moest tellen en dan de blinddoek kon af
nemen. De begon te tellen en hoorde de
auto wegrijdenWat kon ik anders
doen? Toen trok ok de doek van mijn
ogen weg en tot mijn verrassing en grote
vreugde, bevond ik me in een bos. dicht
bij huis, dat ik goed kende".
„Hebt u nog andere mensen gezien tij
dens uw gevangenschap behalve die man
met de baard?"
„Een man en een vrouw verzorgden me,
juffrouw Wrayne, doch ze droegen een
masker".
Daphne bleef even doodstil voor zich uit
zitten kijken.
Dan vroeg ze opeens: „U bent ongeveer
een jaar geleden met uw voogd naar Egyp
te geweest, nietwaar?"
„Inderdaad, juffrouw Wrayne".
„Op de terugreis ontmoette U een zekere
meneer Strawson?"
„Ja...."
„Vond u hem sympathiek?"
„Ja, hij maakte een prettige indruk.
Mijn voogd had overigens meer met hem
te maken dan ik, aangezien hij zeer veei
belangstelling voor de Egyptische geschie
denis en cultuur had, en het dus onmiddel
lijk koek en ei was tussen hem en mijn
voogd. Ze spraken heel veel samen. Hij is
ons later ook hier nog wel eens komen op
zoeken, en hij belt mijn voogd regelmatig
op. Deze gaf hem ook introducties voor
verschillende vrienden van ons en hij was
daarvoor zeer dankbaar
Toen Daphne niets zei, doch fronste,
voegde ze er aan toe: „Ik ben bang, dat ik
u niet veel verder heb geholpen, juffrouw
Wrayne".
Daphne keek haar vriendelijk aan. „Lie
ve jonge dame, trekt u zich daar niets
van aan. Dat was immers nauwelijks te
verwachten. Al deze ontvoeringen zijn ge
pleegd volgens een zelfde schema. Maar
heus, ik heb méér moeilijke problemen
opgelost. Ik blijf hopen".
„Gelooft u, dat er zich nog méér geval
len zullen voordoen?"
Daphne haalde haar schouders op. „Ik
zie niet in, waarom ze er plotseling mee
op zouden houden", antwooidde ze.
„U hebt natuurlijk de handicap, dat u
nooit iets betreffende deze ontvoeringen
weet, voordat het al te laat is; voordat het
slachtoffer is weggebracht, nietwaar?" Er
klonk warme belangstelling en sympathie
in de stem van het meisje.
„Helaas jaze komen vanzelfspre
kend niet tevoren waarschuwen", ant
woordde Daphne met een glimlach.
„Gelooft u, dat er nog veel andere geval
len zijn geweest, juffrouw Wrayne, behal
ve van Pat en mij?"
,,'t Is mogelijk", antwoordde Daphne
ontwijkend.
„Gelooft u, dat de politie er iets van
weet?"
„Als dat zo zou zijn, dan weten
ze het stellig niet van mij".
„Het denkbeeld is afschuwelijk, dat er
nog meer slachtoffers zullen volgenIk
begrijp niet, hoe u -- al geef ik toe, dat
u tot heel veel in staat bent hen te pak
ken zult kunnen krijgen".
„Ik geef nooit de moed op".
„Ik zou dolgraag willen weten, wat u
denkt te ondernemen, maar dat is natuur
lijk heel onbescheiden om te vragen...."
„Ik heb zelf nog geen idee", antwoord
de Daphne glimlachend, „en ik kan dus
niets zeggen".
Deirdre Mentonleigh stond op. „Het is
De Commissaris der Koningin in de pro-
vncie Zeeland, jhr. mr. A. F. C. de Casem-
broot, heeft Donderdag te Oudelande oen
dorpshuis geopend, dat, behalve een ver
enigingsgebouw ook een badhuis en een
kleuterschool herbergt. Dit gebouw kwam
tot stand met steun van de Transvaalse
stad Vanderbrjlpark, de adoptiegemeente
Vriezenveen en door giften van de dorps
bewoners zelf. Burgemeester W. N. van
Liere vertelde in zijn openingswoord, dat
het bedrag van 10.000 gulden dat door de
Transvaalse stad werd geschonken aan
Oudelande, niet zo gemakkelijk los te kra
gen was. Dit bedrag was namelgk aan het
Nationaal Rampenfonds overgemaakt en
pas met de steun van Prins Bernhard en
van het ministerie van Binnenlandse Zaken
is het gelukt het geld vrij te maken.
Radio-Unie geeft opdrachten
voor de Prix d'Italia
De Nederlandse Radio Unie heeft be
sloten ter voorbereiding van de Neder
landse deelneming aan de wedstrijd om de
Prix d'Italia aan een aantal auteurs voor
opdrachten te verstrekken.
Aangezien ons land dit jaar vertegen
woordigd is in de muziekjury, kan geen
muziekwerk worden ingezonden.
Vandaar dat Nederland slechts kan deel
nemen met een hoorspel of een documen
tair klankbeeld. Voor beide terreinen
heeft de NRU inmiddels een vijftal schrij
vers en schrijfsters uitgenodigd een synop
sis met enkele uitgewerkte passages in te
zenden.
Een jury zal daarna beoordelen welke
ideeën voor volledige uitwerking in aan
merking komen, waartoe vervolgens op
dracht zal worden verstrekt.
Het werk, dat door de jury als het beste
wordt beoordeeld, zal dan als Nederlandse
deelneming aan het jaarlijks concours om
de Prix d'Italia worden ingezonden.
erg vriende-lijk van u, juffrouw Wrayne,
dat u mij hebt willen ontvangen. Helaas
heb ik u niet veel nieuws kunnen ver
tellen".
„Dat is nooit helemaal zeker te zeggen",
merkte Daphne en'gszins raadselachtig op
Toen het meisje vertrokken was, bleef ze
doodstil in haar stoel zitten en overdacht
de verschillende punten van dit onderhoud.
„Maar wat hebben we er aan mom
pelde ze. „Het feit, dat hij vriendschap
sloot met Strawson tijdens die bootreis,
behoeft niets te betekenenEn ik kan
niet geloven
Ze keek op, toen Carlton het vertrek
binnenkwam.
„Wat is er?" vroeg ze enigszins kortaf.
„Sir John Lairraby is aan de telefoon,
juffrouw. Hij wil u zeer dringend persoon
lijk sprekeri".
„Allemensen!" Een gevoel van opwinding
kwam over haar. „Geef zijn telefoon on
middellijk aan mij door Carlton!"
Terwijl ze wachtte, keek ze op de ka
lender en zag, dat het de 21ste Juli was
„Is dit het sein. waarop ik heb gehoopt?"
mompelde ze Haar stem klonk echter kalm,
zonder een spoor van opwinding, toen ze
tenslotte sir John door de telefoon ant
woordde. „Ja, u spreekt met Daphne
Wrayne, sir John".
„De naam is Wyndhem Beverley, juf
frouw Wrayne".
Ze huiverde even. „De scheepsmagnaat?"
„Inderdaad",
B. en W. van Hilversum hebben aan dip
raad voorgesteld in beginsel te besluiten,
dat het plantsoen bij het nieuwe raadhuis
zal worden aangewezen als sticbtingster-
rein van een cultureel centrum, dat de
naam van Koningin Wilhelmina zal dra
gen. Het ontwerp zou aan architect W. M.
Dudok moeten worden opgedragen. De
eisen, waaraan het plan zal moeten vol
doen, het aantal zalen voor tentoonstel
lingen en concerten en de eventuele huis
vesting van het Goois Museum zullen door
de raad worden bezien, zodra hierover een
advies van een speciale commissie is uitge
bracht.
De heer W. L. de Vries, directeur-gene
raal van scheepvaart te 's-Gravenhage, is
gekozen tot voorzitter van de 15 leden tel
lende transportcommissie van de Verenig
de Naties, welke momenteel te New York
op het hoofdkwartier der Verenigde Naties
bijeen is.
ADVERTENTIE
Schot cr weg K'2 - Haarlem
•Tel. 12681
TEL- EN REKENMACHINES
Het staat thans vast. dat Noord-Brabant
het komend seizoen géén eigen beroepsto
neelgezelschap zal hebben. Aanvankelijk
bestond de verwachting, dat in de voort
durend in deze provincie toenemende be
hoefte aan goede dramatische kunst vol
daan zou worden, toen in October 1954 .de
stichting „Het Brabants Toneel" in nét
leven werd geroepen. Het bestuur daar-«
van, voorgelicht door andere toneeldeskun
digen, stelde een plan voor een eigen ge
zelschap op. Verzoeken om subsidie wer
den bij rijk, provincie en gemeenten inge
diend. De noodzakelijkheid om thans tot
een ensemble te komen meende de stich
ting te hebben aangetoond aan de hand
van een gedocumenteerd rapport, waar
aan tientallen gemeentebesturen medewer
king verleend hadden.
Provinciale Staten £an Noord-Brabant
gaven op aandringen van hun culturele
commissie de voorkeur aan een officiële,
door Gedeputeerde Staten benoemde stu
diecommissie, die als opdracht kreeg de
noodzakelijkheid van een Brabants be
roepstoneelgezelschap aan te tonen. (Van
het rijk bleek geen subsidie verwacht te
mogen worden). Het prov. bestuur kan
voor de zomerzitting der Staten geen cre-
diet meer aanvragen. In deze dwangpositie
restte het bestuur der stichting „Brabants
Toneel" geen andere weg dan voor het
aanstaande seizoen de bijna tweehonderd
mogelijke speelbeurten voor kunstkringen
enzovoorts, onvervuld te laten. Het gaat
intussen door met zijn pogingen om voor
1956'57 een representatief gezelschap
„met een Brabantse signatuur" op de plan
ken te brengen.
Bestond de directie van de Oost-Neder
landse toneelgroep „Theater" aanvankelijk
uit Kees van Iersel, Robert de Vries en J.
M. Monningh, van wie laatstgenoemde (di
recteur van de Schouwburg te Arnhem) la
ter uittrad, .iet ingang van het volgende
seizoen zal ook Van Iersel er geen deel
meer van uitmaken. De artistieke leiding
zal worden gevormd door Robert de Vries,
Elise Hoomans en Richard Flink.
De Nederlandse Televisiestichting heeft
voorlopig voor de tijd van het eerste jaar
van opbouw, tot adviseur-administrateur
van de te vormen eigen spelerskcrn be
noemd de heer Carel Rijken, oud-hoofd van
de hoorspelkern van de Nederlandse Radio-
Unie. Deze droeg laatstgenoemde functie
wegens het bereiken van de pensioenge
rechtigde leeftgd enkele jaren geleden over
aan Constant van Kerckhoven.
De heer E. van den Bosch te Oosterhout
bij Nijmegen heeft bijna drie jaar lang
tegen de Provinciale Gelderse Electriciteits
Maatschappij geprocedeerd over een scha
devergoedingskwestie. In 1952 liet de P.G.
E.M. voor de hoogspanningskabel Nijmegen
Veenendaal op de bouwgrond van de
heer Van den Bosch een hoogspannings
mast plaatsen. Nu luiden de voorschriften,
dat gronden, waarover hoogspannings
kabels gespannen zijn, over grote opper
vlakte niet bebouwd mogen worden.
De kantonrechter te Nijmegen heeft
thans de P.G.E.M. veroordeeld tot het be
talen van een schadevergoeding tot een
bedrag van 4400 gulden, alsmede van de
door de heer Van den Bosch gederfde rente
over drie jaar ten bedrage van 513,33 gul
den. Bovendien werd de P.G.E.M. veroor
deeld tot betaling van de kosten van het
geding.
„Alles als gebruikelijk?"
„Precies hetzelfde?"
„Man of vrouw".
„Een zoontje van tien. Ze belden twee
uur later op en gaven mijn naam op. W.B.
kwam me vanmorgen opzoeken".
„Hebt u mü genoemd?"
„Nee".
„Mag ik u noemen?"
„Ik zou liever zien, dat u dat niet deed.
Het gebruikelijke „na informatie is mij
geblekenis toch wel voldoende?"
„Goed, ik zal maken dat het voldoende
is. Waar kan ik hem bereiken?"
„Zijn huis heet „Three Gables", in Ascot.
Iedereen daar kan het u wijzen".
„Ik ben al onderweg en duizendmaal
bedankt, sir John! Uw naam wordt niet
genoemd".
„Word ik op de hoogte gehouden van
het resultaat?"
„Vanzelfsprekend, als u daar Drijs op
stelt".
Ze legde de hoorn op de haak en belde
Carlton. Terwijl ze haar hoed opzette en
haar neus poederde, zei ze tot haar trouwe
bediende:
„Ik moet onmiddellijk de wagen hebben,
Carlton. En stel ons viertal op de hoogte,
dat ik afwezig ben, maar dat ze zich gereed
moeten houden voor een dringende op
roep."
(Wordt vervolgd).