„Hollanders vissen maar raak; geen sprake van opzettelijke vernieling" Problemen Plan voor restaurant op één der IJmuidense sluiseilanden m m 11 s§ H 0 m jg B B HH §1 §j s fel H ÉÜP S B O! fel n 18 B 0 0 B B os m B B s B B B fei Bf B B s S B H B 18 Ét H Werk met signatuur Ruysdael bleek overschildering Gesprek met vier Deense vissers IJmuidense schippers: „Denen zetten de halve Noordzee af" op de honderd velden Castricum m m m m m m m 0 m m m m m Parijs en Bonn bewaren kalmte over de Saar Bij Noordersluis, halverwege de nieuwe „Sluisweg' m Wat IJmuiden zegt (Onze wekelükse damrubriek onder leiding van B. Dukel) Lezing over Ethiopië ff Treinongeluk verzonnen om asyl te krijgen Beverwijkse hengelaars gaan vissen in Wieringermeer Rijkswaterstaat niet afwijzend Benelux-gesprek over het Moerdijkkanaal Het bij restauratie blootgelegde landschap vermoedelijk van een kleinere meester Landbouw-conferentie der Benelux weer uitgesteld Burgerlijke begroting van Frankrijk goedgekeurd Vanaf 7 April geen visum meer vereist voor Portugal DONDERDAG 10 MAART 1955 n BIJ DE NOG HIER EN DAAR met ijs en sneeuw bedekte Tegeltjesmarkt ligt al enige dagen de Deense snik „Laurette", de Esbjerg 390, die Woensdagmorgen aan de IJmuidense afslag verscheen om 2300 ijskabeljauwen af te zetten. De uit vier koppen bestaande bemanning, onder commando van schipper Arne Westeraa Jensen uit Esbjerg heeft eens in Amsterdam rondgekeken en was gistermorgen in Oud IJmuiden aan te treffen, waar we hem hebben aangesproken over de betichting door Deense visserijorganisaties van de Nederlandse trawlerbemanningen, die op zettelijke vernielingen aan de netten van Deense vissers toebrengen. De uitdruk king „piraterij", die door een van de bestuurders van de bond in Denemarken was gebruikt, achtte schipper Jensen niet op zijn plaats. Hij wilde eerder spreken van onbekendheid van de buitenlandse vissers met de Deense visserij methoden, maar was het eens met de uitspraak van de voorzitter van Esbjergse vissers, die heeft gezegd dat de Denen al tal van jaren klagen over vernieling van het vistuig en dat het nu maar eens uit moet zijn. De haaienvisserij, zoals die door de Deense snikken met de beug wordt be oefend, is nog niet zo oud, vertelde Jensen. Zes tot zeven jaar geleden werd er mee ge start en thans worden zeer behoorlijke resultaten verkregen. De beug is veelal 15 km lang en om de 2 km is een blaas of drijver aan te treffen. Aan het eind van de beug, die meestal in de vroege ochtenduren overboord gaat en tegen de avond wordt binnengehaald, is een boei bevestigd. De bemanning van de „Laurette" meende dat de mannen op de brug van Nederlandse trawlers (en ook van Belgische en andere buitenlandse trawlers) beter dienen uit te kijken. De Nederlanders en Belgen varen maar raak, passeren de blazen en nemen dan al vissende de gehele beug in het langs de zeebodem vegende trawlnet mee. Schipper Jensen heeft het ook meege maakt, dat snurrevaadnetten, die meestal tot op 2 km. achter de snik reiken, er ge heel door Nederlandse of Belgische trawlers werden afgevist. De Duitsers houden wel rekening met de snurrevaadvisserij van de Denen, maar ook hier geldt dat de Belgen en Nederlanders maar raak vissen en niet op een vismerk van een vissende snik letten. Naar schipper Jensen meende, zijn het vooral de Duitsers, die de lijnen van de beug kapot varen en zijn de Belgen en Nederlanders er de schuld van, dat de snurrevaadnetten worden afgevist. Op onze vraag of de Denen wel altijd gebruik maken van het voorgeschreven vismerk bij dag en nacht, antwoordde schipper Jensen bevestigend. „Er zijn natuurlijk uitzonde- ringen," meende hij. De snikken vissen voor de haaienvisserij van een plek dwars van IJmuiden tot ver in de Noord en komen voor deze snurrevaadvisserij tussen de vijfenvijftigste en zestigste breedtegraad voor. Een van de personen, die bij ons ge sprek als tolk aanwezig was, merkte voorts nog op, dat laatst in IJmuiden een Deen is binnen geweest, van wie ook de gehele beug was weggevist. Zelfs 't anker, waar aan de beug was bevestigd, was verdwenen, zodat de snik 's nachts had rondgedreven met alle gevaren van dien. We hebben ons daarna gewend tot drie IJmuidense schippers en hun meningen, die onderling overeenkwamen, als volgt samen gevat: „Je kunt geen rekening houden met die Denen. Zij zetten met hun haaienbeugen de halve Noordzee af. Soms ziet men wel een eenzame blaas, maar in de verste verte is geen snik of ander Deens vaartuig waar te nemen. Zelfs niet aan de horizon Het is ook vrij moeilijk om de positie van een haaien- bcug vast te stellen, omdat een volgende blaas soms meer dan 1400 vaam (even meer dan 2 km) verder ligt." „En," ging een van de andere schippers verder, „als een Nederlandse of buitenland se trawler op zo'n plek een visserijtje be speurt en hij ziet alleen maar een „losse" blaas, blijft hij niet uit de buurt. Die traw ler zal daar gaan vissen en hij zal er blijven. Dan bestaat de mogelijkheid, dat dwars over de beug wordt heengevist, waardoor bij het halen van het trawlnet ook de lijn van de Deen naar boven komt." Omtrent de snurrevaadvisserij, waarbij Nederlandse trawlers netten zouden hebben afgevist, merkten de schippesrs op: „Van iemand, die onervaren is en op de brug de wacht heeft als stuurman, kan wellicht worden verwacht dat hij een snurrevaad- net, dat soms tot twee km achter de snik reikt, al vissende overvaart. De snikken vissen op stroom, maar het is soms heel moeilijk te zien naar welke kant zij het net hebben uitstaan. Het beste zou zijn naar alle richtingen een afstand van 2 km tot de Deen te bewaren, maar een onervaren wachtsman stuurt wel eens nauwer langs zo'n snik. Niet voor elke onverwachte manoevre wordt de schipper er door de wachtsman bij geropeen, zodat deze dan zelfstandig en naar beste weten handelt." Overigens waren de schippers het volmon dig eens met de uitspraak van een hoogge plaatste functionaris van het Deense ministerie van Visserij, die had opgemerkt „Deense vissers zijn ook niet allemaal engelen." De heer K. J. Jonius-Ingerman uit Haarlem, heeft Woensdag in hotel „De Rustende Jager" te Castricum, een lezing gehouden over het keizerrijk Ethiopië, voor de Nederlandse Vereniging van Huis vrouwen. De spreker is verscheidene jaren directeur van een onderneming in Bel- gisch-Congo geweest en maakte onder andere een studiereis naar Ethiopië waar hij zeer hartelijk door keizer Haile Selassie werd ontvangen. Naar de causeur vertelde, zijn er voor Nederland en speciaal Neder landse concerns grote mogelijkheden in het land van de leeuw van Juda emi gratie is evenwel niet toegestaan. Een staaltje van de Nederlandse actievi- teit heeft het HVA-concern in 1954 ge geven; dit concern produceerde in dat jaar voldoende suiker voor de 11 millioen Ethiopiërs, en voor 1955 is het niet denk beeldig dat ook Nederland van deze suiker kan betrekken omdat er een nog grotere productie wordt verwacht. De heer Jonius-Ingerman heeft ook een bezoek gebracht aan dr. Albert Schweitzer, in Lambarene, waarvan hij eveneens enige bijzonderheden vertelde. De lezing over Ethiopië werd verduidelijkt met lichtbeelden. Alvorens de spreker het woord kreeg hebben de dames een korte huishoudelijke vergadering gehouden. De voorzitster, mevrouw Veltman-Jans, ves tigde de aandacht op de in samenwerking met het Instituut voor Arbeidersontwik keling te houden bijeenkomst op 25 Maart, uitgaande van enige firma's op het gebied van woninginrichting. Tevens deed de voorzitster mededeling van het feit, dat er binnenkort weer een modeshow zal worden gehouden. Hoge prijzen voor groente Voor de door hen aangevoerde groente kre gen de Kennemer tuinders Woensdag in Castricum de volgende hoge prijzen: sprui ten, geschoond, f 0,89f 1,26; spruiten, onge- schoond f0,50f 0,85; boerenkool, afwijkend, f 0,65; prei f 0,87f 1,10 per kilo. De onderlinge strijd bij St. Thomas De Castricumse damclub St. Thomas heeft in hotel Sport-Duinzicht de onderlinge com petitie voortgezet. De uitslagen waren als volgt. Afdeling 1: P. Rietveld—C. v. d. Himst 20; A. de ZeeuweG. Sprenkeling 20; C. Juffermans—B. Beentjes 02; A. Rietveld—P. Ruiter 1—1. Afdeling 2: S. Groentjes—C. Reinders 0—2; R. Stet—P. v. d. Himst 20. Afdeling 3: P. ZonneveldB. Louman 02; L. de RidderC. Admiraal 20; J. Braken hof—D. Konijn 1—1; Hollander—D. Graas 0—2. BURGERLIJKE STAND GEBOORTEN: Petrus Cornelis Wilhel mus, z. van C. Stet en H. Lamberts: Robert Martin, z. van S. Boer en M. C. Huissen; Henri Johan. z. van J. F. Kriek en M. J. Slooten; Johannes Antonius, z. van J. M. Stroomer en A. C. Verver; Johanna Marga- retha Gemma, d. van W. Groot en C. C. Borst. ONDERTROUWD: F. H. Schram, wonende de Amersfoort en J. Knopjes, wonende te Ctstricum; H. Schenk en E. J. M. Wilhelm, beiden wonende te Castricum. OVERLEDEN: Froukje Nieuwland, 65 j., geh. met H. Ferkranus, wonende te Castri cum; Cornelis Abie, 89 j., wedn. van M. Krab. wonende te Egmond aan Zee: Leendert Cornelis Jansen, 63 j„ geh. met F. T. Slobbe, wonende te Castricum, overleden te Haar lemmermeer: Henriëtte Rennefeld, 69 j., wonende te Bloemendaal. De Haarlemse damspeler Wim de Jong viert op grandioze wijze zijn comeback. Na een langdurig ziekbed in de jaren 1952 en '53 won Wim het kampioenschap van Ken- nemerland in 1954, na een verliespartij van schrijver. In het najaar 1954 won hij de provinciale damtitel ongeslagen en thans is de Haar lemse speler leider in het nationale dam kampioenschap. De Jong is een bijzondere speler met een aparte stijl. Zijn kracht ligt in het tempo- spel, met moeilijke, ingewikkelde en oncon troleerbare stellingen. Daarbij is verliesangst hem vreemd en hij aanvaardt de grootste risico's. Hij weet zich kansen te scheppen en daardoor kwam hij tot dit opmerkelijke suc ces. Maar verantwoord is zijn spel niet. Zijn partijen in het nationale tournooi tegen Bom en Keller had hij even gemakkelijk kunnen verliezen, als ze nu tot een winstpartij op Bom en een moeilijke remise tegen Keiler te maken. De Haarlemmer vertrouwt op zijn inzicht en het toeval, waaraan uiteindelijk het dam spel ook niet ontkomt. Onderstaand kort vuurwerk-partijtje had De Jong evengoed kunnen verliezen door zetten om te wisselen bij de 15e zet, omdat de „uitvaller" uiteindelijk nadeel krijgt. Wit, Wim de Jong; zwart, J. M. Bom. 1. 33—29 16—21; 2. 31—26 11—17; 3. 37—31 7—11; 4. 31—27 1—7; 5. 38—33 20—25. Na vijf zetten is er werkeli'k iets nieuws gebracht. Het is onoverzichtelijk spel en de damlitteratuur geeft niets aan omtrent deze openingsvariant. 6. 35—30 14—20; 7. 40—35 19—24; 8. 30x19 13x24; 9. 42—38 9—13. Hekstelling van zwart en opgesloten korte vleugel. 10. 4137 39; 11. 48—42 10—14. Beide spelers stortten zich in avontuurlijk spel. Als zwart in plaats van 1014. 1822 en 13x22 was gaan spelen, was het spel over zichtelijk geworden met een bepaald doel voor ogen. Hekstelling met actie op wit's linkervleugel: 12. 44—40 5—10; 13. oO44 14—19 Het tasten, zoeken en beslissen van dn oneewone openingsspel met een ongekend middensDel, zal een groot tijdoffer hebben gevraagd. Wit kan bijv. met de 14e zet besluiten de stellingen te vereenvoudigen of zelfs dam te nemen. Een derde mogelijkheid is door spelen. waartoe wit besloot. Dam is mogelijk door 2722, 18x27 (ge dwongen!, 33—28 en 38—33 naar ruit 5. Maar zwart vangt de dam ineens met 1319 wat voordeel oplevert en vereenvoudiging volgt op 27-22 en 29—23. 14 47—41 9—14; 15. 36—31. Stand na de 15e zet van wit. Zwart: Bom 22 26x17 18x27 23. 32x21 11x33 24. 38x18 13x22; 25. 43—39 16x27; 26. 36—31 27x38; 27. 39—33 38x29 en 28. 34x1. Zwart gaf zich gewonnen. m €M. Ét Wm. Wm. -fel Wit: De Jong Nu speelde Bom aan zet 4—9, maar zoals wij hebben onderzocht geeft 1923 voor zwart winnend spel. Dit is slechts een zetten- omwisseling waaraan Wim de Jong niets kan doen. Er moet dan altijd volgen 41—36 en 4641, om de uitval van 27—22 voor te be reiden. Dan houdt zwart uitstekende kansen om wit een stuk winst af te dwingen. Het spel liep nu vast en de explosies welke op deze vastgelopen standen kunnen volgen zijn zelfs door de grote keuze van slagspel onoverzichtelijk. Het geluk was aan de kant van De Jong en Bom verloor door een ver nietigende slag. Het spel in de partij verliep als volgt: 15. 4—9; 16. 41—36 19-23; 17. 46—41 14—19. Zwart: 2. 6/13, 15/21, 23, 24. 25. Wit: 26. 27, 29. 31/45 en 49. 18. 27—22 17x28. Deze slag is gedwongen, want on 18x27 volgt 29x18. 13x22 (op 12x23, 31x22, 26x17. 34x29 enz.); 1". 33x22 24x33. De beste. 20. 39x28 18x27; 21. 31x22 12—18? Zwart kan dan gewoon met 20—24 ver volgen zonder nadeel. De 21e zet 12—18 brengt direct verlies door een problematische slagzet. Deze stelling is voorgekomen tussen Keiler (wit) en ir. Van Dijk (zwart). Het is een bewijs met hoe weinig middelen een kans rijke slag en combinatiespel kan voorkomen, zonder dat aan de speculatie door wit ook maar enige concessie ten opzichte van de stelling moet worden gedaan. Zwart aan zet vervolgde met 1721, 26x17. 12x21, waarna Keiler verrassend met 3731 vervolgde. Zwart was verhinderd 2126 te spelen, waarna Keiler dam maakte met 27—21, 16x47 en 32—28, waarop dam volgt naar ruit 1 met winst. La ros' winst op Ansems Stand na de 4e zet is als volgt: Zwart, Laros: 6. 7, 9, 12, 14. 17, 18, 19, 20, 23 en 24. Wit: 16, 25, 26. 27, 28, 32, 34, 35, 39. 43 en 45. Laros aan zet speelde 18—22, 27x29. De sterkste zet van wit is 3933. waarna het spel gelijk opgaat. Maar wit dacht voordeel te behalen op het zwarte stuk 20 en speelde daarom 34—29. Zwart zette 22—28 en nu overzag wit het zetje, wat na 4338 ge dwongen mogelijk is door 2832 en 1722. Wit verloor op slag. Oplossing en uitslag Februari-prijsvraag De oplossing van het vierde vraagstuk van de Februari-prijsvraag, auteur Max Dou- wes is: Wit: 11, 16, 17, 21, 27, 31, 33, 37, 39 41, 42, 43, 45 en 47. Zwart: 2. 6, 8, 10. 12, 13, 18, 19, 20, 24, 26, 30. 34 en 36. Wit speelt en wint door 4540, 34x45, 11—7, 2x22. 33—28. 22x44. 37—32, 26x39, 21—17, 12x21. 47—42. 36x38, 32x3, 21x32, 1611, 6x17. 3x50 en zwart moet opgeven. De oplossers L. Davidson. J. de Boer. C. Kramer moeten loten om de prijs, die bestaat uit een damboek, dat voor de Februari- maand door de IJmuider Courant ter be schikking wordt gesteld. Het tweede vraagstuk voor de Maart prijsvraag is een probleem van de Amster damse dam- en schaakmeester G. W. Spituler. De Oost-Duitse vluchteling die verleden week aan een correspondent van het West- Duitse persbureau DPA mededelingen ver strekte over een ernstig spoorwegongeluk in Oost-Duitsland, heeft toegegeven, dat hij het verhaal verzonnen heeft om poli tiek asyl te krijgen. De man, Hans Kies- linger, had verteld, dat hij als stoker had gereden op de locomotief van een Rus sische militaire trein, die bij Plauen in Saksen was ontspoord. Naar hij zei waren tientallen personen bij het ongeluk om het leven gekomen. Zijn mededelingen zijn reeds eerder door het Oost-Duitse mi nisterie van spoorwegen tegengesproken. Twee Polen ontkomen Twee Polen, een man en een vrouw, zijn er in geslaagd uit Polen naar Zweden te vluchten in een spoorwagon, die gela den was met zakken zout. Zij zijn na een reis van zes dagen uitgeput aangekomen in Trellerborg (Zuid-Zweden). Zij hebben in Zweden politiek asyl gevraagd. PARIJS (Reuter) In gewoonlijk be trouwbare kringen wordt vernomen dat de Franse en West-Duitse regeringen via di plomatieke kanalen zijn overeengekomen al het mogelijke te doen om te voorkomen, dat de controverse over de Frans-Duitse Saarovereenkomst „uit de hand zal lopen". In diplomatieke kringen in Parijs wordt opgemerkt dat de Duitse pers de controver se op het ogenblik met gematigdheid be handelt, klaarblijkelijk in de hoop de be krachtiging van de Parijse overeenkomsten in de Franse Raad der Republiek (Senaat) niet in gevaar te brengen. Onze correspondent meldt uit Bonn dat de Bondsdag zich volgende week Vrijdag nog eens met het Saarstatuut moet bezig houden en wel ter behandeling van een motie, die de socialistische partij heeft in gediend en waarin de regering wordt ver zocht de Bondsdag op de hoogte te stellen van de woordelijke tekst van de nieuwe Franse verklaringen van hetgeen zij in verband daarmede ondernomen heeft. Bo vendien verzoekt de socialistische partij in die motie alle beslissingen uit te stellen totdat de geschillen door nieuwe Frans- Duitse besprekingen uit de weg zijn ge ruimd. De leden van de Beverwijkse hengel sportvereniging ,,'t Karpertje" gaan Zon dag 13 Maart naar de Wieringermeer voor het houden van een onderlinge wedstrijd. .yy Naar wij vernemen bestaan er vergevorderde plannen om op een der Sluiseilanden, bezuiden de Noordersluis, een restaurant te bouwen, dat voorzien zal in de jaren lang gevoelde behoefte aan een recreatiemogelijkheid voor degenen, die hetzij voor hun plezier, hetzij ambtshalve in de omgeving van het IJmuidense sluizencomplex moeten zijn. Rijkswaterstaat zou hier, voorzover onze informaties reiken, niet afwijzend tegen over staan en het grote aantal gegadigden voor de exploitatie van een restaurant op deze plek wijst wel op de belangstelling, die uit Horeca-kringen voor dit toekomstige project bestaat. Wanneer dit jaar de ver binding over de sluizen haar beslag zal krijgen en de voortekenen wijzen er op, dat deze „nood"verbinding een definitief karakter krijgt als gevolg van de enorme verbetering, die de communicatie met de Hoogovens en de Noordzeekanaal-traverse voor IJmuiden zal opleveren, zal een res taurant op het sluiseiiland bij de Noordzee sluis ongetwijfeld een trekpleister worden voor de duizenden, die hier dan gaan pas seren. Laag gebouw Over het gebouw vernemen wij, dat het een laag restaurant zal moeten worden, wil het voldoen aan de eisen, die Rijkswater- (Van onze correspondent in Brussel) Minister Beyen zal morgen zijn Bel gische ambtgenoot Spaak in Brussel ont moeten. Ook de Luxemburgse premier en minister van Buitenlandse Zaken Bech zal het reeds traditioneel geworden overleg van de drie ministers van Buitenlandse Zaken der Beneluxlanden bijwonen. Daar Spaak zich sinds geruime tijd met de pro blemen van het Moerdijk-kanaal bezig houdt, zal die kwestie wellicht ter sprake komen, aldus sommige waarnemers, of schoon de waterwegen-kwestie geen eigen lijk Benelux-vraagstuk is. De oplossing van de waterwegen-kwestie is voor de Belgische regering een voorwaarde voor de ondertekening van het verdrag der economische unie. Zo gezien is het Moer dijk-kanaal toch een Benelux-probleem. f wkbêéè - .■'■'f- staat moet stellen aan de bebouwing van de sluiseilanden. Participatie Wij vernamen tenslotte, dat er van de zijde van een der Nederlandse brouwerijen reeds belangstelling is getoond voor het project, waarin wellicht sprake zal kunnen zijn van participatie dezer industrie. Jaarvergadering „Stille Omgang" De afdeling Beverwijk van het genoot schap „Stille Omgang" houdt Vrijdag 18 Maart in het KSA-gebouw haar jaarver gadering. Op deze avond zullen een aantal leden die gedurende vijfentwintig jaar lid van deze vereniging zijn worden gehul digd. WP De stand in cijfers is als volgt: Zwart: 1, 7, 10, 11, 13, 14, 15, 18, 19 en dam op 35. Wit: 21. 22, 27, 32, 33, 34, 37, 38, 44, 45 en 47. Wit speelt en wint. Correspondentie C. K. te IJmuiden. Het tweede ingezonden vraagstuk is door de dwangzetten wel een te moeilijke opgave. Wel volgt ter zijner tijd plaatsing, maar niet als wedstrijdprobleem. Oplossingen en correspondentie te zenden aan het adres van de damredacteur B. Dukel, Wyk aan Zeeërweg 125, IJmuiden. Enkele maanden geleden kreeg de Zandvoortse restaurateur van schilderijen J. W. Karstens van de heer L. J. Breure de opdracht een groot doek schoon te ma ken, dat deze uit een erfenis had verkre gen en in de rechter benedenhoek de sig natuur „Ruysdael" droeg. Het landschap (op de bovenste foto gereproduceerd) was in Augustus 1942 in Pulchri Studio in Den Haag tentoongesteld geweest, werd bij die gelegenheid voor absoluut echt verklaard en verkreeg dan ook het certificaat van een kostbaar werk. Tot zijn grote verbazing ontdekte de heer Karstens bij het begin van de restau ratie reeds, dat de voorstelling een over schildering was, waarbij men echter de naam Ruysdael onaangetast had gelaten. Hij verkreeg van de eigenaar toestemming om de opgeschilderde verflaag te verwij deren, waarna een geheel ander landschap te voorschijn kwam, dat men op de onder ste foto ziet weergegeven. Het is een ver gezicht, met aan de einder op een heuvel een burcht met een toren, enige bospar- tijen verlevendigd door watervallen en op de voorgrond een groep forellenvangers en wat vee. Naar de mening van de heer Karstens, die zonder nader onderzoek door een groot dagblad werd overgenomen, zou men hier te doen hebben met een „land schap uit de Italiaanse tijd van Jacob van Ruysdael (1628/29—1682)". Deze mede deling bracht ons aan het twijfelen, om dat over een verblijf van Ruysdael in Italië niets bekend is, terwijl men even min Italianiserende werken van hem kent. Wij hebben daarom het schilderij voor gelegd aan de heer H. P. Baard, directeur van het Frans Halsmuseum te Haarlem, die evenals de daarvoor werkzame restau rateur Han Bolte verklaarde „geen vier kante millimeter als van de hand van Ruysdael" te herkennen. Niettemin waren beide kunstkenners van mening, dat men hier te maken heeft met een mooi en gevoelig schilderij, dat zeker belangrijke kwaliteiten vertoont, zo dat het waarschijnlijk wel aan een klei nere meester met een behoorlijke naam De foto hierboven toont het schilderij vóór, die hieronder nd de restauratie. (Van onze correspondent in Brussel) Waarschijnlijk wordt de reeds eenmaal uitgestelde Benelux-landbouwconferentie in April gehouden en niet op 17 Maart. Vrij dag zullen voor het eerst de hogere ambte naren van de drie regeringen, de „raad der presidenten", bijeen komen, om de confe rentie voor te bereiden. Het is niet zeker dat de ministers reeds op 17 Maart kunnen bijeenkomen. Men ziet te Brussel in dat uitstel een be wijs is voor de grondigheid waarmee de landbouwproblemen worden bestudeerd. De verklaring van minister Mansholt dat het niet de bedoeling is de Belgische markt met Nederlandse landbouwproducten te over stromen en de Belgische boeren te benade len, heeft in België waardering gevonden. De grote Belgische landbouworganisaties zouden het eens zijn geworden over de nood zakelijkheid van een Belgisch landbouw- egalisatiefonds, dat allereerst de productie overschotten van zuivel en vlees door mid del van subsidies moet exporteren in de vorm van condens, melkpoeder en kaas, als mede bevroren vlees of geconserveerd vlees. PARIJS (Reuter) De Franse Natio nale Vergadering heeft met 342 tegen 249 stemmen de begroting van de burgerlijke diensten goedgekeurd. De begroting voor ziet in 9.5 milliard francs voor salarisver hogingen. Premier Faure had gezegd van de stemming een „regeringskwestie" te willen maken. Hij legde er echter de na druk op, dat hij niet een officiële ver trouwenskwestie wilde stellen. Tegen de regering stemden de socialisten, commu nisten, ongeveer veertig radicalen en ra- dicaalgezinden en sommige conservatieven. De regering aanvaardde het amende ment, dat een algemeen plan voor de her ziening van salarissen in de loop van de zomer aan het parlement zal worden voor gelegd. Ondanks de overwinning van de rege ring vreest men in parlementaire kringen, dat de onrust onder de ambtenaren zal toenemen en dat stakingen voor loonsver hoging niet uitgesloten moeten worden geacht. Aangezien uit de beide Kamers der Sta- ten-Generaal geen bezwaren zijn gekomen tegen de op 14 December 1954 te Lissabon tussen de Nederlandse en Portugese rege ringen gewisselde nota's inzake de afschaf fing van visa en de daarin vervatte over eenkomst, zal naar de K.N.A.C. meldt, met ingang van 7 April geen visum voor beide landen meer zijn vereist. Het is met genoemde datum afgeschaft voor tijdelijke bezoekers, mits de duur van het aaneengesloten bezoek een tijdruimte van maximaal 2 maanden niet overschrijdt. zal moeten worden toegeschreven. Zij deelden de mening van de heer Karstens, dat de overschildering vermoedelijk een jaar of zeventig geleden heeft plaats ge had. De heer Bolte is van oordeel, dat de handtekening „Ruysdael" er niet bona fide uitziet en bij nader onderzoek stellig voor verwijdering vatbaar zal blijken te zijn. Het doek zal thans worden voorgelegd aan het Rijksinstituut voor Kunsthisto rische Documentatie te 's-Gravenhage, waar men ruimere middelen ter beschik king heeft om de herkomst vast te stellen. In eerste instantie gaan de gedachten in de richting van Albert van Everdingen (16211675), die evenals Ruysdael be kend staat als schilder van watervallen en in wiens werk hij reisde veel in Scan dinavië men dikwijls kleine stukken bergnatuur met rotspartijen aantreft. Het vee op de voorgrond wekt associaties met Dirck van Bergen uit diezelfde tijd, wiens peinture echter brillanter was. Het vermoeden is sterk, dat het schil derij van een Italianisant is in de stijl van Jan Both: het werk van deze meester uit de zeventiende eeuw, die te Rome en Venetië verbleef, vond wel waardering van tijdgenoten en werd daarom veel na gevolgd. Het ontbreken van warm zon licht en het décorachtige van de voorstel ling wettigen de veronderstelling, dat het geen schilderij van Both zelf is. Het zal interessant zijn de uitslag van de exper tise te vernemen. Speciaal de rechter bo venhelft van het 94 bij 130 centimeter metende doek is fraai van toon en nuan cering.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1955 | | pagina 11