Frankrijk voor anderhalf jaar tot „immobilisme" vervallen M MT- anthraciet Minister Donker verdedigde zijn gratiebeleid Botsing tussen PMF en zijn vriend Faure onvermijdelijk Vooruitzichten der Franse politiek N. VAN BREEMEN.& Co. TEL. 10070 EERSTE KAMER „Menselijkheid, maar ook gerechtig heid en rechtvaardigheid Ons Huis Holland 3 Twee wonderkinderen Twee karakters Twee meningen Geen weerbericht „Les amis du film francais" Nederland heeft spoedig 3f escadrille van de beste dag- en nachtjagers Overal en altijd geniet U meer van Agenda voor Haarlem Eerste Kamer keurde P.T.T.-begroting goed Geen tariefsverhoging voor de draadomroep DONDERDAG 10 MAART 1955 (Van onze correspondent in Parijs) De crisis die Frankrijk achter de mg heeft was niet geheel en al gelijk aan die twintig andere crises die er sedert het begin van de vierde republiek in acht jaar tijds aan vooraf zijn gegaan. De overeenkomst is dat ook aan deze crisis een einde is gekomen door de vorming van een nieuwe regering die in het land geen geestdrift wekt. Het publiek herinnerde zich misschien vagelijk een paar namen van die twintig tot dertig ministers die in het nieuwe kabinet zitting namen, maar bij geen van al die namen of het had die van Robert Schuman moeten zijn is ook maar één Frans hart één slag sneller beginnen te kloppen. En tóch was er een verschil met de vorige malen. Dit keer is men zich duidelijk bewust geworden dat de acht maanden die werden afgesloten en waarin Pierre Mendès-France heeft geregeerd en niet alleen geadministreerd, Frankrijk in een soort romantische roes heeft geleefd. Een opwindende, meeslepende droom waarin de Fransen voor het eerst sinds lang, weer iets als trots voor hun land voelden, er weer hoop leefde in hun harten voor de toekomst. Die droom is voorhy. Voorgoed? Wan neer er zich geen nieuwe onheilen voor doen die, zoals indertijd na Dien Bien Phoe, het ingrijpen van een sterke man als Men dès-France nodig zullen maken, dan zal Frankrük tot de volgende verkiezingen, in de zomer van 1956, opnieuw aan „immo bilisme" zijn overgeleverd. Uit gebrek aan eensgezindheid zal de rechtse coalitie er zo veel mogelijk naar streven alle beslissin gen uit de weg te gaan, uit vrees zelf uit de weg geruimd te worden. De periode- P.M.F. was, parlementair-mathematisch gesproken, een tegennatuurlijk verschijn sel. Zijn regering steunde vrijwel uitslui tend op het gezag van zijn krachtige en uitzonderiyke persoonlijkheid. Een orea- nisch-parlementaire basis, heeft hij echter nooit bezeten. Montesquieu, de grote Franse wijsgeer, wiens tweehonderdste sterfdag juist wordt herdacht, heeft eens gezegd dat gevaar- lüker dan de tirannie van een enkeling de onverschilligheid der burgers is. Niettemin is Frankrijk na Mendès-France opnieuw zo'n tijdperk van burgerlijke onverschil ligheid ingetreden Tijdens de periode-P.M.F. begrepen zijn intelligente tegenstanders al wel dat het niet gemakkelijk zou blijken later de taak van de gehate premier over te nemen. Men dès-France had niet alleen belangstelling, maar zelfs een zekere mate van hartstocht voor de publieke zaak opgewekt. Daarom verlangde de schrandere rooms-katholiek Teitgen, die weer een ministersportefeuille heeft bemachtigd, dat Mendès-France zo snel mogelijk uit de weg zou worden ge ruimd, maar dat zijn persoonlijke stijl van regeren zou worden overgenomen. Een be kend Frans gezegde luidt evenwel „Le style c'est l'homme" het is de man, die de stijl maakt en ondanks zijn onbe twistbare acteurstalenten zal het Edgar Faure niet licht vallen zijn grote voorgan ger te doen vergeten. Dit persoonlijke ele ment van deze machtsoverdracht heeft deze crisis haar bijzondere karakter ge geven. Faure en Mendès-France hebben niette min wel het een en ander gemeen. Beiden waren wpnderkinderen.beiden waren voor bestemd op elk gebied dat ze betraden de eerste plaatsen te bezetten. Faure was op zijn negentiende jaar al meester in de rech ten, zes maanden jonger dan Mendès- France, die datzelfde jaar met hem af zwaaide van de Parijse universiteit. Samen hebben ze in politieke „debating clubs' overeenkomstige standDunten ver dedigd: samen maakten ze kort na hun promotie een studiereis naar Moskou (Fau re spreekt vloeiend Russisch); samen stre den ze tijdens de bezetting in het Franse ADVERTENTIE verzet en beiden deden hun eerste stappen op het glibberige pad van de politiek onder leiding van generaal De Gaulle. Toen Mendès-France na de bevrijding minister van Economische Zaken werd een post, die hij vrijwillig opgaf toen De Gaulle met zijn geldzuiveringsplan a la Lieftinck niet accoord bleek te willen gaan nam hij zijn vriend Faure op in de eer ste Nationale regering van de vierde repu bliek. Samen maakten ze later hun entrée als „député" in de eerste Nationale Ver gadering van de vierde republiek, beiden als lid van de radicale pratij, de partij-der- lange-baarden, die toen de wind niet in de zeilen had en waar hun een grote toekomst werd voorspeld. Faure was op vierenveertig-jarige leef tijd gedurende veertig dagen de jongste minister-president, die Frankrijk sedert Gambetta gekend had. Mendès- France die, sinds zijn aftreden als minis ter van De Gaulle, alle portefeuilles had geweigerd, werd in de zomer van het vo rige jaar, onder dramatische omstandig heden op diezelfde hoge post benoemd. Uit vriendschap nam hij Faure als minister van Financiën van zijn voorganger Laniel over. Nu zit Faure ten tweede male op de stoel, die Mendès-France heeft ontruimd. Naast de overeenkomsten tussen deze beide figuren, zijn de verschillen nauwe lijks minder treffend. Wat in de loopbaan van Mendès-France vooral zo sterk de aan dacht trekt is zijn weigering om te schip peren, zijn oprechtheid een trek, die bij Franse politici niet zo vaak voorkomt zijn standvastigheid, zijn behoefte met open vizier te strijden. Faure is veel glad der of soepeler, om het vriendelijker te zeggen hij kan zó, maar hij kan ook anders. Faure draait eerst enige malen om een probleem heen alvorens het voorzichtig aan te vatten. Faure valt zijn tegenstander zelden in het front aan, zoals de onstuimige Mendès-France doet. Hij tracht hem met de sierlijke bewegingen van een schermer die het wapen van de ironie hanteert, te pareren. Faure die, in tegenstelling tot Mendès- France, over een ruime dosis gevoel voor humor beschikt, is evenmin bevreesd voor schijnbare tegenstellingen. Hy wil graag als links politicus poseren, maar hij fun geert thans als de vlag, die een rechtse lading moet dekken. Beiden zijn in hoge mate ambitieus, en hebben ook het recht dat te wezen. Mendès-France heeft zijn persoonlijk verlangen naar een machts positie echter altijd ondergeschikt gehou den aan de vervulling van zekere beginse len, die hij al in zijn jeugd had aanvaard. De beginselen van Faure bezitten veel meer elasticiteit. Het ogenblik kan niet ver af zijn, dat beide vrienden zich ook in het openbaar als politieke tegenstanders zullen ontpop pen. Op de politiek, die Mendès-France al tijd heeft voorgestaan, heeft Faure zich in zijn regeringsprogramma eveneens beroe pen. Hy zal echter, mocht hij met die ver klaringen ernst willen maken, stuiten op de zelfde obstakels die Mendès-France's val bewerkt hebben. Daarbij zal hij niet gedragen worden door de welgezindheid en de solidariteit van het volk, waarin altijd de grote kracht van P-M.F. gelegen was. Mendès-France heeft ervaren en ingezien dat de noodzakelijke voorwaarden voor een opbouwend en bezielend beleid, dat Frankrijk redden moet, op dit ogenblik (nog) niet zijn vervuld. Tot de volgende verkiezingen in de zomer van 1956 zal hij trachten die voorwaarden te verwerke lijken. Het kan niet anders of hij vindt zijn vriend Faure op zijn weg. Welke die voorwaarden moeten zijn, hopen we in een volgend artikel na te gaan. rooOQOOOCGOOOOOOCOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOCOOOOOOOOOOOOOOOre" ZURICH (United Press). De Zwit serse radio kon zijn luisteraars gisteren geen weerbericht geven. „Tengevolge van de onzekere weerstoestand moeten wij ons onthouden van het geven van een weersverwachtig voor Donderdag" zo verklaarde de omroeper. ÖXXXXXJOOOCXXXÖOOSOOOOOCIOOOOOOOOOOCOOOCJOOOOODOOOCOOOCOOO Officiële manifestatie Woensdagavond is de landelijke stich ting „Les amis du film frangais aux Pays- Bas" officieel met haar manifestaties be gonnen. Voor de officiële opening harer werk zaamheden, die in de Kurzaal te Scheve- ningen geschiedde, had de stichting de sce nario-schrijver, acteur en regisseur Abel Gance uitgenodigd, een der bekendste fi guren uit de tijd van de stomme film. Voor Gance het woord nam werden de aanwezigen verwelkomd door de voorzitter van de stichting de heer Zelling. Deze richtte zich speciaal tot de Franse ambas sadeur en tot mr. Scholvinck die hij dank zegde voor de ondervonden hulp en steun. Daarna introduceerde hij Abel Gance, die er zijn blijdschap over uitsprak in Neder land te zijn en deze soirée te mogen inlei den. Gance hield een korte causerie over de cinema die naar zijn zeggen nog pas m het begin van haar ontwikkeling was. Hij zag het ideaal in de orchestratie van de beelden, zoals dat in de polivision naar vo ren komt. Vervolgens gaf hij aan de hand van een filmpje een demonstratie van zijn pictograph en de mogelijkheden die hierin scholen. Hierna werden fragmenten ver toond uit zijn film „J'accuse" gevolgd door de trailer van „Ma tour de nesle". Daarna volgde de pauze waarin ten bate van de stichting loten werden verkocht. De avond werd besloten met gedeelten uit Gance's film „Napoleon", waarin de hoofdrol wordt vertolkt door Albert Dieudonne. Des middags had de Franse ambassadeur, de heer J. P. Garnier, in zijn ambtswoning een ontvangst gehouden voor bestuurs leden van de stichting „Les amis du film frangais aux Pays-Bas", cineasten, film journalisten en andere genodigden. Abel Gance sprak een kort woord, waar in hij zijn vreugde uitte officieel in Neder land te zijn, dat hij goed kende. Hij herinnerde eraan dat zijn eerste film de titel had „Pour sauver la Hollande". Voorts merkte hij op, dat het beschouwen van de Nederlandse meesters in het Am sterdams museum hem een nieuwe tech niek voor cinematografische opnamen aar. de hand had gedaan. Voor zijn vertrek uit Washington naar New York heeft luitenant-generaal A. Baretta, stafchef van de .Nederlandse luchtmacht, Dinsdag verklaard dat de helft van het aantal nachtjagers om drie- en-een-half Nederlands escadrille van uit te rusten waarschijnlijk in December van dit jaar in Nederland uit de Verenigde Staten gearriveerd zal zijn. Lt-generaal Baretta leek zeer ingenomen met het re sultaat van zijn bezoek aan de Verenigde Staten en met de beloften die hij heeft ontvangen wat betreft het zenden van zo wel dag- als nachtjagers naar Nederland. Lt.-generaal Baretta zei: ,.Ik ben erg trots dat de Nederlandse luchtmacht de eerste van het Europese continent zal zijn, die de nieuwste types Amerikaanse dag en nachtjagers zal ontvangen. Dit is een erkenning van de hoge graad van effi ciency die onze luchtmacht bereikt heeft en wij zijn van plan deze reputatie te handhaven. Ik ben van gevoelen dat wij de beste luchtmacht van de continentaal- Europese naties hebben". Hij zei dat de Amerikaanse luchtmacht hem verzocht heeft de sterkte van de nacht, jagerescadrilles op te voeren van drie naar drie en een half, hetgeen zou waar borgen dat de drie escadrilles steeds op volle sterkte zijn en volledig paraat zijn voor gevechtshandelingen. Lt.-generaal Baretta vervolgde: „Ik stemde hier graag mee in en mij werd beloofd dat de F 86 K nachtjager in December in flinke aantallen zal beginnen te arriveren in Nederland. In feite zal de helft van het benodigde aantal vliegtuigen waarschijnlijk dan arriveren en de rest begin volgend jaar. Reeds hebben we monteurs van de lucht macht naar de Verenigde Staten gestuurd om het verzorgen van de toestellen te leren en later zullen we misschien een aantal officieren sturen. Wanneer de vliegtuigen arriveren, zullen onze mensen weten hoe ze er mee moeten vliegen en hoe het onderhoud moet zijn". ADVERTENTIE Nog heerst de winter onbeperkt, maar reeds worden in Loosdrecht de boten klaar gemaakt voor het nieuwe seizoen. Een optimistisch beeld, dat de wankelmoedigen onder ons in hun geloof aan de lente kan versterken. Zeilen zullen we en niet alleen op ijs De heer L. J. M. Feber heeft ontslag genomen als lid van de raad der gemeente 's Gravenhage. Ter voorziening in deze vacature heeft de voorzitter van het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de raad der gemeente 's Gravenhage. de heer A. L. M. Dinkhuijsen benoemd ver klaard. al 33 jaar op ieders lip i (Van onze parlementaire redacteur) In de Eerste Kamer heeft minister Don ker zijn gratiebeleid verdedigd en, nu hij hierover voor de zevende keer sinds 1952 moest spreken, het pleit gewonnen. Mr. Witteman (KVP) kwam niet met een tegen dat beleid gerichte motie voor de dag en bepaalde zich tot de ver klaring, dat zijn fractie het in dit opzicht nog steeds niet met de tegenwoordige minister van Justitie eens kan zijn. De minister zette in den brede uiteen, dat hij in tal van gevallen van mildheid blijk heeft gegeven. De politieke delinquen ten, die nu levenslang zitten, zijn op één lijn te stellen met gewone misdadigers, met dit verschil dat zij hun misdaden in het honderd-, ja zelfs in het duizendvoud heb ben gepleegd. Daarom kunnen zij niet delen in de mildheid die voor de massa van andere politieke delinquenten is toegepast. Het standpunt van mr. Vixseboxse, dat een moordenaar in oorlogstijd niet gelijk gesteld mag worden met een moordenaar in vredestijd, vond de minister zeer gevaar lijk. De opvatting, dat de bezetting zulk een bijzondere omstandigheid is geweest, dat zij tot grotere mildheid zou moeten leiden, achtte de bewindsman uit een oogpunt van algemene preventie heel bedenkelijk. Uitvoerig stond minister Donker stil bij de critische beschouwingen van prof. Lan- gemeyer en bij het adres van de acht hoog leraren, die hun instemming daarmee had den betuigd. Hij betoogde, dat het feit van de vlak na de bevrijding plaats gevonden hebbende, zeer laakbare, mishandelingen geen aanleiding is voor het verlenen van gratie aan de politieke delinquenten, die levenslang hebben gekregen en dat even min de strengere beveiliging in de gevan genissen nu als argument voor grotere DONDERDAG 10 MAART Zuiderkapel: ds. H. F. Huson, 8 uur. Con certgebouw: Uitvoering door Toonkunst orkest o. 1. v. Marinus Adam, met mede werking van de alt Akke de Vries, 8 uur. Krelagehuis, Leidsevaart: Haarlemse Voor- jaarsbeurs voor de vrouw, 1017 en 1923 uur. Begijnhofkapel: Youth for Christ, 8 uur. Lido: .Brief encounter". 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Studio: „The litte kidnappers", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Luxor: „De woestijn leeft alle leeft., 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Rhapsody", alle leeft., 7 uur. „The Titfield Thunderbolt", Haarl. Kunstgemeenschap, 9.15 uur. Frans Hals: „Gangsters aan de Ri- vièra", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Palace: „Rob Roy„ de schelm van Schotland", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Roxy: „Shane", 14 jaar. 8 uur. Minerva: „I maried a witch", 14 j., 8.15 uur. VRIJDAG 11 MAART Wilhelminastraat 22: Ver. van Spir. „Het Licht", Psychometrie". 8.15 uur. Krelage huis, Leidsevaart: Haarlemse Voorjaarsbeurs voor de vrouw, 1017 en 1923 uur. Bc- gynhof-kapel: Youth for Christ, 8 uur. Cul- tura: „Spreken in het penbaar", 8 uur. Minerva: „Manon van de bronnen", 14 jaar, 8.15 uur. Lido: „Het zwarte schild". 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Studio: „Waterloo- bridge", 18 jaar, 2.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „De woestijn leeft", alle leeft., 2, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Sabrina", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur, Frans Hals: „Misdadige hersens", 18 jaar, 2.30, 7 en 9.15 uur. Palace: „Satan's paradijs", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Roxy: „Texas onder terreur", 14 jaar, 2.30, 7 en 9.15 uur. Wat een huis is voor een gezin, dient een land te zijn voor een volk. Binnen de muren der landsgrenzen wor den de eigen bonen gedopt en de eigen problemen in familie kring opgelost, voorzover men er de hulp en de medewerking van de buren niet bij nodig heeft. En wanneer de onont koombaarheid daartoe zich duidelijk demonstreert, moet ook een volk niet beschroomd zijn om naar buiten te treden en samen met de bui*en de internationale koe bij de horens te vatten zoals goede huurlieden zich samen inspan nen voor de belangen van hun straat of hun stad. Wij Nederlanders kunnen, ons land als ons huis beschou wend, wel zeggen dat we eng- behuisd zijn. Het is een aardig en charmant, doch een klein huis, waarin we te leven heb ben en de voortdurende groei van ons gezin maakt dat pro bleem er niet geringer op met het voortgaan der jaren. Doch waarom daar verder over te klagen? Het Noordzee strand is ons zonnig balcon, onze bollenvelden vormen in het voorjaar onze voortuin en achter ons huis strekken zich de bloeiende boomgaarden en de paarse heidevlakten uit, die in elk seizoen weer nieuwe kleuren geven. Die vergelijking met een huis wordt steeds aantrekkelijker, hoe langer men er over peinst. Het zou plezierig moeten zijn, een gans leven te wonen in dat Huis Holland, weelderig aan zee gelegen en niet al te hoog van huur. Doch wanneer men gaat vergelijken, moet men conse quent zijn. Dan dient men te beseffen, dat er in dit Huis dingen gebeuren en steeds in groter mate gebeuren die dat plezierige leventje beden kelijke aspecten gaan geven. Ge moet vooruit beseffen, dat in ons Huis alles met liefde en discussie pleegt te worden opgelost, zoals in een betame lijk gezin de gewoonte pleegt te zijn. Doch het lijkt wel, alsof de leiders van ons gezin in hun ijver en verantwoorde lijkheid gekomen zijn tot on dernemingen, die te weinig rekening houden met één be langrijk feit: namelijk dat een Huis dient om er in te wonen. Wat zoudt ge er van zeggen, wanneer uw huis dat ge zo gezellig mogelijk naar uw eigen smaak hebt ingericht en waarin ge uw leven wilt leven zoals ge dat zelf hebt uitge dacht door de Pater Fami- lias plotseling gevuld werd met een menigte van tot aan de tanden gewapende familie leden, die mitrailleurs over uw dierbare tapijten slepen en uw tuin aan flarden rijden met hun wapentuig? Zij vatten post in de raamkozijnen, op de tabouretjes, in de salon cn de slaapkamers, ze zitten met hun geladen revolvers op zolder en in de kelder tussen de weck flessen. De tuin o, die arme tuin! De kanaries in de volière sterven honderd doden per dag door de knallen van de oefen- patronen, die steeds waar- heidslievender door de kruit fabrieken geleverd worden. Op het gazon bootst men een atoomontploffing na, die in het klein zo echt is dat de krijgers er het grootste plezier in hebben. Dit alles gebeurt, volgens de Pater Familias die het heeft uitgedacht, om boze lieden af te schrikken. En het gebeurt in afspraak met al onze buren, omdat er in zeker groot huis daar in de verte plannen ge smeed worden om onze hele straat te annexeren. Dat kan wel zijn, maar wat betekent dit huis nu nog voor ons? Het zou redelijk zijn, wanneer zich ergens op zolder een schietklare revolver in de lade van een oud kastje zou liggen, die we in tijd van nood tegen een inbreker zouden kunnen gebruiken. Doch wan neer de veiligheid van een klein huis als het onze slechts verzekerd kan worden door het onbewoonbaar te maken, dan is voor ons het paard ondersteboven achter de wagen gespannen. Onze Pater Familias, die het heeft uitgedacht, is niet bij die ene uitvinding gebleven. Hij heeft erover gepeinsd, dat wij als familie een inkomen heb ben, dat best wat groter zou kunnen zijn. Ofschoon wy al len hard werken en gerust mogen zeggen dat wij er gere delijk kunnen komen, heeft hij een middel bedacht om ge makkelijk rijk te worden, in eens en met ons allen. Hij nodigt zo gauw het lente wordt van heinde en verre kennissen en vrienden uit, om bij ons te komen loge ren. Hij heeft wellicht niet be dacht, dat wij zo'n klein huis hebben en dat we er zelf zo gaarne rustig en vrijelijk wil len wonen. De vrienden en kennissen komen in autobussen dag in dag uit in ons tuintje neerge streken, klimmen op ons bal con, waar men de zee kan zien en laten zich als betalende gasten opdienen en verzor gen. Zij bevolken ons huis tot in de verste hoeken en doen alsof het van hen is. Ons bal con, o, ons arm balcon waar het zo zalig toeven was in de zomerse zonneschijn, met uit zicht op de gladde zeeWij kunnen er niet meer bij, wij moeten naar onze verre buren gaan in de vacantie als wij de zee nog willen zien. Het brengt goed geld op, zegt onze Pater Familias, en dat kan wel waar wezen. Maar wij verliezen de ruimten van ons lieve huis en zien het van ons vervreemden en wij rui len ons rustig familieleven voor de stroom van geld, waarvoor wij alles kunnen kopen behalve de verloren in timiteit van ons eigen leven. We kunnen er lang en breed over redetwisten met onze Pater Familias, maar hij denkt dat het goed is om dit alles te doen en het is niet prettig om dat te moeten tegenspreken. Met ons Huis vol krijgslieden en gasten ons Huis dat er te enenmale te klein voor is heeft het leven voor ons een aantrekkelijk aspect verloren, dat nergens terug te vinden is. Veiligheid achter muren, die geen ruimte meer laten om te leven en rijkdom in een wo ning, die door vreemde voeten wordt gevuld, zijn betrekkelij ke voordelen, waarvan het ge not steeds problematischer wordt. Het lijkt voor mij de harde twistvraag tussen materiële en levens-echte waarden, welke op een zeker ogenblik de mens voor de grote keuze stellen. Er is tenslotte in het leven geen absolute veiligheid en geen absolute rijkdom. Er is wel een grote, absolute vreug de: Dat is: zichzelf zijn, temid den van dierbaren, zich over leverend aan de onvoorkome- lijkheden en zich koesterend in de zekerheid, dat men het le ven voor zichzelf kan vormen zoals men wil. Zonder leger en zonder de viezen, als het moet. J. L. 199 mildheid kan gelden. Hij achtte het staats rechtelijk niet mogelijk de Kamer bij het overleg omtrent het gratiebeleid te betrek ken. Het telkens weer over deze aange legenheid debatteren moest nu toch eens een einde nemen. Vandaar dat de minister een motie op prijs zou hebben gesteld. Maar mr. Witteman (KVP) ging hiertoe niet over. Deze Senator tapte trou wens in tweede aanleg uit een ander vaatje dan in eerste instantie. Hij erkende dat zijn denkbeeld omtrent het ter gelegenheid van de 5 Mei-viering „op jaren stellen" van de politieke levenslangen in zoverre aanvulling behoefde, dat toch ook voor hen beoor deling van elk geval op zichzelf op haar plaats zou zijn. Tenslotte legde minister D on k er er de nadruk op, dat hij bij zijn gehele beleid er steeds naar streeft de mens niet uit het oog te verliezen. Maar, zo zei hij, is het zijn soms verre van aangename doch noodzake lijke taak, te waken voor gerechtigheid en voor bescherming van de gemeenschap. De zaak-Anneke Beekman Over de zaak-Anneke Beekman verklaar de de minister het te betreuren, dat het onderzoek nog niet tot een resultaat heeft geleid. De destijds geuite klacht als zou een der verdachten op niet oirbare wijze be handeld zijn (verblijf in een vuile cel enz.) was ongegrond gebleken. Alleen degenen, die juridisch aansprakelijk zijn voor de ont trekking aan de voogdij en voor de ontvoe ring kunnen vervolgd worden en niet degenen op wie „slechts" een morele aan sprakelijkheid rust. Tegen de pater, die deel had aan de ontvoering, vindt de vervolging voortgang, aldus de minister. De moeder overste in België kan volgens de Belgische uitleveringswet niet worden uitgeleverd. Naar aanleiding van mr. Wittemans vraag omtrent de weigering tot naturalisatie van de dirigent Paul van Kempen, zei minister Donker, „dat men hier te maken had met iemand, die zijn vaderland zocht daar waar op een gegeven ogenblik zijn belangen lagen." Bovendien heeft hij in de bezet tingstijd hier te lande weermachtsconcerten geleid. Tenslotte zij nog vermeld, dat minister Donker, die besefte dat tengevolge van de dood van prof. Meyers het tempo bij het tot stand brengen van de herziening van het Burgerlijk Wetboek minder hoog zal moeten zijn, de mededeling kon doen, dat men binnenkort met 't vijfde boek (zaken recht) gereed hoopt te komen. (Van onze parlementaire redacteur De Eerste Kamer heeft de begroting voor het staatsbedrijf der P.T.T. zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. De C.P.N.-fractie liet haar „tegen" aanteke nen. Minister Algera had tegenover mr. De Vos van Steenwijk (V.V.D.) de uitgave van het jaarverslag der P.T.T. verdedigd en tevens enige matiging beloofd wat de kos ten van dit verslag betreft. De heer Gort zak (C.P.N.) kreeg te horen, dat de sala rissen van het P.T.T.-personeel in over eenstemming zijn met de algemene nor men. Het zou onjuist zijn wegens de gun stige uitkomsten van het bedrijf de sala rissen te verhogen. De minister zegde toe het extra recht voor expressebestelling op het platteland af te schaffen Prof. Helle- ma (A.R.) kreeg gelijk van minister Algera wat zijn critiek betreft op de tot dusverre gevolgde, doch nu verlaten af- schrijvingspolitiek. De minister streeft nog steeds naar de rendabiliteit van de draadomroep. Ta riefsverhoging is wel nodig, maar op het ogenblik moet zij op grond van het lonen- en prijzen beleid van de regering achter wege blijven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1955 | | pagina 5