Frankrijk voor anderhalf jaar
tot „immobilisme" vervallen
M MT-
anthraciet
Minister Donker verdedigde
zijn gratiebeleid
Botsing tussen PMF en zijn
vriend Faure onvermijdelijk
Vooruitzichten der Franse politiek
N. VAN BREEMEN.& Co.
TEL. 10070
EERSTE KAMER
„Menselijkheid, maar ook gerechtig
heid en rechtvaardigheid
Ons Huis
Holland
3
Twee wonderkinderen
Twee karakters
Twee meningen
Geen weerbericht
„Les amis du film francais"
Nederland heeft spoedig
3f escadrille van de
beste dag- en nachtjagers
Overal en altijd
geniet U meer van
Agenda voor Haarlem
Eerste Kamer keurde
P.T.T.-begroting goed
Geen tariefsverhoging
voor de draadomroep
DONDERDAG 10 MAART 1955
(Van onze correspondent in Parijs)
De crisis die Frankrijk achter de mg heeft was niet geheel en al gelijk aan die
twintig andere crises die er sedert het begin van de vierde republiek in acht jaar
tijds aan vooraf zijn gegaan. De overeenkomst is dat ook aan deze crisis een
einde is gekomen door de vorming van een nieuwe regering die in het land
geen geestdrift wekt. Het publiek herinnerde zich misschien vagelijk een paar
namen van die twintig tot dertig ministers die in het nieuwe kabinet zitting
namen, maar bij geen van al die namen of het had die van Robert Schuman
moeten zijn is ook maar één Frans hart één slag sneller beginnen te kloppen.
En tóch was er een verschil met de vorige malen. Dit keer is men zich duidelijk
bewust geworden dat de acht maanden die werden afgesloten en waarin Pierre
Mendès-France heeft geregeerd en niet alleen geadministreerd, Frankrijk in een
soort romantische roes heeft geleefd. Een opwindende, meeslepende droom
waarin de Fransen voor het eerst sinds lang, weer iets als trots voor hun land
voelden, er weer hoop leefde in hun harten voor de toekomst.
Die droom is voorhy. Voorgoed? Wan
neer er zich geen nieuwe onheilen voor
doen die, zoals indertijd na Dien Bien Phoe,
het ingrijpen van een sterke man als Men
dès-France nodig zullen maken, dan zal
Frankrük tot de volgende verkiezingen, in
de zomer van 1956, opnieuw aan „immo
bilisme" zijn overgeleverd. Uit gebrek aan
eensgezindheid zal de rechtse coalitie er zo
veel mogelijk naar streven alle beslissin
gen uit de weg te gaan, uit vrees zelf uit
de weg geruimd te worden. De periode-
P.M.F. was, parlementair-mathematisch
gesproken, een tegennatuurlijk verschijn
sel. Zijn regering steunde vrijwel uitslui
tend op het gezag van zijn krachtige en
uitzonderiyke persoonlijkheid. Een orea-
nisch-parlementaire basis, heeft hij echter
nooit bezeten.
Montesquieu, de grote Franse wijsgeer,
wiens tweehonderdste sterfdag juist wordt
herdacht, heeft eens gezegd dat gevaar-
lüker dan de tirannie van een enkeling de
onverschilligheid der burgers is. Niettemin
is Frankrijk na Mendès-France opnieuw
zo'n tijdperk van burgerlijke onverschil
ligheid ingetreden
Tijdens de periode-P.M.F. begrepen zijn
intelligente tegenstanders al wel dat het
niet gemakkelijk zou blijken later de taak
van de gehate premier over te nemen. Men
dès-France had niet alleen belangstelling,
maar zelfs een zekere mate van hartstocht
voor de publieke zaak opgewekt. Daarom
verlangde de schrandere rooms-katholiek
Teitgen, die weer een ministersportefeuille
heeft bemachtigd, dat Mendès-France zo
snel mogelijk uit de weg zou worden ge
ruimd, maar dat zijn persoonlijke stijl van
regeren zou worden overgenomen. Een be
kend Frans gezegde luidt evenwel „Le
style c'est l'homme" het is de man, die
de stijl maakt en ondanks zijn onbe
twistbare acteurstalenten zal het Edgar
Faure niet licht vallen zijn grote voorgan
ger te doen vergeten. Dit persoonlijke ele
ment van deze machtsoverdracht heeft
deze crisis haar bijzondere karakter ge
geven.
Faure en Mendès-France hebben niette
min wel het een en ander gemeen. Beiden
waren wpnderkinderen.beiden waren voor
bestemd op elk gebied dat ze betraden de
eerste plaatsen te bezetten. Faure was op
zijn negentiende jaar al meester in de rech
ten, zes maanden jonger dan Mendès-
France, die datzelfde jaar met hem af
zwaaide van de Parijse universiteit.
Samen hebben ze in politieke „debating
clubs' overeenkomstige standDunten ver
dedigd: samen maakten ze kort na hun
promotie een studiereis naar Moskou (Fau
re spreekt vloeiend Russisch); samen stre
den ze tijdens de bezetting in het Franse
ADVERTENTIE
verzet en beiden deden hun eerste stappen
op het glibberige pad van de politiek onder
leiding van generaal De Gaulle.
Toen Mendès-France na de bevrijding
minister van Economische Zaken werd
een post, die hij vrijwillig opgaf toen De
Gaulle met zijn geldzuiveringsplan a la
Lieftinck niet accoord bleek te willen gaan
nam hij zijn vriend Faure op in de eer
ste Nationale regering van de vierde repu
bliek. Samen maakten ze later hun entrée
als „député" in de eerste Nationale Ver
gadering van de vierde republiek, beiden
als lid van de radicale pratij, de partij-der-
lange-baarden, die toen de wind niet in de
zeilen had en waar hun een grote toekomst
werd voorspeld.
Faure was op vierenveertig-jarige leef
tijd gedurende veertig dagen de
jongste minister-president, die Frankrijk
sedert Gambetta gekend had. Mendès-
France die, sinds zijn aftreden als minis
ter van De Gaulle, alle portefeuilles had
geweigerd, werd in de zomer van het vo
rige jaar, onder dramatische omstandig
heden op diezelfde hoge post benoemd. Uit
vriendschap nam hij Faure als minister van
Financiën van zijn voorganger Laniel over.
Nu zit Faure ten tweede male op de stoel,
die Mendès-France heeft ontruimd.
Naast de overeenkomsten tussen deze
beide figuren, zijn de verschillen nauwe
lijks minder treffend. Wat in de loopbaan
van Mendès-France vooral zo sterk de aan
dacht trekt is zijn weigering om te schip
peren, zijn oprechtheid een trek, die bij
Franse politici niet zo vaak voorkomt
zijn standvastigheid, zijn behoefte met
open vizier te strijden. Faure is veel glad
der of soepeler, om het vriendelijker te
zeggen hij kan zó, maar hij kan ook
anders. Faure draait eerst enige malen om
een probleem heen alvorens het voorzichtig
aan te vatten. Faure valt zijn tegenstander
zelden in het front aan, zoals de onstuimige
Mendès-France doet. Hij tracht hem met
de sierlijke bewegingen van een schermer
die het wapen van de ironie hanteert, te
pareren.
Faure die, in tegenstelling tot Mendès-
France, over een ruime dosis gevoel voor
humor beschikt, is evenmin bevreesd voor
schijnbare tegenstellingen. Hy wil graag
als links politicus poseren, maar hij fun
geert thans als de vlag, die een rechtse
lading moet dekken. Beiden zijn in hoge
mate ambitieus, en hebben ook het recht
dat te wezen. Mendès-France heeft zijn
persoonlijk verlangen naar een machts
positie echter altijd ondergeschikt gehou
den aan de vervulling van zekere beginse
len, die hij al in zijn jeugd had aanvaard.
De beginselen van Faure bezitten veel meer
elasticiteit.
Het ogenblik kan niet ver af zijn, dat
beide vrienden zich ook in het openbaar
als politieke tegenstanders zullen ontpop
pen. Op de politiek, die Mendès-France al
tijd heeft voorgestaan, heeft Faure zich in
zijn regeringsprogramma eveneens beroe
pen. Hy zal echter, mocht hij met die ver
klaringen ernst willen maken, stuiten op
de zelfde obstakels die Mendès-France's
val bewerkt hebben. Daarbij zal hij niet
gedragen worden door de welgezindheid en
de solidariteit van het volk, waarin altijd
de grote kracht van P-M.F. gelegen was.
Mendès-France heeft ervaren en ingezien
dat de noodzakelijke voorwaarden voor
een opbouwend en bezielend beleid, dat
Frankrijk redden moet, op dit ogenblik
(nog) niet zijn vervuld. Tot de volgende
verkiezingen in de zomer van 1956 zal hij
trachten die voorwaarden te verwerke
lijken. Het kan niet anders of hij vindt
zijn vriend Faure op zijn weg. Welke die
voorwaarden moeten zijn, hopen we in een
volgend artikel na te gaan.
rooOQOOOCGOOOOOOCOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOCOOOOOOOOOOOOOOOre"
ZURICH (United Press). De Zwit
serse radio kon zijn luisteraars gisteren
geen weerbericht geven. „Tengevolge
van de onzekere weerstoestand moeten
wij ons onthouden van het geven van
een weersverwachtig voor Donderdag"
zo verklaarde de omroeper.
ÖXXXXXJOOOCXXXÖOOSOOOOOCIOOOOOOOOOOCOOOCJOOOOODOOOCOOOCOOO
Officiële manifestatie
Woensdagavond is de landelijke stich
ting „Les amis du film frangais aux Pays-
Bas" officieel met haar manifestaties be
gonnen.
Voor de officiële opening harer werk
zaamheden, die in de Kurzaal te Scheve-
ningen geschiedde, had de stichting de sce
nario-schrijver, acteur en regisseur Abel
Gance uitgenodigd, een der bekendste fi
guren uit de tijd van de stomme film.
Voor Gance het woord nam werden de
aanwezigen verwelkomd door de voorzitter
van de stichting de heer Zelling. Deze
richtte zich speciaal tot de Franse ambas
sadeur en tot mr. Scholvinck die hij dank
zegde voor de ondervonden hulp en steun.
Daarna introduceerde hij Abel Gance, die
er zijn blijdschap over uitsprak in Neder
land te zijn en deze soirée te mogen inlei
den. Gance hield een korte causerie over
de cinema die naar zijn zeggen nog pas m
het begin van haar ontwikkeling was. Hij
zag het ideaal in de orchestratie van de
beelden, zoals dat in de polivision naar vo
ren komt. Vervolgens gaf hij aan de hand
van een filmpje een demonstratie van zijn
pictograph en de mogelijkheden die hierin
scholen. Hierna werden fragmenten ver
toond uit zijn film „J'accuse" gevolgd door
de trailer van „Ma tour de nesle". Daarna
volgde de pauze waarin ten bate van de
stichting loten werden verkocht. De avond
werd besloten met gedeelten uit Gance's
film „Napoleon", waarin de hoofdrol wordt
vertolkt door Albert Dieudonne.
Des middags had de Franse ambassadeur,
de heer J. P. Garnier, in zijn ambtswoning
een ontvangst gehouden voor bestuurs
leden van de stichting „Les amis du film
frangais aux Pays-Bas", cineasten, film
journalisten en andere genodigden.
Abel Gance sprak een kort woord, waar
in hij zijn vreugde uitte officieel in Neder
land te zijn, dat hij goed kende.
Hij herinnerde eraan dat zijn eerste film
de titel had „Pour sauver la Hollande".
Voorts merkte hij op, dat het beschouwen
van de Nederlandse meesters in het Am
sterdams museum hem een nieuwe tech
niek voor cinematografische opnamen aar.
de hand had gedaan.
Voor zijn vertrek uit Washington
naar New York heeft luitenant-generaal
A. Baretta, stafchef van de .Nederlandse
luchtmacht, Dinsdag verklaard dat de
helft van het aantal nachtjagers om drie-
en-een-half Nederlands escadrille van uit
te rusten waarschijnlijk in December van
dit jaar in Nederland uit de Verenigde
Staten gearriveerd zal zijn. Lt-generaal
Baretta leek zeer ingenomen met het re
sultaat van zijn bezoek aan de Verenigde
Staten en met de beloften die hij heeft
ontvangen wat betreft het zenden van zo
wel dag- als nachtjagers naar Nederland.
Lt.-generaal Baretta zei: ,.Ik ben erg
trots dat de Nederlandse luchtmacht de
eerste van het Europese continent zal zijn,
die de nieuwste types Amerikaanse dag
en nachtjagers zal ontvangen. Dit is een
erkenning van de hoge graad van effi
ciency die onze luchtmacht bereikt heeft
en wij zijn van plan deze reputatie te
handhaven. Ik ben van gevoelen dat wij
de beste luchtmacht van de continentaal-
Europese naties hebben".
Hij zei dat de Amerikaanse luchtmacht
hem verzocht heeft de sterkte van de nacht,
jagerescadrilles op te voeren van drie
naar drie en een half, hetgeen zou waar
borgen dat de drie escadrilles steeds op
volle sterkte zijn en volledig paraat zijn
voor gevechtshandelingen. Lt.-generaal
Baretta vervolgde: „Ik stemde hier graag
mee in en mij werd beloofd dat de F 86 K
nachtjager in December in flinke aantallen
zal beginnen te arriveren in Nederland.
In feite zal de helft van het benodigde
aantal vliegtuigen waarschijnlijk dan
arriveren en de rest begin volgend jaar.
Reeds hebben we monteurs van de lucht
macht naar de Verenigde Staten gestuurd
om het verzorgen van de toestellen te
leren en later zullen we misschien een
aantal officieren sturen. Wanneer de
vliegtuigen arriveren, zullen onze mensen
weten hoe ze er mee moeten vliegen en
hoe het onderhoud moet zijn".
ADVERTENTIE
Nog heerst de winter onbeperkt, maar reeds worden in Loosdrecht de boten klaar
gemaakt voor het nieuwe seizoen. Een optimistisch beeld, dat de wankelmoedigen
onder ons in hun geloof aan de lente kan versterken. Zeilen zullen we en niet
alleen op ijs
De heer L. J. M. Feber heeft ontslag
genomen als lid van de raad der gemeente
's Gravenhage. Ter voorziening in deze
vacature heeft de voorzitter van het centraal
stembureau voor de verkiezing van de leden
van de raad der gemeente 's Gravenhage. de
heer A. L. M. Dinkhuijsen benoemd ver
klaard.
al 33 jaar
op ieders lip i
(Van onze parlementaire redacteur)
In de Eerste Kamer heeft minister Don
ker zijn gratiebeleid verdedigd en, nu hij
hierover voor de zevende keer sinds 1952
moest spreken, het pleit gewonnen.
Mr. Witteman (KVP) kwam niet
met een tegen dat beleid gerichte motie
voor de dag en bepaalde zich tot de ver
klaring, dat zijn fractie het in dit opzicht
nog steeds niet met de tegenwoordige
minister van Justitie eens kan zijn.
De minister zette in den brede uiteen,
dat hij in tal van gevallen van mildheid
blijk heeft gegeven. De politieke delinquen
ten, die nu levenslang zitten, zijn op één
lijn te stellen met gewone misdadigers, met
dit verschil dat zij hun misdaden in het
honderd-, ja zelfs in het duizendvoud heb
ben gepleegd. Daarom kunnen zij niet
delen in de mildheid die voor de massa van
andere politieke delinquenten is toegepast.
Het standpunt van mr. Vixseboxse, dat
een moordenaar in oorlogstijd niet gelijk
gesteld mag worden met een moordenaar
in vredestijd, vond de minister zeer gevaar
lijk. De opvatting, dat de bezetting zulk een
bijzondere omstandigheid is geweest, dat
zij tot grotere mildheid zou moeten leiden,
achtte de bewindsman uit een oogpunt van
algemene preventie heel bedenkelijk.
Uitvoerig stond minister Donker stil bij
de critische beschouwingen van prof. Lan-
gemeyer en bij het adres van de acht hoog
leraren, die hun instemming daarmee had
den betuigd. Hij betoogde, dat het feit van
de vlak na de bevrijding plaats gevonden
hebbende, zeer laakbare, mishandelingen
geen aanleiding is voor het verlenen van
gratie aan de politieke delinquenten, die
levenslang hebben gekregen en dat even
min de strengere beveiliging in de gevan
genissen nu als argument voor grotere
DONDERDAG 10 MAART
Zuiderkapel: ds. H. F. Huson, 8 uur. Con
certgebouw: Uitvoering door Toonkunst
orkest o. 1. v. Marinus Adam, met mede
werking van de alt Akke de Vries, 8 uur.
Krelagehuis, Leidsevaart: Haarlemse Voor-
jaarsbeurs voor de vrouw, 1017 en 1923
uur. Begijnhofkapel: Youth for Christ, 8
uur. Lido: .Brief encounter". 18 jaar, 7 en
9.15 uur. Studio: „The litte kidnappers", alle
leeft., 7 en 9.15 uur. Luxor: „De woestijn
leeft alle leeft., 7 en 9.15 uur. Rembrandt:
„Rhapsody", alle leeft., 7 uur. „The Titfield
Thunderbolt", Haarl. Kunstgemeenschap,
9.15 uur. Frans Hals: „Gangsters aan de Ri-
vièra", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Palace: „Rob
Roy„ de schelm van Schotland", 14 jaar, 7
en 9.15 uur. Roxy: „Shane", 14 jaar. 8 uur.
Minerva: „I maried a witch", 14 j., 8.15 uur.
VRIJDAG 11 MAART
Wilhelminastraat 22: Ver. van Spir. „Het
Licht", Psychometrie". 8.15 uur. Krelage
huis, Leidsevaart: Haarlemse Voorjaarsbeurs
voor de vrouw, 1017 en 1923 uur. Bc-
gynhof-kapel: Youth for Christ, 8 uur. Cul-
tura: „Spreken in het penbaar", 8 uur.
Minerva: „Manon van de bronnen", 14 jaar,
8.15 uur. Lido: „Het zwarte schild". 14 jaar,
2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Studio: „Waterloo-
bridge", 18 jaar, 2.15, 7 en 9.15 uur. Luxor:
„De woestijn leeft", alle leeft., 2, 7 en 9.15
uur. Rembrandt: „Sabrina", alle leeft., 2,
4.15, 7 en 9.15 uur, Frans Hals: „Misdadige
hersens", 18 jaar, 2.30, 7 en 9.15 uur. Palace:
„Satan's paradijs", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15
uur. Roxy: „Texas onder terreur", 14 jaar,
2.30, 7 en 9.15 uur.
Wat een huis is voor een
gezin, dient een land te zijn
voor een volk. Binnen de
muren der landsgrenzen wor
den de eigen bonen gedopt en
de eigen problemen in familie
kring opgelost, voorzover men
er de hulp en de medewerking
van de buren niet bij nodig
heeft. En wanneer de onont
koombaarheid daartoe zich
duidelijk demonstreert, moet
ook een volk niet beschroomd
zijn om naar buiten te treden
en samen met de bui*en de
internationale koe bij de
horens te vatten zoals goede
huurlieden zich samen inspan
nen voor de belangen van hun
straat of hun stad.
Wij Nederlanders kunnen,
ons land als ons huis beschou
wend, wel zeggen dat we eng-
behuisd zijn. Het is een aardig
en charmant, doch een klein
huis, waarin we te leven heb
ben en de voortdurende groei
van ons gezin maakt dat pro
bleem er niet geringer op met
het voortgaan der jaren.
Doch waarom daar verder
over te klagen? Het Noordzee
strand is ons zonnig balcon,
onze bollenvelden vormen in
het voorjaar onze voortuin en
achter ons huis strekken zich
de bloeiende boomgaarden en
de paarse heidevlakten uit, die
in elk seizoen weer nieuwe
kleuren geven. Die vergelijking
met een huis wordt steeds
aantrekkelijker, hoe langer
men er over peinst. Het zou
plezierig moeten zijn, een
gans leven te wonen in dat
Huis Holland, weelderig aan
zee gelegen en niet al te hoog
van huur.
Doch wanneer men gaat
vergelijken, moet men conse
quent zijn. Dan dient men te
beseffen, dat er in dit Huis
dingen gebeuren en steeds
in groter mate gebeuren die
dat plezierige leventje beden
kelijke aspecten gaan geven.
Ge moet vooruit beseffen,
dat in ons Huis alles met liefde
en discussie pleegt te worden
opgelost, zoals in een betame
lijk gezin de gewoonte pleegt
te zijn. Doch het lijkt wel,
alsof de leiders van ons gezin
in hun ijver en verantwoorde
lijkheid gekomen zijn tot on
dernemingen, die te weinig
rekening houden met één be
langrijk feit: namelijk dat een
Huis dient om er in te wonen.
Wat zoudt ge er van zeggen,
wanneer uw huis dat ge zo
gezellig mogelijk naar uw
eigen smaak hebt ingericht en
waarin ge uw leven wilt leven
zoals ge dat zelf hebt uitge
dacht door de Pater Fami-
lias plotseling gevuld werd
met een menigte van tot aan
de tanden gewapende familie
leden, die mitrailleurs over
uw dierbare tapijten slepen en
uw tuin aan flarden rijden met
hun wapentuig? Zij vatten
post in de raamkozijnen, op de
tabouretjes, in de salon cn de
slaapkamers, ze zitten met hun
geladen revolvers op zolder en
in de kelder tussen de weck
flessen. De tuin o, die arme
tuin! De kanaries in de volière
sterven honderd doden per dag
door de knallen van de oefen-
patronen, die steeds waar-
heidslievender door de kruit
fabrieken geleverd worden.
Op het gazon bootst men een
atoomontploffing na, die in het
klein zo echt is dat de krijgers
er het grootste plezier in
hebben.
Dit alles gebeurt, volgens de
Pater Familias die het heeft
uitgedacht, om boze lieden af
te schrikken. En het gebeurt
in afspraak met al onze buren,
omdat er in zeker groot huis
daar in de verte plannen ge
smeed worden om onze hele
straat te annexeren.
Dat kan wel zijn, maar wat
betekent dit huis nu nog voor
ons? Het zou redelijk zijn,
wanneer zich ergens op zolder
een schietklare revolver in de
lade van een oud kastje zou
liggen, die we in tijd van nood
tegen een inbreker zouden
kunnen gebruiken. Doch wan
neer de veiligheid van een
klein huis als het onze slechts
verzekerd kan worden door
het onbewoonbaar te maken,
dan is voor ons het paard
ondersteboven achter de wagen
gespannen.
Onze Pater Familias, die het
heeft uitgedacht, is niet bij die
ene uitvinding gebleven. Hij
heeft erover gepeinsd, dat wij
als familie een inkomen heb
ben, dat best wat groter zou
kunnen zijn. Ofschoon wy al
len hard werken en gerust
mogen zeggen dat wij er gere
delijk kunnen komen, heeft hij
een middel bedacht om ge
makkelijk rijk te worden, in
eens en met ons allen.
Hij nodigt zo gauw het
lente wordt van heinde en
verre kennissen en vrienden
uit, om bij ons te komen loge
ren. Hij heeft wellicht niet be
dacht, dat wij zo'n klein huis
hebben en dat we er zelf zo
gaarne rustig en vrijelijk wil
len wonen.
De vrienden en kennissen
komen in autobussen dag in
dag uit in ons tuintje neerge
streken, klimmen op ons bal
con, waar men de zee kan zien
en laten zich als betalende
gasten opdienen en verzor
gen. Zij bevolken ons huis tot
in de verste hoeken en doen
alsof het van hen is. Ons bal
con, o, ons arm balcon waar
het zo zalig toeven was in de
zomerse zonneschijn, met uit
zicht op de gladde zeeWij
kunnen er niet meer bij, wij
moeten naar onze verre buren
gaan in de vacantie als wij de
zee nog willen zien.
Het brengt goed geld op,
zegt onze Pater Familias, en
dat kan wel waar wezen. Maar
wij verliezen de ruimten van
ons lieve huis en zien het van
ons vervreemden en wij rui
len ons rustig familieleven
voor de stroom van geld,
waarvoor wij alles kunnen
kopen behalve de verloren in
timiteit van ons eigen leven.
We kunnen er lang en breed
over redetwisten met onze
Pater Familias, maar hij denkt
dat het goed is om dit alles te
doen en het is niet prettig om
dat te moeten tegenspreken.
Met ons Huis vol krijgslieden
en gasten ons Huis dat er te
enenmale te klein voor is
heeft het leven voor ons een
aantrekkelijk aspect verloren,
dat nergens terug te vinden is.
Veiligheid achter muren, die
geen ruimte meer laten om te
leven en rijkdom in een wo
ning, die door vreemde voeten
wordt gevuld, zijn betrekkelij
ke voordelen, waarvan het ge
not steeds problematischer
wordt.
Het lijkt voor mij de harde
twistvraag tussen materiële en
levens-echte waarden, welke
op een zeker ogenblik de mens
voor de grote keuze stellen.
Er is tenslotte in het leven
geen absolute veiligheid en
geen absolute rijkdom. Er is
wel een grote, absolute vreug
de:
Dat is: zichzelf zijn, temid
den van dierbaren, zich over
leverend aan de onvoorkome-
lijkheden en zich koesterend in
de zekerheid, dat men het le
ven voor zichzelf kan vormen
zoals men wil.
Zonder leger en zonder de
viezen, als het moet.
J. L.
199
mildheid kan gelden. Hij achtte het staats
rechtelijk niet mogelijk de Kamer bij het
overleg omtrent het gratiebeleid te betrek
ken. Het telkens weer over deze aange
legenheid debatteren moest nu toch eens
een einde nemen. Vandaar dat de minister
een motie op prijs zou hebben gesteld.
Maar mr. Witteman (KVP) ging
hiertoe niet over. Deze Senator tapte trou
wens in tweede aanleg uit een ander vaatje
dan in eerste instantie. Hij erkende dat zijn
denkbeeld omtrent het ter gelegenheid van
de 5 Mei-viering „op jaren stellen" van de
politieke levenslangen in zoverre aanvulling
behoefde, dat toch ook voor hen beoor
deling van elk geval op zichzelf op haar
plaats zou zijn.
Tenslotte legde minister D on k er er de
nadruk op, dat hij bij zijn gehele beleid er
steeds naar streeft de mens niet uit het oog
te verliezen. Maar, zo zei hij, is het zijn
soms verre van aangename doch noodzake
lijke taak, te waken voor gerechtigheid en
voor bescherming van de gemeenschap.
De zaak-Anneke Beekman
Over de zaak-Anneke Beekman verklaar
de de minister het te betreuren, dat het
onderzoek nog niet tot een resultaat heeft
geleid. De destijds geuite klacht als zou een
der verdachten op niet oirbare wijze be
handeld zijn (verblijf in een vuile cel enz.)
was ongegrond gebleken. Alleen degenen,
die juridisch aansprakelijk zijn voor de ont
trekking aan de voogdij en voor de ontvoe
ring kunnen vervolgd worden en niet
degenen op wie „slechts" een morele aan
sprakelijkheid rust. Tegen de pater, die deel
had aan de ontvoering, vindt de vervolging
voortgang, aldus de minister. De moeder
overste in België kan volgens de Belgische
uitleveringswet niet worden uitgeleverd.
Naar aanleiding van mr. Wittemans vraag
omtrent de weigering tot naturalisatie van
de dirigent Paul van Kempen, zei minister
Donker, „dat men hier te maken had met
iemand, die zijn vaderland zocht daar waar
op een gegeven ogenblik zijn belangen
lagen." Bovendien heeft hij in de bezet
tingstijd hier te lande weermachtsconcerten
geleid.
Tenslotte zij nog vermeld, dat minister
Donker, die besefte dat tengevolge van de
dood van prof. Meyers het tempo bij het
tot stand brengen van de herziening van
het Burgerlijk Wetboek minder hoog zal
moeten zijn, de mededeling kon doen, dat
men binnenkort met 't vijfde boek (zaken
recht) gereed hoopt te komen.
(Van onze parlementaire redacteur
De Eerste Kamer heeft de begroting
voor het staatsbedrijf der P.T.T. zonder
hoofdelijke stemming goedgekeurd. De
C.P.N.-fractie liet haar „tegen" aanteke
nen.
Minister Algera had tegenover mr. De Vos
van Steenwijk (V.V.D.) de uitgave van
het jaarverslag der P.T.T. verdedigd en
tevens enige matiging beloofd wat de kos
ten van dit verslag betreft. De heer Gort
zak (C.P.N.) kreeg te horen, dat de sala
rissen van het P.T.T.-personeel in over
eenstemming zijn met de algemene nor
men. Het zou onjuist zijn wegens de gun
stige uitkomsten van het bedrijf de sala
rissen te verhogen. De minister zegde toe
het extra recht voor expressebestelling op
het platteland af te schaffen Prof. Helle-
ma (A.R.) kreeg gelijk van minister
Algera wat zijn critiek betreft op de tot
dusverre gevolgde, doch nu verlaten af-
schrijvingspolitiek.
De minister streeft nog steeds naar de
rendabiliteit van de draadomroep. Ta
riefsverhoging is wel nodig, maar op het
ogenblik moet zij op grond van het lonen-
en prijzen beleid van de regering achter
wege blijven.