De Nijl heeft het gezicht van Egypte getekend Agenda voor Haarlem Door zand en steen van woestijnen: een welige, groene voor Zie Boven Dit was de vuurbol van 17 Januari Expositie in Huis van Looy Onvermoede kanten in werk van Jan Poortenaar RIVIER VAN LEVEN EN DOOD Examens Landelijk congres van Europese Federalisten Kerkelijk Nieuws Stichting Rijksbehoud Betaling abonnementsgeld per giro Het goede leven Stadhuis-prijsvraag Arnhem Ierse gezant te Den Haag in Stockholm benoemd De instorting aan de Vijzelstraat Gedupeerde gezinnen vormen een comité De goede aarde Het arme leven MAANDAG 28 MAART 1955 In het „Huis Van Looy" te Haarlem is een omvangrijke tentoonstelling ingericht van schilderijen, etsen en aquarellen van Jan' Poortenaar, de schilder die vooral naam gemaakt heeft als verbeelder en uit beelder van het Indonesische leven en landschap. Een zeer veelzijdig man, deze Poortenaar, want behalve etser en schilder mag hij zich ook nog de auteur noemen van reisverhalen en boeken over grafische tech nieken, Aziatische kunst en vele andere onderwerpen. Bovendien is hij een goed pianist: hij placht zijn eerste vrouw, de bekende voordrachtkunstenares Geerbruida van Vladeracken, bij haar concerten aan de vleugel te begeleiden. Het talent van Jan Poortenaar culmineert in een levendige, maar exacte weergeving der onderwerpen. Als jong kunstenaar on dervond hij reeds de waardering van schil ders als Willem Maris en Willem Witsen. Aan deze laatste heeft hij zeker veel te danken, hetgeen vooral blijkt uit de Lon- dense etsen, welke anderzijds aan Witsen de woorden ontlokten: „Die jongen etst beter dan ik!" En toch is Poortenaar geen slaafs navolger van de Haagse school. De onderwerpen, die hij kiest, bieden veel meer aanleiding tot een grondige ontleding dan tot atmosferische samensmelting der elementen. Taferelen als Waterloo-Bridge en Handelskade te Amsterdam te bieden hebben, met hun talloze levendige détails, de roerigheid van het water, de rusteloze bedrijvigheid der grote en kleine boten, boeien hem: in een serie zeer mooie etsen van kloek formaat wist Poortenaar daar het karakter van vast te leggen. Deze nieuwsgierigheid naar constructie en formatie van architectonische en plant aardige vormen kwam hem in zijn Indone sische tijd zeer van pas. Met een schilder kunst, die eenzijdig op stemmingen geba seerd is, kan men in het harde licht der tropen weinig beginnen. Dit heeft Poorte naar goed ingezien. Een conflict met ons goed geoefend Hollands kleurgevoel kon echter niet vermeden worden daardoor blijft onze voorkeur ook hier naar het zwart-wit der etsen uitgaan. Betreft het niet het landschap maar het Utrecht. Geslaagd voor het semi-arts examen: C. L. van Esveld te Utrecht. F. van Faassen te Amsterdam, W. J. W. Fraza te Utrecht, mej. G. M Julius te Utrecht, P. J. Savelberg te Utrecht, mej. T. Terpstra te Utrecht: voor het arts-examen: mevrouw M. Dirksen—Lie te Utrecht, mej. E. H. Hout- zaager te Utrecht, G. J. M. van Oppenraay -e Tilburg, A. Kranenburg te Zeist. J. J. van Oosterhout te Zeist, J. G. F. Worst te Arn hem; voor het doctoraal examen Ned. recht: R. Beaumont te Maastricht; voor het doc toraal examen veeartsenijkunde: S. Spaar garen te 's Graveland, C. L. van Limborgh te Utrecht, P. Leijdekkers te Borne, W. van der Veen te Nijkerk, W. A. B. Jaartsveld te Lichtenvoorde. Leiden. Candidaatsexamen geschiedenis: mej. L. N. D. van Looveren te Rotterdam; candidaatsexamen Franse taal- en letter kunde: J Zeevaarder te Leiden; doctoraal examen muziekwetenschap: M. Kahn te Den Haag; candidaatsexamen psychologie mej. C. G. de Bruyn Ouboter te Den Haag; docto raal examen biologie mej. J. C. Andreae te Leiden en A. Fuchs te Leiden; doctoraal examen klassieke taal- en letterkunde: F. L. Bastet te Haarlem; doctoraal examen genees kunde mej. C. M. van Muyden te Den Haag en P. Horowitz (USA) en R. W. Immink te Den Haag; artsxamen le gedeelte mej. M. C. D. Croon te Wassenaar en G. Coerkamp te Scheveningen en J. O. op den Orth te Den Haag; artsexamen 2e gedeelte mevr. J. M. BorghansDelvaux te Maastricht en J. P. E. Bouwes Bavinck te Den Haag, C. H. Kerlen te Middelburg, dr. K. Mechelse te Haarlem en H. Uunk te Den Haag. portret, dan kan men tot zijn vreugde con stateren dat Poortenaar ook als colorist wel degelijk over kwaliteiten beschikt. Het portret van de Baboe, met het eigenaardig oranje jakje en de violette tonen in het gelaat, vertoont een persoonlijk en mooi afgestemd palet. Een uitmuntend portret is dat van de Bohémien, het mannetje met de wereldwijze, ietwat droevige en toch ook ironische blik. Het is vermoedelijk een vroeg werk, maar een dergelijke juiste typering ziet men maar zelden. De hele compositie, met het rode kamerscherm aan de linkerkant, is trouwens verrassend ori gineel. Het zijn deze werken (waartoe, dunkt mij, toch ook het grote stilleven met bloe men en vruchten, zo feestelijk van aanzien, gerekend mag worden) waarnaar men Poortenaar dient te beoordelen. Het is daarom jammer, dat speciaal het eerste zaaltje, waar nog al wat zwakke werken hangen, bij de entree niet zo'n goede in druk maakt. Het is het gevaar van alle levendige en werkzame geesten dat zij in hun enthousiasme aan schifting van het werk meestal niet toekomen. Zodoende zijn er wel een paar zaken, die onder de maat blijven, het Huis van Looy binnen geslipt. Hier staat tegenover, dat er ook hoogtepunten aanwezig zijn, die althans door mij, die Poortenaar's werk slechts ten dele kende onvermoed waren. De ten toonstelling duurt tot 11 April. OTTO B. DE KAT. In Deventer is Zaterdag een landelijk congres van de Beweging van Europese Federalisten gehouden onder leiding van mr. H. R. Nord. Prof. dr. H. Brugmans uit Brugge hield een rede, waarin hü zei het noodzakelijk te achten dat nog dit jaar van de federa listen een belangrijk initiatief zal uitgaan. Een Engels initiatief mag men in 1955 zeker niet verwachten. De Benelux de sluitsteen van Europa dient daarom het initiatief te nemen. De Benelux is een betrekkelijk gezonde ge meenschap. Zij staat in het midden tussen de Europese staten en heeft reeds bewezen vooruitgang te kunnen brengen in integra tie. Prof. Brugmans dacht bij dit alles aan een regerings-initiatief en, voor de toe komst aan het bijeenroepen van een wet gevende vergadering, waartoe Groot-Brit- tannië de stoot zou moeten geven. Na de discussie werd van de zijde van het hoofdbestuur opgemerkt, dat het be lang der Europese solidariteit de activiteit der jongeren vordert en dat de medewer king van kleinere organen als bijvoorbeeld gemeenten niet kan worden ontbeerd. De B.E.F. zal haar activiteit richten op organisatie van het Nederlandse aandeel in de opstelling van het federale plan voor Europa, waartoe het U.E.F.-coneres van Januari 1955 op voorstel van de B.E.F. heeft besloten. Ned. Herv. Kerk Bedankt voor Kampen H. Harkema te Zeist. Geref. Kerken Beroepen te Amersfoort (vac. dr. F. H. von Meijenfeld) C. L. Ruben te Helpman (Gr.) te Buitenpost S. de Vries te Sellin- gen (Gron.) Aangenomen naar Tuindorp-Oostzaan J. C. Schouten, cand. te Amsterdam; naar Dee Why (bij Sydney) W. F. v. Brussel te Minnertsga. Geref. Gemeenten Beroepen te Scheveningen J. B. Bel te Krabbendijke. De Stichting Rijksbehoud heeft in Utrecht een openbare vergadering gehouden. Volgens prof. mr. P. S. Gerbrandy, die in deze vergadering het woord voerde, is Indonesië nooit van plan geweest de over eenkomsten van de Rondetafelconferentie na te komen. De republiek der Zuid- Molukken vormde een deelstaat van Oost- Indonesië die echter geliquideerd werd, waardoor de Ambonezen gedwongen wer den zich onafhankelijk te verklaren. De Zuid-Molukken hebben het recht een vrije staat te zijn en zo lang Ambon voor deze vrijheid vecht, heeft geen Nederlander, geen minister en geen Kamerlid, het recht deze strijd als hopeloos te beschouwen, zo betoogde prof. Gerbrandy. Prof. m. W. L. G. Lemaire noemde onze taak in Nieuw Guinea een tweeledige, te weten de economische openlegging van het gebied en de sociaal cuturele verheffing van de bevolking van het rijksdeel. Naar zijn mening komt een belangrijk deel van de economische ontwikkeling voor reke ning van het Nederlandse particuliere ini tiatief. In georganiseerd overleg met de overheid zal het Nederlandse bedrijfsleven echter eerst met de feiten en mogelijk heden van dit rijksdeel bekend gemaakt dienen te worden. U kunt het Uzelf gemakkelijk maken door het abonnementsgeld voor het volgende kwartaal te voldoen op g onze postgirorekening no. 273107 ten name van Haarlems Dagblad. U bespaart daarmee incassokosten en 'i vermijdt geloop aan de deur. 3 Het te gireren bedrag is f 6.50, post 5 abonnés f7. U kunt het ons gemakkelijk maken door Uw giro-opdracht te verzenden vóór het eind van de maand. Wij behoeven dan geen kwitanties uit te 3 zenden. Voor automatische girobetalingen (het allergemakkelijkstezijn for- muiieren op aanvraag gaarne ter beschikking. In dit geval dient men wel voor voldoende saldo op de giro- rekening zorg te dragen. 5 DE ADMINISTRATIE MAANDAG 28 MAART Krelagehuis: „Die Haerlemsche Mu- syckcamer", 8 uur. Begijnhofkapel: Interker kelijk Comité, 8 uur. Zang en Vriendschap: Bijeenkomst van „De grotere Wereld", 8 uur. Concertgebouw: „Christian Science", lezing. 8 uur. Palace: „Désirée", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Roxy: „Moordende bescherming", 18 jaar, 8 uur. Lido: „Wij zoeken millionnairs" alle leeft., 7 en 9.15 uur. Studio: „Les enfants du Paradis", 18 jaar, 8 uur. Luxor: „De woestijn leeft", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Odyssee". 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Anna", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Minerva: „Waterloo-bridge", 18 jaar, 8.15 uur. DINSDAG 29 MAART Concertgebouw: Noordh. Philh. Orkest m. m. v. Tibor Varga, 8 uur. Gebouw St. Bavo: Jeugdwedstrijd in pianospel, 7 uur. Palace: „Désirée", 14 jaar, 2. 4.15, 7 en 9.15 uur. Roxy: „Moordende bescherming", 18 jaar, 2.30 en 8 uur. Lido: „Wij zoeken millionnairs", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Studio: „Les enfants du Paradis", 18 jaar. 2 en 8 uur. Luxor: „De woestijn leeft", alle leeft., 2, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Odyssee". 14 jaar. 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Anna", 14 jaar, 2.30 en 8 uur. Minerva: „Waterloo- bridge" 18 jaar, 8.15 uur. Inderdaad, als hij tegen het einde van de middag de ogen opslaat, is de wereld weer nieuw. Het water van de Nijl wast hem schoon voor het gebed tot Allah. Hij knielt, buigt zich diep en nederig voor over en raakt met het voorhoofd ootmoedig de goede aarde. Boven hem zeggen drie kleine witte wolkjes hoe hoog en opaal de hemel is. De ondergaande zon schildert rose kleuren op de lemen muren van zijn grijze dorp en de heuvels van de woestijn gaan gloeien in geel, oranje en violet. In de palmen is het zoete geluid van de lach- duifjes en er klatert water op dorstige grond. Een zoele wind waait door het graan en doet de fellucca's op de rivier geluidloos wegglijden. Dan trekt de avond een gordijn van zwart fluweel over de Nijlvallei en de kleuren van de dag verdwijnen. De groene velden en palmen, de grijze dorpen en het okeren stof verzinken in het donker van de nacht. Slechts de Nijl blijft zichtbaar, een zilveren strook in het maanlicht. Er is de stilte van de gedane dag, stilte die duurt tot uit het donker het doffe geluid komt van een tom-tom en een hoge mannen stem die huiverend rijst en daalt. Andere stemmen vallen in: de fellucca-schippers zingen. En in de warme nacht blijft men roerloos luisteren aan de oever van de oude rivier, die stil voortstroomt langs tempels van pharao's en hutten van fellahin. De stadhuis-prijsvraag van Arnhem heeft de jury geen aanleiding gegeven eer ste of tweede prijzen toe te kennen. Drie derde prijzen werden toegekend aan de in zendingen van J. Brouwer te Aalsmeer, J. J. Konijnenburg, Parijs en ir. R. D. Blee- ker, Den Haag, ir. W. J. Deurvorst en ir. H. Brouwer, Arnhem. Deze derde prijzen zijn elk 3500 groot. Deze prijswinnaars zullen worden uitgenodigd hun ontwerpen nader uit te werken. Drie premies van 2500 zijn toegekend aan de ontwerpen van ir. W. de Bruyn, Utrecht, A. W. Kelderman, Parijs en ir. J. H. Sluymer, Deventer en ir. A. H. Groot huis, Den Haag. Er waren 77 inzendingen. De Ierse gezant in Den Haag, mevrouw Josephine McNeill, is benoemd tot gezant in Stockholm. In haar plaats is als gezant in Den Haag benoemd de heer O'Driscoll, Iers onderminister van Buitenlandse Zaken sinds 1950. Mevrouw McNeill is gezant in Den Haag sedert 1949. De 10 gedupeerde gezinnen (totaal 30 personen) van de twee ingestorte en 8 ont ruimde flatwoningen aan de Vijzelstraat te Amsterdam hebben „omdat geen enkele instantie zich hun lot heeft aange trokken en de meeste bewoners één ge dragslijn willen volgen, althans zoveel mo gelijk, een voorlopig comité ge vormd. dat Zaterdag voor het eerst heeft vergaderd. Men overweegt zich van juri dische bijstand te voorzien. Maandagavond zal een voorlopig programma worden op gesteld. Inmiddels heeft men besloten zo wel de huiseigenaar als de gemeente Am sterdam te verzoeken de garantie te geven dat de bewoners direct na de restauratie in hun vroegere huizen zullen kunnen terug keren. Thans hebben de meeste gezinnen onderdak bii vrienden en kennissen. Het ist zo wordt van de zijde van het comité medegedeeld, nog niet bekend hoe lang de restauratie zal duren. Er is trou wens nog geen beslissing genomen over de wijze van restaureren. Het Centraal Bu reau Huisvesting van de gemeente Am sterdam heeft de gedupeerden toegezegd, dat zij andere woningen zullen kunnen betrekken, maar die komen pas tegen 30 April vrij. (Van onze reisredacteur) Asswan, Maart 1955 HET GEZICHT VAN EGYPTE IS GETEKEND DOOR EEN RIVIER, die van Zuid tot Noord door zand, stof en steen van een verschroeide woestijn een welige groene voor heeft getrokken, een vruchtbare vallei, die zich tenslotte ver breedt in een wijde delta, eer de oude rivier haar vermoeide, modderige water loost in de blauwe Middellandse Zee. Haar water heeft dan zijn werk gedaan, het heeft graan en suikerriet, rijst en katoen, vruchten en groenten doen groei en, het heeft de buffels, kamelen, ezels en runderen gedrenkt, die in de hitte van de dag het waterrad dreven of de houten ploeg trokken. Het heeft de felluc ca's gedragen, de oude boten, die onder hun grote witte zeilen als geweldige vlinders langs de palmen drijven. Het heeft twee en twintig millioen mensen doen drinken, eten en leven en sommigen van hen doen sterven, want dit water dat alles brengt, neemt ook alles terug en besmet met dodelijke ingewands ziekten. Er cirkelen duizenden buizerds boven de kadavers van dieren, die langzaam stroomafwaarts zakken. En de stille rivier van de winter kan 's zomers zwellen tot een vuile razende stroom, die meters hoog stijgt en alles wegzwiept dat geduldig met ha£r water is opgebouwd. De Nijl: vreemde rivier van leven en dood, die Egypte is en wier naam met eerbied wordt uitgesproken. Wie de Nijl en haar vallei wil leren kennen, neme een fellucca in Wadi Haifa, op de grens van de Soedan, waar de rivier nog jong is en haar blauwe water laat spelen tussen de rode rotsen tot de stuw dam bij Asswan haar aan het werk zet. Maar hij die de tijd niet heeft om tot aan Cairo te gaan, kan haar karakter ook in een of twee dagen van lui varen dicht benaderen. Lui varen: de Nijl stroomt in de winter zo kalm, dat zelfs de lome bries uw fellucca stroomopwaarts stuwt. Aan de oevers staan palmen traag te wuiven en tussen het verblindend rijke groen van de velden kleuren rood en paars van de bougainviles. De grens met het geel, grijs en rose van de woestijnheuvels is scherp getrokken: tot daar en niet verder is het water bereid te gaan. Maar binnen die grenzen leeft alles. Vissers halen sidde rende zilveren vissen uit hun glinsterende netten, een vlucht witte ibissen wervelt erboven. Er baden bruine kinderen en hun gespat en gelach mengen zich met het ge praat van zwartgesluierde vrouwen, die het gesprek zo lang mogelijk rekken en hun bruine benen koelen, eer zij de zware volle waterkruik op het hoofd zetten en in lang zame deinende gang de hete stoffige weg terug gaan naar het kleine dorp, waar de lemen hutten dicht op elkaar geperst staan om grond te sparen. Grond, de goede aarde is kostbaar. Zij beult zich af om soms tot drie oogsten per jaar te geven, maar het ls nooit ge noeg. De „fellah" de kleine Egyptische Fellucca op de Nijl boer, heeft veel handen nodig, hij krijgt dus veel kinderen. De bevolking van Egypte groeit per jaar met 350.000 zielen. De Nijl kan dat in al haar goedertierenheid niet bijhouden. De fellah werkt op minuscule lapjes grond, de helft van het bebouwbaar areaal is in handen van eigenaartjes, die gemiddeld een halve hectare bezitten. Nu is het nieuwe regiem te hulp geschoten, het heeft de grootgrondbezitters en men is dat hier al bij een bezit van 84 hectaren tot verkoop tegen lage prijs gedwongen. Tweehonderddrieënzeventigduizend hecta ren zijn in stukjes van driekwart tot twee hectaren aan fellahin uitgedeeld. Het re giem heeft ook de pachten verlaagd op basis van de door de eigenaren altijd te laag opgegeven grondbelasting. Een ver blijdend stukje humor in de economische wetgeving. Maar het probleem blijft: er is hier te weinig grond voor teveel mensen. Op één punt is de fellah er beter aan toe. Hij wordt niet meer uitgezogen door zijn landheer, hij is geen slaaf meer, die des noods geketend voor de hoogmogende kan worden gebracht. Hij is nu zijn eigen heer, in alle armoede overigens, want in het gunstigste geval heeft de landhervorming zijn gemiddeld inkomen doen stijgen van 170 gulden tot 210 gulden. Per jaar wel te verstaan. Het nieuwe regiem wil hem ver der te hulp komen, het wil hem genezen van tuberculose en de ingewandsziekten, die de landbevolking teisteren, het wil hem zuiver drinkwater geven, leren lezen en schrijven en betere landbouwmethodes onderwijzen, want ondanks de enorme vruchtbaarheid levert een stuk grond onder graan slechts 70 procent van de opbrengst van een stuk van gelijke grootte in Hol- Zo bevloeit de Egyptische boer zijn land: een rund trekt het waterrad dat emmertje bij emmertje het kostbare vocht naar boven haalt. land. De Egyptische boer produceert eten voor drie mensen, zijn Amerikaanse collega voor zeventien. Dit zijn de dromen voor de toekomst. Als ge uw fellucca naar de wal laat sturen, kunt ge de werkelijkheid van heden zien, de arme fellah. Zijn eenkennigheid jegens vreemdelingen kunt ge overwinnen door een vriendelijke glimlach, door rech terhand aan hoofd en hart te brengen en een salaam te mompelen. Dat brengt een verheugde lach op zijn gezicht, even mager en tanig als zijn beesten. Hij is net zo ondervoed als zij, even bezocht door ziekte, even getekend door een arm leven. Hij prutst en ploetert met vrouw en kinderen aan zijn bevloeiïngsdijkjes. Hij ploegt, zaait en oogst met voorhistorische midde len, een „gamussa", een trage grijze buffel, zeult zijn waterrad rond, dat emmertje bij emmertje zijn land te drinken geeft. Hij kent geen gemak en geen verstrooiing, alleen zijn lemen hut, veel zon, veel zweet, een handje bonen en een stukje brood. Zijn kinderen hebben uitslag en oogziekten, de vliegen zwermen bij millioe- nen rond. Er is geen gas, geen waterleiding en geen electra. De Nijl geeft water, de zon schenkt warmte en licht. - De zon en de Nijl, zij maken deze arme Een fellah op zijn ezeltje. tot een gelukkig man. Hij heeft van alles te weinig, maar vindt het genoeg. Als hij moe is en de blakerende hitte van de middag aUes tot stilstand brengt, zoekt hij de schaduw en gaat in het stof liggen slapen. Als de „chamsien", de gloeiende woestijnwind met zijn stofwolken, land en dorpen striemt, schuilt hij geduldig weg tot zij uitgeraasd is. Er zullen nog veel honger, dorst, ziekte en dood komen, zij zullen evenzeer voorbij gaan. De fellah kijkt niet vooruit, hij kijkt naar boven. Inchallah, als God het wil. Wanneer men wakker wordt, zal alles beter zijn. altijd veel dichterbij dan het is. „Honderd meter van mijn huis sloeg hij in de grond". Deze melding kwam bij de sterren wacht binnen uit de meest uiteenliggende plaatsen als IJlst (Fr.), Nijmegen en Wemeldin- ge (Zeeland). Maar de sterrenwacht gaat pas op zulke mededelingen af als men met het stuk steen in de hand het be wijs komt leveren. Gelukkig nemen altijd velen de moeite, zo'n vuurbol even schriftelijk te signaleren; in de regel levert zo'n verschijnsel drie- tot vierhonderd brieven op. Uit al die meer of minder zorgvul dige beschrijvingen van de helderheid, de baan, de snelheid, de kleur (in dit geval blauw-groenig) e.d. kan men dan later de identiteit van de kos mische indringer vinden. Het is soms treffend, te zien hoeveel moeite de mensen doen om het geziene te beschrijven. Bijgaande foto geeft daarvan een indruk. Zij is genomen van een te kening in pastelkleuren die iemand in Zuid-Hol land maakte. U ziet: het is een ietwat geromanti seerde voorstelling. De bol zelf is geel, met meer naar binnen een lila kring erin, de beide staarten zijn ook geel, en de tekenaar heeft ver volgens uit wit papier drie sterren geknipt en die op de tekening ge plakt om de vonkenre gen achter de vuurbol te suggereren. Naderhand heeft hij over de teke- nig geveegd (met zijn vinger?) om het geheel de wazige indruk te ge ven die de vuurbol blijk baar op hem maakte. (Er was inderdaad lichte be wolking die avond). We tenschappelijk gespro ken was deze schets van zeer geringe waarde; toch illustreert zij duide lijk de uitmuntende be doelingen en ook wel een beetje de emotie van de man die de vuurbol zag. Overigens heeft deze vuurbol ook nog aanlei ding gegeven tot een puzzle, waarover de theoretici nog gebogen zitten. Daarover in een volgende „Zie Boven". Niet ver van Waterloo, namelijk boven het Bel gische plaatsje Nivelle, is de vuurbol aan zijn eind gekomen die op 17 Januari j.l. zoveel pen nen en telefoons in be weging heeft gebracht en die ook in en om Haarlem door velen is gezien. Dank zij de analyse van de brieven die 350 Nederlanders en Belgen naar de sterrenwachten in Utrecht en Leiden stuurden heeft men het spoor van dit hemelver schijnsel nauwkeurig kunnen reconstrueren en het was géén vliegen de schotel.' Het blijkt een stuk steen te zijn geweest met een middellijn van 80 centi meter. Het verscheen voor het eerst op een hoogte van 155 km. bo ven de Noordzee, boven een punt dat 60 km. Westelijk van Zandvoort ligt. Van daar af is het met een vaart van 23 km. per seconde in Zuidelijke richting voortgejaagd, steeds hoogte verliezend. Boven Zierikzee was het nog maar honderd kilo meter boven de grond en boven Nivelle in Bel gië doofde het uit, op 26 km. hoogte boven het aardoppervlak. De kei was opgebrand, gesmol ten door de wrijvings- hitte die het gevolg was van de luchtw eerst and die hij in onze damp kring ondervond. En dat alles was ge beurd in zegge en schrij ve tien seconden. Geen wonder dat de waarne mingen van iedereen die hem had gezien, niet al le even betrouwbaar wa ren. Bovendien speelt het gezichtsbedrog een grote rol: zo'n ding lijkt

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1955 | | pagina 9