Veren igi ngsva ria
CEMIJ vierde 25 jaar arbeidstrouw
Nieuw werk van Kurt Jooss
Winkeliers in Beverwijk steunen
de Stichting 1940-'45
In Opera te Düsseldorf
Duitse danskunst
in veilige banen
uit de IJmond
Jlex JAeatec
„Velno's" in luchtig
concert
Heemskerk
Duitsers vrezen Franse
Moezel-kanalisatie
Koningin en Prins
5 Mei naar Amsterdam
VRIJDAG 22 APRIL 1955
V oordrachtskunstenares
trad op voor huisvrouwen
„As 't der op oan komt"
in Beverwijk
Raadslid G. P. M. Langendijk in de
warmte van een hartelijke huldiging
Reclame-actie door
wethouder ingeluid
Predikante over werk in
Oost- en West-Berlijn
„Favorieten-parade" trok
stampvolle zaal
„Veilig Verkeer" houdt
propaganda-'cictie
Rode Kruiswedstrijd met
feestelijk tintje
Siem Nieuvvenhuizen als
„Baron Kneut"
Burgerlijke stand Beverwijk
Walvisvaart aan Zuidpool
wordt in Londen bekeken
Onderzoek naar de stand
van de Franse landbouw
Cokes-productie van Ruhrgebied
door Lotharingse in gevaar
Franse parlementsleden
willen Rusland bezoeken
Kostbaar kleinood keerde
bij eigenaresse terug
Acht maanden wegens
heling geëist
i
Kurt Jooss, die in 1933 Duitsland ver
liet om er pas in 1950 terug te keren, toen
de verhoudingen daar radicaal genoeg ge
wijzigd waren om een rustig werkklimaat
te waarborgen, is in Nederland altijd een
graag geziene verschijning op het toneel
geweest. Ik behoef slechts te herinneren
aan het geweldige enthousiasme, waarmee
zijn uit Engeland overgekomen danstheater
in 1946 begroet werd. Nachtelijke rij-
vorming bij de kassa, zoals toen, maakt
men slechts zelden mee. Het was het
eerste buitenlandse ballet, dat wij na de
bezetting kregen aangeboden. En zo sterk
was de weelderige vreugde bij het onder
gaan van deze in volledige vrijheid ge
ordende beweging der satirieke of louter
charmante dansspelen, dat stijlcritische
bedenkingen nauwelijks aan bod kwamen.
Die kregen pas weer invloed op onze
zienswijze, toen wij met de intussen ge
rijpte verworvenheden der ontwikkeling
van het zo geheten klassieke ballet op de
hoogte waren. Men begreep, dat de ex
pressionistische periode van de vooral in
Duitsland tot bloei gebrachte „uitdruk-
kingsdans" definitief voorbij was. Kurt
Jooss, in begrijpelijk verzet geraakt tegen
de verstarring in louter technische vir
tuositeit en trachtende het „menselijke" in
de plaats te stellen van wat hij als „on
natuurlijk" beschouwde, werd op zijn
beurt tegen wil en dank meegesleept door
de eeuwenoude stroming, die hij in nieuwe
beddingen had helpen leiden. Aarzelend
ging hij ertoe over passen uit het aca
demische vocabulaire (door de Engelse
Laura Maris onderwezen) in zijn choreo
grafische werken op te nemen. Een be
perking tot gevormde bewegingstaal achtte
hij echter ongewenst. Hij bleef vasthouden
aan het geloof, dat iedere emotie of elke
impuls tot een eigen gebaar zou moeten
leiden. Mede daardoor raakte hij achterop.
Het is het lot van de meeste artistieke
rebellen, dat zij worden voorbijgestreefd
door de rrfet hun ontdekkingen verrijkte
handhavers der traditie, door het gepleeg
de verzet geprikkeld tot baanbrekende
voortgang.
Met de algemene heroriëntatie na de
oorlog heeft ook het klassieke ballet vol
ledig burgerrecht in West-Duitsland ge
kregen. Het moest interessant zijn na te
gaan hoe Jooss, na een korte periode te
Essen in Augustus 1954 tot balletmeester
van de Stedelijke Opera in Düsseldorf be
noemd, zich terwille van de gunst van het
publiek hierbij heeft aangepast. Zaterdag
ben ik daar in de noodschouwburg aan het
Worringerplein gaan kijken naar het de
buut van zijn nieuwgevormde groep, ge
deeltelijk bestaande uit leden van zijn
oude garde en voor de rest uit achter
geblevenen uit het ensemble van zijn voor
gangster Yvonne Georgi, die inmiddels
haar werkterrein naar Hannover heeft
verplaatst. Er was temeer reden toe, om
dat er sprake van is dat het gezelschap
zich deze zomer in het Kurhaus te Scheve-
ningen zal laten zien.
Aanleiding tot de reis was ook de bij
zonder merkwaardige aard van het ope
ningsprogramma: een Strawinsky-avond,
met diens dansoratorium „Persephone" op
een tekst van André Gide (in Duitse ver
taling) naar de Homerische ode aan De-
meter als hoofdnummer. Men weet mis
schien, dat Kurt Jooss in 1934 de choreo
grafie voor de wereldpremière in de Pa-
rijse Opera, "ln opdracht van de excen
trieke Ida Rubinstein, heeft gemaakt. De
componist trad daarbij als dirigent op.
Door allerlei onaangename omstandighe
den werd het een mislukking, vandaar
deze late poging tot revanche.
Daaraan vooraf ging het ballet met zang
„Pulcinella" in een choreografie van Hans
Züllig, door Kurt Jooss ten tonele ge
bracht. Igor Strawinsky heeft hiervoor
destijds in opdracht van Diaghilev muziek
van Pergolesi bewerkt en het is onbegrij
pelijk, dat men thans niet tevens de zet
ting van Massine en het décor van Picasso
bezigde, al moet gezegd worden dat de
aankleding door DiAiinik Hartman (een
grote pentekening van een Italiaans dorps
plein als achterdoek met op de voorgrond
enige draperie en een huifkar als kleurige
elementen) stellig kwaliteiten had. Het
choreografisch talent van Züllig, nog steeds
een uitmuntende en zeldzaam lichte dan
ser met een zeer persoonlijke techniek, is
echter bijzonder gering. Voor het eerst zag
men danseressen van Jooss zich op de
teenspits verheffen, maar het daarmee
bereikte bleef louter versiering. De onge
twijfeld aanwezige mogelijkheden van de
soliste Edel von Rothe konden hier weinig
toepassing vinden.
De instudering was benijdenswaardig
perfect, zodat aan niets te merken viel dat
men met een première had te doen. Maar
de afwerking liet veel te wensen, voor
namelijk omdat hier niemand werkelijk is
„uitgedraaid". Intussen werd deze op de
commedia dell'arte gebaseerde geschiede
nis zo ingewikkeld, dat men haar moest
lezen èn zien om er voldoende van te be
grijpen nergens echt leuk. De lyrische
betekenis van de duetten werd weggedrukt
door het samenvallen met de vocale pas
sages, waarvan zij nu als het ware een
matte illustratie leverden. De rol van de
capitano Furbo was enigszins op de Pe-
troesjka van Fokine afgestemd, in de
overigens niet onverdienstelijke behande
ling van de groepen kon men een duide
lijke invloed van Roland Petit bespeuren.
Uiteraard was „Persephone" veel be
langwekkender. Overheerste in „Pulcinel
la" het pantomimische, hier regeerde on
danks alles nog geheel het beginsel van de
zogenaamde „uitdrukkingsdans". Nog net
als in 1933, toen men hem buiten Duits
land voor het eerst leerde kennen, zoekt
Jooss het in de richting die Diaghilev ver
kende. Niet alleen blijft hij diens réper
toire op een andere basis reproduceren, hij
deelt als het ware diens wantrouwen in de
expressiviteit van de klassieke bewegings-
taal. Hij is dan ook veeleer een regisseur
dan een choreograaf in de ware zin van
het woord. De eigenlijke dans komt pas in
de tweede plaats.
Zinrijker dan détailcritiek is derhalve
het maken van enkele algemene opmer
kingen. Onmiddellijk treft de eigenaardige
voorkeur voor dit neo-klassieke werk van
Strawinsky, dat niets meer van het revo-
lutionnaire karakter van „Le Sacre du
Printemps" uit 1913 bevat, integendeel
koel en objectief aandoet, ondanks een
zekere overeenkomst in het onderwerp:
het mysterie van de wisseling der jaar
getijden. Het gemis van het verwachte
zinnelijke aspect bleef men in het toneel
beeld gevoelen, ook in het gedeelte, dat
zich in de Hades afspeelt.
Misschien kan men het onbevredigende
karakter van het alleen maar respect af
dwingende geheel het best verklaren uit
de poging van Jooss om een modern „Ge-
sammtkunstwerk" tot stand te brengen.
Maar dit ballet, met een zanger en een
declamatrice op katheders en een in het
transparante décor uitermate ondoeltref
fend, want ondramatisch opgenomen koor,
werd niet meer dan een wonderlijke
mengeling van stijlen. Het ergste was na
tuurlijk, dat het geen moment ontroerde.
Ten hoogste werd er zo nu en dan bewon
dering gewekt door fraaie plastische mo
tieven, speciaal dank zij Ulla Söderbaum
in de titelrol, die de moeilijke taak had
drie kwartier lang bijna onafgebroken als
een bleke schim over het toneel te wan
delen, dit doende zonder emotionele uit
straling, maar met een sterke concentratie.
Neo klassiek: Ulla Söderbaum in het
dansoratorium Persephone"
Op de teenspits: Edel von Rothe met Hans
Züllig in „Pulcinella"
Tot besluit nog dit: Jooss heeft zijn
beste kansen gehad in een tijd, toen hij
middelen vond om actuele onderwerpen
in zijn danstheater te behandelen. Zijn
„Groene Tafel" was mede daardoor een
openbaring. Maar hij is de man van één
ballet gebleven. Wat men later van hem
zag waren herhalingen zonder vitaliteit en
verbeelding, waarvan de schoonheid als
maar vloeiend bleef, zonder zich ergens
brillant te kristalliseren. En moeilijker
wordt het hem, nu hij zich moet bedienen
van een taal, waarvan hij de symbolische
waarde niet volledig begrijpt. Vandaar ook
deze keuze van een allegorische stof, die
ons niets onmiddelijk te zeggen heeft. Men
kan „Persephone" niet volgen zonder van
tevoren grondig de toelichting in het pro
gramma te hebben bestudeerd en dan nog
blijft men er koud en onaangedaan bij.
Het verheugendste van dit bezoek aan
Düsseldorf was voor mij de uitspraak in
een van de plaatselijke kranten: „Kurt
Jooss bevindt zich op een eenzame post in
het niewe ballet van Duitsland moge
het geen verloren post zijn!" Dansers en
publiek hebben thans veiliger wegen ge
kozen: men heeft het zich willoos uit
vieren in primitieve extase opgegeven ter-
wille van de klassieke ordening. Dat is een
voor de beschaving gelukkig verschijnsel.
Moge Joos de aansluiting vinden bij deze
koers. Men zou hem zo graag een eerste
rol zien vervullen bij deze culturele weder
opbouw. DAVID KONING
De Nederlandse Vereniging van Huis
vrouwen afdeling Castricum heeft Woens
dag in hotel De Rustende Jager een bij
eenkomst gehouden, die tot de 'beste van
het afgelopen winterseizoen gerekend mag
worden. Het bestuur had namelijk de be
kende voordrachtskunstenares mevrouv
Aafje Top geëngageerd die fragmenten
voordroeg uit het boek van Honoré de
Balzac „Eugenie Grandet". Bijna alle per
sonen die in dit boek een rol spelen wer
den door de voordrachtskunstenares op de
planken gezet. Vooral de figuur van va
der Grandet, de oude vrek, werd een schit
terende creatie. Het verhaal speelt zich af
in het Frankrijk van 100 jaar geleden en
in verband daarmee had Aafje Top zich
in passende kledij gestoken. Een flinke
groep leden gingen na afloop uiterst vol
daan huiswaarts.
De Friese vereniging „Us Memmetael"
uit Beverwijk houdt op Woensdag 27 April
in zaal ,,'t Centrum" aan de Koningstraat
een buitengewone bijeenkomst. De toneel
afdeling zal opvoeren „As 't der op oan-
komt", een stuk in drie bedrijven door
Barend van der Veen.
ADVERTENTIE
.Res draagt de kroon coot heeld en toon'
VRIJDAG t/m MAANDAG, 20 uur
De liefdesroman en actiefilm
DE GEVANGENE VAN HET
VREEMDELINGENLEGIOEN
18 jaar
ZONDAGMIDDAG 3 uur
de komische film
t'IT DE BRAND BEN JE
DINSDAG en WOENSDAG 20 uur
op veelvuldig verzoek
THE GLENN MILLER STORY
Over de huldiging van de heer G. P. M. Langendijk, chef van de electro-technische
afdeling bij de Cemij, zou met een variant op Hildebrandt gezegd kunnen worden
„hoe warm het was en hoe gezellig". Het zonnige schaftlokaal van de cementfabriek
werd niet alleen door het stralende weer verwarmd maar ook door het enthousiasme
van de zeer vele aanwezigen, die hier van hun medeleven en sympathie wilden ge
tuigen. De voorzitter van de directie, ir. A. H. Ingen Housz, sprak de dank en de
waardering van dit college uit en overhandigde hierbij de gebruikelijke jubileum-
enveloppe.
Toen de Beverwijkse Harmoniekapel
gisteravond om 8 uur een rondgang door
de stad ging maken en zich voor het Vei
linggebouw „Kennemerland" aan de met
gekleurde lampjes versierde Breestraat op
stelde had wethouder W. Vessies zo juist
zijn rede besloten en een grootscheepse
Beverwijkse reclame-actie geopend.
Ten bate van de Stichting 1940-'45 heeft
de Beverwijkse Middenstands Centrale na
melijk een loterij-actie georganiseerd, die
tevens de omzet van de aangesloten win
keliers moet verhogen.
In zijn openingsrede zei de heer Vessies
ondermeer, dat de Beverwijkse winkelstand
zijn taak heeft begrepen en nu nauw zal
gaan samenwerken om gezamenlijk één
groot doel te kunnen verwezenlijken. Hij
was er van overtuigd dat de actie, die gis
teravond begon, zou slagen en als voor
beeld noemde de heer Vessies dat er geen
tien winkeliers zijn, die er niet aan mee
doen.
Elke koper zal gedurende veertien dagen
bij aankoop van elke gulden een lot ont
vangen, dat kans biedt op een enorme hoe
veelheid prijzen, met als hoofdprijzen een
scooter, enkele bromfietsen, wasmachines,
keuken-uitzetten, enzovoorts. De heer Ves
sies hoopte, dat de oude methode van het
„elkaar dood concurreren" door dit soort
acties zou verdwijnen en dat de Stichting
1940-'45 er wel bij mocht varen.
Op uitnodiging van de Ned. Herv. Ge
meente te Beverwijk zal domina A. E. Ruys
op Maandag 25 April in het verenigings
gebouw aan de Populierenlaan een lezing
houden over haar werk in West- en Oost-
Berlijn.
De bedrijfsleider van Cemij, dr. ing. F.
Schonenberger zeide in zijn hartelijke rede,
dat er nauwelijks een jubileum ten einde
is of er staat weer een nieuw voor de deur.
Dit betekent, dat de Cemij een gemeen
schap is van trouwe werkers, die aan het
bedrijf gehecht zijn. Deze zelfde ijver en
toewijding bezit de jubilaris ook en daar
om bracht de spreker eveneens de welver
diende gelukwensen over van bedrijfs
directeur ir. F. W. E. Spies. De jubilaris
leeft eigenlijk in drie werelden: die van
zijn beroep, van zijn familie en in het open
bare leven. Wat zijn beroep betreft., heeft
de jubilars in vroeger jaren zijn diploma's
als electro-technicus met succes behaald
en de verworven kennis eveneens met suc
ces in de praktijk weten te brengen en uit
te breiden, en het feit, dat tegenwoordig
de technische storingen bij de fabriek tot
een minimum zijn teruggebracht, is in niet
geringe mate te danken aan zijn vakkennis.
Van 1941 tot 1950 was de jubilaris lid van
de Kern en zo de vertegenwoordiger van de
Cemij-arbeiders, zoals hij dit in groter ver
band is door zijn voorzitterschap van de
Nederlandse Katholieke Metaalbewerkers-
bond „St. Eloy" en als gemeenteraadslid
van de gemeente Beverwijk. De sociale en
economische belangen van de arbeiders
liggen hem na aan het hart en spreker
maakte met genoegen gewag van het con
tact, dat hij met de jubilaris op dit terrein
heeft gehad en waarbij hij de welgefun-
deerde wijze, waarop de heer Langendijk
zijn mening naar voren weet te brengen,
heeft leren waarderen. Na met een harte
lijk woord ook mevrouw Langendijk in de
hulde te hebben betrokken, welk voorbeeld,
door de overige sprekers werd gevolgd,
besloot dr. Schonenberger zijn rede met
het uitreiken van het vererend getuig
schrift en het gedenkbord der maatschappij.
Een molen één droogtrommel
De heer T. W. N. de Jong, hoofdopzich
ter en directe chef van de jubilaris, haalde
in zijn hartelijke rede herinneringen op
aan de tijd toen de jubilaris als aankomend
electriciën bij de Cemij in dienst trad en
medehielp aan de opbouw van dit bedrijf,
dat toen nog slechts één molen en één
droogtrommel had. Er is sindsdien veel
veranderd, ook in de positie van de jubila
ris, die momenteel als chef van de electro-
technische afdeling een positie heeft ver
worven, die hij aan zijn gedegen kennis
van de installaties en van zijn vak heeft te
danken.
Spreker had grote waardering voor de
samenwerking met de heer Langendijk en
dat hij niet de enige was, bleek wel uit
het feit, dat hij namens de silica-kalk-
fabriek een geschenk aan de jubilaris
mocht overhandigen. Vervolgens besloot d#
heer De Jong zijn toespraak met het bij
zetten van 's jubilaris portret in de „por
trettengalerij der zilveren jubilarissen".
De waardering voor de jubilaris in elec
tro-technische kringen over het gehele be
drijf kwam sterk tot uiting in de woorden
van ir. I. van Ees, chef van de E.T.A.-Zuid-
fabrieken, die hier namens- hen het woord
voerde. De jubilaris is een waardig verte
genwoordiger van de electro-technische af
deling op deze vooruitgeschoven post en
zyn vakkennis alsmede zijn persoonlijk
heid maken hem tot een bindend vertegen
woordiger in de arbeidersgemeenschap,
welke rol de heer Van Ees met een geestige
woordspeling over „cement" en „binding'
wist te illustreren.
Namens de arbeiders van de cementfa
briek sprak de heer P. P. Beemster, kern
lid, d'e ook zijn gevoelens als collega en
vriend uitte. De jubilaris is een humaan
mens en een goed chef met- een sterk so
ciaal gevoel. Het geschenk ven het jubi
leumfonds, dat bij monde van de heer
Beemster werd aangeboden, werd de ju
bilaris op originele wijze getoond: met één
beweging rolde spreker een fraaie trap
loper uit, welke voorzien was van het
Cemij-merk en aan het uiteinde van een
portret van de jubilaris.
Het zou geen Cemij-jubileum zijn ge
weest, indien niet de heer L. Cana, dit
maal op accordeon begeleid door de heer
A. J. Jansen, een feestlied ten gehore had
gebracht, waarin alle deugden en ondeug
den van de jubilaris op humoristische
wijze werden belicht. Nadat de heer Jan
sen ook nog een muzikale hulde had
gebracht, kwam de heer A. Polak voor het
voetlicht, die een geschenk aanbood, dat
in de werkplaats was vervaardigd. Toe
vallig was de vervaardiging van dit cadeau
de jubilaris ter ore gekomen en daarom
bood spreker met een geestig woord eerst
een eenvoudige vaas aan, om later de „te
leurstelling" van de jubilaris weer goed
te maken door het overhandigen van het
ware geschenk n.l. een fraaie electrische
klok tevens schemerlamp.
De traditie getrouw werd de huldiging
besloten door het optreden van het „Cemij-
cabaret van de heren A. W. Bosch, P.
Broek en H. Mooy, die met vuur en verve
de persoon van de jubilaris belichtten in
een lied, waarvan het refrein door de zaal
met enthousiasme werd medegezongen.
Ondanks de weer eens heersende griep,
waaraan zowel de orkestleden als bezoe
kers lijden, was het gisteravond stampvol
in het Luxor theater, waar Barend Kuhfus
met „Velno's" een show-avond hield. Deze
„Favorieten-fantasie" bleek een aaneen
schakeling van moderne en populaire dans
wijsjes te zijn, bijna alle in een arrange
ment van een der band-leden Ed Goode of
Jan Stoker. Ook de „man met de zoete
stem" Nico Out had zich aan de arrangeer
kunst gewaagd en „The Velno's" lieten
zijn „Begorrah" in een strak tempo horen.
Liefelijker was het „Good night sweet
heart", gezongen door Joke Rutten in een
zetting van Henny Tervoort, saxofonist bij
het gezelschap. In de vocale nummers
blijkt nu een bepaalde tekening te komen;
voor elk gerure een andere zanger of zan
geres.
Het begeleiden gaat de Velno's steeds
beter af, waardoor bijvoorbeeld een Cor
Kurpershoek in znij zang-répertoire meer
aan zijn trekken komt.
Een goed gearrangeerde classical v. as „Lime
house blues" door Jan Stoker was een gaaf
voorbeeld van Stijl en een aardig staaltje
„close-harmony-singing" werd door „vier
kleine Velnootjes" ten gehore gebracht in
„I may be wrong".
In het programma trad voorts de imita
tor Jan Oradi op, die met zijn verhalen de
zaal tenslotte zover kreeg, dat men „en
masse" begon te doedelzakken. Van inter
nationale bekendheid en dus op zeer hoog
peil staand, waren „The Snapshots", een
mondharmonica-trio, dat op fenomenale
wijze de zich daarvoor lenende muziek ten
gehore bracht.
De onlangs opgerichte afdeling Heems
kerk van het verbond voor Veilig Verkeer
heeft Donderdagavond in zaal Nijman een
bijeenkomst gehouden, waarop men erin is
geslaagd een definitief bestuur samen te
stellen. De heer E. Jongeians werd be
noemd tot voorzitter en de heer H. v. d.
Wel neemt het secretariaat waar. Voorts
hebben zitting de heren H. J. Heesterbeek,
P. Schouws en A. de Jong.
De heer Jongejans deelde mede dat een
propaganda-actie zal worden gevoerd,
waarbij huis aan huis zal worden getracht
leden te winnen. Tevens zal nog een avond
worden georganiseerd waar men op aan
trekkelijke wijze de aandacht op „Veilig
Verkeer" wil vestigen.
Men zal in het najaar een cursus voor
bromfietsers houden.
Opperwachtmeester der rijkspolitie L.
Sijbring richtte zich aan het begin van de
avond tot de aanwezigen, waarbij hij het
belang van het Verbond bepleitte. Er ge
beuren op de weg nog altijd veel ongeluk
ken, die bij een juist toepassen van de
verkeersregels hadden kunnen worden
voorkomen. Heemskerk maakt op de regel
nog wel een gunstige uitzondering en in
1955 vond nog geen ernstig ongeluk plaats,
oppassen blijft echter noodzaak, aldus de
heer Sijbring, die tot zijn spijt moest con
stateren, dat bij de bevolking nog weinig
interesse fiesta at. gezien het slechte bezoek
aan deze vergadering.
Zoals wij reeds eerder hebben gemeld
zal er op Dinsdag 26 April in hotel De Har
monie te Castricum een wedstrijd gehou
den worden tussen de dames- en heren-
ploegen van het Rode Kruis afdeling Cas-
tricum-Limmen-Uitgeest. Naar het colon
ne-commando thans mededeelt, zal deze
wedstrijd een feestelijk tintje krijgen in
verband met het twintig-jarig bestaan van
de colonne.
De Castricumse damesploeg bestaat uit
mevrouw Kemmink, mevrouw Van Straten,
mejuffrouw Liefting en mejuffrouw W.
Grijzen en de herenploeg uit de helpers L.
Nijmeyer, C. Stuifbergen, P. J. Groentjes
en H. P. Wester.
De Amsterdamse komiek Siem Nieuwen-
huizen, eertijds de partner van Buziau,
heeft Donderdag het personeel van hei
provinciaal ziekenhuis Duinenbosch te
Castricum laten schateren in zijn rol van
de huisknecht in het blijspel „Baron
Kneut". Dit alom bekende stuk werd door
een naamloos Bussums toneelgezelschap
voor het voetlicht gebracht en van de
medespelenden had Siem Nieuwenhuizen
uiteraard het grootste succes en bewees hij
opnieuw dat hij nog alles van een rol weet
te maken. Keer op keer dreunde de zaal
van de lach zodat het een avond werd die
de personeelsleden niet licht zullen verge
ten.
GEBOORTEN: Robert, z. van G. Rabbers
en M. F Engelhart; Fverdina A. A., d. van
W. van der Weg en P. M. A. Sehoorl; Ge-
rardus H, G„ z. van J. C. de Wit en T. M.
Röhm: Hendrik J., z. van J. Fiege en G. van
der Linden: Cornelia J.. d. van J. Inpijn en
A. Visser: Nicolaas P. C.. z. van A. Comman
deur en H. M. van den Broek; Guido M., z.
van M. van Veldhoven en J. N. Soesan: Mar-
earetha H. M d. van C. Versélewel de Witt
Hamer en J. W. M. G. van de Ven: Cornelia
S.. d. van P. A. Markx en M. H. T. van
Schaik; Johanna M. C.. d. van T. H. de Rui
ter en J. M. T. de Ruijter.
ONDERTROUWD: A. Boon en E. P.
Branties; J. H. N. M. Braun en R. I. Marx;
W J. Komen en A M. Bakkum; N. J. Kroone
en P. J. Schelvis: L. van der Sluis en A. van
Balen: K Ravenhorst en G. Bakker.
GETROUWD: R. van Balen en A. G. de
Boer P. W. de Boer en J. G. Schuijt; S.
Hartman en A. C. Reijnders.
OVERLEDEN: Th. Wolterman. 79 j., geh.
met M. Sneekers: G. Brammer, 60 j.: J. M.
Tervoort. 1 j.; G. Brink 17 j.; C. van Bergen
71 j., echtg. van C. de Graaf: F. M. Versteeg.
71 j.; J. B. Weduwer. 78 j., wedn. van J. van
Duijn: P. J. Bakker, 67 j„ wed. van J.
Bartels.
BURGERLIJKE STAND
Geboren: Johannes Q-, z. van J. J.
Schuyt en A. J. van der Krogt; Comelis
J., z. van N. Glorie en G. Voormeer; Mar-
garetha M„ d. van R. Baltus en G. P. Ad-
ihiraal; Henricus J. G., z. van P. M. Voor-
meer en G. A. Beentjes.
Overleden: P. Smit geh. met J. de
Wildt, 48 jaar.
LONDEN. (Reuter) Geleerden uit
zeven landen bestuderen in Londen rap
porten over het huidige walvisvaart-sei
zoen in de Zuidpool. De geleerden zijn
allen leden van de wetenschappelijke en
technische subcommissies van de interna
tionale commissie voor de walvisvaart en
zijn onder andere afkomstig uit Australië,
Frankrijk, Japan, Noorwegen en Neder
land.
De bijeenkomsten zijn besloten en van de
agenda zijn geen bijzonderheden bekend
gemaakt. De subcommissies zullen ver
slag uitbrengen op de jaarlijkse bijeen
komst van de commissie, die in Juli in
Moskou zal worden gehouden.
(Van onze correspondent in Parijs)
Aan het einde van dit jaar wordt in
Frankrijk een onderzoek ingesteld naar
de stand van de landbouw en de verdeling
van de verschillende gewassen over de
velden. Dergelijke onderzoekingen moeten
volgens de deskundigen tenminste een
maal in de tien jaar geschieden. In Frank
rijk is-het in geen kwart eeuw gebeurd.
Met het oog op de modernisering van de
landbouw en de heroriëntatie van de pro
ductie met het oog op de bestrijding van
het alcoholisme, ziet men in officiële
kringen de uitslag van dit nationale land
bouwonderzoek met spanning tegemoet.
DUSSELDORP (DPA/UP) Minister
president Arnold van Noord-Rijnland-
Westfalen en toonaangevende industri
ëlen uit het Ruhr-gebied, hebben onlangs
bij bondskanselier dr. Adenauer gepro
testeerd tegen het Franse plan voor ka
nalisering van de Moezel.
Volgens goed-ingelichte kringen te Dus-
seldorp vreest het Duitse bedrijfsleven, dat
de cokesproductie van het Ruhrgebied
grotendeels door Lotharingen zal worder
afgenomen, wanneer de Moezel wordt ge
kanaliseerd, daar het vervoer van Lotha
ringse cokes over de Moezel goedkoper
zou worden. Ook de Rijnscheepvaart en
de Duitse Bondsspoorwegen zijn gekant
tegen het plan, dat voor hen een vermin
dering der ontvangsten zou betekenen
Men vestigt er de aandacht op, dat elec-
trificatie van de Moezelspoorweg de voor
keur verdient, daar dit veel goedkoper ia
dan de kanalisatie van de Moezel die mil-
liarden zou kosten.
In het Ruhrgebied doet men voorts op
merken, dat ook de zware industrieën van
het Saargebied, Luxemburg en België
vrezen, dat Frankrijk een economisch over
wicht zal verkrijgen door de uitvoering
van zijn kanalisatieplan. Men neemt aan,
dat de Franse minister van Buitenlandse
Zaken, Pinay, bij zijn bezoek aan Bonn het
Kanaalplan opnieuw ter sprake zal bren
gen. Run besprekingen op 29 en 30 April
zullen in de bondskanselarij gehouden
worden en niet, zoals Pinay had voorge
steld, te Bad Godesherg waar de Franse
Hoge Commissaris, Frangnis-Poncet, zijn
zetel heeft.
(Van onze correspondent in Parijs)
De leden van de sub-commissie voor de
nationale productie in het Franse parle
ment die de Verenigde Staten, Italië en de
Scandinavische landen hebben bezocht,
hebben thans visa voor de Sovjet-Unie
aangevraagd. Het is de taak van deze
commissie te rapporteren over handels
mogelijkheden met verschillende landen,
ter documentatie en oriëntatie van de
Franse industrie. Van het reisgezelschap
zullen geen communisten deel uitmaken.
Toen premier Paul Ramadier in 1947
de communistische ministers buiten zijn
regering plaatste, heeft de partij van Tho-
rez zich stelselmatig verzet tegen opvoe
ring van de Franse productie en ver
lenging der werkuren. Zij hebben toen
vrijwillig ontslag uit de commissie ge
nomen, waarin ze niet zijn teruggekeerd.
Lange reis
Bloemendaler verdacht
van verduistering
In het begin van dit jaar verzocht een
Bloemendaalse scheepsbediende een Haar
lemse juwelier een met diamanten bezette
broche, waarvan hij beweerde dat hij haar
gevonden had, te taxeren. Daar de juwe
lier de zaak niet geheel vertrouwde, vooral
omdat de broche op het eerste gezicht
zeker zevenhonderd gulden waard was,
kende de juwelier de politie er in, die de
scheepsbediende aan de tand voelde.
Dit had tot gevolg, dat de ongeveer twin
tigjarige jongeman toegaf de broche aan
boord van de „Jagersfontein", waarop hij
werkte, omstreeks November van het
vorige jaar te hebben gevonden, toen het
schip in een Zuid-Afrikaanse haven lag.
Hij had gezien, dat de broche kort tevoren
door een Engelse dame werd gedragen.
Bovendien had de eigenaresse het verlies
laten bekend maken op het publicatiebord
op het schip.
Met deze gegevens is men bij de Hol
landAfrikalijn in Amsterdam een onder
zoek gaan instellen naar de herkomst van
de dame. Dit leidde tot de conclusie, dat
de wegens de toen in Engeland heersende
havenstaking in Amsterdam ingescheepte
mevrouw Wolfson moest zijn, die thans in
Natal woont. Men heeft daarop een foto
van het sieraad naar Natal gestuurd, waar
de benadeelde haar eigendom herkende.
De verzekeringsmaatschappij had haar
reeds een schadevergoeding van 275 pond
sterling uitgekeerd.
Nu bij de politie door de gedupeerde
aangifte kon worden gedaan, is tegen de
Bloemendaler proces-verbaal wegens ver
duistering opgemaakt.
De 41-jarige IJmuidense nettenbreier
J. B. stond Donderdag voor de Haarlem
se rechtbank, omdat hii op 19 December
van het vorig jaar betrapt was bij het ver
voeren van aantal <^^1^ plaids. De
plaids waren bij een inklimming ontvreemd
door de 41-jarige IJmuidenaar G. L. en
deze had ze in het waterleidingterrein ver
stopt. Daarna had hij onder meer B. ge
vraagd of deze de plaids er vandaan wilde
helpen halen. B. had aan die wens voldaan
en was met een pak plaids door de politie
gesnapt. De vraag restte slechts of hij ze
uit winstbejag had vervoerd. Hijzelf be
toogde van niet, maar G. L. zeide, dat er
wel degelijk een aandeel van B. in de op
brengst was overeengekomen.
De officier van Justitie mr. dr. R. W. H.
Pitlo achtte heling bewezen en eiste gezien
de vonnissen, die B. reeds achter de rug
heeft, een gevangenisstraf van acht maan
den met aftrek.
De verdediger van de verdachte, mr. W
G. J. Veenhoven, verklaarde dat de om
standigheden en de houding van de ver
dachte het vermoeden sterkte, dat het ver
voer der plaids niet uit winstbejag ge
schiedde. Hij vestigde er voorts de aan
dacht op dat de verdachte na zijn vroegere
veroordeling juist op de goede weg was.
De rechtbank doet op 4 Mei uitspraak.
Koningin Juliana en prins Bemhard
hebben het voornemen de officiële plech
tigheid ter herdenking van tien jaar her
wonnen vrijheid, welke op 5 Mei, 's mid
dags van 17.39 tot 18.30 uur in de Nieuwe
Kerk te Amsterdam wordt gehouden, bij
te wonen.
De mogelijkheid bestaat, dat ook de oud
ste prinsessen hierbij aanwezig zullen zijn.