Poplin Japonnen
De muziek bond Bep Geuer
aan Parijs
I ABR. MEIJER I
De P.W.N. schilt uw aardappelen
Een lampekap
Het geding van de
gebroedersKrijnen contra
de heer Van Beuningen
ONZE TUIN- EN KAMERPLANTEN
DIT MAKEN WE ZELF
Effecten- en Bonus-uitkering en
v Geldmarkt J stockdividend
Dat leuke vlotte kapsel
MOLENDIJK voor ut
Vermeer- Van Meegeren
VRIJDAG 22 APRIL 1955
9
cle^Ürouw
In verband met het artikel van de vorige
week over bonus-aandelen valt nog wel iets
meer te zeggen. Wij hebben doen zien dat
dc aandeelhouder op het moment dat de
bonusuitkering plaats vindt, er niet beter
van wordt, omdat het nominaal bedrag aan
aandelen, dat hij na de uitkering bezit, theo
retisch dezelfde waarde heeft als het klei
nere nominale bedrag, dat hij voordien be
zat. Hij is tevoren echter geleidelijk beter
geworden toen er in het bedrijf winsten
werden behaald en deze bij de reserves wer
den gevoegd. Op grond hiervan meent de
fiscus dat de bonusaandelen tot de nomina
le waarde moeten worden belast.
Hoewel wij in het kader van onze belas
tingwetgeving de billijkheid daarvan in het
algemeen hebben erkend, dient er toch op
te worden gewezen dat zich vele gevallen
hebben voorgedaan, waarin belastinghef
fing van bonusaandelen onbillijk moet wor
den genoemd. Namelijk in die gevallen dat
de uitkering van een bonusaandeel niet is
geschied uit een reserve, welke uit de be
drijfswinst is ontstaan, maar die een ge
volg is van de herwaardering van de be
drijfsactiva in verband met de waardever
mindering van het geld. In dat geval is er
van winstuitkering geen sprake. De nomi
nale waarde van het kapitaal wordt dan
alleen in overeenstemming gebracht met de
gestegen geldswaarde van de activa en de
aandeelhouder wordt er dan op geen enkele
wijze beter van.
Men kan zeggen dat htf er toch beter
van wordt, omdat voortaan het primair di
vidend over een groter bedrag wordt uitge
keerd. Was dit 4 dan ontving hij voor
heen als primair dividend van een aandeel
van f 1000 f 40, voortaan ontvangt hij bij
een uitkering van 100 in aandelen f 80
primair dividend en zijn voorsprong op de
andere winstgerechtigden (tantièmisten)
wordt dus groter. Er zijn dan onderne
mingen, die bij de herkapitalisatie (omzet
ting van reserves in aandelen) het primair
dividend hebben verlaagd, hetgeen in de
meeste gevallen echter niet billijk is. Want
tevoren kregen aandeelhouders in de vorm
van het primaire dividend feitelijk minder
dan hun toekwam, althans in verhouding
tot de andere winstgerechtigden. Immers
was f 40 in reële zin als gevolg van de
waardevermindering van het geld, belang
rijk minder dan vroeger, toen de f 40 in vol
waardige guldens werd betaald. En daar
ook de winst van het bedrijf in verband
met de geld-ontwaarding, steeg, bleef er
een grotere overwinst (waarop ook de an
dere winstgerechtigden recht hebben) be
schikbaar. Hiervan kreeg ook de aandeel
houder weer zijn deel, maar alles aangeno
men. werd zijn winstverhouding tot de an
dere winstgerechtigden toch iets ongunsti
ger. Dat hij, door de ontvangst van een bo
nusaandeel en een groter bedrag aan pri
mair dividend, dus meer ontvangt dan voor
heen, is niet meer dan een correctie op de
geleidelijk ontstane waardevermindering
van zijn primair dividend.
Een andere vraag welke in dit verband
opkomt, is deze welke het verschil is tus
sen een bonusuitkering en een z.g. stock
dividend, d.i. een dividend dat in aandelen
wordt uitgekeerd.
Juridisch en fiscaal is er tussen deze bei
de feitelijk geen onderscheid. Een z.g.
stock-dividend (dividend in aandelen)
wordt doorgaans uitgekeerd als een onder
neming wel een flinke winst heeft behaald,
welke een uitkering toelaat, maar door gro
te kapitaalsinvesteringen of anderszins het
verstandiger acht de winst in het bedrijf te
laten en daardoor de liquiditeit te vergro
ten. Een stock-dividend wordt dus uitge
keerd ten laste van de winst, in het laatst
afgesloten boekjaar behaald, terwijl een bo
nusuitkering in aandelen ten laste van de
reserve geschiedt ten laste van de vroeger
gemaakte, maar gereserveerde winsten. In
beide gevallen wordt er niets aan het ver
mogen der onderneming onttrokken. De
uitkering van een stock-dividend is feitelijk
gelijk aan twee handelingen. Met de ene
hand geeft de onderneming aandeelhouders
een uitkering (dividend) in contanten, met
de andere hand neemt ze dit bedrag terug
en geeft er een aandeel voor in de plaats.
In zoverre staat de uitkering van een stock
dividend dus gelijk met een aandelenemissie.
Tenslotte moge nog iets worden opge
merkt over de claims, welke de laatste tijd
nog al eens voorkomen in verband met de
uitgifte van nieuw kapitaal. Dit is door
gaans alleen mogelijk als de aandelen bo
ven pari (meer dan hun nominale waarde)
noteren, laat ons zeggen 150 Nu kan de
onderneming tweeërlei doen. Ze kan nieu
we aandelen uitgeven tegen ongeveer de
beurskoers, dus c.a. 150 omdat het uiter
aard onbillijk tegenover de oude aandeel
houders is, nieuwe aandelen aan derden af
te geven tegen 100 als de waarde van
de oude aandelen 150 is. Zijn de oude
aandelen 150 waard en wordt er ook
ADVERTENTIE
maakt
Santpoorterplein 1 - Haarlem Tel. 19706
Buslijnen 3 en 4
voor de nieuwe 150 betaald, dan blijft
de waarde van de oude aandelen gelijk.
Dikwijls echter acht een onderneming het
niet nodig de reserves met een agio op nieu
we aandelen te verhogen en ze geeft deze
dan, ook al zijn de oude aandelen 150
waard, tegen pari (100 uit. Maar niet
aan derden, doch aan de oude aandeelhou
ders in verhouding tot het uitstaand kapi
taal. Heeft de onderneming een kapitaal
van f 1 millioen en geeft ze f i/2 millioen
nieuwe aandelen uit, dan is de verhouding
tussen het oude en het nieuw te ontvangen
kapitaal dus als 2 1, zodat de houder van
2 aandelen ad f 1000 recht heeft 1 nieuw
aandeel 100 te kopen. Doet hij dat, dan
had hg eerst 2 aandelen die 150 waard
waren, terwijl hij na inschrijving op f 1000
nieuw aandeel, 3 aandelen bezit, welke
f 3000 waard zijn plus de door hem betaal
de f 1000 ofwel f 4000, zodat de waarde van
1 aandeel zich dan stelt op f 4000 3
f 1333,33 ofwel 133 1/3 Nu kan hij zrjn
recht van inschrijving aan derden verko
pen, waarvoor - een dividendbewijs wordt
aangewezen dat claim wordt genoemd, dat
is dus het verschil tussen de waarde van
het aandeel voor en na de emissie, i.e. dus
16 2/3 Om een aandeel te verwerven
moet dus een derde twee claims aanko
pen welke hem samen 33 1/3 f 333,33
kosten, zodat het nieuwe aandeel waarvoor
hij 100 (f1000) moet betalen, hem op
133 1/3 f 1333,33) komt te staan, dat is
dus evenveel als de waarde van de oude
aandelen, nadat de nieuwe aandelen zijn
uitgegeven.
Daar de claim die door een oude aandeel
houder wordt verkocht, niet door de onder
neming maar door derden wordt betaald, is
ze, bij verkoop, vrtf van inkomstenbelasting.
ADVERTENTIE
GR. HOUTSTRAAT 16 - HAARLEM
Unieke collectie
S
naaMaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa
De rechtercommissaris te Zwolle heeft
het getuigenverhoor voortgezet in de zaak
van de heren P. en L. Krijnen, kunsthan
delaren te Utrecht tegen de heer D. G. van
Beuningen te Vierhouten. Zoals bekend is,
hebben de heren K. een vordering op de
heer Van Beuningen voor onderzoekingen
die zij hebben verricht naar de echtheid
van het schilderij „Het Laatste Avond
maal", dat in bezit is van de heer Van
Beuningen. Het gaat om te onderzoeken
wie dit schilderij heeft gemaakt: Vermeer
of Van Meegeren. De vordering van de
gebroeders Krijnen bedraagt 300.000 gul
den, een bedrag dat volgens de heer Van
Beuningen veel te hoog is. In December
1954 werd deze zaak door de Zwolse recht
bank voor getuigenverhoor terug verwe
zen naar de rechtercommissaris. Deze
hoorde op 3 Maart jJ. reeds twee getui
gen.
Donderdag werd gehoord de heer J. M.
van Gooi, accountant van de gebroeders
Krijnen. Met hem nam de rechtercommis
saris de boeken van diens cliënten door.
Het bleek dat van een bepaalde onkosten
post gróót 56.000 gulden slechts 25.000
gulden in de boeken verantwoord is. Dat
komt, zeggen de heren Krijnen, omdat
kunstkenner de heer Lagrand in Brussel
en een geldschieter te Parijs nog respec
tievelijk 10.000 en 19.000 gulden moeten
hebben voor hun bemoeiingen. Een bedrag
van 6000 gulden bleken de heren Krijnen
bereid van 56.000 te schrappen, aangezien
ze erkenden dat de heer Van Beuningen
hun dit als voorschot had gegeven in 1949
voor hun tweede reis naar Frankrijk. Ook
dit bedrag was niet in de boeken te vin
den.
De heer Van Beuningen bevestigde dat
hem een half millioen dollar is geboden
voor het organiseren van een tentoonstel
ling in de Verenigde Staten van alle schil
derijen die in het geding zijn. Tevens ver
klaarde hij de gebroeders Krijnen opdracht
gegeven te hebben een reis naar Canada
te maken, aangezien zich daar iemand uit
Amsterdam zou bevinden die het tweede
„Avondmaal" geschilderd zou hebben. Dit
schilderij heeft men indertijd in de villa
van Han van Meegeren te Nice gevonden.
Iberis umbéllata.
(Foto Turkenburg).
Nu de eenvoudige strakke lampekap
in de mode is, hoeven we maar over een
klein beetje handigheid te beschikken
om het overtrekken tot een goed eind
te brengen.
We gaan eens kijken wat we allemaal
nodig hebben: allereerst een vorm;
mocht de oude nog goed zijn, dan-ge
bruiken we die, stangetjes die los ge
gaan zijn laten we eerst solderen. Deze
vormen zijn ook kant en klaar te koop;
neem dan wel de maat van de oude
vorm mee, want de verhouding van kap
en voet is bij een lamp heel belangrijk.
Voorts kopen we een klein potje witte
ve'rf, daar gaan we het karkas een
kwastje mee geven. Dat heeft veel voor
delen: ten eerste schijnen de staande
spijlen dan wit door en hoeven ze dus
niet met band omwoeld, ten tweede
hoeft u de kap volgend jaar niet weer te
vernieuwen, als hij vuil is stopt u hem
in een lauw sopje en laat hem drogen
zonder de kans te lopen dat het metaal
vlekken op het overtrek maakt.
De onder- en bovenkant van de kap
moeten wel omwoeld met dun band. U
heeft ongeveer drie maal de omtrek van
de cirkels nodig. Het omwoelen moet
zo strak mogelijk geschieden, men mag
het band niet meer kunnen verschuiven.
Voor de voering kopen we mivl of
dunne zijde, eenmaal de hoogte met
naad, als de omtrek van de kap niet
meer is dan de breedte van de stof, an
ders hebben we tweemaal de hoogte
nodig. De voering wordt als volgt aan
de vorm genaaid: de vorm met de grote
cirkel naar boven neer zetten, een in-
slagje in de voering vouwen (niet te
breed met het oog op het doorschijnen),
de voering tegen de buitenkant van de
vorm leggen en aan de grote cirkel vast-
zomen aan de voorkant. Begin en eind
van de lap een klein eindje over elkaar
laten vallen. (Naden worden bij lampe-
kappen nooit gestikt, maar blijven los.)
Nu slaan we de voering naar binnen,
trekken hem goed glad, verdelen de
ruimte in gelijke plooitjes en naaien
deze netjes vast. Bij de spijlen moet de
voering ingeknipt worden.
Voor de buitenkant kopen we speciale
lampekappen-stof, deze schijnt mooi
door en als er een patroon in zit komt
dat juist met plooien goed tot z'n recht.
We hebben iets meer nodig dan van de
voering, we zetten het n.l. iets royaler
aan en hebben bovendien een schuine
bies nodig om de bovenkant mee af te
werken.
We naaien de onderkant op dezelfde
manier aan als we de voering deden,
alleen geven we iets stof toe, zodat de
stof niet helemaal glad zit, ook zorgen
we er voor, dat de stof over de voering
valt. De stof naar buiten slaan, even
eens in plooitjes verdelen en deze weer
vastnaaien. Aan de bovenkant van onze
kap zit nu een rommelige rafelkant, die
gaan we met de schuine bies van onge
veer 2 cm breed afwerken. De bies
naaien we aan de binnenzijde van de
bovenkant, dus aan de voering vast, zo
dat hij onderaan de metalen cirkel valt.
Nu knippen we de rafels heel kort af en
slaan de bies naar de goede kant. Hij
moet maar een halve centimeter op de
goede kant te zien zijn als hij klaar is,
we kijken daarom even als we er een
inslagje afnemen of dat klopt. Dat in-
slagje vouwen we er scherp in en naaien
de bies met een rijgsteek vast: een heel
kleine steekje op de goede kant en een
lange steek tussen de stof, zodat het
lijkt als of hij helemaal niet genaaid is.
L. C. B.
Iedereen ziet er graag wel
verzorgd uit. Daarom wordt
Brylcreem door meer man
nen gebruikt dan enige
andere hairdressing ter
wereld. Neem de proef en
zie zelf hoe prachtig glan
zend en hoe keurig „in
vorm" Uw haar de hele
dag blijft. Masseer elke
dag met Brylcreem -
de heilzame bestand
delen houden Uw
hoofdhuid fris en vrU
van roos.Geendroog,
stug haar meer!
's werelds meest
County Laboratoria» Ltd., 8tanmore, England
verkochte hairdressing
Jacq. Mot N.V., Amsterdam
WE VINDEN HAAR in haar grote,
lichte atelier in de Rue Huygnens,
het hartje van de Montparnasse: Bep
Geuer, de vrouw, die dertig jaar ge
leden voor een verblijf van veertien
dagen naar Parijs ging en er nu nog
steeds woont. Ze is een levendige
vrouw met grijzend haar en een on
blusbaar enthousiasme, als ze praat
over haar geliefde werk, de muziek.
Hoewel ze onz moedertaal allerminst
vergeten is, ontvallen haar tijdens
haar gloeiend betoog voortdurend
Franse uitdrukikngen.
Voor haar vertrek naar Frankrijk
woonde Bep Geuer tien jaar in Haar
lem. Velen kennen haar nog, want ze
komt, zo vaak de omstandigheden
dat veroorloven, terug of vrienden en
kennissen in intieme kring van haar
pianospel te laten genieten, en lezin
gen te houden over Franse muziek.
Toen ze voor dertig jaar de Parijse
lucht opsnoof, wist ze nog niet direct,
dat ze er zich blijvend zou vestigen,
maar zoals dat al bij zovele artistieke
naturen het geval is geweest, had de
Franse hoofdstad haar onmiddellijk in
zijn greep. Na die eerste paar weken
stond onomstotelijk voor haar vast, dat
ze hier wilde wonen en werken. Zelfs
in de twintiger jaren was dat echter niet
zo eenvoudig als het lijkt.
Zittend in een hoek van haar atelier,
waar een brede streep zonlicht zijn weg
zoekt over de vleugel en de boeken op
de planken, en langs de aquarellen aan
de wand, vertelt Bep Geuer over die
eerste moeilijke tijd. Hoe zij leefde van
een-paar bouillonblokjes en een stukje
brood op een ander, heel klein, atelier
in Montparnasse. Ze was toen de koning
te rijk met haar eerste leerling.
Haar einddiploma conservatorium was
de basis, waarop ze een bestaan op
bouwde. Na heel wat vijven en zessen
lukte het haar eindelijk haar vleugel
uit Nederland naar Frankrijk over te
brengen. Daar zij ook onderwijzeres
was, kreeg zij via het Nederlands con
sulaat de opdracht Nederlandse taal
lessen te geven aan de kinderen van in
Frankrijk geaccrediteerde diplomaten.
„Ik heb hier het milieu gevonden,
waar iedereen zich interesseert voor
wat je doet," zegt Bep Geuer. Talrijke
Franse artisten boden haar hun hulp
aan. Nadia Boulanger en Charles
Koechlin gaven haar belangeloos les in
compositieleer en orchestratie, terwijl
ook Marcel Delannoy haar met raad en
daad bijstond.
DAT WAS DE GOEDE, VOOROOR
LOGSE TIJD in Parijs, toen er nog
schilders waren, die op een bijna mira-
kuleuze manier van enkele francs kon
den leven. De nachten brachten zij op
één kop koffie door in Le Dóme, waar
ze, geleund op het tafeltje, sliepen.
Overdag werkten ze dan op het atelier
van een vriend, die in betere doen ver
keerde.
Bep Geuer ging zich hoe langer hoe
meer op componeren toeleggen. Thans
heeft ze ongeveer zestig werken op haar
naam staan, voor het grootste deel
kamermuziek, maar ook heeft ze wel
orkestcomposities en kinderwerkjes ge
schreven. Door haar regelmatige mede
werking aan de Franse radio toen de
Section Néerlandaise nog bestond
kreeg ze een grotere bekendheid. Ook
enkele van haar eigen werken zijn uit
gezonden. Haar laatste compositie is een
reeks van vier pianosuites waarvan- de
laatste: „la cathédrale imaginaire" gaat
heten.
Al die jaren door is het haar gelukt
zich in Parijs als kunstenares een be
staan te verschaffen. Maar Franse
schoolkinderen hebben een lange vacan-
tie en in die tijd gaan de lesgelden niet
door. In die perioden van drie maanden
in de zomer komt zij dan naar Neder
land voor haar tournée. Daarbij vergeet
?e, zoals gezegd, nooit Haarlem, waar
ze zo lang heeft gewoond.
Voor de oorlog heeft ze ook jarenlang
kinderen uit de banlieu van Parijs bal
letlessen gegeven op haar eigen muziek.
„Ik begon er op een goede dag spontaan
mee, eigenlijk meer omdat ik zo graag
iets met de jeugd wilde doen. Het ging
erg aardig. Ik pikte zo maar spelende
kinderen van de straat, nam een groep
je mee naar het atelier en probeerde ze
zich vrij en soepel te leren bewegen."
HET ENTHOUSIASME VAN DE
PARIJSE STRAATJEUGD was zo groot,
Het kweken van eenjarige zomer
bloemen in eigen tuin is een prettig
werkje; het is weinig kostbaar en men
kan er veel bloemen van verwachten.
Het aantal soorten dat men in eigen
tuin kan kweken is legio; Iberis umbél
lata of scheefbloem is er een mooi voor
beeld van. Een alleraardigst snij-
bloempje waarvan men veel plezier zal
hebben en dat alleen maar een zonnig
plekje verlangt. U kunt verschillende
kleuren bestellen' de witbloemige zal
echter wel het best voldoen. Ze laten
zich niet zo gemakkelijk verplanten en
daarom kan men maar beter direct ter
plaatse zaaien. Zoek voor hem dus een
leeg plekje op de voorgrond in uw
border en strooi daar het zaad uit dat
vooral niet te diep in de grond gestopt
moet worden; wanneer het zaad juist
onder de oppervlakte zit is dat al meer
dan voldoende.
Iberis verlangt wel een voedzame
grond en het is nuttig als er wat oude
mest onder gespit wordt; bij gebrek
hieraan kan men ook gebruik maken
van de bekende tuin- en gazonmest.
Iberis umbéllata is maar een eenvoudig
bloempje en toch zal het in uw tuin
best voldoen. G. KROMDIJK
ADVERTENTIE
Mannen die
„gezien" zijn
prefereren
BRYLCREEM
dat ze later zelfs met haar groep naar
buiten durfde op te treden. Dat gebeur
de in kleine theaters. De acteur Char
les Dullin werd bij het zien van zo'n
voorstelling zo gegrepen, dat hij spon
taan het Théatre de l'Atelier op Mont-
martre ter beschikking stelde en haar
werk in wijde kring propageerde. Door
het uitbreken van de wereldoorlog
kwam er helaas een einde aan het op
treden van dit kindertheater, dat zij
later samen met Charles Dullin organi
seerde.
Bep Geuer leert haar muziekleerlin-
gen eerst de klanken, voordat ze hen
wegwijs maakt in het notenschrift. Zo
ontwikkelt ze hun scheppend vermogen.
Als zo'n kind dan een mooie klank of
een accoord ontdekt, raakt het zelf in
geestdrift en dan leert ze het opschrij
ven wat ze zelf hebben gecreëerd.
Uiteraard zijn het in de regel al muzi
kale kinderen, die haar lessen volgen.
„II y a un bon Dieu pour les artistes,"
zegt Bep Geuer, als ik haar vraag of ze
het soms niet erg moeilijk heeft gehad.
„Ik ben er altijd nog gekomen en stel
geen hoge eisen aan het leven."
En het leven is hier mooi temidden
van goede vrienden. De onderlinge
hulpvaardigheid is treffend. „Toen ik
hier vijftien jaar geleden introk, hebben
ze me allemaal geholpen. Een Poolse
Bep Geuer in haar studio
vriend beschilderde deze kastjes." Ik
zie ze staan, eenvoudige, houten meube
len, maar door de decoratieve beschil
dering iets heel bijzonders. In prachtige
kleuren staan op deurtjes en zijkanten
taferelen die doelen op haar leven: een
vrouw achter de vleugel, de muze van
de muziek, zwevende kinderkopjes. Aan
de wanden hangen schilderijen en aqua
rellen van vrienden. Er staat een
enorme potkachel en een gordijn in een
hoek onttrekt een primitief keukentje
aan het oog.
De hele ruimte ademt sfeer en maakt,
dat je je meteen thuisvoelt. Dat hebben
al honderden, Fransen en Nederlanders
ervaren, als zij haar gasten waren.
Iedere Zaterdagavond houdt ze een
„circle frangais-hollandais" en dan is er
een bont gezelschap in haar atelier dij-
een. Men treft er dan ook wel Russen,
Armeniërs of Joegoslaven. Iedereen
levert een bijdrage voor de gezelligheid:
een schilder toont zijn laatste werk, een
Frangaise zingt een chanson, waarvan
de woorden van een aanwezige dichter
en de muziek van iemand anders is.
Men spreekt over litteratuur en kunst
en men geniet van de muziek èn van de
heel speciale sfeer, die deze onder
nemende, kleine vrouw weet te
scheppen. TINEKE RAAT
Straks zit u weer met de moeilijkheid.
Er is een overvloed aan fruit, tuinboon-
tjes en doperwten en u kunt ze niet in
maken, omdat u geen stoomketel bezit.
Heel jammer, want in de volgende lang
durige winter zou juist voor u en uw
gezin niets zo heerlijk kunnen zijn dan
de boontjes en de aardbeien die u zelf
met eigen hand hebt geweckt. Geen
nood. Zelfs voor stoomketel-loze vrou
wen is er een ongekende mogelijkheid
uitgevonden. Men kan steriliseren zon
der ketel. Er bestaat namelijk een
stoom-apparaat dat met een metalen
spiraalslang op
iedere fluit- en
tuitketel kan wor
den aangesloten.
Op een aanhan
gende thermometer
wordt de tempe
ratuur afgelezen.
Het inmaken gaat
nu als volgt. De
groente (of het
fruit) wordt nor
maal gekookt. In
tussen wordt het stoomapparaat op een
ketel kokend water aangesloten tot de
thermometer een temperatuur van hon
derd graden aanwijst. De eerste weck-
pot wordt met de kokende stoom van
het apparaat uitgestoomd, daarna ge
vuld met de warme groente. Dan wordt
de pot opgewarmd met de hete stoom
tot honderd graden. De deksel wordt er
opgelegd en na enige ogenblikken al
blijkt dat de pot hermetisch gesloten is.
Intussen wordt de tweede pot uitge
stoomd, met warme groente gevuld,
enzovoort.
Dat aardappelen geschild kunnen
worden door alleen maar de waterkraan
open te draaien weet ook nog niet iedere
huisvrouw. Een bijzonder geconstrueer
de plastic bak wordt in de gootsteen
gezet met de te schillen aardappelen.
De bak is aan de binnenkant geruwd.
De rubberslang aan de waterkraan be
vestigen en dan het kraantje open
draaien. Door de waterdruk zuigt de bak
zich in de gootsteen vast en schuren de
aardappelen middelpuntvliedend langs
de ruwe kant tot zij hun bruine schil
kwijt zijn. Dan kan de kraan weer dicht.
Peertjes en appelen laten zich met even
veel plezier op deze eenvoudige manier
reinigen. Deze aardappelschilbak stond
op de Jaarbeurs en zal ongetwijfeld in
de Haarlemse huishoudelijke zaken zijn
gearriveerd.
Sinaasappels schillen zonder kleverige
vochtige vingers te krijgen blijft een
moeilijk werk. Wie het eens op andere
wijze wil proberen, gebruike de sinaas
appelpeller. Hij heeft een lange prik-
punt en een rond gebogen tandje. De
scherpe punt dient om in de schil enige
voorzichtige groeven te maken, het
ronde tandje om de vrucht van zijn
schil te ontdoen.
Bos- en heidebrand behoeft voortaan
niet meer de schuld te zijn van verwoede
pijprokers. Volgens een onzer sigaren
winkeliers kan men bos- en heidebrand
voorkomen door een speciale pijp bij
hem te kopen, waaruit geen vonkjes
kunnen springen. Niet alleen is de pij-
pekop wat naar binnen gebogen, maar
hij heeft ook een „dekseltje" met gaten.
Hij ziet er heel veilig uit. Of zo'n ding
prettig rookt, kan ik niet beoordelen!!
ANNEKE
Een „strapless" cocktail
jurk van wit moiré met
een gebaleineerd mid
denstuk. Het jasje en de
mof maken er een meer
gekleed geheel van.