Principiële rede van prof. mr. Oud ter opening van VVD-congres in Haarlem met mell k meer mans! Liberalisatie van Belgische landbouwpolitiek gewenst ®z RDTERDGN del HO RR SNEL EN ZEKER Verkwikkende tentoonstelling door drie beeldhouwsters Het liberalisme groeit met zijn tijd mee Na crematiedebat ook in geestelijk opzicht scheiding met Partij v. d. Arbeid Belgische stem op VVD-congres Nederlands jurist bij verdedigers van Roemenen j Suede Golf jackets ƒ145. Benelux-commissie voor de middenstand Minister Donker opende Van der Hoeven-kliniek te Utrecht ZATERDAG 23 APRIL 1955 3 Omroepbeleid en Mandement Economische en sociale politiek Oud en jong Buitenland Sappig commentaar op de schoolstrijd Hoge A utoriteit voor de Benelux Bosbranden bij Putte pijn met Kerkelijk Nieuws 99 99 „De liberalen staan in de Kamer bij herhaling alleen. Wij stonden alleen bij de behandeling van de Zondagswet. Wij stonden alleen bij de crematie. Wij onder vinden bitter weinig steun bij ons opkomen voor de openbare school. Ook hier is het vroegere enthousiasme in de socialistische kring verflauwd. De doorbraak veroorlooft het ook hier niet krachtig stelling te nemen. Zeker, de communisten staan nu en dan naast ons, doch dat kan ons weinig troost geven. Zij vragen de vrijheid daar, waar zij minderheid zijn, doch draaien haar, als zij het voor het zeggen hebben, de nek om. Wij hebben daarom tegenover de communisten doorlopend op onze hoede te zijn, maar dit rechtvaardigt nog niet hen onder een uitzonderingsregiem te plaatsen, dat in strijd is met het wezen der democratie en dat daarom alleen geoorloofd is, wanneer de veiligheid van de Staat het vordert. Vandaar, dat wij in de Kamer wel hebben willen medewerken om de communisten te weren uit de commissies voor buitenlandse zaken en defensie, doch geweigerd hebben hetzelfde te doen bij de instelling der commissie voor de watersnood. Ik heb met voldoening gezien, dat onze Amsterdamse raadsleden hetzelfde principiële stand punt hebbeir ingenomen toen zij.niet wilden meedoen aan een uitsluiting der communisten uit alle raadscommissies". Aldus een passage uit het brede overzicht van de binnen- en buitenlandse poli tieke situatie dat Vrijdagavond door de voorzitter van de Volkspartij voor Vrij heid en Democratie, professor mr. P. J. Oud, in het Haarlemse Concertgebouw werd gegeven ter gelegenheid van de jaarvergadering van de V.V.D. welke in Haarlem wordt gehouden en die door meer dan duizend liberalen uit het gehele land en vele vertegenwoordigers van geestverwante groeperingen in het buiten land wordt bijgewoond. Prof. Oud wijdde veel aandacht aan het probleem van de bestrijding van het com munisme, waarbij hij zich een tegenstander toonde van hun uitsluiting uit de vertegen woordigende lichamen. „Die maatregel zou wel eens volkomen averechts kunnen werken. Juist het op treden der communisten in onze openbare lichamen heeft geleid tot een voortdurende teruggang van hun stemmenaantal. En men loopt alle kans, dat men door het treffen van uitzonderingsmaatregelen hun juist de wind in de zeilen gaat blazen. Wie denkt, dat hij wonder wat bereikt, als hij de com munisten uit het openbare leven heeft ver dreven, gedraagt zich als de struisvogel, die gelooft, dat het gevaar er niet meer is, als hij het niet meer ziet." Dit „alleen staan" in het principieel liberale verzet, dat naar professor Oud zeide, zeker geen reden voor ontmoediging behoefde te zijn, omdat „in ons isolement onze kracht ligt," was naar sprekers oor deel het scherpst tot uiting gekomen bij het debat over de crematiewet. Stonden bij de gedachtenwisseling over het mandement de Partij van de Arbeid en de WD nog zij aan zij, bij de discussie over de crematie werd „op ontstellende wijze aan de dag gebracht, hoe grote ge varen de doorbraak voor de geestelijke vrijheid met zich brengt," aldus spreker. „De vooroorlogse SDAP was in geeste lijke zin liberaal. Er was, wanneer het om geestelijke vragen ging, een aaneengesloten linkerzijde. Die tijd is voorbij. De Partij van de Arbeid zoekt het, terwille van haar aanhang in het Rooms-Katholieke en het Protestants-Christelijke kamp, ook op het terrein van de vrijheid des geestes in het compromis." „De heer Burger heeft in de Tweede Kamer de houding van zijn fractie geroemd als het toppunt van verdraagzaamheid. Hij draaide daarbij de rollen volkomen om. Niet de tegenstanders van gelijk recht op het stuk van begraven en cremeren waren de onverdraagzamen, maar de voorstan ders. Die voorstanders, zo heette het, ergerden de tegenstanders. Dat die voor standers zich geërgerd konden gevoelen, doordat de tegenstanders hun gelijkheid van recht weigerden, kwam niet bij de heer Burger op. Domela Nieuwenhuis en Troelstra zijn in het oog van de heer Bur ger de onverdraagzamen. Want er is niet de minste twijfel aan, dat zij tienduizenden hebben geërgerd," zo zei professor Oud in het laatste gedeelte van zijn rede, dat in hoofdzaak was gewijd aan het vraagstuk van het behoud van de geestelijke vrijheid. Op het beginsel van die vrijheid, die een Erasmus had doen geloven in een warm, sociaal gevoel, in een geest van vredelie vende welwillendheid en verdraagzaamheid en een Willem de Zwijger had doen uitzien buiten de beperkingen van de godsdienst haat, wenst de WD de nationale gemeen schap op te bouwen, een gemeenschap van eenheid in verscheidenheid. Dat was de liberale gedachte geweest in de school strijd, zij geldt nu nog voor het radio- vraagstuk. „Ook daar gaat ons verlangen naar een oplossing van eenheid in verscheidenheid. De algemene omroep, die wij beogen, wil aan alle richtingen recht doen wedervaren. Waarom, zo vraag ik mij af, zijn de andere partijen daar zo bang voor? Zij kunnen toch moeilijk vrezen, dat wij met onze in verhouding tot de omvang der andere richtingen maar kleine groep de lakens zullen kunnen gaan uitdelen? Hier kan ik niet anders zien dan een uiting van de vrees de eigen aanhangers in aanraking te zien komen met de denkbeelden van andersdenkenden. Waarom, zo vraag ik mij af. zijn de anderen zo bang voor aanraking met onze beginselen, terwijl wij die met de hunne geenszins schuwen? Het is dezelfde vrees, die de bisschoppen tot hun mandement heeft gebracht. Ik heb terstond, nadat het mandement verschenen was, het standpunt ingenomen, dat deze zaak ons als liberalen niet koud mocht laten.. Het speelde daarbij voor mij niet de minste rol, dat het mandement in het bij zonder de Partij van de Arbeid zou moeten treffen Het ging mij alleen om de zeer principiële vraag der vrijheid. Daardoor is ons het beschamende figuur bespaard ge bleven van de Protestantse partijen der rechterzijde, die een beginsel, dat ook bij uitstek een Protestants beginsel mag wor den genoemd, in de steek lieten. Dat die houding ook in hun eigen kring niet alge meen is gewaardeerd, is duidelijk genoeg aan de dag getreden," zo vervolgde de liberale partijvoorzitter. Ook de binnenlandse financiële, econo mische en sociale problemen wilde profes sor Oud in het licht van een geestelijke achtergrond zien. heer Oud weinig bewondering. Een van de voornaamste voorwaarden voor een duur zame West-Europese eenheid acht hij een behoorlijke economische grondslag. De hervorming der West-Europese Urtie wil hij niet in de eerste plaats militair en niet alleen economisch, maar vooral cultureel zien. Resultaat van een gesprek met de Russen verwacht hij pas als het Westen zo sterk zal zijn als het kan en voor alles één is. De teleurstelling van de WD over de breuk met Indonesië is nog steeds diep. Het met de West gevormde „koninkrijk nieuwe stijl" zouden de liberalen gaarne groter hebben gezien. Daarbij beschaamt het ons het meest, dat Nederland niet in staat is gebleken aan de bevolkingsgroepen van Indonesië de vrijheden en de rechten te verzekeren, die een der grondvoorwaarden van de nieuwe rechtsorde zouden moeten zijn. Het woord Ambon noemen is voldoende om in volle klaarheid voor ogen te stellen, hoe zeer de nieuwe rechtsorde hier te kort geschoten is. Het blijft Nederlands plicht om deze rechtvaardige zaak te steunen. ADVERTENTIE Prof. mr. Oud besloot zijn grote rede met er zijn voldoening over uit te spreken, dat het liberalisme veel weerklank vindt bij jongeren. De grote zorg van de liberale jongeren is, dat met het klimmen der jaren de hervormingsgezindheid daalt. Een goed contact tussen oud en jong kan dit gevaar bezweren. De ouderen zullen er wel eens naast zijn, De voorzitter van de V.V.D., prof. mr. P. J. Oud, werd door de fotograaf „geschoten" tijdens een ongedwongen kout met de vertegenwoordigers vati' de Belgische zuster organisaties, de heren W. de Clercq (links), adjunct-secretaris-generaal van de Belgische liberale partij en P. Lenain (rechts), adjunct-secretaris van het liberaal Vlaams Verbond. Tussen hen in luistert mevrouw mr. J. M. Stoffels-Van Haaften, lid van de Provinciale Staten van Noordholland, belangstellend toe. Overheidsingrijpen is in het tegenwoor dig maatschappelijk bestel daarvoor on misbaar en wordt dan ook van liberale kant allerminst afgewezen. Maar een over heid, die zich beijvert, waar mogelijk de ontwikkeling van zelfstandige kracht te bevorderen, is een andere dan een over heid, die wil optreden als een alverzorg- ster, die iedere verantwoordelijkheid van de individuële schouders afneemt. Hier ligt het verschil tussen socialist en liberaal, vond spreker. Daarom is het belas tingprobleem allerminst een zaak, die alleen voor bezitters van grote inkomens van belang is. Een te zware belastingdruk bedreigt allen. Hij zet een domper op ieders particuliere werkzaamheid. Bij de laatste loonronde werd vooropgesteld, de laatste loonronde werd vooropgesteld, dat ook aan de arbeiders een aandeel toe kwam in de vermeerderde welvaart. Het zou een grove onrechtvaardigheid zijn dit te ontkennen, maar het is even onrecht vaardig zich hier tbt de arbeiders te be perken. Er moet rechtvaardigheid zijn in de verdeling over geheel het volk. Het is onze grote grief, dat die rechtvaardigheid niet tegenover alle groepen is betracht. Onder de groepen tegenover welke de betrachting der rechtvaarigheid volkomen heeft ontbroken, nemen de huiseigenaren een eerste plaats in. Kon nu van deze politiek nog worden getuigd, dat zij heeft geleid tot de oplos sing van het brandende woningvraagstuk, dan was er aan dit beleid ten minste nog een lichtzijde. Zo echter het règerings- beleid op één punt volkomen heeft ge faald, dan is het op dat van de volkshuis vesting. Zonder enige overdrijving mag worden gezegd, dat het overheidsingrijpen op dit terrein tot een volkomen misluk king heeft geleid. Tegenover dit alles voe ren wij de strijd van een dynamisch libe ralisme, zo stelde prof. Oud, die meende, dat het echte liberalisme meegroeit met de tijd, een stelling welke reeds door een Adam Smith en een Van Houten werd onderkend. „Wat Smith ook niet heeft kunnen voor zien, was, dat de ongebreidelde concurren tie zou leiden tot misstanden op sociaal terrein, die onverenigbaar waren met de eisen der menselijke waardigheid. Hier moest verbetering worden gezocht door het ontwikkelen van nieuwe organisatievormen in de vrije maatschappij, waar het kon, door het rechtstreeks aanwenden van over heidsmacht, waar het moest. Onze over tuiging, dat vrije organisatievormen, waar zij de oplossing kunnen brengen, de voor- keurverdienen boven het ambtelijk ingrij pen van de overheid, heeft ook onze hou ding te bepalen tegenover het vraagstuk der bedrijfsorganisatie. Niet in een nega tief verzet daartegen schuilt liberalisme, doch in het streven in de nieuwe organisa tievormen van onze tijd, het ware van het valse te onderscheiden". Professor Oud was zijn rede begonnen met een uiteenzetting over de buitenlandse politiek, waarin het probleem-Duitsland en de verhouding tot de Sovjet-Unie cen traal gesteld waren. Wie uit het optreden van het lationaal-socialisme niet heeft geleerd, is veroordeeld het bolsjewisme te ondergaan, zo merkte hij op. Voor de poli tiek der Westduitse socialisten koestert de maar dit kan de jongeren ook overkomen. Zo waren er onder hen die er naar prof. Ouds mening bepaald naast waren, toen zij ook voor de VVD de oprichting van rooms-katholieke, protestantse en huma nistische werkgemeenschappen gingen be pleiten. Professor Oud stelde vast, dat de een heid in eigen kring nooit zo groot is ge weest als thans en riep zijn aanhangers op enthousiasme te wekken door de be- ginselvragen steeds voorop te stellen. Na de rede van prof. Oud, die op vele plaatsen door tekenen van instemming uit het gehoor was onderbroken, bracht de vergadering de grijze partijvoorzitter staande een hartelijke ovatie. Vervolgens werd een telegram van trouw en aanhankelijkheid verzonden aan de Koningin, welk besluit werd bekrach tigd met het zingen van het volkslied. Ook de zieke partijsecretaris Rutgers werd met een telegram bedacht. Cr A X iiPil Publico)» Noderlondt Zuivalbureou'i Grovenhoae 11 „De huidige liberaal-socialistische re gering van België heeft van haar voor gangster een angstwekkende nalatenschap geërfd. Door een reeks van kunstgrepen heeft de regering van de Christelijke Volkspartij voor haar verkiezingsneder laag van 11 April 1954 een désastreuze financiële situatie geschapen, heimelijk lachende bij de gedachte hoe de nieuwe regering zich daaruit zou moeten redden. Nooit hebben de Belgische rijksmiddelen zo'n noodtoestand gekend, nimmer heeft een regering blijk gegeven van zo'n grote zorgeloosheid." Aldus heeft de afgevaardigde van de Belgische liberale partij, de adjunct-secre taris-generaal W. de Clerq, Vrijdagavond in een sappig betoog voor het VVD-con gres in Haarlem verklaard. De heer De Clercq wees erop, dat tot 1950 in België vrede had geheerst ten aan zien van het delicate vraagstuk van het confessioneel onderwijs, omdat de parle mentaire meerderheden altijd uitgingen van de gedachte, dat zij ook weer een minderheid konden worden. Hadden de liberalen de subsidies aan de Katholieke vrije scholen aanvaard, zo hielden de Katholieken die subsidies weer binnen de perken: Na 1950 werd dat anders. De liberale 'en socialistische minderheid heeft de CVP bij herhaling gewaarschuwd, dat de uitgavenlawine ten bate van het Katho liek onderwijs voor haar niet te aanvaar den zou zijn en dat zij zich verplicht zou zien het evenwicht te herstellen. Dat mo ment is nu aangebroken, waarop de Katho lieke leiders, daarin door de geestelijkheid gesteund, de strijd op straat zijn gaan brengen. Nu kan het voorkomen, dat de vertegenwoordigers van de Belgische re gering op straat door een troep school kinderen worden uitgejouwd, aldus de monstrerende hoe de CVP het begrip tolerantie opvat. Op initiatief van een uit liberalen en socialisten bestaande parle mentaire contactcommissie is het wets ontwerp ontdaan van alle elementen, welke door de CVP als een bedreiging van het vrije Katholieke onderwijs zouden kunnen worden opgevat. Er zijn echter vier punten waarop geen compromis met de liberalen mogelijk zal zijn: de staat heeft het recht en de plicht tot de stichting en instandhouding van scholen, waarheen ook niet-Katholieken hun kinderen kunnen sturen; de subsidies moeten beperkt worden gezien 's lands financiële toestand, de betrekkingen moe ten in het openbaar onderwijs ook voor aanhangers van het openbaar onderwijs in verhouding tot het aanbod blijven open staan en politieke activiteit moet in open bare en door de staat gesubsidieerde scho len achterwege blijven. Tenslotte nog dient het technisch onderwijs gerationaliseerd te worden, hetgeen wel nodig blijkt nu door de dreigende intrekking der subsidies reeds vijftig tot zestig van diè scholen „gesloten" zijn, zonder dat dit het onderwijs schade berokkent. Die scholen bestonden blijkbaar alleen op papier om op die wijze overheids gelden binnen te slepen, welke ver volgens voor andere doeleinden ge bruikt zijn, aldus de heer De Clercq. Ten aanzien van de samenwerking in Beneluxverband heeft de heer De Clercq een zeer positief geluid doen horen. Zóals de Nederlandse regering zich twee jaar geleden heeft aangepast bij de Belgische wensen toen de Belgische markt door Ne derlandse producten overstroomd dreigde te worden, zo zal' de Belgische regering straks tegemoet moeten komen aan Ne derlandse verlangens nu een omgekeerde situatie is ontstaan. Aangaande de landbouwpolitiek is de huidige Belgische regering zeker bereid tot een geleidelijke liberalisatie. Daarover zul len binnenkort besprekingen worden ge voerd, opdat men kan komen tot de vrij making van een aantal producten. Men zal in de Belgische landbouw naar soepeler methoden moeten komen, onder meer door de instelling van een egalisatiefonds. Tevens wrees de heer De Clercq op de noodzaak van een coördinatie van de in vesteringen in beide landen: beider in dustrieel vermogen moet niet concurrerend maar aanvullend werken. Spreker betreur de het, dat de Benelux een Hoge Autoriteit met bindende bevoegdheden, zoals de Ko len- en Staalgemeenschap, ontbeert. Spreker besloot met te zeggen, dat de Benelux een eerste stap betekent op de weg naar de Europese integratie, welke hij van harte voorstaat. Daarnevens riep hij de liberalen uit alle landen op tot een gezamenlijke strijd tegen elk totalirisme. Ook deze geestdriftige redevoering werd door het congres met krachtig applaus ontvangen. Voor de vierde keer in één week heeft een bosbrand gewoed in de gemeente Put te (B.), op 200 meter afstand van de Belgisch-Nederlandse grens. Na twee uur hard werken door de brandweren van Ka- pelle en Kalmthout was men het vuur meester. Zestien hectare bos en heide gin gen in vlammen op. Dezelfde middag brak 400 meter ten Zuiden van de grens brand uit. Hierbij werden 6 hectare heide en 5 hectare naaldhout door het vuur vernield. ADVERTENTIE De kunsthandel Plaats te 's-Gravenhage exposeert sinds 9 April werk van de dames Charlotte van Pallandt, T. Sondaar, Gerar- da Rueter en Ro Mogendorff. De eerste drie zijn beeldhouwsters en ik zou gaarne over het werk van deze onvervaarde da mes een enkel woord schrijven, omdat deze tentoonstelling zo'n buitengewoon verfris sende indruk maakt. De ereplaats komt toe aan een voor studie van het portret van Koningin Juliana door Charlotte van Pallandt en niet alleen om het onderwerp. Het is een buitengewoon indringend en levendig por tret, een gunstige uitzondering wanneer men denkt aan de over het algemeen flauwe, laffe schilderijen, die men van onze vorstin in de meeste raadszalen in den lande ziet prijken, altijd met een lusteloze glimlach, altijd met een benauw de hand en eindeloze verveling uitgevoerd. Charlotte van Pallandt toont nu eindelijk het portret van een vrouw met zeer door leefde gelaatstrekken en zij vervaardigde dit met de nerveuze, gepassionneerde modeleerwijze, die zij zich in jaren van geconcentreerde arbeid heeft eigen ge maakt. Op forse wijze breekt Charlotte van Pallandt hier met de onuitstaanbare gewoonte een soort fondant-opvatting van de Koningin te geven. Charlotte van Pallandt, die in Parijs bij Malfray werkte, toont voorts kleine plas tieken, die een zeer persoonlijk karakter hebben. Zij is tegelijk heftig en toch be heerst. Het modelé van haar beeldjes is levendig, gespannen en rank. Haar sterk talent beleeft in de laatste jaren een op vallende bloei. Ook op een tentoonstelling te Zaandam zag ik werk van dezelfde kwaliteiten van haar, onder meer een vrouwenportret met grote plastische kracht. Vlak na haar mag genoemd worden het frisse werk van mevrouw Sondaar-Dob- belman, die in steen hakt (en taille directe) dat het een lieve lust is. Met een onbe kommerde zwier hanteert mevrouw Son daar de beitel zonder zich blijkbaar over vormproblemen het hoofd te breken. Op hartveroverende wijze weet zij de steen te behandelen met de verrassendste resul taten. Men kan het groepje van de twee kinderen niet zien zonder de onweer staanbare charme van dit werk te onder gaan. Dezelfde bekoring gaat uit van de beide meisjesportretten. Benijdenswaardig is de frisse onschuld die deze werken ademen, onbezwaard door litteraire bij gedachten. Vrij en ontspannen geven deze werkjes een gevoel van verademing, nu wij de laatste tijden zoveel kilometers ab stract en non-figuratief ijzerdraad te kau wen kregen en dat ook braaf en ge duldig hebben gedaan. Ook het opgewekte, speelse groepje, als tuinbeeld gedacht, is een verkwikking voor het oog. Men lette voorts op het kloeke, rake portret van de schrijfster Jeanne van Schaik-Willing, een portretbuste die klinkt als een klok, om het zo eens te zeggen, snel en driftig in elkaar gezet. Charlotte van Pallandt dringt wel dieper door in haar portretten en het plastische land schap van haar modelé doet interessanter aan, maar dit portret door mevrouw Son daar heeft niettemin een geheel eigen be koring. Dromeriger, dikwijls fijner en poëtischer, is Gerarda Rueter, die evenals mevrouw Sondaar een leerlinge van professor J. Bronner was. Zij had, dunkt mij, met een nog wat betere selectie van haar werk voor de dag kunnen komen. Maar zij weet zich toch met een paar zeer mooie bronsjes, een gevoelig jongensportret en vooral met het „zittende meisje" on miskenbaar te handhaven naast haar levenslustiger kunstzusters op deze Haagse tentoonstelling, die met de exquise teke ningen van Ro Mogendorff en tal van krachtige bladen van Charlotte van Pal landt wordt gecompleteerd. Als ik nu niet veel zeg over het werk van Ro Mogen dorff, dan is dat zeker niet omdat ik voor deze mooie tekeningen minder waardering „Twee kinderen" door mevr. T. Sondaar- Dobbelman, te zien op de hierbij besproken Haagse expositie. zou hebben. Ik wilde mij nu echter liever tot de beeldhouwsters bepalen. Niet dikwijls komt men tegenwoordig zo opgefrist van een tentoonstelling en daar om moest ik deze gebeurtenis signaleren. Deze vrouwen werken op de beste, dat is: haar eigen manier, de natuurlijkste. Zij zijn zichzelf en laten zich niet van de wijs brengen. Laten wij hopen dat deze expo sitie voor velen de verkwikking zal geven, die ondergetekende ervan ondervond. Ik moest denken aan het gebed van mevrouw De Saint-Exupéry, die trouwens ook beeld houwster was: „Heer, geef u geen moeite, maak mij gewoon zoals ik ben". Dit zich niet vertillen, dit niet op de tenen gaan staan en zich verrekken, maar de vreugde rijke en dankbare aanvaarding van de eigen begaafdheid met alle beperkingen, dat is de les die deze vrouwen ons geven. MARI ANDRIESSEN Naar het A.N.P. verneemt, zal mr. C. Kousemaker te Zeist deel uitmaken van een groep van twaalf Europese advocaten, die in September te Bern (Zwitserland) de destijds gearresteerde Roemenen zal ver dedigen. Zoals bekend is, hebben in de nacht van 15 op 16 Februari vier Roeme nen in de Roemeense legatie te Bern inge broken. Deze Roemenen zullen voor een rechtbank te Bern terecht staan. Op initiatief van de „Fédération Inter nationale Latine des Juristes et Avocats" zal de verdediging van deze vier Roemenen door twaalf juristen worden gevoerd; uit België, Spanje, Frankrijk, Griekenland, Italië, Portugal, Zwitserland, Roemenië en Nederland. Mr. C. Kousemaker is advocaat en pro cureur te Zeist. Hij heeft destijds deel uit gemaakt van de tribunalen te Tilburg en Utrecht. Hij is vice-president van de „Fé dération Internationale Latine des Juris tes et Avocats". Mr. Kousemaker zal reeds in Augustus naar Zwitserland vertrekken. ADVERTENTIE BARTELJ0R EERD BOLS ISSTE TR 4 *,BB f 3 PP j vi ï*Y4MI Prof. G.* Brouwers, secretaris-generaal van het ministerie van Economische Zaken en voorzitter van de Nederlandse afvaar diging voor het ambtelijk Benelux-over- leg, heeft tijdens een bijeenkomst op het ministerie van Economische Zaken Vrijdag de Beneluxcommissie voor de middenstand officieel geïnstalleerd. De commissie, die evenals een aantal andere commissies onder andere voor han del en nijverheid, ressorteert onder de Raad van. Presidenten van de Benelux-Douane,- Unie, bestaat uit ambtenaren van de Ne derlandse, Belgische en Luxemburgse mi nisteries tot wier ressort de middenstands aangelegenheden behoren. Voorzitter van de Nederlandse afvaardiging is dr. Groe- neveld Meyer. Tijdens een in de gehoorzaal van de Wil lem Arntzstichting hedenmorgen gehou den bijeenkomst heeft de minister van Justitie, mr. L. A. Donker, de Van der Hoevenkliniek officieel geopend. Het ministerie van Justitie beschikte bij lange na niet over voldoende mogelijkhe den tot observatie, verpleging en behande ling van recidivisten. De centraal gelegen Inrichting voor Geestelijk Gestoorden te Utrecht, het Willem Arntzhuis in de Ag- nietenstraat, is nu betrokken in de uitvoe ring van de tot de departementen van Justitie en Onderwijs, Kunsten en We tenschappen behorende taken op het ter rein van de zorg voor geestelijk gestoor den. De accommodatie van de uit 1461 da terende inrichting was al in de loop der jaren aanzienlijk verbeterd, maar door een nieuwe verbouwing is in een afzonderlijke vleugel nu een behandeling- en verple- gingscentrum ingericht, dat aan alle mo derne wetenschappelijke en sociaal thera peutische eisen zal voldoen. Dit modernste psychiatrisch centrum van Nederland is in zijn opzet volgens de mo derne groepstherapie, tevens het eerste ter wereld. Er is ook rekening gehouden met de daarvoor nodige laboratorium ruimten en onderzoekkamers, werkplaat sen, gymnastiek en ontspanningslokalen. In het buitenland bestaat voor de deels tot nu toe ongekende mogelijkheden ten aan zien van de nieuwe kliniek en de werk wijze grote belangstelling. De leiding van het centrum is in handen gegeven van prof. Baan en zijn medewer kers. De kliniek is genoemd naar dr. H. van der Hoeven, vroeger geneesheer aan de Willem Arntzstichting. Door verdere restauratie en verbouwing van de Stichting zal binnen enkele jaren de practische uitvoerbaarheid verkregen zijn van samenwerking tussen psychia trische kliniek en verpieegruimte. Er zal dan een observatiekliniek zijn ingericht ten behoeve van prof. dr. H. C. Rümke, hoogleraar in de Klinische Psychiatrie. Bo vendien wordt een laboratorium gebouwd ten behoeve van prof. jhr. dr. D. J. van Lennep, buitengewoon hoogleraar in de Klinische en Industriële Psychologie. Hier kan onderwijs worden gegeven aan psy chologen, die zich bekwamen om later in een psychiatrische kliniek of inrichting te kunnen worden tewerkgesteld. Ned. Herv. Kerk Aangenomen naar Frederiksoord P. C. Schoonenboom, cand. te Zutphen, die be dankte voor St. Jacobiparochie. Beroepbaarstelling. De heer J. den Draak, vic. te Makkum, stelt zich beroep baar. Geref. Gemeenten Tweetal te Gouda A. de Blois te Rotter dam-Zuid en A. Verhagen te Kampen. Geref. Kerken art. 31 K.O. Aangenomen naar Launceston (Austr.) G. v. Rongen te Leiden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1955 | | pagina 5