MENSENCORSO
9ntc>i(Le>i(ie£ij,(i au-ekteg,: (naAió del
oecumene
De wraak van de tekenaar
Overrompelende film van George
Cukor met Judy Garland
Honderd jaar geleden werd
Julius Röntgen geboren
Samenwerking uit tijd van nood
is behoorlijk geconsolideerd
Inlichtingendienst
in oorlogstijd
„A star is born
Hoe het begon
Practische hulp
Na dc oorlog
Conclusie
10 Mei 1946
Een Franse film van
Audrey Hepburn
„Mijn hart is in Perzië"
NOOD LEERT BIDDEN. Zo luidt een
bekend Nederlands spreekwoord waarvan
de waarheid in de oorlog 19401945 duide
lijk is gebleken. Maar nood leert meer!
Gemeenschappelijke nood leidt tot hechte
samenwerking. En dat weer tot samen-
bidden. Zo groeide in de oorlog bij de
leden van onze Nederlandse kerken het
besef elkaar nodig te hebben. Zonder
elkaar niet te kunnen levenZo ont
stond er een „interkerkelijk overleg", dat
zich na de bevrijding voortzette en zich
thans, na tien jaar, in een oecumenische
samenwerking behoorlijk heeft geconsoli
deerd.
HET WAREN vertegenwoordigers van
vele kerken, die reeds zéér kort na het be
gin van de Duitse bezetting op 25 Juni
1940 „het Convent der Kerken" sticht
ten: een organisatie met als eerste doel
overleg over gemeenschappelijke interne
moeilijkheden. Allengs is hieruit het ver
zet der Kerken geboren: een gróót wonder
in ons op kerkelijk terrein zo verdeelde en
gesplitste Nederland.
In het begin gingen de besprekingen over
allerlei practische onderwerpen, die zich
toen voordeden: vergoeding van oorlogs
schade aan kerken, subsidies, Zondags-
arbeid, Avondmaalsbrood in verband met
distributie-moeilijkheden enzovoorts. Om
de veertien dagen, soms wekelijks, werd
vergaderd. De vragen en moeilijkheden
stapelden zich op en werden steeds prin
cipiëler!
Maar altijd trachtte men elkaar er van te
doordringen, dat er centraal gehandeld
en gemeenschappelijk opgetreden moest
wordenEr zijn pagina's te schrijven
over de geschiedenis van dit Convent der
Kerken. Over de interne moeilijkheden,
over de veelal onbegrijpelijke weigering
aan kleine groepen, die ook wilden deel
nemen, omtrent de maatregelen tegen
Joden.
Hoe moeilijk het samen-werken ook vaak
bleek, vast slaat dat deze organisatie, die in
1942 de naam „Interkerkelijk Overleg"
kreeg, veel heeft bijgedragen aan de oecu
menische gedachte: wij kunnen zonder
elkaar niet leven!
INTERKERKELIJK OVERLEG: een
nieuwe naam! De Duitse instanties zagen
uiteraard de samenwerking der Kerken
graag verbroken. „Convent" maakte de in
druk één organisatie te zijn. Met „Inter
kerkelijk Overleg" wilde men uitdrukken
dat het niet één organisatie was, waaruit
de protesten voortkwamen, maar dat er
kerken waren, die incidenteel samenkwa
men en overlegden.
En protesten zijn er gedaan! In overleg
met de R.K. Kerken, vaak zelfs met de
Aartsbisschop persoonlijk, hebben de Pro
testantse Kerken via hun IKO requesten
naar de Rijkscommissaris of andere rege
ringsinstanties verzonden over Joden
deportaties, fusillering, arbeidsdienst, enzo
voorts.
In de laatste oorlogswinter zag het IKO
zich geplaatst voor een geheel nieuwe taak
in verband met de voedselvoorziening. Het
IKO kreeg het recht om de zogenaamde
viije voorraden der voedselproducten
dit waren voorraden, waarop de overheid
geen aanspraak kon maken zoveel mo
gelijk tot zich te trekken, het transport er
van te organiseren, en voor de verdeling
ter bestemder plaatse zorg te dragen.
Onder de leuze: „Door de Kerken vóór
allen" heeft het IKO deze grote en moei
lijke taak aanvaard. Onnoemelijk veel is in
deze tijd gepresteerd. Geleid uit een Cen
traal Bureau hebben de plaatselijke IKB's
voedsel gehaald uit het Noorden en Oosten
en geleid naar het hongerende Westen van
ons land. Van een bevolking van ongeveer
viereneenhalf millioen in het Westen zullen
ongeveer een half millioen kinderen, zieken
en bejaarden over een kortere of langere
termijn IKB-bijvoeding hebben gehad....
In samenwerking met boeren en schippers
werden prachtige resultaten bereikt.
^Naast de voedselvoorziening hield het
LvB zich bezig met kinderuitzending.
Schepen en vrachtauto's namen naar het
Noorden ondervoede kinderen mee, dui
zenden men noemt een aantal van
50.000 bleven zo voor een wrede dood
gespaard.
Hier is gewerkt voor het gehele volk!
En deze brede visie van de Kerken had
een blijvende, beslissende betekenis toen
en cok na de bevrijding.
HET OVERLEG der Kei ken het ge
meenschappelijk „iets-doen" - werd ook
onmiddellijk na de oorlog gedaan ever de
problemen die rner behandelde en over de
requesten, die men zond aan de Duitse
overheid omvoeld als een taak, die drin
gend geboden was.
In de eerste zitting van de Generale
Synode der Nederlands Hervormde Kerk
heeft de Gereformeerde dr. A. A. L. Rut
gers gezegd: „Wij zijn overtuigd, dat wij,
na wat in de laatste vijf jaren bereikt is,
tegenover de buitenwereld niet moeten op
treden als elkaar bestrijdende lichamen,
maar gezamenlijk moeten zijn één front, in
de strijd voor de Christelijke waarden, voor
Remonstrantse Broederschap, die wél
theologische bezwaren heeft tegen de
basisformule, bleef meewerken.... Maar
er blijft hoop: de Kerken hebben elkaar
nodig!
Kerken in Evanston, heeft men nog meer
ontdekt dat men tóch mee moet doen. Men
kan niet meer buiten de ontmoeting met
de ander, men krijgt stimulansen van
elkaar en groeit zo langzamerhand naar
elkaar toe! De rapporten van Evanston
worden momenteel in brede kring be
sproken.
TEKENEND voor deze tien jaar bevrij-
ding, die thans achter ons liggen is het
de geestelijke waarden in-het Nederlandse ontstaan van een grwt aantal organen die ^ék he7't7kunnen.%En nu'gaat heTdoor!
volk. voor de kornet ven God. Kooinkriik all^njm WeiiSwaar lantaarn. Me„ heelt nu de W.
missies van deze Raad zijn: het Interker-
lijk Overleg in Radioaangelegenheden
(1KOR), de Oecumenische Hulp aan Ker-
volk, voor de komst van Gods Koninkrijk
hier op aarde."
Wat is na tien jaar bevrijding hiervan
terechtgekomen?
Het is duidelijk dat de nood niet meer
drong. Maar en dat is het verwonderen-
NOOD LEERT BIDDEN. En nood leerde
vooral: samenwerken. Toen het moest
Maar men moet ook geduld hebben. Het
leven in kerkelijk Nederland is niet een
voudig! Er bestaat een „verzuiling"waar
ken en'Vluchtelingen, De Oecumenische vo°r mende ni,et kan ^iten...
de èn verheugende de samenwerking Jeugdraad en het Interkerkelijk Beraad Er n°9 weerstanden ovcr-
voor Evangelisatievragen. Deze zelfstandig- nonnen worden. In bepaalde kringen moet
bleef en heeft zich langzaam maar zeker
duurzaam gemaakt!
ALS EEN rechtstreeks gevolg van de
samenwerking in de oorlog werd op 10 Mei
1946 de Oecumenische Raad van Kerken in
Nederland op initiatief van de Hervormde
Kerk gesticht. By deze Raad zijn aange
sloten: de Nederlands Hervormde Kerk, de
Doopsgezinde Gemeenten, de Baptisten-
Gemeenten, de Remonstrantse Broeder
schap, de Evangelisch Lutherse Kerk, de
Oud-Katholieke Kerk en de Evangelische
Broedergemeenten (Hernhutters). Sinds
kort is het Leger des Heils gast.
Dit zijn in hoofdzaak de Kerken die ook
heid doch houden nauw
Oecumennische Raad.
contact met de
de openheid voor „de ander" nog groeien
en soms zelfs nog ontkiemen. Doch tien
Het werltvan de Oecumenische Raad be- iaar bevrijding hebben doen zien dat de
n>.« Anl. J/iii/i el i n Tt n I1 e\ I l'OVI A11/1#
staat uit het zich bezighouden met sociale
èn internationale vragen. Vooral de laatste
zijn van belang. Al te zeer bestaat het ge-
consolidatie dóór ging. De klok kon niet
teruggezet worden. In die tien jaar zijn
twee kerkherenigingen tot stand gekomen.
vaar dat de Kerken zich bezighouden met die van de Nederlands Hervormde Kerk
eigen interne problemen. Het zicht op de
oecumene brengt met zich mee een con
frontatie met problemen als vredesbe
weging, atoombom en dergelijke problemen
waaraan ook de Kerken in Nederland niet
voorbij kunnen gaan. En niet meer willen
gaan.
De Oecumenische Raad is zo geworden
een bekende factor in het verkeer tussen
de kerken. Vooral na 1954, het jaar van de
in het IKO hebben samengewerkt. De Ge- Tweede Assemblee van de Wereldraad van
reformeerde Kerken, die wél deelnamen
aan het IKO, hebben zich nog steeds niet
bij de Oecumenische Raad aangesloten. Wel
bestaat er nog het interkerkelijk contact in
Overheidszaken van de Kerken, aangeslo
ten bij de Oecumenische Raad, met de Ge
reformeerde Kerken en de bond van Vrjje-
Evangelische Gemeenten. Bovendien heeft
de Nederlands Hervormde Kerk nog een
commissie voor interkerkelijk gesprek met
de Gereformeerde Kerken, een commissie
voor een dergelijk contact met de Evan
gelische Lutherse Kerk en één voor het
gesprek met de Bond van Vrije Evangeli
sche Gemeenten.
Het wordt steeds betreurd dat de Gere
formeerde Kerken .niet „meedoen." Men
moet dit echter niet tè tragisch zien! Voor
al onder de jongere Gereformeerde theolo
gen treft men de wens naar ware oecu
mene aan en dit is zéér belangrijk in
feite wordt plaatselijk vaak veel samenge
werkt waartegen zich dan weinige Gere
formeerden verzetten! Overigens blijft het
vreemd dat een kerkgemeenschap als de
Gereformeerde Kerken, die de belijdenis
grondslag van de Wereldraad zou kunnen
onschrijven niet aangesloten is, terwijl de
met de Gereformeerden in Hersteld Ver
band en die van de Evangelische Lutherse
Kerk met de Hersteld Evangelische Lu-
thersen.
Heeft de oorlog alleen dit alles gedaan?
Zeker niet. Misschien is 't proces toen al
leen maar versneld. Zij, die waarlijk Kerk
willen zijn, kunnen immers nimmer ont
komen aan het gebed van de Heer der
Kerk: Opdat zij allen één zijn? Eénzijn
..opdat de wereld gelove
HANNOVER is een mooie
en levendige stad, eens de
residentie van de koningen
van Hannover en thans
hoofdstad van Neder-Sak-
sen. Er staan, net als in
elke andere hoofdstad, de
partementsgebouwen in
Hannover, negen in totaal.
Een bekende Duitse gra
ficus, Bollemann, heeft al
heel wat artistiek uitge
voerde, gekleurde platte
gronden van West-Duitse
steden gewrocht. Ze ma
ken, met huizen en bomen
en bruggen en rivieren er
op, de indruk alsof ze van
de lucht uit getekend zijn.
Op deze wijze hracht hij
ook Hannover in beeld. De
namen van alle musea en
bezienswaardige gebouwen
en van yke firma's
en ondernemingen zouden
op de kaart vermeld wor
den. Het behoeft wel geen
betoog, dat venvacht werd,
dat daarvoor wat zou wor
den betaald.
De tekenaar verwachtte
dat de Neder-Saksische
autoriteiten er wel wat
voor over zouden hebben,
als de namen van hun
openbare gebouwen op de
kaart voorkwamen. Maar
de heren van de landsrege
ring dachten er anders
over. Een hunner schijnt
zelfs de schampere opmer
king te hebben gemaakt,
dat de tekenaar verplicht
zou zijn die gebouwen te
noemen! De kunstenaar
dacht er echter anders
over, toer» hij vernam dat
men niet wilde betalen. Hij
veranderde nog op het
laatste nippertje de reeds
voor de drukker klaar lig
gende tekeningen. En in
plaats van het pompeus en
deftig klinkende „Hoofd
stad Hannover" kwam nu
heel koel en zakelijk „Jaar-
beursstad Hannover" op de
plaats te staan. Bij geen
enkel ministerie de naam..
De bewoners van Hann
over hebben er pret om,
evenals de vele vreemde
lingen, die naar de jaar
beurs gekomen zijn. Zij be
schouwen de kaart als een
curiositeit. Nog nooit wer
den er zo vlug zo veel
exemplaren van een derge
lijk product verkocht.
HET „NAAR DE BOi^^N" klinkt niet
zo zelfverzekerd meer als de vorige jaren
omdat het niet altijd meer vaststaat, dat
wij die ook inderdaad bereiken. Er komen
langzamerhand zóvelen onzer tegelijkertijd
op dat idéé, dat wij elkaar daar in de weg
beginnen te lopen en te rijden. Voorts doet
zich de complicatie voor, dat wtf allemaal
op dezelfde dagen vrjj hebben en tenslotte
moeten wjj nog rekening houden met een
typische bollenstreek, namelijk om een héle
tyd in kn^p te blijven en dan op een Zon
dag na één dag zon opeens in volle pracht
uit te komen. Alles was wij van rondom aan
motorisch voortbewegingsmateriaal kun
nen opleveren, knalt en davert er op at en
hoe dichter men bij komt hoe langzamer
men moet gaan rijden, want de wegen kun
nen het niet allemaal verwerken. Zou men
er op staan, hetzelfde vaartje te houden,
can zou daarvoor een wegen uitbreiding
nodig zijn, welke de bollenvelden zou over
lappen. Dat zou wel prettiger rijden, maar
er zou niets te zien zijn en dat blijft toch
voor velen een onoverkomelijk bezwaar.
Als de mensen van Hillegom, Eassenheim
en Lisse op een nationale feestdag ook nog
een corso laten rijden, wordt de bevolkings
druk op deze streek zo groot, dat velen
niets meer zien dan mensen en auto s. Som
migen hebben de laatste keer omzichtig
een andere toegangsweg gezocht om ergens
van opzij in de kleurenweelde te infiltreren
en, eventueel te voet verder gaande, zelfs
tot de route van het corso door te dringen,
rr.aar zij zijn daar niet in geslaagd. Er was
namelijk ook nog een verkeersregeling,
waarin zij tegen wil en dank zijn gaan mee
draaien en zo kwamen ook zij uit in een
file van honderden vóór en honderden ach
ter. En daarin zijn zij vaak met schrik tot
de ontdekking gekomen, dat zii nUane op
de terugweg waren.
ZIJ HEBBEN ZICH geschikt, vnnt er
valt in zo'n dichte rij niets anders te doen.
wil men ongelukken voorkomen. Alttld
maar zagen zii diezelfde auto voor zieh met
van die treiterende woorden or» de achter
ruit. zoals ..kus mü niet. ik ben geen dame"
Ialsof hem dnprtoe ooit de lust zon kunnen
bekminen!of „TT bent te dicht bii" (het
geen ook een beklemd gevoel geeft als
men nóch voor. nóch achteruit ksti'i.
Het is ons ongevallen, dat v*'e bewoners
van de bollenstreek zelfs bil het roron ach
ter hun ramen of voor hun huis hieven zit
ten. maar in elk geval niet aan de weg
stonden tussen de honderdduizenden van el
ders. Gsat het er hen om. een menspneorso
te zien in ruil voor een bloemeneo»^o Dan
hebben zii in ieder reval hun hart kunnen
onhalen. want nn» nimmer ziin wH met zó
veel geweest. WH hehben dan ook on onze
eigen en op andermans tenen gestaan om
elerhts een glimn van de lentek'euren op
te vangen en gelukkig nooit het gevoel ge
kregen. alleen te zHn. Dat gevoel heeft ons
san het strand nog wel eens beslonen Van
daar onze vreugde over de plannen van mr.
Van Eenema en de zijnen om daar een reus
achtig congresgebouw neer te zetten.
KO BRT TOR IER
ZO AF EN TOE SLAAT HOLLYWOOD
een blik in zichzelf en bezint zich op het
eigen filmbedrijf- Wij danken daaraan „All
about Eve," hoewel overschat, „Sunset
Boulevard", waarin Gloria Swanson haar
come back vierde, wij danken daaraan
thans „A star is born" met in de hoofdrol
Judy Garland. Het pad van een filmster
loopt niet over rozen, al lijkt het opper
vlakkig gezien het geval. Judy Garland was
al een gekende verschijning in de bioscoop
theaters, toen zij, door een ziekte gedwon
gen, haar carrière radicaal moest afbreken.
Het duurde vier jaar voor zij er weer zo
ver bovenop was, dat zij zich aan de cri-
tische blikken van het publiek kon ver
tonen. Die blikken richtten zich vooral op
het uiterlijk en wat dat betreft: Judy Gar
land is opnieuw een innemende verschij
ning. Wat zij innerlijk heeft uitgevochten
leest men niet van haar gezicht, maar een
feit is, dat haar talent zich in zijn volle
wasdom bevindt. Regisseur George Cukor,
die tekent voor „A star is born" heeft het
zeer gedegen benut om er een film mee te
maken, die even karakteristiek is voor
de Amerikaanse levensstijl als voor de
wereld van de film, waarin zij zich afspeelt.
HET VERHAAL GAAT OVER EEN
ZANGERESJE, dat door een beroemd
filmacteur wordt ontdekt. De filmacteur is
op zijn retour. Hij beseft het nog niet, maar
de tekenen wijzen erop en de crisis staat
voor de deur. Op de dag, dat het zangeresje
haar eerste filmtriumf viert, krijgt de
acteur zijn congé. Hij is inmiddels met het
meisje getrouwd. Naarmate haar ster hoger
rijst, daalt de zijne. Meer en meer raakt hij
verslaafd aan de drank. Een poging er door
een kuur van af te raken loopt op niets uit.
Wanneer hij hoort, dat zijn vrouw haar
carrière wil beëindigen om zich voortaan
aan hem alleen te wijden pleegt hij zelf
moord. De eerste keer, dat zijn echtgenote
weer voor het voetlicht verschijnt, eert zij
zijn nagedachtenis op even eenvoudige
als sublieme wijze. Zij zal niet meer ge
noemd worden met haar naam als ster. Zij
zal mevrouw Norman Maine heten naar de
naam van haar gestorven man.
Wie deze korte weergave van de inhouu
leest zal niet ontkomen aan de indruk, dat
het er soms nogal melodramatisch toegaat
en inderdaad heeft regisseur Cukor de
melodramatiek niet kunnen vermijden. De
zelfmoord en wat eraan voorafgaat moge
dan in het verhaal aannemelijk zijn, ze is
met heel weinig orginaliteit en strikt vol
gers de geijkte regelen der dramatiek ver
werkt.
Ook de manier, waarop het zangeresje
wordt overreed om toch haar filmloopbaan
y ioc.oxïoooooooooocooocxxxïooroooooooocxxx vxyxjooooooouooot
3 (Van onze correspondent in Parijs)
I Audrey Hepburn heeft nu ook
:j eveneens incognito enkele dagen in
Parijs doorgebracht. Haar bezoek betrof
hier echter geen familie-aangelegen-
X heid, zoals in Nederland, maar zakelij-
3 ke besprekingen. Zij kwam om nog een 3
V paar détails te regelen voor een vol- 8
gend en langer verblijf in September,
wanneer ze hier onder leiding van Wil-
y iiam Wyler een film komt maken. Deze 8
j.- eerste Franse film van Audrey Hepburn 8
zal „Ariane, jeune fille Russe" heten.
c Dit wordt een nieuwe bewerking van 8
8 het bekende boek van Claude Anet, dat 8
P onder de titel „Ariane, een Russisch 8
meisje" in Nederlandse vertaling is
y verschenen. De titelrol werd jaren ge- 3
leden al eens door de Franse actrice 8
J Gaby Morlay gespeeld.
Audrey heeft ook nog andere Franse 8
filmplannen. Na „Ariane" hoopt ze de 8
droom te verwezenlijken, die alle grote
actrices koesteren: de hoofdrol in
„L'Aiglon" naar Edmond Rostand's X
door Sarah Bernhard beroemd ge- y
maakte stuk, dat men in Nederland als 3
„Het Adelaarsjong" heeft kunnen zien.
Over dat project wilde ze nog maar
weinig bijzonderheden loslaten. Vast
staat daarentegen wel, dat zij nu defi-
j nitief geweigerd heeft de hoofdrol te p
j spelen in een film, die naar de roman X
„Bonjour Tristesse" in internationale o
j „bestseller" van de 18-jarige Frangoise X
Sagan zal worden vervaardigd. 8
„Voor de rol van dat perverse jonge 3
meisje voel ik helemaal niets", zo heeft 8
Audrey nogmaals gedecideerd maar X
j vriendelijk verzekerd.
Intussen vertoeft Audrey Hepburn
j in Italië om daar, samen met haar man 8
Mell Ferrer, de opnamen te voltooien 8
van de film „Oorlog en Vrede" naar
Tolstoy's beroemde roman.
i 8
ooooocxxcoooooocxxiootxicxxxxxioooocxxxxoooooooooocxxncxx*»'
voort te zetten is allesbehalve geloofwaar
dig. Judy Garland bezondigt zich soms aan
een larmoyante toon. Wat er tegenover
staat is echter bijzonder imponerend. Ik
hoorde via de radio haar song „The man
that got away" en ik moet bekennen, dat
ik er absoluut niet van onder de indruk
geraakte. Judy Garland dit lied zien zin
gen is evenwel iets heel anders, het is iets
van een andere orde en wel van de film
orde. Zij is pathetisch, maar hoe voortref
felijk wordt die pathetiek in het beeld op
gevangen en verwerkt. En hoe geestig is
haar „eenmansshow", wanneer zij een
imitatie geeft van de song, die zij als film
ster moet „brengen", hoe vol actie en vol
camera-actie, die men met de hare vereen
zelvigt. Een ander lied met name„I was
born in a trunk," dat een klein beetje haar
eigen levensgeschiedenis is, verenigt alle
kwaliteiten van de filmkunst in zich. De
woorden worden alle beeld en wel zo
rhythmisch zuiver, dat men opnieuw ge
neigd is Judy Garland alleen de eer te
doen toekomen, die zij toch op zijn minst
met George Cukor moet delen. De stem en
de persoonlijkheid van Judy Garland vor
men met het beeld van George Cukor een
onverbrekelijk geheel. De montage bedjijft
Cukor wel heel knap, vooral in de over
rompelende beginscènes.
„A STAR IS BORN" zal vooral de mo
derne toeschouwer aanspreken en de (van
moderne muziek houdende) jeugd in het
bijzonder. Dat kan geen kwaad, want er is
film te zien, goede film, die zich bepaalde
lijk niet aan de muziek ondergeschikt heeft
gemaakt. Zo pas klinkt een film u als mu
ziek in de oren!
P. W. FRANSE
Dr. J. M. Somer, die ons in enkele lezin
gen al eerder het een en ander vertelde
van zijn ervaringen als hoofd van het Lon-
dense Bureau Inlichtingen der regering-
Gerbrandy in de jaren 19431945, heeft
thans de volledige historie van zijn dienst
te boek gesteld*). Het is een document
humain geworden: een sober en aangrijpend
relaas van de mannen en vrouwen, die als
Engelandvaarders uit de hel der Duitse
dwingelandij ontsnapten, maar zich toch
zonder aarzelen beschikbaar stelden om,
na een harde training, als geheime agenten
terug te keren naar het bezette vaderland
teneinde de vijand afbreuk te doen. Ver-
scheidenen van hen verloren daarby het
leven, maar anderen namen hun taak over
en wisten tenslotte het werk tot een goed
einde te brengen, ondanks tegenslagen,
verraad en vertwijfeling. Kolonel Somer's
boek schildert een levendig beeld van hun
strijd tegen de achtergrond van die chaoti
sche jaren en verheelt daarbij niet, dat
vele mislukkingen te wijten zijn aan de
fouten, misverstanden en onenigheden die
zich zowel in Londen als in bezet gebied
voordeden. Een boeiend en objectief stuk
oorlogsdocumentatie dat de volle belang
stelling van iedere Nederlander waard is.
H. C.
Dr. J. M Somer: „Zij sprongen In de nac: t.
de Nederlandse Inlichtingendienst van I943-1B43"
Uitgeverij Van Gorcum en Comp te Assen
In de film „A Star is born" vertelt Judy
Garland al dansend en zingend het
levensverhaal van een filmster, die via
honderden engagementen eindelijk be
roemd wordt. Hier is een scène uit deze
levensloop welke tot titel draagt „I was
born in a trunk" en die een fascinerend
stuk film werd: zang en dans tot beeld
beweging geworden, teder, ironisch,
vrolijk, ontroerend.
OP 9 MEI is het honderd jaar geleden,
dat Julius Röntgen te Leipzig geboren
werd. Als drieëntwintigjarige kwam hij
naar Nederland, om het trouw te blijven
tot zijn dood. Voor Röntgen was ons land
overigens niet geheel en al vreemd gebied:
zijn vader, de violist Engelbert Röntgen,
was in Deventer geboren.
Zijn er nu nog redenen om Julius Rönt
gen te herdenken? De
generatie, die zijn
zeer persoonlijk, door
warme spontaneïteit
boeiende pianospel
gehoord heeft, is voor
een groot deel ver
dwenen en de belang
stelling voor zijn com
posities is, bij de
steeds toenemende
snelheid waarmee
muziekwerken verou
deren, aanzienlijk ge
slonken. Inderdaad, de muziektaal van
Julius Röntgen wijkt wel zeer af van die,
welke door de jongeren van nu gesproken
wordt. Toch behoeft men nog niet zo ver
te gaan als Peter van Anrooy deed, toen
hij zei: „Ik houd niet van moderne mu
ziek, want ik heb het gevoel of ik daarbij
altijd in de mótregen loop", om tegenwoor
dig zo nu en dan te verlangen naar wat
meer zonnewarmte, naar onbevangenheid
en natuurlijkheid, eigenschappen die men
in Röntgens persoonlijkheid in hoge mate
aantrof. Afgezien echter daarvan komt het
mij voor, dat Röntgens verdiensten voor
ons muziekleven, een simpel woord van
erkenning op dit eeuwgetijde ver te boven
gaan.
Julius Röntgen heeft zich met de groot
ste belangstelling verdiept in de bronnen,
waaruit onze vaderlandse muziek de
krachten zou moeten en kunnen putten,
wilde zij de naam Nederlandse muziek ten
volle waardig zijn. Met niet aflatende ijver
bestudeerde hij onze oude volksliederen,
onze oud-vaderlandse componisten en
werkte hij met gelijkgestemde tijdgenoten
samen om ons rijke folkloristische bezit
tot gemeengoed te maken. Hij voorzag met
zuiver begrip voor de karaktereigenschap
pen onze volksmelodiën tal van oude liede
ren van stoere en raak-getroffen begelei
dingen en overtrof in deze kunst stellig
zijn grote tijdgenoot Johannes Brahms, die
voor zijn Duitse volksliederen zeer zeker
fijnzinnige pianobegeleidingen schreef, die
door hun rhythmische en harmonische dé
tails echter de eenvoud van het lied vaak
schaadden.
De liefde voor het oud-Nederlandse lied
drong hem ook tot instrumentale bewer
kingen en zo ontstonden de suite „Oud-
Nederland" voor orkest, de Boerenliedjes
en contradansen in meer dan één instru
mentale zetting.
RÖNTGEN WAS nog maar enkele jaren
in ons land, toen hij met andere toonkun
stenaars tot de overtuiging kwam, dat aan
het hoger muziekonderwijs nog zeer veel
ontbrak. Een conservatorium bestond nog
niet. Den Haag bezat een Koninklijke Mu
ziekschool, die echter pas in 1900 tot Ko
ninklijk Conservatorium zou worden ver
heven. In Juni 1883 schrijft Röntgen aan
Critische terugblik
Honderd families regeren in Perzië over
achttien millioen mensen. Zij bezitten de
grond, de industrie, de handei en wat ver
der bezitswaardig is Boeren en arbeiders
leven in bittere armoede. Zijn de tijden
slecht of de oogsten schraal dan sterven
duizenden de hongerdood.
Najmeh Najafi is geboren in een van
de honderd families en zij beseft dat het
een voorrecht is. Nu studeert zij in de
Verenigde Staten en werpt vandaar een
soms naïeve en vaak critische terugblik op
het geboorteland, dat zij na afloop van
haar studie wil helpen hervormen. „Myn
hart is in Perzië" (Zomer Keuning te
Wageningenj is de titel van het boek
waarin zij met hulp van een Amerikaanse
vriendin vertelt, hoe haar sociaal besef
ontwaakte en groeide. De steeds sterker
wordende wens iets voor haar volk te doen
verhinderde haar in het huwelijk te tre
den, zoals haar vriendinnen reeds op zeer
jeugdige leeftijd deden. Tenslotte begint
zij een modezaak met atelier in Teheran,
maar ook dat bevredigt haar niet. Zij sluit
haar winkel, doet het atelier over en ver
trekt naar New York, in de hoop daar te
leren, wat vrouwen in haar Mohamme
daanse vaderland wordt onthouden.
Grappige tekeningen van de schrijfster
staan tussen de tekst, die voortreffelijk
door T. B. van Houten uit het Engels is
vertaald. De gecalligrafeerde hoofdletters
zijn van Henk Krijger, hetgeen nergens
staat vermeld. AB
zijn ouders te Leipzig: „Wij zullen spoedig
een bespreking hebben met Coenen over de
oprichting van een Conservatorium, een
gedachte die ons reeds lang bezighoudt.
Daniël de Lange, Messchaert Coenen en ik
willen samenwerken en de zaak goed aan
pakkenMen moet bedenken, dat in een
stad als Amsterdam een conservatorium
kan bestaan, te meer daar wij nu spoedig
een grote concertzaal
(het Concertgebouw
W. A.) en tenge
volge daarvan een
eigen orkest zullen
krijgen."
Met welk een idea
lisme men begon,
blijkt uit een volgen
de brief: „Wij vieren
verbinden ons voor
twee jaar tot vier les
uren per weeek, die
wij.... voor niets
zullen geven". Hij hoopt intussen dat de
Maatschappij ter bevordering der Toon
kunst, die men wil inschakelen, honoraria
zal kunnen geven. In September 1884 werd
het Conservatorium geopend. Men begon
met 32 leerlingen.
Door zijn veelzijdig kunstenaarschap en
zijn artistieke samenwerking met de grote
zanger Johannes Messchaert, werd Rönt
gen een man van internationale bekend
heid, bevriend met kunstenaars als Brahms,
Joachim, Stockhausen, Casals en vele an
deren. Oe vriendschap met Edvard Grieg
vooral was een kostbaar bezit in zijn leven.
Zij eindigde pas met Griegs dood. die
Röntgen trof als een zwaar, persoonlijk
leed. Enige jarfn later publiceerde hij een
biografie van de Noorse componist, waarin
elke bladzijde een getuigenis is van de
hechte banden, die tussen beide kunste
naars hadden bestaan.
Röntgens persoonlijkheid is in zijn latere
levensjaren soms als een brave, goedige,
Duitse Nur-Musiker afgeschilderd. Geheel
ten onrechte. Aan Schumanns eis: „dat
kunstenaars volledige mensen moeten zijn,
die Jean Paul en Shakespeare begrijpen"
voldeed hij ten volle. Als jongeman vertaal
de hij Sophocles' Electra uit het Grieks in
het Latijn. In zijn brieven vinden wij tal
rijke bewijzen van de breedheid van zijn
oordeel. Een paar voorbeelden. De Brahms-
vereerder over Wagner: 17 Mei 1898 aan
Grieg:Het werk (Götterdammerung)
heeft weer de grootste indruk op ons ge
maakt, het is wel het geweldigste, dat
Wagner geschreven heeft, ook als drama
beschouwd."
César Francks muziek was in 1895 ii.
Nederland nog weinig doorgedrongen.
Röntgen dirigeerde zelf in dat jaar Francks
Béatitudes. In een brief aan Grieg schrijft
hij daarover:Het is een meesterwerk
van vinding en verwerking. Men weet niet
wat men meer moet bewonderen, de
schoonheid der muziek of het meesterschap
van het kunnen."
BEHALVE ZIJN kunstenaarschap bezat
Röntgen nog een andere, niet te onder
schatten eigenschap: hij was een buitenge
woon goed mens. En dat in de ruimste zii»
van het woord.
WILLEM ANDRIF.SSEN
99