MENSENCORSO 9ntc>i(Le>i(ie£ij,(i au-ekteg,: (naAió del oecumene De wraak van de tekenaar Overrompelende film van George Cukor met Judy Garland Honderd jaar geleden werd Julius Röntgen geboren Samenwerking uit tijd van nood is behoorlijk geconsolideerd Inlichtingendienst in oorlogstijd „A star is born Hoe het begon Practische hulp Na dc oorlog Conclusie 10 Mei 1946 Een Franse film van Audrey Hepburn „Mijn hart is in Perzië" NOOD LEERT BIDDEN. Zo luidt een bekend Nederlands spreekwoord waarvan de waarheid in de oorlog 19401945 duide lijk is gebleken. Maar nood leert meer! Gemeenschappelijke nood leidt tot hechte samenwerking. En dat weer tot samen- bidden. Zo groeide in de oorlog bij de leden van onze Nederlandse kerken het besef elkaar nodig te hebben. Zonder elkaar niet te kunnen levenZo ont stond er een „interkerkelijk overleg", dat zich na de bevrijding voortzette en zich thans, na tien jaar, in een oecumenische samenwerking behoorlijk heeft geconsoli deerd. HET WAREN vertegenwoordigers van vele kerken, die reeds zéér kort na het be gin van de Duitse bezetting op 25 Juni 1940 „het Convent der Kerken" sticht ten: een organisatie met als eerste doel overleg over gemeenschappelijke interne moeilijkheden. Allengs is hieruit het ver zet der Kerken geboren: een gróót wonder in ons op kerkelijk terrein zo verdeelde en gesplitste Nederland. In het begin gingen de besprekingen over allerlei practische onderwerpen, die zich toen voordeden: vergoeding van oorlogs schade aan kerken, subsidies, Zondags- arbeid, Avondmaalsbrood in verband met distributie-moeilijkheden enzovoorts. Om de veertien dagen, soms wekelijks, werd vergaderd. De vragen en moeilijkheden stapelden zich op en werden steeds prin cipiëler! Maar altijd trachtte men elkaar er van te doordringen, dat er centraal gehandeld en gemeenschappelijk opgetreden moest wordenEr zijn pagina's te schrijven over de geschiedenis van dit Convent der Kerken. Over de interne moeilijkheden, over de veelal onbegrijpelijke weigering aan kleine groepen, die ook wilden deel nemen, omtrent de maatregelen tegen Joden. Hoe moeilijk het samen-werken ook vaak bleek, vast slaat dat deze organisatie, die in 1942 de naam „Interkerkelijk Overleg" kreeg, veel heeft bijgedragen aan de oecu menische gedachte: wij kunnen zonder elkaar niet leven! INTERKERKELIJK OVERLEG: een nieuwe naam! De Duitse instanties zagen uiteraard de samenwerking der Kerken graag verbroken. „Convent" maakte de in druk één organisatie te zijn. Met „Inter kerkelijk Overleg" wilde men uitdrukken dat het niet één organisatie was, waaruit de protesten voortkwamen, maar dat er kerken waren, die incidenteel samenkwa men en overlegden. En protesten zijn er gedaan! In overleg met de R.K. Kerken, vaak zelfs met de Aartsbisschop persoonlijk, hebben de Pro testantse Kerken via hun IKO requesten naar de Rijkscommissaris of andere rege ringsinstanties verzonden over Joden deportaties, fusillering, arbeidsdienst, enzo voorts. In de laatste oorlogswinter zag het IKO zich geplaatst voor een geheel nieuwe taak in verband met de voedselvoorziening. Het IKO kreeg het recht om de zogenaamde viije voorraden der voedselproducten dit waren voorraden, waarop de overheid geen aanspraak kon maken zoveel mo gelijk tot zich te trekken, het transport er van te organiseren, en voor de verdeling ter bestemder plaatse zorg te dragen. Onder de leuze: „Door de Kerken vóór allen" heeft het IKO deze grote en moei lijke taak aanvaard. Onnoemelijk veel is in deze tijd gepresteerd. Geleid uit een Cen traal Bureau hebben de plaatselijke IKB's voedsel gehaald uit het Noorden en Oosten en geleid naar het hongerende Westen van ons land. Van een bevolking van ongeveer viereneenhalf millioen in het Westen zullen ongeveer een half millioen kinderen, zieken en bejaarden over een kortere of langere termijn IKB-bijvoeding hebben gehad.... In samenwerking met boeren en schippers werden prachtige resultaten bereikt. ^Naast de voedselvoorziening hield het LvB zich bezig met kinderuitzending. Schepen en vrachtauto's namen naar het Noorden ondervoede kinderen mee, dui zenden men noemt een aantal van 50.000 bleven zo voor een wrede dood gespaard. Hier is gewerkt voor het gehele volk! En deze brede visie van de Kerken had een blijvende, beslissende betekenis toen en cok na de bevrijding. HET OVERLEG der Kei ken het ge meenschappelijk „iets-doen" - werd ook onmiddellijk na de oorlog gedaan ever de problemen die rner behandelde en over de requesten, die men zond aan de Duitse overheid omvoeld als een taak, die drin gend geboden was. In de eerste zitting van de Generale Synode der Nederlands Hervormde Kerk heeft de Gereformeerde dr. A. A. L. Rut gers gezegd: „Wij zijn overtuigd, dat wij, na wat in de laatste vijf jaren bereikt is, tegenover de buitenwereld niet moeten op treden als elkaar bestrijdende lichamen, maar gezamenlijk moeten zijn één front, in de strijd voor de Christelijke waarden, voor Remonstrantse Broederschap, die wél theologische bezwaren heeft tegen de basisformule, bleef meewerken.... Maar er blijft hoop: de Kerken hebben elkaar nodig! Kerken in Evanston, heeft men nog meer ontdekt dat men tóch mee moet doen. Men kan niet meer buiten de ontmoeting met de ander, men krijgt stimulansen van elkaar en groeit zo langzamerhand naar elkaar toe! De rapporten van Evanston worden momenteel in brede kring be sproken. TEKENEND voor deze tien jaar bevrij- ding, die thans achter ons liggen is het de geestelijke waarden in-het Nederlandse ontstaan van een grwt aantal organen die ^ék he7't7kunnen.%En nu'gaat heTdoor! volk. voor de kornet ven God. Kooinkriik all^njm WeiiSwaar lantaarn. Me„ heelt nu de W. missies van deze Raad zijn: het Interker- lijk Overleg in Radioaangelegenheden (1KOR), de Oecumenische Hulp aan Ker- volk, voor de komst van Gods Koninkrijk hier op aarde." Wat is na tien jaar bevrijding hiervan terechtgekomen? Het is duidelijk dat de nood niet meer drong. Maar en dat is het verwonderen- NOOD LEERT BIDDEN. En nood leerde vooral: samenwerken. Toen het moest Maar men moet ook geduld hebben. Het leven in kerkelijk Nederland is niet een voudig! Er bestaat een „verzuiling"waar ken en'Vluchtelingen, De Oecumenische vo°r mende ni,et kan ^iten... de èn verheugende de samenwerking Jeugdraad en het Interkerkelijk Beraad Er n°9 weerstanden ovcr- voor Evangelisatievragen. Deze zelfstandig- nonnen worden. In bepaalde kringen moet bleef en heeft zich langzaam maar zeker duurzaam gemaakt! ALS EEN rechtstreeks gevolg van de samenwerking in de oorlog werd op 10 Mei 1946 de Oecumenische Raad van Kerken in Nederland op initiatief van de Hervormde Kerk gesticht. By deze Raad zijn aange sloten: de Nederlands Hervormde Kerk, de Doopsgezinde Gemeenten, de Baptisten- Gemeenten, de Remonstrantse Broeder schap, de Evangelisch Lutherse Kerk, de Oud-Katholieke Kerk en de Evangelische Broedergemeenten (Hernhutters). Sinds kort is het Leger des Heils gast. Dit zijn in hoofdzaak de Kerken die ook heid doch houden nauw Oecumennische Raad. contact met de de openheid voor „de ander" nog groeien en soms zelfs nog ontkiemen. Doch tien Het werltvan de Oecumenische Raad be- iaar bevrijding hebben doen zien dat de n>.« Anl. J/iii/i el i n Tt n I1 e\ I l'OVI A11/1# staat uit het zich bezighouden met sociale èn internationale vragen. Vooral de laatste zijn van belang. Al te zeer bestaat het ge- consolidatie dóór ging. De klok kon niet teruggezet worden. In die tien jaar zijn twee kerkherenigingen tot stand gekomen. vaar dat de Kerken zich bezighouden met die van de Nederlands Hervormde Kerk eigen interne problemen. Het zicht op de oecumene brengt met zich mee een con frontatie met problemen als vredesbe weging, atoombom en dergelijke problemen waaraan ook de Kerken in Nederland niet voorbij kunnen gaan. En niet meer willen gaan. De Oecumenische Raad is zo geworden een bekende factor in het verkeer tussen de kerken. Vooral na 1954, het jaar van de in het IKO hebben samengewerkt. De Ge- Tweede Assemblee van de Wereldraad van reformeerde Kerken, die wél deelnamen aan het IKO, hebben zich nog steeds niet bij de Oecumenische Raad aangesloten. Wel bestaat er nog het interkerkelijk contact in Overheidszaken van de Kerken, aangeslo ten bij de Oecumenische Raad, met de Ge reformeerde Kerken en de bond van Vrjje- Evangelische Gemeenten. Bovendien heeft de Nederlands Hervormde Kerk nog een commissie voor interkerkelijk gesprek met de Gereformeerde Kerken, een commissie voor een dergelijk contact met de Evan gelische Lutherse Kerk en één voor het gesprek met de Bond van Vrije Evangeli sche Gemeenten. Het wordt steeds betreurd dat de Gere formeerde Kerken .niet „meedoen." Men moet dit echter niet tè tragisch zien! Voor al onder de jongere Gereformeerde theolo gen treft men de wens naar ware oecu mene aan en dit is zéér belangrijk in feite wordt plaatselijk vaak veel samenge werkt waartegen zich dan weinige Gere formeerden verzetten! Overigens blijft het vreemd dat een kerkgemeenschap als de Gereformeerde Kerken, die de belijdenis grondslag van de Wereldraad zou kunnen onschrijven niet aangesloten is, terwijl de met de Gereformeerden in Hersteld Ver band en die van de Evangelische Lutherse Kerk met de Hersteld Evangelische Lu- thersen. Heeft de oorlog alleen dit alles gedaan? Zeker niet. Misschien is 't proces toen al leen maar versneld. Zij, die waarlijk Kerk willen zijn, kunnen immers nimmer ont komen aan het gebed van de Heer der Kerk: Opdat zij allen één zijn? Eénzijn ..opdat de wereld gelove HANNOVER is een mooie en levendige stad, eens de residentie van de koningen van Hannover en thans hoofdstad van Neder-Sak- sen. Er staan, net als in elke andere hoofdstad, de partementsgebouwen in Hannover, negen in totaal. Een bekende Duitse gra ficus, Bollemann, heeft al heel wat artistiek uitge voerde, gekleurde platte gronden van West-Duitse steden gewrocht. Ze ma ken, met huizen en bomen en bruggen en rivieren er op, de indruk alsof ze van de lucht uit getekend zijn. Op deze wijze hracht hij ook Hannover in beeld. De namen van alle musea en bezienswaardige gebouwen en van yke firma's en ondernemingen zouden op de kaart vermeld wor den. Het behoeft wel geen betoog, dat venvacht werd, dat daarvoor wat zou wor den betaald. De tekenaar verwachtte dat de Neder-Saksische autoriteiten er wel wat voor over zouden hebben, als de namen van hun openbare gebouwen op de kaart voorkwamen. Maar de heren van de landsrege ring dachten er anders over. Een hunner schijnt zelfs de schampere opmer king te hebben gemaakt, dat de tekenaar verplicht zou zijn die gebouwen te noemen! De kunstenaar dacht er echter anders over, toer» hij vernam dat men niet wilde betalen. Hij veranderde nog op het laatste nippertje de reeds voor de drukker klaar lig gende tekeningen. En in plaats van het pompeus en deftig klinkende „Hoofd stad Hannover" kwam nu heel koel en zakelijk „Jaar- beursstad Hannover" op de plaats te staan. Bij geen enkel ministerie de naam.. De bewoners van Hann over hebben er pret om, evenals de vele vreemde lingen, die naar de jaar beurs gekomen zijn. Zij be schouwen de kaart als een curiositeit. Nog nooit wer den er zo vlug zo veel exemplaren van een derge lijk product verkocht. HET „NAAR DE BOi^^N" klinkt niet zo zelfverzekerd meer als de vorige jaren omdat het niet altijd meer vaststaat, dat wij die ook inderdaad bereiken. Er komen langzamerhand zóvelen onzer tegelijkertijd op dat idéé, dat wij elkaar daar in de weg beginnen te lopen en te rijden. Voorts doet zich de complicatie voor, dat wtf allemaal op dezelfde dagen vrjj hebben en tenslotte moeten wjj nog rekening houden met een typische bollenstreek, namelijk om een héle tyd in kn^p te blijven en dan op een Zon dag na één dag zon opeens in volle pracht uit te komen. Alles was wij van rondom aan motorisch voortbewegingsmateriaal kun nen opleveren, knalt en davert er op at en hoe dichter men bij komt hoe langzamer men moet gaan rijden, want de wegen kun nen het niet allemaal verwerken. Zou men er op staan, hetzelfde vaartje te houden, can zou daarvoor een wegen uitbreiding nodig zijn, welke de bollenvelden zou over lappen. Dat zou wel prettiger rijden, maar er zou niets te zien zijn en dat blijft toch voor velen een onoverkomelijk bezwaar. Als de mensen van Hillegom, Eassenheim en Lisse op een nationale feestdag ook nog een corso laten rijden, wordt de bevolkings druk op deze streek zo groot, dat velen niets meer zien dan mensen en auto s. Som migen hebben de laatste keer omzichtig een andere toegangsweg gezocht om ergens van opzij in de kleurenweelde te infiltreren en, eventueel te voet verder gaande, zelfs tot de route van het corso door te dringen, rr.aar zij zijn daar niet in geslaagd. Er was namelijk ook nog een verkeersregeling, waarin zij tegen wil en dank zijn gaan mee draaien en zo kwamen ook zij uit in een file van honderden vóór en honderden ach ter. En daarin zijn zij vaak met schrik tot de ontdekking gekomen, dat zii nUane op de terugweg waren. ZIJ HEBBEN ZICH geschikt, vnnt er valt in zo'n dichte rij niets anders te doen. wil men ongelukken voorkomen. Alttld maar zagen zii diezelfde auto voor zieh met van die treiterende woorden or» de achter ruit. zoals ..kus mü niet. ik ben geen dame" Ialsof hem dnprtoe ooit de lust zon kunnen bekminen!of „TT bent te dicht bii" (het geen ook een beklemd gevoel geeft als men nóch voor. nóch achteruit ksti'i. Het is ons ongevallen, dat v*'e bewoners van de bollenstreek zelfs bil het roron ach ter hun ramen of voor hun huis hieven zit ten. maar in elk geval niet aan de weg stonden tussen de honderdduizenden van el ders. Gsat het er hen om. een menspneorso te zien in ruil voor een bloemeneo»^o Dan hebben zii in ieder reval hun hart kunnen onhalen. want nn» nimmer ziin wH met zó veel geweest. WH hehben dan ook on onze eigen en op andermans tenen gestaan om elerhts een glimn van de lentek'euren op te vangen en gelukkig nooit het gevoel ge kregen. alleen te zHn. Dat gevoel heeft ons san het strand nog wel eens beslonen Van daar onze vreugde over de plannen van mr. Van Eenema en de zijnen om daar een reus achtig congresgebouw neer te zetten. KO BRT TOR IER ZO AF EN TOE SLAAT HOLLYWOOD een blik in zichzelf en bezint zich op het eigen filmbedrijf- Wij danken daaraan „All about Eve," hoewel overschat, „Sunset Boulevard", waarin Gloria Swanson haar come back vierde, wij danken daaraan thans „A star is born" met in de hoofdrol Judy Garland. Het pad van een filmster loopt niet over rozen, al lijkt het opper vlakkig gezien het geval. Judy Garland was al een gekende verschijning in de bioscoop theaters, toen zij, door een ziekte gedwon gen, haar carrière radicaal moest afbreken. Het duurde vier jaar voor zij er weer zo ver bovenop was, dat zij zich aan de cri- tische blikken van het publiek kon ver tonen. Die blikken richtten zich vooral op het uiterlijk en wat dat betreft: Judy Gar land is opnieuw een innemende verschij ning. Wat zij innerlijk heeft uitgevochten leest men niet van haar gezicht, maar een feit is, dat haar talent zich in zijn volle wasdom bevindt. Regisseur George Cukor, die tekent voor „A star is born" heeft het zeer gedegen benut om er een film mee te maken, die even karakteristiek is voor de Amerikaanse levensstijl als voor de wereld van de film, waarin zij zich afspeelt. HET VERHAAL GAAT OVER EEN ZANGERESJE, dat door een beroemd filmacteur wordt ontdekt. De filmacteur is op zijn retour. Hij beseft het nog niet, maar de tekenen wijzen erop en de crisis staat voor de deur. Op de dag, dat het zangeresje haar eerste filmtriumf viert, krijgt de acteur zijn congé. Hij is inmiddels met het meisje getrouwd. Naarmate haar ster hoger rijst, daalt de zijne. Meer en meer raakt hij verslaafd aan de drank. Een poging er door een kuur van af te raken loopt op niets uit. Wanneer hij hoort, dat zijn vrouw haar carrière wil beëindigen om zich voortaan aan hem alleen te wijden pleegt hij zelf moord. De eerste keer, dat zijn echtgenote weer voor het voetlicht verschijnt, eert zij zijn nagedachtenis op even eenvoudige als sublieme wijze. Zij zal niet meer ge noemd worden met haar naam als ster. Zij zal mevrouw Norman Maine heten naar de naam van haar gestorven man. Wie deze korte weergave van de inhouu leest zal niet ontkomen aan de indruk, dat het er soms nogal melodramatisch toegaat en inderdaad heeft regisseur Cukor de melodramatiek niet kunnen vermijden. De zelfmoord en wat eraan voorafgaat moge dan in het verhaal aannemelijk zijn, ze is met heel weinig orginaliteit en strikt vol gers de geijkte regelen der dramatiek ver werkt. Ook de manier, waarop het zangeresje wordt overreed om toch haar filmloopbaan y ioc.oxïoooooooooocooocxxxïooroooooooocxxx vxyxjooooooouooot 3 (Van onze correspondent in Parijs) I Audrey Hepburn heeft nu ook :j eveneens incognito enkele dagen in Parijs doorgebracht. Haar bezoek betrof hier echter geen familie-aangelegen- X heid, zoals in Nederland, maar zakelij- 3 ke besprekingen. Zij kwam om nog een 3 V paar détails te regelen voor een vol- 8 gend en langer verblijf in September, wanneer ze hier onder leiding van Wil- y iiam Wyler een film komt maken. Deze 8 j.- eerste Franse film van Audrey Hepburn 8 zal „Ariane, jeune fille Russe" heten. c Dit wordt een nieuwe bewerking van 8 8 het bekende boek van Claude Anet, dat 8 P onder de titel „Ariane, een Russisch 8 meisje" in Nederlandse vertaling is y verschenen. De titelrol werd jaren ge- 3 leden al eens door de Franse actrice 8 J Gaby Morlay gespeeld. Audrey heeft ook nog andere Franse 8 filmplannen. Na „Ariane" hoopt ze de 8 droom te verwezenlijken, die alle grote actrices koesteren: de hoofdrol in „L'Aiglon" naar Edmond Rostand's X door Sarah Bernhard beroemd ge- y maakte stuk, dat men in Nederland als 3 „Het Adelaarsjong" heeft kunnen zien. Over dat project wilde ze nog maar weinig bijzonderheden loslaten. Vast staat daarentegen wel, dat zij nu defi- j nitief geweigerd heeft de hoofdrol te p j spelen in een film, die naar de roman X „Bonjour Tristesse" in internationale o j „bestseller" van de 18-jarige Frangoise X Sagan zal worden vervaardigd. 8 „Voor de rol van dat perverse jonge 3 meisje voel ik helemaal niets", zo heeft 8 Audrey nogmaals gedecideerd maar X j vriendelijk verzekerd. Intussen vertoeft Audrey Hepburn j in Italië om daar, samen met haar man 8 Mell Ferrer, de opnamen te voltooien 8 van de film „Oorlog en Vrede" naar Tolstoy's beroemde roman. i 8 ooooocxxcoooooocxxiootxicxxxxxioooocxxxxoooooooooocxxncxx*»' voort te zetten is allesbehalve geloofwaar dig. Judy Garland bezondigt zich soms aan een larmoyante toon. Wat er tegenover staat is echter bijzonder imponerend. Ik hoorde via de radio haar song „The man that got away" en ik moet bekennen, dat ik er absoluut niet van onder de indruk geraakte. Judy Garland dit lied zien zin gen is evenwel iets heel anders, het is iets van een andere orde en wel van de film orde. Zij is pathetisch, maar hoe voortref felijk wordt die pathetiek in het beeld op gevangen en verwerkt. En hoe geestig is haar „eenmansshow", wanneer zij een imitatie geeft van de song, die zij als film ster moet „brengen", hoe vol actie en vol camera-actie, die men met de hare vereen zelvigt. Een ander lied met name„I was born in a trunk," dat een klein beetje haar eigen levensgeschiedenis is, verenigt alle kwaliteiten van de filmkunst in zich. De woorden worden alle beeld en wel zo rhythmisch zuiver, dat men opnieuw ge neigd is Judy Garland alleen de eer te doen toekomen, die zij toch op zijn minst met George Cukor moet delen. De stem en de persoonlijkheid van Judy Garland vor men met het beeld van George Cukor een onverbrekelijk geheel. De montage bedjijft Cukor wel heel knap, vooral in de over rompelende beginscènes. „A STAR IS BORN" zal vooral de mo derne toeschouwer aanspreken en de (van moderne muziek houdende) jeugd in het bijzonder. Dat kan geen kwaad, want er is film te zien, goede film, die zich bepaalde lijk niet aan de muziek ondergeschikt heeft gemaakt. Zo pas klinkt een film u als mu ziek in de oren! P. W. FRANSE Dr. J. M. Somer, die ons in enkele lezin gen al eerder het een en ander vertelde van zijn ervaringen als hoofd van het Lon- dense Bureau Inlichtingen der regering- Gerbrandy in de jaren 19431945, heeft thans de volledige historie van zijn dienst te boek gesteld*). Het is een document humain geworden: een sober en aangrijpend relaas van de mannen en vrouwen, die als Engelandvaarders uit de hel der Duitse dwingelandij ontsnapten, maar zich toch zonder aarzelen beschikbaar stelden om, na een harde training, als geheime agenten terug te keren naar het bezette vaderland teneinde de vijand afbreuk te doen. Ver- scheidenen van hen verloren daarby het leven, maar anderen namen hun taak over en wisten tenslotte het werk tot een goed einde te brengen, ondanks tegenslagen, verraad en vertwijfeling. Kolonel Somer's boek schildert een levendig beeld van hun strijd tegen de achtergrond van die chaoti sche jaren en verheelt daarbij niet, dat vele mislukkingen te wijten zijn aan de fouten, misverstanden en onenigheden die zich zowel in Londen als in bezet gebied voordeden. Een boeiend en objectief stuk oorlogsdocumentatie dat de volle belang stelling van iedere Nederlander waard is. H. C. Dr. J. M Somer: „Zij sprongen In de nac: t. de Nederlandse Inlichtingendienst van I943-1B43" Uitgeverij Van Gorcum en Comp te Assen In de film „A Star is born" vertelt Judy Garland al dansend en zingend het levensverhaal van een filmster, die via honderden engagementen eindelijk be roemd wordt. Hier is een scène uit deze levensloop welke tot titel draagt „I was born in a trunk" en die een fascinerend stuk film werd: zang en dans tot beeld beweging geworden, teder, ironisch, vrolijk, ontroerend. OP 9 MEI is het honderd jaar geleden, dat Julius Röntgen te Leipzig geboren werd. Als drieëntwintigjarige kwam hij naar Nederland, om het trouw te blijven tot zijn dood. Voor Röntgen was ons land overigens niet geheel en al vreemd gebied: zijn vader, de violist Engelbert Röntgen, was in Deventer geboren. Zijn er nu nog redenen om Julius Rönt gen te herdenken? De generatie, die zijn zeer persoonlijk, door warme spontaneïteit boeiende pianospel gehoord heeft, is voor een groot deel ver dwenen en de belang stelling voor zijn com posities is, bij de steeds toenemende snelheid waarmee muziekwerken verou deren, aanzienlijk ge slonken. Inderdaad, de muziektaal van Julius Röntgen wijkt wel zeer af van die, welke door de jongeren van nu gesproken wordt. Toch behoeft men nog niet zo ver te gaan als Peter van Anrooy deed, toen hij zei: „Ik houd niet van moderne mu ziek, want ik heb het gevoel of ik daarbij altijd in de mótregen loop", om tegenwoor dig zo nu en dan te verlangen naar wat meer zonnewarmte, naar onbevangenheid en natuurlijkheid, eigenschappen die men in Röntgens persoonlijkheid in hoge mate aantrof. Afgezien echter daarvan komt het mij voor, dat Röntgens verdiensten voor ons muziekleven, een simpel woord van erkenning op dit eeuwgetijde ver te boven gaan. Julius Röntgen heeft zich met de groot ste belangstelling verdiept in de bronnen, waaruit onze vaderlandse muziek de krachten zou moeten en kunnen putten, wilde zij de naam Nederlandse muziek ten volle waardig zijn. Met niet aflatende ijver bestudeerde hij onze oude volksliederen, onze oud-vaderlandse componisten en werkte hij met gelijkgestemde tijdgenoten samen om ons rijke folkloristische bezit tot gemeengoed te maken. Hij voorzag met zuiver begrip voor de karaktereigenschap pen onze volksmelodiën tal van oude liede ren van stoere en raak-getroffen begelei dingen en overtrof in deze kunst stellig zijn grote tijdgenoot Johannes Brahms, die voor zijn Duitse volksliederen zeer zeker fijnzinnige pianobegeleidingen schreef, die door hun rhythmische en harmonische dé tails echter de eenvoud van het lied vaak schaadden. De liefde voor het oud-Nederlandse lied drong hem ook tot instrumentale bewer kingen en zo ontstonden de suite „Oud- Nederland" voor orkest, de Boerenliedjes en contradansen in meer dan één instru mentale zetting. RÖNTGEN WAS nog maar enkele jaren in ons land, toen hij met andere toonkun stenaars tot de overtuiging kwam, dat aan het hoger muziekonderwijs nog zeer veel ontbrak. Een conservatorium bestond nog niet. Den Haag bezat een Koninklijke Mu ziekschool, die echter pas in 1900 tot Ko ninklijk Conservatorium zou worden ver heven. In Juni 1883 schrijft Röntgen aan Critische terugblik Honderd families regeren in Perzië over achttien millioen mensen. Zij bezitten de grond, de industrie, de handei en wat ver der bezitswaardig is Boeren en arbeiders leven in bittere armoede. Zijn de tijden slecht of de oogsten schraal dan sterven duizenden de hongerdood. Najmeh Najafi is geboren in een van de honderd families en zij beseft dat het een voorrecht is. Nu studeert zij in de Verenigde Staten en werpt vandaar een soms naïeve en vaak critische terugblik op het geboorteland, dat zij na afloop van haar studie wil helpen hervormen. „Myn hart is in Perzië" (Zomer Keuning te Wageningenj is de titel van het boek waarin zij met hulp van een Amerikaanse vriendin vertelt, hoe haar sociaal besef ontwaakte en groeide. De steeds sterker wordende wens iets voor haar volk te doen verhinderde haar in het huwelijk te tre den, zoals haar vriendinnen reeds op zeer jeugdige leeftijd deden. Tenslotte begint zij een modezaak met atelier in Teheran, maar ook dat bevredigt haar niet. Zij sluit haar winkel, doet het atelier over en ver trekt naar New York, in de hoop daar te leren, wat vrouwen in haar Mohamme daanse vaderland wordt onthouden. Grappige tekeningen van de schrijfster staan tussen de tekst, die voortreffelijk door T. B. van Houten uit het Engels is vertaald. De gecalligrafeerde hoofdletters zijn van Henk Krijger, hetgeen nergens staat vermeld. AB zijn ouders te Leipzig: „Wij zullen spoedig een bespreking hebben met Coenen over de oprichting van een Conservatorium, een gedachte die ons reeds lang bezighoudt. Daniël de Lange, Messchaert Coenen en ik willen samenwerken en de zaak goed aan pakkenMen moet bedenken, dat in een stad als Amsterdam een conservatorium kan bestaan, te meer daar wij nu spoedig een grote concertzaal (het Concertgebouw W. A.) en tenge volge daarvan een eigen orkest zullen krijgen." Met welk een idea lisme men begon, blijkt uit een volgen de brief: „Wij vieren verbinden ons voor twee jaar tot vier les uren per weeek, die wij.... voor niets zullen geven". Hij hoopt intussen dat de Maatschappij ter bevordering der Toon kunst, die men wil inschakelen, honoraria zal kunnen geven. In September 1884 werd het Conservatorium geopend. Men begon met 32 leerlingen. Door zijn veelzijdig kunstenaarschap en zijn artistieke samenwerking met de grote zanger Johannes Messchaert, werd Rönt gen een man van internationale bekend heid, bevriend met kunstenaars als Brahms, Joachim, Stockhausen, Casals en vele an deren. Oe vriendschap met Edvard Grieg vooral was een kostbaar bezit in zijn leven. Zij eindigde pas met Griegs dood. die Röntgen trof als een zwaar, persoonlijk leed. Enige jarfn later publiceerde hij een biografie van de Noorse componist, waarin elke bladzijde een getuigenis is van de hechte banden, die tussen beide kunste naars hadden bestaan. Röntgens persoonlijkheid is in zijn latere levensjaren soms als een brave, goedige, Duitse Nur-Musiker afgeschilderd. Geheel ten onrechte. Aan Schumanns eis: „dat kunstenaars volledige mensen moeten zijn, die Jean Paul en Shakespeare begrijpen" voldeed hij ten volle. Als jongeman vertaal de hij Sophocles' Electra uit het Grieks in het Latijn. In zijn brieven vinden wij tal rijke bewijzen van de breedheid van zijn oordeel. Een paar voorbeelden. De Brahms- vereerder over Wagner: 17 Mei 1898 aan Grieg:Het werk (Götterdammerung) heeft weer de grootste indruk op ons ge maakt, het is wel het geweldigste, dat Wagner geschreven heeft, ook als drama beschouwd." César Francks muziek was in 1895 ii. Nederland nog weinig doorgedrongen. Röntgen dirigeerde zelf in dat jaar Francks Béatitudes. In een brief aan Grieg schrijft hij daarover:Het is een meesterwerk van vinding en verwerking. Men weet niet wat men meer moet bewonderen, de schoonheid der muziek of het meesterschap van het kunnen." BEHALVE ZIJN kunstenaarschap bezat Röntgen nog een andere, niet te onder schatten eigenschap: hij was een buitenge woon goed mens. En dat in de ruimste zii» van het woord. WILLEM ANDRIF.SSEN 99

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1955 | | pagina 12