Doelmatigheid kreeg schone gestalte
in het Juliana-Ziekenhuis
mmsm HLflpHMR ffl
Vierde jaargang „Zwart en Wit"
Gevoelige en kunstzinnige geest
in ziekenhuis te Terneuzen
Pro-Duitse auteur poseerde
voor beeld van Churchill
mm
Jeugdfilm
WERK VAN
HAARLEMSE
ARCHITECT
i unctionalisme
in klassieke
vorm van
onopzettelijke
eenvoud
aim «ta»
VIT HET vlakke polderland om Terneuzcn verrijst een indruk
wekkend gebouw, dat de bezoeker opvalt door zijn forse lijn
enerzijds, terwijl bet anderzijds toch niet zwaar of massaal aan
doet. Het is het Juliana-Ziekenhuis, een Protestants-Christelijk
streekziekenhuis, dat gisteren door de vorstin, wier naam het mag
dragen, officieel werd geopend. Nu Haarlem zelf eerlang voor de
noodzaak van de bouw van een nieuw St. Elisabeths Gasthuis
komt te staan - op het gemeentelijk investeringsprogramma is
daartoe voor 1958 vier millioen uitgetrokken, als eerste fase van
een totale raming van twintig millioen - is er alle aanleiding
nader in te gaan op dit model ziekenhuis in Zeeuws-Vlaanderen,
dat weliswaar veel kleiner is dan het gasthuis dat Haarlem nodig
zal hebben, maar dat toch alle elementen bevat welke voor zie-
kenhuisbouw representatief zijn.
DE HAARLEMSE architect J. P.
Kloos kreeg in 1947 de op
dracht tot het ontwerpen van dit
ziekenhuis. Zoals bij elke utili
teitsbouw het geval is, werd ue
eerste periode gewijd aan het op
stellen van een programma va.n
eisen. Twee jaar later had het
ontwerp echter zijn definitieve
vorm gekregen, zoals het nu ook
is uitgevoerd. Het duurde tot
1951 voor met de bouw, wel'ke in
de herfst van het vorige jaar was
voltooid, kon worden begonnen.
Men moet daar niet te licht over
denken: de grote spanne tijds
welke tegenwoordig pleegt te
verlopen tussen de antwerppe-
riode en de eigenlijke uitvoering
moet wel remmend werken op de
scheppingskracht van de bouw
meester en zijn medewerkers.
Daar kwam in dit geval nog
een bijzonder funeste factor bij:
de juist uitgebroken oorlog in
Korea. Van meet af hebben de
architect en zijn opdrachtgevers
voortdurende zorg gehad door de
onophoudelijke prijsstijgingen.
Daarbij kwam nog dat de ge-
isoleerde ligging van Zeeuws-
Vlaanderen speciale maatregelen
eiste, zoals de vestiging bij het
bouwterrein van tijdelijke wo
ningen voor de werklieden en
hun gezinnen. Om in concrete
fijfer§ uit te drukken: dit zieken
huis heeft 37 mille per béd ge
koot, een getal dat ongetwijfeld
iedereen aan het schrikken zal
maken, die het getal van twintig
mille per bed in zijn hoofd heeft.
Maar dat laatste omrekeningscij-
fer is als elk ander globaal. Daar
in zijn niet begrepen de medische,
verpleegkundige en huishoudelij
ke inventaris, de verwervings
kosten van het bouwterrein, de
diverse onkosten en de bouw-
lente, onderdelen van de reke
ning welke in Terneuzen bijna
een millioen hebben gevergd.
Voor de bouw, de installaties, de
aanleg van wegen en tuinen, de
bouwtechnische installaties, de
meubilering eft de stoffering als
mede de directiekosten moest
ruim vier millioen worden betaald.
Maar voor die vijf millioen heeft
men dan ook een ziekenhuis ge
kregen, dat zijn opdrachtgevers
en ontwerper eert
HET Juliana-Ziekenhuis bevat
honderdzesenveertig bedden, waar
van zeventig in de derde klasse,
vijftien in de eerste en tweede
klasse, veertien op de kraamafde-
ling, vijftien op de kinderafdeling,
vierentwintig in een oorspronke
lijk voor tuberculose-pallënten ge
reserveerd, maar thans voor hen
die een neurologische en/of psy
chiatrische behandeling moeten
ondergaan bestemd paviljoen en
tenslotte nog een vijftal bedden
voor diverse bestemmingen als
isoleerkamer en zieke verpleeg
sters.
De grootste kamer die de derde
klasse-afdeling kent telt zes bed
den. Er zijn er echter ook met
vier, twee en één bed (den). De
laatste zijn uiteraard bestemd
voor de ernstige zieken. Deze af
deling is ondergebracht op de be
gane grond en de eerste verdie
ping. Beneden vinden de patiënten
aan interne ziekten een plaats
in de onmiddellijke nabijheid van
laboratorium en kamers voor
röntgenologie en psysische the
rapie. De eerste verdieping is be
stemd voor de chirurgische pa
tiënten. Daar bevinden zich dan
ook de twee grote en een kleine
operatiekamers met voorberei-
dingsvertrekken.
De kraamafdeling bevindt zich
op de derde étage. Twee kamers
(met elk twee bedden) worden
steeds gescheiden door de baby
kamer, waarop men dus telkens
vier wiegen aantreft. De architect
wilde op deze wijze het contact
tussen rnoeder en kind ook in de
kraamtijd en „zeufs" in een zie
kenhuis zo intiem mogelijk maken.
Öp de babykamer kunnen de moo-
ders tevens profiteren van een
klein balcon.
Deze opzet is nieuw voor Ne
derland In Frankrijk werden op
deze wijze de laatst jaren reeds
meer kraamafdelingen ontworpen,
hetgeen de heer Kloos onbekend
was en werd dan ook door het
Bouwcentrum in zijn voorlichten
de documentatie overgenomen.
KENMERKEND voor de kin
derafdeling op de vierde verdie
ping zijn de ruimte speelterrassen,
welke beveiligd zijn met wanden
van spiegeldraadglas.
Een aparte vleugel herbergt de
polikliniek met behandelruimten
voor een hele reeks specialisten.
In het souterrain bevinden zich de
„technische" dienstruimten, zoals
de wasserij. Tenslotte is er een
zusterhuis met ruim zestig één
persoons kamers, waarvan zeven
tien een eigen balcon hebben. De
verpleegsters kunnen er genieten
van een ruim uitzicht over de
Schelde, in het bijzonder op het
beschutte dakterras, waarop zij
kunnen zonnebaden.
INTUSSEN IS met deze sum
miere opsomming het wezen van
dit gebouw niet benaderd, hetgeen
toch het belangrijkste is, wat er
van een architectonische schep
ping valt te zeggen.
Men kan de essentie van het
Juliana-Ziekenhuis te Terneuzen
met twee woorden omschrijven:
het is compact en geconcentreerd.
Maar daarmee is men er nog niet.
Men zou net zo goed kunnen con
stateren, dat het 33.883 kubieke
meter ombouwde ruimte om
vat, dat het een betonskelet heeft
en dat de gevels bestaan uit geel
grijze kjiykers en^ betonelementen.
Daarmee zijn uiterlijke kenmer
ken aangetoond. Maar het inner
lijk van dit gebouw werd bepaald
Getekend grapje uit „The Daily Herald".
De Zuidzijde van het beddenhuis.
De begane grond en de eerste ver
dieping zijn over de breedte van
vier zalen op consoles uitgebouwd,
omdat hierin drie bedden achter
elkaar geplaatst zijn. Deze voor
sprong is gebruikt voor de bal-
cons van de klassekamers op de
tweede verdieping. Achter de log
gia's van de derde verdieping lig
gen de babykamers in de kraam
afdeling. De terrassen van de kin
derafdeling op de vierde verdie
ping zijn afgeschermd met spie-
geldraadglas. Op het dak het
zonnebad met berging deksloelen
en aansluitend op het trappenhuis
rechts, dat toegang geeft tot het
zusterhuis. Rechts van het zuster
huis een gedeelte van het pavil
joen. Links van de dichte U'tcn-
schacht de doktoren'a tv-r.
De auteur Gerard Hamilton, die in beide wereldoorlogen in Enge
land achter slot en grendel heeft gezeten wegens pro-Duitse activi
teit, heeft, naar de Daily Express onthulde, als model gediend voor
het Churchill-standbeeld.
Toen Chur(chill dit ter ore kwam, vroeg hij of er niet iemand anders
had kunnen worden uitgekozen. Hamilton heeft precies hetzelfde
figuur als Churchill en loopt ook iets voorover. Hij poseerde meer
dan zestig keer voor de beeldhouwer in soortgelijke kleren als Chur
chill gewoonlijk draagt. Het model werd gebruikt om Churchill's
lichaam af te beelden ,maar diende uiteraard niet als voorbeeld voor
zijn hoofd.
De beeldhouwer, die uit zijn land gevlucht Is, verklaarde dat hij
niets van Hamilton's verleden wist. Indien dat wel het geval ware a
geweest, zou hij hem zeker niet hebben verzocht te poseren.
De kinderafdeling op de hoogste
verdieping is omgeven door speel
terrassen, welke door wanden van
draadspiegelglas zijn beveiligd.
De foto is, evenals de overige
illustrates uon dit artikel
van J. Versnel.
doordat de architect een schone
gestalte wist te geven aan doel
matigheid en constructiemiddclen.
Juist door de consequente verbin
ding van deze twee alles-overheer-
sende elementen kreeg het Julia
na-Ziekenhuis z\jn ook aesthetisch
imponerende gestalte, welke van
een onopzettelijke eenvoud is. Pa
radoxaal geformuleerd kan men
zeggen, dat het functionalisme
EEN ANDER PUNT, waaraan
men bijzondere aandacht heeft ge-
(Zie verder pagina 5)
hier een klassieke vorm kreeg.
Een dergelijk resultaat wordt
echter slechts bereikt na vele
uren van vooraf-denken. Architect
Kloo3 heeft er heel wat gesprek
ken opzitten met deskundigen op
velerlei terrein, met de genees
heer-directeur dr. H. A. Bolarnl
vooral, maar ook met patiënten.
Van de laatstcn leerde hij de er
gernis der geluidshinder in vele
ziekenhuizen kennen en aan de
voorkoming daarvan zijn dan ook
heel wat gedachten eerst en ab-
sorptiematerialen later gewijd.
MS
»u»m
snivfKKH»:
*3919HS«i
99«*i
mm lais?
HET driemaandelijks tijdschrift
„Zwart en Wit" is de lezers van
ons blad niet onbekend, want er
Werd al enige keren over deze pe
riodiek verschijnende uitgave wel
ke alleen tekeningen bevat, met
waardering geschreven. Uit het
laatste nummer, dat twee kwar
talen omvat en dus aanzienlijk
omvangrijker is dan de andere,
worden hier weer eens twee teke-
nigen gereproduceerd, één van
Henk Broer, die de laatste jaren,
mede door de uitgaven van „Zwart
en Wit" als illustratief tekenaar
bekendheid gekregen heeft en één
van Max Velthuys uit Den Haag.
Een andere reden om nog eens
uw aandacht op het blad te ves
tigen is het feit dat „Zwart en
Wit" dit najaar zijn eerste lus
trum met een tentoonstelling
uiteraard alleen van tekeningen,
in het Stedelijk Museum te Am-
(Vervolg van pagina 4)
wijd, is de ontvangst en de „ver
werking" der bezoekers. Z(j kre
gen een afzonderlijke ingang,
waar zij kunnen wachten tot het
bezoekuur begint in een eenvou
dige maar geriefelijke hal, waar
aan een kiosk nog gelegenheid
bestaat fruit en andere bewijzen
van toewijding aan de patiënten
te kopen. Vervolgens bereiken zij
direct de trap welke hen op de
verdiepingen in de onmiddellijke
nabijheid van de ziekenkamers
brengt, zodat elk overbodig geloop
door lange gangen wordt verme
den, hetgeen voor de bezoekers
meer tijd aan het bed van hun re
laties en voor het personeel min
der schoonmaken van de gangen
en gemakkelijker controle bete
kent.
Dezelfde aangeboren zin voor
efficiency treft men ook aan by
toegang, ligging en indeling der
dienstruimten in het souterrain.
In combinatie met de oprit tot de
hoofdingang werd hier een dyna
misch aspect verkregen, een dyna
miek welke trouwens ook spreekt
uit de subtiele wijze waarop het
gehele complex „geleed" is.
HEEFT DE architect dan al
leen maar oog gehad voor techni
sche détails? Wie gevoel heeft
voor de veelzijdige kleurschake
ringen in het interieur weet wel
anders. Èn ook de kieurreproduc-
ties achter glas verraden een even
kunstzinnige als gevoelige geest.
In vele vertrekken kan men wer
ken aantreffen van Van Gogh,
Gauguin, Chagall en Picasso.
Liefdevolle toewijding spreekt
vooral ook uit het met grote zorg
ontworpen mortuarium, een stijl
vol laatste verblijfplaats in ronde
vorm. waar een pergola in een
halve cirkel als het ware de
scheidslijn en overgang van leven
en dood markeert.
ZO VORMT het Juliana-Zie
kenhuis van J. P. Kloos de bekro
ning van een langdurig rijpings
proces. Zelf vindt hij het nog niet
volmaakt. Enige délails zou hij
verstilder hebben gewenst. Wat
dat betreft krijgt hij volop gele
genheid zteh te revancheren, al
lereerst in Almelo, waar een door
hem ontworpen ziekenhuis met
ongeveer driehonderdvijftig bed
den thans bestedingsklaar is, en
dan in Groningen, waarvoor de
ontwerpen ook gereed zijn.
Daarnaast bereikten deze Haar-
c lemse architect Jiog opdrachten
voor uitbreidingen en verbouwin-
pc» van ziekenhuizen in Gouda,
Kampen en Apeldoorn, hetgeen
het bewijs moge vormen, dat ook
anderen door geest en vakman
schap welke in Terneuzen tot uit
drukking kwamen, geïmponeerd
zijn geraakt. J. H. B.
De hoofdhigang, gezien van de
verdiepte dienstweg. Rechts onder
het perron de fietsenbergplaats.
In de verte ziet men het over-
bouwde Zusterhuis op kolommen.
Daaronder is de ingang van het
Ketelhuis: de auto's rijden daar
ter plaatse over de cokesbunker,
welke van stortluiken is voorzien.
Halverwege de dienstweg komt
men langs de ingang voor de huis
houdelijke dienst, waar tegenover
de bergplaats voor brandbare
vloeistoffen in het massief van de
oprit is ingebouwd.
De hoofdingang zelf bestaat uit
twee delen. Het linkergedeelte
met het tochtportaal wordt ge
bruikt door degenen, die te voet
het gebouw ingaan, dus ook door
op te nemen patiënten. Binnen
komend vindt men links de por
tiersloge, die op de Administra
tie-afdeling aansluit. Het rechter
gedeelte van de hoofdingang biedt
onder de luifel een beschutte
ruimte, waar de ambulance-auto
achteruit wordt geplaatst. Door de
ingangsdeur aldaar bereikt men
het ontvangstportaal. Rechts van
de hoofdingang bevinden zich de
kamer van de geneesheer-direc
teur en vervolgens de polikliniek.
Op de eerste verdieping ziet men
de ramen van de operatieafdeling.
De wachthal voor het patiënten-
bezoek. Rechts het buffet, waar
briefkaarten, vruchten, versnape
ringen en dergelijke kunnen wor
den gekocht. Buiten de links
zichtbare buitendeuren liggen
voetroosters. Tussen deze buiten
deuren en die welke rechts toe
gang geven tot het trappenhuis,
liggen rubberringmatten en cocos-
matten. De vloer is met basal-
tinetegels belegd.
sterdam zal vieren. De vele mede
werkers van „Zwart en Wit" zijn
niet, zoals u misschien zoudt den
ken uitsluitend grafici of teke
naars. Veel van de gereproduceer
de tekeningen zijn van de hand
van schilders en dragen daarvan
ock de eigenaardige kenmerken.
Welke evolutie de kunst ook
mag ondergaan, één ding zal wol
nooit veranderen en dat is de
nooefzaak en behoefte om te teke
nen die iedere generatie van kun
stenaars opnieuw ondergaat. Al
tekenende verkent de beeldende
kunstenaar de hem omgevende
wereld en ontgint daarmee tevens
zijn eigen visie. Tekenend door
dringt hij niet alleen de werke
lijkheid buiten hem. maar leert
hii ook zich zelf en zijn eigen mo
gelijkheden en begrenzingen beter
kennen.
Dit aftaston van twee gebieden,
buiten en binnen ons, Is steeds
opnieuw een boeiend spel. En de
resultaten, die dit weerspiegelen,
vormen door alle cultuurperioden
heen een menselijk document van
onschatbare waarde. Een tijd
schrift, dat zich tot taak stelt een
greep te doen uit dit materiaal
van de thans levende kunstenaars,
doet daarmee dan ook een in vele
opzichten goed werk.
Het kan er ook toe bijdragen
dat de tekening als illustratie
of opgenomen in advertenties, zo
als wij dat onlangs tot onze
vreugde zagen meer populair
wordt. De gewoonte om een teke
ning van een bekende kunstenaar
te reproduceren als blikvanger
voor een adverterende firma, die
daarmee tevens haar goede smaak
demonstreert, bestaat in Dene
marken al zeer lang en maakt
het doorbladeren van de adver
tentiepagina's ook tot een artis
tiek genoegen, hetgeen men bij
ons niet altijd kan zeggen.
„Zwart en Wit" laat regelma
tig zien dat Nederland een groot
aantal knappe tekenaars bezit,
die het ook niet aan spiritualiteit
mankeert. Het uitstekend ver
zorgde blad verdient daarom be
langstelling in ruime kring.
OTTO B. DE KAT
Tijdens het verleden zomer te
Locarno gehouden festival kwa
men onder auspdcian der UNESCO
vertegenwoordigers van het in
ternationale filmbedrijf bijeen om
besprekingen te voeren over de
productie, de distributie en de
vertoning van specical voor de
jeugd bestemde films.
In een uitvoerige resolutie werd
duidelijk te kennen gegeven, dat
het filmbedrijf zich niet alleen
dient maar ook wenst bezig te
houden met deze materie. Er wer
den aanbevelingen en aanwijzin
gen dienaangaande opgesteld. Een
beroep op de UNESCO werd ge
daan om een werkgroep in het
leven te roepen om deze te Lo
carno begonnen practische arbeid
voort te zetten en aldus te komen
tot een permanente internatio
nale samenwerking ten behoeve
van de kinderfilm en haar ver
toning. Tegelijkertijd werd de
wenselijkheid uitgesproken, dat
ten behoeve van het filmbedrijf
een conferentie zou plaats hebben
van deskundigen met het doel de
psychologische en paedagogische
vraagstukken te bestuderen, wel
ke verbonden zijn aan de produc
tie en vertoning van kinderfilms.
Op de algemene vergadering
der UNESCO in December 1954 Ie
Montevideo werd het besluit ge
nomen om in het najaar van 1955
een bijeenkomst te houden van
gedelegeerden van de internatio
nale filmorganisaties en van en
kele internationale lichamen, die
zich met de jeugd bezig houden,
teninde tot het bedoelde interna
tionale bureau voor de kinder
film te komen. De verder door
het filmbedrijf wenselijk geachte
bijeenkomst van deskundigen
heeft einde Mei en begin Juni te
Luxemburg plaats gehad op ini
tiatief van het bestuur der „Fra-
ternité Mondiale" te Genève.
De UNESCO was bij de inter
nationale ontmoeting, die vijf
dagen duurde en waarvoor het
aantal genodigden tot veertig was
beperkt, vertegenwoordigd. Het
bleek, dat men dank zij de bijeen
komsten-van-deskundigen, die in
de voorafgaande jaren hadden
plaats gehad, alsmede het te Pa
rijs in Februari 1955 gehouden
„wereldcongres der filmologie" te
Luxemburg in staat was tot dui
delijke richtlijnen voor onderzoek
en organisatie inzake kinderfilm
te geraken. De psychologische as
pecten van het vraagstuk zowel
als de technische (de selectie van
films, de organisatie van de voor
stellingen, de overheidsfacilitei-
ten en dergelijke), alsmede de
sociale werden dan ook behan
deld met volle zin voor de prac
tische bruikbaarheid van de te
trekken conclusies. Verder werd
voldaan aan de te Locarno door
het internationale filmbedrijf
eveneens geuite wens, dat van
wege de niet tot het bedrijf be
horende experts op het gebied van
film en jeugd een internationaal
centrum zal ontstaan, dat kan
voldoen aan de samenwerking
met het (door de UNESCO) tot
stand te brengen, hierbovenge-
noemde internationale bureau
voor de jeugdfilm.
Voor Nederland waren tot
deze conferentie uitgenodigd dr.
J. M. L. Peters (directeur der
Nederlandse Onderwijsfilm en
adviseur van 't Nederlands Film
instituut) en de heer J. Pront,
voorzitter van het instituut „Film
en Jeugd".
„WILHELM TELL" IN
IIET FRIES
De Friese toneellitteratuur Is
verrijkt met een vertaling, die de
auteur Marten Sikkema (pseudo
niem voor drs. G. A. Gezelle
Meerburg,wetenschappelijk hoofd
assistent der Fryske Akademy te
Leeuwarden) heeft gemaakt van
het drama „Wilhelm Teil" van
Friedrich von Schiller. liet stuk,
dat een bezetting van ongeveer
zestig personen vraagt, zal zijn
première beleven in 't openlucht
theater te Beesterzwaag op
„Mienskipsdei" 9 Juli, de jaar
lijkse culturele manifestatie in de
gemeente Opsterland.
De regie wordt gevoerd door
mej. Aafje Top en de heer Johaai
Lauxstermann uit Amsterdam.