„DESSO"-tapijt
Een faun in de balletstudio
Operette in de openlucht
Mahlers Derde Symphonie
onder Paul van Kempen
De schimmen
van het duister
Clowntje Rick
O
Zeldzaam gelukkig programma
van New York City Ballet
Nieuwe emissie of
liquidatie maatschappij
„Schandaal in Parijs"
9
In 48 uur een pantalon
gemaakt
College van Beroep voor
Bedrijfsleven geïnstalleerd
FEUILLETON
door Boilleau Narcejac
^Voor de kinderen
TINTGEVENDE
HAARWASSING
Examens
HOLLAND
FESTIVAL
HOLLAND
FESTIVAL
ZATERDAG 2 JULI 125 5
ADVERTENTIE
De firma Douwma, Gen. Cronjéstraat 40-44,
heeft een nieuwe afdeling geopend, waardoor
zij in staat is, binnen 2 x 24 uur een pantalon
naar maat te maken. Keuze uit 12 verschil
lende kleuren, van 38.tot 54.
Het noud van de Renate Leonhardt
De heer P. Visser voorzitter van de coö
peratieve bergingsvereniging Renate Leon
hardt", blijft ondanks de minder gunstige
berichten over de werkput voor de berging
van het goud bij Texel optimistisch ge
stemd.
In tegenstelling tot de deskundigen van
Waterstaat blijft hij van mening, dat het
niet nodig is de druk in de bouwput op te
voeren. Zijns inziens za: de put de druk
van buitenaf zeker kunnen doorstaan. Op
voering van deze druk zou volgens de heer
Visser niet alleen zeer kostbaar zijn en
veel tijd vergen, maar bovendien de werk
zaamheden in aanzienlijke mate bemoei
lijken. De heer Visser staat hier tegenover
de heren van Rijkswaterstaat en Arbeids
inspectie. Het is echter de vraag of hij zijn
standpunt zal kunnen blijven handhaven
nu het bestuur van de bergingsmaatschap
pij een deskundige heeft aangezocht om
rapport uit te brengen. In feite is hiermede
de technische leiding uit handen van de
heer Visser genomen. Algemeen wordt
aangenomen, dat er nu slechts twee moge
lijkheden overblijven: de werkput krijgt
alsnog die technische voorzieningen, die
noodzakelijk zijn en gebeurt dit, dan zal
er een nieuwe emissie moeten worden uit
geschreven om dit te bekostigen, of men
besluit tot liquidatie van de bergings
maatschappij Renate Leonhardt.
Een handleiding voor Duitse kluchtspel
schrijvers moet er, dunkt me, uitzien als
een kookboek met slechts één recept. Het
product is tenminste van een schrikwek
kende eenvormigheid. Men moet vooral
geen humor of esprit verwachten in de
platvloerse situaties, die op milde wijze
meestal als „dolle verwikkelingen" worden
beschreven. In dit opzicht maakt „Schan
daal in Parijs" van Franz Arnold, in het
Openluchttheater te Bloemendaal Vrijdag
avond door de Nieuwe Rotterdamse ope
rette vertoond, geen uitzondering, ook niet
in de „Parijse" sfeer, die meer op die van
een Duitse provinciestad lijkt. Als men
over de bezwaren van het genre nu maar
verder heenstapt, valt zeker te constateren,
dat Octave van Aerschots routine hem ook
bij zulk een onvoldoende stof niet in de
steek laat. Door zijn persoonlijkheid was
hij de spil van de voorstelling. Met zijn ge
moedelijke grapjes wist hij de leegheid
van de tekst enigszins weg te spelen. Hij
had daarbij aan Rob Milton, die in zijn
rol van een afgezakte graaf ook meermalen
de lachers op zijn hand kreeg, een be
trouwbare steun.
Loekie van der Ven en Bert Bijnen, het
jonge liefdespaar, bleven beiden angstval
lig binnen de schablone. Loekie van der
Ven heeft echter ongetwijfeld een frisse,
De minister van Justitie, mr. L. A. Don
ker, heeft Vrijdag in het gebouw van
de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gra-
venhage het College van Beroep voor het
Bedrijfsleven geïnstalleerd, nadat de wette
lijke voorwaarden waren vervuld waarop
het college zijn werkzaamheden kan aan
vangen. De minister sprak een rede uit, die
door de voorzitter van het College van Be
roep voor 't Bedrijfsleven, mr. H. Bogaardt
te 's-Gravenhage, is beantwoord.
Als geheel was het
tweede programma
van het New York
City Ballet, dat
Donderdagavond in
de hoofdstedelijke
Stadsschouwburg
werd vertoond, het
beste dat ik ooit van
enig dansgezelschap
ter wereld heb ge
zien. Het was een
artistieke gebeurte
nis van de eerste
orde. Het is moge
lijk, dat men wel
eens sterkere indi
viduele prestaties
heeft gezien of door
incidentele werken
sterker werd ont
roerd, doch dat kan
aan deze algemene
waardering geen af
breuk doen. Er kwa
men van elk der
beide directeuren,
George Balanchine
en Jerome Robbins,
twee werken tot uit
voering: gevormde
persoonlijkheden
met een volstrekt
eigen manier om
zich in bewegings
taal uit te drukken,
beschikkend over een feilloos afgestemd
apparaat van overwegend in eigen studio's
getrainde dansers, van wie de koele allure
van sportiviteit veredeld wordt door mu
zikaal begrip. Maar er heerst ondanks de
verscheidenheid geen verdeeldheid. Zelden
of nooit werd men in het ballettheater zo
overrompelend geconfronteerd met uitin
gen van creatieve geesten, die elkaar aan
vullen.
De voorstelling begon met een reprise
van de door Balanchine mede uit eerbied
voor de oorspronkelijke opzet van Tsjai-
kofsky ingrijpend gewijzigde tweede acte
van „Het Zwanenmeer" met alleen het
Adagio en de pas-de-quatre uit Ivanov's
choreografie. Voor deze nieuwe versie
werden geen andere dan de ook door
laatstgenoemde gebezigde passen gebruikt,
maar vrijwel overal is de pantomime door
dans vervangen. Op deze wijze is de waar
de van de romantische traditie voor het
moderne Amerikaanse publiek acceptabel
gemaakt. Door de zeer suggestieve behan
deling van het corps de ballet is in menig
opzicht de emotionele uitwerkingsterker dan
voorheen, al zouden
er tevens enige
zwakke plekken
zijn aan te wijzen.
Maria Tallchief
die de dag tevoren
enigszins teleur
stelde in het duet uit „Sylvia" rehabili
teerde zich volkomen. Men heeft inder
daad wel eens een meer lyrische vertolking
van de koningin der zwanen gezien, maar
dit is per saldo een tamelijk vaag begrip,
zulks in tegenstelling tot het stijlgevoel dat
hier werd gedemonstreerd. André Eglevsky
had niet veel anders te doen dan te bewij
zen welk een nobele partner hij is.
Ter vervanging van „Four Tempera
ments" op de in de korte tijd van voorbe
reiding niet bevredigend in te studeren
muziek van Hindemith werd thans „The
Cage" van Jerome Robbins op het Concer
to grosso in D voor strijkers van Igor Stra-
winsky vertoond het ballet waarover
drie jaar geleden zoveel ongezond rumoer
dreigde te ontstaan. Zoals men zich wellicht
herinnert, wordt hierin de inwijdingsplech
tigheid van een jonge novice in een mythi
sche eredienst weergegeven, waarbij men
(Les visages de l'ombre)
Uit het Frans vertaald
14)
Ik verzeker je, zei HubertEr is
werkelijk een soort dennegeurHet is
niet erg duidelijk, maar ik begin het nu
ook te ruiken
Dank je, HubertJe bent erg
vriendelijk, maar het is niet de moeite
waard te doen alsof ik gelijk hadIk
heb geen gelijk. Ik ruik dennebomen en
ik vergis mij, dat is allesen jij kunt er
niets aan doen. Niemand kan er niets aan
doenWil je me wat koffie geven?
Dichterbij klonk thans een lang aanhou
dend gerommel, dat echoënd wegstierf.
Het komt door het weer, zei Hubert.
We kunnen beter naar binnen gaan.
Dadelijk.
Hermantier voelde zich uitgeput. In
twee of drie snelle slokken werkte hij zijn
koffie naar binnen, wachtte even, streek
met een hand langs zijn gezicht als om on
zichtbare vliegen te verjagen.
Tanaquil Leclercq en Jacques d'Amboise
in l'Après-midi d'un faune" van
Jerome Robbins.
aan de samenleving der Amazones zou
kunnen denken, hoewel de costuums een
insectengemeenschap sugereren. In ieder
geval sterft de man hierin als prooi van de
vrouw. Het is niet zo erg belangrijk op de
vraag in te gaan of men nu met natuurlijke
instincten dan wel met vergeldingsdrang
heeft te doen hoewel men in het laat
ste geval een interessante vergelijking
met de tweede acte van „Giselle" zou kun
nen maken. Dan blijkt eens te duidelijker
hoezeer de Amerikanen met behoud van
het klassieke vocabulaire een eigen expres
siekracht hebben gevonden. De rol van
Nora Kaye, die zich destijds vooral leerde
kennen als een intens gespannen actrice,
werd nu door Melissa Hayden vertolkt
en dit is ongetwijfeld een verbetering,
want zij gaf met haar fenomenale techni
sche capaciteiten een maximum aan be
heerste heftigheid in deze erotische acro
batiek, die een ongelofelijke zuiverheid
bleef behouden.
Als er op deze avond van een hoogtepunt
sprake kon zijn, dan was het naar mijn
smaak „l'Après-midi d'un faune" van Je
rome Robbins op de gelijknamige prélude,
die Debussy schreef bij een „moeilijk" ge
dicht van Stéphane Mallarmé, dat in 1912
Vaslav Nijinski tot bron van inspiratie
diende bij zijn eerste en waarschijnlijk
bestgeslaagde proeve van choreografie.
Deze maakte er een tweedimensionale be
wegingsstudie van, met als onderwerp een
faun wiens rust door sch'óne nimfen werd
gestoord, naar het voorbeeld van de antie
ke Griekse schilderwijze. Jerome Robbins
heeft evenwel volkomen gebroken met
deze romantische visie op de mythologie.
Als het nylon voordoek is opgetrokken,
ziet men een kale dansstudio, waarin een
jongeman in trainingscostuum zich lan
goureus uitrekt. Dan bemerkt men opeens
de in alle eenvoud verrassende vondst: het
publiek in de zaal is de spiegel, waarin hij
zichzelf met kalm welbehagen bewondert.
Het is een fascinerende studie in wat men
narcisme zou moeten noemen, doch feite
lijk een naar buiten gekeerde vorm van
eigenliefde zonder ziekelijkheid is. Jacques
d'Amboise suggereerde in deze hygiënische
omgeving volmaakt de gewenste luie, zwoe
le atmosfeer van een zomerdag.
Dan komt een ballerina binnentrippelen,
die enige oefeningen gaat doen, zonder dat
men weet of het werkelijkheid is dan wel
wiens droom, maar dan geleidelijk onder
de bekoring komt van de onuitgesproken
begeerte. Als onder hypnose voeren zij een
gymnastisch duet uit, dat waarlijk adem
benemend mag heten. Eigenlijk ben ik nog
tezeer onder de dichterlijke indruk van dit
tedere toonbeeld van geraffineerde ver
beeldingskracht om het werk te analyse
ren. De dagelijkse realiteit van het toege
spitste dansersbestaan moet men misschien
kennen om te beseffen, hoe dicht men door
dringt tot het geheim van de kunstenaar in
de verhouding van zijn „ego" tot de bui
tenwereld. Men zou er lange beschouwin
gen aan vast kunnen knopen over de naar
buiten gekeerdheid van de danser, die ook
technisch zijn houding bepaalt.... Maqr
het wonderbaarlijke is, dat men tevens de
gewaarwording heeft nooit eerder zozeer
tot de kern van Debussy's compositie te zijn
gesleept. Tanaquil Leclercq was ik kan
het niet anders zeggen volmaakt als de
ballerina.
Tot besluit kwam dan nog de brillante uit
voering van de door Balanchine ingenieus
gestelde Symphonie in C, een jeugdwerk
van Bizet, oorspronkelijk voor de Parijse
Opera onder de titel „Palais de Cristal"
Hubert.van man tot man.ben
ik veel veranderd? Zie ik eruit als een
zieke? Jij, die me niet iedere dag ziet, kunt
je er beter rekenschap van geven.
Je lijkt opgewondener, nerveuser
dat is het.
Ik ben vermagerd, niet waar?
Ja.
Dank je, Hubert. Jij hebt de moed
eerlijk te zijn. En zo even.niet waar
heb je geen dennen geroken?
Neen.
Zo moet er gepraat worden.
Je hebt ongelijk, mijn beste vriend,
zoveel belang te hechten aan details,
die
Goed, Goed!.... Natuurlijk, het zijn
maar détailsDat is afgesproken. Ik
accepteer jouw Courcel. Goed beschouwd
heb ik me ook hierin weer kunnen ver
gissen.
Let wel, het is nog niet te laat om
hem te vervangen, als je dat genoegen
doet. Je hebt Mathias, bijvoorbeeld
Ik vraag er niet om dat men mij een
genoegen doet. Houd Courcel naar!
Neem dit hele dossier maar mee, Hubert.
Ik laat je de vrije hand.Ik denk, dat
ik de volgende maand nog niet naar Lyon
zal kunnen terugkeren. Goeden avond,
Hubert, Ik heb er behoefte aan wat te
lopen.Hoe laat is het?
Tien uur. Het is volkomen donker.
Dat doet er niets toe. Goeden avond.
Hermantier liep het tuinpad op. Hij
hoorde hoe Hubert de tafel naar de veran
da sleepte. Hij hoorde ook, rondom hem,
Mahler krijgt op het Holland Festival
ruime kansen. Ging verleden week, onder
leiding van Eduard Flipse zijn Zesde Sym
phonie, op deze laatste dag van Juni diri
geerde Paul van Kempen in het Gebouw
voor Kunsten en Wetenschappen in Den
Haag de fameuze Derde. In deze, in 1895
96 geschreven gigantische symphonie heeft
Mahler de mens
met de kosmos
willen confronte
ren. Waarlijk een
grootse opzet. In
het eerste deel,
dat ongeveer de
helft van het werk omvat, wordt ver
klankt, hoe het rijk der natuur zich uit
spreekt. Oorspronkelijk gaf de componist
hiei-aan de titel: „Pan erwacht; der Som-
mer marschiert ein". In de vijf volgende
delen gaat het om wat de bloemen, de die
ren, de mens, de engelen en de liefde aan
de filosoferende kunstenaar te vertelllen
hebben. Mahler dacht er aanvankelijk aan,
ook „Das himmlische Leben", dat het sluit
stuk geworden is van zijn Vierde Sym
phonie, aan deze kortere delen van de
Derde toe te voegen, en het te noemen:
„Was das Kind mir erzahlt". Het geheel
mocht een duizelingwekkend plan heten,
te geweldiger nog wanneer men het in
verband brengt met de rest van Mahle'rs
symphonisch werk, en dan vooral met de
extatische bekroning die de Achtste daarin
betekent. Dat de realisatie van dit plan
de bedoeling ervan dekt, haar althans
waardig is. kan ik echter, in gemoede, niet
beamen. Men hoort in deze symphonie zo
ontzettend veel banale dingen die het „po
pulaire" op zijn allerdunst illustreren, zo
veel krachtsontplooiing die eigenlijk in
nerlijk leeg blijft, dat men zelfs van „ta
lentloosheid" zou kunnen spreken. Boven
dien ervaart men in het grote hoofddeel
een absoluut gemis aan synthese; de
ideeën blijven er verbrokkeld naast elkaar
staan. Anderzijds zou het niet moeilijk
zijn, een collectie werkelijk mooie frag
menten uit het werk te verzamelen. En het
is typisch dat dit dan steeds kleine afge-
vervaardigd. De vier delen hebben ieder
een eigen uitwerking gekregen, overeen
komstig thema en melodie. Ik heb dit uit
1948 daterende opus reeds enige keren eer
der besproken en moet thans dus volstaan
met te wijzen op de fenomenale precisie
in de uitvoering, waardoor men geen mo
ment demonstraties van techniek om de
techniek te zien kreeg, doch in plaats daar
van een volledige dienstbaarheid aan de
muziek. Diana Adams, Nicholas Magellanes
en Todd Bolender konden mij het meest
bekoren. Patricia Wilde lijkt wat zwaar
der te zijn geworden maar ach, in de
pas-de-trois van „Het Zwanenmeer" was
zij toch de prima inter pares. Waarlijk
u had erbij moeten zijn. Een voorstelling
om nooit te vergeten.
DAVID KONING
regendruppel viel op zijn wang, gleed om-
de krekels in het gras. Een dikke warme
laag naar zijn mond. Met zijn lichaam
enigszins gebogen liep hij verder. Op een
andere manier kon hij niet meer lopen.
Vanwege de muur. En de nacht rook sterk
naar dennen. Dermenaalden, halfopen den
nenappels, waar de hars uit liep. De den
nengeur was nu sterker dan alle andere
geuren. „Het gaat wel over, herhaalde hij
bij zichzelf. Het gaat wel over.... Het is
al aan het overgaan!" De wind blies en
kele ogenblikken wat krachtiger en de
tuin rook weer naar anjers, naar ver
welkte rozen, naar vochtige bladeren. Zo,
het was voorbij! De crisis was afgelopen.
Een nieuwe, nog sterkere windvlaag bracht
het geluid van de Oceaan nader en de
wat weeë geur van het strand bij eb, van
de poelen, van het zeewier. „Ik ben toch
nog altijd dezelfde", dacht Hermantier met
verbazing. „Ik heb de indruk dezelfde te
zijn. Ik zou in staat zijn te werken, te re
kenen, misschien zelfs uit te vinden! En
toch vergis ik mij. Ik heb me al vergist met
Rita. En als ik rekende, als ik werkte, de
hemel weet wat er dan zou gebeuren!"
Hij deed nog enkele passen, bleef toen
staan, omdat hij plotseling de weg kwijt
was. Tot waar was hij gelopen terwijl hij
over die dwaze gedachten liep te peinzen?
Met zijn voet tastte hij voor zich en
rondom hem, zoals vroeger, toen hij in het
moeras ging jagen en de grond gevaarlijk
sponsachtig leek. Hij stootte met de neus
van zijn schoen tegen een betonnen rand
en oriënteerde zich toen meteen. Hij be-
ronde vormen betreft en dat volksdans of
volkslied er de kern van uitmaken. Zo
wordt de korte episode voor vrouwenkoor,
jongensstemmen, altsolo en houtblazers, op
het Wunderhorn-lied „Es sangen drei
Engel einen süszen Gesang" een heerlijk
evenwichtig moment in het werk, en kan
men behaaglijk en verderop geboeid luiste
ren naar het Tempo di Menuetto „Wat de
bloemen op de weide vertellen". Niet min
der belangwekkend is het daarop volgend
Scherzo, waaraan het lied van koekoek en
nachtegaal „Ablösung im Sommer" ten
grondslag ligt. Te meer wordt men daarna
ontgoocheld door de triviale passage van
de posthoornblazer, zo'n soort „Trom
peter von Sackingen".
Het terrein van Mahler's onbestreden
meesterschap is het orkest dat hij op eigen,
geraffineerde manier behandelt. De uitvoe
ring van de Derde voldeed aan de hoogste
eisen. De rustig beheerste directie van
Paul van Kempen bereikte met het Radio
Philharmonisch Orkest een uiterst secuur
klankevenwicht. Het mocht van dirigent
en executanten een meesterlijke prestatie
heten. Voldoening schonk de vertolking
van de altsolo „O Mensch! Gib acht!"
door Margarete Klose van de Berlijnse
Opera en bijzonder gelukkig klonk het aan
deel van het Omroepvrouwenkoor van de
Nederlandse Radio Unie, het Baarns Jon
genskoor van Carel Laöut en van de alt
soliste in het vocaal-ensemble, Wilhelmina
Matthes.
JOS. DE KLERK
vond zich op het punt waar de twee voor
naamste tuinpaden elkaar kruisten, naast
de perzikboom, de kleine driejarige per
zikboom, die hij het vorige jaar had ge
plant. Wat had Christiane geprotesteerd!
Een perzikboom aan de rand van een bloe-
menbed! Trouwens, men had toch geen
fruitbomen nodig. Ze waren toch geen boe
ren. De perziken op de markt waren veel
mooier. Christiane hield net zo min van
bomen als van dieren. Zij verlangde alleen
maar naar bloemen vanwege het plezier
ze te kunnen plukken en in vazen te kun
nen schikken. Hij wist natuurlijk niets van
de kunst van het maken van boeketten.
Hij was alleen maar de lomperd die geld
verdiende, en die nu gevaar liep straks
verplicht te worden om af te treden....
Wat zou er gebeuren als Hubert de leiding
in handen nam?„Goed beschouwd,
zei hij bij zichzelf, zou i k beter in een
hospitaal of in een rusthuis kunnen zijn".
Dat woord vervulde hem echter met bit
terheid. Hij spuwde. Hij had dorst. Hij
voelde zich uitgedroogd, poreus, verteerd,
zoals die door de golven achtergelaten
beenderen, die zo licht in de hand waren.
Hij verlangde er naar op een onder de
grond verborgen helse machine te trappen,
die onder hem zou ontploffen en die zijn
dromen en nachtmerries in de ruimte zou
verstrooien. Ja. Zover was het met hem
gekomen.
Onverdraaglijke beelden trokken aan
zijn geest voorbij, naakte beelden die het
hoofd van Christiane hadden.... Hij
kermde, strekte zijn arm uit naar de kleine
geschoolde zangstem. In kleinere rollen
voldeden Ad Heerings, Maria Marletto en
Lotte Barschat heel goed.
Heidi Eisler, de echtgenote van de Ne
derlandse componist Melle Weersma, met
wie zij uit Buenos Ayres naar hier is ge
komen, speelde de stereotiepe rol van de
pikante exotische schoonheid, die de boel
in het nette milieu op stelten komt zetten.
Zij wist het vurige Zuid-Amerikaanse
temperament niet anders uit te beelden,
dan door zich nu en dan met geknikte
knieën en lendenen te bewegen en de han
den met uitgespreide vingers ter hoogte
van de schouders te houden. Hiermee is
alles gezegd.
De regie van Victor Colani was doeltref
fend en een orkestje van vier goede musici
onder leiding van Govert van Oest bracht
de muziek van Erik Jaksch ten gehore, die
haar wortels in lang vervlogen tijden had.
Op Zaterdagavond wordt de voorstelling
herhaald, waarbij men het hard werkende
groepje beter weer toewenst!
PIERRE VERDONCK
ADVERTENTIE
Het gesprek van de dag
ledereen kijkt met be
wonderende blik naar Uw
goed verzorgd, glanzend
haar. Het geheim? De
nieuwe POLYCOLOR
tintgevende haarwassing
Één normale behandeling
met POLYCOLOR Creme-
Shampoo-Pastell, dat is alles 1
In een eenvoudige wassing
wordt Uw haar grondig ge
reinigd, gaat prachtig glanzen
door de haarvoedende be
standdelen, en krijgt de
natuurlijke of door U gewenste
mode-tint (zonder verven
Eventueel grijzende haren
worden onzichtbaar. Dit
„wassen-en-tinten" kunt U ge
makkelijk thuis zelf doen I
Ook Uw eerstvolgende haar
wassing een schoonheidsbe
handeling met POLYCOLOR
Creme-Shampoo-Pastell
Imp. J. W Lahnemann, Laren N H. Postbus 18
Teleloon K 2953 - 3047
perzikboom. Een perzik zou misschien deze
verschrikkelijke dorst kunnen lessen.
Zijn handen tastten in de ruimte. Hij
zette ziin voet in de rulle aarde en bewoog
zich voorwaarts. Meer druppels vielen
rondom hem, elk duidelijk hoorbaar en zo
dof dat men zou kunnen denken aan
vruchten die van een fruitboom geschud
waren. De porzikboom verborg zich ergens,
voor hem. Maar waar? Hermantier keerde
terug naar het tuinpad. Hij kon het niet
verdragen nog langer voor de gek gehou
den te worden. Eens kijken. Het kruispunt
van de beide tuinpaden. Dus daar in de
hoek.... Een vergissing was onmogelijk.
Hij ging weer op weg, zijn armen op en
neer bewegend, telde drie passen, vier
vijf. Hij had er langs moeten lopen
Wat meer naar rechts misschien?
Neen, rechts was er niets Noch links
Er was geen perzikboom meer. De perzik
boom was verdwenen. Hermantier strui
kelde over de cementen rand, verloor bijna
het evenwicht, stak een elleboog voor zich
uit om zich te beschermen,. Maar niemand
bedreigde hem. De nachtwind blies sterker
door de tuin. Zwakke geluiden, het sub
tiele geritsel van takken, op oneindig veel
manieren werd de stilte verbroken. Her
mantier moest strijden om niet rechtsom
keert te maken en naar het huis te ren
nen met het gevaar te vallen.
„Heel goed, onderstelde hij, de perzik
boom is er niet meer. Zij heeft hem weg
gehaald. Om het laatste woord te hebben".
Hij was bijna voldaan met deze verklaring.
Er was trouwens geeri andere verklaring
Amsterdam. Vrije Universiteit: doctoraal
examen rechten: mej. R. Deenik Hilversum;
B. H. Vroom, Amsterdam; mevr. C. E. A.
Houwink-Von Baumhauer, Amsterdam.
Candidaats-examen rechten: de dames M.
J. Ouwens, IJsselrnonde; M. Westerveld,
Amsterdam; J. A. P. Langedijk, Den Haag;
P. Colenbrander, Bilthoven; Th. H. Hommes
Borgsweer (Gron.); G. Lagerwey, Baarn.
Amsterdam. Gemeente Universiteit: be
vorderd tot doctor in de geneeskunde op
proefschrift getiteld: „Congenitale pulmo-
nalisstenose met intact septum ventriculo-
rum" mej. M. L. M. Houben. geboren te
Roermond; op proefschrift gettield „Dystro
phia myotonica (ziekte van Steinert)" de
heer J. Bethlem, geboren te Amsterdam;
op proefschrift getiteld: „Bijdrage tot de
kennis van het constitutionele eczeem" de
heer P. A. Ykelenstam, geboren te Utrecht.
Leiden: gepromoveerd tot doctor in de
wis- en natuurkunde op een proefschrift
getiteld „On the determination of pyroxe
nes by x-ray powder diagrams", de heer P.
C. Zwaan geboren en wonende te Katwijk;
tot doctor in de rechtsgeleerdheid op
een proefschrift getiteld ,De zonderlinge
waarborgmaatschappij", de heer L. Roele-
veld, geboren te Den Haag en wonende te
Den Haag; tot doctor in de rechtsgeleerd
heid op een proefschrift getiteld „Het not-
staan van de Partij van de Arbeid", de heer
H. M. Ruitenbeek, geboren te Leiden en
wonende te Den Haag. Doctoraal-examen
Nederlands recht: G. J. P. Hanseier, Den
Haag; A. Th. Maagdenburg, Den Haag; B.
F. N. Boecker, Den Haag. Doctoraal-exa
men godgeleerdheid: mej. C. Rozemond,
Leiden.
Wageningen, Landbouwhogeschool: In
genieurs-examen tropische bosbouw: F.
Schneider, Haarlem. Candidaats-examen
Nederlandse landbouw: J. Kessler, IJmui-
den. Candidaats-examen tropische bos
bouw: J. J. F. E. de Wilde, Beverwijk.
Groningen. Candidaats-examen letteren
en wijsbegeerte (geschiedenis): mej. I. N.
Rutgers, Rotterdam. Arts-examen le ge
deelte: mej. N. E. Nanninga, Stedum: K.
Hoekendijk, Groningen; E. Kamstra, Gro
ningen en E. Meijer, Groningen. Bevorderd
tot arts: mej. F. M. Dik, Groningen; E. Th.
Edens, Hengelo; J. A. Gel'ing, Winschoten;
S. Santema, Tzummarum; O. Straatsma,
Leeuwarden en J. Venema, Glimmen.
Delft. Ingenieurs-examen werktuigkun
dig ingenieur: A. A. Bahasoean, Delft; B.
van den Berg, Hilversum; H. J. G. Bongers,
Arnhem; L. van der Borden, Amsterdam;
H. Borst, Oss: P. Breuning, Leiden; Y.
Buurma, 's Gravenhage; H. C. van Capelle,
Eindhoven; Cho Junichi Paul, Delft; J. H.
Dickhoff, Rotterdam (met lof); J. T. G.
Erhardt, 's Gravenhage: W. P. van Erven
Dorens, Bussum; B. B. Ester, Den Hulst; C.
Frankfoort. Utrecht; K. Gorter, Groningen;
H. P. M. Heere, Raamsdonksveer: P. H. F.
van Hoek, Berghem (N. Br.); Ie Keng Gie,
Delft: W. G. Janssen, Rotterdam; P. Kolff,
Rijswijk (Z.-H.): Kwa Tjong Liem, Delft;
P. C. W. Meulenhoff, Bloemendaal; P. van
Oosterhout, Rotterdam (met lof); A. van
der Padt. Utrecht; W. A. Pessers, Eindho
ven; F. Reimert, Loosduinen: J. A. Riet
dijk. Bergen op Zoom; A. Riezebos, Rot
terdam; Tan Tiong Bing, Delft: M. F. J. A.
van der Velden, Tilburg; J. W. Velzeboer,
Hoorn; J. K. Verheij, Voorburg: J. A. M.
Verlaan, Nijmegen en J. Wind, Bennekom.
Propaedeutisch-examen scheepsbouwkun
dig ingenieur: W. W. baron van Dedem,
's Gravenhage: Hadiprono, Rijswijk(Z.-H-)
Raden Hariadi Soemarsono, Delft; F. W.
Hoff, Amsterdam: Raden Kasman Moeha-
mad Soelaiman Wibisono, Delft; J. A. M.
Kramer, Heemstede; J. E. Los, Delft; A.
G. van der Lugt, Huizen (N.-H.); J. J.
Muntjewerf, Wageningen; W. P. J. Paat,
Delft: J. J. van Rijn, Rotterdam; Teng Hwie
Bo, Delft; M. Vertregt, Haarlem; A. J.
Zinkweg, Rotterdam. Propaedeutisch-exa
men scheikundig ingenieur: J. J. van Aart-
sen, Middelburg; M. P. P. Blind, Oegst-
geest: A. J. Bogers, Rotterdam; D. Borgman
Groningen; H. Borkent. Amsterdam; J. A.
Bos, Alphen aan de Rijn: G. H. M. Cou-
wenberg, Waspik: H. J. Cijfer, Amsterdam;
J. J. Damen, 's Gravenhage; K. Delcour,
's Gravenhage: J. J. Eikenaar, Meppel; J.
van Elk, Alphen aan de Rijn.. R. J. van
Erven, 's Gravenhage; J. N. C. van Geel,
Eindhoven; L. T. Groet, 's Gravenhage; A.
P. H. Groot Antink, Vught; F. I. M. van
Haaren, Tilburg; G. Jansen, Rotterdam; J.
de Jonge, 's Gravenhage; A. A. de Keijzer,
Middelburg; H. R. Kok, 's Gravenhage; D.
Korf, Heemstede: A. C. J. Kroesen, 's Gra
venhage; H. K. Kroeze, Voorburg; A. van
Langevelde, Sint Laurens; P. H. van Lent,
Rotterdam; C. J. Lugtmeijer, Voorst (Gld.);
D. Medema, 's Gravenhage: W. T. van der
Meer. 's Gravenhage; M. Mellema, Voor
burg; A. van der Meij, Alkmaar; L. H. de
Nie, Maasland; H. H. den Otter, Haarlem:
E. Ravoo, 's Gravenhage: J. G. R. Rockland,
Breda; D. J. Scholten, Dieren; J. M. Scho-
neveld, 's Gravenhage; P. M. M. Schreur,
's Gravenhage: C. J. G. Slieker. Rotterdam;
Soewarno, Delft; J. van der Toorn, Delft;
J. J. van Touw. Rotterdam: W. J. W. Ver-
mijs. Voorburg: T. Vlot. Gouda; M. Vlugter,
Rotterdam: G. D. Vogels. Eindhoven: R. M.
Voncken. Houthem (L.); H. van der Weerd,
Enschedé: F. E. van Wely, 's Gravenhage;
J. van Westerveld, Ernst (gem. Epe); J.
Witt, 's Gravenhage; J. L. F. M. Zwinkels,
Honselersdiik. Gepromoveerd tot doctor in
de technische wetenschap: de heer Simon
Kruijer, geboren te Zuid-Scharwoude, wo
nende te Neerbeek (L.) op een proefschrift
„Entropie en beweeglijkheid bij adsorntie
op actieve kool" en de heer Johannes Phi-
lippus Poley, natuurkundig ingenieur, ge
boren te Bandoeng, wonende te Wassenaar,
oo een proefschrift: ..Microwave dispersion
of some polar liquids".
Bennebroek. Examens E.H.B.O. Voor
het Maandag gehouden examen E.H.B.O. is
eveneens geslaagd mejuffrouw J. Nieu-
wenhuizen uit Bennebroek.
ADVERTENTIE
N.V. MIJ. „HOLSTER"- OVERVEEN
Tel. K 2500 - 15597 en 19057
Centrale verwarming
Airconditioning
Aut. oliestook
mogelijk. Want ten slottehij klemde
zijn handen tegen elkaarals de per-
zikbooin daar nog geweest washadden
zijn handen hem toch moeten voelen! Hij
boog het hoofd, alsof hij zijn handen had
kunnen zien, hen had kunnen aanmoedi
gen. Hij voelde hoe ze elkaar aanraakten,
gehoorzaam en trouw. Desondanks hadden
zij dat onbekende beest geaaid en hadden
zij werkelijk gedacht dat.Neen. Er
was geen perzikboom meer!
Hij keerde terug zonder zich te haasten,
terwijl hij de aanwezigheid van de tuin
achter zich voelde. Het onweren had op
gehouden, Maxime?Maxime zou zijn
sigaret wel al lang op hebben. Een voor
wendsel om weg te gaan. Misschien zou
hij de nacht wel buiten, in de duinen,
doorbrengen!
Hermantier haalde nog eens diep adem
voor hij de deur van de veranda achter
zich sioot. De lucht rook naar vochtig
stof. Hoe had hij dennen kunnen ruiken?
Hij hoorde een kat of liever een poes
die in de schaduw haar liefdesverdriet
krolde.
HOOFDSTUK 5
Hermantier opende het raam, haalde diep
en langzaam adem. Iedere nieuwe dag zou
nu zwaarder te verdragen zijn dan de voor
afgaande. Vanwege de angst. Wat zou uit
eindelijk de uitspraak van Lauthier zijn?
Want hij zou hem welalles moeten
bekennen! Rita, de dennende geur
van de dennen, de angst, die gemene angst,
die steeds weer de kop wilde opsteken,
(Wordt vervolgd
ADVERTENTIE
Origineel
direct uit voorraad
leverbaar
100 cm breed
WOLBOUCLé11.50
HAARBOUCLé 13.75
SPtK MOQUETTE (wol) 16.90
KRUISSTRAAT 11
HAARLEM - TELEFOON 11491
Niet alleen in de stad had men last van het dooiweer; ook in het bos was het goed
te merken.
De Kabouters maakten zich ongerust. Nu het ijs zo snel aan het dooien was, kwam
er te veel waterOp een dag stonden de Kabouters met bedenkelijke gezichten bij
de beek, die dwars door het bos langs het dorp stroomde.
Ze keken naar het water, dat steeds hoger kwam en al bijna tot de kant stond.
„Als het zo doorgaat, stroomt de beek vandaag of morgen over", zei de burgemeester.
„Ja", zei een andere Kabouter. „En dan komt ons dorp blank te staan!"
Geen wonder dus, dat de Kabouters zich ongerust voelden. Als het water door het
dorp stroomde, zouden ze er veel last van ondervinden.
En daarom riep de burgemeester alle Kabouters op, om dijkjes te maken rondom
het dorp; misschien konden die het water nog tegenhouden