Op Kop van IJmuidense Vissershaven
voltrok zich ontroerende plechtigheid
Geen verrassingen meer bij
huur- en belastingdebat
H.K.S. „De Hoop" - een nationaal
schip - officieel in dienst gesteld
R ech tvaardiging
Beeldhouwer van
vissersmonument
Een vlaggend Velsen begroette Koningin
TWEEDE KAMER
Tweede Kamer heeft nog wel wensen,
maar regering doet geen
verdere concessie
5
Kerkelijk Nieuws
Filiaalhouder aangehouden
kas klopte niet
Nachtelijke vergadering
met tenslotte nog acht leden
VRIJDAG 8 JULI 1955
Het is nu al bijna twee jaar geleden,
dat een zestal Haarlemse deskundigen op
het gebied van de sportbeoefening en de
daarmee samenhangende vraagstukken op
ambtelijk, organisatorisch en bouwtech
nisch gebied een korte reis naar Denemar
ken maakte om zich te oriënteren omtrent
de daar heersende opvattingen over de
bouw en inrichting van sport- en gymna
stiekzalen.
Die reis heeft, naar men zich zal herin
neren, nogal wat stof doen opwaaien, tot
ver buiten de grenzen van de gemeente
welke in de eerste plaats belang bij deze
reis had. Aanleiding daartoe vormden de
vragen van een lid van de Haarlemse ge
meenteraad, dat de kern van de zaak bij
dë mondelinge behandeling van zijn in
terpellatie meende te kunnen samenvatten
in de woorden: „Gaan ze weer uit van onze
centen?"
Een dergelijke vraag werkt altijd sug
gestief en men kan er wel een degelijk en
houtsnijdend verweer tegenover stellen,
maar de vraagsteller krijgt als regel een
williger oor dan degene die antwoordt. En
we hebben ons dan ook niet aan de indruk
kunnen onttrekken, dat de uitvoerige moti
vering welke door Burgemeester en Wet
houders van de Deense reis werd gegeven,
minder weerklank vond dan zij verdiende.
Enige maanden later bracht de commis
sie welke de reis had gemaakt een belang
wekkend rapport over haar bevindingen
uit: het bleef intussen voor het grote pu
bliek vrijwel onopgemerkt.
Het lijkt ons intussen een daad van een
voudige rechtvaardigheid er thans eens op
te wijzen, dat de omstreden reis naar Dene
marken - een „uitstapje" dat overigens nog
geen 1850 gulden had gevergd - zeer prac-
tische resultaten begint af te werpen. Niet
alleen in Haarlem, waar twee gymnastiek
lokalen in aanbouw zijn bij de P. H. van
der Leyschool en de Christiaan Huygens-
school, maar ook in Heemstede, waar de
raad verleden week besloot tot de bouw
van een sportzaal aan de Lanckhorstlaan,
en in Zandvoort, waar de architect van de
nieuwe Wim Gertenbach-Ulo uit Den Haag
de wenk kreeg bij zijn ontwerp vooral
rekening te "houden met de aanbevelingen
en conclusies, zoals de commissie die in
haar rapport had samengevat. Ook de ont
werper van het sportgebouw in Heemstede
verklaarde, dat hij met vrucht van haar
werk gebruik had gemaakt.
Wanneer men nu verder bedenkt, dat het
hier om projecten gaat, waarvan de ver
wezenlijking soms veel meer dan een ton
vergt, dan ligt de gevolgtrekking voor de
hand, dat de zo gewraakte „Deense reis"
zijn geld dubbel en dwars heeft opgebracht.
Het zou de critici van twee jaar geleden
sieren indien zij ook openlijk tot die erken
ning kwamen.
NA DE KRANSLEGGING bij het mo
nument op de kop van de Vissershaven is
de beeldhouwer H. W. Wezelaar aan de
Koningin voorgesteld. De opdracht voor
het vervaardigen van het gedenkteken
werd in begin 1953 door het comité Vis
sersgedenkteken IJmuiden aan hem ver
strekt Op advies van een commissie van
deskundigen, bestaande uit de beeldhou
wer M. Andriessen, de heer H. P. Baard,
directeur van het Frans Halsmuseum te
Haarlem en de architect W. M. Dudok.
Beeldhouwer H. M. Wezelaar
HET Comité Vissersgedenkteken IJmui
den, dat zich ten doel stelde een eenvoudig
gedenkteken op te richten ter nagedach
tenis aan alle vissers, die terwijl zij de
visserij van IJmuiden uit beoefenden op
zee waren gebleven, werd opgericht naar
aanleiding van het feit. dat eind 1951, be
gin 1952 enige opvarenden van de IJmui
dense vissersvloot op zee het leven lieten
en kort daarop de motortrawler „Alkmaar"
IJm. 31 met man en muis verging. Het was
al lang als een gemis gevoeld, dat waar
reeds in de meeste kustplaatsen, die nauw
met de visserij zijn verbonden, vissersmo
numenten aanwezig waren, in de grootste
visserijhaven van Nederland een dergelijk
gedenkteken ontbrak.
DE heer Wezelaar werd geboren te
Haarlem, is thans vierenvijftig jaar oud en
woont en werkt te Amsterdam. Na zijn
opleiding aan de Rijksschool voor kunst
nijverheid te Amsterdam verbleef hij van
1913 tot 1934 in Frankrijk en vooral in
Parijs. Hij vervaardigde ondermeer het
oorlogsmonument voor Roosendaal, een
gedenksteen in de Gerrit v. d. Veenstraat
te Amsterdam en voorts is werk van hem
te zien in het museum Boymans, het Ste
delijk Museum te Amsterdam, op de Hoge
Veluwe en in Arnhem.
Van onze verslaggevers
BIJ DE STRAKKE BAZALTEN DAM op de Kcp
van de IJmuidense Vissershaven hebben duizenden tus
sen de middag het Vissersmonument door Koningin
Juliana zien onthullen en ruim een uur daarna de in-
dienststelling van het nieuwe hospitaal-kerkschip „De
Hoop" door het hijsen van de HKS-vlag kunnen gade
slaan. Met al die vlaggen in de stad en aan de havens
was er in Velsen het uiterlijke beeld van blijdschap.
Toch was er ook dat andere, waaraan niemand ontkwam.
Want er was niet alleen blijdschap; er was op deze dag
ook ontroering. Blijdschap om de indienststelling van
een zo voortreffelijk ingericht hospitaal-kerkschip als
de „De Hoop" en ontroering bij een monument, waar
de vissers van heel Nederland werden herdacht, die bij
rampen met tal van vissersvaartuigen in de laatste jaren
op zee zijn omgekomen. Die ontroering hebben allen
ongetwijfeld het sterkst in zich gevoeld tijdens de plech
tigheid op de Kop van de Vissershaven, toen Koningin
Juliana om twaalf uur onder doodse stilte het dundoek
van het bronzen beeld liet glijden en de forse vissers
figuur tevoorschijn kwam, waarvan de voorzitter van het
comité Vissersgedenkteken IJmuiden, mr. M. M. Kwint,
enige ogenblikken tevoren in zijn toespraak had gezegd:
„Dit monument werd opgericht om de nagedachtenis van
de omgekomen vissers te eren en om een plaats van
herdenking te bieden aan hun nabestaanden en aan de
gehele burgerij. Van dit voetstuk rijst op een mannen
figuur, gegoten in brons, naar het model van de beeld
houwer H. M. Wezelaar. Een doodgewone visserman,
breeduit staande in waterlaarzen, zijn oliejas opbollend
in de wind, die altijd over IJmuiden is. De rechterhand
gestrekt en dragende een stormlantaarn, uitziende over
de zee en van nu af aan bij dag en nacht, jaar in jaar
uit de dodenwacht houdende over die vissers, die eens
uit deze haven uitvoeren, maar daarin nimmer terug
keerden. Moge hun ziel in het Eeuwige leven een veilige
haven hebben gevonden in het Huis des Vaders, waar
van geschreven staat dat daarin zijn vele woningen".
IN DE VELSENSE straten is Koningin
Juliana met haar gevolg met enthousiaste
hartelijkheid door de schooljeugd en de
ouderen ontvangen. Met alle vlaggen van
gebouwen en woningen en de met vlagge
tjes zwaaiende kinderen werd een kleur
rijk en warm cachet aan deze ontvangst
gegeven, die kwart over elf aan de
gemeentegrens van Velsen bij de brug over
zijkanaal C in de weg AmsterdamVelsen
was begonnen. De burgemeester van Vel
sen, mr. M. M. Kwint, heette de Koningin
welkom in zijn gemeente.
„Majesteit, mag ik een voorstel van orde
doen?", zo vroeg Velsens burgemeester la
chend, wijzend op een tentje terzijde van
de weg, waar drie dames een hartverster
kende kop koffie hadden voorbereid. Het
was een goed voorstel: koningin Juliana
sloeg haar beige vos om en stapte uit de
auto, terwijl mevrouw M. Peeters-Vosman,
echtgenote van de directeur van „Duin en
Kruidberg haar en haar gevolg met de kof
fie tegemoet trad. De stoet was bijna een
kwartier op het tijdschema voor, zodat ook
het gehele gevolg uit de auto's kwam om
de koffie te gebruiken.
Ondertussen besprak de koningin met de
burgemeester de tocht met het nieuwe hos
pitaalschip in verband met de weinig gun
stige weersomstandigheden. Koningin Ju
liana liet ook de drie dames, die voor de
koffie gezorgd hadden, aan zich voorstel
len. Behalve mevrouw Peeters-Vosman wa
ren dat mevrouw C. van der Heijden-Maar-
schalk en mevrouw A. Noortman-Winter.
Na deze korte onderbreking nam de Ko
ningin weer in de hofauto plaats met bur
gemeester Kwint aan haar linkerzijde, het
gevolg stapte in en de stoet zette zich weer
in beweging langs het wuivende groepje
mensen, dat helemaal naar de brug bij
Buitenhuizen was gekomen, teneinde de
begroeting bij te wonen.
In het gevolg van de Koningin bevonden
zich mr. J. C. baron Baud, grootofficier in
speciale dienst, kapitein-luitenant ter zee
P. J. S. de Jong, adjudant van de Koningin
en mevrouw N. Smitt-Avis, particulier
secretaresse van Koningin Juliana. Tijdens
de rit naar de haven via de Stationsweg,
De Noostraat, Lange Nieuwstraat en Ken-
nemerlaan groette de Koningin vriendelijk
wuivend en glimlachend naar alle duizen
den toeschouwers. Telkenmale wanneer de
auto met de Koninklijke standaard in zicht
kwam en de sfeer van gespannen verwach
ting werd verbroken, weerklonk gejuich.
Comité voorgesteld
NA DE AANKOMST langs een dichte
haag van mensen op het Sluisplein bij de
kop van de Vissershaven, heeft de burge
meester, mr. M. M. Kwint, de leden van
het comité Vissersgedenkteken IJmuiden
aan de Koningin voorgesteld. Het waren de
heren mr. J. R. van Eerde, directeur van
het Staatsvissershavenbedrijf, secretaris;
A. de Boon, tweede voorzitter van de Cen
trale Bond van Werknemers in het Trans
portbedrijf, penningmeester; ds. J. van den
Berg, Ned. Hervormd predikant, ds. W.
Diepersloot, Geref. predikant, C. Koster,
oud-voorzitter van de Federatie van orga
nisaties op het gebied van de groothandel
in de be- en verwerking van vis, C. F.
Nieuwenhuijzen, pastoor Oud-Katholieke
Kerk, deken van IJmuiden, J. C. Pronk,
voorzitter van de vereniging van reders
van vissersvaartuigen te IJmuiden en W.
Chr. Westerhoven, pastoor van de R.K.
kerk te IJmuiden. Terwijl de IJmuider
Harmonie koraalmuziek speelde, werd
Koningin Juliana begroet door dr. M. J.
Prinsen, Commissaris der Koningin in de
provincie Noordholland.
Gunstig weer
ZWART VAN de mensen was het op de
uiteinden van de visseryhaven, waar een
matige Noordelijke wind van zee over het
land kwam. Honderden vlaggen op sche
pen, reder y gebouwen, pakhuizen en wonin
gen woeien strak uit en na motregen in de
eerste uren van de ochtend bleef het droog
en hing boven het havencomplex een effen
grauwe bewolking, waar de zon af en toe
doorheen brak.
Inmiddels hadden zich in de twee tenten,
op de verschillende vakken en op de bun
ker alle genodigden verzameld. De burge
meesters van tal van gemeenten, waarvan
schepen aan de Noordzee-visserij deelne
men, waren eveneens vertegenwoordigd.
Van het gezelschap maakten voorts onder
meer deel uit enige schippers van IJmui
dense trawlers en oud-schippers van de
trawlervloot,waarbij de heer J. Langedoen
uit Vlaardingen en uit IJmuiden A. van
der Steen, L. Koper en J. Oldenburg. Zij
waren naar IJmuiden gereisd in gezel
schap van de directeur van de Prins Hen
drikstichting te Egmond aan Zee, de heer
S. Chr. van der Gaag.
Mr. Kwint spreekt
M. Kwint naar voren om in zijn functie
van voorzitter van het comité Vissersge
denkteken IJmuiden, het woord te richten
tot Koningin Juliana.
„De Nederlandse vissers met hun gezin
nen," aldus mr. Kwint, „en zeer in het
bijzonder de weduwen en de wezen van die
opvarenden van onze vloot, die op zee zijn
omgekomen, zijn in hoge mate erkentelijk
voor de aanwezigheid van Uwe Majesteit
bij deze plechtigheid. Wij allen zijn dank
baar gestemd nu U door de onthulling van
het Vissersmonument een werkzaam aan
deel wil nemen in deze dodenherdenking."
Volgaarne begroette mr. Kwint voorts de
minister van Landbouw, Visserij en Voed
selvoorziening, de heer S. L. Mansholt en
de Commissaris van de Koningin in Noord
holland, dr. M. J. Prinsen, die beiden door
hun aanwezigheid een hernieuwd bewijs
leverden van hun belangstelling in het wel
en wee van de vissersbevolking. „De
machtige contouren van onze groot-indu
strieën hier rondom de haven wijzen er op
hoe krachtig Nederland industrialiseert,
maar een ieder zal het met mij eens zijn,
dat het bevaren der zeeën ter koopvaardij,
ter sleepvaart en ter visvangst een van
onze oudste en meest specifiek Hollandse
bronnen van inkomsten is en blijft. Of om
het anders te zeggen: altijd is geweest en
zal zijn een stuk van Hollands Glorie",
vervolgde mr. Kwint. „Het visserijbedrijf
biedt de visserman een hard en een ge
vaarvol bestaan, het is een bedrijf, waarin
jongens tot mannen en mannen uitgroeien
tot kerels van formaat; een bedrijf, waar
bij Jan Salie maar beter verstek kan laten
gaan, maar dat Jan Kordaat altijd weer
opnieuw onweerstaanbaar trekt naar de
zee."
Ook de onberekenbare
VELSENS burgemeester herinnerde ver
der aan de versregels, waarin gezongen
wordt over „De blanke top der duinen",
waarop dan volgt „en de Noordzee vriend'-
lijk bruisend". „Nu weet ik één ding ze
ker", zo ging hij voort, „en dat is, dat een
visserman het zo nooit geschreven zou heb
ben. Want zeker, de vissers kennen de zee
ook in haar schoonheid, die weten ook hoe
de zee altijd wisselend, steeds weer op
nieuw boeit en nimmer verveelt, maar on
ze vissers kennen de zee ook als de wissel
vallige, de machtige, de onberekenbare, de
valse, de vijandige, ja als de onzegbaar
wrede zee".
Als de Noordwester stormen de zeeën
opzwepen en de huizenhoge golven aan
de IJmuidense pieren de tien tons be
tonblokken als lege lucifersdoosjes door
de, lucht kaatsen, dan zijn daar om de
Noord geen blanke duine meer en dan
is daar geen lieflijk gebruis van de zee.
Dan is daar de aardedonkere nacht,
waarin lucht en water één worden en
waarin de vissers met vaak door ijsaan-
zetting minder handelbare schepen de
strijd voeren om hun schip op de golven
te houden, om te ontkomen aan de ko
kende grondzeeën, die hun van alle
kanten bedreigen.
Dan is het gerucht daa
„EN ALS DAN de storm is afgenomen,"
zei mr. Kwint, „dan is HET daar ineens:
het gerucht. We weten niet waar het van
daan komt, maar het is er. Onheilspellend
en dreigend. Namen worden genoemd van
schepen, die geen antwoord meer gaven of
die niet meer gezien werden en dan na
enige dagen wordt alle hoop opgegeven en
komt daar weer het moment, dat we moe
ten aannemen zoals kort geleden dat
de trawler „Alkmaar", de „Catharina Duij-
vis", de kotter „Jonge Jochem" en de „Hen-
drika" met man en muis tijdingloos zijn
vergaan. Het hoe, het waar en het wan
neer en de omstandigheden waaronder; dit
alles tesamen zijn geheimen, die de zee be
waart en nimmer prijsgeeft".
Het was mr. M. M. Kwint een voor
recht Koningin Juliana te mogen verzoe
ken over te gaan tot de onthulling van
het monument. Het hoogtepunt van de in
drukwekkende plechtigheid was hiermee
aangebroken. De Koningin trad naar voren
en verwijderde even over twaalf uur het
doek van het beeld. De schepping van de
Amsterdamse beeldhouwer H. M. Wezelaar
werd zichtbaar: het op een langwerpig ba-
zalten voetstuk geplaatste drie meter hoge
bronzen beeld van een visser in oliejas,
die in de rechterhand een stormlantaarn
houdt. Na een ogenblik van stilte weer
klonk het eerste couplet van het Wilhel
mus, gespeeld door de IJmuider Harmonie.
Gebed
NADAT DE tonen van
NA DE DAAROPVOLGENDE stilte,
waarin enige meeuwen over het haven
hoofd scheerden, het geluid van de bran
ding bij IJmuiden tot hier goed doordrong
Wenn Ich ein- en een enkele scheepsfluit in het Noord-
mal soil scheiden" van J. S. Bach en ge
speeld door de mannen van de „IJmuider
Harmonie" onder leiding van hun dirigent,
de heer J. Groot, waren weggestorven,
trad de burgemeester van Velsen, mr. M.
zeekanaal weerklonk, was het deken C. F.
Nieuwenhuijzen, pastoor van de Oud Ka
tholieke Kerk te IJmuiden, die psalm
negentig las; de psalm van de eeuwige
toekomst voor de vergankelijke mens.
Daarna las hij vijf verzen uit Openbaring
21 over de nieuwe hemel en de nieuwe
aarde.
En een ieder van de duizenden, die bij
het havenhoofd stonden samengepakt,
luisterde met aandacht. De stem van deken
Nieuwenhuijzen droeg over de kop van de
haven„En God zal alle tranen van
hunne ogen afwissen, en de dood zal niet
meer zijn, noch ro.uw, noch gekrijt, noch
moeite zal meer zijn.
Hij sprak vervolgens het gebed uit en
gedacht daarin de overleden vissers en
droeg de weduwen en wezen en daarnaast
alle zeevarenden in Gods hoede op. Het
gebed werd door deken Nieuwenhuijzen
besloten met het „Onze Vader".
Kranslegging
DE MENSENMENIGTE heeft daarna
toegezien hoe Koningin Juliana onder
stemmige koraalmuziek gezang 282
aan de voet van het monument uit naam
van het gehele Nederlandse volk een krans
legde.
De beeldhouwer van het vissersmonu
ment, de heer H. M. Wezelaaar, viel daar
op de eer te beurt aan de Koningin te
worden voorgesteld. Koningin Juliana
onderhield zich enige tijd met hem, infor
meerde naar de totstandkoming van het
monument en sprak zich zeer waarderend
uit over het gedenkteken.
De landsvrouwe begaf zich hierna met
haar gevolg naar de tent, om zich te onder
houden met de nabestaanden van de vis
sers, die bij het vergaan van de volgende
schepen zijn omgekomen: trawler „Tzon-
ne", IJM. 1, op 25 December 1951; de log
ger „Gorredijk", IJM. 75 op 11 Januari
1952; trawler „Alkmaar", IJM. 31 op 15
Januari 1952; de kotter „Magda", IJM. 272
op 6 Januari 1953; trawler „Catharina
Duyvis", IJM. 60, op 1 Februari 1953; de
logger „Annie", IJM. 14 op 16 December
1953; de kotter „De jonge Jochem", HD. 8
op 7 October 1954; de kotter „Neeltje",
UK. 60 op 7 October 1954; de kotter „Hen-
drika" UK. 174 op 7 October 1954 en de
logger KW. 5 op 9 November 1954.
Bij de „Neeltje
HET WAS tegen een uur, toen de vorstin,
het gevolg en enige genodigden de
kop van de Vissershaven verlieten om
zich wandelend op weg te begeven naar
het honderdvijftig meter verder aan de
Tegeltjesmarkt gemeerde hospitaal kerk
schip „De Hoop". Vele honderden, die op
een gepakt stonden langs de dienst
woningen van het Staatsvissershavenbe
drijf en langs de vispakhuizen hadden op
dit moment gewacht om een glimp op te
vangen van alle genodigden en in het bij
zonder van Koningin Juliana. Een touw
en politieafzetting hield de mensenzee op
zijn plaats.
Bij de woningen van het Staatsvissers
havenbedrijf hebben allen kunnen zien hoe
de langs de havenkant opgestelde beman
ning van IJmuidens motorreddingboot
„Neeltje Jacoba" van de Kon. Noord- en
Zuid-Hollandse Reddingmaatschappij aan
de Koningin werden voorgesteld. Als
schipper van de „Neeltje" stond J. van der
Meulen vooraaan, daarna volgden C. Ko
per, stuurman; J. Varkevisser, motordrij
ver; D. de Koning, tweede motor drijver
C. Smit en W. v. d. Meulen, matrozen.
Bloemen van Yvonne
ENIGE METERS scheidden Koningin
Juliana vervolgens van de kennismaking
met de heer M. C. van Hall, de voorzitter
van de Nederlandse Vereniging ten be
hoeve van zeelieden van elke nationali
teit, Hospitaal kerkschip „De Hoop", waar
van de Koningin beschermvrouwe is. De
heer Van Hall werd voorgesteld en daar
op trof de Koningin ter charmante begroe
ting bij het hospitaal kerkschip het doch
tertje van de kapitein van „De Hoop", W.
F. Rog, aan, de zevenjarige Yvonne, die
de vorstin een fraai bouquet margrieten
aanbood. De Koningin toonde zich hier
over wel ten zeerste verrast en voor
Yvonne moet dit ongetwijfeld een groot
moment zijn geweest.
Daarna liet de landsvrouwe zich bij de
staatsietrap van „De Hoop" aan de vader
van Yvonne voorstellen. Voorts ontmoette
de Koningin hier de leden van de beman
ning van het hospitaal kerkschip: C. W.
Ouderkerk, de geneesheer, van Nieuw
koop; ds. W. J. Kolkert, predikant, van
Vlaardingen; Floor v. d. Nieuwendijk,
stuurman, van Middelharnis; C. A. Baak,
stuurman, van Scheveningen; N. de Vreugd,
eerste machinist, van Katwijk aan Zee; A.
Haasnoot, tweede machinist, van Katwijk
aan Zee; J. Grootveld, werktuigkundige-
electriciën, van Den Haag; T. van Mierlo,
radiotelegrafist, van IJmuiden; H. van Dijk,
radiomonteur, van Velsen; B. Kiewiet, ver
pleger, van Den Helder; S. Harteveld sr.,
matroos, van Scheveningen; J. Pronk, ma
troos, van Scheveningen; P. Keus, matroos,
van Scheveningen; H. Edens, matroos on
der de gage, van Vlaardingen; F. A. Slee
king, kok, van Den Haag en C. F. J. Plass,
bediende, van Nuth.
Op het zonnedek
HARTELIJK EN SPONTAAN was de
gehele plechtigheid aan boord van het
hospitaal kerkschip. De voorzitter van de
vereniging stelde de bestuursleden aan de
Koningin voor en voorts de heer J. Vis,
scheepsbouwer van het hospitaal kerk-
Ned. Herv. Kerk
Beroepen te Rhenen (toez.) A. J. Joris-
sen te Wilsum; te Ter Aa (toez.) en te
Muiden (toez.) K. Exalto, cand. te Lin-
schoten.
Bedankt voor Hoornaar (toez.) C. v. d.
Wal te Polsbroek.
Geref. Kerken
Aangenomen naar Emden-Oostfriesland
(Did.) J. G. O. Guhrt, cand. te Ihrhove
(Did.).
Geref. Kerken ond. art. 31 K.O.
Beroepen te Leerdam W. H. de Boer te
Urk.
Geref. Gemeenten
Beroepen te Scherpenisse en te Tholen
A. Elshout, cand. te Rotterdam.
De Haagse politie heeft de 49-jarige
koopman A. A. S. uit Den Haag aange
houden. S. was filiaalhouder van een ai-
betalingsbedrijf. In de loop der jaren was
zijn administratie dermate onoverzichtelijk
geworden, dat het hoofdkantoor hem al
eens gelast had orde op zaken te stellen.
Toen deze administratie eens grondig
onderzocht werd bleek er een tekort van
20.000.— te zijn. S. bekent 10.000.— te
hebben verduisterd. Hij had zijn eigen kas
met die van het bedrijf vermengd. Het
geld is op.
Frankrijks slachtoffers van
tweede wereldoorlog
Uit de definitieve statistische cijfers over
de verliezen van het Franse volk in de
tweede wereldoorlog blijkt dat er in
Frankrijk 600.000 slachtoffers zijn gevallen.
(Van onze parlementaire redacteur
Nu de belastingverlagingsontwerpen en
het nieuwe huurverhogingsontwerp in het
openbaar in de Tweede Kamer aan de
orde kwamen, was het duidelijk, dat ten
gevolge van het na de kabinetscrisis tus
sen de regeringspartijen tot stand gebrach
te compromis, de spanning er uit was. Zo
wel de heren Hofstra en Bommer, beiden
van de PvdA, als de KVP'ers Lucas en
Van Vliet, de Christelijk-Historische afge
vaardigde Van de Wetering en de Anti-
Revolutionnairen Van den Heuvel en Sta
pelkamp bleken bereid te zijn de ontwer
pen te aanvaarden.
De heer Gortzak (CPN) was het er
niet mee eens; de compensaties voor de
arbeidende bevolking noemde hij volkomen
onvoldoende. De heer W e 11 e r (KNP) was
er niet over te spreken dat alles wat er
aan verlangen kenbaar was gemaakt door
de regering was afgewezen. Het overleg
tussen regering en staten-generaal was
vervangen door overleg tussen enige de
missionaire ministers en vier fractievoor
zitters. De koppeling van huurverhoging
aan belastingverlaging had zijns inziens
geen enkele redelijke grond. Alleen in de
Nederlandse politiek is het mogelijk iets
te begrijpen van een verbond tussen huren
enerzijds en textiel en suiker anderzijds.
Deze afgevaardigde laakte het compromis,
dat tevoren door de heer Hofstra
(PvdA) was begroet. Daar wij het in ons
land niet zonder een coalitie-regering kun
nen stellen is men wel op kabinetten op
brede basis aangewezen, aldus de heer
Hofstra. In de geest van verantwoordelijk
heid voor de onontbeerlijke samenwerking
zou de fractie van de PvdA haar stem
aan de wetsontwerpen geven. De heer
Hofstra vond het juist, dat er ten aanzien
ontwerper van het schip; ir. T. J. Brons,
motorbouwer van „De Hoop"; de heer H.
Spoelstra, lid van het plaatselijk comité
IJmuiden en de heer J. C. Pronk, voor
zitter van^de Vereniging van Reders van
Vissersvaartuigen te IJmuiden.
Daarna begaf de Koningin zich naar het
zonnedek, alwaar ongeveer vijftien per
sonen aan haar werden voorgesteld, onder
wie de voorzitters en voorzitsters van di
verse actiecomité's voor „De Hoop"; de
78-jarige heer E. Knoester, oud visserman
en vertegenwoordiger van de visserij, die
de Statenbijbel voor de kerkzaal van „De
Hoop" heeft geschonken. Voorts waren
aan boord op het zonnedek S. L. Mansholt,
minister van Landbouw, Visserij en Voed
selvoorziening; mr. J. Th. Bonnerman,
secretaris-generaal van het ministerie; ir.
G. J. Lienesch, directeur der Visserijen;
dr. M. J. Prinsen, commissaris der Ko
ningin in Noordholland; mr. M. M. Kwint,
burgemeester van Velsen; J. A. van Voort-
huijzen, administrateur van de vereniging
en ds. P. S. Deshmukh, de minister van
Landbouw en Visserij van het gouverne
ment van India.
De vlag FIKS omhoog
STIJLVOL verliep de plechtigheid ver
der, toen de voorzitter van de vereniging
„De Hoop", de heer M. C. van Hall, op
het zonnedek zyn toespraak hield: „Onuit
sprekelijk groot is de dank, die onze Ver
eniging verschuldigd is aan allen, die de
bouw van dit nieuwe hospitaal-kerkschip
hebben mogelijk gemaakt. Zo groot is het
aantal Nederlanders, meer dan een half
millioen, dat door giften en arbeid hieraan
heeft meegewerkt, dat we werkelijk van
een nationaal schip mogen spreken".
Bovenal toonde de heer Van Hall zich
dankbaar, dat de Koningin op deze dag
naar IJmuiden was gekomen om de nieuwe
„De Hoop" officieel in dienst te stellen.
„Kapitein Rog, staf en bemanning," aldus
ging de heer Van Hall verder, „thans be
schikt gij over de middelen om aan de
vissers van de Noordelijke Noordzee tot
aan Dieppe toe alle hulp te brengen en
diensten te verlenen, die zij van node heb
ben. Wij allen wensen U een behouden
vaart. Moge Gods zegen op Uw werk rus
ten," zo besloot de heer Van Hall zijn
toespraak. Hij verzocht Koningin Juliana
daarop de vlag „HKS" te hijsen om daar
mee aan het schip zijn bestemming te
geven.
Glimlachend voldeed de vorstin aan dit
verzoek. Langzaam ging het dundoek met
de letters H.K.S. naar top. Het was een
uur.
De Nederlandse vissersvloot was weer
in het bezit van een modern visserijhulp-
schip.
Voor een vaartocht naar Scheveningen
is het hospitaal-kerkschip „De Hoop",
aan boord waarvan zich Koningin Juliana
bevond, om even over halftwee naar zee
gegaan. Buitengaats zou „De Hoop" een
Scheveningse logger ontmoeten voor het
houden van demonstraties. Het hospitaal-
kerkschip wordt om kwart over vijf te
schip „De Hoop", de heer H. W. de Voogt, Scheveningen verwacht.
der verlagingen een verschuiving van de
directe naar de indirecte belastingen plaats
vond.
Zijn motie, die een nieuw tarief voor
de inkomstenbelasting voorstond ter ver
krijging van een evenwichtiger verdeling
over de verschillende groepen van de be
volking, kon hij intrekken aangezien hij
ook in dit opzicht thans in belangrijke
mate tevreden was gesteld. Gelijk ook an
deren deden, pleitte deze afgevaardigde
voor een regeling om de ouden van dagen,
die na de huurverhoging niet voldoende
zullen profiteren van de verlaging der in
directe belastingen, nog een handje te hel
pen, bijvoorbeeld door, bij wijze van over
brugging tot de invoering van de ouder
domsvoorziening, hun een uitkering ineens
te geven.
De heer Bommer (PvdA) stelde vast, dat
de „kreupele" huurverhoging plaats heeft
gemaakt voor een „kleuterige". Deze be
vat echter belangrijke voordelen boven
het verworpen ontwerp.
De heer Stapelkamp (AR) merkte
op dat het bedrag, dat de huurverhoging
oplevert, in het niet zinkt vergeleken bij
de onderhoudskosten.
Scherp keerde zich mr. VanLeeuwen
(VVD) tegen de onderhoudsplicht (hetgeen
later de heer Weiter eveneens deed). Hij
zei: „Hier wordt gespeculeerd op een senti
ment, dat zich tegen de huiseigenaren
richt". De VVD-woordvoerder kon in het
algemeen „de kookkunst van de politieke
koks" niet bijster bewonderen, al vond hij
het een-voordeel dat men van het kreupele
huurverhogingsontwerp af is en dat thans
de uit de Duitse tijd daterende opcenten
op de grondbelasting gaan verdwijnen.
Hij zou tegen het voorstel inzake de ven
nootschapsbelasting stemmen. De regering
was naar zijn mening toch tot een grotere
vermindering van de belastingen over
gegaan dan zij eerst aanvaardbaar had ge
noemd. Beter zou het geweest zijn de be
lastingen in de persoonlijke sfeer verder
te verlagen. Hij wenste onder meer dat de
Weeldebelasting zou worden afgeschaft.
Dr. Lucas (KVP) betreurde het dat de
ouden van dagen nauwelijks zullen profi
teren van de compensatie der huurver
hoging. Het tarief van de middengroepen
vond hij nog allerminst redelijk. Wat de
vrijgezellen betreft sprak hij van een
bijna schrijnend onrecht.
Vrij laat op de avond kwam de rege
ring aan het woord. Er waren toen nog
slechts vijftien afgevaardigden aanwezig.
Minister Witte stelde nog eens met
nadruk op de voorgrond, dat voor even
wicht tussen de huren van oude en nieu
we woningen wordt bereikt, zekere diffe
rentiatie tussen verschillende huren nog
wel nodig te achten valt, hetgeen aller
minst met willekeur gelijk hoeft te^taan.
Feitelijke ontkoppeling tussen de huur
verhoging en de belastingen heeft niét
plaats gehad, kreeg mr. Van Leeuwen te
horen. Het door de heer Weiter niet be
grepen verband tussen huurverhoging en
verlaging van de omzetbelasting op textiel
en suiker was heel eenvoudig. Men kan
een en ander tot éénzelfde noemer terug
brengen: die van de kosten van levens
onderhoud.
Door deze huurverhoging komt er een
redelijke marge voor bestrijding van de
onderhoudskosten, voegde minister Witte
zowel mr. Van Leeuwen als de heer Wei
ter toe, die zich namelijk tegen de onder
houdsplicht hadden verzet, aangezien vol
gens hen de huurverhoging van 5 percent
hiervoor ontoereikend zou zijn.
De pressie, die van het onthouden van
de 5 pet huurverhoging zal uitgaan, zal
vermoedelijk wel niet voldoende zijn om
de eigenaar tot grote onderhoudsuitga-
ven te bewegen. Maar er zullen verdere
huurverhogingen volgen en dan zal deze
sanctie wel effect gaan krijgen.
In de wetsontwerpen zijn de gemeenten
geroepen de zaak van de toepassing van
deze sanctie uit te voeren. Ongewenst is
het de huuradviescommissie hierbij te be
trekken, zoals sommige spx-ekers hadden
aanbevolen. In de meeste gevallen zal men
de zaak aan de huurcommissie moeten op
dragen. Slechts in heel kleine gemeenten
kunnen B. en W. zich belasten met het
toezicht op nakoming van de onderhouds
plicht.
Minister Van de Kieft cijferde de
Kamer nog eens voor, dat de regering
over het tijdperk tot 1 Januari 1957 een
concessie van 20 millioen meer belasting
verlaging heeft gedaan. Tegen die datum
zullen verschillende maatregelen vereist
zijn wegens het ingaan van de ouderdoms
voorziening.
De geopperde gedachte omtrent een uit
kering ineens aan de ouden van dagen
leek de minister niet voor practische ver
wezenlijking vatbaar; overigens is het
een punt, waarover het kabinet zou heb
ben te beslissen.
Staatssecretaris Van den Berge gaf toe
dat het verschil in belastingdruk voor
vrijgezellen en gehuwden te groot is. Maar
hij stelde geen verlichting voor de vrijge
zellen in het vooruitzicht. Van de rege
ringstafel werden alle wensen afgewim
peld. Er waren misschien ook daardoor
tenslotte nog slechts acht leden in de Ka
mer. De vergadering duurde tot kwart
voor één.
Vandaag wordt het debat voortgezet.