Eerste Kamer keurt huurverhoging
en belastingverlaging goed
Huurverhoging met 5 percent
gaat op 1 September in
STATE (kPRgss
5=3 777
ST^te (-XP^ess
777
Wat de komende belastingverlaging inhoudt
Motie-Molenaar, waarin voorstel
tot verdere huurverhoging werd
gevraagd, verworpen
Hoe, moet de berekening geschieden
Een nieuw kabinet
in Indonesië
de nieuwe
Ook in handige
doosjes van 10 st.
DONDERDAG 11 AUGUSTUS 1955
7
Postzegelactie van
Wilhelmina-fonds
l De huurverhoging
„Snijden" veroorzaakte
lelijke valpartij
Inbraak in slagerij:
1300 gulden gestolen
Voor mij
en in mooie grote dozen
van 50 stuks f 2.-
met de nieuwe melange - nu zo zacht
V ermogenshelasting
Bejaarden en invaliden
Zevenjarig jongetje
in zee verdronken
(Van onze parlementaire redacteur)
DE EERSTE KAMER HEEFT gisteren met 31 tegen 2 stemmen (één van de heer
Brandenburg (CPN) en één van mr. De Vos van Steenwijk (VVD) het wetsontwerp
inzake de 5 pet. huurverhoging aangenomen. De ontwerpen inzake de belasting
verlagingen werden zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Met 28 tegen 4 stem
men (van de VVD-fractie) verwierp de Kamer een motie van prof. Molenaar (VVD),
waarin de regering werd verzocht, in het komende parlementaire zittingsjaar een
voorstel inzake een verdere huurverhoging in te dienen.
De in de Eerste Kamer gemaakte op
merkingen werden beantwoord door de
minister-president en door de ministers
Van de Kieft en Witte.
D r. Drees zei dat de belasting- en
huurkwesties kabinetsaangelegenheden zijn.
Een te nauw verband was er volgens hem
gelegd tussen het huurvraagstuk en de
woningnood, want de vraag hoeveel
woningen er gebouwd kunnen worden is
slechts in geringe mate van de huren af
hankelijk. In het binnenlandse beleid moet
in de ogen van het gehele kabinet aan
leniging van de woningnood, waaraan met
de grootste inspanning wordt gewerkt,
voorrang worden gegeven. Zowel lagere
organen als particulieren dienen hieraan
indachtig te zijn; de regering betreurt het
als zij zich soms genoopt ziet in te grijpen.
Naar aanleiding van het verwijt, dat de
regering getracht zou hebben de Tweede
Kamer te „bruskeren" door verband te
leggen tussen belastingverlaging en huur
verhoging, zei de minister-president, dat
de regering steeds het standpunt had inge
nomen, dat het eerste niet mocht geschie
den zonder tevens tot het laatste over te
gaan. Miniser Witte had zelfs gaarne met
de huurverhoging loonsverhoging gepaard
doen gaan, maar loonsverhoging hangt af
van overeenstemming tussen werkgevers
en werknemers; de regering moet er alleen
vergunning voor verlenen. Daarentegen is
belastingverlaging allereerst een zaak van
het kabinet en het parlement. Dat hij, de
minister-president, er niet in geslaagd was
zelf met een oplossing van de moeilijkheden
voor den dag te komen, die de kabinets
crisis had kunnen voorkomen, betreurde
hij zelf ook. Onjuist was echter, dat het
compromis louter berustte op een voorstel
van de fracties. Het kabinet 'had wel dege
lijk een eigen standpunt ingenomen. Het
compromis was voortgekomen uit overleg
tussen kabinet en Kamerfracties. Vooral de
overweging, dat het in het belang van het
land noodzakelijk was geworden tot een
oplossing te komen, hebben bovenal de
doorslag gegeven. De beschuldiging, dat
het tenslotte was neergekomen op een over
leg tussen het kabinet en de fracties, die
tesamen de regeringsmeerderheid vormen,
wees minister Drees van de hand met de
opmerking, dat men geenszins geheimzin
nig was te werk gegaan. Veeleer was „alles
op straat gebeurd", want men kon overal
lezen wat de plannen waren! Van incon
stitutioneel handelen was geen sprake ge
weest, noch van verzwakking van het
kabinet.
Tenslotte zei d r. Drees, dat er tussen
KVP en P. v. d. A. tegenstellingen be
staan. Maar in ons land is geen rege
ringsbasis te vinden zonder samen
werking tussen verschillende partijen.
In het algemeen is, vergeleken met het
buitenland, de samenwerking ten onzent
niet zo kwaad geweest en er bestaat even
min reden om over een minder gelukkige
verhouding tussen kabinet en Kamers te
klagen. Te hopen is, dat het „vertrouwvol
beraad" een grondslag zal opleveren voor
een vruchtbaar huurbeleid op lange
termijn.
Minister Van de Kieft ontkende
vervolgens tegenover prof. Molenaar, het
bestaan van een onzekere lijn in het econo
misch beleid van de regering. Toen het
kabinet in 1952 optrad, was het ergste
kwaad de toenemende werkloosheid. Hier
van is nu geen sprake meer.
De stijging van prijzen en lonen was
nodig met het oog op aanpassing aan de
verhoudingen elders. Nederland kan geen
goedkoopte-eiland blijven. In het algemeen
valt hierin niet een inflatie-verschijnsel te
zien, doch natuurlijk zal de regering er
het oog op moeten houden. De tariefsver
hoging bij de spoorwegen besprekende,
prees de minister het goede beheer van de
spoorwegen, waardoor men zonder sub
sidie weet uit te komen. Daar heeft men
ook met de loonsverhoging rekening te
houden en in dat licht vooral moet men de
aangekondigde verhoging van de reizigers
tarieven zien. Dit gebeurt om verliezen te
voorkomen.
Enige der in het debat aangevoerde pun
ten deden de minister van Financiën op
merken, dat de kopersstaking door de in
het vooruitzicht gestelde verlichting van de
omzetbelasting weinig betekenis heeft.
Voorts herhaalde hij zijn bereidheid, even
tuele veranderingen in het belastingtarief
voor ongehuwden te willen overwegen, als
ook het mogelijk maken tot een gemiddelde
aanslag over te gaan met het oog op de
gevallen van grote verschillen in de in
komsten over verschillende jaren.
Minister Witte uitte zijn verbazing
over het vasthouden aan de hardnekkige
De grote postzegelactie van het Koningin
Wilhelmina Fonds, waarvan de opbrengst
geheel ten bate van de kankerbestrijding
zal worden aangewend, wordt Maandag 15
Augustus begonnen en duurt tot en met
Zaterdag 10 September*. Gedurende deze
periode zal de P.T.T. voor dit doel een se
rie postzegels in omloop brengen, die met
een kleine toeslag in een daarvoor speciaal
ingerichte stand in alle postkantor-en van
Nederland verkrijgbaar zal worden gesteld.
Op de postzegels van twee en vijf cent
wordt ten bate van de kankerbestrijding
een toeslag van drie cent in rekening ge
bracht; op de postzegels van zeven en tien
cent vijf cent, waarbij die van vijfentwintig
cent met acht cent wordt verhoogd. Een
volledige serie kost aldus drieënzeventig
cent. Deze series zijn bij verzamelaars bij
zonder in trek en zouden dus voor jeugdi
ge philatelisten misschien als vacantie-ver-
rassing gebruikt kunnen worden. Deze
nieuwe zegels blijven voor frankering gel
dig tot en met 31 December 1956.
misvatting dat er verband zou bestaan
tussen onvoldoende hoogte van de huren
en de woningnood. De regering streeft
naar verhoging van de woningproductie.
Met een schema voor de dag te komen,
ware in de gegeven omstandigheden „Spie
lerei". Het is niet mogelijk, zolang er geen
beslissing is over het vraagstuk van de
huurbelasting. Vrije huren, gevormd op
een vrije markt, bij verzadigde woning
markt, daarnaar moet volgens de persoon
lijke mening van de minister gestreefd
worden.
Aan het slot zijner uiteenzettingen stelde
minister Witte vast, dat de regering er in
geslaagd is de huren, vergeleken bij eind
1953, van 115 op 150 punten te brengen.
Dit is nog wel te laag, maar als men let op
die landen waar evenzeer woningnood be
staat, slaan wij nog niet zulk een slecht
figuur.
Prof. Molenaar (V.V8D.) diende bij
de replieken een motie in, met klem het
kabinet verzoekende in het komende zit
tingsjaar met een nieuw voorstel tot ver
dere huurverhoging te komen.
Aangezien de motie-Molenaar niets kon
bijdragen tot oplossing van het huisves
tingsprobleem ontried minister Witte de
aanvaarding.
De afloop van de stemmingen is reeds
vermeld. Uit een korte verklaring van mr.
De Vos van Steenwijk (V.V.D.) bleek, dat
voor hem de verwerping van de motie-
Molenaar aanleiding was geweest om daar
na, in afwijking van zijn fractiegenoten,
tegen de huurverhogingswet te stemmen.
De senaat keurde voorts de toetreding
tot het Brusselse cognossements-verdrag
zonder hoofdelijke stemming goed. Het
zelfde gebeurde met het ontwerp inzake
een tijdelijke bijslag op Indonesische pen
sioenen. Minister Luns achtte het zeer goed
mogelijk, dat er, dank zij het werk van' de
desbetreffende commissie, nog wel enige
verbetering zal kunnen intreden.
Nadat voorzitter Jonkman in
herinnering had gebracht, dat onze Senaat
in 56 vergaderingen in dit zittingsjaar heel
wat had afgedaan, wenste hij de senatoren
een aangename vacantie toe.
COCOOOCCCCCCCCCXXC053KX>XCOOCOO(XXXlCCOCOCCCCCOOCCOCCCCO
g Nu ook de Eerste Kamer het des-
8 betreffende ontwerp heeft goedgekeurd 8
8 zal de wet tot wijziging van de Huur- 8
X wet op een enkel onderdeel na op 8
o 1 September in werking treden. Ter in- 8
formatie van onze lezers geven wij hier g
een overzicht in grote lijnen over de x
werking van de gewyzigde Huurwet. 8
Oa>3COCXXWOOOaX>K>3<XOODOODaXX«COOOCCCCCOOCOCOC)OC»C>DCO
DE NIEUWE HUURWET, welke op 1 September in werking treedt, bepaalt in het
algemeen dat de huren van oude woningen met 5 pet worden verhoogd. Dit houdt
in dat de huurprijs van een zelfstandige woning, welke vóór 27 December 1940 tot
stand is gekomen, wordt verhoogd met 5 pet. Dit geldt ook voor woningen, die
tussen 27 December 1940 en 5 Mei 1945 tot stand zijn gekomen en waarvan de huur
prijs vóór 1 September 1955 nader is vastgesteld door de minister van Weder
opbouw en Volkshuisvesting. Dat zijn de woningen, waarvan de huurprijs is opge
trokken tot het peil, waarop de huurprijs van vóóroorlogs vergelijkbaar gebouwd
onroerend goed na de twee vorige huurverhogingen is gelegen.
Uitgangspunt van de huurverhoging is de huurprijs van 31 Augustus 1955, dat wil
zeggen de huurprijs, welke op die datum wettelijk verschuldigd is, dus niet de in
werkelijkheid betaalde huurprijs indien deze hoger mocht zijn.
Deze huurverhoging doorbreekt de bestaande contracten; zij geschiedt dus als het
ware automatisch.
overgelaten aan de beslissing van de
Kroon. In elk geval zullen eerst nog diverse
zaken bij algemene maatregel van bestuur
geregeld moeten worden, zoals de wijze,
waarop een huurverlaging, als hier be
doeld, tot stand zal kunnen komen. Ook
de minister van Wederopbouw en Volks
huisvesting moet nog richtlijnen vaststel
len, welke in acht genomen zullen moeten
worden bij het nemen van een beslissing
ten aanzien van een verzoek om huur
verlaging.
Bedrijfspanden
Indien in de huurprijs op 31 Augustus
1955 een bedrag is begrepen wegens een
verbouwing, een vernieuwing van de cen
trale voorzieningen of wegens het aan
brengen van verbeteringen of technische
voorzieningen, wordt de huurverhoging
van 5 pet niet over dat bedrag berekend.
Hetzelfde geldt ook, indien de betalings
verplichting van de huurder een vergoe
ding bevat voor de levering van water,
gas of electriciteit of voor het gebruik van
meubelen of stoffering.
Als voorbeeld diene het volgende. De
huurprijs van een woning bedraagt op 31
Augustus 1955 f 106.per maand. In deze
prijs is f 6.begrepen wegens door de
verhuurder aangebrachte verbeteringen.
De huurprijs van f 106.wordt nu eerst
verminderd met f 6.Het overblijvende
bedrag van f 100.wordt nu met 5 pet
van f 100.—, is f 5.—, verhoogd. Wij krij
gen dan f 105.Hierbij komt dan weer
het bedrag van f 6.— wegens aangebrachte
verbeteringen. De nieuwe huurprijs wordt
dus f 111.—.
Wij geven nog een ander voorbeeld. De
huurprijs van een woning bedraagt op 31
Augustus 1955 f 8.55 per week. Hierin is
f 0.35 begrepen wegens waterlevering.
Deze f 0.35 trekken wij van het bedrag
van f 8.55 af. Blijft over f 8.20. Dit bedrag
verhogen wij met 5 pet. van f 8.20 is f 0.41.
Wij komen dan op f 8.61. Hierbij tellen wij
weer f 0.35 (water) op. Wij krijgen dan
f 8.96. Dit bedrag wordt naar boven afge
rond tot een veelvoud van 5 cent. De
nieuwe huur wordt dus f 9.
Krotwoningen
De wijzigingswet handhaaft de bestaan
de regel, dat de huurprijs van een onbe
woonbaar verklaarde woning gelijk is aan
de huurprijs op 31 December 1950. Deze
regel komt hierop neer, dat de huurprijs
van zo'n woning gelijk is aan de vóór
oorlogse huurprijs.
De wijzigingswet machtigt de minister
van Wederopbouw en Volkshuisvesting om
deze regel ook van toepassing te verklaren
op een woning, welke hoewel niet on
bewoonbaar verklaard naar zijn oordeel
ongeschikt is ter bewoning en niet door
het aanbrengen van verbeteringen in be
woonbare staat kan worden gebracht. De
minister kan dus de huurprijs van een
dergelijke woning tot de vóóroorlogse
huurprijs verlagen en daarmede de drie
huurverhogingen van 1 Januari 1951, 1
Januari 1954 en 1 September 1955 onge
daan maken. Bij de toepassing van deze
ingrijpende huurverlaging is de minister
echter gebonden aan de regelen, welke nog
door de Kroon bij algemene maatregel van
bestuur vastgesteld moeten worden.
Slecht onderhoud
De nieuwe huurverhoging van 5 pet. mag
alleen toekomen aan die eigenaren, die
hun huizen behoorlijk onderhouden. Bij
vele huurders van slecht onderhouden hui
zen is de illusie gewekt, dat zij de nieuwe
huurverhoging niet zullen behoeven te be
talen. Ter voorkoming van teleurstelling zij
hier daarom uitdrukkelijk vermeld, dat de
huurverhoging ook ten aanzien van ver
waarloosde woningen automatisch op 1
September 1955 ingaat.
Wel zal de huurprijs van zo'n woning op
verzoek van de huurder later weer ver
laagd kunnen worden tot de huurprijs van
31 Augustus 1955, indien de woning als ge
volg van verwaarlozing door de verhuur
der kennelijk niet voldoet aan de eisen,
welke daaraan in verband met instand
houding en bewoonbaarheid redelijker
wijze kunnen worden gesteld.
Dit onderdeel van de wijzigingswet
treedt niet op 1 September 1955 in wer
king. De bepaling van het tijdstip, waarop
Bedrijfspand in de zin van de Huurwet
is: een gebouwd onroerend goed, waarvan
ten minste 40 pet. van het totale vloer
oppervlak voor bedrijfsdoeleinden wordt
gebruikt, alsmede een winkelwoning.
Evenals bij de huurverhoging van 1
Januari 1954 worden ook thans de huren
van bedrijfspanden niet automatisch ver
hoogd. Hier kan een huurverhoging alleen
door een overeenkomst tussen verhuurder
en huurder tot stand komen. De wijzi
gingswet bepaalt slechts, dat een eventuele
nieuwe huurprijs niet boven een zeker
maximum mag liggen. Dit maximum is de
huurprijs, welke op 31 Augustus 1955 ten
hoogste overeengekomen mocht zijn, ver
meerderd met 5 pet. Bij de huurverhoging
van 1 Januari 1954 mocht de huurprijs van
een bedrijfspand verhoogd worden met ten
hoogste 17, 20, 23, 26 of 29%, al naar ge
lang van de klasse der gemeente, waarin
het pand gelegen was. Deze maximum
huurprijs wordt nu weer verhoogd met
5 pet. daarvan.
Indien de huurverhoging van 1 Januari
1954 ten aanzien van een bepaald bedrijfs
pand achterwege is gebleven, moet die
verhoging toch toegepast worden voor de
berekening van de maximum-huurprijs.
Het maakt dus voor de berekening van de
nieuwe maximum-huurprijs geen verschil,
of de huurverhoging van 1 Januari 1954 al
dan niet op 31 Augustus 1955 reeds toe
passing heeft gevonden.
Op het Soendaplein te Haarlem zijn
Woensdagochtend twee fietsers door het
toedoen van een derde wielrijder met ei-
kaar in botsing gekomen en er niet zonder
brokken van afgekomen.
De zeventienjarige J. M. uit Haarlem, in
de richting van de binnenstad rijdend, pas
seerde juist de 28-jarige L. A. W., even
eens uit Haarlem, toen hij op zijn beurt
werd ingehaald door een derde onbekend
gebleven wielrijder. Deze laatste, voor de
anderen komend, „sneed" zo scherp naar
rechts dat J. M. tegen L. A. W. werd ge
drongen, waardoor zijn trapper in diens
voorwiel haakte. Beiden vielen, tengevolge
waarvan de een een flinke schaafwonde
aan zijn hoofd opliep. De ander bleef on
gedeerd maar zijn voorwiel werd zwaar be
schadigd. De derde wielrijder, door wiens
„snijden" dit ongeval gebeurde, is zonder
meer doorgereden.
In een slagerij op de Harmensjansweg in
Haarlem is in de nacht van negen op tien
Augustus ingebroken en een flink bedrag
aan geld ontvreemd.
Men heeft zich via de kelder toegang tot
de slagerij verschaft. Eenmaal in de sla
gerij was het vrij eenvoudig de hierboven
gelegen woning van de slager te bereiken.
Uit het niet gesloten dressoir in de huis
kamer heeft men een geldkistje inhoudende
dertienhonderd gulden ontvreemd. Van de
dit onderdeel in werking zal treden, is aader(s) is nog niets bekend.
Donderdagmiddag heeft de kabinets
formateur Harahap officieel de samenstel
ling van een nieuw kabinet afgekondigd.
Het regeringsprogram omvat zeven
punten: Herstel van het morele gezag der
regering tegenover het leger en het volk;
het houden van algemene verkiezingen
volgens het plan en het bevorderen van de
vorming van een nieuw parlement; zo
mogelijk dit jaar nog een wetgeving voor
decentralisatie tot stand brengen; de infla
tie tot staan brengen; het uitroeien van
corrupie; voortzetting van de strijd voor de
terugkeer van West-Irian bij de republiek
Indonesia en bevordering van de Aziatisch-
Afrikaanse samenwerking op basis van een
actieve onafhankelijke politiek gericht op
de wereldvrede.
De partij S.K.I. blijkt bij de opstelling
van het kabinet buitengesloten te zijn. De
S.K.I. is de Indonesische volkspartij, de
partij van de minister van Voorlichting in
het aftredende kabinet, dr. Tobing.
De ministerlijst, die thans is opgesteld,
luidt als volgt:
Premieren minister van Defensie: Hara
hap (Masjoemi);
Eerste vice-premier: Djanu Ismadi
(PIR);
Tweede vice-premier: Harsono Tjokroa-
minoto (PSI);
Buitenlandse Zaken: Anak Agung Gde
Agung (Demokrat);
Binnenlandse Zaken: Sunarjo (N.U.);
Financiën: Soemitro (PSI);
Economische Zaken: Kasimo (Katholiek);
Landbouw: Mohammed Sardjan (Mas
joemi);
Agrarische Zaken: Gunawan (PRN)
Verbindingen: Laoh (PRN);
Vice-minister van Verbindingen: Asra-
ruddin (Partai Buruh);
Openbare Werken: voorlopig Djanu Is
madi a.i., totdat het nader overleg met de
Parinda is voltooid;
Justitie: Lukman Wiriadinata (PSI);
Arbeid: Tedjasukmana (Partai Buruh);
Onderwijs: Harsono Tjokroaminoto a.i.,
totdat het overleg met de Parinda is vol
tooid;
Godsdienst: Iljas (N.U.);
Gezondheid: Leimena (Parkindo);
Sociale Zaken: Sudibjo (PSI);
Voorlichting: Sjamsuddin Sutan Makmur
(PiR);
Staatsministers:
Een nog niet benoemd Masjoemi-lid,
Sutomo (PRI), Cumala Noor (PIR).
ADVERTENTIE
De Eerste Kamer heeft de belasting
voorstellen, behorende tot het belasting
plan 1955, aanvaard. Uit het onderstaande
overzicht blijkt, welke de gevolgen zijn
van dit besluit.
Voor de inkomstenbelasting en de loon
belasting zijn met ingang van 1 September
1955 de belastingvrije minima verhoogd
met f 120.voor ongehuwden en met
f 180.voor gehuwden.
Verder zijn de marginale heffingsper
centages over de gehele linie met 6 per
cent verminderd. In overeenstemming met
de verruiming van de belastingvrije mini
ma is de kinderaftrek wat de primaire in
komensaftrek betreft met f 30.verhoogd
tot f 330.terwijl de bedragen van de
aanvullende belastingaftrek zijn aangepast
aan de nieuwe marginale heffingspercen
tages. Het tarief van de loonbelasting voor
bijzondere beloningen (onder andere grati
ficaties) is enigszins verlaagd en wel als
volgt: voor ongehuwden 18 percent (was
20 percent); voor gehuwden 12 percent
(was 13); voor gehuwden met aanspraak
op kinderaftrek voor: één kind 8 percent
(9), twee kinderen 4 percent (5), drie kin
deren 2 percent (2), meer dan drie kinderen
nihil (nihil).
Voor het jaar 1955 wordt, wat de inkom
stenbelasting betreft, een overgangstarief
toegepast, waarvoor 2/3 gedeelte van het
oude tarief en 1/3 gedeelte van het nieuwe
tarief tot grondslag dient.
Voor de inkomstenbelasting en de loon
belasting is met ingang van het jaar 1955
ingevoerd een aftrek van premiën voor de
verzekering van periodieke uitkeringen bij
ziekte of ongeval.
De vrijstelling voor de inkomstenbelas
ting van de winst bij overdracht van het
bedrijf of bij overlijden van de onder
nemer en bij staking van het bedrijf of
zelfstandig beroep is met ingang van 1955
verhoogd tot f 7.500.(was f 5.000.
De loon- en inkomensgrens boven welke
aan loontrekkenden steeds een aanslag in
de inkomstenbelasting wordt opgelegd, is
met ingang van 1955 verhoogd van f 5.000.
tot f 6.000.—.
Bij de behandeling van de voorstellei
heeft de regering toegezegd dat het af
schrijvingspercentage voor woonhuizen
voor hen, voor wie deze woonhuizen niet
als bedrijfs- of beroepsbezit worden be
schouwd, met ingang van 1955 wordt ver
hoogd van 10 tot 15.
Het maximum voor de aftrek van lijf-
rentepremiën, dat naar gelang van de
tariefgroep, waaronder de belastingplich
tige valt, variërende van f 600.tot
f 1.800.is met ingang van het jaar 1955
voor alle belastingplichtigen verruimd tot
f 3.600.per jaar.
Indien van een echtpaar man en vrouw
beiden in loondienst zijn, wordt met in
gang van het jaar 1955 op het gezamen
lijke jaarloon voor ieder een bedrag van
f 100.wegens kosten van verwerving in
mindering gebracht (was éénmaal f 100.
De aftrek voor de vermogensbelasting is
met ingang van het belastingjaar 1956 ver
hoogd tot f 30.000.(was f 15.000.voor
gehuwden, tot f 22.500.(was f 10.000.
voor ongehuwden en tot f 7.500.(was
f 5.000.voor elk kind, waarvoor kin
deraftrek wordt genoten.
De omzetbelasting op gas, electriciteit en
warmte voor particulieren, op dierlijke en
plantaardige oliën en vetten en op olie
houdende zaden en vruchten wordt met
ingang van 1 September 1955 afgeschaft.
Met ingang van dezelfde datum wordt de
omzetbelasting op textiel en suiker tijde
lijk afgeschaft, namelijk tot 1 Januari 1957;
daarna blijft voor textiel een verlaging
van 5 percent op 2 percent gelden. Het
tussentarief van de
voorts verlaagd van
omzetbelasting is
10 op 8 percent.
:||:s
De Amerikaanse Commissie voor de Atoom Energie heeft deze week in Genève
onthuld, dat Amerikaanse geleerden opzettelijk een in de Amerikaanse Idaho-
woestijn gebouwde kleine atoom-reactor hebben doen ontploffen om te weten te
komen, hoeveel schadelijke straling er na een dergelijke explosie zou overblijven.
Toen alle veiligheidsinstallaties van de reactor buiten werking waren gesteld of
verwijderd, en er dus een ongecontroleerde reactie begon, liep het vermogen van
de reactor in een tiende seconde op tot meer dan 10 millioen kilowatt en volgde
er een explosie, die stukken van het proefapparaat ver over de woestijn verspreidde.
De atoomflits was een halve mijl x>er te zien. Er schoot een donkergrijze wolk dertig
meter de hoogte in, maar de gevaarlijke straling was buiten een cirkel met een
straal van tweehonderd voet niet meer merkbaar. - ■*-
- Foto boven: de explosie, waarbij men de stukken in de lucht ziet vliegen.
Tevens is de tabel van aan het tussen
tarief onderworpen goederen en de zo
genaamde weeldetabel sterk ingekrompen.
Tijdens de parlementaire behandeling is
;loor de regering medegedeeld, dat over de
voorraden, die op 1 September 1955 aan
wezig zijn, in een aantal gevallen onder
zekere voorwaarden teruggaaf wordt ver
leend.
De motorrijtuigenbelasting voor brom
fietsen (f 14.per jaar) is afgeschaft, het
tarief voor taxi's en ambulances is ver
laagd tot 75 percent van de belasting, die
voor gewone personenauto's zal gelden.
Voor gehuwde bejaarden (ouder dan 65
jaar) of invalide belastingplichtigen en de
ongetrouwde invaliden, die niet met ge
huwden zijn gelijkgesteld, alsook voor in
validen, die aanspraak op kinderaftrek
hebben en ongehuwde bejaarden is een
bijzondere faciliteit in het leven geroepen
in de vorm van een extra aftrek van
f 624.op het jaarlijkse inkomen of loon.
Voor 1955 geldt in verband met de datum
van ingang van de verlichtingen een af
trek van f 208.
Het percentage van de personele belas
ting naar de grondslag huurwaarde is van
4,5 gebracht op 4,25, terwijl de begrenzing
van de kinderaftrek en de aftrekbedragen
aan de voet van het tarief met het oog op
de huurverhoging met 5 percent zijn ver
hoogd.
De gemeentelijke opcenten van de grond
belasting voor gebouwde eigendommen zijn
met ingang van 1956 verlaagd van 190 tot
60 en die voor ongebouwde eigendommen
van 110 tot 30.
Het tarief van de vennootschapsbelas
ting is met ingang van het (boek-)jaar 1955
verlaagd tot 4043 percent( was 42 1/246
percent). Voor het in 1951 voor de ver
mogensbelasting ingevoerde progressieve
tarief van 6 a 7 pro mille treedt met in
gang van het belastingjaar 1955 in de
plaats het vroegere proportionele tarief
van 5 pro mille: de eveneens in 1951 inge
voerde verhoogde bijzondere aftrek van
f 20.000.voor bejaarden en anderen, die
niet tot arbeid in staat zijn, is gehand
haafd. Voor zover men op 1 September
1955 niet reeds van deze faciliteit profi
teerde, is de leeftijdsgrens, in aansluiting
bij de regeling van de overeenkomstige af
trek bij de inkomstenbelasting, van 60 jaar
gebracht op 65 jaar.
De progressieve verhoging van de motor
rijtuigenbelasting voor personenauto's is
vervallen. Enige met ingang van 1 Sep
tember 1951 aangebrachte tariefsonder
scheidingen, die in het algemeen in het
voordeel van de contribuabelen zijn, zijn
echter gehandhaafd. Het minimum gewicht,
waarnaar de belasting voor personenauto's
wordt berekend, blijft '600 kg en wel met
een minimum belasting" van f 48.per
jaar.
De in 1951 ingevoerde verhoging van
successierecht is vervallen, zodat weer het
oude tarief wordt geheven.
Woensdagmiddag zijn twee kinderen, die
zich ver op een der strekdammen aan het
vrije strand te Camperduin hadden ge
waagd, daarvan afgegleden en in een diepe
mui gevallen. Het gelukte een hengelaar
een der kinderen, het 9-jarige meisje M.
G. Wetzeld uit Amsterdam te redden. Haar
7-jarig broertje werd korte tijd later door
de vader uit het water gehaald. Kunstma
tige ademhaling, die onmiddellijk werd
toegepast, mocht niet meer baten.