Eerste Kamer keurt huurverhoging en belastingverlaging goed Huurverhoging met 5 percent gaat op 1 September in STATE (kPRgss 5=3 777 ST^te (-XP^ess 777 Wat de komende belastingverlaging inhoudt Motie-Molenaar, waarin voorstel tot verdere huurverhoging werd gevraagd, verworpen Hoe, moet de berekening geschieden Een nieuw kabinet in Indonesië de nieuwe Ook in handige doosjes van 10 st. DONDERDAG 11 AUGUSTUS 1955 7 Postzegelactie van Wilhelmina-fonds l De huurverhoging „Snijden" veroorzaakte lelijke valpartij Inbraak in slagerij: 1300 gulden gestolen Voor mij en in mooie grote dozen van 50 stuks f 2.- met de nieuwe melange - nu zo zacht V ermogenshelasting Bejaarden en invaliden Zevenjarig jongetje in zee verdronken (Van onze parlementaire redacteur) DE EERSTE KAMER HEEFT gisteren met 31 tegen 2 stemmen (één van de heer Brandenburg (CPN) en één van mr. De Vos van Steenwijk (VVD) het wetsontwerp inzake de 5 pet. huurverhoging aangenomen. De ontwerpen inzake de belasting verlagingen werden zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Met 28 tegen 4 stem men (van de VVD-fractie) verwierp de Kamer een motie van prof. Molenaar (VVD), waarin de regering werd verzocht, in het komende parlementaire zittingsjaar een voorstel inzake een verdere huurverhoging in te dienen. De in de Eerste Kamer gemaakte op merkingen werden beantwoord door de minister-president en door de ministers Van de Kieft en Witte. D r. Drees zei dat de belasting- en huurkwesties kabinetsaangelegenheden zijn. Een te nauw verband was er volgens hem gelegd tussen het huurvraagstuk en de woningnood, want de vraag hoeveel woningen er gebouwd kunnen worden is slechts in geringe mate van de huren af hankelijk. In het binnenlandse beleid moet in de ogen van het gehele kabinet aan leniging van de woningnood, waaraan met de grootste inspanning wordt gewerkt, voorrang worden gegeven. Zowel lagere organen als particulieren dienen hieraan indachtig te zijn; de regering betreurt het als zij zich soms genoopt ziet in te grijpen. Naar aanleiding van het verwijt, dat de regering getracht zou hebben de Tweede Kamer te „bruskeren" door verband te leggen tussen belastingverlaging en huur verhoging, zei de minister-president, dat de regering steeds het standpunt had inge nomen, dat het eerste niet mocht geschie den zonder tevens tot het laatste over te gaan. Miniser Witte had zelfs gaarne met de huurverhoging loonsverhoging gepaard doen gaan, maar loonsverhoging hangt af van overeenstemming tussen werkgevers en werknemers; de regering moet er alleen vergunning voor verlenen. Daarentegen is belastingverlaging allereerst een zaak van het kabinet en het parlement. Dat hij, de minister-president, er niet in geslaagd was zelf met een oplossing van de moeilijkheden voor den dag te komen, die de kabinets crisis had kunnen voorkomen, betreurde hij zelf ook. Onjuist was echter, dat het compromis louter berustte op een voorstel van de fracties. Het kabinet 'had wel dege lijk een eigen standpunt ingenomen. Het compromis was voortgekomen uit overleg tussen kabinet en Kamerfracties. Vooral de overweging, dat het in het belang van het land noodzakelijk was geworden tot een oplossing te komen, hebben bovenal de doorslag gegeven. De beschuldiging, dat het tenslotte was neergekomen op een over leg tussen het kabinet en de fracties, die tesamen de regeringsmeerderheid vormen, wees minister Drees van de hand met de opmerking, dat men geenszins geheimzin nig was te werk gegaan. Veeleer was „alles op straat gebeurd", want men kon overal lezen wat de plannen waren! Van incon stitutioneel handelen was geen sprake ge weest, noch van verzwakking van het kabinet. Tenslotte zei d r. Drees, dat er tussen KVP en P. v. d. A. tegenstellingen be staan. Maar in ons land is geen rege ringsbasis te vinden zonder samen werking tussen verschillende partijen. In het algemeen is, vergeleken met het buitenland, de samenwerking ten onzent niet zo kwaad geweest en er bestaat even min reden om over een minder gelukkige verhouding tussen kabinet en Kamers te klagen. Te hopen is, dat het „vertrouwvol beraad" een grondslag zal opleveren voor een vruchtbaar huurbeleid op lange termijn. Minister Van de Kieft ontkende vervolgens tegenover prof. Molenaar, het bestaan van een onzekere lijn in het econo misch beleid van de regering. Toen het kabinet in 1952 optrad, was het ergste kwaad de toenemende werkloosheid. Hier van is nu geen sprake meer. De stijging van prijzen en lonen was nodig met het oog op aanpassing aan de verhoudingen elders. Nederland kan geen goedkoopte-eiland blijven. In het algemeen valt hierin niet een inflatie-verschijnsel te zien, doch natuurlijk zal de regering er het oog op moeten houden. De tariefsver hoging bij de spoorwegen besprekende, prees de minister het goede beheer van de spoorwegen, waardoor men zonder sub sidie weet uit te komen. Daar heeft men ook met de loonsverhoging rekening te houden en in dat licht vooral moet men de aangekondigde verhoging van de reizigers tarieven zien. Dit gebeurt om verliezen te voorkomen. Enige der in het debat aangevoerde pun ten deden de minister van Financiën op merken, dat de kopersstaking door de in het vooruitzicht gestelde verlichting van de omzetbelasting weinig betekenis heeft. Voorts herhaalde hij zijn bereidheid, even tuele veranderingen in het belastingtarief voor ongehuwden te willen overwegen, als ook het mogelijk maken tot een gemiddelde aanslag over te gaan met het oog op de gevallen van grote verschillen in de in komsten over verschillende jaren. Minister Witte uitte zijn verbazing over het vasthouden aan de hardnekkige De grote postzegelactie van het Koningin Wilhelmina Fonds, waarvan de opbrengst geheel ten bate van de kankerbestrijding zal worden aangewend, wordt Maandag 15 Augustus begonnen en duurt tot en met Zaterdag 10 September*. Gedurende deze periode zal de P.T.T. voor dit doel een se rie postzegels in omloop brengen, die met een kleine toeslag in een daarvoor speciaal ingerichte stand in alle postkantor-en van Nederland verkrijgbaar zal worden gesteld. Op de postzegels van twee en vijf cent wordt ten bate van de kankerbestrijding een toeslag van drie cent in rekening ge bracht; op de postzegels van zeven en tien cent vijf cent, waarbij die van vijfentwintig cent met acht cent wordt verhoogd. Een volledige serie kost aldus drieënzeventig cent. Deze series zijn bij verzamelaars bij zonder in trek en zouden dus voor jeugdi ge philatelisten misschien als vacantie-ver- rassing gebruikt kunnen worden. Deze nieuwe zegels blijven voor frankering gel dig tot en met 31 December 1956. misvatting dat er verband zou bestaan tussen onvoldoende hoogte van de huren en de woningnood. De regering streeft naar verhoging van de woningproductie. Met een schema voor de dag te komen, ware in de gegeven omstandigheden „Spie lerei". Het is niet mogelijk, zolang er geen beslissing is over het vraagstuk van de huurbelasting. Vrije huren, gevormd op een vrije markt, bij verzadigde woning markt, daarnaar moet volgens de persoon lijke mening van de minister gestreefd worden. Aan het slot zijner uiteenzettingen stelde minister Witte vast, dat de regering er in geslaagd is de huren, vergeleken bij eind 1953, van 115 op 150 punten te brengen. Dit is nog wel te laag, maar als men let op die landen waar evenzeer woningnood be staat, slaan wij nog niet zulk een slecht figuur. Prof. Molenaar (V.V8D.) diende bij de replieken een motie in, met klem het kabinet verzoekende in het komende zit tingsjaar met een nieuw voorstel tot ver dere huurverhoging te komen. Aangezien de motie-Molenaar niets kon bijdragen tot oplossing van het huisves tingsprobleem ontried minister Witte de aanvaarding. De afloop van de stemmingen is reeds vermeld. Uit een korte verklaring van mr. De Vos van Steenwijk (V.V.D.) bleek, dat voor hem de verwerping van de motie- Molenaar aanleiding was geweest om daar na, in afwijking van zijn fractiegenoten, tegen de huurverhogingswet te stemmen. De senaat keurde voorts de toetreding tot het Brusselse cognossements-verdrag zonder hoofdelijke stemming goed. Het zelfde gebeurde met het ontwerp inzake een tijdelijke bijslag op Indonesische pen sioenen. Minister Luns achtte het zeer goed mogelijk, dat er, dank zij het werk van' de desbetreffende commissie, nog wel enige verbetering zal kunnen intreden. Nadat voorzitter Jonkman in herinnering had gebracht, dat onze Senaat in 56 vergaderingen in dit zittingsjaar heel wat had afgedaan, wenste hij de senatoren een aangename vacantie toe. COCOOOCCCCCCCCCXXC053KX>XCOOCOO(XXXlCCOCOCCCCCOOCCOCCCCO g Nu ook de Eerste Kamer het des- 8 betreffende ontwerp heeft goedgekeurd 8 8 zal de wet tot wijziging van de Huur- 8 X wet op een enkel onderdeel na op 8 o 1 September in werking treden. Ter in- 8 formatie van onze lezers geven wij hier g een overzicht in grote lijnen over de x werking van de gewyzigde Huurwet. 8 Oa>3COCXXWOOOaX>K>3<XOODOODaXX«COOOCCCCCOOCOCOC)OC»C>DCO DE NIEUWE HUURWET, welke op 1 September in werking treedt, bepaalt in het algemeen dat de huren van oude woningen met 5 pet worden verhoogd. Dit houdt in dat de huurprijs van een zelfstandige woning, welke vóór 27 December 1940 tot stand is gekomen, wordt verhoogd met 5 pet. Dit geldt ook voor woningen, die tussen 27 December 1940 en 5 Mei 1945 tot stand zijn gekomen en waarvan de huur prijs vóór 1 September 1955 nader is vastgesteld door de minister van Weder opbouw en Volkshuisvesting. Dat zijn de woningen, waarvan de huurprijs is opge trokken tot het peil, waarop de huurprijs van vóóroorlogs vergelijkbaar gebouwd onroerend goed na de twee vorige huurverhogingen is gelegen. Uitgangspunt van de huurverhoging is de huurprijs van 31 Augustus 1955, dat wil zeggen de huurprijs, welke op die datum wettelijk verschuldigd is, dus niet de in werkelijkheid betaalde huurprijs indien deze hoger mocht zijn. Deze huurverhoging doorbreekt de bestaande contracten; zij geschiedt dus als het ware automatisch. overgelaten aan de beslissing van de Kroon. In elk geval zullen eerst nog diverse zaken bij algemene maatregel van bestuur geregeld moeten worden, zoals de wijze, waarop een huurverlaging, als hier be doeld, tot stand zal kunnen komen. Ook de minister van Wederopbouw en Volks huisvesting moet nog richtlijnen vaststel len, welke in acht genomen zullen moeten worden bij het nemen van een beslissing ten aanzien van een verzoek om huur verlaging. Bedrijfspanden Indien in de huurprijs op 31 Augustus 1955 een bedrag is begrepen wegens een verbouwing, een vernieuwing van de cen trale voorzieningen of wegens het aan brengen van verbeteringen of technische voorzieningen, wordt de huurverhoging van 5 pet niet over dat bedrag berekend. Hetzelfde geldt ook, indien de betalings verplichting van de huurder een vergoe ding bevat voor de levering van water, gas of electriciteit of voor het gebruik van meubelen of stoffering. Als voorbeeld diene het volgende. De huurprijs van een woning bedraagt op 31 Augustus 1955 f 106.per maand. In deze prijs is f 6.begrepen wegens door de verhuurder aangebrachte verbeteringen. De huurprijs van f 106.wordt nu eerst verminderd met f 6.Het overblijvende bedrag van f 100.wordt nu met 5 pet van f 100.—, is f 5.—, verhoogd. Wij krij gen dan f 105.Hierbij komt dan weer het bedrag van f 6.— wegens aangebrachte verbeteringen. De nieuwe huurprijs wordt dus f 111.—. Wij geven nog een ander voorbeeld. De huurprijs van een woning bedraagt op 31 Augustus 1955 f 8.55 per week. Hierin is f 0.35 begrepen wegens waterlevering. Deze f 0.35 trekken wij van het bedrag van f 8.55 af. Blijft over f 8.20. Dit bedrag verhogen wij met 5 pet. van f 8.20 is f 0.41. Wij komen dan op f 8.61. Hierbij tellen wij weer f 0.35 (water) op. Wij krijgen dan f 8.96. Dit bedrag wordt naar boven afge rond tot een veelvoud van 5 cent. De nieuwe huur wordt dus f 9. Krotwoningen De wijzigingswet handhaaft de bestaan de regel, dat de huurprijs van een onbe woonbaar verklaarde woning gelijk is aan de huurprijs op 31 December 1950. Deze regel komt hierop neer, dat de huurprijs van zo'n woning gelijk is aan de vóór oorlogse huurprijs. De wijzigingswet machtigt de minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting om deze regel ook van toepassing te verklaren op een woning, welke hoewel niet on bewoonbaar verklaard naar zijn oordeel ongeschikt is ter bewoning en niet door het aanbrengen van verbeteringen in be woonbare staat kan worden gebracht. De minister kan dus de huurprijs van een dergelijke woning tot de vóóroorlogse huurprijs verlagen en daarmede de drie huurverhogingen van 1 Januari 1951, 1 Januari 1954 en 1 September 1955 onge daan maken. Bij de toepassing van deze ingrijpende huurverlaging is de minister echter gebonden aan de regelen, welke nog door de Kroon bij algemene maatregel van bestuur vastgesteld moeten worden. Slecht onderhoud De nieuwe huurverhoging van 5 pet. mag alleen toekomen aan die eigenaren, die hun huizen behoorlijk onderhouden. Bij vele huurders van slecht onderhouden hui zen is de illusie gewekt, dat zij de nieuwe huurverhoging niet zullen behoeven te be talen. Ter voorkoming van teleurstelling zij hier daarom uitdrukkelijk vermeld, dat de huurverhoging ook ten aanzien van ver waarloosde woningen automatisch op 1 September 1955 ingaat. Wel zal de huurprijs van zo'n woning op verzoek van de huurder later weer ver laagd kunnen worden tot de huurprijs van 31 Augustus 1955, indien de woning als ge volg van verwaarlozing door de verhuur der kennelijk niet voldoet aan de eisen, welke daaraan in verband met instand houding en bewoonbaarheid redelijker wijze kunnen worden gesteld. Dit onderdeel van de wijzigingswet treedt niet op 1 September 1955 in wer king. De bepaling van het tijdstip, waarop Bedrijfspand in de zin van de Huurwet is: een gebouwd onroerend goed, waarvan ten minste 40 pet. van het totale vloer oppervlak voor bedrijfsdoeleinden wordt gebruikt, alsmede een winkelwoning. Evenals bij de huurverhoging van 1 Januari 1954 worden ook thans de huren van bedrijfspanden niet automatisch ver hoogd. Hier kan een huurverhoging alleen door een overeenkomst tussen verhuurder en huurder tot stand komen. De wijzi gingswet bepaalt slechts, dat een eventuele nieuwe huurprijs niet boven een zeker maximum mag liggen. Dit maximum is de huurprijs, welke op 31 Augustus 1955 ten hoogste overeengekomen mocht zijn, ver meerderd met 5 pet. Bij de huurverhoging van 1 Januari 1954 mocht de huurprijs van een bedrijfspand verhoogd worden met ten hoogste 17, 20, 23, 26 of 29%, al naar ge lang van de klasse der gemeente, waarin het pand gelegen was. Deze maximum huurprijs wordt nu weer verhoogd met 5 pet. daarvan. Indien de huurverhoging van 1 Januari 1954 ten aanzien van een bepaald bedrijfs pand achterwege is gebleven, moet die verhoging toch toegepast worden voor de berekening van de maximum-huurprijs. Het maakt dus voor de berekening van de nieuwe maximum-huurprijs geen verschil, of de huurverhoging van 1 Januari 1954 al dan niet op 31 Augustus 1955 reeds toe passing heeft gevonden. Op het Soendaplein te Haarlem zijn Woensdagochtend twee fietsers door het toedoen van een derde wielrijder met ei- kaar in botsing gekomen en er niet zonder brokken van afgekomen. De zeventienjarige J. M. uit Haarlem, in de richting van de binnenstad rijdend, pas seerde juist de 28-jarige L. A. W., even eens uit Haarlem, toen hij op zijn beurt werd ingehaald door een derde onbekend gebleven wielrijder. Deze laatste, voor de anderen komend, „sneed" zo scherp naar rechts dat J. M. tegen L. A. W. werd ge drongen, waardoor zijn trapper in diens voorwiel haakte. Beiden vielen, tengevolge waarvan de een een flinke schaafwonde aan zijn hoofd opliep. De ander bleef on gedeerd maar zijn voorwiel werd zwaar be schadigd. De derde wielrijder, door wiens „snijden" dit ongeval gebeurde, is zonder meer doorgereden. In een slagerij op de Harmensjansweg in Haarlem is in de nacht van negen op tien Augustus ingebroken en een flink bedrag aan geld ontvreemd. Men heeft zich via de kelder toegang tot de slagerij verschaft. Eenmaal in de sla gerij was het vrij eenvoudig de hierboven gelegen woning van de slager te bereiken. Uit het niet gesloten dressoir in de huis kamer heeft men een geldkistje inhoudende dertienhonderd gulden ontvreemd. Van de dit onderdeel in werking zal treden, is aader(s) is nog niets bekend. Donderdagmiddag heeft de kabinets formateur Harahap officieel de samenstel ling van een nieuw kabinet afgekondigd. Het regeringsprogram omvat zeven punten: Herstel van het morele gezag der regering tegenover het leger en het volk; het houden van algemene verkiezingen volgens het plan en het bevorderen van de vorming van een nieuw parlement; zo mogelijk dit jaar nog een wetgeving voor decentralisatie tot stand brengen; de infla tie tot staan brengen; het uitroeien van corrupie; voortzetting van de strijd voor de terugkeer van West-Irian bij de republiek Indonesia en bevordering van de Aziatisch- Afrikaanse samenwerking op basis van een actieve onafhankelijke politiek gericht op de wereldvrede. De partij S.K.I. blijkt bij de opstelling van het kabinet buitengesloten te zijn. De S.K.I. is de Indonesische volkspartij, de partij van de minister van Voorlichting in het aftredende kabinet, dr. Tobing. De ministerlijst, die thans is opgesteld, luidt als volgt: Premieren minister van Defensie: Hara hap (Masjoemi); Eerste vice-premier: Djanu Ismadi (PIR); Tweede vice-premier: Harsono Tjokroa- minoto (PSI); Buitenlandse Zaken: Anak Agung Gde Agung (Demokrat); Binnenlandse Zaken: Sunarjo (N.U.); Financiën: Soemitro (PSI); Economische Zaken: Kasimo (Katholiek); Landbouw: Mohammed Sardjan (Mas joemi); Agrarische Zaken: Gunawan (PRN) Verbindingen: Laoh (PRN); Vice-minister van Verbindingen: Asra- ruddin (Partai Buruh); Openbare Werken: voorlopig Djanu Is madi a.i., totdat het nader overleg met de Parinda is voltooid; Justitie: Lukman Wiriadinata (PSI); Arbeid: Tedjasukmana (Partai Buruh); Onderwijs: Harsono Tjokroaminoto a.i., totdat het overleg met de Parinda is vol tooid; Godsdienst: Iljas (N.U.); Gezondheid: Leimena (Parkindo); Sociale Zaken: Sudibjo (PSI); Voorlichting: Sjamsuddin Sutan Makmur (PiR); Staatsministers: Een nog niet benoemd Masjoemi-lid, Sutomo (PRI), Cumala Noor (PIR). ADVERTENTIE De Eerste Kamer heeft de belasting voorstellen, behorende tot het belasting plan 1955, aanvaard. Uit het onderstaande overzicht blijkt, welke de gevolgen zijn van dit besluit. Voor de inkomstenbelasting en de loon belasting zijn met ingang van 1 September 1955 de belastingvrije minima verhoogd met f 120.voor ongehuwden en met f 180.voor gehuwden. Verder zijn de marginale heffingsper centages over de gehele linie met 6 per cent verminderd. In overeenstemming met de verruiming van de belastingvrije mini ma is de kinderaftrek wat de primaire in komensaftrek betreft met f 30.verhoogd tot f 330.terwijl de bedragen van de aanvullende belastingaftrek zijn aangepast aan de nieuwe marginale heffingspercen tages. Het tarief van de loonbelasting voor bijzondere beloningen (onder andere grati ficaties) is enigszins verlaagd en wel als volgt: voor ongehuwden 18 percent (was 20 percent); voor gehuwden 12 percent (was 13); voor gehuwden met aanspraak op kinderaftrek voor: één kind 8 percent (9), twee kinderen 4 percent (5), drie kin deren 2 percent (2), meer dan drie kinderen nihil (nihil). Voor het jaar 1955 wordt, wat de inkom stenbelasting betreft, een overgangstarief toegepast, waarvoor 2/3 gedeelte van het oude tarief en 1/3 gedeelte van het nieuwe tarief tot grondslag dient. Voor de inkomstenbelasting en de loon belasting is met ingang van het jaar 1955 ingevoerd een aftrek van premiën voor de verzekering van periodieke uitkeringen bij ziekte of ongeval. De vrijstelling voor de inkomstenbelas ting van de winst bij overdracht van het bedrijf of bij overlijden van de onder nemer en bij staking van het bedrijf of zelfstandig beroep is met ingang van 1955 verhoogd tot f 7.500.(was f 5.000. De loon- en inkomensgrens boven welke aan loontrekkenden steeds een aanslag in de inkomstenbelasting wordt opgelegd, is met ingang van 1955 verhoogd van f 5.000. tot f 6.000.—. Bij de behandeling van de voorstellei heeft de regering toegezegd dat het af schrijvingspercentage voor woonhuizen voor hen, voor wie deze woonhuizen niet als bedrijfs- of beroepsbezit worden be schouwd, met ingang van 1955 wordt ver hoogd van 10 tot 15. Het maximum voor de aftrek van lijf- rentepremiën, dat naar gelang van de tariefgroep, waaronder de belastingplich tige valt, variërende van f 600.tot f 1.800.is met ingang van het jaar 1955 voor alle belastingplichtigen verruimd tot f 3.600.per jaar. Indien van een echtpaar man en vrouw beiden in loondienst zijn, wordt met in gang van het jaar 1955 op het gezamen lijke jaarloon voor ieder een bedrag van f 100.wegens kosten van verwerving in mindering gebracht (was éénmaal f 100. De aftrek voor de vermogensbelasting is met ingang van het belastingjaar 1956 ver hoogd tot f 30.000.(was f 15.000.voor gehuwden, tot f 22.500.(was f 10.000. voor ongehuwden en tot f 7.500.(was f 5.000.voor elk kind, waarvoor kin deraftrek wordt genoten. De omzetbelasting op gas, electriciteit en warmte voor particulieren, op dierlijke en plantaardige oliën en vetten en op olie houdende zaden en vruchten wordt met ingang van 1 September 1955 afgeschaft. Met ingang van dezelfde datum wordt de omzetbelasting op textiel en suiker tijde lijk afgeschaft, namelijk tot 1 Januari 1957; daarna blijft voor textiel een verlaging van 5 percent op 2 percent gelden. Het tussentarief van de voorts verlaagd van omzetbelasting is 10 op 8 percent. :||:s De Amerikaanse Commissie voor de Atoom Energie heeft deze week in Genève onthuld, dat Amerikaanse geleerden opzettelijk een in de Amerikaanse Idaho- woestijn gebouwde kleine atoom-reactor hebben doen ontploffen om te weten te komen, hoeveel schadelijke straling er na een dergelijke explosie zou overblijven. Toen alle veiligheidsinstallaties van de reactor buiten werking waren gesteld of verwijderd, en er dus een ongecontroleerde reactie begon, liep het vermogen van de reactor in een tiende seconde op tot meer dan 10 millioen kilowatt en volgde er een explosie, die stukken van het proefapparaat ver over de woestijn verspreidde. De atoomflits was een halve mijl x>er te zien. Er schoot een donkergrijze wolk dertig meter de hoogte in, maar de gevaarlijke straling was buiten een cirkel met een straal van tweehonderd voet niet meer merkbaar. - ■*- - Foto boven: de explosie, waarbij men de stukken in de lucht ziet vliegen. Tevens is de tabel van aan het tussen tarief onderworpen goederen en de zo genaamde weeldetabel sterk ingekrompen. Tijdens de parlementaire behandeling is ;loor de regering medegedeeld, dat over de voorraden, die op 1 September 1955 aan wezig zijn, in een aantal gevallen onder zekere voorwaarden teruggaaf wordt ver leend. De motorrijtuigenbelasting voor brom fietsen (f 14.per jaar) is afgeschaft, het tarief voor taxi's en ambulances is ver laagd tot 75 percent van de belasting, die voor gewone personenauto's zal gelden. Voor gehuwde bejaarden (ouder dan 65 jaar) of invalide belastingplichtigen en de ongetrouwde invaliden, die niet met ge huwden zijn gelijkgesteld, alsook voor in validen, die aanspraak op kinderaftrek hebben en ongehuwde bejaarden is een bijzondere faciliteit in het leven geroepen in de vorm van een extra aftrek van f 624.op het jaarlijkse inkomen of loon. Voor 1955 geldt in verband met de datum van ingang van de verlichtingen een af trek van f 208. Het percentage van de personele belas ting naar de grondslag huurwaarde is van 4,5 gebracht op 4,25, terwijl de begrenzing van de kinderaftrek en de aftrekbedragen aan de voet van het tarief met het oog op de huurverhoging met 5 percent zijn ver hoogd. De gemeentelijke opcenten van de grond belasting voor gebouwde eigendommen zijn met ingang van 1956 verlaagd van 190 tot 60 en die voor ongebouwde eigendommen van 110 tot 30. Het tarief van de vennootschapsbelas ting is met ingang van het (boek-)jaar 1955 verlaagd tot 4043 percent( was 42 1/246 percent). Voor het in 1951 voor de ver mogensbelasting ingevoerde progressieve tarief van 6 a 7 pro mille treedt met in gang van het belastingjaar 1955 in de plaats het vroegere proportionele tarief van 5 pro mille: de eveneens in 1951 inge voerde verhoogde bijzondere aftrek van f 20.000.voor bejaarden en anderen, die niet tot arbeid in staat zijn, is gehand haafd. Voor zover men op 1 September 1955 niet reeds van deze faciliteit profi teerde, is de leeftijdsgrens, in aansluiting bij de regeling van de overeenkomstige af trek bij de inkomstenbelasting, van 60 jaar gebracht op 65 jaar. De progressieve verhoging van de motor rijtuigenbelasting voor personenauto's is vervallen. Enige met ingang van 1 Sep tember 1951 aangebrachte tariefsonder scheidingen, die in het algemeen in het voordeel van de contribuabelen zijn, zijn echter gehandhaafd. Het minimum gewicht, waarnaar de belasting voor personenauto's wordt berekend, blijft '600 kg en wel met een minimum belasting" van f 48.per jaar. De in 1951 ingevoerde verhoging van successierecht is vervallen, zodat weer het oude tarief wordt geheven. Woensdagmiddag zijn twee kinderen, die zich ver op een der strekdammen aan het vrije strand te Camperduin hadden ge waagd, daarvan afgegleden en in een diepe mui gevallen. Het gelukte een hengelaar een der kinderen, het 9-jarige meisje M. G. Wetzeld uit Amsterdam te redden. Haar 7-jarig broertje werd korte tijd later door de vader uit het water gehaald. Kunstma tige ademhaling, die onmiddellijk werd toegepast, mocht niet meer baten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1955 | | pagina 7