Het verkochte bed componisten Heropening Burgtheater en Weense Opera SS 1JDELHED VAN MISDADIGERS STERKER DAN DOODSANGST Met z'n drieën Uit de Wereldraad van Kerken SPEELBOEKEN KERKELIJK LEVEN zier, toen hij het mooi opgemaakte bed van Paulien zag staan. „Eindelijk," zuchtte hij, „eindelijk. Daar heb ik nu tweehonderd jaar naar verlangd. Uit- „Ik wil niet slapen, ik hoef niet te slapen, ik kan niet slapen, ik ben uitge slapen!" Dat zei Paulientje allemaal in één keer tegelijk. „Nou," zei haar moeder, die Paulien- tjes jurk net opvouwde en op de stoel legde, „nou Paulien, dan zullen we je bed maar verkopen!" Paulientje moest er om lachen. Stel je voor, je bed verkopen.Maar meteen keek ze weer boos en zei: „En toch ga ik niet slapen, ik kan...." „Jaja," zei haar moeder, „dat weet ik al. Goed Paulien. Blijf dan maar op en blijf maar op die stoel daar zitten. Ik wacht niet langer. Verkoop jij je bed maar „Ik doe het hoor!" riep Paulientje. „Goed," riep haar moeder en meteen was ze de kamer uit en liet Paulientje achter op de stoel naast de wastafel. Paulientje keek om zich heen. Wat zit ik hier raar, dacht ze. Misschien was het toch wel fijner om maar in bed te krui pen. Wat moest ze op die stoel? Maar net toen ze op haar bed wou af stappen, kirde er iemand op het kussen: „Niets ervan. Jij wou je bed toch ver- fcopen?Nou, ik weet er wel iemand voor" Het was een mooie witte duif. Hij zat heel parmantig op haar kussen en je kon zien, dat hij er niet over dacht om voor Paulientje plaats te maken. En buiten voor het raam koerden nog veel meer duiven. O, ja, nu herkende Pau lientje ze. Het waren de duiven die de hele dag om de toren cirkelden en naar wie ze zo graag keek. „Wat doe jij hier?" vroeg ze, „En die daar?" Ze wees op de andere duiven. „We komen jouw bed kopen!" riep de duif. „Je zei toch zelf dat je het ver kopen ging! Nou, hier zijn we." „Maar wat moet jij met een bed? Of móeten jullie er allemaal in? Je hebt toch de toren en alle holletjes en hoek jes onder de klokken om in te slapen?" „Het is ook niet voor mij of voor mijn vriendjes," lachte de duif kirrend, „nee Paulien, wij komen jouw bed kopen voor de grote klok." „Voor de grote klok?" „Jazeker, wat dacht je dan? Dat de grote klok nooit eens moe werd van al dat hangen? Jij bent uitgeslapen. Jij hebt geen bed meer nodig. Maar hij, hij is op van de slaap. Vandaag is hij twee honderd jaar oud en wij, zijn vrindjes, de duiven, hebben besloten om hem op zijn verjaardag een bed te geven. Jóuw bed!" „Maar hij krijgt het niet," riep Pau lien boos. „Het is mijn bed!" „Dat is niet eerlijk," koerde de duif en buiten koerden de andere boos met hem mee. „Je zei zelf dat je het niet meer nodig had." „Hij krijgt het niet," riep Paulien cn ze stampte met haar voet op de vloer. „Ja, hoor eens, we hebben hem nu al verteld dat hij het kreeg. Nu is het te laat." Op dat ogenblik stootten de duiven het raam open. Met honderd en neg wel meer tegelijk fladderden ze de kamer van Paulien binnen. Er bleef haast geen plaats meer voor haar over. Ze kon geen woord uitbrengen, zó boos en zó be duusd was ze. Toen zag ze, dat de duivenwolk de grote klok meedroeg. Hij hing tussen ze in te bengelen en bromlachte van ple- rusten in een zacht mensenbed met een blauwe bloemetjesdeken erop. Dank je wel, lieve duifjes, dank je wel!" Hij deed net of hij de boze Paulien niet zag en liet zich met een bons op her bed vallen, zodat zijn klepel ervan dreun de. De duiven spreidden de blauwe bloemetjesdeken over hem heen en met een lach op zijn gezicht sliep de jarige klok meteen als een roos. „Welterusten," koerden de duifjes en weg waren ze. En daar stond Paulien naast haar eigen mooie bed waarin de grote klok sliep. Ze bibberde van kou. O, wat sliep die klok heerlijk. De klok merkte niets. Die droomde vast van iets leuk. Paulien pakte hem en schudde hem heen en weer. „Dong," zei de klok slaperig. „Word wakker," riep ze. „Je ligt in mijn bed!" „Dong," bromde de klok. „Als je niet opstaat gooi ik water over je heen, hoor!' „Dongdong," gromde hij weer. Pau lientje pakte hem met twee handen beet en sjorde aan hem. Maar o, wat was hij zwaar! Ze spande al haar krachten in. Nu rolde hij langzaam van het kussen af. „Ik houd het niet, ik houd het niet," schreeuwde ze. En boem.... met een verschrikkelijke dreun rolde de klok uit bed. Door de schok kwam Paulien vlak naast hem op de grond te vallen. Hele maal wakker begon de klok tekeer te gaan van boosheid: „Dong dong dong dong „Paulien wat doe je toch?" riep haar moeders stem. „Die klokdie lelijke klok," riep Paulien huilend. „Waarom lig je op de grond? En wat zeg je toch over de klok? Die luidt, net als elke avond, hoor maar!" Paulien hoorde het. De grote klok in de toren luidde van dong dong en zij zat op de grond tussen de stoel en het bed met de blauwe deken. Met een wip was ze erin. „Voordat er weer iemand komt om het te kopen," zei ze. En net zo vlug als de klok in haar droom, sliep ze in. Bij de Amsterdamse uitgeverij De Bezige Bij zijn twee zogenaamde „speel boeken" door Han G. Hoekstra (van „Het verloren schaap" en vele andere kostelijke kinderversjes) en een onge noemde tekenaar (of tekenares) versche nen. Het ene heet „Meneertje Weet graag" en het andere „Het toverpoeder". Het zijn aardige verhaaltjes met teke ningen, maar het mooiste is, dat je er na het lezen nog een hele tijd plezier mee kunt beleven. Achterin bevinden zich grote, uitvouwbare platen en die kunnen met knipsels aangevuld worden. In het eerste geval is het een vrolijk en fleurig zeegezicht, waaraan de boten nog moeten worden toegevoegd. Ze kun nen van plaats verwisselen en zo blijft de aardigheid erin. Bij „Het toverpoe der" kun je de mensen uit het verhaal allemaal andere gezichten geven maar misschien kom je daarbij tot de zelfde slotsom als de hoofdpersonen: dat de mensen recht hebben op en het mooi ste zijn met hun eigen ogen, neuzen en monden. Ik heb de herfst zien komen, hij droeg een jas van goud, die hing hij aan de bomen, opeens leken ze oud. En waar hij heeft gelopen staan paddestoeltjes op, dat zijn z'n mantelknopen, rood, wit en zwart als drop. De herfst lust enkel bramen, hij weet waar je die vindt. Hij deelt ze eerlijk samen met regen en met wind. Ze lopen met z'n drietjes, de armen om elkaar ze zingen boze liedjes en lachen, lachen maar. Ze hebben pret en praatjes tot het November wordt en alle gele blaadjes verwaaid zijn en verdord. MIES BOUHUYS. HET CENTRAAL COMITé van de We reldraad van Kerken, dat onlangs in Davos vergaderde, heeft namebs deze Wereldraad een brief gezonden aan de Patriarch van Moskou en van de Heilige Synode van de Russische Orthodoxe Kerk, als antwoord op een brief, die van het Patriarchaat van Moskou werd ontvangen. In deze brief wordt onder meer uitdruk king gegeven aan de blijdschap van de We reldraad, dat er door individuële Christe nen en door afgevaardigden van kerken bezoeken zijn gebracht aan de Heilige Or thodoxe Kerk van Rusland en aan andere kerken in de Sovjet-Unie en dat enkele van deze bezoeken reeds beantwoord zijn door de Russische kerk. (Wij denken daar bij uiteraard onmiddellijk aan het bezoek, dat een Nederlandse kerkelijke delegatie in de afgelopen zomer aan Rusland heeft gebracht). „Wij hopen dat dergelijke bezoeken nog meer zullen plaats hebben als een eerste stap naar daadwerkelijk Christelijke samenwerking op vele terreinen. Wij zelf juichen een persoonlijke ontmoeting tussen de Orthodoxe Russische Kerk en vertegen woordigers van de Wereldraad van Kerken toe en wij zijn bereid om de practische re gelingen voor een dergelijke ontmoeting te bespreken". Wat betreft de stappen, die door de Christenen zijn ondernomen in het belang van de vrede, noemt de brief de besprekin gen te Evanston, die de aanleiding waren tot de brief van het Patriarchaat van Mos kou aan de Wereldraad van Kerken. „Wij menen, dat het u zal interesseren te weten, dat de oproep aan de Assemblée te Evan ston ten aanzien van vrede en gerechtig heid door vele kerken onder de aandacht van haar regering is gebracht". Verder wordt gewezen op de oproep tot gebed, die is uitgegaan toen de zogenaamde Grote Vier te Genève bijeenkwamen. Uw brief hield zich natuurlijk in het bij zonder bezig met het probleem van de bij drage van de Christenen aan de wereld vrede. Wij hopen dat u het met ons eens zal zijn, dat het niet nuttig zol zijn om aan ons gesprek een grotere omvang te geven en dat wij ons moeten bepalen tot de die pere aspecten van samenwerking tussen de kerken als kerken en bij de fundamentele vragen van het Christelijk geloof en dat wij ons op die basis weer moeten richten op de vragen van het handelen van de Christen in de wereld". HET CENTRALE Comité heeft een plan goedgekeurd voor de bouw van een nieuw hoofdkwartier van de Wereldraad van Ker ken te Genève. De wijze, waarop-de kan toren thans zijn ondergebracht, is volstrekt onvoldoende. De bouwkosten worden ge raamd op zevenhonderdvijftigduizend dol lar. Aan de kerken, die lid zijn van de We reldraad, zal gevraagd worden hiervan driehonderdduizend dollar bijeen te bren gen. Men hoopt, dat deze som er zal zijn in 1958, wanneer de Wereldraad van Ker ken zijn tiende verjaardag viert. Het res terende bedrag zal komen van particuliere bijdragen en stichtingen. De volgende vergadering van het Cen traal Comité zal in de komende zomer in of nabij Boedapest worden gehouden. Bis schop Peter van de Hervormmde Kerk van Hongarije, die de uitnodiging tot het hou den van de vergadering in Hongarije heeft gedaan, zei dat het aanvaarden van deze uitnodiging een krachtig getuigenis was van de eenheid der kerken ondanks alle verdeeldheid in de wereld. Het Centrale Comité heeft twee nieuwe kerken als lid tot de Wereldraad toegela ten. Dit is allereerst de Evangelisch Lu therse kerk van Silezië in Tsjechoslowakije met een ledental van vijftigduizend zielen. De bekende hoogleraar Joseph Hzomadka heeft deze kerk als lid voorgedragen. Het tweede nieuwe lid van de Wereld raad is de National Baptist Convention van Amerika, op één na de grootste Baptisten Negerkerk. Het ledental bedraagt twee millioen zeshonderdduizend. Deze kerk werd voorgedragen door dr. Mc Crea Ca- vert, secretaris van de Wereldraad in de Verenigde Staten. Aanvragen om lid te worden van de We reldraad worden voorgelegd aan alle leden van de Raad. Als na verloop van zes maan den niet meer dan een derde deel bezwa ren heeft ingebracht, wordt de kerk als lid aangenomen. Het aantal kerken, dat thans lid is van de Wereldraad, is nu tot 167 geklommen. TONEELCOÖRDINATIE Bij de stichting Toneelcoördinatie is een reorganisatie tot stand gekomen, waardoor de grote gezelschappen een sterkere stem krijgen bij de bepaling van het beleid. De subisidiërende gemeenten en provincies, evenals het rijk, zullen voortaan recht streeks in de Toneelcoördinatie zijn ver tegenwoordigd. Deze plaat moet nog gekleurd worden. Probeer dat eens mooi te doen en maak er dan een schilderijtje van, door uitknippen en opplakken op karton. Je hebt dan een aardige wandversiering voor boven je bed. »o<»ooooDooo3oooooooooc>oooooc>oooc<rxx)ocooooooooooTOOooooooooooo!>»Kxx>Dooc>30(»ooooo3C>oooooooooooooooooocr>^oo-x>30ooco 2 4 SEPTE M BER 19 5 5 (Van onze correspondent in Wenen) EEN LEGER van electriciens, technici, stucadoors en schilders heeft de laatste hand gelegd aan de 'twee tempels der mu zen van de Oostenrijkse hoofdstad, die na een grondige restauratie binnenkort weer zullen worden geopend, na tien jaar on bruikbaar te zijn geweest. Het herstel van de Opera heeft tweehonderdzestig millioen en dat van het Burgtheater honderdveer tien millioen schilling gekost. Aan de beide gebouwen hebben meer dan elfhonderd mensen gewerkt. De schuttingen rond de Opera zijn thans eindelijk verdwenen en de gevel van het Burgtheater heeft zo'n geduchte beurt gekregen, dat het gebouw er in zijn stralende blankheid als geheel nieuw uitziet. De omgeving van de Opera echter, die eveneens enorme schade door bombardementen heeft opgelopen, ziet er nog als een ravage uit, want op de vier hoekpunten worden niet alleen nieuwe ge bouwen in beton opgetrokken, waarvan men hoopt dat ze bij de opening van net theater ongeveer klaar zullen zijn, maar bovendien heeft het gemeentebestuur veel te laat het besluit genomen om aan de overkant een tunnel voor voetgangers aan te leggen, waaraan op het ogenblik nog met te leggen die haastig voltooid wordt Nu het technische gedeelte van de res tauratie van Opera en Burgtheater prac- tisch voltooid is, komt het eigenlijke ar tistieke werk aan de beurt. Er wordt reeds onder hoogspanning geoefend, want niet alleen staat het openingsprogramma in alle onderdelen vast, maar ook de rollen zijn verdeeld, zodat de zangers en toneelspelers geregeld op de repetities komen. De zwaar ste last ligt op de schouders van dr. Karl Böhm, de directeur van de Opera, alsmede op die van de regisseurs dr. Rott, Herbert Graf en Jos. Gielen, omdat zij bovendien het voorbereidende werk moeten doen voor Fritz Renner, Ernst Knappertsbusch, Ra fael Kubelik en Heinrich Tietjen. DE FEESTELIJKHEDEN beginnen met de opening van het Burgtheater, dat dan de grootste, de meest bekende en misschien ook weer de beste schouwburg wordt in het Duitse taalgebied. Op 14 October heeft 's avonds om half acht de plechtige over dracht plaats, waarbij de sleutels officieel aan de directeur dr. A. Rott zullen worden overgedragen, gevolgd door het korte „Vorspiel auf dem Theater" van Goethe. Op 15 en 16 October wordt dan 's avonds het treurspel „König Ottokars Glück und Ende" van de Oostenrijkse dichter Franz Grillparzer opgevoerd, waarbij alleen gas ten aanwezig zullen zijn, in de eerste plaats de president van de republiek, het kabinet, de leden van het parlement, vervolgens hoge ambtenaren, kerkelijke autoriteiten en vooraanstaande persoonlijkheden op cultureel, wetenschappelijk en economisch gebied. Uit het buitenland zijn verschei dene bekende dramaturgen uitgenodigd: Christopher Fry, Jean Cocteau, Jean Anouilh, T. S. Eliot, Gustav Gründgens en anderen. Het verdere programma van net Burgtheater omvat „Don Carlos" van Schiller, „Torquato Tasso" van Goethe, „Der Verschwender" van Raimund, „Das Konzert" van Hermann Bahr, „Port Royal" van Montherlant en een stuk van Priestley. DE GROOTSTE AANDACHT zal echter de opening van de Opera trekken, die twee weken later plaats heeft. De plechtige overdracht wordt voltrokken op 5 Novem ber om 11 uur 's morgens, alleen in tegen woordigheid van genodigden. 's Avonds volgt dan de gala-première van „Fidelio" van Beethoven, waarbij rok of smoking is voorgeschreven. Daar deze voorstelling niet voor „gasten" bedoeld is, zijn er geen vrij kaarten, zodat practisch iedereen, dus ook de bondspresident, voor zijn plaats moet betalen. Men heeft echter een uitzondering gemaakt voor de meest vooraanstaande vertegenwoordigers van de internationale pers, alsmede voor een aantal bekende kunstenaars en voor vroegere leden van de Weense Opera: daartoe behoren dan Maria Jeritza, Alfred Picaver, Bruno Walter, Ar thur Honegger, Gian-Carlo Menotti, Dmitii Sjostakowitsj, Benjamin Britten, Darius Milhaud, Igor Strawinsky, Paul Hindemith en andere bekende toonkunstenaars. Na „Fidelio" komen de volgende voor stellingen met geheel nieuwe enscèneringen en bezetting: „Don Giovanni" van Mozart, „Die Meistersinger" van Wagner, „Der Ro- (Zie verder laatste kolom bovenaan) De Weense Opera eindelijk zonder schuttingen en steigers! senkavalier" en „Frau ohne Schatten" van Richard Strauss, „Aïda" en „Otello" van Verdi en „Wozzeck" van Alban Berg. De eerste voorstellingen zowel van de Opera als van het Burgtheater zullen door middel van de televisie (Eurovisie) worden uitgezonden. OVER HET ALGEMEEN ziet men in deze heropening een cultureel evenement van de allereerste rang, wat wel het best be wezen wordt door de grote belangstelling uit het buitenland. Voor de eerste weken zijn de plaatskaarten, die exhorbitant duur zijn, practisch geheel uitverkocht. Na de eerste storm zullen de prijzen langzaam worden verlaagd en het normale peil be reiken, zodat dan eindelijk ook het stam- publiek uit Wenen de kans krijgt om dit werk van wederopbouw te bewonderen, waarvoor het grote offers in de vorm van belastingen heeft gebracht. De directies van deze twee theaters Lijn ér zich wel degelijk van bewust, dat de toekomst van de Opera en van het Burg theater tenslotte afhangt van het normale Oostenrijkse publiek. Men denkt daarbij vooral aan de jeugd en daarom heeft men een plan uitgewerkt om studenten en leer lingen van middelbare scholen tegen sterk gereduceerde prijzen in staat te stellen om de opvoeringen te kunnen bijwonen. dat er over zijn leven beslist werd, voor Christie het belangrijkste. ALS TWEEDE voorbeeld noemde de psy chiater het geval van John Thomas Straf fen die aanvankelijk in Augustus 1952 ter dood werd veroordeeld, doch later be genadigd werd met levenslang. Toen het gratiebevel hem was voorgelezen, vroeg Straffen opgewonden zijn advocaat en de psychiater te mogen spreken. Nauwelijks waren de verdediger en dr. Hobson bij hem toegelaten of Straffen schreeuwde hun toe: „Kijk eens hier, laten we elkaar boed begrijpen. Als jullie denken dat ik nu dankbaar ben, dan heb je het mis: ik wil opgehangen worden en niet terug naar dat gekkenhuis in Broadmoor (het Insti tuut voor geestelijk gestoorde misdadigers waar hij in voorarrest had gezeten). Straf fen liep zelfs met plannen rond de Ko ningin een brief te schrijven om het gratie bevel ongedaan te maken. Maar toen zijn raadsman hem van het absurde daarvan overtuigd had „berustte" hij mokkend in de wat hij noemde „afschuwelijke ver nedering". Het intérieur van de gerestaureerde en gemoderniseerde Opera volgens het ontwerp van prof. Boltenstem, die uit financiële en artistieke overwegingen aan de vroegere loges vasthield. De drie rijen loges en de twee rangen bevatten tezamen zestienhonderd zitplaatsen en zeshonderd staanplaatsen. Het vroegere drukke gedoe met gordijntjes van rood pluche, met de onrustige gipsfiguren en de wilde slingers hebben plaats gemaakt voor de rustiger lijnen van de nieuwe zakelijkheid. IN LONDEN is de vorige week een inter nationaal congres van criminologen ge houden, waarop enkele honderden experts in de analysering van de misdaad ervarin gen uitwisselden over de practijk van hun grimmige vak. Een van de opzienbarendste verklaringen op dit congres werd afgelegd door een psychiater van het Middlesex Hospitaal, dr. J. A. Hobson, die als ge rechtelijke deskundige tientallen moorde naars „geestelijk doorgelicht" heeft. Zijn verrassende conclusie luidde: „De meeste moordenaars laten zich liever ophangen dan dat zij proberen, zwakzinnigheid voor te wenden om zodoende de strop te ont lopen. Zij zijn namelijk dermate ijdel dat de gedachte, in het openbaar als gek te worden gekwalificeerd, hun veel erger lijkt dan de dood." DE ANGST voor de executie, zo ver volgde dr. Hobson, is trouwens bij ver harde moordenaars veel minder groot dan men gewoonlijk denkt. Ten bewijze hier van haalde de deskundige tijdens zijn toe spraak tot het congres een briefje tevoor schijn, dat de moordenaar John Christie hem tijdens diens proces in 1953 had ge zonden. Christie stond, zoals men zich her inneren zal, terecht wegens het vermoor den van zes vrouwen en hij wist dat hij geen schijn van kans had om de galg te ontlopen. Maar op hetzelfde ogenblik dat de rechter de jury vroeg, zich te willen beraden over het vonnis met de plechtige slottirade: „Gij zult een eerlijk oordeel over deze man moeten vellen" op dat zelfde ogenblik wenkte Christie vanuit de beklaagdenbank een deurwaarder, over handigde hem een briefje dat hij zojuist had zitten schrijven en verzocht hem, dit te willen overbrengen aan dr. Hobson, die als getuige-deskundige aanwezig was. Op het briefje stond niets meer dan: „Ik neem aan dat u erin geslaagd bent een paar cigaretten voor mij te bemachtigen, want ik heb absoluut niets meer!" De woorden „cigaretten" en „niets" waren dik onder streept. Blijkbaar was dit op het ogenblik DEZELFDE ervaringen heeft dr. Hobson met verschillende andere moordenaars op gedaan. „Dikwijls bezwoeren zij mij, hun toch vooral volkomen toerekeningsvatbaar te verklaren; anderen wilden weten of zij langs gerechtelijke weg protest zouden kunnen aantekenen indien zij niet ter dood veroordeeld zouden worden." Volgens de statistieken is komen vast te staan dat van de vijftig onderzochte Engel se moordenaars er slechts enkelen in de gevangenis aan gewicht verloren, terwijl zij er in het algemeen „net zo rustig slie pen als onschuldige kinderen". „Wat zij vrijwel allen gemeen hebben", aldus dr. Hobson, „is de volkomen afwezigheid van angst of gepieker, terwijl zij terechtstaan." Hij kon voor deze vreemde kalmte geen bevredigende wetenschappelijke verklaring geven, maar hij houdt het erop, dat het een soort onbewust psychopatisch afweer- affect is, waarmee de misdadigers zich als het ware afsluiten voor de angst. Enkelen van hen hadden zelfs onomwon den verklaard dat zij zich hog nooit zo rustig en kiplekker hadden gevoeld als toen zij in de Brixton-gevangenis hun vonnis afwachtten. Dr. HOBSONS verklaringen hebben ook buiten criminologische vakkringen veel opzien gebaard. In Engeland hebben de tegenstanders van de doodstraf er een nieuw en sterk argument in gevonden voor hun strijd tegen de afschuwelijke rechts pleging door middel van de galg een strijd die, ook daar, gélukkig steeds meer aanhang vindt. En als dr. Hobsons bevin dingen door psychiaters in andere landen (bijvoorbeeld de Verenigde Staten) be vestigd zouden worden, dan wordt de „preventieve werking" van strop en elec- trische stoel, waar de voorstanders van de doodstraf zo gaarne mee schermen, inder daad wel heel problematisch! H. C.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1955 | | pagina 13