Het verkochte bed
componisten Heropening Burgtheater en Weense Opera SS
1JDELHED VAN MISDADIGERS
STERKER DAN DOODSANGST
Met z'n drieën
Uit de Wereldraad
van Kerken
SPEELBOEKEN
KERKELIJK LEVEN
zier, toen hij het mooi opgemaakte bed
van Paulien zag staan. „Eindelijk,"
zuchtte hij, „eindelijk. Daar heb ik nu
tweehonderd jaar naar verlangd. Uit-
„Ik wil niet slapen, ik hoef niet te
slapen, ik kan niet slapen, ik ben uitge
slapen!" Dat zei Paulientje allemaal in
één keer tegelijk.
„Nou," zei haar moeder, die Paulien-
tjes jurk net opvouwde en op de stoel
legde, „nou Paulien, dan zullen we je
bed maar verkopen!"
Paulientje moest er om lachen. Stel je
voor, je bed verkopen.Maar meteen
keek ze weer boos en zei: „En toch ga
ik niet slapen, ik kan...."
„Jaja," zei haar moeder, „dat weet ik
al. Goed Paulien. Blijf dan maar op en
blijf maar op die stoel daar zitten. Ik
wacht niet langer. Verkoop jij je bed
maar
„Ik doe het hoor!" riep Paulientje.
„Goed," riep haar moeder en meteen
was ze de kamer uit en liet Paulientje
achter op de stoel naast de wastafel.
Paulientje keek om zich heen. Wat zit
ik hier raar, dacht ze. Misschien was het
toch wel fijner om maar in bed te krui
pen. Wat moest ze op die stoel?
Maar net toen ze op haar bed wou af
stappen, kirde er iemand op het kussen:
„Niets ervan. Jij wou je bed toch ver-
fcopen?Nou, ik weet er wel iemand voor"
Het was een mooie witte duif. Hij zat
heel parmantig op haar kussen en je
kon zien, dat hij er niet over dacht om
voor Paulientje plaats te maken. En
buiten voor het raam koerden nog veel
meer duiven. O, ja, nu herkende Pau
lientje ze. Het waren de duiven die de
hele dag om de toren cirkelden en naar
wie ze zo graag keek.
„Wat doe jij hier?" vroeg ze, „En die
daar?" Ze wees op de andere duiven.
„We komen jouw bed kopen!" riep de
duif. „Je zei toch zelf dat je het ver
kopen ging! Nou, hier zijn we."
„Maar wat moet jij met een bed? Of
móeten jullie er allemaal in? Je hebt
toch de toren en alle holletjes en hoek
jes onder de klokken om in te slapen?"
„Het is ook niet voor mij of voor mijn
vriendjes," lachte de duif kirrend, „nee
Paulien, wij komen jouw bed kopen
voor de grote klok."
„Voor de grote klok?"
„Jazeker, wat dacht je dan? Dat de
grote klok nooit eens moe werd van al
dat hangen? Jij bent uitgeslapen. Jij
hebt geen bed meer nodig. Maar hij, hij
is op van de slaap. Vandaag is hij twee
honderd jaar oud en wij, zijn vrindjes,
de duiven, hebben besloten om hem op
zijn verjaardag een bed te geven. Jóuw
bed!"
„Maar hij krijgt het niet," riep Pau
lien boos. „Het is mijn bed!"
„Dat is niet eerlijk," koerde de duif
en buiten koerden de andere boos met
hem mee. „Je zei zelf dat je het niet
meer nodig had."
„Hij krijgt het niet," riep Paulien cn
ze stampte met haar voet op de vloer.
„Ja, hoor eens, we hebben hem nu al
verteld dat hij het kreeg. Nu is het te
laat."
Op dat ogenblik stootten de duiven
het raam open. Met honderd en neg wel
meer tegelijk fladderden ze de kamer
van Paulien binnen. Er bleef haast geen
plaats meer voor haar over. Ze kon geen
woord uitbrengen, zó boos en zó be
duusd was ze.
Toen zag ze, dat de duivenwolk de
grote klok meedroeg. Hij hing tussen ze
in te bengelen en bromlachte van ple-
rusten in een zacht mensenbed met een
blauwe bloemetjesdeken erop. Dank je
wel, lieve duifjes, dank je wel!"
Hij deed net of hij de boze Paulien
niet zag en liet zich met een bons op her
bed vallen, zodat zijn klepel ervan dreun
de. De duiven spreidden de blauwe
bloemetjesdeken over hem heen en met
een lach op zijn gezicht sliep de jarige
klok meteen als een roos. „Welterusten,"
koerden de duifjes en weg waren ze.
En daar stond Paulien naast haar
eigen mooie bed waarin de grote klok
sliep. Ze bibberde van kou. O, wat sliep
die klok heerlijk. De klok merkte niets.
Die droomde vast van iets leuk. Paulien
pakte hem en schudde hem heen en
weer.
„Dong," zei de klok slaperig. „Word
wakker," riep ze. „Je ligt in mijn bed!"
„Dong," bromde de klok. „Als je niet
opstaat gooi ik water over je heen,
hoor!'
„Dongdong," gromde hij weer. Pau
lientje pakte hem met twee handen beet
en sjorde aan hem. Maar o, wat was hij
zwaar! Ze spande al haar krachten in.
Nu rolde hij langzaam van het kussen
af. „Ik houd het niet, ik houd het niet,"
schreeuwde ze. En boem.... met een
verschrikkelijke dreun rolde de klok uit
bed. Door de schok kwam Paulien vlak
naast hem op de grond te vallen. Hele
maal wakker begon de klok tekeer te
gaan van boosheid: „Dong dong
dong dong
„Paulien wat doe je toch?" riep haar
moeders stem. „Die klokdie lelijke
klok," riep Paulien huilend.
„Waarom lig je op de grond? En wat
zeg je toch over de klok? Die luidt, net
als elke avond, hoor maar!"
Paulien hoorde het. De grote klok in
de toren luidde van dong dong en zij
zat op de grond tussen de stoel en het
bed met de blauwe deken.
Met een wip was ze erin. „Voordat er
weer iemand komt om het te kopen,"
zei ze. En net zo vlug als de klok in haar
droom, sliep ze in.
Bij de Amsterdamse uitgeverij De
Bezige Bij zijn twee zogenaamde „speel
boeken" door Han G. Hoekstra (van
„Het verloren schaap" en vele andere
kostelijke kinderversjes) en een onge
noemde tekenaar (of tekenares) versche
nen. Het ene heet „Meneertje Weet
graag" en het andere „Het toverpoeder".
Het zijn aardige verhaaltjes met teke
ningen, maar het mooiste is, dat je er
na het lezen nog een hele tijd plezier
mee kunt beleven. Achterin bevinden
zich grote, uitvouwbare platen en die
kunnen met knipsels aangevuld worden.
In het eerste geval is het een vrolijk en
fleurig zeegezicht, waaraan de boten
nog moeten worden toegevoegd. Ze kun
nen van plaats verwisselen en zo blijft
de aardigheid erin. Bij „Het toverpoe
der" kun je de mensen uit het verhaal
allemaal andere gezichten geven
maar misschien kom je daarbij tot de
zelfde slotsom als de hoofdpersonen: dat
de mensen recht hebben op en het mooi
ste zijn met hun eigen ogen, neuzen en
monden.
Ik heb de herfst zien komen,
hij droeg een jas van goud,
die hing hij aan de bomen,
opeens leken ze oud.
En waar hij heeft gelopen
staan paddestoeltjes op,
dat zijn z'n mantelknopen,
rood, wit en zwart als drop.
De herfst lust enkel bramen,
hij weet waar je die vindt.
Hij deelt ze eerlijk samen
met regen en met wind.
Ze lopen met z'n drietjes,
de armen om elkaar
ze zingen boze liedjes
en lachen, lachen maar.
Ze hebben pret en praatjes
tot het November wordt
en alle gele blaadjes
verwaaid zijn en verdord.
MIES BOUHUYS.
HET CENTRAAL COMITé van de We
reldraad van Kerken, dat onlangs in Davos
vergaderde, heeft namebs deze Wereldraad
een brief gezonden aan de Patriarch van
Moskou en van de Heilige Synode van de
Russische Orthodoxe Kerk, als antwoord
op een brief, die van het Patriarchaat van
Moskou werd ontvangen.
In deze brief wordt onder meer uitdruk
king gegeven aan de blijdschap van de We
reldraad, dat er door individuële Christe
nen en door afgevaardigden van kerken
bezoeken zijn gebracht aan de Heilige Or
thodoxe Kerk van Rusland en aan andere
kerken in de Sovjet-Unie en dat enkele
van deze bezoeken reeds beantwoord zijn
door de Russische kerk. (Wij denken daar
bij uiteraard onmiddellijk aan het bezoek,
dat een Nederlandse kerkelijke delegatie
in de afgelopen zomer aan Rusland heeft
gebracht).
„Wij hopen dat dergelijke bezoeken nog
meer zullen plaats hebben als een eerste
stap naar daadwerkelijk Christelijke
samenwerking op vele terreinen. Wij zelf
juichen een persoonlijke ontmoeting tussen
de Orthodoxe Russische Kerk en vertegen
woordigers van de Wereldraad van Kerken
toe en wij zijn bereid om de practische re
gelingen voor een dergelijke ontmoeting te
bespreken".
Wat betreft de stappen, die door de
Christenen zijn ondernomen in het belang
van de vrede, noemt de brief de besprekin
gen te Evanston, die de aanleiding waren
tot de brief van het Patriarchaat van Mos
kou aan de Wereldraad van Kerken. „Wij
menen, dat het u zal interesseren te weten,
dat de oproep aan de Assemblée te Evan
ston ten aanzien van vrede en gerechtig
heid door vele kerken onder de aandacht
van haar regering is gebracht". Verder
wordt gewezen op de oproep tot gebed, die
is uitgegaan toen de zogenaamde Grote Vier
te Genève bijeenkwamen.
Uw brief hield zich natuurlijk in het bij
zonder bezig met het probleem van de bij
drage van de Christenen aan de wereld
vrede. Wij hopen dat u het met ons eens
zal zijn, dat het niet nuttig zol zijn om aan
ons gesprek een grotere omvang te geven
en dat wij ons moeten bepalen tot de die
pere aspecten van samenwerking tussen de
kerken als kerken en bij de fundamentele
vragen van het Christelijk geloof en dat
wij ons op die basis weer moeten richten
op de vragen van het handelen van de
Christen in de wereld".
HET CENTRALE Comité heeft een plan
goedgekeurd voor de bouw van een nieuw
hoofdkwartier van de Wereldraad van Ker
ken te Genève. De wijze, waarop-de kan
toren thans zijn ondergebracht, is volstrekt
onvoldoende. De bouwkosten worden ge
raamd op zevenhonderdvijftigduizend dol
lar. Aan de kerken, die lid zijn van de We
reldraad, zal gevraagd worden hiervan
driehonderdduizend dollar bijeen te bren
gen. Men hoopt, dat deze som er zal zijn
in 1958, wanneer de Wereldraad van Ker
ken zijn tiende verjaardag viert. Het res
terende bedrag zal komen van particuliere
bijdragen en stichtingen.
De volgende vergadering van het Cen
traal Comité zal in de komende zomer in
of nabij Boedapest worden gehouden. Bis
schop Peter van de Hervormmde Kerk van
Hongarije, die de uitnodiging tot het hou
den van de vergadering in Hongarije heeft
gedaan, zei dat het aanvaarden van deze
uitnodiging een krachtig getuigenis was
van de eenheid der kerken ondanks alle
verdeeldheid in de wereld.
Het Centrale Comité heeft twee nieuwe
kerken als lid tot de Wereldraad toegela
ten. Dit is allereerst de Evangelisch Lu
therse kerk van Silezië in Tsjechoslowakije
met een ledental van vijftigduizend zielen.
De bekende hoogleraar Joseph Hzomadka
heeft deze kerk als lid voorgedragen.
Het tweede nieuwe lid van de Wereld
raad is de National Baptist Convention van
Amerika, op één na de grootste Baptisten
Negerkerk. Het ledental bedraagt twee
millioen zeshonderdduizend. Deze kerk
werd voorgedragen door dr. Mc Crea Ca-
vert, secretaris van de Wereldraad in de
Verenigde Staten.
Aanvragen om lid te worden van de We
reldraad worden voorgelegd aan alle leden
van de Raad. Als na verloop van zes maan
den niet meer dan een derde deel bezwa
ren heeft ingebracht, wordt de kerk als
lid aangenomen. Het aantal kerken, dat
thans lid is van de Wereldraad, is nu tot
167 geklommen.
TONEELCOÖRDINATIE
Bij de stichting Toneelcoördinatie is een
reorganisatie tot stand gekomen, waardoor
de grote gezelschappen een sterkere stem
krijgen bij de bepaling van het beleid. De
subisidiërende gemeenten en provincies,
evenals het rijk, zullen voortaan recht
streeks in de Toneelcoördinatie zijn ver
tegenwoordigd.
Deze plaat moet nog gekleurd worden. Probeer dat eens mooi te doen en maak er
dan een schilderijtje van, door uitknippen en opplakken op karton. Je hebt dan
een aardige wandversiering voor boven je bed.
»o<»ooooDooo3oooooooooc>oooooc>oooc<rxx)ocooooooooooTOOooooooooooo!>»Kxx>Dooc>30(»ooooo3C>oooooooooooooooooocr>^oo-x>30ooco
2 4 SEPTE M BER 19 5 5
(Van onze correspondent in Wenen)
EEN LEGER van electriciens, technici,
stucadoors en schilders heeft de laatste
hand gelegd aan de 'twee tempels der mu
zen van de Oostenrijkse hoofdstad, die na
een grondige restauratie binnenkort weer
zullen worden geopend, na tien jaar on
bruikbaar te zijn geweest. Het herstel van
de Opera heeft tweehonderdzestig millioen
en dat van het Burgtheater honderdveer
tien millioen schilling gekost. Aan de beide
gebouwen hebben meer dan elfhonderd
mensen gewerkt. De schuttingen rond de
Opera zijn thans eindelijk verdwenen en
de gevel van het Burgtheater heeft zo'n
geduchte beurt gekregen, dat het gebouw
er in zijn stralende blankheid als geheel
nieuw uitziet. De omgeving van de Opera
echter, die eveneens enorme schade door
bombardementen heeft opgelopen, ziet er
nog als een ravage uit, want op de vier
hoekpunten worden niet alleen nieuwe ge
bouwen in beton opgetrokken, waarvan
men hoopt dat ze bij de opening van net
theater ongeveer klaar zullen zijn, maar
bovendien heeft het gemeentebestuur veel
te laat het besluit genomen om aan de
overkant een tunnel voor voetgangers aan
te leggen, waaraan op het ogenblik nog met
te leggen die haastig voltooid wordt
Nu het technische gedeelte van de res
tauratie van Opera en Burgtheater prac-
tisch voltooid is, komt het eigenlijke ar
tistieke werk aan de beurt. Er wordt reeds
onder hoogspanning geoefend, want niet
alleen staat het openingsprogramma in alle
onderdelen vast, maar ook de rollen zijn
verdeeld, zodat de zangers en toneelspelers
geregeld op de repetities komen. De zwaar
ste last ligt op de schouders van dr. Karl
Böhm, de directeur van de Opera, alsmede
op die van de regisseurs dr. Rott, Herbert
Graf en Jos. Gielen, omdat zij bovendien
het voorbereidende werk moeten doen voor
Fritz Renner, Ernst Knappertsbusch, Ra
fael Kubelik en Heinrich Tietjen.
DE FEESTELIJKHEDEN beginnen met
de opening van het Burgtheater, dat dan
de grootste, de meest bekende en misschien
ook weer de beste schouwburg wordt in
het Duitse taalgebied. Op 14 October heeft
's avonds om half acht de plechtige over
dracht plaats, waarbij de sleutels officieel
aan de directeur dr. A. Rott zullen worden
overgedragen, gevolgd door het korte
„Vorspiel auf dem Theater" van Goethe.
Op 15 en 16 October wordt dan 's avonds
het treurspel „König Ottokars Glück und
Ende" van de Oostenrijkse dichter Franz
Grillparzer opgevoerd, waarbij alleen gas
ten aanwezig zullen zijn, in de eerste plaats
de president van de republiek, het kabinet,
de leden van het parlement, vervolgens
hoge ambtenaren, kerkelijke autoriteiten
en vooraanstaande persoonlijkheden op
cultureel, wetenschappelijk en economisch
gebied. Uit het buitenland zijn verschei
dene bekende dramaturgen uitgenodigd:
Christopher Fry, Jean Cocteau, Jean
Anouilh, T. S. Eliot, Gustav Gründgens en
anderen. Het verdere programma van net
Burgtheater omvat „Don Carlos" van
Schiller, „Torquato Tasso" van Goethe,
„Der Verschwender" van Raimund, „Das
Konzert" van Hermann Bahr, „Port Royal"
van Montherlant en een stuk van Priestley.
DE GROOTSTE AANDACHT zal echter
de opening van de Opera trekken, die twee
weken later plaats heeft. De plechtige
overdracht wordt voltrokken op 5 Novem
ber om 11 uur 's morgens, alleen in tegen
woordigheid van genodigden. 's Avonds
volgt dan de gala-première van „Fidelio"
van Beethoven, waarbij rok of smoking is
voorgeschreven. Daar deze voorstelling niet
voor „gasten" bedoeld is, zijn er geen vrij
kaarten, zodat practisch iedereen, dus ook
de bondspresident, voor zijn plaats moet
betalen. Men heeft echter een uitzondering
gemaakt voor de meest vooraanstaande
vertegenwoordigers van de internationale
pers, alsmede voor een aantal bekende
kunstenaars en voor vroegere leden van de
Weense Opera: daartoe behoren dan Maria
Jeritza, Alfred Picaver, Bruno Walter, Ar
thur Honegger, Gian-Carlo Menotti, Dmitii
Sjostakowitsj, Benjamin Britten, Darius
Milhaud, Igor Strawinsky, Paul Hindemith
en andere bekende toonkunstenaars.
Na „Fidelio" komen de volgende voor
stellingen met geheel nieuwe enscèneringen
en bezetting: „Don Giovanni" van Mozart,
„Die Meistersinger" van Wagner, „Der Ro-
(Zie verder laatste kolom bovenaan)
De Weense Opera eindelijk zonder schuttingen en steigers!
senkavalier" en „Frau ohne Schatten" van
Richard Strauss, „Aïda" en „Otello" van
Verdi en „Wozzeck" van Alban Berg.
De eerste voorstellingen zowel van de
Opera als van het Burgtheater zullen door
middel van de televisie (Eurovisie) worden
uitgezonden.
OVER HET ALGEMEEN ziet men in deze
heropening een cultureel evenement van
de allereerste rang, wat wel het best be
wezen wordt door de grote belangstelling
uit het buitenland. Voor de eerste weken
zijn de plaatskaarten, die exhorbitant duur
zijn, practisch geheel uitverkocht. Na de
eerste storm zullen de prijzen langzaam
worden verlaagd en het normale peil be
reiken, zodat dan eindelijk ook het stam-
publiek uit Wenen de kans krijgt om dit
werk van wederopbouw te bewonderen,
waarvoor het grote offers in de vorm van
belastingen heeft gebracht.
De directies van deze twee theaters Lijn
ér zich wel degelijk van bewust, dat de
toekomst van de Opera en van het Burg
theater tenslotte afhangt van het normale
Oostenrijkse publiek. Men denkt daarbij
vooral aan de jeugd en daarom heeft men
een plan uitgewerkt om studenten en leer
lingen van middelbare scholen tegen sterk
gereduceerde prijzen in staat te stellen om
de opvoeringen te kunnen bijwonen.
dat er over zijn leven beslist werd, voor
Christie het belangrijkste.
ALS TWEEDE voorbeeld noemde de psy
chiater het geval van John Thomas Straf
fen die aanvankelijk in Augustus 1952
ter dood werd veroordeeld, doch later be
genadigd werd met levenslang. Toen het
gratiebevel hem was voorgelezen, vroeg
Straffen opgewonden zijn advocaat en de
psychiater te mogen spreken. Nauwelijks
waren de verdediger en dr. Hobson bij
hem toegelaten of Straffen schreeuwde
hun toe: „Kijk eens hier, laten we elkaar
boed begrijpen. Als jullie denken dat ik
nu dankbaar ben, dan heb je het mis: ik
wil opgehangen worden en niet terug naar
dat gekkenhuis in Broadmoor (het Insti
tuut voor geestelijk gestoorde misdadigers
waar hij in voorarrest had gezeten). Straf
fen liep zelfs met plannen rond de Ko
ningin een brief te schrijven om het gratie
bevel ongedaan te maken. Maar toen zijn
raadsman hem van het absurde daarvan
overtuigd had „berustte" hij mokkend in
de wat hij noemde „afschuwelijke ver
nedering".
Het intérieur van de gerestaureerde en gemoderniseerde Opera volgens het
ontwerp van prof. Boltenstem, die uit financiële en artistieke overwegingen aan
de vroegere loges vasthield. De drie rijen loges en de twee rangen bevatten
tezamen zestienhonderd zitplaatsen en zeshonderd staanplaatsen. Het vroegere
drukke gedoe met gordijntjes van rood pluche, met de onrustige gipsfiguren en
de wilde slingers hebben plaats gemaakt voor de rustiger lijnen van de
nieuwe zakelijkheid.
IN LONDEN is de vorige week een inter
nationaal congres van criminologen ge
houden, waarop enkele honderden experts
in de analysering van de misdaad ervarin
gen uitwisselden over de practijk van hun
grimmige vak. Een van de opzienbarendste
verklaringen op dit congres werd afgelegd
door een psychiater van het Middlesex
Hospitaal, dr. J. A. Hobson, die als ge
rechtelijke deskundige tientallen moorde
naars „geestelijk doorgelicht" heeft. Zijn
verrassende conclusie luidde: „De meeste
moordenaars laten zich liever ophangen
dan dat zij proberen, zwakzinnigheid voor
te wenden om zodoende de strop te ont
lopen. Zij zijn namelijk dermate ijdel dat
de gedachte, in het openbaar als gek te
worden gekwalificeerd, hun veel erger
lijkt dan de dood."
DE ANGST voor de executie, zo ver
volgde dr. Hobson, is trouwens bij ver
harde moordenaars veel minder groot dan
men gewoonlijk denkt. Ten bewijze hier
van haalde de deskundige tijdens zijn toe
spraak tot het congres een briefje tevoor
schijn, dat de moordenaar John Christie
hem tijdens diens proces in 1953 had ge
zonden. Christie stond, zoals men zich her
inneren zal, terecht wegens het vermoor
den van zes vrouwen en hij wist dat hij
geen schijn van kans had om de galg te
ontlopen. Maar op hetzelfde ogenblik dat
de rechter de jury vroeg, zich te willen
beraden over het vonnis met de plechtige
slottirade: „Gij zult een eerlijk oordeel
over deze man moeten vellen" op dat
zelfde ogenblik wenkte Christie vanuit de
beklaagdenbank een deurwaarder, over
handigde hem een briefje dat hij zojuist
had zitten schrijven en verzocht hem, dit
te willen overbrengen aan dr. Hobson, die
als getuige-deskundige aanwezig was. Op
het briefje stond niets meer dan: „Ik neem
aan dat u erin geslaagd bent een paar
cigaretten voor mij te bemachtigen, want
ik heb absoluut niets meer!" De woorden
„cigaretten" en „niets" waren dik onder
streept. Blijkbaar was dit op het ogenblik
DEZELFDE ervaringen heeft dr. Hobson
met verschillende andere moordenaars op
gedaan. „Dikwijls bezwoeren zij mij, hun
toch vooral volkomen toerekeningsvatbaar
te verklaren; anderen wilden weten of zij
langs gerechtelijke weg protest zouden
kunnen aantekenen indien zij niet ter dood
veroordeeld zouden worden."
Volgens de statistieken is komen vast te
staan dat van de vijftig onderzochte Engel
se moordenaars er slechts enkelen in de
gevangenis aan gewicht verloren, terwijl
zij er in het algemeen „net zo rustig slie
pen als onschuldige kinderen". „Wat zij
vrijwel allen gemeen hebben", aldus dr.
Hobson, „is de volkomen afwezigheid van
angst of gepieker, terwijl zij terechtstaan."
Hij kon voor deze vreemde kalmte geen
bevredigende wetenschappelijke verklaring
geven, maar hij houdt het erop, dat het
een soort onbewust psychopatisch afweer-
affect is, waarmee de misdadigers zich
als het ware afsluiten voor de angst.
Enkelen van hen hadden zelfs onomwon
den verklaard dat zij zich hog nooit zo
rustig en kiplekker hadden gevoeld als
toen zij in de Brixton-gevangenis hun
vonnis afwachtten.
Dr. HOBSONS verklaringen hebben ook
buiten criminologische vakkringen veel
opzien gebaard. In Engeland hebben de
tegenstanders van de doodstraf er een
nieuw en sterk argument in gevonden voor
hun strijd tegen de afschuwelijke rechts
pleging door middel van de galg een
strijd die, ook daar, gélukkig steeds meer
aanhang vindt. En als dr. Hobsons bevin
dingen door psychiaters in andere landen
(bijvoorbeeld de Verenigde Staten) be
vestigd zouden worden, dan wordt de
„preventieve werking" van strop en elec-
trische stoel, waar de voorstanders van de
doodstraf zo gaarne mee schermen, inder
daad wel heel problematisch! H. C.