DE WIELERRIT £en h&fyoek aan UoltancL in ftm&hika Verrassingen in woord en muziek Belsum-Brederode-Belsum De tweede kans FRANSE PARAGRAAF Vervoerss taking 4 Nog altijd goed gebied voor Nederlanders die willen emigreren Indonesië krijgt subsidie voor Amerikaanse boeken WELBESCHOUWD is het ontijdig einde van de carrière van de veelbelovende wiel renner Jan Vanderkasseien even tragisch als lachwekkend. Er steekt in ieder geval een wonderlijke ironie in de gebeurtenissen die zijn lot tijdens de befaamde wielerrit Belsum-Brederode-Belsum bepaalden.Jam mer slechts dat Jan zelf dat niet inziet. Hij zal voortaan als een geslagen man zijn levensweg vervolgen, het hoofd omlaag, de blik terneergeslagen. Voor hem geen saevis in undis tranquillus. Wat hem het meest zal steken is de achteloosheid, waarmee men hem op straat behandelt. Jan komt voorbij en de hoofden draaien zich naar hem om. „Daar gaat de man, die zijn groot ste kans verspeelde". Hoongelach klinkt op. Zo vergaat het 's wereld grootheid: sic transit gloria mundi. Maar wanneer men Jan een ogenblik in zijn ware gedaante benadert, ik bedoel wanneer men hem ziet als mens en de wielrenner laat voor wat hij is, dan krijgt de figuur van Jan Vander kasseien een betekenis, die ver uitrijst boven het alledaagse. Hij heeft de rit Bel- sum-Brederode-Belsum dan wel niet ge wonnen, wat hij wèl won is iets, dat ik u hoop duidelijk te maken. Jan werd geboren als zoon van een ne derige dagloner. Hij was de oudste in een gezin van twaalf kinderen. Hij vermaakte hen en speelde met hen: hij was voor deze kinderen gelijk een moeder en een vader. Bij voorkeur beoefende hij met hen het knikkerspel, een bijzonderheid, welke men voor het goed begrip van het vervolg dezer geschiedenis moet onthouden. Al jong werd hij uitbesteed bij een bakker. Hij gaf bij het fietsen langs de klanten van zoveel talent blijk, dat weldoeners, die liever niet onbekend wensten te blijven, hem een racefiets schonken, menend dat er een toekomstig kampioen in hem stak. Mis schien hadden zij goed gezien, maar voor lopig blonk Jan niet uit. Hij had een im pulsieve natuur en verloor menige wed strijd, omdat hij niet op zijn krachten lette. Hij eindigde meestal als laatste. Toch zeiden de insiders, dat Jan een goede kans maakte, wanneer hij maar intensief trainde en reed met verstand. Om de vorm te pak ken trad hij in de functie van overweg wachter. Hij deed in het seinhuis een hometrainer plaatsen. Tussen de ene en de andere trein door kon men hem uit alle macht zien fietsen, waarbij het niet zelden gebeurde, dat hij in theorie natuurlijk zelfs de trein inhaalde, die hij net had doorgelaten. Deze bezigheid maakte hem bij alle over wegwachters populair. Zij hielden in hun seinhuizen nauwgezet grafieken bij om zijn tijd met die van de treinen te vergelijken, en hem een zo juist mogelijk beeld van de door hem ontwikkelde snelheid te ver schaffen. Hoe roerend dit meeleven ook was, het kon niet aan de directie onzer spoorwegen verborgen blijven. Zij nam het besluit Jan te ontslaan. Een golf van ver ontwaardiging ging door het land. De directie hield voet bij stuk. Toen besloot Jan zich geheel te geven aan de wielren nerij en hij trad toe tot de rijen der pro fessionals. De eerste wedstrijd waarin hij mee zou rijden was de rit Belsum-Brede rode-Belsum. NU IS ER geen rit, die Jan Vanderkas seien beter had kunnen liggen dan de be faamde wielerrit Belsum-Brederode-Bel sum. Het traject was als voor hem gescha pen. Het voerde door een licht geacciden teerd terrein, speciaal geschikt voor wilde rijders en het werd om de twintig minuten onderbroken door een spoorwegovergang. Jan bereidde zich- er met zorg op voor. Driemaal reed hij het hele traject. Drie maal fietste hij van Belsum naar Belsum over Brederode currenten uitgevallen. Zij hadden door een ongelukkige samenloop van omstandig heden ieder een spoorboom op het hoofd gekregen. Jan ging alleen door. Zijn voor sprong bedroeg drie kwartier. Hij behoefde nog slechts één overweg te passeren om het eindpunt Belsum, op twintig kilometer af stand, te bereiken. De overwinning kon hem menselijkerwijze gesproken niet meer ontgaan. MAAR WAAROM spreken wij toch van menselijkerwijze, want het was juist men selijkerwijze, dat hem de voorsprong toch nog ontging. Hij had juist een ferme teug uit zijn bidon genomen, toen hij de jonge tjes ontmoette. De jongetjes stonden langs de weg te knikkeren en waren net in een felle discussie gewikkeld over de vraag of ze nu een uppie hadden gegooid of niet. Zij hieven dreigend de vuisten naar elkaar en schenen vastbesloten te zijn elkander in de haren te vliegen. De kindervriend in Jan kon dat niet aanzien en dus stapte hij van zijn fiets en vroeg wat er aan de hand was. Een ogenblik later kon men hem aan de kant van de weg zien zitten, proberend of hij ook nog een uppie kon gooien. Het lukte niet. Hij werd kwaad en probeerde weer een uppie maar het lukte nog niet. Toen ging hij op zijn knieën zitten. Hij klemde de knikkers in zijn vuisten en liet ze in de gewenste richting rollen, maar telkens ont snapten ze aan de door hem uitgestippelde koers. Dat maakte hem zo boos, dat hij niet meer wist van ophouden. Meer en meer raakte hij en toen had hij Verhaal door Michael Réty in het spel met rlP I.„ :I.I de zekerheid dat hij alle spoorwegwachters had ge sproken, die hij bij een vorige gelegen heid niet had thuisgetroffen mitsgaders hun plaatsvervangers. Men kon niet zeg gen, dat hij iets aan het toeval had over gelaten. Hij zag, zoals hij zelf zei, de rit zonder vrees tegemoet. Hij was er zeker van dat hij zou winnen. „Maar je moet met verstand rijden, Jan," zeiden de insiders. „Jongens", zei Jan, „ik rijd met verstand". En dat deed hij! De wedstrijd was nog geen uur oud of Jan lag al met vijf man aan kop. Zij hadden drie overwegen achter de rug. Telkens als er een in zicht kwam, waagde Jan een uitlooppoging. Hij schoot onder de afsluitbomen door. Telkens wan neer het peloton arriveerde, gingen de bomen juist dicht. Dat was natuurlijk pure toevalligheid. Jan kende de dienstregeling uit zijn hoofd en wist dat voordeel gran dioos uit te buiten. Toen de wedstrijd twee uur oud was, was Jan's voorsprong gegroeid tot een half uur. Hij zat toen nog met twee man op kop. De drie anderen, die geen wilde rijders waren, hadden het tempo niet kunnen bijhouden. Na de zevende overweg kreeg Jan een in zinking. Toen hij echter bij de achtste over gang arriveerde, waren zijn laatste con- llii!ll!!l!!ll!!!illll!ll!ii!lllllll!lll!!!!l!lll!!illlll!!!lllllll!lllll!lli!lll!lllll[li DAT ER in korte tijd een derde druk van Virgil Gheorghiu's boek „De tweede kans" verschijnt, bewijst dat de schrijver van „Het vijfentwintigste uur" blijft boeien. Al is het een schande dat tienduizenden va derlandloze vluchtelingen tien jaar na de oorlog nog geen blijvend tehuis hebben ge vonden, toch is het verheugend dat schrij vers als Gheorghiu de aandacht op deze ontrechten gericht houden. In tegenstelling tot het laatste boek van Remarque biedt „De tweede kans" geen uitzicht meer. Het is een aangrijpende beschrijving van levens die vermalen worden in moderne voor schriftenmolens, die nu eens deze en dan weer die groep pletten, maar altijd de ver volgers sparen. Het onmenselijke komt zo griezelig nabij, dat men soms met schrik het lezen staakt om zich af te vragen: kan dat en kan het vandaag? „Het vijfentwin tigste uur" was échter een hartekreet en een waarschuwing. Dit boek is eerder een kundige beschrijving van gebeurtenis sen die door onwaarschijnlijk-toevallige ontmoetingen van mensen verbonden zijn. Het eerste was menselijk-verschrikkelijk, dit is onmenselijk-verschrikkelijk. De uitgeversmaatschappij Pax te D'-n Haag heeft deze vertaling van „La seconde chance" (vertaald door F. van Oldenburg Ermke) keurig uitgegeven, al hadden we de foto van Gheorghiu en zijn vrouw graag op glad papier gezien. AB „Toemoek-IIoemak" is een boek van de Franse schrijver en liefhebberij-avonturier Francis Mazière en bevat het relaas van diens zwerftochten door de onbekende berglanden van Frans Guyana, waar hij met een aantal vrienden gaat zoeken naar Raymond Maufrais, een Franse ontdek kingsreiziger die jaren geleden spoorloos in deze wildernis verdwenen is. Ongewapend, om het vertrouwen der inboorlingen te winnen, dringen zij door in de lianenwou- den en moerassen van de Toemoek-Hoe- mak, leven er met de Ojana- en Ojampi- indianen, nemen deel aan hun barbaarse riten en beleven er menig opwindend avontuur. Van dit alles vertelt Mazière op boeiende wijze en met kennis van zaken in dit boek, dat in 1952 de Louis Liotard-prijs verwierf en thans in de vertaling van K. Jonckheere bij de Uitgeverij Ontwikkeling Antwerpen en J. M. Meulenhoff te Amster dam verschenen is. de knikkers verdiept. De tijd verstreek en met de mi nuut slonk zijn voorsprong, maar hij had er geen besef van. Hij dacht niet meer aan de rit Belsum-Brederode-Belsum, hij wist alleen dat hij een uppie moest gooien. Zelfs toen het peloton hem voorbij raasde merkte hij het niet. Hij kwam pas weer tot bewustzijn, toen een omstander, door nieuwsgierigheid ge dreven, vroeg of hij misschien ook Jan Vanderkasseien had zien doorkomen. „Maar dat ben ik!" riep Jan en meteen herinnerde hij zich, dat hij nog twintig kilometer van Belsum verwijderd was en hij besefte dat het peloton hem ver voor lag. Maar ik heb nog de overgang van Bierenbroodspot, dacht Jan en hij zette het op een rijden en vloog zijn concurrenten achterna. Maar toen hij bij de overweg van Bierenbroods pot kwam, daalden juist de bomen neer en klapten voor zijn neus dicht. Even later stoomde de (echte) sneltrein voorbij NU ZIJN ER een heleboel mensen, die boos zijn op Jan, omdat hij niet in de rit Belsum-Brederode-Belsum heeft kunnen zegevieren. En hij had toch de overwinning in zijn zak! Maar Ik geloof dat het beter is een kinderhart terug te winnen. Zo'n zegepraal behaalt men niet elke dag EEN EERSTE prijs behoeft niet altijd te betekenen, dat daarmee ook het beste werk wordt beloond. Dit ervoeren wij jongstle den Zondagavond toen de K.R.O. het luis terspel liet horen, dat in de door deze om roep uitgeschreven luisterspelprijsvraag als tweede werd geklasseerd, „De luitspe ler" van Aart Blom. Vormde destijds de inzending van de bekroonde (Michel van der Plas met „De kans") een teleurstelling, omdat de auteur zijn gegeven met te weinig overtuigings kracht had weten te omringen, het luis terspel van Aart Blom een nieuweling op dit moeilijke terrein wist van stonde af aan te boeien. Onzekerheid en schuldge voelens zoals elk mens die kent, maar ook de collectieve schuld welke wij allen heb ben aan onrecht, ziekte en dood, werden hier tot uitdrukking gebracht in een knap gecomponeerd luis- terpel, dat de ge schiedenis van Da vids verovering van Bethsabé, de hem aangezegde straf door de profeet Nathan en de daarop gevolgde doodsangst en inkeer tot uitgangspunt heeft. De schrijver heeft dit Bijbelverhaal getransponeerd in een dialoog tussen een middeleeuwse rechter, die op grond van geruchten en vooroordeel een van toverij beschuldigde met zijn gezin tot mishande ling en verbranding heeft veroordeeld, met een luitspeler, die de rechter zich van zijn zonde bewust doet worden, zoals Nathan dat David deed. Aart Blom heet£ die gedachte in een voor elke luisteraar gemakkelijk te verstane vorm gegoten, waarbij hij echter geen en kele concessie deed aan zijn inderdaad voortreffelijk taalgebruik. De zuiver aan gevoelde gehoorseffecten werd kracht bij gezet door het motief van de luitspeler: Voor de microfoon enkele maten van Handels chaconne. De overgangen van de dialogen tussen Nathan en David naar die tussen rechter en luit speler vloeiden logisch in elkaar, waarmee Aart Blom bewees de luisterspeltechniek te beheersen. Blijkbaar dachten de spelers van de luisterspelkern van de Nederlandse Radio Unie daar net zo over, want zij heb ben dit werk met een opmerkelijke toewij ding voor de microfoon gebracht. Er is de laatste weken trouwens nog een andere reden om de Nederlandse Radio Unie dankbaar te zijn. Voor de vervulling van het gastdirigentschap bij de orkesten van de Nederlandse omroep werd namelijk op twee Franse dirigenten, Albert Wolff en Jean Fournet een beroep gedaan. De eer ste verblijft hier al enige tijd en vertrekt op 29 September, de tweede kwam het af gelopen weekeinde over om twee concerten te dirigeren. In beide gevallen kan men spreken van een heerlijke verfrissing van het répertoire voor strijkorkest en trompet van Honegger, met de symphonie in C van Dukas, benevens met prettig in het gehoor liggende werken uit het zogenaamde mid den répertoire als de Impressions d'Italie van Gustave Charpentier en de Suite pas torale van Chabrier. Zijn landgenoot Fournet zette Roussels klassiek-opgebouwde, evenwichtige Vierde Symphonie op het programma, voorafge gaan door een paar bekende werken van Ravel en liet het symphonisch gedicht Gaultier-Gargouille van Emmanuel Bonde- ville horen ter inleiding van een concert, waarin de verdienstelijke pianiste Cécile de Grijs optrad met het Pianoconcert van Poulenc, een verrukkelijk stuk luchtigheid, bijzonder geschikt om altijd op zoek naar diepzinnigheden zijnde critici te doen gru wen van zoveel frivoliteit. In de eeuwige tredmolen van Vivaldi tot Bartök werkt zulke muziek als een stimulerend apéritif en dat is ook wat waard. J. H. B. ^CF)OH_ WANNEER MEN het telefoonboek van de plaats Holland in Michigan oppakt, dan ziet men dat het wemelt van de Neder landse namen: Berg, Brink, Klaassen, Kort hals, Lievense, Steketee, Van der Meulen, Van Kampen, Van Zanten, Jonkman enzo voorts. Toch zijn er in dit gebied maar be trekkelijk weinig mensefl, die Nederlands spreken. De voorouders van velen van hen zijn hier gekomen omstreeks 1850 of wat later en men kan het zich dus wel inden ken, dat de kleinkinderen van deze immi granten in de meeste opzichten Amerikaans geworden zijn. Hun namen zijn nog Neder- lands, maar verder zijn zij moeilijk van andere Amerikanen te onder scheiden. Niet alleen in het stadje Holland vloeit 't Neer- lands bloed door de aderen, evenzeer is dit in Zeeland, '■i Vriesland en in de grotere stad Grand Rapids het geval. Al deze plaatsen liggen in de Amerikaanse staat Michigan, nabij de Oostelijke oever van 't geweldige Michigan-Meer. Men zal zich afvragen, hoe hun voorouders ertoe gekomen zijn, zich in dit gebied te ves tigen. Zo heel eervol voor Ne derland is een der redenen van hun overkomst helaas niet. In het midden der negen tiende eeuw liet de verdraag zaamheid in ons land wel het een en ander te wensen. De gereformeerden, die zich af scheidden van de Neder- duits Hervormde kerk hadden het in die periode vaak moei lijk. Enkele van hun predi kanten werden zelfs gearres teerd. Het was in die tijd, dat bij sommige van die dominéés het plan opkwam, om zich met hun gemeente in Amerika te De vestigen. Ik noemde onver draagzaamheid als een der redenen van dit soort emigratie, doch er waren ook andere. Met name ten gevolge van de aardappel ziekte hadden velen in Nederland 'n moei- lijke tijd en economische redenen zijn dan ook aan de emigratie van velen niet vreemd geweest. Zelf heb ik enkele dagen doorgebracht in 'het stadje Holland en in die plaats hoort men het meest over de emigrantenleider ds. Van Raalte spreken. Hij heeft met zijn volgelingen de plaats Holland gesticht. Ds. Van der Meulen uit Goes was de stichter van de plaats Zeeland en met diens kleinzoon, die nu rechter is in Holland, had ik een uitvoerig gesprek. GEMAKKELIJK hebben die eerste emi granten het hier niet gehad. Zij hadden maar weinig geld en daarom konden zij niet zoals ds. Scholte en zijn gemeente naar Iowa reizen en betrekkelijk kost baar land kopen. Van Raalte, die met een paar Indiaanse gidsen op verkenning uit ging, terwijl ztjn gemeenteleden te Detroit geld verdienden in de scheepsbouw, be sloot land te kopen in de buurt van het meer Michigan, want water trok Nederlanders uiteraard aan. Doch het gebied was veel bosrijker dan hun eigen va- ,'derland. Niet zonder veel moeite en niet zonder onge lukken zijn zij erin geslaagd deze streek ten dele in akker en weideland te veranderen. Op Zondagochtend heeft uncn in het Amerikaanse Hol land niet veel gelegenheid om uit te slapen. De plaats telt vele kerken: Hervormd, Gere- formeerd, Christelijk Gere- formeerd, plus dan nog aller lei typisch Amerikaanse bede huizen. Al die kerken hebben flinke klokken en die begin- nen al vrij vroeg te luiden. Het feit, dat er ook een be langrijke groep Christelijk Gereformeerden in Holland woont, bewijst wel, dat deze Nederlanders hun neiging tot afscheiding in den vreemde behouden hebben. Thans zijn de betrekkingen tussen de diverse kerkgenootschappen echter heel vrienschappelijk. Gedurende de oorlog werkte Met men samen in de hulpacties voor Nederland en nu gaat de vriendschap zo ver, dat men elkander bloemen aanbiedt bij de opening van een nieuw kerkgebouw. Het kerkgaand publiek ziet er zoals dat in Amerika gebruikelijk is heel fleurig uit: de vrouwen dragen witte hoedjes en witte handschoenen, de mannen het ge beurde in ieder geval op de warme Zondag dat ik hier was laten hun jasje vaak in de auto. Dat verscheidenen van hen nog bretels droegen, was wellicht een der laat ste resten van Nederlandse gewoonten. Slechts in één van al die kerken wordt er eenmaal per Zondag nog een dienst in het Nederlands gehouden. Men 5 had al besloten om ook die af te schaffen, toen er verscheidene nieuwe immigranten kwamen, die een preek in hun moedertaal op prijs stelden. Het is jammer, dat om diverse redenen de extra emigratie van Nederland naar Amerika (onder de Refu gee Relief Act) niet vlotter verloopt, maar Bakker Elzinga zelf begint 's ochtends al om drie of vier uur en vaak is hij tot 's avonds zes uur bezig. De heer Herfst, vroeger een fotograaf in Rotterdam, is vlak voor de oorlog reeds naar deze streek gekomen. Thans heeft hij in de hoofdstraat van Holland een atelier en een mooie fotohandel. Zijn dochters kunnen zich de naar Nederlandse be grippen filmsterachtige luxe permiteren om te waterskiën achter een eigen, snelle motorboot. Er wonen hier ook verscheidene impor teurs van Nederlandse bloembollen. Sedert jaren houden zij hier in het voorjaar een „klompendansers" in actie tijdens het bloembollenfeest in Holland (Michigan). er zijn toch in de laatste jaren heel wat Nederlandse emigranten naar deze streek overgekomen. Wie de kans krijgt om hier heen te verhuizen, moet die gelegenheid beslist aangrijpen, mits hij of zij bereid is flink aan te pakken natuurlijk.... Het is hier een welvarend gebied met betrekkelijk zuinig levende, hard werkende mensen. Rond de stad is veel fruitteelt en verbouw van augurken. In Grand Rapids en Holland is een belangrijke meubelindus trie en in allerlei bedrijfjes en winkels heeft men behoefte aan mensen. Doorgaans moeten immigranten, die in Nederland een eigen zaak gehad hebben, hier in een ondergeschikte positie beginnen, maar velen van hen slagen er in enkele jaren in weer eigen baas te worden. Ik had bijvoor beeld een gesprek met bakker Elzinga, die hier sedert vier maanden weer een eigen bedrijf heeft. In de provincie Groningen heeft hij vroeger ook een bakkerij gehad, maar daarin kon hij voor zijn grote gezin niet genoeg verdienen. Hier gaat dat beter. Maar hij, zijn vrouw en vier van de acht kinderen moeten er hard voor aanpakken. tulpenfcest, dat duizenden toeristen trekt. Een deel van de plaatselijke bevolking kleedt zich voor die gelegenheid in 'n soort Nederlands boerencostuum, men schrobt de straten, houdt klompendansen enzovoorts. Het aardige Nederlandse museum trekt in die dagen extra veel bezoek. „Bill" Wichers, de directeur van dat museum, die de Ne derlandse zaak hier en in een zeer groot deel van Amerika onschatbare diensten bewijst, is dan zo mogelijk nog actiever dan gewoonlijk. WAT CHAPLIN MIST LONDEN (United Press) De Engelse journalist Cassandra (William Conners) van de Daily Mirror heeft onlangs vier dagen doorgebracht als gast van Charles Chaplin in diens villa in Vevey. Chaplin, die volgens Cassandra „bitter anti-Amerikaans" was, had hem onder meer gezegd, dat hij sedert zijn vertrek uit Amerika alleen miste „technisch uitge balanceerd kattenvoer en de snelwerkende luierreinigingscenti;ales". man en macht wordt links en rechts in folkloristisch costuum de straat geboend. DJAKARTA (United Press) Indonesië en de Verenigde Staten hebben een over eenkomst ondertekend, waarbij de subsidie voor de aankoop van Amerikaanse boeken, tijdschriften en opvoedkundige films in In donesië is geregeld. Hierover is twee jaar onderhandeld, grotendeels onder het be wind van Ali Sastroamidjojo. Krachtens de overeenkomst kunnen de Indonesische importeurs boeken, tijdschrif ten en opvoedkundige films bij Amerikaan se uitgevers en verkoopkantoren bestel len. Zij betalen daarvoor met roepiahs bij de Indonesische banken. De regering dei- Verenigde Staten doet vervolgens de uitge vers en groothandelaren een terugbetaling in dollars, waarna het materiaal verzon den kan worden. De gelden, die bij de In donesische banken worden gestort, zullen worden gebruikt voor wetenschappelijke, opvoedkundige en culturele projecten in Indonesië, die onder auspiciën staan van de regeringen, der Verenigde Staten en Indo nesië tezamen. PARIJS, September Door het inkomstenverlies aan de stakingen bij de bus en de métro zal het Parijse vervoers bedrijf wel weer gedwongen worden de uitvoering van zijn vernieuwingsplannen te vertragen. Gelukkig zijn verscheidene van die plannen toch niet prijzenswaard. Eén ervan, al gedeeltelijk uitgevoerd, is immers om de potige oude bussen met hun motor in snuitvorm en hun open achter- balcon, dat bijna over het plaveisel sleept, te vervangen door een vulgair touringcar model. Het nieuwe type ziet er sneller uit, wat alleen maar tot resultaat kan hebben dat de passagier zich gaat ergeren in plaats van zich te verlustigen in de slakkengang, die het grootste deel van de dag op de meeste buslijnen regel is. Reeds berijdt men de oude bussen in een besef dat iedere dag de laatste kan zijn op deze lijn in het busbedrijf is het al niet eens meer 1788 maar ruimschoots 1791. Een ander plan strekt tot vernieuwing van de métro-stations. Dit lijkt een beter voornemen, als men sommige van de be staande stations aanziet: niet die met een gewelfde witbetegelde zoldering, maar die met barre stalen balken in de plafonds en steunberen tussen de sporen, waar He rnatte licht gedachten aan onheil en ver driet omlijnt. Het nieuwe model, zoals dat onder de Champs Elysées al te zien is, heeft echter een ander bezwaar: in het stralende licht onder de zachtglanzende stalen platen, tussen de vitrines waar rag fijne stoffen en reukwaters zijn uitge stald, voelt men zich als een bescheiden landman die de hoofdprijs in een loterij heeft gewonnen en nu per oceaanstomer eerste klas naar Amerika mag reizen. De Parijse ondergrondse onderscheidt zien door de strakke uitwerking van de ge dachte, dat wie voor twintig cent een reis van enige kilometers wenst te maken, het eenvoudigste voor lief moet nemen: weel derige bekledingen en kristallen flessen in enkele van de stations kunnen daar de passagier alleen ontevreden en pretentieus maken. Niettemin wil men het bedrijf beklagen, dat namelijk bij deze staking niet zoals gewoonlijk al zijn smart met het publiek heeft kunnen delen. Dagen lang was het zo, dat weliswaar op enige lijnen van de métro in het geheel geen verkeer was, maar op andere de treinen vrijwel regel matig reden en alleen het stationsperso- neel ontbrak: de passagiers hoefden aan de contróle geen kaartjes te laten zien, die trouwens aan het loket niet verkrijgbaar waren. Zij lieten zich gratis vervoeren. Velen bleven aarzelend bij de controle staan, een kaartje van het boekje-van tien in de hand. Na enkele ogenblikken liepen zij dan verder, met een glimlach, half van voldoening maar waarschijnlijk nog meer om zich te wapenen tegen een ongegronde verwachting, dat zij hier last mee zouden krijgen. Het gevaar van zo n periode van kosteloos openbaar vervoer is waarschijnlijk eerder, dat het publiek op het idee gebracht zal worden dat niets eigenlijk natuurlijker is dan deze coulante voorziening. Een pleidooi voor het recht van iedere vrijgeborene op kosteloos plaat selijk vervoer hoeft dan ook niet ingewik keld te zijn. Voorzover het om passagiers gaat, die naar hun werk gebracht moeten worden, is geen enkele toelichting nodig. En wanneer eenmaal het recht op vrije tijd als een beloning voor eerlijke arbeid ge steld is, betekent het nog maar een klein stapje naar de opvatting dat de gelegen heid tot zelfverplaatsing niet aan inkomen gebonden hoort te zijn. Die gedachte heeft in het geval van de métro temeer gelegen heid om zich als onweerlegbaar voor te doen. doordat de afwezigheid van het sta- tionspersoneel ook de veiligheid van het vervoer niet herkenbaar schaadt. In theo rie moeten de stations altijd bemand zijn door iemand die uit het belgerinkel, dat de volgende trein aankondigt, de gewenste conclusies trekt, maar nu de bestuurders aan hun eigen inzicht zijn overgelaten ver loopt alles even goed. Dit is in veel opzichten een interessante staking voor de liefhebber. Het sociaal zwakke punt van stadsvervoersstakingen is altijd dat zij de automobilist niet scha den, alleen de kleine, kleine man. Maar in dit geval is die man veelal nog juist be diend terwijl de automobilist daarentegen dwarsgezeten werd door al de Zondags rijders, die voor de zekerheid in hun auto naar kantoor gingen. De drukte op de spits uren leidde reddeloos tot tientallen opstop pingen, de snelheid van een auto in de binnenstad was gemiddeld ongeveer zes kilometer per uur. De verkeerspolitie heen als bijdrage aan de hierdoor gewekte vro lijkheid de mededeling gedaan, dat het over twee jaar iedere dag zo zal zijn. PREMIèRE NAPOLEONFILM Onder patronage van de Franse zaakge lastigde, graaf Ch. de Bartillat, zal Donder dagavond 6 October in het City Theater te Amsterdam de galapremière worden gege ven van de Napoleonfilm van Guitry.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1955 | | pagina 16