Een gulden genieting voor 80 ct. Gevangenisstraffen geëist tegen pleegmoeder en haar helpers Proces Erven Van Beuningen prof. Coremans toch hervat Vijftig jaar geleden Expositie van Melle DE NIEUWE D. K. W. NUCHTERHEID VEREIST KUBITSCHEK De zaak der Van Meegerens Kolendampvergiftiging Het proces over verdwijning Anneke Beekman Het meisje onvindbaar Minister Beyen over de Bredase vluchtelingen /^Hoe is het ontstaan? GARAGE DEN HOUT 3 Professor te Djokjakarta pleegde plagiaat Ontijdige verklaring van Belgische deskundige torpedeerde kans op compromis Amerikaanse te Bilthoven om het leven gekomen Nederlandse Gomedie had succes te Brussel Kerkelijk Nieuws Geef Uw keel het beste! Zeven kippendiefstallen in Velsen opgehelderd AFGEZAAGD Filarski zeventig jaar Examens Nederlandse handels delegatie in Libanon Uit Haarlems Dagblad van 11 October 1905 DINSDAG 11 OCTOBER 1955 Wie zich in objectiviteit vermag te ver plaatsen in de situatie van het West-Duitse volk, kan het de massa daar niet kwalijk nemen dat zij zich bij de terugkeer van Duitse krijgsgevangenen laat verleiden tot vreugdebetoon. In zulke momenten komen immers alle sentimenten boven. Het natio nale besef, dat gedurende de jaren van be zetting impulsen heeft gekregen en door de voortdurende scheiding der twee delen van Duitsland nog steeds wordt aangewakkerd, doet zich in die ogenblikken gelden en brengt een samengestroomde massa gemak kelijk tot vervoering vooral wanneer die massa uit Duitsers bestaat. De sentimenta liteit, die in het Duitse karakter verankerd ligt, slaat los en grijpt om zich heen wan neer een gevangenentransport de grens overschrijdt na meer dan tien jaren afwe zigheid. Degenen, die thans na zo lange tijd hun dierbaren terugkrijgen, mag men zelfs geen sentimentaliteit aanwrijven. Hun vreugde-uitingen zijn spontane, algemeen menselijke reacties, die in elk land zouden voorkomen bij een dergelijke gelegenheid. Bedenkelijk echter is hierbij dat thans in West-Duitsland bijna unaniem gepleit wordt voor vrijlating van alle Duitsers, die in geallieerde gevangenissen hun straf uit zitten. Duitsers, wier aandeel in regelrech te misdaden zo evident is gebleken, dat zij als echte misdadigers berecht en veroor deeld werden. Wanneer men in West-Duits land „een streep gezet" wenst te zien onder alles wat de Tweede Wereldoorlog aan ju ridische maatregelen opbracht ten opzich te van de Duitsers, dan komt deze wens waarschijnlijk voort uit een begrijpelijk chauvinisme. Doch men vergeet daarbij, dat degenen die als oorlogsmisdadigers werden veroordeeld, niet het slachtoffer zijn van wraakoefening der geallieerden. Zij zijn opgeborgen omdat men te doen had met lieden van het laagste allooi, voor wie in een beschaafde en geordende maatschappij geen plaats is. Zou men in West-Duitsland vergeten, dat mensen die in staat zijn ge weest een huis, waarin tientallen kleine kinderen een toevlucht tegen het krijgsge woel hadden gezocht, op te blazen, even zeer in staat zullen blijken de gruwelijkste misdaden te plegen buiten oorlogsverband? De mentaliteit van Hitler's fanatieke moor denaarsbenden was niet gebaseerd op de overweging dat het oorlog was zij was ingeboren en vond in de oorlog slechts een gemakkelijker gelegenheid om zich te ver lustigen. Vele oorlogsmisdadigers zouden in een maatschappij, die geen oorlog kende, evenzeer misdadigers zijn geweest. Zij zul len het wellicht opnieuw zijn, als zij op de West-Duitse maatschappij worden losge laten. Deze overwging zou toch ook een rol moeten spelen bij degenen, die nu uit na tionalistische vervoering schreeuwen om vrijlating van alle Duitse gevangenen. Er wordt de nadruk op gelegd dat het politieke klimaat in de West-Duitse Bondsrepubliek op het ogenblik niet geschikt is om te ver wachten dat eventueel vrijkomende oor logsmisdadigers door een Duits gerecht zul len worden onderzocht en zo nodig gevon nist. Wanneer de West-Duitsers hun sa menleving opnieuw willen vergiftigen door een aantal erkend misdadige lieden, die siechts een gelegenheid nodig hebben om hun brute heerszucht en hun barbaarse ka- karakter bot te vieren op hun medeburgers, dan moet zij dat zelf weten, doch het zou van meer realiteitszin getuigen wanneer men in West-Duitsland nu eens de verblin ding door nationalisme zou ontgaan en dit onderwerp nuchter zou beschouwen. Nu de sociaal-democratische candidaat voor het Braziliaanse presidentschap, Ku- bitschek, zeker is van zijn verkiezing, be ginnen opnieuw geruchten op te duiken dat het Braziliaanse leger een staatsgreep voor bereidt. Het leger, een factor van grote invloed in de Braziliaanse politiek, sympa thiseert niet met Ku'oitschek. Daarvoor zijn tal van argumenten. Hem wordt verweten dat hij de veroordeelde politiek van wijlen president De Vargas nieuw leven wil in blazen, en bovendien dat hij te weinig weerstand tegen de communisten die hem gesteund hebben bij de verkiezingen zal opbrengen. Deze twee verwijten moeten nog hun rechtvaardiging vinden in wat Kubitschek werkelijk van plan is en zal doen als hij eenmaal in functie is gekomen. Doch dat het leger een overijlde daad zal stellen voordat Kubitschek kans gekregen heeft zijn waarde en intenties te bewijzen, is zeer onwaarschijnlijk. Het leger is na melijk duidelijk doortrokken van een pro gressieve democratische geest, en zal zich als machtsfactor zolang mogelijk op de achtergrond houden. Intussen valt wel te voorspellen dat de Amerikaanse belangen in Brazilië geen gemakkelijke tijd tege moet gaan. Een Amerikaanse greep naar de Braziliaanse olierijkdom is onder Kubit schek wel uitgesloten. Het is wellicht in dit verband tekenend, dat juist berichten uit Amerikaanse bron steed gewag maken van een op handen zijnde staatsgreep. Neder landse zakenmensen in Brazilië zijn veel minder beducht voor deze mogelijkheid en hebben grote waardering voor de zelfbe heersing der Braziliaanse militaire kop stukken. DJAKARTA (PIA) Prof. dr. Prijohu- tomo, de deken van de universtieit Gadjah Mada te Djokjakarta is geschorst, omdat hij in geschiedenisboeken plagiaat had ge pleegd uit Nederlandse boeken. Morgen zal voor de achtste kamer van de civiele rechtbank te Brussel de zaak voor komen, die wijlen de Nederlandse kunst verzamelaar Van Beuningen in de zaak van de schilderijenvervalsing door Han van Meegeren in Mei 1952 heeft aanhangig gemaakt tegen prof. dr. Coremans, direc teur van het laboratorium der Belgische musea te Brussel, die in 1945 het deskun digenonderzoek in de vervalsingsaffaire leidde. Zoals men weet zijn door de erfgenamen van Van Beuningen met prof. Coremans besprekingen gevoerd om tot een vergelijk te komen in deze thans reeds jaren slepen de controverse, doch deze zijn door een blijkbaar te vroege verklaring van Core mans tegenover de pers afgebroken. Intussen is een van de beide advocaten van de familie Van Beuningen, mr. Dela croix, plotseling overleden en het is niet uitgesloten, dat hierdoor opnieuw uitstel nodig wordt. Het is niet te verwachten dat in dit pro ces zal worden uitgemaakt of „Het laat ste avondmaal" en „De Emmaüsgangers" inderdaad oude meesters zijn zoals de heer Van Beuningen beweerde en of prof. Co remans zich indertijd al dan niet heeft vergist bij het deskundigenonderzoek. De Brusselse civiele rechtbank zal zich waarschijnlijk beperken tot de punten van de dagvaarding zelf, dus tot de vraag of prof. Coremans zich al dan niet aan „quasi-delictuele handelingen" heeft schul dig gemaakt en met de door de Belgische staat en prof. Coremans ingediende tegen eis terzake van valse beschuldiging en eer roof. Twee „Laatste Avondmalen" Wat de „quasi-delictuele" handelingen betreft, waaraan prof. Coremans zich zou hebben schuldig gemaakt in Nederland komt een quasi-delict ongeveer overeen met een onrechtmatige daad wordt in de dagvaarding betwist dat prof. Coremans twee jaar na de dood van Van Meegeren in diens villa in Zuid-Frankrijk, een ander exemplaar van het laatste avondmaal heeft kunnen aantreffen, nadat deze villa reeds enkele malen in 1945 en daarna door re chercheurs was onderzocht. Deze vondst van een tweede avondmaal was zeer opmerkelijk, omdat een radio grafie hiervan aantoonde, dat dit een on derschildering had van kinderen met een bokkenwagen. Bij zijn verhoor in 1945 had Van Meegeren gewag gemaakt van deze „souspeint" en zelf een schets gemaakt van deze „Kinderen met bokkenwagen" die zich onder het Laatste Avondmaal zou be vinden dat in bezit was van Van Beunin gen. Een radiografie van Van Beuningen's laatste Avondmaal gaf echter geen kinde ren met bokkenwagen als onderschildering te zien, doch wel een „jachttafereel" van Hondius, dat Van Meegeren, naar later bleek, in Mei 1940 had gekocht van de Amsterdamse kunsthandel Douwes. Daar Van Meegeren bovendien in Juli 1939 in een brief uit Nice aan de Amster damse advocaat mr. G. A. Boon had ge schreven dat hij een „Laatste Avondmaal" had ontdekt van Vermeer en dit dus on mogelijk dat kon zijn dat Van Meegeren pas na Mei 1940 op de Hondius had ge schilderd, was prof. Coremans tot de con clusie gekomen dat er ergens nog een tweede „Laatste Avondmaal" moest be staan. Zijn vermoeden bleek juist en na de vondst in 1949 van het doek in Nice acht te prof. Coremans zijn bewijsvoering voor de onechtheid van het Laatste Avondmaal dus compleet. Raadsels Volgens de familie Van Beuningen is het echter onmogelijk dat prof. Coremans een doek van dergelijke afmetingen heeft kun nen vinden in een ruimte die reeds ver scheidene malen door de recherche was on derzocht. Opmerkelijk is echter, dat prof. Coremans niet alleen dit „tweede" Laatste Avondmaal in de villa te Nice heeft gevon den, doch eveneens een foto van de onder schildering (Kinderen met bokkewagen van Govert Flinck) en hij ook de Parijse kunsthandel wist te identificeren die deze Govert Flinck aan Van Meegeren had ver kocht. Een raadsel blijft het intussen waarom Van Meegeren tijdens het proces in 1945 nimmer heeft gewag gemaakt van het feit, dat hij nog een ander Avondmaal had ge maakt en men dit in zijn villa te Nice zou kunnen aantreffen. Hier ziet men het nieuwste proefmodel van de Ford-fabrieken. De doorzichtige kap geeft de automobilist een onbelemmerd uitzicht naar alle kanten. Onder de vele nieuwigheden bevat het nieuwe model o.a. een verstelbaar stuur, zodat de chauffeur de wagen in elke gewenste stand kan besturen. Aan de Spoorlaan te Bilthoven, ten huize van de heer A. M. C. van Beurden, heeft zich Zondagnacht een geval van kolen damp-vergiftiging voorgedaan, waarvan de 18-jarige echtgenote van een Amerikaans militair, gelegerd in Soesterberg, is over leden. Mede-bewoners bemerkten eerst in de vroege morgen de kolendamp. Zij troffen, na een deur ingetrapt te hebben, het echt paar bewusteloos aan. De achttienjarige me vrouw N. S. Benton-Baker is in de loop van de dag overleden. Haar 22-jarige echt genoot is naar het militair hospitaal Oog in Al te Utrecht vervoerd. Hij bevindt zich buiten levensgevaar. De Nederlandse Comedie heeft te Brus sel een galavoorstelling gegeven van „Les sen in Laster" van Sheridan, die werd bij gewoond door Koningin Elisabeth en de Nederlandse ambassadeur te Brussel, baron van Harinxma thoe Slooten. Het stuk genoot veel bijval van het tal rijke publiek, dat aan het einde spelers en regisseur Johan de Meester levendig toejuichte. Ned. Herv. kerk Bedankt voor Papendrecht J. T. Door nenbal te Oene. Aangenomen naar Hoek (Z.) W. J. v. Meeuwen te Gemert (N Br.). Bedankt voor Heeze P. A. Plomp te Maurik. Geref. kerken Beroepen te Exmorra-Allingawier C. Dijkstra, cand. te Ferwerd. te Rotterdam (voor de stichting Jeugdhaven) P. A. E. Sillevis-Smitt te Mechelen (België). Aan genomen naar 's-Gravenhage-Moerdijk (vac. dr. R. Kooistra) R. de Vries. Beroepen te Ferwerd D. C. Los te Stellendam, te Onstwedde B. Scholten, te Bergen (N.H.), te Veendam O. Jager te Vrouwenpolder. Geref. kerken art. 31 K.O. Beroepen te Stadskanaal J. v. d. Haagen te Neede-Eibergen. Aangenomen naar Lei den W. G. de Vries te Winschoten. Examens: Aan de Theol. Hogeschool te Kampen zijn geslaagd voor het cand. ex. de heer A. Veefkind te Hilversum en voor het prop. ex. de heren R. v. Nus te Amers foort en H. J. Venhuizen te Middelburg. Chr. Geref. kerken Beroepen te Smithville (Ontario) (Can. Old Ref. Church) N. de Jong te Katwijk aan Zee. Aangenomen naar Rotterdam-C., I. de Bruijne te Hilversum. Bedankt voor Amsterdam-O. W. Heerma te Groningen. Tweetal te Aalten D. Henstra te Oud-Beij- .erland en J. B. Kühlemeijer te Lutjeggst. Bedankt voor Biezelinge C. J. Ph. Sobering te Assen. ADVERTENTIE NA EEN REQUISITOIR, dat byna een uur duurde, heeft de officier van Justitie aan de Amsterdamse rechtbank, mr. J. F. Hartsuiker, tegen de hoofdverdachte in de zaak Anneke Beekman, de 52-jarige mevr. G. M. L.-van M. uit Hilversum de ex-pleegmoeder van Anneke Beekman zes maanden gevangenisstraf geëist. Voorts vroeg de officier bevel tot onmiddellijke gevangenneming omdat is gebleken, dat de verdachte regelmatig in België vertoeft en er gevaar bestaat, dat zy zich aan een strafoplegging zal onttrekken. Tegen haar 57-jarige zuster E. M. van M., die sedert 13 Maart 1954 voortvluchtig is, vorderde de officier tien maanden met onmiddellijke gevangenneming. Dit betekent, aldus mr. Hartsuiker, dat als zij de grens overschrijdt, zy onmiddellijk in arrest kan worden gesteld. Tegen de nicht van de hoofdverdachte, de 33-jarige mevr. E. M. D.-van M. uit Overveen eiste de officier drie maanden voorwaardelijk. Tegen de 45-jarige ver koopspecialist uit Den Haag, C. J. F. B., de vroegere pater Amon, eiste de officier twee maanden met aftrek van het voorarrest, dat ongeveer drie weken heeft be dragen. Tegen de niet verschenen moeder-overste van het klooster Valmeer in België, de 66-jarige mej. A. V., die de Nederlandse nationaliteit bezit, vorderde de officier zes maanden onvoorwaardelijk. Tenslotte eiste mr. Hartsuiker tegen de 71-jarige oud-moeder-overste van het klooster Mariënburg te Bussum, mej. J. F. W. uit Vianen één maand voorwaardelijk. opsporingen geen resultaat gehad en, wat erger is, zij die konden spreken, bleven en blijven zwijgen. „Al heeft de hoofdverdachte het leven van Anneke gered, daarom heeft zij na de oorlog niet het recht gekregen het leven van dit meisje naar eigen inzicht te leiden", zei de officier. „De pleegmoeder heeft zich echter dit recht wel aangematigd en daar door zijn de grote moeilijkheden begonnen voor haarzelf en voor het kind". De officier gaf vervolgens een uitvoerig overzicht van hetgeen de commissie Oor logspleegkinderen heeft gedaan om de kwestie van de voogdij over het meisje in der minne te regelen. Ook kwam hierbij ter sprake de brief, die de presidente van de commissie O.P.K. aan wijlen kardinaal De Jong heeft gericht, alsmede de behan deling van de voogdijkwestie door recht bank, hof en Hoge Raad. „Het is bijzonder verontrustend, dat de verdachten in de zaak van Anneke Beek man hardnekkig geweigerd hebben en sommigen van hen nog weigeren om te doen wat de plicht is van iedere Neder landse staatsburger: de uitspraak van de Ook voor de tweede zitting in het pro ces over de verdwijning van Anneke Beekman bestond grote belangsetlling van de zijde van de pers en de balie. De pu blieke tribune was geheel vol. Op de vraag of zij de tenlaste gelegde feiten er kent antwoordde de hoofdverwachte me vrouw R. G. M. L. van M„ de ex-pleeg moeder van Anneke, dat zij hier niet met ja of nee op kan antwoorden. „Het is te moeilijk". Daarna begon het getuigenver hoor, waarbij onder meer gehoord werden adjudant-rechercheur De Weille, een Hil- versums hooggeplaatst geestelijke H. F., de directeur van het bureau der Commissie Oorlogspleegkinderen S. B„ allen als ge tuigen a charge. In de middagzitting wer den nog drie getuigen a décharge gehoord, die mededelingen deden over vreugdevolle uitlatingen van de ouders van Anneke Beekman, toen die door de Duitsers wer den weggevoerd en hoorden dat hun kind in het R.K.-gezin van de gezusters van M. zou worden opgenomen. Nadat bij verstek de zaken tegen de moeder-overste uit het klooster te Valmeer, mejuffrouw A. V. en de voortvluchtige zuster E. M. van M. waren behandeld, en de president nog enkele vragen aan de vier andere verdachten had gesteld, kreeg de officier van justitie mr. J. F. Hartsuiker het woord. Deze begon met de opmerking, dat het beleid van het Openbaar Ministerie in deze zaak van de beide verdwenen oorlogs pleegkinderen moet worden onderscheiden in het beleid inzake de opsporing en in dat van de vervolging der personen, die zich ten opzichte van deze kinderen aan een strafbaar feit hebben schuldig ge maakt. „Mijn vaste uitgangspunt is steeds geweest, dat het opsporen en terugbrengen onder het wettig gezag het eerste en voor naamste doel was, dat moest worden na gestreefd. Helaas hebben onze intensieve ADVERTENTIE TEGÉM HOEST IK HEESHEID DAGELIJKS VOOR STEM EN KEEL Gebruik regelmatig Wybert, het beproefde middel ter bescherming van de gevoelige slijmvliezen in mond en keel. Nederlandse rechter te eerbiedigen en daarnaar te handelen. Dit betekent een ernstig en diep smaden van de rechtsorde. De grondbeginselen van de rechtsstaat, van het familierecht en van de kinderbe scherming zijn hier in het geding. Al deze verdachten zijn er de oorzaak van, dat Anneke Beekman nog nimmer aan een normale ontplooiing van haar persoonlijk heid is toegekomen. De verdachten zijn er verantwoordelijk voor, dat dit meisje ja renlang moest onderduiken en het is een bijkans ondraaglijke gedachte, dat in het jaar, waarin wij voor de tiende keer onze bevrijding hebben gevierd, het nog niet is gelukt ook aan haar de vrijheid te herge ven". Vervolgens sprak de officier zijn eisen uit. Vier verdedigers hielden pleidooien; mr. F. J. M. Nederveen uit Roermond voor mej. G. M. L.-van M„ mr. dr. P. Witteman voor mevr. E. M. D.-van M„ mr. Peters voor de heer B. (de vroegere pater Amon) en mr. Steenbergen voor de oud-moeder overste van het Bussumse klooster, mej. J. F. W. Mr. Nederveen bestreed niet dat zijn cliënte de haar tenlastegelegde feiten heeft gepleegd, maar hij betoogde met nadruk dat in de periode, waarin zij werden ge pleegd. een jurisprudentie heerste die de betrokken feiten niet als strafbaar ken merkte. Van die jurisprudentie is de Hoge Raad pas in December 1953 afgeweken. Hij bestreed de onmiddellijke gevangen neming die de officier tegen raadsmans cliënte had gevraagd. De rechtbank bleek het met de verdediger eens. Mr. Witteman betoogde dat zijn cliënte slechts gastvrijheid heeft verleend aan Anneke. Bovendien is niet zijn cliënte doch haar echtgenoot hoofd van het gezin. Mr. Witteman vroeg vrijspraak. De rechtbank zal uitspraak doen op 24 October. Twee Haarlemmers aangehouden In de nacht van Vrijdag op Zaterdag werd in de Van Lenneplaan te Velsen door een surveillerend agent twee mannen aan gehouden die daar verdacht in het struik gewas rondscharrelden. De heren, de Haar lemmers E. v. Z. (21 jaar) en zijn rotge- noot W. S. (22) bekenden op het politie bureau, dat zij vijf kippen uit een naburige kippenhouderij hadden gestolen. De dieren werden, reeds een eindweegs onderweg naar de kippensoep, in de bosjes gevonden en de Haarlemmers gaven later toe, samen nog vijf andere kippendiefstallen in Velsen te hebben gepleegd; één hunner heeft bo vendien alleen nog een aantal kippen ont vreemd. Hedenmorgen is het duo aan de justitie te Haarlem overgeleverd. De minister van Buitenlandse Zaken, mr. J. W. Beyen, heeft geantwoord op schriftelijke vragen van het Communis tische Tweede Kamerlid Wagenaar over de in Duitsland in vrijheid gestelde ont snapte gevangenen uit de Bredase gevan genis. In dit antwoord zegt de minister, dat het Oberlandesgericht te Celle, tot welks competentie de behandeling van het ver zoek om uitlevering van W. van der Neut behoort, op 30 Augustus heeft beslist, het bevel tot diens inhechtenisneming op te heffen, aangezien het de overtuiging had, dat Van der Neut zich niet zou onttrek ken aan de uitleveringsprocedure of aan tenuitvoerlegging van een uitlevering. De invrijheidstelling betekent dus niet, dat de uitleveringsprocedure is geëindigd. Aangezien het hier een uitspraak be treft van de bevoegde Duitse rechter, is de al dan niet aanwezigheid van goede wil bij de Duitse regering niet in het geding. Wat de door de regering te nemen stap pen betreft, zegt de minister, dat pas op 30 Juni een Duitse rechter een uitspraak heeft gedaan met toepassing van de wet van 22 Februari 1955. De tekst van die uitspraak nl. in de zaak-Polak werd pas in de tweede helft van Augustus ont vangen. Na bestudering van deze weder om afwijzende uitspraak is besloten, thans aan de bondsregering mede te delen, dat deze beslissing ernstig wordt betreurd, dat de motivering van de rechterlijke uit spraak bevreemding wekt en dat de Ne derlandse regering bezwaarlijk in deze gang van zaken kan berusten en zich der halve het recht voorbehoudt op deze kwestie terug te komen. Van oudsher heeft men het werkwoord zagen niet slechts gebruikt in de letter lijke betekenisdoor middel van een zaag een stuk hout in tweeën snijden, maar ook in de figuurlijke: slecht op de viool spelen. Een muziekstuk noemde men af gezaagd, wanneer het op eentonige wij ze en dus vervelend ten gehore gebracht werd. Zo zei men vroeger ook: een lied opzagen in de zin van: het een tonig op de viool spelen of vervelend opdreunen. Het woord afgezaagd wordt thans alleen nog gebezigd in de beteke nis: zo dikwijls behandeld, te berde ge bracht en besproken, dat het nieuwtje er allang af is. Men gebruikt het dus voor: overbekend, oudbakken. Een jon ge zegswijze is: mijn examinator heeft mij doorgezaagd, in de zin van: hjj heeft mij voortdurend over hetzelfde onder- y^werp vragen gesteld. i In het Amsterdamse antiquariaat van Magdalene Sothmann exposeert tot 15 Oc tober de zo curieuze artist Melle tekenin gen en schilderijen. Te veel eer is het Melle een moderne Je roen Bosch te noemen, al dringt deze naam zich onmiddellijk aan ons op, wanneer we zijn monsterlijkheden ontmoeten. Jeroen Bosch schilderde demonen, Melle's werk lijkt bezeten van een vreemde erotiek. Weerzinwekkend kan hij ons voorkomen, wanneer we ons blind zouden staren op het onderwerp alléén. Het al te weerzinwek kende daarvan is echter discreet verscholen achter een uiterst verfijnde voordracht in de tekeningen, achter de soms schreeuwen de kleur der schilderijen en valt vaak weg tegenover een vreemde humor. Surrealist kan men Melle misschien soms noemen. Wie hem persoonlijk mocht ont moeten weet van zijn bizarre humor, die ook bij de tekenaar en schilder een uitweg vindt. Een toevoeging aan Melle's vreemde verhalen, want dan geeft hij dat wat niet met woorden te zeggen is. Het gebeuren op zijn schilderijen en tekeningen is dan ook niet na te vertellen. Mag men aannemen, dat men wat betreft deze bizarre humor met een bewust zich uiten te doen heeft, Melle zoekt naar aanleidingen in het on derbewuste. Het is namelijk zo, dat Melle's voorstellingen in de schilderijen voor een deel ontstaan uit toevallige vormen van vlekken verf, neergelegd op paneel of doek als een uiterst vage, vaak planloze opzet. Het vergaat hem hierbij als ons, wanneer we in wolken of in geplooid hangende ge ornamenteerde vitrages voorstellingen zien. Bij Melle roepen deze uit toevallighe den gegroeide, vreemde wezens dan weer nieuwe op, die hij nu dan neerzet zonder uit te gaan van bepaalde reeds aanwezige kleurvlekken. Dit geldt dan voor een deel van Melle's schilderijen. Er zijn er met een bewustere opzet, waarbij hij meestal uitgaat van een architectuur. Voor mij is hij dan minder boeiend, minder geconcentreerd dacht ik ook in de uitvoering van zijn détails. We worden niet meer meegesleept in het spel uit en met de toevalligheden. Melle's kleur heeft een meer psychische dan plastische werking. Ruimte en plan- verschillen worden er niet mee bereikt. Wat betreft psychische werking kan de kleur wel kloppen met hetgeen Melle ver meent te moeten zeggen. Mij persoonlijk trekken echter veel meer de tekeningen aan. De beheersing van de grafische uitdrukkingsmiddelen is bewon derenswaardig. De plaatsing op het vlak neigt naar het geraffineerde. Het gevaar bestaat dat het middel doel wordt. Dit be schermt Melle echter tegen het al te inde cente, waarop hij bewust toch niet uit blijkt te zijn. BOB BUYS Bekende Amsterdamse schilder Zaterdag 15 October hoopt de Amster damse schilder D. H. W. Filarski zijn ze ventigste verjaardag te vieren. Hij werd te Amsterdam geboren, waar hij leerling was van de Rijksschool voor Kunstnijverheid. Aanvankelijk in een donker gamma wer kend, ging hij in latere jaren over tot een lichtere toon. Zijn oeuvre omvat stillevens, doch hoofdzakelijk landschappen uit Frankrijk en andere Zuid-Europese lan den. Hij nam deel aan de exposities van de destijds bestaande „Hollandse Kunste naarskring" en is thans lid van de maat schappij „Arti et Amicitiae" te Amsterdam en van het schilderkundig genootschap „Pulchri Studio" te 's-Gravenhage. In 1937 verwierf zijn werk de zilveren médaille op de wereldtentoonstelling te Parijs, in 1951 viel hem de „Arti-médaille" ten deel. Groningen. Candidaatsexamen Genees kunde (2 B): E. J. de Boer, Zalk; C. J. P. Thijn, Emmeloord. Candidaatsexamen So ciale Wetenschappen: J. Hendriks, Gronin gen; J. van Weringh, Zuidlaren. Candidaats examen Economische Wetenschappen: L. J. Postma, Stadskanaal; M. R. de Jong, Nieuwe Schans. ADVERTENTIE geëxposeerd Wagenweg 166 Telefoon 12138 Haarlem Maandagmorgen is een Nederlandse Han delsdelegatie, bestaande uit de heren J. de Blij, L. S. Wurfbain, K. O. van Meurs, en E. Klatte, die onder auspiciën van de Stichting „Nederlandse Export Combinatie" te Utrecht een „Holland-Show" organiseren in Beyrouth, in audiëntie ontvangen door de president van de Libanon, de heer Ca- mille Chamoun, aan wie de Nederlandse za kenlieden een Delftsblauw wandbord over handigden, waarop in het Arabisch stond: „Internationale Handel bevordert de wel vaart der volkeren", Het bord werd door de president dankbaar aanvaard. Geruime tijd hebben de Nederlanders zich met de president onderhouden over het intensiveren van de wederzijdse handel. Er zijn concrete voorstellen besproken en aanvaard, die een goede verwachting omtrent de uitbreiding van de Nederlandse export naar de Libanon rechtvaardigen. De tentoonstelling die de genoemde NEC- leden in Beyrouth organiseren mag zich' in een grote belangstelling van de gehele importhandel in het Midden-Oosten ver heugen. HAARLEM. In het afdeelingsverslag van den gemeenteraad over de begrooting voor 1906 is, evenals andere jaren, weder om ernstig geklaagd over den toestand der oestrating. Deze bestrating wordt de Achilleshiel genoemd, een zeer juiste vergelijking omdat onze hielen er tot hun leedwezen mee te maken hebben. Er is een opzichter, aan wien het toezicht op de bestrating is toevertrouwd, doch deze man is belast met kantoorwerk, zoodat hij geen gelegenheid heeft de gaten in onze straten te gaan naspeuren. Die gaten zijn trouwens ontelbaar! De Groote Markt wemelt ervan, op de singels is het niet beter en de bestrating naast de tramrails is volledig weggezakt. Het zou misschien goed zijn een volledige dienst te vestigen tot verbetering van het plaveisel, met een directeur, een hoofd opzichter, opzichters, onderopzichters en stratenmakers. Deze dienst zou dan mis schien het Gaten- en Kuilenkantoor ge noemd kunnen worden!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1955 | | pagina 5