smaken:
Ministerie van Maatschappelijk
Werk is gul met subsidies
f MERLIJN EN DE REUZEN
ofifrai 10
De Spieghel"
Tweede Kamer sprak zich uit voor
beperking overheidsinvesteringen
Motie-Lucas, door minister Van deKieft
een slag in de lucht genoemd,
aangenomen
Ja!
Shagretta
smaakt beter
dan shag!
Zang en pianospel in
Frans Halsmuseum
TWEEDE KAMER
Zes weken geëist tegen
buschauffeur
5
Virginia
American
Half zwaar
Zivaar
Zestien millioen gulden
uitbreiding PEN
Kerkelijk Nieuws
Aanvullend protocol in
Washington ondertekend
Belgische onderscheiding
voor Eduard van Beinum
Schipbreukelingen zaten
27 uur in de mast
MEER WEERSTAND
VITAMINEN
Justitie verhoorde smokke
laars in douanelokaal
Wegens schuld aan dodelijk
ongeval in Aerdenhout
Agenda voor Haarlem
FEUILLETON
Een detective-roman
door
I. M. C. Bijleveld-Gelinck
VRIJDAG 11 NOVEMBER 1955
(Van onze parlementaire redacteur)
Tot besluit van de algemene financiële beschouwingen over de Rijksbegroting 1956
beeft de Tweede Kamer gistermiddag met 47 tegen 2.1 stemmen de motie aangenomen
waarin wordt gezegd dat het Rijk, evenals het particuliere bedrijfsleven, zijn investe
ringen dient te beperken. Alleen de P.v.d.A. en de communisten stemden tegen. Fel
was het verweer geweest van minister Van de Kieft tegen deze motie, die hij
overbodig, een slag in de lucht en onvriendelijk noemde tegenover een regering die
een dergelijke bejegening niet verdient.
De minister ging er van uit, dat nu de motie door de financiële deskundigen van vijf
fracties dus van een grote meerderheid in de Kamer was ondertekend, bij voor
baat het pleit beslecht was. „Barbertje zal moeten hangen, maar voordat hij hangt
heeft hij nog wel een woord te zeggen", aldus de minister.
Hij gaf een reeks voorbeelden van af
remming van overheidsinvesteringen door
de overheid zelf en rekende de Kamer
voor, dat in feite de overheidsinvesteringen
auverï 'until
Geen wonderShagretta is zo
rijp - dank zij de natuurgefer-
menteerde tabak, die bij het
Clark Procédé EQ 7 wordt
verwerkt. Koop en rook een
pakje Shagretta en vergelijk
bet met shag
Smaakt ook
beter in de pijp
neerkomen op f 386 millioen, waarvan
f 353 millioen voor Waterstaat, Zuiderzee
werken en P.T.T. Hier tegenover staat
meer dan 214 milliard aan particuliere in
vesteringen. De motie is dus welbe
schouwd, een slag in de lucht, zei minis
ter Van de Kieft
„Als men aan de afgevaardigden zou
vragen welke overheidsinvesteringen afge
remd moeten worden, zeggen zij niets".
„Dat behoeven wij ook niet te doen", riep
de heer Van deWetering (CH). „Ja,
dat ligt wèl op uw weg", aldus de minister.
„Als wij het werk voor de tunnel in Velsen
zouden willen stopzetten, dan zegt u: neen,
omdat u anders last krijgt met het verkeer.
En als wij hetzelfde zouden wensen te doen
ten opzichte van de Zuiderzeewerken, dan
zegt u eveneens neen, om geen last te krij
gen met landbouwkringen. Nog pas heb ik
drie ambtgenoten bij mij gehad, die om
meer geld aanklopten, aangezien zij an
ders zouden vastlopen. Daarop zei ik hun:
Dan moet je maar zien, hoe je weer los
komt, maar van mij krijg je geen cent
meer. Ik ben er van overtuigd, dat straks
bij hun begrotingen de critiek van de Ka
mer zal loskomen en zich dan zal richten
op.... mij". Aldus minister Van de Kieft,
die op deze manier flink van zich afbeet.
Dr. Lucas (KVP) en mr. Van Leeu
wen (VVD) bleven volhouden, maar ver
klaarden tevens, dat de motie niets onwel
willends bedoelde en dat zij slechts diende
om de minister te helpen.
De minister verklaarde nogmaals dat de
jongste fiscale maatregelen ter beperking
van investeringsbestedingen door het
particuliere bedrijfsleven gewenst waren
met het oog op het streven inflatiegevaar
te keren. De investeringen in de industrie
nemen een te grote omvang aan, namelijk
ruim 25 percent boven het geraamde in-
vesterings-program. Bovendien was er een
toenemende credietexpansie waar te ne
men.
Tot slot van het financieel debat ging de
Middelenwet er zonder hoofdelijke stem
ming door, met aantekening van hel tegen
der communisten.
Op de kapitaalsdienst van de begroting
van het Provinciaal Electriciteitsbedrijf
voor het jaar 1956 is een bedrag van
f 16.000.000 uitgetrokken voor uitbreidings
werken. Daarbij zijn stelposten van
f 100.000 en van f 50.000 voor eventuele
voorzieningen aan de Centrale te Velsen.
Als tweede termijn voor het stichten van
een 50 kV station Amstelland te Amstel
veen en het leggen van 50 kV kabels Aals-
meer-Amstelland-Diemen zal een bedrag
van f 3.500.000 nodig zijn. Wegens stijging
der kosten is f 550.000 meer gevraagd dan
vorig jaar het plan was. Voortgegaan zal
worden met het treffen van voorzieningen
ter vergroting van de leveringsmogelijkheid
en ter verbetering van de energievoorzie
ning van het Noordelijk deel der provincie;
hiervoor is een bedrag van f 4.545.000 uit
getrokken.
Uitgevoerd worden de 50 kV kabelver
bindingen Purmerend-Hoorn en Alkmaar-
Schagen. Voor 1957 staan op het program
ma de kabelverbindingen Hoorn-Medem-
blik en Oterleek-Schagen.
Ten gevolge van de voortdurende stij
ging der netbelasting is voor de voeding
van het gebied Aerdenhout-Zandvoort in
het bestaande 10 kV net geen voldoende re
serve meer aanwezig. Het leggen van een
kabel van het station Oudeweg te Haarlem
via het hoogspanningsgebouw Rijnegom
naar het hoogspanningsgebouw Aerden-
hout wordt noodzakelijk geacht; de kosten
worden op f 340.000 geschat.
Ned. Herv. kerk
Beroepen te Sommelsdijk K. v. d. Pol te
Veenendaal. Aangenomen de ben. tot vic
te Terneuzen J. Lalleman, cand. te Vlaar-
dingen.
Geref. kerken
Aangenomen naar Asperen C. Dijkstra,
cand. te Ferwerd, die bedankte voor Dron-
rijp en voor Exmorra-Allingawier.
Bapt. Gemeenten
Bedankt voor Deventer C. v. Wier te
Hoogezand.
Het Haarlems Comité voor Kamermuziek
(de nieuwe naam voor het Comité voor
jonge Toonkunstenaars) stelde Donderdag
de zangeres Ans WiersemaBruins en de
pianiste Hélène Hubbeling in de gelegen
heid een kamermuziekavond in de Renais-
sancezaal van het Frans Halsmuseum te
geven. Afgaande op de samenstelling van
het programma mag men de conclusie trek-
den dat beide concertgeefsters een voorliefde
voor de nieuwere en de nieuwste muziek
hebben. Want naast een aria van Handel
(uit het oratorium „Heracles") en de Varia
ties in D op een thema van Duport van W.
A. Mozart, vermeldde het verder liederen
en pianowerken van Sjostakowitsj, Mous-
sorgsky, Mahler, Bartök en van de Neder
landse componisten Léon Orthel en Ernst
W. Mulder.
Ans WiersemaBruins begon haar aan
deel met de genoemde aria van Handel in
een voordracht, waarvan de sfeer ook
typerend zou worden voor verreweg de
meeste vertolkingen daarna. Een neiging
tot het zoeken van het weemoedige, zwaar
moedige en tragische element in het lied
trad opvallend aan de dag. Een paar liede
ren droegen een geestiger karakter (van
Béla Bartök met name), maar die geestig
heid kon zich toch niet geheel vrij maken
van de algemeen melancholische tendenz.
Die eenheid van sfeer leek toch bewust ge
kozen, want zij maakte het Ans Wiersema
mogelijk een der meest typerende kwali
teiten van haar voordracht op de voorgrond
te laten treden. Die psychische instelling
liet zich vrijwel voortdurend gelden, of het
nu de sombere liederen van de Dood van
Moussorgsky, werken van Mahler, van Bar
tök of Mulder betrof.
De stem van Ans Wiersema kwam het
gunstigst uit in het middenregister. De
hoogte kan nog aan glans en ronding win
nen en de laagste aan sonoriteit. Vooral zal
de zangeres zich in acht moeten nemen
voor klankvervormingen bij expansies. Wat
zij met klankbeheersing kan bereiken werd
wel met de toegift: „Als de ziele luistert"
bewezen, waprbij ook de voordracht weer
indruk kon maken.
Aan Hélène Hubbeling had Ans Wierse
ma een uitstekende begeleidster. Als soliste
gaf deze pianiste een vertolking van de
variaties van Mozart, die lang niet gemak
kelijk zijn en waarvoor de soliste haar
techniek nog meer had moeten uitbalan
ceren. Met de werken van Sjostakowitsj,
Bartök en Orthel voelde zij zich merkbaar
in haar element. De vleugelklank kreeg
karakter en warmte, de techniek werd veel
natuurlijker en de muzikale voordracht kon
een belangrijk niveau verkrijgen.
Er werd veel hartelijke waardering voor
de prestaties van beide solisten getoond en
kleurige ruikers symboliseerden die waar
dering in een gracieuze vorm.
P. ZWAANSWIJK
De Nederlandse apibassadeur in Amer'ka,
dr. J. H. van Rooijen en de Amerikaanse
waarnemende minister van Buitenlandse
Zaken, Herbert Hoover, hebben Donderdag
middag op het „State Departement" in
Washington hun handtekeningen gezet on
der een aanvullend protocol van de Con
ventie van 15 Juni 1955 ter verhindering
van dubbele heffing van inkomstenbelasting
en bepaalde andere belastingen. Het proto
col voorziet in toepassing van de conventie
in de Nederlandse Antillen.
Eduard van Beinum is benoemd tot com
mandeur in de Orde van Leopold II. Dit
werd Donderdag meegedeeld door de am
bassadeur van België, F. X. baron Van der
Straten-Waillet, tijdens een in diens resi
dentie aangeboden lunch. De Belgische
ambassadeur heeft de heer Van Beinum de
tot de orde behorende versierselen over-
(Van 0712e parlementaire redacteur)
NADAT DE TWEEDE KAMER drie dagen achtereen had geklaagd over de hoge
rijksuitgaven, deed mevrouw Ploeg-Ploeg (PvdA) bij de behandeling van de begro
ting van Maatschappelijk Werk de verrassende onthulling dat dit departement aan
verenigingen meer subsidie verleent dan zij vragen. Het geld wordt opgedrongen.
Het departement suggereert meer subsidie aan te vragen en dan komt het in orde
ook, zei zij.
In het woonoord voor onmaatschappelijke gezinnen in Nunspeet werken twaalf
ambtenaren voor twaalf gezinnen. Toch heerst er een onbeschrijflijke wanorde in
die gezinnen. Het in 1952 ingestelde departement voor Maatschappelijk Werk doet
veel aan studie, maar er is weinig dat definitieve vorm krijgt, klaagden vele leden.
Inmiddels stijgt het aantal ambtenaren en in vergelijking met vorig jaar zijn de
uitgaven van het departement met 32 percent gestegen.
Met alle waardering voor minister Van Thiel waren er meer klachten, ook op het
gebied van de subsidieregelingen, bejaardenzorg en welzijnswerk ten plattelande.
Daarbij werd opgemerkt dat de jaarlijkse klachten geen ander resultaat hebben
dan dat de zaken op de oude voet worden voortgezet.
Prof. L e m a i r e (Onafh.) verklaarde
onaangenaam verrast te zijn door de ver
hoging van de personeelsbezetting van het
departement. Ook kon hij niet inzien waar
om ook dit ministerie een afzonderlijke
voorlichtingschef moet krijgen. Prof Le-
maire noemde het noodzakelijk, dat de
eventueel naar Indonesië terugkerende
Ambonezen beter dienen te weten waar
aan zij toe zijn, met name óok wat de
vraag betreft of zij een loyaliteitsverkla
ring moeten tekenen.
Mevrouw H e r o m a (PvdA) sprak over
„een zeker imperialisme", dat elk jong de
partement eigen pleegt te zijn en ook wel
begrijpelijk is. Aan de top van het departe
ment mag de coördinatie goed zijn, maar
aan de basis is lang niet alles voldoende
samengegroeid. Er is allerlei maatschappe
lijk werk, dat niet onder dit departement
thuishoort. Vooral plaatselijke organen
werken te veel te hooi en te gras, met als
gevolg nodeloze en te hoge uitgaven.
Evenals dr. Fokkema (AR) hield ook mr.
D e G r a a f (KVP) zich met de Ambonezen
bezig, die de vrijheid dienen te hebben in
Nederland te blijven of naar Indonesië
terug te keren. In het algemeen kon mr.
De Graaf zich verenigen met het beleid
van de minister op het gebied van maat
schappelijk werk voor Nederlanders in In
donesië en op dat van de zorg voor de
Twee vissers uit Termunterzijl zijn aan
land gebracht, nadat ze 27 uur in de mfTst
van hun gezonken vaartuig hadden geze
ten. De mannen waren Dinsdag aan het
vissen op de Eems toen een vrij dichte mist
kwam opzetten. Zij besloten met de kleine
vissersboot „Zeearend" uit Termunterzijl,
waarop zij voeren, de thuishaven weer op
te zoeken.
Het schip, dat in de nacht van Maandag
op Dinsdag omstreeks vier uur zee had ge
kozen, wendde omstreeks elf uur Dinsdag
morgen de steven. Kort daarna is de „Zee
arend" op een wrak gelopen, in de nabij
heid van het eiland Rottum. Beide vissers,
de heren L. Landman en A. Vondeling,
konden zich, nadat ze hun schip op een
zandplaat hadden gezet, voorlopig in vei
ligheid stellen door in de mast te klim
men. Zij hebben de rest van de dag en ook
de nacht van Dinsdag op Woensdag daar
doorgebracht. Eerst Woensdagmiddag wer
den de verkleumde schipbreukelingen, die
toen 27 uren op een ijzeren stang in de
mast hadden gezeten, uit hun benarde po
sitie verlost door de schipper van de even
eens uit Termunterzijl afkomstige vissers
boot de T.M. 21. De „Zeearend" wordt als
verloren beschouwd.
Gelukkig, de kust was veilig... alle reuzen hadden de zaal verlaten. Maar ze
konden elk ogenblik weer binnenkomen; Merlijn moest zien, dat hij een schuil
plaats vond, waar hij zich voor het oog van de reuzen kon verbergen.
Toen zag hij een grote kist, die dicht bij het raam stond. Dat zou misschien niet
zo'n slechte schuilplaats zijn! Voorzichtig, zonder geluid te maken, deed Merlijn
het deksel omhoog. Dat trof prachtig: de kist was leeg!
Mooi zo, grinnikte hij zachtjes. Hier zit ik goed, en ik kan alles zien, wat er in
de zaal gebeurt!
En snel kroop hij in de ruime kist29-30
gerepatrieerden. Hij vertelde een en ander
van zijn ervaringen bij aankomst van een
repatriantenschip. De meesten hadden
blijkbaar tot repatriëring besloten uit ge
voelsoverwegingen. Aan het verstandelijk
onder ogen zien van de problemen had
wel een en ander ontbroken. In de con
tract-pensions, onderwerp, dat verschillen
de sprekers aanvoerden, moet meer ge
legenheid zijn voor optreden van maat
schappelijke werksters op levensbeschou
welijke grond, zo zei mr. De Graaf voorts.
Klachten over het subsidiebeleid had ook
de heer Kikkert (CH). Ook de heer
Ritmeester (VVD) liet critiek horen
met betrekking tot de instelling van een
voorlichtingsdienst aan dit departement.
Daarentegen prees de heer Van-de We
tering (CH) de wijze waarop het de
partement van minister Van Thiel zorg
draagt voor de gerepatrieerden, de Neder
landers in Indonesië en de Ambonezen. De
heer Stufkens (PvdA) bepleitte de vor
ming van een raad voor de geestelijke ver
zorging der Ambonezen, die met hen ook
de kwestie van hun terugkeer bespreken
moet.
Minister Van Thiel zal vandaag ant
woorden.
ADVERTENTIE
het oranje flesje
geven U precies wat U tekort komt
niet te veel, niet te weinig
60 dragees f 1.95
100 dragees f 2.90
PHILIPS
ROXANE
Uitgebreide smokkelarij-affaire
of) het spoor
Een internationaal verhoor is gehouden
op de grens Goirle-Poppel in het ontvang-
lokaal van de Nederlandse douane. De of
ficieren van justitie van 's-Hertogenbosch
en van Roermond leidden het onderzoek
inzake een waarschijnlijk omvangrijke
zaak. die met gesloten deuren werd behan
deld.
Het onderzoek begon om 9 uur en duur
de de gehele dag voort. Drie verdachten,
die onder politiebewaking waren gebracht,
werden verhoord. Twee van hen zijn Ne
derlanders, de derde heeft de Belgische na
tionaliteit. Beide Nederlanders zouden
reeds enige tijd in voorarrest verkeren.
Er zou sprake zijn van een omvangrijke
smokkelaffaire van Volkswagens, die af
komstig zijn uit Duitsland en in België
zouden zijn verhandeld. De rijkspolitie uit
Goirle bewaakte het gebouw, waarbij zij
werd geassisteerd door de Belgische gen
darme.
Voor de Haarlemse rechtbank stond
Donderdag een 32-jarige buschauffeur te
recht, die op de avond van de 23ste Mei
van dit jaar op de hoek van de Boeken-
rodeweg en de Zonnebloemlaan in Aerden
hout een dodelijk ongeluk veroorzaakt zou
hebben.
De chauffeur kwam met een lege bus uit
de richting Noordwijk en wilde de Zonne
bloemlaan inslaan. Even voor de bocht
remde hij, maar de bus slipte en reageerde
niet meer op het stuur, wat de bestuurder
ook probeerde. De wagen gleed door en
botste in de bocht tegen een tegenligger op.
De aangereden wagen werd tussen twee
bomen platgedrukt en de bestuurder mr. E.
II. Halbertsma, kwam daarbij om het leven.
De chauffeur van de bus stond nu terecht
omdat hij bij de bocht een volkomen ver
keerde manoeuvre zou hebben uitgevoerd
en de rechtbank hoorde daarbij enkele ge
tuigen, waarvan een Haagse verkeersdes-
kundige verklaarde, dat de chauffeur veel
te hard gereden zou hebben onder deze om
standigheden. Het was namelijk pas be
gonnen te regenen en een der banden zou
in een bijzonder slechte staat hebben ver
keerd. Een hoofdingenieur van Rijkswater
staat was minder pertinent in zijn bewerin
gen, want hij schatte de snelheid van de
bus op veertig kilometer terwijl de chauf
feur zelf verklaarde, dat hij ongeveer 45
kilometer per uur had gereden.
De officier van Justitie, mr. G. W. F. van
der Valk Bouman, die zijn requisitoir be
gon met zijn medeleven te betuigen aan de
nabestaanden van het slachtoffer, meende
uit de verklaringen van de deskundigen te
kunnen opmaken, dat de buschauffeur zeer
zeker te snel door de bocht was gegaan.
Overigens was mr. Van der Valk F.ouman
van mening, dat het tijdschema waarop de
chauffeurs dienen te rijden bijzonder
scherp was en voorts was het hem tegen
gevallen dat door de Vervoermaatschappij
een bus op de weg was gebracht, die niet
voor honderd percent te vertrouwen was.
De officier van Justitie meende dat de
chauffeur had moeten weten, dat er op de
hoek van de Boekenrodeweg en de Zonne
bloemlaan slipgevaar gevreesd moet wor
den en hij eiste tegen de verdachte zes
weken hechtenis en de intrekking van het
rijbewijs voor de tijd van twee jaar.
De verdediger, mr. Dommering, was van
oordeel, dat de chauffeurs niet oij elke rit
de gehele bus kunnen gaan onderzoeken,
omdat volgens pleiter, zij er van moeten
kunnen uitgaan, dat het materiaal waarmee
zij rijden volkomen in orde is.
Mr. Dommering was dan ook van mening
dat er zeer zeker niet gesproken kon wor
den van grove schuld en hij vroeg vrij
spraak.
Voorts sprak hij als zijn oordeel uit, dat
beroepschauffeurs in een bijzonder moei
lijke positie verkeren omdat zij voor elke
fout die zij tijdens hun werk maken voor de
rechter moeten verschijnen. Men moet, al
dus pleiter, dergelijke risico's kunnen aan
vaarden. Mr. Dommering vroeg vervolgens
indien de rechtbank wel tot strafopleg
ging zou overgaan een voorwaardelijke
straf, temeer, daar de vervoermaatschappij
de chauffeur heeft laten doorrijden.
De rechtbank zal uitspraak doen op 24
November des morgens om half tien.
(De betrokken vervoermaatschappij ver
klaarde ons bij informatie, dat zij de me
ning van de getuige-deskundige niet deelt.
Ten aanzien van de beoordeling van ban
den bestaan geen vaste normen en de ge
wraakte band was op grond van een in
gewonnen advies goedgekeurd. Bovendien
was men bij de Vervoermaatschappij ver
wonderd dat haar deskundigen niet waren
gehoord).
VRIJDAG 11 NOVEMBER
Cinema Patace: „Geen moment zonder
student, alle leeft., 7 en 9.15 uur Rembrandt:
„Ciske de Rat", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Studio:
„Plotseling zeven dochters", 14 jaar. 7 en
9.15 uur. Luxor: ..French Can-Can", 18 jaar,
7 en 9.15 uur. Minerva: Verdi, koning der
melodieën, alle leeft., 8.15 uur. Lido: „Va
dertje Langbeen", alle leeft., 6.45 en 9.15
uur. Frans Hals: „Chantage". 18 jasfr, 7 en
9.15 uur. Roxy: „Long John Silver", 14 jaar,
7 en 9.15 uur. Frans Halsmuseum: 20 uur,
Volksuniversiteit. Lezing met lichtbeelden
en films door Simon de Waard over Zweden
en Lapland. Wilhelminastraat 22: 19.30 uur,
Ver. van Spir. „Het Licht',' mevr. Timmer
manKat.
ZATERDAG 12 NOVEMBER
Cinema Palace: „Geen moment zonder
student, alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur.
Rembrandt: „Ciske de Rat", 14 jaar, 2, 4.15,
7 en 9.15 uur. Studio: „Plotseling zeven
dochters", 14 jaar, 2.15, 7 en 9.15 uur. Luxor:
„French Can-Can", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15
uur. Minerva: „Verdi, koning der melodieën",
rtle leeft., 2.30, 7 en 9.30 uur. Lido: „Vader
tje Langbeen", alle leeft., 1.45, 4.15, 6.45 en
9.15 uur. „Blondjes genie'en de voorkeur",
18 j., 23.30 uur. Frans Hals: „Chantage", 18
jaar, 2.30, 7 en 9.15 uur. Roxy: „Long John
Silver", 14 jaar. 2.30. 7 en 9.15 uur. Hotel
„De Leeuwerik", 20 uur: De Groningse ver.
„Gruno" voert op „Mit Huuslek Verkeer"
van Karl Bunge. Stadsschouwburg, 20 uur:
A.B.C.-cabaret, „De kat van huis" met onder
anderen Corry Vonk en Wim Kan. Sport-
fondsenbad Haarlem. 19.30 uur: Gecostu-
meerd kinder-zwemfeest.
99
32)
„Ja zeker, inspecteur."
Weer kreeg hij de indruk dat zij om die
juwelen niet veel gaf, zo koel en onper
soonlijk was haar stem. Alsof hij een zak
doekje voor haar had opgeraapt, dat zij op
de grond had laten vallen! Hij vervolgde:
„U vindt het zeker wel goed, dat ik ze
voorlopig onder me houd. Ik heb ze door
een vertrouwde rechercheur naar mijn
bureau laten brengen en hij heeft mij zo
juist gerapporteerd, dat hij ze persoonlijk in
de safe geborgen heeft. Ze zijn dus veilig."
„Ik dank u wel."
„Maar behalve de juwelen-affaire is er
ook die van de Buddha. De eerste van de
geheimzinnige gebeurtenissen van van
nacht. Die Buddha is eerst gestolen en daar
na de juwelen. Er is natuurlijk een ver
band."
Juffrouw Corbeyn zweeg.
„Het stelen van die Buddha is voor mij
veel eigenaardiger dan het stelen van die
juwelen. Een beeld van vijftig centimeter
hoogte. Vrijwel onverkoopbaar voor de dief,
omdat het zo te herkennen is. Vrijwel
waardeloos en gevaarlijk voor de heler."
Juffrouw Corbeyn zweeg nog steeds.
„Een massief bronzen beeld, nietwaar,
juffrouw Corbeyn?"
„Ik.... ik geloof het wel."
„Nee, dat gelooft u niet! Want u weet,
dat het niet zo is! Dat beeld is hol van
binnen en er zit een kleine safe in."
„Inspecteur! Hoe weet u dat?"
„Juffrouw Corbeyn waarom bent u niet
eerlijk tegenover mij?"
Ze zagen elkaar aan: de grijze ogen van
de politieman en de grauwe van Sarah
Corbeyn. Onvervaard zat ze daar in haar
leunstoel. En de politieman wist opeens dat
ze zich daarom had aangekleed in haar
beste japon met haar barnstenen ketting;
dat ze daarom zo flink in haar stoel zat en
haar hoofd zo rechtop droeg: om zich tegen
hem te verdedigen! De wapenrusting in de
strijd die zij voorzien had. Er kwam die
strakke, geconcentreerde blik in zijn ogen,
die hij altijd had bij een moeilijk verhoor,
maar zijn stem bleef effen, aangenaam
klinken. En na een poos zwijgen, waarin
Sarah Corbeyn geen krimp gaf, begon hij
weer
„Ik zal uw vraag het eerst beantwoorden.
Beantwoordt u daarna de mijne. Ik weet
dat door juffrouw Meilink. U moet dat niet
als een indiscretie beschouwen. Het meisje
heeft, terwijl u daar bewusteloos lag en
niet in staat was om mij enige inlichtingen
te geven, het als haar plicht beschouwd om
mij in mijn onderzoek te helpen. Zij heeft
dat zeer ongaarne gedaan en pas na lange
aarzeling. U mag haar dat niet kwalijk
nemen."
„Nee, dat begrijp ik," zei juffrouw Cor
beyn.
„Maar nu mijn vraag aan u. Waarom
bent u niet eerlijk tegen mij?"
„Ik ben niet oneerlijk tegen u."
„Nee, maar u houdt dingen achter. U
moet toch begrijpen, dat ik hier zit in het
openbaar belang. Om uw leven en bezit
tingen te beschermen. En dan heb ik toch
wel het recht om uw medewerking in te
roepen."
„Ik heb u niet gevraagd om hier te ko
men, inspecteur."
„Nee. Maar toen uw Buddha was ge
stolen, toen hebt u toch wel de gong geluid.
Toen hebt u toch wel, instinctief, de hulp
van uw medemensen ingeroepen. Toen
hebt u niet gedacht: dat zaakje zal ik wel
alleen opknappen. U kunt niet alles alleen
doen, juffrouw Corbeyn!"
„Ik ben altijd alleen geweest. Altijd."
Ze zat daar, stoer en onverzettelijk, de
handen geklemd om de armleuningen van
haar stoel. De grauwe ogen daagden hem
uit. En weer voelde hij een vage bewonde
ring voor deze onaantrekkelijke vrouw, die
zich zo kon verdedigen, die zo moedig stand
hield.
„Dat geloof ik niet," vervolgde hij zijn
aanval. „Als u altijd alleen was geweest,
zou er nu niet iets zijn in uw leven dat u wilt
verbergen. Iets, dat betrekking heeft op de
inhoud van de bronzen Buddha. Het me-
daljon."
„Dat heeft dat meisje u ook gezegd!"
„Ja. En in dat medaljon zat een portret!"
„Dat heb ik niet aan juffrouw Meilink
gezegd! Nee!"
„U hebt gelijk. Dat is een conclusie van
mezelf."
„Maar er zat geen portret in dat me
daljon'.'
„Er zat wel een portret in dat medaljon!"
„Nee inspecteur. Nee!"
„Een portret van iemand die u dierbaar
is!"
Hij schrok van de uitwerking van zijn
woorden. Ze werd zo rood in haar gezicht
dat hij vreesde voor een attaque. Ze rees
overeind uit haar stoel en kwam voor hem
staan, zo woedend, dat hij een ogenblik
dacht dat zij hem een klap in zijn gezicht
zou geven. Ze haalde diep adem en zei met
een bevende, lage stem:
„Joujoubrutale kerel! Jou vle
gel!"
Hij was nu ook opgestaan en zag haar
aan. En het duel, eerst met woorden, werd
nu een strijd van hun ogen: de rustige ogen
van de politieman die niet weken, en de
woedende, overrompelende van de oude
vrouw. De rustige ogen wonnen de strijd
en Sarah Corbeyn boog het hoofd.
„Gaat u nu weer zitten, juffrouw Cor
beyn. Het spijt me, dat ik u zo heb ge
hinderd."
Hij hielp haar terug in haar stoel waar
zij even, onder zijn handen, in elkaar zakte.
Hij schonk haar een glas water in en reikte
het zwijgend over. En om haar tijd te geven
zich te herstellen trok hij zich terug bij het
raam. Hij zag uit in de kleine, sombere
tuin.
„Inspecteur, ik vraag u excuses.
Ze zat weer rechtop in haar stoel, de
oude vrouw, en de strijd kon voortgezel
worden. Maar er was toch iets gebroken
in haar, iets gebroken aan de innerlijke
kracht, die haar opgehouden had. Er was
toch iets hulpeloos in haar ogen gekomen.
En het was een krampachtig gebaar, waar
mee ze weer haar handen om de arm
leuningen legde. Alsof ze een steun zocht.
„Het spijt me, inspecteur."
„Laten we die episode laten rusten," zei
hij enkel. „Zoiets gebeurt wel meer. Het
spijt mij, dat ik u zo in het nauw gebracht
heb. Maar ik moet mijn plicht doen. Ik
moet de dader vinden, die u heeft neerge
slagen. Iemand van uw familie."
„Nee."
„U hebt aan juffrouw Meilink verteld, dat
het bestaan van de safe in die Buddha een
familiegeheim was Iets, dat enkel aan uw
familie bekend was. En dat u dat geheim
nooit aan iemand anders hebt medegedeeld.
Is het niet?"
„Ja, dat is zo."
„En dat weet u dus heel zeker."
„Dat weet ik absoluut zeker."
„En er kan niet een dienstmeisje geweest
zijn, of een andere hulp, die het ontdekt
heeft bij het stofafnemen?"
„Nee, dat is onmogelijk. De veer zat ge
heel verborgen aan het kleed bij de hals."
„Dus u geeft toe dat alleen iemand van
uw familie dat geheim geweten kan héb
ben."
„Ja."
„Dan zult u toch ook moeten toegeven,
dat het zeer waarschijnlijk is dat iemand
van uw familie die Buddha gestolen heeft."
„Ik heb geen familie."
„U hebt een broer."
„Jajagehad."
„Maar juffrouw Corbeyn! Waarom maakt
u het mij toch zo nodeloos moeilijk! U hebt
een broer gehad. Hebt u hem dan nu niet
meer?"
„Hij is dood."
„Hebt u nog meer broers of zusters?"
„Nee, wij waren met ons beiden."
„Dat is nu toch absoluut waar, is het niet?
Er verschijnt straks dus geen tweede broer
of zuster?"
„Nee, er verschijnt niemand. We waren
met ons beiden."
„En wanneer is die broer gestorven?"
„Hij is naar Amerika gegaan op zijn vier
entwintigste jaar. Ik was toen achttien.
Hij had ruzie gehad met zijn vader. En na
die tijd hebben wij nooit meer iets van hem
gehoord."
(Wordt vervolgd)