Op 31 januari: prinses Beatrix 18 jaar
Adriaan Pelt eredoctor der
Amsterdamse universiteit
Gedenkboek unieke gelegenheid tot
kennismaking met troonopvolgster
Indonesische Rekenkamer kan
geen dwang uitoefenen
^"Hoe is het ontstaan?
Vijftig jaar geleden
Pravda van Leningrad
ageert tegen Kerstmis
Sommige staatsinstellingen weigeren
zich aan toezicht te onderwerpen
De taak van het
Koningschap
Koningin en prinsessen
van vakantie terug
Drievoudige roofmoord
te Brussel
Uitvaart Mistinguett
Dr. Adenauer zou Franco
in februari gaan bezoeken
Opnieuw staking op twee
Parijse vliegvelden
Braziliaanse kustvaarder
vergaan: achttien doden
Dit woord:
OOGMERK
Visitekaartjes groeien
Instituut opgericht voor
economische ontwikkeling
Uit Haarlems Dagblad
van 10 januari 1906
DINSDAG 10 JANUARI 1956
Op 31 januari wordt Hare Koninklijke Hoogheid Prinses
Beatrix achttien jaar. Vanaf die dag is Nederlands troon
opvolgster krachtens de wet bekwaam om als meerderjarige
het koninklijk gezag te aanvaarden of waar te nemen. Let
wel, „als meerderjarige" betekent niet dat de prinses eerder
meerderjarig zou zijn dan op de door de wet bepaalde
leeftijd van eenentwintig jaar; de term. houdt in dat de
prinses, eenmaal geroepen tot het koninklijk gezag, terstond
meerderjarig zal zijn. Zou dit niet geschieden voor de prinses
eenentwintig jaar is, dan blijft zij tot dat tijdstip onder
worpen aan het gemene recht dat meerderjarigheid doet
ontstaan op de eenentwintigste verjaardag. Op dinsdag 31
januari wordt de dan achttienjarige Beatrix van rechtswege
lid van de Raad van State, het college waar staatsproblemen
buiten de haast en dwang van de actualiteit als in een rustig
zijportaal van de Staat behandeld worden. Als lid van het
college zal de tot het zware ambt van koningin geroepene
zich geleidelijk kunnen gewennen aan de hoge eisen die
haar gesteld zullen worden op de eenzame hoogte, die de
verantwoordelijke taak van hoofd van de Nederlandse Staat
betekent. Een derde gevolg van de achttiende verjaardag is
het recht op een jaarlijks inkomen van 300.000.— uit 's Rijks
kas. Eenendertig januari 1956 is in het leven van de
oudste dochter van het Koninklijk Paar een mijlpaal, die een
zorgeloze periode besluit en een nieuwe opent waarvan
schier alle gebeurtenissen facetten zullen zijn van de hoge
bestemming: het koningschap. Een jong meisje staat voor
een ambt, dat de volledige overgave vergt van een persoon
lijkheid, die uiterste kracht moet zijn. Zij is zich bewust
van haar geroepenheid, die zij reeds als roeping voelt. In
het Koninklijk Gezin heeft zij dagelijks en onmiddellijk
ervaren welke eisen aan die roeping verbonden zijn. Nu de
belangrijke datum nadert, is bij de Bezige Bij in Amsterdam
het boek „Beatrix 18 jaar" verschenen, dat het Nederlandse
volk de unieke gelegenheid biedt de troonopvolgster te
leren kennen op een wijze, die het reeds verworven inzicht
in de sympathieke prinses ongetwijfeld uitmuntend aanvult.
In haar eigen kamer op Soestdijk
„Beatrix 18 jaar" is van een verrassende frisheid en onbevangenheid. De uitgave
beleefde reeds bij verschijning een tweede druk. Het bevat artikelen van Hella
S. Haasse „Portret van Prinses Beatrix", prof. dr. P. J. Bouman „De jonge vrouw
in deze tijd", prof. mr. A. M. Donner „De staatsrechtelijke positie van de troon
opvolgster" (aan wiens artikel de bovenstaande gegevens omtrent de gevolgen van
de verjaardag van de prinses werden ontleend) en prof. dr. L. J. Rogier „Drie
caesuren". Het bevat talrijke illustraties, onder andere van schetsboekbladen, beeld
houwwerk en een olieverfschilderijtje van de prinses, en de heer J. B. Th. Spaans
verzorgde de teksten bij de levensgeschiedenis, zoals die door de foto's wqrdt
geïllustreerd. Dra. M. G. Schenk schreef de kernachtige voortreffelijke onder
schriften van de foto's. Het boek is in een fors formaat uitgegeven en het band
stempel werd door prinses Beatrix zelf met vaardige hand ontworpen. De oranje
bandomslag toont een charmante foto van de prinses, die tijdens de opname recht
in de lens keek. Dat suggereert een persoonlijk contact, dat men onontkoombaar
ook ervaart als men het eerste artikel van het boek opslaat, het stuk van Hella
S. Haasse, die zo openhartig en recht op de man af verhaalt hoe zij de prinses
tijdens enkele ontmoetingen leerde zien, dat de lezer het gevoel krijgt een te ouder
wetse instelling te bezitten ten aanzien van het vorstenhuis. De schrijfster zegt:
„Dit portret hoeft niet gedaan te worden in verdoezelende romantische pasteltinten,
in zoet rose en wazig blauw. Er mogen bruuske lijnen en zo op het eerste gezicht
niet met elkaar harmoniërende kleurvlakken in voorkomen. Zij (de prinses) zou
geen levend mens, geen uitgesproken persoonlijkheid zijn, als zij niet boordevol
tegenstrijdigheden zat".
Het artikel van Hella Haasse is uit
muntend. Zij vangt aan met een scherpe,
on-emotionele analysering van het koning
schap, die op zichzelf een voortreffelijke
essay vormt. „Het gaat niet om de mens,
maar om zijn vermogen symbool te zijn",
zegt zij; en even later: „Alle gewoon-
menselijke bijzonderheden doen die kroon
in des te scherper relief uitkomen, een
met emotie geladen symbool, waarover
niet redelijk gedacht kan worden". De
wijze, waarop Hel
la HaaSse het doet
iis echter meer dan
bevredigend. Zij
diept het onder
werp zeer uit en
toont aan dat on
danks talrijke ui
terlijke wijzigin
gen er in wezen niets is veranderd ten
aanzien van de appreciatie van het ko-
ningschaip.
„Men zou niet zo nieuwsgierig zijn, als
men niet heimelijk aan het taboe zijn van
koningen geloofde", zegt zij. „De lezer zal
zeggen dat ik te ver ga. Maar de waarheid
is, dat ik niet ver genoeg ga." Hella Haasse
ziet het koning
schap zich ontwik
kelen. W as het
lange tijd het-dra-
ger-zijn van alles,
wat de; onderda
nen van hun ver
antwoordelijkheid
wilden afschuiven,
nu daarentegen in een tijd waarin het
individu begint te zien dat het niets meer
van zich kan afschuiven ontwikkelt het
koningschap zich tot „een belichaming van
het nieuwe, menswaardige, waar de gehele
gemeenschap bewust naar streeft"; de ko
ning als symbool van ons aller groeiende
menselijke bewustzijn. Welk een opgave
om de mens te zijn, die dat symbool moet
belichamen! En welk een hevig mede
leven met het tijdseigene vooronderstelt
deze taak. Hella Haasse beschrijft die op
gave en constateert tenslotte dat prinses
Beatrix alle eigenschappen schijnt te be
zitten, die opgaaf te vervullen.
Eigentijds
De schrijfster besluit haar artikel met
een samenvattende beschrijving van de
troonopvolgster:
„Beatrix is bereid in een veranderende
wereld, een veranderende maatschappij
de veeleisende taak van koningin te ver
vullen, wanneer het haar beurt zal zijn.
Dat zij die toekomst tegemoet gaat met
nuchterheid, met een onsentimentele rea
listische kijk op de dingen, en een voor
haar leeftijd rijp inzicht in menselijke ver-
houdingen-in-het-algemeen, lijkt mij een
bewijs van opvallende geschiktheid. Zij zal
de franje en de versiering aanvaarden,
maar doorzien. Zij is van nature het tegen
deel van gemakzuchtig en heeft verant
woordelijkheidsgevoel, zij houdt zichzelf
niet voor de gek en zal zich evehmin door
anderen voor de gek laten houden. Zij
is gul en hartelijk en hulpvaardig, maar
wantrouwend en onbarmhartig zodra zij
vleierij of baatzucht vermoedt, of reden
heeft om aan te nemen dat iemand achter
haar rug om anders praat en doet dan in
haar gezicht. Zij heeft een voor een ko
ningskind unieke opvoeding gehad. Zij
kent nu, bewust, de twee kanten van de
medaille. Die opvoeding heeft stellig ge
leid tot grotere zelfstandigheid, met de
daaraan verbonden neiging zich een eigen
mening te vormen, die onomwonden uit
te spreken en er naar te handelen. Maar
ook de mogelijkheden tot botsen zijn
groter geworden. Moet zij veranderen, zich
ten koste van veel pijn aanpassen aan de
gangbare opvatting van haar koningschap,
of zal het koningschap veranderen in hadr
tijd? Er is alle reden om haar verdere ont
wikkeling en groei met aandacht te volgen.
Zij hoort, naar instelling en houding, ty
pisch tot de generatie die nu aan bod
komt: een generatie van kinderen die in
de ogen van de ouderen hun leeftijd soms
tien jaar vooruit schijnen, die weinig
voelen voor dromerijen en abstracties,
wars zijn van frasen en „gezwijmel", on
danks hun experimenteren met vrij gedrag
en vrije opvattingen er eigen normen op
na te houden, vaak zuiverder en eerlijker
dan de moraal die in de maatschappij
geldt; een generatie met een vooral prac-
tische belangstelling en een behoefte aan
vereenvoudiging, een generatie tenslotte
die zich geen knollen voor citroenen laat
verkopen".
Knap boek
De overige drie artikelen van „Beatrix
18 jaar" gaan minder op de persoon van
de troonopvolgster zelf in, maar geven te-
samen een scherp décor, waartegen de
Beatrix zoals door Hella Haasse be
schreven relief krijgt. De wijze, waarop
de artikelen samenhangen, elkaar aanvul-
)OOOOOOOOOOOOOCXDOOOOOOOOOp<XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXDOOOC
De tekeningen, die men verspreid bij't
dit artikel aantreft, zijn uit het schets-
8 boek van prinses Beatrix.
KOtXOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOaXOOOOOXXOCOOOCOOOCCOOOOOa
len en dieper maken, maakt van het boek
een sluitende compositie, die het geheel
aan de opzet doet beantwoorden. Het is
een knap boek. Prof. dr. J. Bouman geeft
in een kort essay een heldere omschrij
ving van „De jonge vrouw in deze tijd",
waarbij hij tot de slotsom komt dat de
jonge vrouw „in onze min of meer ver
starde wereld als jonge vrouw vooral,
brengen kan wat de Westerse cultuur
steeds meer is gaan ontberen: geloof, hoop
en liefde".
Prof. mr. A. M. Donner schrijft over
„Staatsrechtelijke positie van de troon
opvolgster", waarvan in de aanhef van dit
artikel de kenmerkendste bestanddelen
werden genoemd.
Prof. dr. L. J. Rogier toont zich in zijn
bijdrage „Drie caesuren" de kentering-
1898, wereld van schijn-1927, tweesprong-
1956 wederom een geschiedschrijver, die
deskundigheid paart aan creatieve oor
spronkelijkheid en litteraire taalbeheersing.
Zijn artikel behoudt een
niet te verliezen vaste
lijn, ook waar het schijn
baar speelse zij wegen in
slaat, omdat daarvan
daan de richting van de
hoofdweg duidelijker
nog blijkt. Prof. Rogier
constateert met vreugde
de historische ontwikke
ling, die reeds resulteer
de in een begin van
een wereldsamenleving,
waarin een klein land als Nederland we
reldinvloed kan uitoefenen en „waarin de
bereidwilligheid groeit om te luisteren naar
elk woord van bezinning, ook als het af
komstig is van een klein vol'k".
Toekomst-verwachting
„Beatrix 18 jaar" is een uitgave die
iedereen zal verrijken. Zij is in haar com
pacte compositie een rondom de persoon
van prinses Beatrix gekristalliseerd docu
ment van deze
tijd. Het is een
boek, waarvan
de huidige gro
te waarde met
het tijdsverloop
zal groeien tot
een onschatba
re historische. Het is tot stand gekomen
in een tijd, waarin vele waarden kantelen.
De medewerkers stellen dan ook allen
analyses voor de toekomst vanuit de hui
dige wezenlijk veranderende tijd. Mogen
hun verwachtingen bewaarheid worden en
moge Nederlands troonopvolgster daarvan
de belichaming zijn.
Koningin Juliana en de oudste drie
prinsessen zijn maandagmiddag per trein
uit Sankt Anton in Nederland terugge
keerd. Omstreeks een uur arriveerde de
koninklijke trein in Baarn, waar Prins
Bernhard ter verwelkoming op het station
aanwezig was.
MOSKOU (Un. Press) Het communis
tische partijblad in Leningrad de Lenin-
gradskaya Pravda, schrijft dat de „weten
schap aangetoond heeft dat Jezus Christus
nimmer bestaan heeft". Nina Dubrovskaya,
die doorgaans bijdragen levert voor een
aantal bladen tijdens het Russisch ortho
doxe Kerstseizoen, schrijft dat de eerste
Christenen de gedachte van de geboorte
van Christus hebben overgenomen van de
heidenen. De Perzen bijvoorbeeld vieren
ongeveer in dezelfde tijd van het jaar de
geboorte van hun zonnegod Mitra. De
datum werd ook in het oude Rome ge
bruikt.
De „uitbuitende klassen in niet-socialis-
tische gemeenschappen gebruiken de reli
gie en de religieuze feestdagen om de
massa's te onderdrukken". „Bij de Chris
telijke feestdagen worden nederigheid, on
derworpenheid, vergankelijkheid van het
aardse leven en hemelse beloning voor
lijden gepredikt. Wegens de afstompende
uitwerking gebruikte de tsaristische rege
ring de godsdienstige feestdagen, speciaal
Kerstmis en Pasen, om de aandacht van de
arbeiders van de klassenstrijd af te leiden".
De Christelijke feestdagen betekenen „aan
zienlijke schade" voor de landbouwproduc
tie. Alleen in het district Leningrad vieren
de boeren 72 feestdagen, waarvan 33 in het
voorjaar en in de zomer. Op een collectieve
boerderij in het gebied van Vinnitsky ver
scheen tijdens een tweedaags godsdienstig
feest in de afgelopen zomer het merendeel
der zeventig arbeiders niet op het werk.
„Religieuze feestdagen zijn reactionnair
en anti-sociaal van oorsprong." „Zij ver
spreiden anti-wetenschappelijke opvattin
gen over natuur en wetenschap, houden
de gelovigen af van de vervulling van hun
produktietaken en moedigen dronkenschap
en absenteïsme aan. Religieuze geloofs
opvattingen houden de arbeiders van de
Marxistische filosofie af, waardoor zij geen
gelegenheid krijgen actieve en volslagen
bouwers van het communisme te worden",
aldus de Leningradskaya Pravda.
De primaat van de Russisch ortodoxe
kerk, patriarch Alexius, heeft tijdens een
onderhoud met de Amerikaanse priester
Reuben Yougdahl, pastoor van de „Olijf-
berg"-kerk in Minneapolis, gezegd, dat
„God niet afgeschaft kan worden". Yough-
dahl maakt een studie van de toestand,
waarin de kerk zich in de Sovjet-Unie be
vindt. Patriarch Alexius liet zich echter
niet over dat onderwerp uit
.06*"
Lezend meisje, terracotta 1954, één der
werkstukken van prinses Beatrix.
Zondagavond zijn in een woning te
Brussel de lijken aangetroffen van de 86-
jarige gepensionneerde generaal Deisser,
diens 82-jarige schoonzuster en de 60-
jarige dienstbode. De generaal en zijn
schoonzuster waren met een koord ge
wurgd. De dienstbode is neergeslagen.
Men vermoedt, dat diefstal de drijfveer
tot de moord is geweest.
Duizenden Fransen hebben maandag in
de Madeleine, waar haar stoffelijk over
schot stond opgebaard, een laatste groet
gebracht aan Mistinguett, de verleden week
overleden revue-ster. Bij de vele bloem
stukken was ook een krans, waarvan het
lint het opschrift droeg: „Aan jou, Miss,
voor eeuwig, Maurice Chevalier."
Na de uitvaartdienst hield de directeur
van de Folies Bergère op de trappen van
de Madeleine een toespraak. Vele bekende
persoonlijkheden uit kringen van film,
toneel en mode waren getuige van het
laatste eerbewijs. Onder hen bevonden zich
Elvire Popesco, Suzy Volterra, Maurice
Escande, Fernandel, Tino Rossi en Pierre
Balmain.
De begrafenis had plaats in Enghien Spa,
ongeveer achttien kilometer ten noorden
van Parijs.
(Van onze correspondent in Djakarta)
Het verslag van de Rekenkamer in Indo
nesië (de Dewan Pengawas Keuangan) is
even onthullend als die van alle reken
kamers. Een verschil met de meeste is
echter dat de Indonesische niet de macht
heeft om overheidsdienaren, die slordig of
spilziek met de staatsgelden omspringen,
tot de orde te roepen en zo nodig tot
terugbetaling te dwingen. Haar werkzaam
heden toch al beperkt door een te ge
ringe bezetting bepalen zich voorlopig
tot het wijzen op financiële euvelen. Een
wet, die haar in staat stelt de schuldige
aansprakelijk te stellen, bestaat nog niet.
De bemoeiingen van de Rekenkamer
met de besteding der staatsgelden alleen
al kan preventief werken, doch het ont
breken van „een stok achter de deur"
schijnt er de oorzaak van te zijn, dat
bepaalde overheidsdienaren maling heb
ben aan de Rekenkamer. Verscheidene
keren slaakt de Rekenkamer in haar ver
slag over 1954 de verzuchting, dat „het
geen zin had een correspondentie of een
onderzoek voort te zetten". Sommige
stichtingen die met overheidsgeld werken
weigerden zelfs gecontroleerd te worden.
Hoe nodig en noodzakelijk het is, dat een
onafhankelijk orgaan als de Rekenkamer
toezicht houdt op het beheer der staats
gelden heeft een rechtszaak tegen een
38-jarige majoor van de militaire admini
stratie van Oost-Java bewezen. Deze stond
voor de krijgsraad te Malang terecht, om
dat hij ten nadele van het land een bedrag
van 2.895.000 rupiah heeft verduisterd
over een tijdvak van anderhalf jaar. De
Rekenkamer als zij met het geval te
maken had gekregen zou tot de slotsom
zijn gekomen, dat het met de controle niet
bijster goed gesteld was. De majoor had
die bijna drie miljoen rupiahs door twee
militaire kashouders laten uitbetalen aan
„relaties". In de betalingsopdrachten had
BONN (AFP/UP) Bondskanselier
Adenauer zal op de terugreis van de Cana-
rische eilanden, waar hij in februari drie
weken vacantie zal nemen, een onderhoud
hebben met het" Spaanse staatshoofd, gene
raal Franco, zo verluidt in welingelichte
kringen te Bonn. Het onderhoud, waarin
de Spaanse regering zou hebben, toege
stemd, zal worden gehouden te Madrid of
in een andere Spaanse stad.
Volgens een woordvoerder van de West-
duitse regering bestaat de mogelijkheid
dat premier Boelganin van de Sovjet-Unie
dit jaar een bezoek aan Bonn zal brengen.
Er zijn echter nog geen formele stappen
ondernomen ter voorbereiding van een
dergelijk bezoek. Een persbericht dat de
Russische ambassadeur in Bonn, Valerin
Zorin, de mogelijkheid van een bezoek met
Adenauer zou bespreken, is door de Sovjet
ambassade tegengesproken.
Van Westduitse zijde werd er aan herin
nerd dat Adenauer tijdens zijn bezoek aan
Moskou twee maal in het openbaar de hoop
had uitgesproken, dat Boelganin Bonn zou
bezoeken.
Vijftiende
Maandag heeft de jongste dochter van
bondskanselier Adenauer het leven ge
schonken aan een derde kind. Adenauer
heeft thans vijftien kleinkinderen.
PARIJS (Reuter) Het luchtverkeer op
de Parijse vliegvelden Orly en Le Bourget
is maandag geheel stil komen te liggen als
gevolg van een 24-uurstaking van een
honderdtal mensen van de controledien
sten. Het geldt een protest tegen de weige
ring van de regering om hen te betalen
over de 55 dagen waarop zij onlangs ge
staakt hebben. Ook het personeel van de
controlediensten te Marseille en Nice is in
staking gegaan.
SAO LUIZ (United Press) De Brazi
liaanse kustvaarder „Berga" (duizend ton)
is voor de kust van de Braziliaanse provin
cie Maranha vergaan. De enige overleven
de werd 39 uur later gered. Hij dreef, zich
vastklemmend aan een stuk wrakhout,
rond. De Braziliaanse vrachtboot „Cantua-
ria", bracht hem naar Fortaleza. De enige
overlevende van de negentien opvarenden
deelde mede dat het schip na een hevige
schok vol water was gelopen sn snel was
gezonken. De „Berga" was op weg naar
Rio de Janeiro met een lading kokosolie.
Het schip is blijkbaar op een rif gelopen.
De meeste leden van de bemanning sliepen
ten tijde van de schipbreuk.
hij het doel van de betalingen niet ver
meld. Ook op de rechtszitting wilde hij
niet verklaren waarvoor de betalingen
hadden gediend. De twee officieren-kas
houders, die de betalingen op onvolledige
mandaten hebben verricht, moeten nog
worden verhoord.
De verdediging deed alvast een poging
om de verdere voortgang van het proces te
stuiten. Verdachte is door de militaire
administratie zo werd betoogd ge
straft met de verplichting tot terugbeta
ling van het verduisterde bedrag. Gaat de
rechtzaak door zo betoogde de pleiter
dan loopt verdachte kans twee maal te
worden gestraft. De krijgsraad verwierp
echter het verzoek tot ontslag van rechts
vervolging, zoals zij ook het verzoek ver
wierp om verdachte ten aanzien van
wie de verdediging geestelijke gestoord
heid aanvoerde uit de voorlopige hech
tenis te ontslaan. Wat ook de afloop van
de zaak zal zijn, zij bewijst in elk geval
wel, dat ook in Indonesië een Rekenkamer,
met ruime bevoegdheden bekleed, nuttig
werk kan doen.
Er was vroeger een woord: gemerk
dat, samenhangend met: mark, bete
kende: grens. Daar grenzen door tekens
als palen of stenen worden aangeduid,
kreeg gemerk ook de betekenis: ken
teken, merkteken. In de samenstelling
oog-merk die betekende: datgene wat
men als kenteken in het oog houdt,
werd het tweede deel weldra niet meer
herkend. Men ging toen schrijven:
ogenmerk en heeft toen van het meer
voud: ogen het enkelvoud: oog ge
maakt. Wij verstaan er nu onder: dat
gene wat men in het oog houdt als het
doel, waarnaar men streeft, dus: be
doeling. Het woord wordt bijna uitslui
tend gebruikt in de zinswending: met
het oogmerk. Men zie bijvoorbeeld Mat-
^theus 5 vers 28.
De drukste tijd van de geluk-en-voor-
spoed functie van de visitekaartjes is weer
vrijwel afgelopen. Kris-kras in hun mil
joenentallen zijn zij door Nederland ge
zwermd en in verschillend formaat. Over
dit formaat wilden wij het even hebben.
De P.T.T. heeft namelijk bepaald, niet nu
plotseling, maar reeds geruime tijd geleden,
dat het minimumformaat voor het visite
kaartje van 1 februari a.s. af, 70 bij 100
men voor de post verzenden wil en niet
voor de kaartjes, die handelsreizigers bij
de directie van een cliënt laten binnenbren
gen, niet ook voor de werkelijke „visite"-
kaartjes die een bezoeker in de bus laat
glijden bij een kennis, nadat hij door bellen
geen gehoor heeft gekregen en dus moet
concluderen dat de familie uit is.
Men zal voelen, wat de P.T.T. tot de for
maatvergroting van deze kaartjes als post
stukken heeft gebracht. Niet alleen plach
ten de kleinere kaartjes nogal eens bij het
sorteren uit de stapel te vallen, maar bo
vendien is in vele plaatsen het stempelen
met de hand vervangen door automatisch
stempelen en dit laatste vereist het nieuwe
minimum formaat van 70 bij 100 milli
meter.
Overigens, zijn uw kaartjes van kleiner
formaat op 1 februari nog niet op, dan be
let niets u die kaartjes bij voorkomende
gelegenheid nog te verzenden in een enve
lop, die wel het vereiste groter formaat
heeft. Maar, afgezien van het feit, dat de
P.T.T. ook weinig gecharmeerd zal zijn van
deze dan wel erg slappe poststukjes, wordt
het wel een zeer slordig geheel.
En dus: groter kaartjes, wanneer men
millimeter dient te zijn. Dit is dan natuur
lijk alleen toepasselijk op visitekaartjes die
ook na deze maand de posterijen voor de
verzending wil laten zorgen.
De directeur van het Europese bureau
van de UNO, Adriaan Pelt is gistermiddag
gepromoveerd tot eredoctor in de rechtsge
leerdheid tijdens een plechtige zitting van
de senaat der Amsterdamse universiteit.
Aan het begin van de bijeenkomst in de
aula herdacht de rector-magnificus, prof.
dr. M. W. Woerdeman, in enkele korte
woorden de oud-hoogleraar en oud-raads
heer van de Hoge Raad prof. mr. P. A. J.
Losecaat Vermeer, die gisternacht is over
leden.
Daarna gaf hij het woord aan de promo
tor van de heer Adriaan Pelt, prof. dr. A.
J. P. Tammes, hoogleraar in het volken
recht, die de gronden toelichtte, waarop de
senaat der universiteit besloten had de
heer Pelt het ere-doctoraat in de rechts
geleerdheid te verlenen. De secretaris van
de senaat, prof. W. G. Vegting, overhan
digde de nieuwe doctor in de rechtsge
leerdheid de tekenen van zijn waardigheid.
Prof. Tammes gaf een overzicht van de
loopbaan van de heer Pelt in dienst van de
Volkenbond en van de UNO en memoreer
de diens zeer belangrijk aandeel in de
staatsvorming van het koninkrijk Libye in
1950 en 1951. In die twee jaar werkte dr.
Pelt als commissaris van de UNO in Libye
mee aan de geboorte van dit land als on
afhankelijke en soevereine staat.
Prof. Tammes memoreerde ook dat dr.
Pelt aanvankelijk in Amsterdam journalist
was. Later werd hij directeur van de voor
lichtingsdienst van de Volkenbond. Prof.
Tammes noemde hem „een leidend en lich
tend voorbeeld van een internationaal
ambtenaar".
Dr. Pelt dankte allen, die tot zijn eer
volle onderscheiding hadden medegewerkt.
Hij zei dat het Zaanse milieu waaruit hij
stamt, van grote invloed is geweest op
zijn karaktervorming en dat hij met dank
baarheid terugdacht aan de tien jaren die
hij als journalist in Amsterdam had door
gebracht. Voldoening had hij in zijn werk
„de steeds verdeelde wereld te mogen hel
pen in haar streven naar meer eenheid."
De erepromotie werd onder andere bij
gewoond door de Commissaris der Koningin
in de provincie Noordholland, dr. M. J.
Prinsen, en door de burgemeester van Am
sterdam, mr. A. J. d'Ailly.
De nieuwe ere-doctor werd in 1892 in
Koog aan de Zaan geboren. Na de middel
bare school doorlopen te hebben, was hij
werkzaam in de journalistiek. Van 1915
WASHINGTON (AFP) In Washington
is een instituut geopend voor de vorming
van hoge ambtenaren uit de minder ont
wikkelde landen op het gebied van de eco
nomische ontwikkeling. In samenwerking
met leden van de staf van de Wereldbank
kunnen ambtenaren aan dit instituut studie
maken van economische ontwikkelings
vraagstukken.
Aan de eerste halfjaarlijkse cursus nemen
hoge functionarissen deel uit veertien lan
den: de Afrikaanse gebieden van België,
Ceylon, Columbia, Egypte, Haiti, India, Ja
pan, Mexico, Nigeria, Pakistan, de Philip-
pijnen, Thailand, Oeganda en Joegoslavië.
Het instituut, dat is opgericht door de
wereldbank, staat onder leiding van prof.
A. K. Cairncross van de universiteit van
Glasgow. De financiering geschiedt gedeel
telijk door de Ford Foundation en de
Rockefeller Foundation.
De eerste die de eredoctor haar gelukwen
sen aanbood was de moeder van
de heer Pelt.
tot 1916 was hij in Londen en van 1916 tot
1919 in Parijs correspondent van Neder
landse bladen. Tijdens zijn verblijf in
Parijs studeerde hij aan de „Ecole libre
des Sciences politiques". Na redacteur bui
tenland van de Telegraaf-Het Nieuws Van
den Dag geweest te zijn, werd hij in 1920
aangesteld bij de voorlichtingsdienst van
de Volkenbond in Genève, waarvan hij in
1934 directeur werd.
Bij het uitbreken van de tweede wereld
oorlog ging de heer Pelt naar Londen, waar
hij de leiding op zich nam van de voor
lichtingsdienst van de Nederlandse
regering.
In 1945 maakte hij deel uit van de Neder
landse delegatie naar de conferentie van
San Francisco. Voorts was hij lid van de
Nederlandse delegatie naar het eerste deel
van de eerste zitting van de algemene ver
gadering van de UNO.
Na assistent-secretasis-generaal van de
UNO te zijn geweest werd de heer Pelt in
december 1949 benoemd tot commissaris
van de UNO voor Libye. Toen Libye in
december 1951 onafhankelijk werd, volgde
zijn benoeming tot directeur van het Euro
pese bureau van de UNO.
HAARLEM In het maandblad „Het
Nederlandsche Zeewezen" schrijft Dr. A.
C. Oudemans te Arnhem over een onbe
kend zeedier, dat zich aan eenige bezoe
kers van het café-restaurant „Germania"
te Zandvoort heeft vertoond. Het zwom
op een afstand van ongeveer 100 Meter
van het strand in Noordelijke richting met
een buitengewone snelheid. Het zichtbare
gedeelte was ruim 15 Meter lang. Geen
spoor van zijdelingsche of verticale boch
ten was waarneembaar; derhalve moeten
onder water krachtige voortstuwings
organen aanwezig zijn geweest. Naar de
meening van Dr. Oudemans is het een
groote zeeslang geweest, een diersoort die
tot dusverre nog steeds voor de weten
schap onbekend gebleven is. De verschij
ning van de groote zeeslang in de Noord
zee is een groote zeldzaamheid.
i