Aziatische deel van de Sovjet-Unie
verrast door hoge ontwikkeling
rHoe is het ontstaan?^
Vijftig jaar geleden
Bezoekers uit Afrika en Azië
komen in hevige verleiding in
Kazakhstan en Oezbekistan
ACADEMIE
DE HALVE MAAN ONDER DE RODE STER
Oplossing
VRIJDAG 24 AUGUSTUS 1956
3
Dit woord:
SCHOPSTOEL
Istiqlal veroorzaakt een
regeringscrisis in Marokko
Het Suez-conflict werpt
zijn schaduw vooruit
Weer duizend ontslagen in
de Britse auto-industrie
Uit Haarlems Dagblad
van 24 augustus 1906
Geen kleur-slagboom
Intourist verzorgde ruim
honderdduizend gasten
Brug over de Grote Belt is
technisch mogelijk
Middeleeuwse geschriften maken meer
malen melding van een schopstoel ol
schupstoel. Dit was een strafwerktuig
waaruit veroordeelden met de handen
op de rug gebonden omhoog geslingerd
werden. Het was dus een soort wip met
een verende balk en niet ongelijk aan
het instrument waarmee men bij bele
geringen stenen over de stadsmuur
wierp. Het woord is alleen nog bewaard
in de zegswijze: op de schopstoel zitten
voor: elk ogenblik uit zijn betrekking
ontslagen kunnen worden, geen vaste
positie of vast verblijf hebben. Natuur
lijk is er verwantschap met: de schop
krijgen: ontslagen of weggejaagd wor
den. Reeds in de zeventiende eeuw deed
men dit letterlijk door een oneervol ont
slagen zeeman „een voet in 't gat" te ge-
'^ven, zoals de term luidde.
Van onze correspondent in Parijs)
In Marokko doen zich thans politieke
spanningen voor, die liet kabinet-Bekkai
fataal zijn geworden en die vermoedelijk
niet gemakkelijk te bedwingen zullen zijn.
Na zijn terugkeer uit ballingschap op de
troon stelde de sultan indertijd een coali
tieregering samen, voornamelijk uit de ra
dicale Istiqlal-partij en de P.D.I., de meer
gematigde partij voor democratie en onaf
hankelijkheid.
Gelijk reeds werd gemeld, heeft de Is
tiqlal vorige week echter besloten dat haar
ministers zich uit de regering van de
Frans-gezinde Bekkai terug zullen moeten
trekken, waarna de P.D.I. boze woorden en
zware beschuldigingen heeft geuit aan het
adres van de Istiqlal, die dictatoriale nei
gingen zou vertonen. De Istiqlal, die zijn
invloed voor een groot deel ontleent aan
de vakverenigingen, waarmee de partij
leiding hechte relaties onderhoudt, eist van
de regering een krachtiger houding jegens
Frankrijk. Volgens de Franse mening is de
Istiqlal niet vrij van sterke sympathieën
voor de Arabische Liga van kolonel Nasser;
zeker is, dat de gebeurtenissen in Egypte
hun indirecte uitwerking op de Marok
kaanse binnenlandse politiek niet missen.
Een moeilijkheid voor de Marokkaanse
partijen is, dat zij de positie van hun mi
nisters niet danken aan de omvang van
hun vertegenwoordiging in een parlement
dat nog niet bestaat doch ontlenen
aan het vertrouwen van de sultan, in wiens
handen de religieuze en wereldlijke macht
nog altijd zijn verenigd. Deze sultan staat
als toekomstbeeld voor zijn land een soort
van constitutionele monarchie voor ogen,
zodat hij de verlangens en de eisen van de
Istiqlal moeilijk kan negeren, waardoor een
regeringscrisis onvermijdelijk geworden is.
Wanneer de meer extremistische elementen
van de Istiqlal zouden zegevieren, heeft
Parijs er in Noord-Afrika weer een nieuw
probleem bij gekregen. Men kan gerust
zeggen, dat de Suez-crisis haar schaduw
in Noord-Afrika al vooruit werpt op een
voor Frankrijk zeer pijnlijke wijze. Zo gaan
er in Parijs ook al hardnekkige geruchten
dat de minister met standplaats Algerije,
Robert Lacoste, die geldt als de sterke man
van het kabinet-Mollet, zijn post zal ver
laten indien de macht van Nasser tegen
wiens inmenging hij al maanden geleden
protesteerde door de westelijke mogend
heden niet zou worden gebroken. En daar
ziet het voorlopig nog niet naar uit.
COVENTRY, (Reuter/U.P.) De Stan
dard Motor Company heeft te Coventry
aangekondigd, dat zij aan het eind van
deze maand nog duizend arbeiders zal ont
slaan en een werkweek van drie dagen zal
invoeren voor de arbeiders, die zij nog in
dienst houdt. Twee maanden geleden ont
sloeg de maatschappij 2.500 van haar
11.000 arbeiders. Velen van de in dienst
gehouden arbeiders bleven vier dagen per
week werken. Volgens de maatschappij
was dit nieuwe ontslag noodzakelijk als
gevolg van beperkende maatregelen, die
voor bepaalde overzeese markten zijn ge-
romen, alsmede door de seizoensvermin
dering van de verkopen en door de krediet
beperking in Groot-Brittannië. De arbei
ders, die ontslagen worden, zullen een
week extra loon ontvangen.
Men verwacht niet dat uit dit ontslag
een staking zal volgen aangezien de vak
verenigingen zijn geraadpleegd. De secre
taris van de „Shipbuilders and Engineering
Union" verklaarde dat hij „tevreden was
met de maatregelen".
ADVERTENTIE
O0000C>00C0000000C<XXXXXX5000CO00000C0CO000000000CXD000000C
Voor voortgezet Economisch Onderwijs
te Haarlem
DRIEJARIGE AVONDOPLEIDING
Aanvang 18 september
Studievakken:
Sociale economie, Bedrijfseco
nomie, Recht van het maat
schappelijk verkeer, Economische
Statistiek, Economische geschie
denis, Sociologie van het econo
mische leven, Sociale wijsbe
geerte.
Prospectus en inlichtingen bij:
Dr. S. Elzinga, Westerhoutpark 28,
Haarlem, tel. 12879; J. C. Adam, Stuy-
vesantstraat 93, Haarlem, tel. 25505;
W. B. Reynen, Dr. P. Cuyperslaan 2,
Heemstede, tel. 38489. x
XOTOOCXXXXXXXXXXXXCOOtXXXXXXMOOOOOOOOOOOtXMOOOOOOOOOOOOC
PETERSBURG. De Tsaar van Rus
land laat een automobiel vervaardigen
die meer heeft van een rollend huis dan
van een vervoermiddel. Het gevaarte
wordt in Boedapest gebouwd en kost
meer dan 100.000 Kronen. Het is een
enorme omnibus met een salon, een slaap
kamer en een kabinet. Het rijtuig, dat
56 kilometers per uur kan afleggen, zal
de Tsaar gelegenheid bieden tochten door
zijn rijk te maken. Booze tongen beweren
echter, dat hij een dergelijk snel voertuig
bij de hand wil hebben in het geval van
een revolutie.
Uit de bekendmaking op de eerste pagina
van ons blad van heden omtrent het
onderzoekings- en advieswerk van het
door ons Koninklijk Paar daartoe uitge
nodigde driemanschap kan worden gecon
cludeerd, dat de omstandigheden, die voor
buitenlandse bladen aanleiding zijn ge
weest tot publicatie van merendeels schro
melijk overdreven en onjuiste mededelin
gen over het Koninklijk Huis, tot een ge
lukkige oplossing zijn gebracht. Voor zo
ver deze omstandigheden behoorden tot
het privé-leven van het Koninklijk Gezin,
kan worden volstaan met een aansluiting
bij het vertrouwen, dat Koningin en Prins
in de toekomst blijken te stellen, nu het
driemanschap hun ten aanzien van be
paalde voorzieningen geadviseerd heeft.
Wat betreft de daarbij wellicht ter sprake
gekomen zijnde betrekkingen tussen
Staatshoofd en Regering, kan men de stel
lige hoop koesteren dat 't driemanschap bij
zijn desbetreffende adviezen volkomen en
rechtlijnig in het landsbelang heeft ge
handeld en zich voortdurend zijn enorme
verantwoordelijkheid voor ogen heeft ge
houden. Daarbij moet worden aangetekend,
dat deze verantwoordelijkheid niet eenzij
dig door de letter der wet kon worden
voorgeschreven, aangezien bij deze wet
telijke omschrijving van de taak des
Staatshoofds toch nooit uit het oog mag
worden verloren, dat het Staatshoofd een
mens van vlees en bloed is, die weliswaar
ten zeerste door de Grondwet in zijn mens
zijn wordt beperkt, doch wiens menselijke
waarden wel degelijk aan het landsbelang
geschonken dienen te kunnen worden.
Wij willen deze inperking niet zien als
een miskenning van menselijke overwe
gingen, noch als een verwaarlozing van be
grip voor de menselijke eigenschappen in
degene, die de last van het koningschap
te torsen heeft gekregen. Zij is immers een
garantie tegen willekeur, een onpersoon
lijke veiligheidsmaatregel tegen machts
concentratie, die onze democratische re
geringsvorm niet meer wenst te riskeren.
Doch aangezien de figuur van onze Vor
stin juist door haar tweeledige karakteris
tiek van Staatshoofd en mens het koning
schap in deze tijd nieuwe waarden heeft
gegeven, lijkt het ons niet langer verant
woord eenzijdig te blijven verwijzen naar
de letter onzer wetten zonder ons voort
durend te verdiepen in de menselijke
kant van het probleem, een kant waarmee
ongetwijfeld het persoonlijke geluk van
onze Koningin zeer nauw verbonden is.
Het is geen staatsrechtelijk jurist ge
geven, een scherpe en onbetwistbare lijn
te trekken tussen Staatshoofd en de daar
in verscholen mens. Wat ook de Grondwet,
wat ook de professoren in het Staatsrecht
daarover ten beste mogen geven, de ver
weving van pure menselijkheid en ambts
vervulling in het Koningschap vermogen
zij niet te ontrafelen en mogen zij ook niet
ontrafelen, aangezien de mens niet is op
gebouwd uit wetten en staatsregels en niet
bezield is door het staatswezen, doch van
vlees en bloed is ontstaan tot een levend
wezen, bezield met een levende, menselijke,
persoonlijke geest.
De verantwoordelijkheid der ministers
voor de handelingen en uitingen van
het Staatshoofd houdt daarom in de
eerste plaats voor de ministers de
omvangrijke en veelbetekenende plicht in,
zich dienaren van staat en volk te voelen
in het licht van hun tijd, als mensen,
nauwlettend acht te geven wat in volk en
wereld leeft opdat zij niet louter de let
ter der wet doch ook de geest van de tijd
tot maatstaf van hun beleid kunnen maken
en in het licht van die geest de inspiratieve
kracht van het Staatshoofd kunnen ont
vangen in een wisselwerking. Hun verant
woordelijkheid ligt vóór alles in het alge
meen menselijke. Zij dienen zelf voorop
gesteld mens te zijn, omdat zij mensen lei
den en door mensen worden geleid. En zij
dienen het mens-zijn van hun Koning te
begrijpen, te eerbiedigen en te ontvangen
binnen het strakke en levenloze kader der
wetten.
Sinds Koningin Juliana het Koningschap
aanvaardde en zich met een bewonderens
waardige zelfopoffering zette tot het
bovenmenselijke van een combinatie harer
persoonlijkheid met de functie van Staats
hoofd, heeft zij in tal van toespraken uiting
gegeven aan haar roeping, verkondigster
van verlichte denkbeelden in nationale en
internationale, politieke, sociale en cultu
rele ontwikkelingen des tijds te zijn. Wel
dadig en inspirerend hebben haar woorden
gewerkt in de harten dergenen, die met
haar een doorbraak naar betere tijden ver
stonden en de vrijworsteling van de men
selijke geest uit de ban van onbruikbare
tradities zagen naderen. Koningin Juliana
heeft in haar omgang met personen bij
officiële en officieuze gelegenheden en bij
toevallige ontmoetingen zowel als bij ge
organiseerde bezoeken immer opnieuw
een ieder geïmponeerd en verrast door haar
pure menselijkheid, haar zuiverheid van
denken en haar inspirerende overtuiging.
De prachtige eigenschappen, waarmee deze
Nederlandse Koningin is gezegend, hebben
ons volk tot dankbaarheid gestemd. Het
ware een blijk van wel zeer betreurens
waardig onverstand, wanneer de machine
der wet deze eigenschappen tot onvrucht
baarheid en onmacht zou moeten doemen.
Wanneer ons volk in deze jaren duide
lijk begrepen heeft, hoezeer de volkskracht
en de geestelijke vooruitgang gebonden
waren aan de Koninklijke inspiratie onzer
Vorstin, dan heeft deze massa in de woe
ling der tijden haar eigen belang op lange
termijn wel degelijk begrepen. Zij heeft
gevoeld en het gevoel is sterker dan
de rede dat de symboliek van het Ko
ningschap in moderne wedergeboorte een
nieuwe inhoud heeft gekregen, omdat een
waarachtig mens en een verlichte geest
op deze plaats gesteld waren als een een
heid van volledige werkzaamheid. Ambt en
menselijkheid, weliswaar gebonden aan de
Wet doch elkander aanvullend en inspi
rerend tot een beleidsapostolaat, hebben
Koningin Juliana voor ons volk tot een
betrouwbare baken gevormd, omdat zij
aanvoelt hoe in dit belangrijke tijdsge
wricht nationaal en internationaal een
keuze moet worden gemaakt, waarin
eeuwen van snelle vooruitgang of on
vruchtbare stilstand besloten kunnen
liggen.
De publicaties van heden kenmerken in
hun strekking een historisch moment in de
Nederlandse samenleving, dat de lotgeval
len van ons volk zal bestempelen. De taak
van het driemanschap was er een van zo
zware verantwoordelijkheid, dat de ver
vulling ervan hun ganse persoonlijkheid
opeiste. Deze omstandigheid deed hen wel
licht des te duidelijker beseffen, van welke
onontkoombare beslissingskracht het
menszijn in de vervulling van een officiële
functie is en hoezeer in ogenblikken van
besluitsnoodzaak zijn zuiver gewicht in de
schaal de doorslag kan geven.
Deze overweging deed het vertrouwen in
deze drie mannen groeien tot boven de
maat van hun grote aanzien. Een ver
trouwen, dat Koningin en Prins blijkbaar
deelden en waarin zij niet beschaamd wer
den. J. L.
(Van onze reisredacteur)
TASJKENT Aan de bomen groeiden weer de luidsprekers, de leuzen en de
portretten van de Sovjet-groten. Dit was weer een van de cultuur-parken van de
U.S.S.R., waar het communistisch regime het nuttige met het aangename ver
enigt. Op de banken onder de van onomstotelijke zekerheden sprekende gezich
ten van Lenin, Stalin en Kroesjtsjev zaten dit keer geen Russen, maar koffiekleu
rige Aziaten met geborduurde witte hemden en zwart-witte schedelkapjes. Zij
zaten in kleermakerszit op lage met kelims overdekte tafels, slurpten groene thee
van Samarkand en aten bedachtzaam geroosterd vlees op stokjes. Oude mannen
die nauwelijks Russisch verstonden, zaten er vriendelijk zwijgend triktrak te
spelen, staken ons buitenlandse bezoekers een groen twijgje achter het oor
en confronteerden ons ineens met een te weinig besefte werkelijkheid: de Sovjet-
Unie als Aziatische mogendheid. Dit was Tasjkent, de hoofdstad van de Sovjet
republiek Oezbekistan, oude Midden-Aziatische metropool, weleer de stad van
feodale, orthodox-mohammedaanse emirs, daarna koloniale uithoek van het tsa
ristisch Rusland, tenslotte blootgesteld aan de schokkendste omwenteling die deze
eeuw heeft gekend: de bolsjewistische oktober-revolutie. Een te weinig besefte
werkelijkheid is, dat zo de Sovjet-Unie, een land waar het tien uur duurt voordat
de zon is opgegaan over zijn tweehonderd miljoen inwoners, niet in bevolkings
aantal een overwegend Aziatisch land is, zij het territoriaal gezien toch zéker is, al
lag achter Oeral en Kaukasus alleen maar Siberië. Het gaat echter niet in de
eerste plaats om onderbevolkte vierkante kilometers. In een wereld, die ver
scheurd is door kleur- en rasgevoelens, door ressentimenten uit een koloniale pe
riode, problemen die waarschijnlijk van beslissend belang zijn voor de uitkomst
van de worsteling tussen de democratische en de communistische blokken, gaat
het er in de eerste plaats om koel en onbevooroordeeld vast te stellen, hoe de
Sovjet-Unie die kwesties heeft aangepakt, die het Westen nog steeds de pijnlijk
ste naweeën bezorgen.
Ik wilde wel, dat u de gezichten had gezien van de (niet-commundstische) Pakis
taanse delegatie, die tegelijk met ons Tasjkent bezocht. De verbazing en de nauwe
lijks verholen bewondering lagen er duimendik bovenop. Zij hadden, net al wij, de
Oezbeekse vice-premier Habib Abdulajev gesproken, die hun had verteld, dat Oezbe
kistan tweemaal zoveel katoen produceert als voor de revolutie, onder meer door
een zich steeds meer uitbreidend bevloeiingsstelsel. waarvoor bijvoorbeeld in het
lopende vijfjarenplan 2700 miljoen roebel zijn uitgetrokken. Dat er in Oezbekistan,
waar voor de revolutie geen enkele universiteit was, thans 34 universiteiten en ande
re instellingen op academisch niveau zijn, 98 instituten voor gespecialiseerd middel
baar onderwijs en 5400 scholen. Dat er op een bevolking van 7,3 miljoen 2,5 miljoen
mensen zijn, die onderwijs genieten. Dat er van de 97 percent analfabeten van weleer
slechts een te verwaarlozen aantal over is. Dat er vroeger slechts drie kranten waren
en nu 223. Dat Oezbekistan thans dertig toneel- en muzikale ensembles heeft en twin
tigduizend bibliotheken. Dat alle in Oezbekistan verbouwde katoen (zestig percent
van de oogst der U.S.S.R.) in eigen ontkorrelinrichtingen verwerkt wordt. Dat deze
republiek zijn eigen olie-behoeften kan dekken. Dat er machine- en textiel-industrieën
zijn, Zij hadden, net als wij, gehoord, dat vice-premier Abdulajev uit een boeren
familie van analfabeten stamt en thans professor in de geologie en lid van de Oezbe-
kistaanse Academie van Wetenschappen is.
Deze Pakistani hadden deze dingen niet alleen g eh o o r d, maar ook gezien.
Zij hadden met eigen ogen in Oezbekistan en voor hetzelfde geld ook in Kazakh
stan, Tadzjikistan, Kirgizistan of Toerkmenistan kunnen waarnemen hoe de ach
terlijke, onkundig geëxploiteerde tsaristische wingewesten van Midden-Azië in veer
tig jaar geforceerde ontwikkeling tot een materieel peil zijn gestegen dat zijns ge
lijke in Azië niet kent, onverschillig of het nu industrialisatie, agrarische ontwikke
ling, volkshuisvesting, volksgezondhed, openbaar vervoer, onderwijs dan wel het al
gemene levenspeil geldt. Een niveau, dat hoogstens in onderdelen bij Europees Rus
land achterblijft. Het zün toegegeven dat dit peil in Europese ogen nog niet hoog
genoeg is, maar de vraag is in de eerste plaats hoe de Pakistani, de Indiër of dé
Afrikaan het ziet. Welnu, ik heb in de afgelopen twee jaar vrijwel onafgebroken
door Afrika, het Midden-Oosten en Azië gereisd en het lijdt voor mij geen twijfel, dat
de vergelijking met die gebieden onherroepelijk in het voordeel van het Aziatisch
deel van de Sovjet-Unie uitvalt! Hetgeen niet betekent dat de toestand ideaal is.
Niet alleen de gloeiende hitte van een tropische zomerzon, die in Tasjkent het
kwik tot 44 graden Celsius in de schaduw kan opjagen, roept in deze stad of in
Alma Ata een oude grenspost, die tot hoofdstad van Kazakhstan is uitgegroeid, het
beeld op van Aziatische steden. Ook in Alma Ata (Vader der Appels), een soort
kruising tussen Apeldoorn en Djakarta, aan de voet van het wit-besneeuwde hemel-
gebergte, dat de grens met de Chinese provincie Sinkiang vormt, hangt de stoffige
loomheid van de tropen. Het klimaat leent zich 's zomers
nauwelijks voor socialistische wedijver. Zeker de helft van
Tasjkent, dat een miljoen inwoners telt, bestaat nog uit
lemen huizen (bij aardbevingen overigens uiterst praktisch),
zoals men ze ook in andere achtergebleven gebieden van
deze wereld ziet. Maar al ontbreekt zelfs de grandeur van
de oude koloniale hoofdsteden, het totale beeld is beter,
schoner, gezonder en welvarender. Er wordt hard gebouwd
en hard gewerkt. De twintigste eeuw heeft hier definitief
de overhand. Uit deze stand van zaken heeft overigens nie
mand in het Westen een minderwaardigheidscomplex over
te houden. In menigerlei historisch opzicht heeft de Sovjet-
Unie hier de wind in de zeilen gehad, al was het maar alleen
omdat de Westelijke landen in hun koloniale verhoudingen
als minderheid voor een meerderheid hadden te zorgen, ter
wijl Rusland bijvoorbeeld in Oezbekistan en Kazakhstan
slechts gebieden met vijf miljoen respectievelijk drie miljoen
mensen te ontwikkelen had.
De vraag blijft nochtans of de delegaties uit Azië en
Afrika, wier bezoeken elkaar met eentonige regelmaat op
volgen, zich met zulke becijferingen zullen ophouden. Zij
zijn de leiders van dat overgrote deel der mensheid, waar
van wij de politieke cliëntèle aan de Sovjet-Unie betwisten.
Hoe liggen onze kansen? Een factor, die voor die vraag
haast nog van groter belang is dan de materiële, is die van
de menselijke verhoudingen. Op
Ues^ i«l^n'^ed°s^n reeds
Noord-Afrika, getracht deze
kleurlingen cultureel te assimile
ren, noch hebben zij, zoals de
Britten in India, onoverkomelij
ke radicale scheidsmuren opge
trokken. Zij hebben deze mensen
economisch en politiek volko
men gelijkgesteld en tegelijker
tijd hun taal, hun cultuur en hun
nationale identiteit gehandhaafd,
zelfs gestimuleerd als „verrijking van de
Sovjet-cultuur". Met andere woorden, de
Kazakhen en Oezbeken zijn niet geassimi
leerd als Russen, maar als Sovjetburgers.
Het resultaat: nergens valt dit woord
„Sovjetskaja" met zoveel trots als hier,
's Avonds in het cultuurpark van Tasjkent: Oezbeken spelen een partijtje
schaak en drinken daar groene thee van Samarkand bij.
Nieuw Tasjkent: een doorkijkje uit het
nieuwe opera-gebouw over een plein met
fonteinen, waar 's avonds de bevolking
haar pantoffelparade houdt. Op de ach
tergrond verrijst alweer een bouwkraan.
nergens bespeurt men een nationalistisch
afscheidingsstreven, dat trouwens uit an
deren hoofde bijzonder weinig kans van
slagen zou hebben.
Dat zijn de dingen, die iedere bezoe
kende Afrikaan of Aziaat te denken zullen
Oud-Tasjkent, een plaatje dat
ook uit het Midden-Oosten had
kunnen komen. Hele stadswijken
bestaan nog uit lemen huizen,
maar zij worden in snel tempo
opgeruimd.
geven. Natuurlijk zullen zij, voor zover zij
geen communist zijn, eveneens overwegen,
welke prijs voor deze voordelen betaald is,
namelijk die van de communistische dicta
tuur en haar hardnekkige methoden. De
Islam, eertijds de algemene godsdienst in
deze republieken, heeft die aan den lijve
gevoeld. Weliswaar is de frontale aanval
op de religie geluwd, maar men ontkomt
niet aan het gevoel, dat dit voornamelijk
is geschied, omdat het regime meent, dat
de godsdienst zo dodelijk is getroffen, dat
hij verder rustig in een hoekje dan af
sterven.
In Alma Ata is nog maar één moskee
open, waar een oude „mullah" slechts twee
in plaats van vijf keer dagelijks de gelo
vigen tot het gebed roept. In Oezbekistan
zijn alleen de ouderen onder de bevolking
nog belijdend, polygamie is verboden* de
sluier verdwijnt. Ik zag in Tasjkent slechts
één vrouw in „purdah", die op eerbiedige
afstand haar gepofbroekte echtgenoot
volgde. Weliswaar is vrijdag nog de vrije
dag, wordt de Ramadan-vasten nog nage
komen en is het woord „chotba", het be
langrijkste gebed, dat van de vrijdagmid
dag, nog vaagjes bekend, maar dat neemt
niet weg, dat de Islam hier al stuipen
trekt. Nu mag het zijn dat deze hardnek-
kigst beleden godsdienst ter wereld op
iedere sociale en economische vooruitgang
een vrijwel verlammende uitwerking
heeft, dat ook in Mohammedaanse landen
door verlichte geesten een liberalisering
Een jong Oezbeeks paartje.
van de verouderde gewoonten van de Is
lam, overigens tevergeefs, wordt nage
streefd, nochtans zou een zo bloedige aan
slag op het zieleleven van de mens een
vrije democraat zonder twijfel te gortig
zijn.
Het is de belofte van vrijheid op lange
termijn, inherent aan ons systeem, die het
Westen kan stellen tegenover de menig
vuldige voordelen in de grijpbare toekomst
die de U.S.S.R. in haar Aziatische repu
blieken aan uitstallen. Maar zelfs al kan
men niet met zekerheid voorspellen dat
het ongeduld van Azië en Afrika naar
een menswaardiger bestaan de gekleurde
volken zal verleiden te pogen langs Sovjet-
weg de gang naar een gelukkiger toekomst
af te snijden, dan n o g is er voor het Wes
ten geen enkele reden tot zelfgenoegzaam
heid, maar integendeel alle reden tot diep
en ernstig beraad. Dat viel van de gezich
ten van die Pakistaanse delegatie in Tasj
kent duidelijk af te lezen.
LONDEN (Reuter/UP) Boris Chart-
sjenko, de directeur van het Russische
staatsreisbureau Intourist, heeft in een
vraaggesprek voor radio-Moskou gezegd,
dat meer dan 100.000 buitenlandse toe
risten Rusland bezocht hebben in de af
gelopen zes maanden. Chartsjenko vertel
de trots dat buitenlandse toeristen alles
hebben gezien in de Sovjet-Unie wat zij
wilden zien. Hij zei dat de tochten door
de Sovjet-Unie op het ogenblik gebaseerd
zijn op achttien verschillende schema's en
dat Intourist al het mogelijke doet om de
reiskosten voor buitenlandse toeristen te
verminderen.
Voor het eerst sinds 1936 zijn in Moskou
kaarten van de stad in omloop gebracht.
Stalin had de uitgave hiervan verboden op
grond van de overweging dat zij inlich
tingen van waarde voor een vijand be
vatten.
KOPENHAGEN (United Press) 's We
relds grootste brug, een van ruim ander
halve kilometer over de Grote Belt, is
technisch mogelijk volgens een Deense
technische commnssie die acht jaar is be
zig geweest met de bestudering van dit
project. De commissie raamt de kosten op
ongeveer 700 miljoen gulden. De brug zou
twee verdiepingen hebben, een voor een
verkeersweg met vier rijbanen en de an
dere voor een spoorweg en twee paden
voor fietsers en voetgangers. Over de ver
keersweg zouden per uur 2500 voertuigen
kunnen rijden, tien maal zoveel als de ma
ximum-capaciteit van de veerbootdienst
tussen de eilanden Seeland en Fünen.