Filmsterren spelen toneel NUTTIGE GESPREKKEN ONZE NAMEN Allerlei oorzaken maakten namen populair ZATERDAG 6 JULI 1957 Erbij PAGINA TWEE Voor de microfoon SASSY-BIER MET FRUITSMAAK Let er maar niet o/>/ Zoiets komt in de beste families voor i 1 ïiSËIl j Navolging I Karei en kerel 'f-n BIJ DE uitgeverij J. B. Wolters te Gro ningen is dezer dagen onder auspiciën van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen in de reeks pedagogische monografieën een deel „Groepsgesprekken over televisie in een zestal dorpen" van de hand van prof. dr. T. T. ten Have en M. Vastenhouw ver schenen. Het betreft hier een eerste socio logische benadering van de reactie der be volking in dit geval van de overwegend landelijke bevolking op het verschijnsel van de beeldomroep, waarvoor de in deze kroniek reeds beschreven Franse ervarin gen met de Téléclubs ten plattelande mo del hebben gestaan. Daar immers werden betrekkelijk geïsoleerde dorpsgemeen schappen aangespoord tot het collectief aanschaffen van televisietoestel, waarna onderzocht werd wat de invloed van dit gezamenlijk kijken naar de uitzendingen voor effect had op het sociale en culturele leven in het dorp. Zo ging het bij het onderzoek van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen niet. Weliswaar werd er in Abbekerk, Haast recht, Heusden, Egmond, Leersum en Nieuwenhoorn wel collectief gekeken, maar deze bezigheid droeg een bij uitstek incidenteel karakter, betrekking hebbende op vier programma's. Uit het rapport blijkt niet duidelijk of deze proefkijkers nu ook V.y aspirant-kopers zijn geworden. Zeker is, dat men op de suggestie tot een collectieve aankoop van een televisie-toestel niet geestdriftig is ingegaan. Verder moet men bedenken, dat het experiment zich heeft afgespeeld in dorpen, die in grote meer derheid Nieuwenhoorn vormt de enige uitzondering beslist niet geïsoleerd ge noemd kunnen worden. Dat wil dus zeg gen, dat de televisie in feite niets anders betekent dan een aan de reeds bestaande media toegevoegde mogelijkheid tot ont wikkeling en ontspanning. In dat licht be zien wordt de verwachting van een groot aantal deelnemers er waren er in totaal ongeveer honderd met een gemiddelde van vijftien per dorp dat er in de ge zinsgewoonten door de komst van de tele visie weinig zal veranderen verklaarbaar. Deze indruk wordt nog versterkt door het volkomen in evenwicht blijven van de aantallen dergenen die meer of minder negatief zijn gestemd ten aanzien van het effect der televisie op het gezinsleven en van hen die daarvan veeleer een gunstige invloed voorzien. Men kan intussen slechts waardering koesteren voor het initiatief tot dit onder zoek en voor de doeltreffende wijze waar op dit werd verwezenlijkt. Wellicht zal men in Bussum of Hilversum wel weer zeggen, dat de uitkomsten daarvan voor de besturen der omroepverenigingen geen nieuwe elementen bevatten, zoals men dat enige jaren geleden ook beweerd heeft van het rapport van het Centraal Bureau voor de Statistiek over radio en vrijetijdsbeste ding. Natuurlijk graaft dit document nog heel wat dieper, omdat het geen kwantita tieve, maar een kwalitatieve benadering van het vraagstuk der verhouding omroep- publiek beoogt. Daarom is de weergeving van de gesprekken welke na afloop in de genoemde kijkgemeenschappen over het programma ontstonden zo belangrijk: beter dan uit spontaan geschreven brieven kan men daaruit beoordelen 4e mate waariiji een bepaalde uitzending het bij de kijkers heeft „gedaan". Wij stemmen dan ook van harte in met de gedachte, dat er in ons land een instituut voor kijkers-„research" dient te komen, zoals dat in andere landen reeds met betrekking tot de geluidsomroep is gebeurd. Wij denken bijvoorbeeld aan het „Centre d'études de radio et de télévi- sion" te Parijs. Rationeel programmabe leid dient de politiek van de gelukkige greep te vervangen. Gezien de economi sche belangen welke met het TV-apparaat gemoeid zijn, is het niet meer dan redelijk, dat men erop uit is een zo hoog mogelijk „nuttig effect" der uitzendingen te berei ken, dat wil zeggen dat zowel aan de zend- kant als aan de ontvangkant een optimaal gebruik mogelijk wordt. Het is een van de verdiensten van deze publikatie van 't Nut dat nu eens duidelijk wordt, juist omdat de betrokken kijkers zelf aan het woord komen, welke eisen de doorsnee-toestelbezitter aan de televisie programma's stelt. Dat hier sprake is van een doorsnee blijkt uit de zeer gemengde samenstelling, zowel naar maatschappe lijke positie als naar levensopvatting en maatschappijbeschouwing. En dat deze groepsgesprekken in dorpsgemeenschap - pen plaats hadden, lijkt ons, op grond van het geprokene, nauwelijks enig gewicht in de schaal leggen. In de stad zou de conver satie waarschijnlijk weinig anders zijn ver lopen. Wel kan men aannemen, dat de re acties misschien in het oosten en noorden des lands enigszins verschild zouden heb ben van deze voornamelijk in het westen en centrum gehouden sondering. Wie nu het begrip „cultuur" tot „artis tiek" verengt, zal wellicht over de betrek kelijk ongunstige reacties op een opera, een pantomime en onderdelen van „De spiegel der kunsten" bedroefd zijn. Maar dan wordt voorbijgezien aan die zo ver heugende constatering van een zeer grote behoefte en een overtuigende appreciatie van alle programma's welke gebaseerd zijn op informatie en instructie. Het gaat er maar om deze goederen aantrekkelijk te verpakken! Natuurlijk was er daarnaast ook een gunstig onthaal voor ontspan ningsprogramma's, een volkomen gezonde behoefte aan ontspanning na het dagelijks werk. Verdeeldheid van opinie bestond vooral ten aanzien van godsdienstige uit zendingen en programma's, waaraan mo rele maatstaven te pas kwamen. Daarbij moet men echter in het oog houden, dat de ongunstige reacties op dergelijke pro gramma-onderdelen altijd minder betrek king hadden op het onderwerp in het alge meen dan op de specifieke inhoud en de vorm van de betrokken uitzendingen. Vooral het laatste bleek bij de beoordeling van het door Bussum gebodene van uit zonderlijk gewicht, meer nog dan de varia tie in de programmastof zelf. Deze uitkomsten mogen positief genoemd worden ten aanzien van de kwaliteit der kijkers: het is aan de TV-staf om daarvan profijt te trekken. Deze uitslag heeft ons overigens nog tot een andere, in het rap port niet ter sprake gekomen overweging aanleiding gegeven. Wanneer het zo is, dat de doorsneekijker voor alles informatie, instructie en ontspanning op prijs stelt, is dan de conclusie niet gerechtvaardigd, dat televisie, zoals wij reeds naar aanleiding van het rapport van de VARA over de commerciële-T.V. hebben gesteld, een me dium is, dat bij uitstek geschikt moet wor den genoemd om commercieel te worden geëxploiteerd? Juist deze programma-elementen immers zijn het .kostbaarst, juist daarom is ver nieuwing en inventie een dagelijkse eis. De praktijk heeft bewezen, dat de com mercieel geëxploiteerde beeldomroep aan deze behoefte voortreffelijk tegemoet kan komen. Speciaal aanbevolen: Concert o.l.v. Pierre nous (Parijs' programma 280, 259 en 218 Monteux m.m.v. de violist Arthur Gru- miaux (Hilv. I, zondagmiddag 7 juli); „Romantiek der steden" of „Prent briefkaarten hebben altijd gelijk" een nieuwe poëtische uitzending van Armand Lanoux (Parijs' programma 280, 259, en 218 m, zondag 7 juli 20.30 uur). „Dichter, neem je gitaar" een hulde aan Federico Carcia Lorca (Paris-Inter 1829 m maandag 8 juli, 22.30 uur). Con cert ter gelegenheid van het derde Congres voor gewijde muziek in St. Etienne du Mont te Parijs (Rèquiem van Maurice Du- ruflé, Te Deum van Henri Barraud, Psal men van Florent Schmitt) (Frankr. Nat. 347 en 235 m op maandag 8 juli, 20.05 uur) Mahler's negende symfonie onder Kubeiik (Holland Festival, Hilversum II, dinsdag 9 juli). Europese jazz met de vermaarde violist Stephanie Grappelly (woensdag 10 juli, Hilversum I, 22.25 uur). Sonates van Van Beethoven, Mozart, en Brahms door Arthur Grumiaux en Clara, Haskil (Hil versum I, donderdag 11 juli). J. H. Bartman In verscheidene sta ten van Amerika kan men tegenwoordig bier krijgen met een of an der fruitsmaakje. Dit nieuwe brouwsel is op de markt gebracht, om dat de Amerikanen, die van jongsaf gewend zijn aan ijsjes, koek en cho cola, over het algemeen een zoete tong hebben. Zij houden wel van al cohol, maar het gewone bier is hen te bitter. Volgens de statistieken drinkt vijfenvijftig per cent van hen geen ge woon bier. „Sassy" zoals het nieuwe bier genoemd wordt is te krijgen in drie smaken, te weten Punch, een combinatie van kersen en bessen, Collins, ci troen en druiven en Co la, de sterkste van de nieuwe biersoort. „Sas sy" is zelfs al doorge drongen in de staat Wisconsin, het Ameri kaanse Beieren wat het bierdrinken aangaat. Vicky In Tiic London Dally Mirror NATUURLIJK heb ik, toch in Parijs zijn de, de gelegenheid niet laten voorbijgaan om Ingrid Bergman te zien spelen. Zij treedt daar nu al sinds 1 december 1956 op in „Thee en sympathie" van de Amerikaan se schrijver Robert Anderson, door Roger Ferdinand (men herinnert zich misschien zijn „Jongenslyceum") voor Frankrijk be werkt. Het was trouwens een van de laatste kansen, want door contractuele verplich tingen kan zij slechts tot aan het einde van dit seizoen, dat wil zeggen: tot aan de zo- mersiuiting van het Théatre de Paris, waar de voorstellingen gegeven worden, de rol van de lerares Laura Reynolds (in Neder land verleden jaar door Lia Dorana bij het Rotterdams Toneel gespeeld) blijven ver vullen. Zij is een van de grootste trekpleis ters van het uitgaansleven in de Franse hoofdstad. Alleen om haar te bewonderen staan de Parijzenaars in rijen voor de kassa. Geen wonder dat de directrice van deze nog niet zo lang geleden luxueus gerestaureerde schouwburg, de zelf als actrice (evenals haar voorgangster Réjane) vermaarde El- vire Popesco, druk bezig is onderhande lingen te voeren met mogelijke opvolgsters van een vergelijkbare populariteit. In het laatste nummer van Paris Théatre worden daaromtrent onthullingen gedaan. Michèle Morgan heeft na rijp beraad het haar ge dane voorstel afgeslagen. Thans zouden Olivia de Ilavilland en Maria Schell voor besprekingen zijn uitgenodigd. Ook de naam van de als filmster bekende Micheline Presle wordt genoemd. WAT MIJ VOORAL interesseerde was: beantwoordt Ingrid Bergman als actrice aan de reputatie, die zij vooral dqor haar verschijning op het witte doek verworven heeft? Met haar optreden als de Maagd van Orleans in de door haar echtgenoot Roberto Rossellini in de opera's te Parijs en Stock holm, te Barcelona en Palermo, in Stoll's Theatre te Londen en de Scala te Milaan geregisseerde monteringen van het orato rium „Jeanne d'Arc" van Claudel en Ho- negger had zij tegenstrijdige indrukken ge wekt. Over haar rol in „Thee en sympa thie" hebben de Parijse critici zich, voor zover mij bekend is, vrijwel unaniem waar derend uitgelaten, met een eensgezindheid die al het tumult over „Pauvre Bitos" van Jean Anouilh deed verstommen. In Ame rika daarentegen heeft zij tot dusverre op de planken weinig genade gevonden - maar daar is men over het algemeen hardvochtig wantrouwend jegens de koninginnen van het celluloid, die zo eerzuchtig zijn hun ta lent ook in het rijk van de zoveel oudere en meer respect (maar minder geld) opleve rende artistieke tradities te willen bevesti gen. Welnu - ik zou mij niet graag aan een meeromvattende uitspraak willen binden, maar ik moet bekennen dat ik door deze creatie in ieder geval wezenlijk ontroerd ben geweest. IN HET PROGRAMMA van het Théatre de Paris is de paragraaf overgenomen, die in het supplement van de encyclopedie La- rousse aan haar is gewijd. Daarin leest men: „Bergman, Ingrid, actrice van toneel en film, te Stockholm geboren. Zij is de doch ter van een schilder, studeerde dramatische kunst, maakte enige films in Zweden en Duitsland alvorens naar Hollywood te ver trekken. De bewogenheid van haar stem, haar charme en haar distinctie maakten haar snel beroemd. In filmkringen werd zij als een nieuwe Garbo besohouwd. Haar beste rollen speelde zij in „Intermezzo" (1940) met Leslie Howard, in „Voor wie de klok luidt" van 1953, in „Gaslicht" met Charles Boyer en in „Obsessie" onder meer. Zij was ook bewonderenswaardig in „No torious" en „De klokken van Saint Mary" van 1946, waarin zij een liefdezuster voor stelde. Haar laatste succes in Amerika was haar vertolking van Jeanne d'Arc in een stuk van Maxwell Anderson, in de schouw burg in 1946, in de bioscoop in 1947. Zij emigreerde vervolgens naar Italië, waar zij de echtgenote van en hoofdrolspeelster bij de regisseur Roberto Rossellini werd". Ter aanvulling van deze gegevens uit Larousse worden dan nog „Stromboli" en andere Ita- liaanse films genoemd, de Duitse rolprent „De Angst" en de Franse „Helena en de mannen" met Jean Renoir, benevens de Engelse „Anastasia" met Anatole Litvak, waarvoor zij haar tweede „Oscar" voor de beste vrouwelijke hoofdrol kreeg (1957). HET TONEELSTUK „Thee en sympathie" mag hier uit de door Jan Teulings geregis seerde succesrijke voorstellingen genoeg zaam bekend worden geacht. Het stuk van Robert Anderson, het derde van deze ne- genendertigjarige schrijver, beleefde zijn première in 1953 in het Ethel Barrymore Theatre in New York onder regie van Elia Kazan met Deborah Kerr (die haar car rière als danseres in het Sadler's Wells Bal let begon) in de hoofdrol, waarin zij later door Joan Fontaine werd opgevolgd. Het is, zoals men zich zal herinneren een bijzon dere variatie op het eeuwige thema der driehoeksverhouding, omdat de beschuldi ging van homoseksualiteit er een belangrij ke rol in speelt. Dat men een opgeschoten schooljongen hiervan verdenkt, omdat hij lange haren draagt en van klassieke mu ziek houdt, lijkt overigens nogal gezocht. Zeer sterk in de Franse opvoering is de in terpretatie door Yves Vincent (die de we reldtitel zwemmen bij de internationale studentenkampioenschappen in 1939 be haalde) van de leraar en echtgenoot, die teveèl waarde aan een sportieve verschil - ging.hecht om.werkeüjk zo viriel, te ?ijnrats hij zijn omgeving wil ctoèn dehkéh. De uit' driehonderd kandidaten voor de rol van Tom Lee gekozen Jean-Loup Philippe geeft eveneens een fascinerende uitbeelding, be wogen en toch beheerst. Tussen deze beiden in staat daar dan In grid Bergman, die wel voor deze rol ge schapen lijkt: de zeer gevoelige vrouw, die enerzijds wanbegrip ondervindt en ander zijds als moederlijke minnares een jonge man kan helpen de liefde te ontdekken. Men heeft haar met Greta Garbo vergele ken op grond van het koele, geheimzinnige masker, waarachter men een diepe passie vermoedt. Men heeft anderzijds opgemerkt, dat zij aan de sublieme actrice Edwige Feuillèrè doet denken, door haar vermogen om met minimale, doch uitermate sugges tieve middelen onmiddellijk doeltreffend de emoties van de rolfiguur uit te stralen. Zij heeft in ieder geval diezelfde kwaliteit, die men „focus" noemt, het als het ware in close-up verschijnen, waarbij het om alle misverstanden, te vermijden vermelding verdient, dat zij geen moment de eenheid van het ensemble verstoort, waar nodig de aandacht op zich concentreert zonder hoe dan ook te overheersen. Waar zij de toeschouwer vooral van over tuigt - daardoor het stuk een waarachtige ondergrond verschaffend - is haar bewijs van behoefte aan menselijke warmte. In grid Bergman is bij alle eenvoud van mid delen, met haar eigenaardige plastiek, haar iets gesluierde, maar zeer duidelijke, zange rige stem een actrice, die aan haar oprecht heid doet geloven en aan haar wil om niets te verbergen. Een heel licht accent aan haar mooi gesproken Frans verhoogt stellig de charme. Deze kennismaking heeft in mij in ieder geval het verlangen gewekt haar ook eens in een andere rol te zien. Op grond van deze prestatie ben ik geneigd haar betekenis als toneelspeelster zeer hoog aan te slaan. Daarbij mag niet verzwegen worden, dat „Thee en sympathie" door Jean Mercure zeer geraffineerd is geregisseerd in een voortreffelijk simultaandecor van Francois Ganeau, dat Ingrid Bergman toiletten draagt van Coco Chanel en Pierre Balmain en dat in het programma ook de leveran ciers staan vermeld van de niet direct zicht baar gedragen kledingstukken. PIERRE BALMAIN is ook de ontwer per van de toiletten, die door Danielle Darrieux in „Faisons un rêve" van Sacha Guitry worden gedragen en als zodanig een der voornaamste veroorzakers van het dagelijkse succes, dat met dit blijspel in het Théatre des Variétés wordt hehaald. Guitry heeft deze pikante komedie ge schreven aan de vooravond van de eerste wereldoorlog, maar van zelfs van enige schjjn van schaduw van naderend onheil is niets te bespeuren. Het is gewoon een handig amusement, zoals hij tientallen niemendalletjes voor andermans tijdver drijf vervaardigde. Er is een bekende uit spraak van hem, dat hij zijn stukken in minder tijd kon schrijven dan hij nodig had om de tekst later voor te dragen.... Over „Faisons un rêve" (Laten wij dro men) heeft hij twee dagen gedaan. Met door een uitroeptekens zichtbaar gemaakte voldoening constateert hij in het voor woord in het programma: „Ah! Wat is deze titel goed gevonden!" Na eraan te hebben herinnerd, dat hij er destijds veel bijval mee heeft geoogst, zegt hij vervol gens: „Maar het hardst zou ik destijds zelf hebben gelachen, als iemand mij in 1914 had voorspeld, dat er in 1957 een reprise van zou worden gegeven...." WAAROM ben ik naar dit frivoliteits werkje gaan kijken? Laat ik het maar eer lijk bekennen: alleen om Danielle Dar rieux eens in levenden lijve voor mij te zien. In de tijd, dat ik net naar films- vóöi'-bbvên-de-achftïèn mdcht, köesterd" ik moeloze, yerering yoqr de lieftal- ligè'Wijze W'aS'fbö zij in bloemrijke pyja ma's ondanks de zorgvuldig gedoseerde suggestie van het tegendeel haar aanbid delijke onschuld in een weelderig bed kon liggen te bewijzen. Ik herinner mij haar als idealistisch fluisterende beminde van de één of andere stoere vlegel met teveel brillantine, wiens naam ik uiteraard ben vergeten. Zij was wat men noemt een beeldige verschijning met een onder alle omstandigheden volmaakte coiffure van verleidelijk allooi en met als van dauw glanzende geluksogen. Zo was zij ook nu: de gerijpte ingénue, die met gracieus ge noegen uit haar rol van gezelschapsdame van een veel oudere man viel voor een gedroomd avontuur zonder de plooien van de gewaden van Pierre Balmain te verstoren, want in het tweede bedrijf droeg zij als vanouds een pviama, nu een symbolisch gestreepte.... En naast haar bevond zich Robert Lamoureux (de bru- taal-komische, ietwat hese voorganger in de rollen, die bij ons door Guus Hermus in de scherststukken van André Roussin zijn gespeeld) in een mantel der liefde van handdoekenstof. Het was een buitenkans, want Danielle Darrieux verschijnt niet zo vaak ten tonele. Het is zoiets als met Mary Dressel- huys: zij blijft buitengewoon populair, maar het is erg moeilijk om een rol voor haar te vinden, waarin zij alle facetten van haar charme ten toon kan spreiden. Mary Dresselhuys heeft een hekel aan dat woord charme. Danielle Darrieux is er de levende incarnatie van. Parijse deskun digen, die het weten kunnen, hebben naar aanleiding van dit optreden vastgesteld, dat zij beslist niet voor Yvonne Printemps hoeft onder te doen. Zo zorgvuldig ieder effect van zelfs het kleinste gebaar be rekenend als zij het doet, zo moet men in derdaad een lichte komedie spelen, waarbij immers de enige pretentie bij gebrek aan inhoud op de uiterlijke vorm berust. Ja, Sacha Guitry had gelijk: die titel is goed gevonden, want iedere vrouw in de zaal zal zich met haar vereenzelvigen, ook tegen beter weten, zoals iedere man, die haar mede speciaal voor hem bestemde glimlach opvangt romantisch begint te dromenDaarbij heeft zij een speelse chic, die onnavolgbaar is. UITERAARD kan men in het Théatre des Variétés niet anders dan boulevard toneel verwachten. Het is de oude schouw burg, die de triomfen van Offenbach, van Yvette Guilbert, van Mistinguett heeft gekend. Meilhac en Halévy lieten hier hun komedies opvoeren. Het langdurigste suc ces van onze tijd is „Monsieur Topaze" van Marcel Pagnol geweest, in Nederland door Cor Ruys onvergetelijk gemaakt. De plaatsen in de ronde, hoge zaal zetten zich voort tot in de nissen onder de zoldering, die men door minder dan manshoge deu ren betreedt. Het is geen theater voor mensen met hoogtevrees en dat geldt zowel voor het publiek als blijkbaar voor de exploitanten. Recht aan de overkant bevindt zich het Musée Grévin, de vermaarde verzameling wassen beelden, waar onlangs een nieuwe etalage is ingericht met gestolde sterren van de Parijse Opera en waar Jean Louis Barrault en de pantomimispeler Marcel Marceau zijn opgesteld tegenover een uit stalkast, waar Ray „Sugar" Robinson en de gelukzalige fietser Louison Bobet de welgedane hoofdpersonen zijn. In het linker, zowel als in het rechter rijtje moeten 6 woorden van 4 letters wor den ingevuld, waarvan de betekenis hier onder gegeven wordt. In het midden kan dan telkens 1 letter worden tussengevoegd, die met de laatste 2 letters van het linkse woordje, en de eerste 2 van het rechtse, weer een woord vormt, Bijvoorbeeld: links: veer, rechts: erts. Daartussen kan een k; dat maakt met de laatste 2 letters van links en de eerste 2 van rechts: erker. Opgaaf: links *- 1 eer 2 overschot 3 geen uitgezonderd 4 advies 5 keukenbenodigdheid 5 peulvrucht 6 zachte kleur 6 uniek rechts 1 dus 2 verhalend gedicht 3 halt 4 hulde betuigen De tussen te voegen letters vormen, van boven naar beneden gelezen, weer een woord, dat een goede eigenschap verraadt. iilllilli k 1 ''ÜHil' 1 x - It# m if j fü'tfiii mmi X x' "f 1 H l Om in aanmerking te komen voor een van de drie geldprijzen ad f 7,50, f 5,en f 2,50 dient men uiterlijk dinsdag 17 uur de oplossing per briefkaart in te zenden aan een van onze bureaus in Haarlem: Grote Houtstraat 93 en Soendaplein; in IJmuiden, Lange Nieuwstraat 427. OPLOSSING VORIGE PUZZEL H o r.i z o n t a a 1: 1. graniet - 6. seroet - 10. por - 11. eli - 12. as - 13 nn - 15. karn - 17. las - 19. dr - 20. ion - 22. nog - 23. er - 24. hor - 25. om - 27. Ie - 28. demi - 29. serre - 31. ra - 32 aal - 34. bagage - 36. esopus - 41. dit - 42. er - 44. sjerp - 48. trom - 51. eb - 53. al - 54. eel - 55. ra - 56. tam - 58. kar - 60. r.m. - 61. het - 62. olie - 64 id. - 65. ui - 66. ier - 67. eed - 69. nuttig - 70. terrein. Verticaal: 1. genius - 2. a.p. - 3. nok - 4. ipan - 5. tenger - 6. silex - 7. ras - 8. os - 9. terrine - 14. no. - 16. rol - 18. ar - 19. dom - 21. nor - 24. hela - 26. mr - 28. dag - 30. eos - 32. Aa - 33. es - 34. Bij - 35. Ger - 36. enteren - 37. odol - 38. Pim - 39. ut - 43. retort - 45. ja - 46. elk - 47. pardon - 49. rem - 50. matig - 52. bal - 55. re - 57. mier - 59. ai - 61. hit - 63. eer - 65. ut - 68. de. Prijswinnaars: f 7,50 mevrouw Magiel- sen, Kaninefatenstraat 78, Haarlem-Noord; f 5,mejuffrouw E. W. Visser, Velser- duinweg 16, IJmuiden-Oost; f 2,50 mejuf frouw J. Spaans, K. van Manderstraat 110, Haarlem. TOEN HAARLEM in 1245 tot stad verheven werd was het gewest Holland nog slechts een uithoek, die economisch weinig meetelde en amper door de uit het zuiden komende cultuurstroom be roerd werd. Een Utrechtse bisschop noemde Egmond in die jaren „de uiter ste grens der wereld". En nog in 1323 zag graaf Willem III het als een grote eer, dat de ridders uit de omgeving van Keulen om zijnentwille voor een steekspel helemaal naar Haarlem wil den komen, dat ,,'s graven meest afge legen stadje" werd genoemd. Haarlem was klein in die dagen. In 1514 telde het niet meer dan tienduizend inwo ners. OM DE HAARLEMMERS meteen maar voor een minderwaardigheids- complex te behoeden: in dat jaar 1514 hadden Rotterdam en Den Haag nau- welijks vijfduizend inwoners. Al slaat de Spaarnestad dus nog niet eens zo'n gek figuur, het zwaartepunt der Neder- l landen lag oudtijds toch in het zuiden, waar handelscentra als Gent, Brugge en Antwerpen reeds vroeg vele tiendui- j zenden burgers telden. Zelfs uit de na- men blijkt dat Holland lang in een iso- lement verkeerde. De nieuwe door het christendom meegebrachte namen wer- den in Vlaanderen reeds lang gedragen eer ze in het noorden populair werden. j In de streek benoorden het IJ drongen ze pas zeer laat door. Nog omstreeks het jaar 1509 waren er in dit gebied ten jj minste zo veel oude Germaanse namen als nieuwe in omloop. Ook hier ging de j regel op, dat men de in de mode zijnde f doopnamen het eerst aan meisjes gaf. Intussen waren er ook enkele gloed- nieuwe namen verschenen, die noch tot de Germaanse namenschat, noch tot de christelijke namen behoorden. Ze wa- ren ontleend aan de ridderromans, die uit Frankrijk hun weg naar het noorden vonden. HET BETREFT hier namen als Rei- j noud, Olivier, Roeland. Lancelot en Walewein. Ook Floris was een derge- lijke fantasienaam, die in de middel- l j eeuwen zeer geliefd was. Zoals wij thans van „Jan, Piet en Klaas" spreken, gewaagde Jacob Cats in zijn „Houwe- j j lick" nog van „Jan, Pier, Claes en j Floor". Later nam de belangstelling I voor deze naam aanmerkelijk af, in mindere mate geldt dit ook voor de oer- germaanse naam Willem, die eens alge- meen verbreid was. Dat in het oude Holland vele jongens Floris en Willem gedoopt werden, was niet verwonderlijk, dit waren de traditionele namen der I graven. En nog was het zo, dat namen een zekere gevoelswaarde hadden en er i iets van de roem der oorspronkelijke j j dragers op de vernoemden moest over- gaan. Toen Floris V met Beatrix van Vlaanderen huwde droegen weldra ook in Holland meisjes deze uitheemse haam, eerst in adellijke kringen, later j in die van de burgerij. Gaandeweg raakte de naam in onbruik. Het feit, dat onze oudste prinses Beatrix genoemd werd, prikkelde opnieuw tot navolging. ZO WERKTEN allerlei oorzaken het populair worden van bepaalde namen in de hand. Daar Sint Nicolaas als de I beschermheilige der zeevarenden gold werd hij vooral in havensteden ver- eerd. Zo was hij de schutspatroon van Amsterdam. Dit bevorderde, dat in deze steden vele jongens de naam Claes kre- gen. Anderszijds konden er ook rem- mende factoren optreden. Zo zoekt men i in middeleeuwse oorkonden tevergeefs naar de naam Karei, terwijl de herinne- ring aan Karei de Grote nog lang niet verbleekt was. De roem van deze vorst was zelfs zo groot, dat in verschillende talen de benaming „koning" van de per- soonsnaam Carolus afgeleid is. Echter, in de Nederlanden wachtte men zich wel aan jongens deze naam te geven. 5 Want Karl was de benaming, waar- mede men aan het Frankische hof de dienaren aanduidde. En al had een uit zo'n dienarengeslacht voortgekomen Karei deze tot naam geworden aandui- ding grote roem verschaft, het woord had inroidde's als Kaerl (kerel) een on- I gunstige hiibetekem's gekregen. Pas toen men dit velband niet meer voev'e S werden er tew-ens Karei gedoont. De zest'p^de eeuw was toen reeds aange- broken. G. de Boer van der Ley David Koning Tekening door Léon, overgenomen uit „Cartoon Treasury"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1957 | | pagina 16