Filmsterren
spelen toneel
NUTTIGE GESPREKKEN
ONZE NAMEN
Allerlei oorzaken
maakten namen
populair
ZATERDAG 6 JULI 1957
Erbij
PAGINA TWEE
Voor de
microfoon
SASSY-BIER MET
FRUITSMAAK
Let er maar niet o/>/ Zoiets komt in de beste families voor
i 1 ïiSËIl
j Navolging I
Karei en kerel
'f-n
BIJ DE uitgeverij J. B. Wolters te Gro
ningen is dezer dagen onder auspiciën van
de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen
in de reeks pedagogische monografieën een
deel „Groepsgesprekken over televisie in
een zestal dorpen" van de hand van prof.
dr. T. T. ten Have en M. Vastenhouw ver
schenen. Het betreft hier een eerste socio
logische benadering van de reactie der be
volking in dit geval van de overwegend
landelijke bevolking op het verschijnsel
van de beeldomroep, waarvoor de in deze
kroniek reeds beschreven Franse ervarin
gen met de Téléclubs ten plattelande mo
del hebben gestaan. Daar immers werden
betrekkelijk geïsoleerde dorpsgemeen
schappen aangespoord tot het collectief
aanschaffen van televisietoestel, waarna
onderzocht werd wat de invloed van dit
gezamenlijk kijken naar de uitzendingen
voor effect had op het sociale en culturele
leven in het dorp.
Zo ging het bij het onderzoek van de
Maatschappij tot Nut van 't Algemeen niet.
Weliswaar werd er in Abbekerk, Haast
recht, Heusden, Egmond, Leersum en
Nieuwenhoorn wel collectief gekeken,
maar deze bezigheid droeg een bij uitstek
incidenteel karakter,
betrekking hebbende
op vier programma's.
Uit het rapport blijkt
niet duidelijk of deze
proefkijkers nu ook
V.y aspirant-kopers zijn
geworden. Zeker is,
dat men op de suggestie tot een collectieve
aankoop van een televisie-toestel niet
geestdriftig is ingegaan. Verder moet men
bedenken, dat het experiment zich heeft
afgespeeld in dorpen, die in grote meer
derheid Nieuwenhoorn vormt de enige
uitzondering beslist niet geïsoleerd ge
noemd kunnen worden. Dat wil dus zeg
gen, dat de televisie in feite niets anders
betekent dan een aan de reeds bestaande
media toegevoegde mogelijkheid tot ont
wikkeling en ontspanning. In dat licht be
zien wordt de verwachting van een groot
aantal deelnemers er waren er in totaal
ongeveer honderd met een gemiddelde
van vijftien per dorp dat er in de ge
zinsgewoonten door de komst van de tele
visie weinig zal veranderen verklaarbaar.
Deze indruk wordt nog versterkt door het
volkomen in evenwicht blijven van de
aantallen dergenen die meer of minder
negatief zijn gestemd ten aanzien van het
effect der televisie op het gezinsleven en
van hen die daarvan veeleer een gunstige
invloed voorzien.
Men kan intussen slechts waardering
koesteren voor het initiatief tot dit onder
zoek en voor de doeltreffende wijze waar
op dit werd verwezenlijkt. Wellicht zal
men in Bussum of Hilversum wel weer
zeggen, dat de uitkomsten daarvan voor
de besturen der omroepverenigingen geen
nieuwe elementen bevatten, zoals men dat
enige jaren geleden ook beweerd heeft van
het rapport van het Centraal Bureau voor
de Statistiek over radio en vrijetijdsbeste
ding. Natuurlijk graaft dit document nog
heel wat dieper, omdat het geen kwantita
tieve, maar een kwalitatieve benadering
van het vraagstuk der verhouding omroep-
publiek beoogt. Daarom is de weergeving
van de gesprekken welke na afloop in de
genoemde kijkgemeenschappen over het
programma ontstonden zo belangrijk: beter
dan uit spontaan geschreven brieven kan
men daaruit beoordelen 4e mate waariiji
een bepaalde uitzending het bij de kijkers
heeft „gedaan". Wij stemmen dan ook van
harte in met de gedachte, dat er in ons
land een instituut voor kijkers-„research"
dient te komen, zoals dat in andere landen
reeds met betrekking tot de geluidsomroep
is gebeurd. Wij denken bijvoorbeeld aan
het „Centre d'études de radio et de télévi-
sion" te Parijs. Rationeel programmabe
leid dient de politiek van de gelukkige
greep te vervangen. Gezien de economi
sche belangen welke met het TV-apparaat
gemoeid zijn, is het niet meer dan redelijk,
dat men erop uit is een zo hoog mogelijk
„nuttig effect" der uitzendingen te berei
ken, dat wil zeggen dat zowel aan de zend-
kant als aan de ontvangkant een optimaal
gebruik mogelijk wordt.
Het is een van de verdiensten van deze
publikatie van 't Nut dat nu eens duidelijk
wordt, juist omdat de betrokken kijkers
zelf aan het woord komen, welke eisen de
doorsnee-toestelbezitter aan de televisie
programma's stelt. Dat hier sprake is van
een doorsnee blijkt uit de zeer gemengde
samenstelling, zowel naar maatschappe
lijke positie als naar levensopvatting en
maatschappijbeschouwing. En dat deze
groepsgesprekken in dorpsgemeenschap -
pen plaats hadden, lijkt ons, op grond van
het geprokene, nauwelijks enig gewicht in
de schaal leggen. In de stad zou de conver
satie waarschijnlijk weinig anders zijn ver
lopen. Wel kan men aannemen, dat de re
acties misschien in het oosten en noorden
des lands enigszins verschild zouden heb
ben van deze voornamelijk in het westen
en centrum gehouden sondering.
Wie nu het begrip „cultuur" tot „artis
tiek" verengt, zal wellicht over de betrek
kelijk ongunstige reacties op een opera,
een pantomime en onderdelen van „De
spiegel der kunsten" bedroefd zijn. Maar
dan wordt voorbijgezien aan die zo ver
heugende constatering van een zeer grote
behoefte en een overtuigende appreciatie
van alle programma's welke gebaseerd zijn
op informatie en instructie. Het gaat er
maar om deze goederen aantrekkelijk te
verpakken! Natuurlijk was er daarnaast
ook een gunstig onthaal voor ontspan
ningsprogramma's, een volkomen gezonde
behoefte aan ontspanning na het dagelijks
werk. Verdeeldheid van opinie bestond
vooral ten aanzien van godsdienstige uit
zendingen en programma's, waaraan mo
rele maatstaven te pas kwamen. Daarbij
moet men echter in het oog houden, dat de
ongunstige reacties op dergelijke pro
gramma-onderdelen altijd minder betrek
king hadden op het onderwerp in het alge
meen dan op de specifieke inhoud en de
vorm van de betrokken uitzendingen.
Vooral het laatste bleek bij de beoordeling
van het door Bussum gebodene van uit
zonderlijk gewicht, meer nog dan de varia
tie in de programmastof zelf.
Deze uitkomsten mogen positief genoemd
worden ten aanzien van de kwaliteit der
kijkers: het is aan de TV-staf om daarvan
profijt te trekken. Deze uitslag heeft ons
overigens nog tot een andere, in het rap
port niet ter sprake gekomen overweging
aanleiding gegeven. Wanneer het zo is, dat
de doorsneekijker voor alles informatie,
instructie en ontspanning op prijs stelt, is
dan de conclusie niet gerechtvaardigd, dat
televisie, zoals wij reeds naar aanleiding
van het rapport van de VARA over de
commerciële-T.V. hebben gesteld, een me
dium is, dat bij uitstek geschikt moet wor
den genoemd om commercieel te worden
geëxploiteerd?
Juist deze programma-elementen immers
zijn het .kostbaarst, juist daarom is ver
nieuwing en inventie een dagelijkse eis.
De praktijk heeft bewezen, dat de com
mercieel geëxploiteerde beeldomroep aan
deze behoefte voortreffelijk tegemoet kan
komen.
Speciaal aanbevolen: Concert o.l.v. Pierre
nous (Parijs' programma 280, 259 en 218
Monteux m.m.v. de violist Arthur Gru-
miaux (Hilv. I, zondagmiddag 7 juli);
„Romantiek der steden" of „Prent
briefkaarten hebben altijd gelijk"
een nieuwe poëtische uitzending van
Armand Lanoux (Parijs' programma 280,
259, en 218 m, zondag 7 juli 20.30 uur).
„Dichter, neem je gitaar" een hulde
aan Federico Carcia Lorca (Paris-Inter
1829 m maandag 8 juli, 22.30 uur). Con
cert ter gelegenheid van het derde Congres
voor gewijde muziek in St. Etienne du
Mont te Parijs (Rèquiem van Maurice Du-
ruflé, Te Deum van Henri Barraud, Psal
men van Florent Schmitt) (Frankr. Nat.
347 en 235 m op maandag 8 juli, 20.05 uur)
Mahler's negende symfonie onder Kubeiik
(Holland Festival, Hilversum II, dinsdag
9 juli). Europese jazz met de vermaarde
violist Stephanie Grappelly (woensdag 10
juli, Hilversum I, 22.25 uur). Sonates van
Van Beethoven, Mozart, en Brahms door
Arthur Grumiaux en Clara, Haskil (Hil
versum I, donderdag 11 juli).
J. H. Bartman
In verscheidene sta
ten van Amerika kan
men tegenwoordig bier
krijgen met een of an
der fruitsmaakje. Dit
nieuwe brouwsel is op
de markt gebracht, om
dat de Amerikanen, die
van jongsaf gewend zijn
aan ijsjes, koek en cho
cola, over het algemeen
een zoete tong hebben.
Zij houden wel van al
cohol, maar het gewone
bier is hen te bitter.
Volgens de statistieken
drinkt vijfenvijftig per
cent van hen geen ge
woon bier. „Sassy"
zoals het nieuwe bier
genoemd wordt is te
krijgen in drie smaken,
te weten Punch, een
combinatie van kersen
en bessen, Collins, ci
troen en druiven en Co
la, de sterkste van de
nieuwe biersoort. „Sas
sy" is zelfs al doorge
drongen in de staat
Wisconsin, het Ameri
kaanse Beieren wat het
bierdrinken aangaat.
Vicky In Tiic London Dally Mirror
NATUURLIJK heb ik, toch in Parijs zijn
de, de gelegenheid niet laten voorbijgaan
om Ingrid Bergman te zien spelen. Zij
treedt daar nu al sinds 1 december 1956 op
in „Thee en sympathie" van de Amerikaan
se schrijver Robert Anderson, door Roger
Ferdinand (men herinnert zich misschien
zijn „Jongenslyceum") voor Frankrijk be
werkt. Het was trouwens een van de laatste
kansen, want door contractuele verplich
tingen kan zij slechts tot aan het einde van
dit seizoen, dat wil zeggen: tot aan de zo-
mersiuiting van het Théatre de Paris, waar
de voorstellingen gegeven worden, de rol
van de lerares Laura Reynolds (in Neder
land verleden jaar door Lia Dorana bij het
Rotterdams Toneel gespeeld) blijven ver
vullen. Zij is een van de grootste trekpleis
ters van het uitgaansleven in de Franse
hoofdstad. Alleen om haar te bewonderen
staan de Parijzenaars in rijen voor de kassa.
Geen wonder dat de directrice van deze nog
niet zo lang geleden luxueus gerestaureerde
schouwburg, de zelf als actrice (evenals
haar voorgangster Réjane) vermaarde El-
vire Popesco, druk bezig is onderhande
lingen te voeren met mogelijke opvolgsters
van een vergelijkbare populariteit. In het
laatste nummer van Paris Théatre worden
daaromtrent onthullingen gedaan. Michèle
Morgan heeft na rijp beraad het haar ge
dane voorstel afgeslagen. Thans zouden
Olivia de Ilavilland en Maria Schell voor
besprekingen zijn uitgenodigd. Ook de naam
van de als filmster bekende Micheline
Presle wordt genoemd.
WAT MIJ VOORAL interesseerde was:
beantwoordt Ingrid Bergman als actrice
aan de reputatie, die zij vooral dqor haar
verschijning op het witte doek verworven
heeft? Met haar optreden als de Maagd van
Orleans in de door haar echtgenoot Roberto
Rossellini in de opera's te Parijs en Stock
holm, te Barcelona en Palermo, in Stoll's
Theatre te Londen en de Scala te Milaan
geregisseerde monteringen van het orato
rium „Jeanne d'Arc" van Claudel en Ho-
negger had zij tegenstrijdige indrukken ge
wekt. Over haar rol in „Thee en sympa
thie" hebben de Parijse critici zich, voor
zover mij bekend is, vrijwel unaniem waar
derend uitgelaten, met een eensgezindheid
die al het tumult over „Pauvre Bitos" van
Jean Anouilh deed verstommen. In Ame
rika daarentegen heeft zij tot dusverre op
de planken weinig genade gevonden - maar
daar is men over het algemeen hardvochtig
wantrouwend jegens de koninginnen van
het celluloid, die zo eerzuchtig zijn hun ta
lent ook in het rijk van de zoveel oudere en
meer respect (maar minder geld) opleve
rende artistieke tradities te willen bevesti
gen. Welnu - ik zou mij niet graag aan een
meeromvattende uitspraak willen binden,
maar ik moet bekennen dat ik door deze
creatie in ieder geval wezenlijk ontroerd
ben geweest.
IN HET PROGRAMMA van het Théatre
de Paris is de paragraaf overgenomen, die
in het supplement van de encyclopedie La-
rousse aan haar is gewijd. Daarin leest men:
„Bergman, Ingrid, actrice van toneel en
film, te Stockholm geboren. Zij is de doch
ter van een schilder, studeerde dramatische
kunst, maakte enige films in Zweden en
Duitsland alvorens naar Hollywood te ver
trekken. De bewogenheid van haar stem,
haar charme en haar distinctie maakten
haar snel beroemd. In filmkringen werd zij
als een nieuwe Garbo besohouwd. Haar
beste rollen speelde zij in „Intermezzo"
(1940) met Leslie Howard, in „Voor wie de
klok luidt" van 1953, in „Gaslicht" met
Charles Boyer en in „Obsessie" onder meer.
Zij was ook bewonderenswaardig in „No
torious" en „De klokken van Saint Mary"
van 1946, waarin zij een liefdezuster voor
stelde. Haar laatste succes in Amerika was
haar vertolking van Jeanne d'Arc in een
stuk van Maxwell Anderson, in de schouw
burg in 1946, in de bioscoop in 1947. Zij
emigreerde vervolgens naar Italië, waar zij
de echtgenote van en hoofdrolspeelster bij
de regisseur Roberto Rossellini werd". Ter
aanvulling van deze gegevens uit Larousse
worden dan nog „Stromboli" en andere Ita-
liaanse films genoemd, de Duitse rolprent
„De Angst" en de Franse „Helena en de
mannen" met Jean Renoir, benevens de
Engelse „Anastasia" met Anatole Litvak,
waarvoor zij haar tweede „Oscar" voor de
beste vrouwelijke hoofdrol kreeg (1957).
HET TONEELSTUK „Thee en sympathie"
mag hier uit de door Jan Teulings geregis
seerde succesrijke voorstellingen genoeg
zaam bekend worden geacht. Het stuk van
Robert Anderson, het derde van deze ne-
genendertigjarige schrijver, beleefde zijn
première in 1953 in het Ethel Barrymore
Theatre in New York onder regie van Elia
Kazan met Deborah Kerr (die haar car
rière als danseres in het Sadler's Wells Bal
let begon) in de hoofdrol, waarin zij later
door Joan Fontaine werd opgevolgd. Het is,
zoals men zich zal herinneren een bijzon
dere variatie op het eeuwige thema der
driehoeksverhouding, omdat de beschuldi
ging van homoseksualiteit er een belangrij
ke rol in speelt. Dat men een opgeschoten
schooljongen hiervan verdenkt, omdat hij
lange haren draagt en van klassieke mu
ziek houdt, lijkt overigens nogal gezocht.
Zeer sterk in de Franse opvoering is de in
terpretatie door Yves Vincent (die de we
reldtitel zwemmen bij de internationale
studentenkampioenschappen in 1939 be
haalde) van de leraar en echtgenoot, die
teveèl waarde aan een sportieve verschil -
ging.hecht om.werkeüjk zo viriel, te ?ijnrats
hij zijn omgeving wil ctoèn dehkéh. De uit'
driehonderd kandidaten voor de rol van
Tom Lee gekozen Jean-Loup Philippe geeft
eveneens een fascinerende uitbeelding, be
wogen en toch beheerst.
Tussen deze beiden in staat daar dan In
grid Bergman, die wel voor deze rol ge
schapen lijkt: de zeer gevoelige vrouw, die
enerzijds wanbegrip ondervindt en ander
zijds als moederlijke minnares een jonge
man kan helpen de liefde te ontdekken.
Men heeft haar met Greta Garbo vergele
ken op grond van het koele, geheimzinnige
masker, waarachter men een diepe passie
vermoedt. Men heeft anderzijds opgemerkt,
dat zij aan de sublieme actrice Edwige
Feuillèrè doet denken, door haar vermogen
om met minimale, doch uitermate sugges
tieve middelen onmiddellijk doeltreffend de
emoties van de rolfiguur uit te stralen. Zij
heeft in ieder geval diezelfde kwaliteit, die
men „focus" noemt, het als het ware in
close-up verschijnen, waarbij het om alle
misverstanden, te vermijden vermelding
verdient, dat zij geen moment de eenheid
van het ensemble verstoort, waar nodig de
aandacht op zich concentreert zonder hoe
dan ook te overheersen.
Waar zij de toeschouwer vooral van over
tuigt - daardoor het stuk een waarachtige
ondergrond verschaffend - is haar bewijs
van behoefte aan menselijke warmte. In
grid Bergman is bij alle eenvoud van mid
delen, met haar eigenaardige plastiek, haar
iets gesluierde, maar zeer duidelijke, zange
rige stem een actrice, die aan haar oprecht
heid doet geloven en aan haar wil om niets
te verbergen. Een heel licht accent aan haar
mooi gesproken Frans verhoogt stellig de
charme.
Deze kennismaking heeft in mij in ieder
geval het verlangen gewekt haar ook eens
in een andere rol te zien. Op grond van deze
prestatie ben ik geneigd haar betekenis als
toneelspeelster zeer hoog aan te slaan.
Daarbij mag niet verzwegen worden, dat
„Thee en sympathie" door Jean Mercure
zeer geraffineerd is geregisseerd in een
voortreffelijk simultaandecor van Francois
Ganeau, dat Ingrid Bergman toiletten
draagt van Coco Chanel en Pierre Balmain
en dat in het programma ook de leveran
ciers staan vermeld van de niet direct zicht
baar gedragen kledingstukken.
PIERRE BALMAIN is ook de ontwer
per van de toiletten, die door Danielle
Darrieux in „Faisons un rêve" van Sacha
Guitry worden gedragen en als zodanig
een der voornaamste veroorzakers van het
dagelijkse succes, dat met dit blijspel in
het Théatre des Variétés wordt hehaald.
Guitry heeft deze pikante komedie ge
schreven aan de vooravond van de eerste
wereldoorlog, maar van zelfs van enige
schjjn van schaduw van naderend onheil
is niets te bespeuren. Het is gewoon een
handig amusement, zoals hij tientallen
niemendalletjes voor andermans tijdver
drijf vervaardigde. Er is een bekende uit
spraak van hem, dat hij zijn stukken in
minder tijd kon schrijven dan hij nodig
had om de tekst later voor te dragen....
Over „Faisons un rêve" (Laten wij dro
men) heeft hij twee dagen gedaan. Met
door een uitroeptekens zichtbaar gemaakte
voldoening constateert hij in het voor
woord in het programma: „Ah! Wat is
deze titel goed gevonden!" Na eraan te
hebben herinnerd, dat hij er destijds veel
bijval mee heeft geoogst, zegt hij vervol
gens: „Maar het hardst zou ik destijds
zelf hebben gelachen, als iemand mij in
1914 had voorspeld, dat er in 1957 een
reprise van zou worden gegeven...."
WAAROM ben ik naar dit frivoliteits
werkje gaan kijken? Laat ik het maar eer
lijk bekennen: alleen om Danielle Dar
rieux eens in levenden lijve voor mij te
zien. In de tijd, dat ik net naar films-
vóöi'-bbvên-de-achftïèn mdcht, köesterd"
ik moeloze, yerering yoqr de lieftal-
ligè'Wijze W'aS'fbö zij in bloemrijke pyja
ma's ondanks de zorgvuldig gedoseerde
suggestie van het tegendeel haar aanbid
delijke onschuld in een weelderig bed kon
liggen te bewijzen. Ik herinner mij haar
als idealistisch fluisterende beminde van
de één of andere stoere vlegel met teveel
brillantine, wiens naam ik uiteraard ben
vergeten. Zij was wat men noemt een
beeldige verschijning met een onder alle
omstandigheden volmaakte coiffure van
verleidelijk allooi en met als van dauw
glanzende geluksogen. Zo was zij ook nu:
de gerijpte ingénue, die met gracieus ge
noegen uit haar rol van gezelschapsdame
van een veel oudere man viel voor een
gedroomd avontuur zonder de plooien
van de gewaden van Pierre Balmain te
verstoren, want in het tweede bedrijf
droeg zij als vanouds een pviama, nu een
symbolisch gestreepte.... En naast haar
bevond zich Robert Lamoureux (de bru-
taal-komische, ietwat hese voorganger in
de rollen, die bij ons door Guus Hermus
in de scherststukken van André Roussin
zijn gespeeld) in een mantel der liefde van
handdoekenstof.
Het was een buitenkans, want Danielle
Darrieux verschijnt niet zo vaak ten
tonele. Het is zoiets als met Mary Dressel-
huys: zij blijft buitengewoon populair,
maar het is erg moeilijk om een rol voor
haar te vinden, waarin zij alle facetten
van haar charme ten toon kan spreiden.
Mary Dresselhuys heeft een hekel aan dat
woord charme. Danielle Darrieux is er de
levende incarnatie van. Parijse deskun
digen, die het weten kunnen, hebben naar
aanleiding van dit optreden vastgesteld,
dat zij beslist niet voor Yvonne Printemps
hoeft onder te doen. Zo zorgvuldig ieder
effect van zelfs het kleinste gebaar be
rekenend als zij het doet, zo moet men in
derdaad een lichte komedie spelen, waarbij
immers de enige pretentie bij gebrek aan
inhoud op de uiterlijke vorm berust. Ja,
Sacha Guitry had gelijk: die titel is goed
gevonden, want iedere vrouw in de zaal
zal zich met haar vereenzelvigen, ook
tegen beter weten, zoals iedere man, die
haar mede speciaal voor hem bestemde
glimlach opvangt romantisch begint te
dromenDaarbij heeft zij een speelse
chic, die onnavolgbaar is.
UITERAARD kan men in het Théatre
des Variétés niet anders dan boulevard
toneel verwachten. Het is de oude schouw
burg, die de triomfen van Offenbach, van
Yvette Guilbert, van Mistinguett heeft
gekend. Meilhac en Halévy lieten hier hun
komedies opvoeren. Het langdurigste suc
ces van onze tijd is „Monsieur Topaze"
van Marcel Pagnol geweest, in Nederland
door Cor Ruys onvergetelijk gemaakt. De
plaatsen in de ronde, hoge zaal zetten zich
voort tot in de nissen onder de zoldering,
die men door minder dan manshoge deu
ren betreedt. Het is geen theater voor
mensen met hoogtevrees en dat geldt
zowel voor het publiek als blijkbaar voor
de exploitanten.
Recht aan de overkant bevindt zich het
Musée Grévin, de vermaarde verzameling
wassen beelden, waar onlangs een nieuwe
etalage is ingericht met gestolde sterren
van de Parijse Opera en waar Jean Louis
Barrault en de pantomimispeler Marcel
Marceau zijn opgesteld tegenover een uit
stalkast, waar Ray „Sugar" Robinson en
de gelukzalige fietser Louison Bobet de
welgedane hoofdpersonen zijn.
In het linker, zowel als in het rechter
rijtje moeten 6 woorden van 4 letters wor
den ingevuld, waarvan de betekenis hier
onder gegeven wordt. In het midden kan
dan telkens 1 letter worden tussengevoegd,
die met de laatste 2 letters van het linkse
woordje, en de eerste 2 van het rechtse,
weer een woord vormt,
Bijvoorbeeld: links: veer, rechts: erts.
Daartussen kan een k; dat maakt met de
laatste 2 letters van links en de eerste 2
van rechts: erker.
Opgaaf:
links *-
1 eer
2 overschot
3 geen uitgezonderd
4 advies
5 keukenbenodigdheid 5 peulvrucht
6 zachte kleur 6 uniek
rechts
1 dus
2 verhalend gedicht
3 halt
4 hulde betuigen
De tussen te voegen letters vormen, van
boven naar beneden gelezen, weer een
woord, dat een goede eigenschap verraadt.
iilllilli
k
1
''ÜHil'
1
x - It# m if
j
fü'tfiii
mmi
X x' "f
1 H
l
Om in aanmerking te komen voor een
van de drie geldprijzen ad f 7,50, f 5,en
f 2,50 dient men uiterlijk dinsdag 17 uur
de oplossing per briefkaart in te zenden
aan een van onze bureaus in Haarlem:
Grote Houtstraat 93 en Soendaplein; in
IJmuiden, Lange Nieuwstraat 427.
OPLOSSING VORIGE PUZZEL
H o r.i z o n t a a 1: 1. graniet - 6. seroet -
10. por - 11. eli - 12. as - 13 nn - 15. karn -
17. las - 19. dr - 20. ion - 22. nog - 23. er -
24. hor - 25. om - 27. Ie - 28. demi - 29.
serre - 31. ra - 32 aal - 34. bagage - 36.
esopus - 41. dit - 42. er - 44. sjerp - 48.
trom - 51. eb - 53. al - 54. eel - 55. ra -
56. tam - 58. kar - 60. r.m. - 61. het - 62.
olie - 64 id. - 65. ui - 66. ier - 67. eed - 69.
nuttig - 70. terrein.
Verticaal: 1. genius - 2. a.p. - 3. nok
- 4. ipan - 5. tenger - 6. silex - 7. ras - 8.
os - 9. terrine - 14. no. - 16. rol - 18. ar -
19. dom - 21. nor - 24. hela - 26. mr - 28.
dag - 30. eos - 32. Aa - 33. es - 34. Bij -
35. Ger - 36. enteren - 37. odol - 38. Pim -
39. ut - 43. retort - 45. ja - 46. elk - 47.
pardon - 49. rem - 50. matig - 52. bal - 55.
re - 57. mier - 59. ai - 61. hit - 63. eer -
65. ut - 68. de.
Prijswinnaars: f 7,50 mevrouw Magiel-
sen, Kaninefatenstraat 78, Haarlem-Noord;
f 5,mejuffrouw E. W. Visser, Velser-
duinweg 16, IJmuiden-Oost; f 2,50 mejuf
frouw J. Spaans, K. van Manderstraat 110,
Haarlem.
TOEN HAARLEM in 1245 tot stad
verheven werd was het gewest Holland
nog slechts een uithoek, die economisch
weinig meetelde en amper door de uit
het zuiden komende cultuurstroom be
roerd werd. Een Utrechtse bisschop
noemde Egmond in die jaren „de uiter
ste grens der wereld". En nog in 1323
zag graaf Willem III het als een grote
eer, dat de ridders uit de omgeving
van Keulen om zijnentwille voor een
steekspel helemaal naar Haarlem wil
den komen, dat ,,'s graven meest afge
legen stadje" werd genoemd. Haarlem
was klein in die dagen. In 1514 telde
het niet meer dan tienduizend inwo
ners.
OM DE HAARLEMMERS meteen
maar voor een minderwaardigheids-
complex te behoeden: in dat jaar 1514
hadden Rotterdam en Den Haag nau-
welijks vijfduizend inwoners. Al slaat
de Spaarnestad dus nog niet eens zo'n
gek figuur, het zwaartepunt der Neder- l
landen lag oudtijds toch in het zuiden,
waar handelscentra als Gent, Brugge en
Antwerpen reeds vroeg vele tiendui-
j zenden burgers telden. Zelfs uit de na-
men blijkt dat Holland lang in een iso-
lement verkeerde. De nieuwe door het
christendom meegebrachte namen wer-
den in Vlaanderen reeds lang gedragen
eer ze in het noorden populair werden.
j In de streek benoorden het IJ drongen
ze pas zeer laat door. Nog omstreeks het
jaar 1509 waren er in dit gebied ten
jj minste zo veel oude Germaanse namen
als nieuwe in omloop. Ook hier ging de j
regel op, dat men de in de mode zijnde f
doopnamen het eerst aan meisjes gaf.
Intussen waren er ook enkele gloed-
nieuwe namen verschenen, die noch tot
de Germaanse namenschat, noch tot de
christelijke namen behoorden. Ze wa-
ren ontleend aan de ridderromans, die
uit Frankrijk hun weg naar het noorden
vonden.
HET BETREFT hier namen als Rei-
j noud, Olivier, Roeland. Lancelot en
Walewein. Ook Floris was een derge-
lijke fantasienaam, die in de middel- l
j eeuwen zeer geliefd was. Zoals wij
thans van „Jan, Piet en Klaas" spreken,
gewaagde Jacob Cats in zijn „Houwe- j
j lick" nog van „Jan, Pier, Claes en j
Floor". Later nam de belangstelling
I voor deze naam aanmerkelijk af, in
mindere mate geldt dit ook voor de oer-
germaanse naam Willem, die eens alge-
meen verbreid was. Dat in het oude
Holland vele jongens Floris en Willem
gedoopt werden, was niet verwonderlijk,
dit waren de traditionele namen der
I graven. En nog was het zo, dat namen
een zekere gevoelswaarde hadden en er
i iets van de roem der oorspronkelijke j
j dragers op de vernoemden moest over-
gaan. Toen Floris V met Beatrix van
Vlaanderen huwde droegen weldra ook
in Holland meisjes deze uitheemse
haam, eerst in adellijke kringen, later
j in die van de burgerij. Gaandeweg
raakte de naam in onbruik. Het feit, dat
onze oudste prinses Beatrix genoemd
werd, prikkelde opnieuw tot navolging.
ZO WERKTEN allerlei oorzaken het
populair worden van bepaalde namen
in de hand. Daar Sint Nicolaas als de I
beschermheilige der zeevarenden gold
werd hij vooral in havensteden ver-
eerd. Zo was hij de schutspatroon van
Amsterdam. Dit bevorderde, dat in deze
steden vele jongens de naam Claes kre-
gen. Anderszijds konden er ook rem-
mende factoren optreden. Zo zoekt men i
in middeleeuwse oorkonden tevergeefs
naar de naam Karei, terwijl de herinne-
ring aan Karei de Grote nog lang niet
verbleekt was. De roem van deze vorst
was zelfs zo groot, dat in verschillende
talen de benaming „koning" van de per-
soonsnaam Carolus afgeleid is. Echter,
in de Nederlanden wachtte men zich
wel aan jongens deze naam te geven. 5
Want Karl was de benaming, waar-
mede men aan het Frankische hof de
dienaren aanduidde. En al had een uit
zo'n dienarengeslacht voortgekomen
Karei deze tot naam geworden aandui-
ding grote roem verschaft, het woord
had inroidde's als Kaerl (kerel) een on- I
gunstige hiibetekem's gekregen. Pas
toen men dit velband niet meer voev'e S
werden er tew-ens Karei gedoont. De
zest'p^de eeuw was toen reeds aange-
broken.
G. de Boer van der Ley
David Koning
Tekening door Léon, overgenomen uit „Cartoon Treasury"