Geen aanleiding tot groot optimisme, wel tot vertrouwen in regeringsbeleid Minister Hofstra's miljoenennota WY1ERT Bezuiniging door een betere organisatie bij rijksdiensten r Van dag tot dag COMMENTAAR OP DE MILJOENENNOTA: Overheid gaat ernst maken met bestrijding van actuele gevaren Belastingmaatregelen vallen mee m Ideeënbus blijkt een succes te zijn TWEKA VESTEN ƒ27.50 Kan en Sonneveld komen weer in Haarlem UITGAVEN V.D. VERSCHILLENDE ONDERWERPEN V. STAATSZORG 1957-1958 (IN MIU. GULDENS) S fflS0'9 n 111.7 9191 Vervolg van pag. 1 Geen inflatiepolitiek Brandje in het Kurhaus werd snel geblust Volgend jaar weer een Casals Festival WAAR KOMT HET GELD VANDAAN? Op de CQraatótoel Larense schilder Douwe Komter overleden DINSDAG 17 SEPTEMBER 1957 5 O Het bezoek van de hoge Poolse delegatie aan Joegoslavië heeft ook buiten de of ficiële verklaringen om bevestigd dat Polen kan worden beschouwd als het eer ste land, waar het Titoïsme met succes is nagevolgd. Toch is er een belangrijk ver schil in politieke positie tussen Pelen en Joegoslavië, namelijk wat betreft hun ver houding tot oost en west. Tito heeft zijn methode van losscheuring uit de knellende greep van Moskeu on dernomen op een moment, dat de "Weste lijke mogendheden de hoop op een derge lijke verwijdering hadden opgegeven. Toen Tito op eigen kracht het waagstuk vol bracht zonder eraan ten onder te gaan, heeft hij voorzichtige en aarzelende steun uit het westen gekregen voorzichtig en aarzelend vooral, omdat hij zich door dik en dun een communist bleef noemen, die van een hartelijke liaison met het westen afkerig bleef. Tito heeft dus zowel tegenover oost als west een onafhankelijke positie bewaard en kan zijn politiek voeren in de overtui ging, naar geen van beide kanten levens belangrijke verplichtingen of bindingen te hebben. Wat Polen aangaat, is de situatie echter geheel anders. Polen is in de laat ste oorlog het slachtoffer geworden van Duitsland en Rusland tegelijk. Het heeft een belangrijk industriegebied aan Kitler- Duitsland verloren en een minder belang rijk deel van zijn grondgebied in het oosten moeten prijsgeven aan de Sovjet-Unie. Na de nederlaag van Duitsland is zijn grens weer in westelijke richting verschoven tot aan de zogenaamde Oder-Neisselijn, die in het geallieerde verdrag van Potsdam voorlopig werd erkend door de overwin naars van Duitsland, doch later onder invloed van de groeiende meningsverschil len tussen Rusland en de andere gealli eerden en de stijgende betekenis van West- Duitsland in de westelijke kring door de westelijke mogendheden werd gedesa voueerd. Voor Polen is deze grens een levensbe lang, voor de Sovjet-Unie een politieke on herroepelijkheid. De erkenning van deze grens bepaalt de Poolse politiek. Zolang de westelijke mogendheden een hernieuw de opschuiving van de Duits-Poolse grens naar het oosten suggereren is er voor Polen geen keus wat betreft zijn vriendschap en politieke betrekkingen: de Sovjet-Unie is de kampioen van de Poolse economische levensvatbaarheid, doordat zij de Oder- Neisse grens als definitief beschouwt. Thans heeft Tito zich uitdrukkelijk als tweede kampioen voor deze Poolse levens voorwaarde opgeworpen De onafhanke lijkheid van Tito is echter Gomoelka niet gegeven. Zijn banden met het westen toch al bemoeilijkt door Polen's geografische lig ging blijven verbroken, zolang zijn land niet een volledige erkenning van zijn rechten vindt. ADVERTENTIE mu GR. HOUTSTRAAT 96 TELEFOON 12210 In het afgelopen seizoen zijn de Haar lemmers weinig in de gelegenheid geweest in hun eigen stad cabaret te zien. Het nieuwe seizoen 1957-1958 geeft die ge legenheid weer en wel met het optreden van Wim Kan en Wim Sonneveld in een serie van vijf voorstellingen in de Stads schouwburg. Kan komt in november en Sonneveld in januari. Het operagezel schap „Forum" uit Enschedé zal ook weer een serie van drie voorstellingen geven. Op het programma staan „De barbier van Sevilla", „La Traviata" en „Madame But terfly". De Hoofdstad-Operette, het Ne derlands Ballet en het Ballet der Lage Landen komen ook opnieuw naar Haar lem, evenals de bekende Nederlandse to neelgezelschappen. (Van onze financiële redacteur) Wie zich door de miljoenennota voor 1958 heeft heengeworsteld, kan zich niet aan de indruk onttrekken, dat ditmaal een verbetering van het begrotingsbeeld kon worden verkregen, al is het misschien wat te optimistisch om met de minister van een aanzienlijke verbetering te spreken. Hierbij moge evenwel direct gezegd worden, dat voor een alarmtoestand, zoals die enige weken geleden in ons land scheen te zullen ontstaan, en die in een vlucht uit de gulden naar mark en dollar zijn weerslag vond, geen reden is. Niet alleen geeft de ministeriële nota er duidelijk blijk van dat de regering zich ten volle bewust is van de problemen, die door een overbesteding van ongeveer een miljard gulden in het leven zijn geroepen, ook de begrotingscijfers geven er blijk van, dat er ernstig naar wordt gestreefd, door een verbetering van de financiën en van de kaspositie van het rijk, een bijdrage te leveren tot het herstel van het verbroken evenwicht tussen nationale middelen en de nationale besparingen. Weliswaar blijft de vraag bestaan en zorg baren of ter verkrijging van een evenwicht in de economie de volkshuis houding, en met name het bedrijfsleven, niet te zwaar wordt belast. De verminde ring van de begrotingstekorten en van het budgetair kastekort is voor de economische positie van ons land en niet het minst voor de handhaving van onze monetaire positie van grote betekenis. Het is de laatste weken immers wel gebleken tot welke excessen een angstpsychose kan leiden. En al valt er ook ditmaal op de staatsbe groting en op de maatregelen, die zijn ge nomen of worden voorgesteld, om tussen de inkomsten en de uitgaven van de staat een betere verhouding te scheppen, critiek te oefenen onzes inziens mag op de voorgrond worden gesteld dat de thans ingediende begroting er toe kan bijdragen om in en buiten ons land het vertrouwen in de gulden te versterken. Omdat sinds begin 1956 de nationale be sparingen onvoldoende zijn geweest, wil de regering door krachtig beleid, gericht op gezond geld, het goede klimaat voor de bevordering van de besparingen scheppen. Gezond geld hoofdzaak Voor dat gezonde geld is in de eerste plaats een evenwichtige staatsbegroting nodig, wanneer deze althans niet ten koste van een verbroken evenwicht in de volks huishouding, dan wel met inflatoire mid delen wordt verkregen. Wat die volkshuishouding betreft, de minister becijfert weliswaar voor 1958 een lager percentage voor de belastingdruk in verhouding tot 't nationale inkomen 24,6 percent tegen 26,8 percent in 1957 maar ook in dit verband zal er rekening mee moeten worden gehouden, dat in deze tijd een veel groter deel van het nationale in komen via de besoarin<*en voor nieuwe investeringen nodig is. De minister zegt het ook zelf weer. dat een hoog niveau van investeringen en dus ook van de nationale besparingen onontbeerlijk is. Dit geldt temeer omdat, zoals in de nota wordt opgemerkt, na 1958 nieuwe staatsuitgaven te wachten zijn en men moet er zich daarom terdege van be wust zijn, dat 'n verbeterd begrotings beeld voor 1958 slechts een eerste stap in de goede richting vormt. Blijvend zal naar inperking van de staatsuit gaven moeten worden gestreefd om de volkshuishouding in staat te stellen, voor de onvermijdelijke investeringen de noodzakelijke besparingen op te brengen. Niettemin kan men er zich slechts over verheugen, dat zowel de herziene begro tingscijfers voor 1957 als die voor 1958 geen onbevredigende indruk maken, in zoverre althans dat de natuurlijke aanwas van de uitgaven goeddeels door verlaging van verschillende uitgavenposten kon wor den opgevangen, al kon daarbij blijkbaar een nieuwe verzwaring van de belasting druk niet worden voorkomen. Maar in vergelijking met de geruchten, welke daarover de laatste weken de ronde deden, vallen de belastingvoorstellen mee. Wat 1957 betreft, kan het nadelig saldo van de totale begroting van f 813 miljoen tot f 594 miljoen worden teruggebracht, ondanks de stijging van de staatsuitgaven sinds de oorspronkelijke begroting. Dat is het gevolg van het feit, dat ook de in komsten van het rijk in 1957 opnieuw meer hebben opgeleverd dan was geraamd. De gewone middelen geven, ongeacht de f 213 miljoen meer opgenomen tegenwaarde- gelden, een toename te zien van f 550 mil joen, hetgeen voornamelijk aan het ruimer vloeien van de belastingbronnen te danken is. Overschot op Gewone Dienst Zien wij nu naar de cijfers voor 1958, dan blijkt het dat het totale tekort op f745 miljoen wordt geraamd. Voor de gewone dienst, inclusief het Landbouw-egalisatie- fonds, wordt een overschot van f 302 mil joen geraamd, in vergelijking met een voordelig saldo van f 174 miljoen voor 1957. De buitengewone dienst laat echter een tekort zien van f 1.047 miljoen tegen f 768 miljoen voor 1957. Dit is voorname lijk het gevolg van het feit, dat de rege ring de woningbouwvoorschotten, die tot dusverre door de gemeenten moesten wor den gefinancierd, thans voor rekening van het rijk wil laten komen en wel tot een bedrag van f 540 miljoen. Als niettemin het tekort voor 1958 per saldo weinig ver schilt van dat voor 1957, moet de conclusie volgen, dat op de overige uitgaven van de staat besparingen zijn toegepast, ook al zijn deze niet alle even reëel. Het verdient intussen wel de aandacht dat de regering, weer het overschot van de gewone dienst gebruikt tot gedeeltelijke dekking van de buitengewone dienst. Minister Hofstra heeft onlangs trouwens als zijn mening uit gesproken dat het scherpe onderscheid tussen beide diensten niet meer behoort te worden gehandhaafd. Dienovereenkom stig heeft hij ditmaal reeds enkele uitga ven van de buitengewone dienst naar de gewone dienst overgeheveld. Blijkens de begrotingscijfers voor 1958 zal het tekort op de buitengewone dienst worden gedekt door 302 milioen gulden als overschot van de gewone dienst, waarna nog een nadelig saldo van 745 miljoen vulden overblijft. Hierin is 210 miljoen gulden begrepen, die pas na 1958 moeten worden uitgegeven, waardoor het wezenlijke tekort tot 535 miljoen gulden daalt. Een bedrag van 130 miljoen gulden wil de minister voorts vinden door het aan deel van het rijk in de werkloosheids premies van 1/2 tot 1/3 te verminderen, een verhoging van de omzetbelasting op sigaretten, televisietoestellen en personen auto's, verder door een verhoging van de vermogensbelasting met 20 percent, ter wijl de schorsing van de investeringsaftrek voor 1958 zal moeten worden gehandhaafd. Een bedrag van 405 miljoen blijft dan ongedekt, maar zal kunnen worden ver kregen uit de voorinschrijvingen van de institutionele beleggers op een uit te geven staatslening van 345 miljoen gulden en de blokkering van de helft van de huurver hogingen (60 miljoen gulden). In feite zal het totale tekort op de be groting voor 1958 dus voor slechts 345 mil joen gulden uit leningsgelden worden ge financierd. Van een beroep op de open kapitaalmarkt en zeker van een ge dwongen lening zal dus in 1958 geen sprake zijn. Dit moet ongetwijfeld als een blijk van conservatief beleid worden beschouwd. Staatsschuld op kaspositie Hoezeer de regering hierop de laatste jaren bedacht geweest is, blijkt wel uit de gestadige vermindering van de staats schuld, die van 19.033 miljoen op 30 juni 1956 tot 18.251 miljoen gulden op 30 juni 1957 terugliep, in vergelijking met 27.296 miljoen gulden op 31 december 1949. Ook het deficit van de staatsbalans dat eind 1947 nog 13.254 miljoen gulden bedroeg en van 6778 miljoen gulden (einde 1955) nu tot 5652 miljoen gulden is verminderd, duidt op een versterking van de financiële positie van het rijk. Wij hebben er meer dan eens op gewezen dat de sterke vermindering van de staats schuld, en met name de vervroegde aflos sing van buitenlandse schuld, op zichzelf een prachtig ding is, maar dat men zich in dit opzicht wel aan een wat lichtvaar dig optimisme heeft overgegeven door de deviezen, die door de verkoop van effecten naar het buitenland vrijkwamen, voor af lossing van deze schuld, waarover slechts een lage rente verschuldigd is, te gebrui ken, terwijl men thans wordt genoodzaakt tegen een hoge rente te lenen. Het is voor eerst dan ook de kasoositie van het rijk om niet te spreken van die der gemeenten die zorgen baart. De minister raamt het kastekort voor 1957 ditmaal wat lager dan in de vorige begroting werd gedaan, name lijk op 775 miljoen gulden (tegen toen 980 milioen) door een sterkere stijging van de begrotingsontvangsten dan van de uit gaven. Rentepolitiek ongewijzigd? Verblijdend is en met name voor de gemeenten dat het rijk op de kapitaal markt geen groter beroep zal doen dan tot het bedrag van de voorinschrijvingen van de institutionele beleggers (345 milioen) en dat de mogelijkheid om de kapitaals behoeften der gemeenten tegen markt- voorwaarden op de kapitaalmarkt te dek ken, zal worden bevorderd. Dat dit een opheffing, dan wel een radi cale wijziging van het rentegamma zal betekenen, lijkt ons niet zeker te zijn. Wij hebben de indruk dat het eerder in de be doeling ligt, de gemeenten te helpen via de Bank voor Nederlandsche Gemeenten door Defensie Onderwijs en Cultuur Soc. voorziening, Emigrate, ValksgezondheitJ Volkshuisvesting Waterstaat en Verkeer Land-enTuinb. Veeteelt,Visserij Dienst, v.Alg. Aard PolitieenJustitie Niet toegerekende uitgaven v pensioen en wachtgeld Buitenlandse betrekkingen Herstel oorlogsschade Handel en Nijverheid Overzeese Rijksdelen Nationale schuld Diversen I I I I I I I 1 I I 1 1 M ITI 1779 JK64 1194,4 mi 11 i i 953,2 TTTT 968,9 .867,2 ■707,3 4699,9 5683 2503 385,5 ~396,6 311,9 80,3 ,270,9 BI K9,9 It 1083 1,5 208,f «■■139,5 I I I 1 8 112,7 91 r89,1 I Ontwerp-begroting1958l ED Ontwetp-begroting 19571 (GEHELE DIENST) I 1 11 11111 II II I 1833,1 B 117,5 i i i 11 rm n i i i i i i 1894,4 ven naar beperking van de rijksuitgaven en het financieren van de woningbouw ten laste van de rijksbegroting. Door het niet vervullen van vacatures en door, waar mogelijk, over te gaan tot inkrimping van het aantal personeelsleden en afremming van uitbreidingen, is getracht de totale personeelsbezetting zo laag mogelijk te houden. Het is voor het eerst sedert jaren dat het aantal ambtenaren in een nieuw dienstjaar geen uitbreiding ondergaat. In vergelijking met 1957 zal de sterkte van het burgerlijk rijkspersoneel met 2442 man verminderen. In totaal zal het aantal ambtenaren 118.260 bedragen, van wie 33.485 bij Oorlog en Marine. Bij deze laat ste departementen zal het aantal ambte naren met ongeveer 1350 worden ver minderd. In zijn slotbeschouwing zegt minister Hofstra: „Aannemende dat de voorgestelde maatregelen tot belastingverhoging ter verbetering van de rijksbegroting wordt aanvaard, en bovendien de gemeenten meewerken, haar kapitaalbehoeften te be perken, lijkt het vertrouwen gewettigd dat, nu de woningwetbouw door het rijk zal worden gefinancierd, het aanbod van nieuwe besparingen in de risico-mijdende sector deze behoeften voor de woningbouw zal kunnen bevredigen. Daarnaast rijst het moeilijke probleem van de consolidatie van de uitzonderlijk hoge vlottende schuld, vooral van de ge meenten. Onafwijsbare voorwaarde voor het oplossen van dit probleem is het her- XX)OOCXXXDOOOCOOOOOOOOOOOCXXX>DCXDOOOOOOOOOOOOOOOOOCXXXXXXXX „Inflatoire financiering is duidelijk in g strijd met de eisen van de algemene economische situatie. Een voortzetting g van hetgeen te dien aanzien in 1956 en 1957 is geschied, dient dan ook te wor den vermeden", zo zegt minister Hofstra in de miljoenennota. „Een voortgaande inflatie is in wezen een sluipende en ongecontroleerde be lastingheffing, die op den duur niet slechts de maatschappelijke structuur ontwricht, doch die ook. de spaarzin ondermijnt en veelal juist de econo misch minst-weerbaren het zwaarst treft. De regering zal er dan ook met vastberadenheid naar streven om, mede door haar financiële politiek, aan dit ernstige euvel een krachtig halt toe te roepen". oooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooocx stel van het vertrouwen in de financiële stabiliteit van ons land, waartoe de inge diende begroting een belangrijke bijdrage beoogt te geven. Het gaat bij het in 1958 te volgen finan ciële beleid dan ook om belangrijke zaken: om het herstel van het evenwicht tussen de nationale middelen en de bestedingen, om de verdediging van de gezondheid van ons geld en het vermijden van inflatie, om het financieren van de woningbouw, die moet worden voortgezet, bovenal. Tot het bereiken van al deze doeleinden is een gemeenschappelijke inspanning no dig van ons gehele volk, alsook de bereid heid om de maatregelen te aanvaarden die door de regering worden voorgesteld. Maar deze gemeenschappelijke inspanning en deze bereidheid, waarop de regering ver trouwt, worden niet zonder reden ge vraagd. Zij kunnen de ernstige gevaren af wenden, waarmee de verbreking van het evenwicht in onze nationale economie ons bedreigt. Herstel van het evenwicht betekent ech ter meer dan alleen het afwenden van actuele gevaren. Herstel van het even wicht kan en moet tevens het uitgangs punt zijn voor de verdere versteviging van de materiële en geestelijke grond slagen van onze samenleving, waartoe het Nederlandse volk alleszins bekwaam en in staat is." Jeugd speelt met vuur Omstreeks vijf uur gistermiddag zag een Haagse hoofdbrandmeester, die juist een bezoek had gebracht aan het zee-aquarium in de Palacestraat te Scheveningen, dat er brand was uitgebroken in het Kurhaus. Op zijn alarm rukte de brandweer met groot materiaal uit. Zij was binnen een half uur de brand meester. Het vuur moet ontstaan zijn doordat baldadige jongelui op het Kurhausterras tegen de deuren aan een brandje hebben gesticht. Door de hitte van het vuur sprongen de ruiten en raak ten de gordijnen en enkele klapstoelen in de zogenaamde Straperlozaal in brand. De schade is gering. Volgend jaar zal er in Prades weer een muziekfestival worden gehouden onder de traditionele leiding van de tachtigjarige Spaanse cellist Pablo Casals. Dit jaar moest hij, zoals men zich uit de kranten berichten herinnert, verstek laten gaan door een hartaanval. De arts van de be roemde cellist heeft Verklaard, dat de ge zondheid van zijn patiënt uitstekend is en zijn deelneming aan het festival volgend jaar zonder meer toestaat. OVERZICHT DER BELASTINGMIDDELEN ONTWERP-BEGR0TING1957 1958 in*/o *.h. 10 l-aal aan deze instelling staatsrechtelijk een andere figuur dan de lagere overheids lichamen toe te staan, zich bij haar leningsvoorwaarden meer bij de situatie op de kapitaalmarkt aan te passen. Vier criteria voor het financieel beleid in 1958 staan de regering voor ogen: 1. Herstel van evenwicht tussen natio nale middelen en nationale bestedingen; 2. Verdediging van de gezondheid van ons geld; 3. Vermijden van inflatie; 4. Financiering van de woningbouw. Op de goede weg Vooral dit laatste punt is een domine rende factor in onze volkshuishouding. Terwijl in de goede jaren het bouwpro- gram zich tot 40.000 a 50.000 woningen be perkte, is het streefcijfer thans tot 30.000 verhoogd, mede met het oog op de nog steeds voortgaande bevolkingsaanwas. Verwezenlijking van deze opzet zal zeker de uiterste krachtsinspanning vragen. Ook als men ziet dat de bezuiniging" op de verschillende hoofdstukken van de begroting voor een goed deel uit min of meer toevallige verlagingen bestaat, zal men in deze begroting nog geen reden tot groot optimisme kunnen zien. Maar in haar totaliteit geeft zij toch de overtuiging dat de regering, zowel in tern, wat de staatshuishouding betreft, als extern, wat de maatregelen ten aan zien van de volkshuishouding aangaat, bezig is de actuele gevaren, welke ons land bedreigen, af te wenden. Naarmate dit duidelijker blijkt, zal haar beroep op het Nederlandse volk om daaraan mee te werken waarschijn lijk steeds meer weerklank vinden. Op zesentachtig-jarige leeftijd is vorige week vrijdag in Laren overleden de schil der Douwe Komter, Fries van geboorte. De begrafenis is dinsdag in stilte op de algemene begraafplaats in Laren geschied. Douwe Komter was nog een van de weini ge overgebleven schilders, die zich in het laatste der vorige eeuw in Laren vestig den. In die tijd schilderde hij landschap, interieur en figuur. Later, omstreeks 1930, heeft hij zich aan het stilleven gewijd. Tekort Een van de mooie, hechte banden tussen de Staat der Nederlanden en mijzelf, heb ik altijd gevonden in het feit dat wij bei den éénmaal per jaar op ongeveer dezelfde dag achter ons tekort komen. Dat gebeurt dan in september en altijd zo omstreeks de helft van de maand. Voor mij is dat een maandelijks terugkerend verschijnsel, dat bovendien nooit gepubliceerd wordt - de minister van Financiën rekent één keer per jaar alles eens goed uit en komt dan met een deficit voor de dag, dat (ik moet het toegeven) in die ene klap uitrijst boven mijn twaalf tekorten. In de haast heb ik gelezen, dat wij allen tezamen in het volgende jaar verondersteld worden zo'n dikke acht miljard gulden aan belastingen op te brengen. Door de bank genomen - een treffende uitdrukking in dit verband - betekent dit, dat ieder van ons een kleine achthonderd gulden moet betalen. Ieder van ons, dat wil zeg gen in de leeftijdsgroepen tussen één dag en 105 jaar. Nu betalen wij niet allemaal en degenen, die betalen, komen er vaak met aanzienlijk minder dan achthonderd gulden af. De consequentie hiervan moet u goed begrijpen; persoonlijk heb ik die al sinds jaren volledig geaccepteerd. In deze dagen kijk ik altijd met diep ontzag en zonder enige afgunst naar de mannen, die mij in hun sleeën voorbij rij den, terwijl ik op de tram sta te wachten. Kijk, daar gaat er weer een. Toegegeven: hij zit droog en gemakkelijk. Maar van ochtend heeft hij misschien al weer een aanslag in de brievenbus van zijn grote, aantrekkelijke woning gevonden. De in specteur liet hem weten, dat er nog f9.008,37 van hem verwacht worden. Hij heeft toen even diep gezucht, want hij is nog bezig aan de termijnen van een vorige aanslag, die f 12.793,11 bedroeg. En hij, weet, dat de vermogensbelasting nog niet binnen is, dat ergens een tabel ligt van de personele belasting met zijn naam er op, dat de motorrijtuigenbelasting binnenkort nog aan de beurt komt en dat hiermee nog geenszins alles is opgesomd. Dat alles weet hij, rijdend in zijn slee. Ik waardeer hem. Laat hij veel blijven verdienen en steeds meer voor mij betalen. Ik zie deze man graag Want hebt u vanochtend een aanslag biljet ontvangen? Neen toch? Of was het er weer zo een voor een definitieve aan- slag-1956 ten bedrage van f94,26? Boven genoemde man is nog bezig aan de aansla gen van '54, '55, '56 en '57. Nu weet hij, dat er volgend jaar acht miljard moet worden opgebracht. Ziet u hem moedeloos weg zakken in de diepe kussens van zijn auto mobiel. Kunt u zich hem voorstellen, zoals hij straks triest in de grote bibliotheek van zijn villa zal zitten, de koffie en cognac voor zich en de diepe, zorgelijke frons van de belastingbetaler op zijn nobele, gene reuze trekken? Ik moet deze man overigens terechtwij zen. Hij is fout; hij betaalt nog lang niet genoeg. Er staat ook in de miljoenennota, dat er volgend jaar waarschijnlijk f 615 miljoen tekort zal zijn. Ik zal het mijne gedaan hebben. Maar hij? Laat hij dat op zich zitten? Wil hij dan geen gezond geld - wat dat dan ook moge zijn? Wil hij ziekte en kwalen in zijn portefeuille? Ziet u, dat valt me van hem tegen. Ove rigens neem ik mijn hoed vandaag voor hem af. En naast mij staat in gedachten de Staat eveneens met de hoed in de hand. Want WIJ hebben allebei tekort. E. Romayn ADVERTENTIE Bescherm Uw keel en voorkom - verkoudheid met In de Miljoenennota wordt meer dan ge wone aandacht gewijd aan de doelmatig heid in de rijksdienst. Een eventuele af kapping of inkrimping van taken is in studie. Er wordt naar gestreefd, schrijft minister Hofstra aan de Tweede Kamer, allerlei regelingen zo eenvoudig mogelijk te houden, opdat de uitvoering ervan niet onnodig kostbaar wordt door ingewikkel de constructies of gedetailleerde uitzonde ringsbepalingen. Regelmatig wordt nage gaan of vereenvoudiging van voorschrif ten en procedures mogelijk is. Een onderzoek is gaande om het steeds ingewikkelder geworden complex van sa laris- en pensioenzaken te vereenvoudigen. Met kracht wordt het gebruik bevorderd ONTWIKKELING VAN ONZE NATIONALE SCHULD SINDS1947 •Totaal bmnen-efibuiNI, Totaal buitenl. schuld U> O - N U> "«Si 31 december 1 m' >1000miljoen gulden van moderne administratie-machines. Er is een commissie in het leven geroepen ter voorbereiding van de automatisering van daarvoor in de rijksdienst in aan merking komende werkzaamheden. Een andere commissie is bezig met de inven tarisatie en de analyse van niet wettelijke subsidies, teneinde op korte termijn aan de subsidieverlenende ministers aankno pingspunten te verschaffen voor het door hen terzake te voeren beleid en eventuele onduidelijkheden in de interdepartemen tale taakverdeling aan het licht te brengen. Voorts is een commissie bezig na te gaan of het verrichten van tal van formele handelingen door de Koningin kan wor den beperkt, waardoor allerlei daaraan verbonden werkzaamheden kunnen wor den ingekrompen. Een onderzoek is be gonnen om vast te stellen op welke wijze een vermindering van controlewerkzaam heden kan worden bevorderd. Daarbij wordt aandacht geschonken aan de moge lijkheid van wetenschappelijk verant woorde steekproeven. Verder is aan de orde gesteld de vraag in hoeverre de lange ambtelijke weg welke de voorstellen be treffende personeelsformaties moeten af leggen, kan worden verkort. Bij de opstelling van de begroting 1958 is gestreefd naar een vermindering van het aantal begrotingsartikelen. Een begin is gemaakt met een verge lijkend onderzoek naar de structuur en de werkwijze van de op alle departementen voorkomende algemene- en hulpaf delingen. De rijksideeënbusorganisatie boekte het afgelopen jaar opvallende successen. Vele ideeën, waardoor besparingen kunnen worden bereikt, kwamen binnen. De toe neming van de belangstelling van het per soneel voor de doelmatigheidsbevordering blijkt uit de vele inzendingen. Het aantal ideeën dat kon worden beloond, is meer dan verdubbeld. Er worden in de Mil joenennota verscheidene voorbeelden ge ven van bezuinigingen door een betere organisatie.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1957 | | pagina 5