ALADDIN Werkgeversbonden tegen te snelle instelling van vrijhandelszone Symboliek ^Praatótoel Van dag tot dag j DONDERDAG 3 OKTOBE R 1957 Weer een straaljager neergestort Ontslag bij de Kaiser Frazerfabrieken Vliegtuig ontdekte vermiste sloep met acht scholieren Twee leden van de Britse zuidpoolexpeditie gered Doodvonnissen in China 0p de van ZANTEN Onderzeese vulkaan groeit naar het eiland Fayal VOGELTREKBERICHT Kerkelijk Nieuws O Franz Josef Strauss, de Westduitse mi nister voor de Verdediging,- begint te mer ken dat zijn functie geen sinecure is. Mi nister van Defensie in Duitsland te zijn, betekent te moeten heersen over een soort mensen van zeer bijzondere allure, name lijk de soort die altijd in Duitsland ge streefd heeft naar een eigen, onaantastbare status. De Duitse officier leeft al sinds mensenheugenis in de veronderstelling, dat het totale wel en wee der natie in zijn handen rust en dat hij uit de aard van zijn beroep een preferente plaats moet innemen in de Duitse samenleving. Strauss is een burger en dientengevolge behoort hij, vol gens militaire opvattingen, tot een lager geklasseerde groep der mensheid. Dat is vooral in Duitsland een inge roeste opvatting. Men heeft wel eens be weerd dat de Duitse officierenkliek van 1930 Hitier nooit zou hebben geaccepteerd, wanneer deze niet „een militaire rang" had bekleed. Zoals men weet was Hitler in de eerste wereldoorlog korporaal geweest. Strauss vecht op het ogenblik tegen een groeiende tegenstand der Duitse officieren, die hem een gebrek aan eerbied voor de hoge militairen verwijten naar aanleiding van enkele incidenten, waarvan onder meer het ontslag van brigade-generaal Hille- brand het gevolg is geweest. Hillebrand heeft enkele malen botweg geweigerd, in structies van de minister op te volgen en is zelfs boos weggelopen, toen Strauss hem had ontboden en hem enige tijd liet anti chambreren. Het is mogelijk dat Strauss de officieren behandelt op een strakke manier, die er geen twijfel over laat bestaan wie de baas is. Dat kan zeer onaangenaam zijn, doch er zijn elementen in de geschiedenis van het Duitse officierendom die deze voorzorg ten zeerste noodzakelijk maken. Strauss weet waarschijnlijk ook wel het een en ander over de neiging van de Duitse weer macht, steeds weer te streven naar het vormen van een staat in de staat en dan, als er crises ontstaan, te handelen alsof Duitsland één grote kazerne is, waarin al len en alles ondergeschikt dient te zijn aan wat de officierenkaste goeddunkt. Strauss heeft al geprobeerd, deze neiging de kop in te drukken door organisatie en inwendige dienst der nieuwe Wehrmacht te „ontpruisen", doch hij heeft voor de vor ming van het basiskader een beroep moe ten doen op leden van de oude Wehrmacht, die gemodelleerd zijn uit „de oude klei" en zich ongemakkelijk voelen onder het op pertoezicht van een „burger". De sterke arm van Strauss zal misschien in staat zijn, het leger terug te dringen tot zijn oorspronkelijke en gevaSiilbze plaats van nationaal instrument, opdat de thans reeds weer duidelijke lust van de „kogel vreters", om zich gezamenlijk tot politieke machtsfactor op te werken, drastisch wordt uitgeroeid. Men hoort wel eens dat iemand „vurige kolen op het hoofd gestapeld krijgt", maar het zal nog zelden voorgekomen zijn dat die vurige kolen vervangen werden door een levensgrote watertoren. En toch heeft de bugemeester van Zandvoort, mr. H. M. van Fenema, dat gepresteerd. Elders in dit blad kan men lezen, dat hij de bekladders en bekladsters van de muren in het inwen dige van de mooie, nieuwe Zandvoortse watertoren heeft uitgenodigd „als gasten van de gemeente" op een vrije zaterdag middag naar het watertorenrestaurant te komen, onder voorwaarde dat zij eerst die kladderij verwijderen. Dat is een paedagogische stunt eerste klas. Het is een originele en geestige ma nier van reageren, die waarschijnlijk goe de gevolgen zal hebben voor de beschaving der betrokken jongelui. Burgemeester Van Fenema geeft hiermee een schitterend voorbeeld van begrip voor de noodzaak, dat een straf en een boete altijd preventief werken en op zodanige wijze moeten wor den uitgedeeld, dat in de eerste plaats de delinquent er moreel wel bij vaart. Dit voorbeeld moge navolging vinden bij allen, die gehouden zijn penitenties op te leggen, opdat het element van wraak zo veel mogelijk en steeds meer uit de strafoefening verdwijnt en de onvermijde lijke boete een element van vooruitgang in cultureel opzicht worde. Deze brief heeft reeds reacties opgele verd. Eén der aangeschreven meisjes deel de de burgemeester mee, dat zij zaterdag middag niet kon komen, omdat zij dan in een winkel stond. Voor die gevallen wil mr. Van Fenema de bedrijven vragen, of zij hun werknemers enige uren vrij willen geven. Op 19 oktober hoopt de burgemees ter zelf bij de „grote schoonmaak" aan wezig te zijn. Voor het reinigen van de mu ren zullen schoonmaakartikelen aanwezig zijn en na afloop zal de burgemeester de jongens en meisjes in het restaurant toe spreken. GEEN VROUWELIJKE PREDIKANTEN IN ZWEEDSE KERKEN De synode van de Zweedse Staatskerk, momenteel in Stockholm bijeen, heeft met 62 tegen 36 stemmen beslist, dat geen vrou wen tot het predikambt zullen worden toe gelaten. Deze zomer werd door de Zweedse minister van Kerkelijke Zaken een wets ontwerp ingediend met betrekking tot het toelaten van vrouwen in het predikambt. De synode baseerde haar standpunt op de brieven van Paulus aan de Corinthiers, volgens welke vrouwen dienen te zwijgen. Het Verbond van Nederlandse Werkgevers, het Centraal Sociaal Werkgevers- Verbond, het Katholiek Verbond van Werkgeversvakverenigingen en het Verbond van Protestants-Christelijke Werkgevers in Nederland hebben, in een adres aan de ministers van Economische Zaken en van Buitenlandse Zaken hun standpunt weer gegeven over de eventuele vorming van een vrijhandelszone. Zjj juichen het aan de plannen ten grondslag liggende streven naar een grotere vrijheid in het inter nationale economische verkeer toe, maar zijn tot de conclusie gekomen, dat het nemen van beslissingen over de instelling van een vrijhandelszone, zeker in de opzet, zoals deze tot dusver in overweging is, op dit ogenblik voor de Nederlandse industrie moeilijk te aanvaarden is. De vrijhandelszone is gebaseerd op het beginsel dat elk deelnemend land tegen over derde landen zijn eigen douanetarief blijft toepassen. Voorzover die tarieven op grondstoffen en halffabrikaten lager zijn dan volgens het toekomstige buitentarief van de Europese Economische Gemeen schap het geval zal zijn, zal de Neder landse industrie in de concurrentie tegen over de afgewerkte produkten uit de vrij handelszone in een onaanvaardbaar ongun stige positie geplaatst worden, zo menen adressanten. Het Nederlandse bedrijfsleven zal in de toekomst te maken krijgen met een aantal beperkende bepalingen en kostprijsverho- gende consequenties van het E.E.G.-ver- drag, die moesten worden aanvaard om de Europese Gemeenschap tot stand te doen komen. De verbonden achten het onaan vaardbaar, dat produkten uit de vrijhan delszone-landen in de E.E.G. vrij zouden worden toegelaten, indien die landen niet equivalente verplichtingen op zich zouden nemen. Ook op institutioneel gebied zullen de voorzieningen in de vrijhandelszone en in de E.E.G. zodanig op elkaar moeten wor den afgestemd, dat de zekerheid bestaat dat bepaalde gedragsregels in het vrijhan- delsgebied op dezelfde wijze zullen worden nageleefd, als binnen het E.E.G.-gebied het geval is. De inwerkingtreding van het E.E.G.-ver- drag plaatst ons bedrijfsleven voor zoveel problemen, waarvan men de draagwijdte op dit ogenblik nog nauwelijks kan over zien, dat het niet gewenst is die situatie tegelijkertijd nog te compliceren met het in het leven roepen van een vrijhandels- Tussen Lieshout en Beek en Donk is woensdagmiddag om twee uur een straal jager neergestort. Het toestel was een Thunderstreak, af komstig van de basis Eindhoven. De piloot, luitenant-vlieger A. M. E. de Vries uit Am sterdam, kon zich met zijn schietstoel redden. Het toestel kwam neer in een wei land in het tot de gemeente Lieshout be horende gehucht Het Hooi en brandde ge heel uit. De Lieshoutse brandweer heeft het vuur geblust. Het ANP verneemt van de zijde der directie van de Nederlandsche Kaiser- Frazer fabrieken n.v. te Rotterdam, dat door het teruglopen van de verkoop in Nederland als gevolg onder meer van de, zoals zij het motiveert, bestedingsbeper king, vervroegde belastinginning, verhoog de benzinebelasting, verhoogde belasting op banden, alsmede van de in het vooruit zicht gestelde verhoging omzetbelasting personenauto's, aan enkele tientallen ar beidskrachten ontslag zal worden verleend. Via de betrokken instanties en vakbon den zijn de nodige contacten gelegd om de desbetreffende werknemers in andere be drijven te werk te stellen. zone. De verbonden verzoeken de minister dan ook ertoe mede te willen werken, dat op de komende ministersconferentie van de O.E.E.S. geen beslissingen over een eventuele vrijhandelszone worden ge nomen, waaraan Nederland bij de verdere onderhandelingen over dit onderwerp ge bonden zou zijn. Een sloep met acht leerlingen van de Hel- derse zeevaartschool, welke sinds gister avond vermist werd, is vanmorgen om streeks acht uur ten noordoosten van Den Helder ontdekt door een vliegtuig van de Marineluchtvaartdienst, dat een uur tevo ren van Valkenburg was opgestegen. Na dat het vliegtuig per radio de positie van de zeilsloep had doorgegeven, trof een vaar tuig van het Loodswezen de sloep vanmor gen aan op de zuidwal tussen Den Oever en Den Helder, waar zij aan de grond was ge lopen. De loodsboot heeft de acht inzitten den aan boord genomen en naar Den Hel der gebracht. Sinds gisteravond hadden de reddings- vlet „Christaan Huygens" van Den Helder, de reddingboot van Texel „Joan Hodson" en de reddingboot van Harlingen „Twente", de „Slenk" en de „Zaandam" van het loods wezen en het vissersvaartuig Helder 74 Tesselstroom" naar de sloep gezocht. LONDEN (UP) De twee leden van een Britse zuidpoolexpeditie, die meer dan twee weken op een ijsschots geïsoleerd hebben gezeten, zijn met een klein am fibie-vliegtuig uit hun isolement verlost, zo meldt het hoofdkwartier van de expe ditie te Londen. De beide Britten, Haslop en Rogers, hadden met hun Auster een noodlanding moeten maken op een ijsschots. Zij be richtten na de noodlanding dat zij het goed maakten, maar te weinig brandstof hadden. HONGKONG, (Reuter) Een gerechts hof te Wensjou in Tsjekiang heeft drie „nationalistische agenten" ter dood veroor deeld, zo meldt Radio Peking. Zij waren na een opleiding op Formosa naar het Chi nese vasteland gezonden om daar een basis voor ondermijnende activiteit en sabotage in te richten, aldus dit bericht. ADVERTENTIE In cellofaan verpakt W Het is soms verrassend te bemerken, hoezeer de symbo liek de mens in staat stelt een helder beeld te krijgen van verwikkelingen, die hem voot- dien onontwarbaar en duister voorkwamen. De symboliek vereenvoudigt en verduide lijkt de dingen des levens vaak zozeer, dat zij wel eens „het algebra der filosofie" wordt genoemd. Dat is een rake definitie. Het algebra stelt de reke naars in staat, ingewikkelde samenstellingen te vangen onder één teken en met dat ene, eenvoudige symbool ge compliceerde mathematische goochelkunsten uit te voeren, waarna aan het einde der voorstelling uit dat ene teken weer de samenstellingen in velerlei nuances tevoorschijn spuiten, als kunstbloemen uit de hoed van een goochelaar. De beeldspraak stelt de mens in staat, vele ingewik kelde breiwerken des levens te herleiden tot één simpel begrip, waarmede hij naar believen kan schikken en schuiven zonder verward te raken in de nuances. Wij zouden veel meer nog met de beeldspraak kunnen doen. Wij zouden dagenlange conferenties en congressen kunnen terugbrengen tot één uurtje helder redeneren met symbolen. En wij zouden de moeilijkheden van onze na tionale én internationale huishoudens duidelijker kun nen analyseren en doelma tiger telijf gaan, wanneer wij deze gave des hemels de symboliek tot dagelijks ge bruiksmiddel zouden doen promoveren. Er zijn voorbeelden voor handen als zandkorrels aan het strand om het maar eens beeldsprakerig te zeggen. De Franse regering is weer eens op haar aangezicht ge vallen en wanneer wij ons zouden moeten verdiepen in de oorzaken, aanleidingen en gevolgen van deze val, zou den wij enkel al met het aan tekenen der bijzonderheden, die wij daarbij vooral in het oog moeten houden, een boek werk kunnen vullen. Frankrijk met zijn Alge rijnse kwestie, zijn econo mische bloedarmoede, zijn politieke tegenstellingen en zijn intrigante politici vormt een zo ingewikkeld, onont warbaar probleem voor de buitenstaander die er wat van snappen wil, dat het on begonnen werk zou zijn de feiten en mogelijkheden te ordenen en uit elkander te rafelen. Natuurlijk is de Algerijnse kwestie of liever, het ta nende koloniale karakter der Franse natie een hoofdbe standdeel van de moeilijk heden. Ten aanzien van deze en dergelijke factoren van politieke problematiek in de na-oorlogse jaren kan men de situatie echter zeer duide lijk en begrijpelijk stellen. Dat is de zegen van de sym boliek. Men moet de eertijds zo gretig koloniserende landen vergelijken met de kleine kleuter, die een winkel van koloniale waren binnenkomt. Zo héétten vroeger sommige winkels. Men heeft nooit de consequentie aangedurfd, die neringen later „winkels van overzeese gebiedsdelen" te noemen, toen de historische evolutie het kolonialisme tot een vergrijp ging bestem pelen. Men volstond met „grutterswaren" of „co mestibles", welke bena mingen natuurlijk niet alle aanwezige koopwaren dekken. De kleuter stapt de winkel binnen en niemand komt op dagen om hem te helpen. Een vreemde, gemengde geur van geheimzinnige kruidigheden omringt hem, hij ruikt de heef lij kheden van de Oriënt en van het moederland door een, wat een bedwelmend aroma moet heten, dat hem na jaren nog aan zijn jeugd herinnert. In de winkel, tussen de ba len en kisten en koperen trommels en rode koffie molens en ronde vaten, wordt het geluid van de stap en de stem gedempt als in een sprookjesbos. De kleuter trekt het geheimzinnige, nieuwe land binnen en doet ontdekkingen die hem over rompelen. Zo vindt hij een ijzeren ribbel vat, tot de top gevuld met geurige gouden stroop. Is er iets, dat zo magnetisch werkt op een kleuter als stroop? De glans, de geur, de onpeilbare diepte van het 'vat, de onmetelijke hoeveelheid heerlijkheid lokken hem na derbij, doen zijn vingers jeu ken en brengen hem het wa ter in de snoeplustige mond. En daar staat een kistje met vijgen, en daar een met ge droogde appeltjes, met abri kozen, en daar bruine suiker, en drop, en overal bloeien de heerlijkheden rondom hem op. Hij behoeft, wat hem be treft, nooit meer 's avonds te bidden om in de hemel te ko men hij is er al. Zo doken de kolonisten in vroeger tijden de exotische landen van belofte binnen, de arsenalen van kostbare en overvloedige geneugten, waar de stap en de stem werden gedempt in het oerwoud en waar de zon altijd scheen. En waar de zwakheden van de destij dse mensheid werden geprikkeld door de lokroep van het goud, dat opgestapeld lag in de natuurproducten onder de tropenzon. Achteraf kunnen er schoon klinkende theorieën over worden opgezet, maar hoe sporadisch zullen kolonisten op vreemde kusten zijn ge land met de bedoeling, voor uitgang en beschaving te brengen en niét met de overigens verklaarbare nei ging om vooruitgang te halen en de beschaving slechts te laten meespreken als het zonder schade kon, of hele maal niet? De kleuter in de winkel vol lokkende vreemde dingen zou men kunnen vragen, waarom hij binnengekomen is. Misschien om een bood schap voor zijn moeder maar zeker niet om uit dat enorme vat met stroop te snoepen. En toch doet hij het hij steekt er één vinger in, die er glanzend en druipend uitkomt als een staafje lek kernij. Hij klimt op een kistje om nog beter de kleverige heer lijkheid te kunnen bereiken. Hij ziet de gevaren niet van het zich teveel vereenzelvi gen met deze vreemde wereld en duikelt in de stroop, die hem een wijle draagt als een zacht bed, doch langzaam on der hem wegkruipt, zodat hij zinkt. Hij grijpt de rand en houdt zich boven, terwijl zijn lichaam moeilijk en traag be weegt in de zachte substantie. De stroop heeft hem te pak ken en omarmt hem ter wijl in de achtergang de sle pende passen naderen van de winkelierster, die onraad be speurt. Wie in de stroop valt, moet eruit zien te komen. Doch met stroop is het zo, dat men niet eenvoudig kan om hoogklimmen en wegstappen, alsof er niets gebeurd is. Wanneer men zich met de stroop inlaat, weet de stroop van geen wijken. Hij wordt een deel van de indringer, hij kruipt in diens kleren en haren, hij laat niet meer los. De winkelierster kan gillen dat de boosdoener uit haar vat moet en zij kan hem er zelfs uit slaan maar dan gaat haar kostbare stroop mee in een druipend spoor door de winkel heen. Dat is het probleem, zowel voor de kleuter als voor de eigenaresse van het exotische winkelmagazijn. Zullen we zeggen dat Frankrijk dat de koloniale landen in de stroop gevallen zijn en zich niet meer kun nen losmaken uit de kleve rige armen van het vat? Dat is het symbool van de strijd, die hopeloos lijkt en ook in derdaad hopeloos is, zolang niet beide partijen zich be ijveren om de banden tussen stroop en kleuter te verbre ken op een wijze, die beiden het minste kwaad doet. „Eruit!" is een kreet, die koloniale landen de vreemde indringers in hun moedertaal toeschreeuwen, doch dat is een nutteloos bevel. Erin was eenvoudiger, eruit is niet mogelijk meer zonder de ganse winkel tot een chaos te maken. En vragen waarom de kleine jongen in de stroop gevallen is, heeft nog minder zin. Hij zit erin, en dat is het feit waarvan men moet uit gaan. Hij moet eruit en wil er ook uit, doch de vraag is hoe. Ziet ge, hoe simpel de beeldspraak sommige inge wikkelde problemen maken kan? Wanneer dit beeld ge naderd is tot de conclusie, dat het eigenlijke vraagstuk van koloniale verhoudingen en hun liquidatie gevormd wordt door de kwestie: hoe eruit? kan men rustig weer tot de werkelijkheid terugkeren. Want dan kunnen de partijen zich wederzijds beijveren om de stroop én de winkel én de kleuter te redden. Welnu, dat moet niet moei lijk zijn. Laat hem rustig uitdruipen boven het vat, stop hem in een warm bad en doe hem. ontdaan van alles wat onge rechtigheid moet heten, terug gaan naar zijn moeder. Hij zal blij zijn, weer thuis te wezen en zeker nooit meer stiekum terugkomen. J. L. In ons hemd Het is geen onderwerp voor openbare discussie en dus: lees niet verder. De zo overblijvende nieuwsgierigen hebben het nu alleen aan zichzelf te danken en kun nen mij er geen verwijt van maken. Ik heb nooit in mijn leven behoorlijk ondergoed gehad. Erboven ben ik redelijk, vaak zelfs tamelijk overtuigend gekleed Maar als ik ooit aangereden wordt of op andere manier in het openbaar buiten be wustzijn raak en onder de hongerige blik ken van de omstanders van mijn boven- kleren ontdaan, zal ik een armelijke, zo niet verwaarloosde indruk maken. Psychologen en andere knapperds zullen daaruit hun conclusies trekken. Ikzelf vind er een aansporing in om uiterst voorzichtig in het verkeer te werk te gaan. Ten eerste kan men zijn leven verliezen, erger echter: de achting en bewondering der medebur gers. Ik kan mij geen plotselinge ernstige ongesteldheden als voedselvergiftiging ver oorloven, niets waarbij het onvoorbereid onthullen van dessous onvermijdelijk is. Het heeft natuurlijk ook zijn moreel hoog staande zijde. Het heeft, daarvan ben ik zeker, met mijn karakter te maken. De facade zo no dig ja, maar de onzichtbaarheden nee. Ik heb een oudoom gehad die dichter was en daardoor in voortdurende geldver legenheid. Hij droeg een hemdfrontje van gelinieerd papier, zelfvervaardigd, dat hij met een kunstig stel van touwtjes om zijn hals bevestigde. Ik neem aan, dat ik van hem mijn letterkundige ambities en mijn ond.ergoedse ontoereikendheid geërfd heb. Terugkomend op mijn innerlijk leven, het bezit van twee complete gatenloze stel len is mij nimmer gelukt. Soms, zoals op dit ogenblik, heb ik één perfect stel, een recent geschenk in fijngevoelig nylonweef sel. Dat zou het ogenblik zijn, om een reserve-schema aan te leggen. Doch met de. koop van dubbelgangers wacht ik altijd zo lang, totdat het oorspronkelijk stel ver sleten raakt, zodat ik weer 'n één-stellig wezen ben. En onvermijdelijk volgt dat glanzend nieuwe stuk de sombere weg van rafels, gaten, dood, verwezing en vervan ging. Hoe symbolisch Verbergen we niet allen onze inborst achter een sociaal masker? En komt niet het ogenblik steeds dichterbij waarop cor recte kleding boven én onder een dringende vereiste wordt? Het beslissend moment dat men uiteindelijk ontmaskerd en uitgekleed wordt, en de ware inborst onthuld? Het ogenblik, kort gezegd, dat we allen in ons Hemd komen te staan? Maar genoeg hierover. Zei ik niet, dat het geen onderwerp voor openbare discus sie was? H. B. Fortuin ADVERTENTIE PETROLEUMKACHELS GIERSTR. SI LISSABON (Reuter) Bijna achthon derd mensen op het eiland Fayal (Azoren) hebben hun huizen moeten verlaten, om dat zij gevaar lopen door een uitbarsting van een onderzeese vulkaan op nog geen 25U meter uit de kust. De uitbarsting be gon vrijdag. De vulkaan stoot lava uit tot een hoogte van duizend meter. In een uit gestrekt gebied daalt as neer. De vulkaan vormt langzaam een eiland, dat zich in de richting van Fayal uitbreidt en ver moedelijk op den duur aan het eiland Fayal zal vastgroeien. Het slechte buiige weer van september was niet gunstig voor de vogeltrek. De le den van de Vogelwerkgroep Haarlem heb ben sinds 21 september hun waarnemings posten weer bezet, onder andere de kust- post op de Boulevard bij de Zeeweg. Ge durende de afgelopen week was de trek slechts zeer gering. Er passeerden een klein aantal veldleeuweriken, witte kwik staarten, mezen, spreeuwen en enkele boe renzwaluwen. Alleen woensdag 25 septem ber trokken er bij zwakke oostzuidooste- li.ike wind veel graspiepers. De kustposf telde er van zeven tot acht uur 450. De eerste koperwie ken zijn reeds 21 september waar genomen, wat voor deze lijsters vroeg is en wij zijn benieuwd of er deze herfst gro te aantallen ko perwieken ons land zullen pas seren. Omstreeks 21 se, .^.nber werden er in verschillende delen van ons land grote aantallen tapuiten, roodstaartjes en vlie- genvangertjes gezien, ook op plaatsen 'waar ze niet thuis horen. Kennelijk is er toen sterke nachttrek van deze vogels ge weest. Oktober is goed ingezet met een zeer gevarieerde trek. Van zeven tot acht uur werden aan de kustpost geteld: 100 spreeuwen, 25 graspiepers, 30 vinkachti- gen, 5 veldleeuweriken, 270 ringmussen, 25 Vlaamse gaaien. 1 boerenzwaluw, 7 witte kwikstaarten, 50 koolmezen, 30 pim pelmezen, 14 koperwieken en 10 kraaien. Boven zee achtervolgde een jager (roof- meeuw) een stormmeeuw. Zon achtervol ging duurt tot dat het slachtoffer zijn voed sel uitbraakt. De jager vangt het dan op in de vlucht. De „Fin-Air" zal een aantal zwaluwen dat in Noord-Finland is achtergebleven, naar Midden-Europa vliegen. De grote zwaluwentrek is reeds begonnen en de kans dat de achtergebleven dieren de Fin se winter overleven of alleen de tocht naar het zuiden volbrengen is nihil. Ned. Herv. Kerk Beroepen te Ouwsterhaule (toez.) C Nau- ta, vicaris te Drachten. Aangenomen de benoeming tot vicaris te Dedemsvaart F. H. Scheffer. kand te Leeuwarden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1957 | | pagina 5