Uitbraakpoging mislukt ONZE NAMEN 7lieume Vijf eeuwen schilderkunst iPxidha tyuiJtAy, UITGAVEN Buurtgenoten deden j allerlei namen ontstaan Moskouse Theater in het zestigste seizoen Erbij Zegwijzen 7 Het uiterlijk Archief der tsaristische geheime politie in de V.S. HERDRUK VAN HERMAN HANA'S de veelzijdige navolger van Molière en Napoleon ZATERDAG 2 NOVEMBER 1957 WIE WEL eens een genealogisch on- derzoek verrichtte weet, dat dit werk veel op dat van de vermaarde detec- j tive uit de criminele romans lijkt. En dat niet slechts omdat beide speurders zich veelal onledig houden met lieden, die het tijdige met het eeuwige verwis- selden. Hun nasporingen brengen de- zelfde spanning en tevens ontgooche- lingen: ook in de archieven loopt menig spoor dood. Zo zoekt de genealogische vorser vaak uren in oude folianten zon- der dat de gewenste voorvader opdoemt. Terwijl het schrift van ons voorgeslacht hem ergernis verschaft ontcijfert hij bovendien slechts namen, die hem niet interesseren. En knorrig slaat hij het volgende register open ZO BRENGT een onderzoek in onze i archieven niet zelden karweitjes mee, die weinig reden tot voldoening geven, j Toch kan het gebeuren dat de geplaagde vorser een ogenblik met zuchten op- houdt, rond zijn mondhoeken verschijnt zelfs de zweem van een glimlach. Want temidden van al die honderden namen ontwaart hij aanduidingen als Guertjen Deventerkoeck, Simon Altydt- nydigh en Heyn Lamp-voorover. Een Zaankanter komt in de kerkelijke re- jj gisters zelfs onder de zonderlinge be- naming „Hael ejjeren, back struijf" voor. Kennelijk waren dit de woorden, waarmee hij steevast na iedere thuis- komst zijn ega begroette en bleef dit aan de buurtgenoten niet verborgen, i Rond het jaar 1400 werd een Leidse koopman als „Jan Blyf-hier" in de ad- ministratie van zjjn stad vermeld. Hjj j volgde het in zijn naam opgesloten ver- zoek niet op, maar reisde naar Schonen in Zweden, waar hjj overleed. EEN BURGER van Amsterdam, die in de Gouden Eeuw leefde, stond blijk- baar als „Jonghe Jan Doet-er-niet-toe" bekend en komt ook als zodanig in de archivalia voor. Hij was stellig de zoon j van een oude Jan, die zijn tijdgenoten j b(j herhaling verzekerde dat het er niet toe deed. Hier ging de bijnaam dus over op de zoon, die deze woorden mis- schien zelf nooit bezigde. Een andere vaderlander stellig een optimist gebruikte zo vaak de woorden ,,'t Lukt v,'el", dat zjjn nageslacht nog altijd naar de naam Lukwel luistert. Andere stop- woorden deden de familienamen Aldus, I Hoezoo, Justement en Evenwel ont- staan. Zou de naamvorming heden ten dage nog voortgang hebben, dan ken- den we stellig de naam Indirect, gege- ven aan een man, die dit woord even veelvuldig als te onpas bezigt. Tot zijn geruststelling: sinds de invoering van de Burgerlijke Stand kan het niet meer gebeuren, dat dergelijke uit spot gege- ven bijnamen officieel en erfelijk worden. VOORDAT de wetgeving zich met de namen bemoeide, gebeurde het niet zelden, dat geslachtsnamen hun ontstaan aan de buurtgenoten dankten. Dit blijkt vooral uit de namen, die aan het uiter- lijk ontleend zijn. Het is toch waarlijk niet aan te nemen dat de eerste Crom- been, Scheefhals, Langhals, Langbeen, Spillebeen, De Vette, Den Breejen, De Ronde, Den Dunnen, Hazelip en De Kleene (kleine) hun namen zelf be- jj dacht hebben. Vooral het haar schijnt ons voorgeslacht tot het verzinnen van namen voor hun medeburgers geïnspi- reerd te hebben. De familienamen De Roode, Roothooft, Rootbol, De Blonde, Withaar, Zwartbol, Kroeskop, Lange- baarjl, Robaert en Spitsbaard leggen daarvan nog steeds getuigenis af. Bij de eerste De Kale en Bloothooft was van haar geen sprake meer. Ook de namen De Reus, De Corte, Magermans en De Peuter zullen wel vondsten van de om- wonenden zijn. Maar dan zijn er toch eveneens nog namen als Naaktgeboren en Agsteribbe, die wel degelijk met medewerking van de ee.rste drager ont- stonden. Daarover de volgende keer. I J. G. de Boer van der Ley „Paardrijden" door W. Slob. Onlangs is in de nieuwe reeks van „Weten en Kunnen", van de n.v. uitgeversmaatschappij „Kos mos" te Amsterdam, de tweede verbeterde druk uitgekomen van het boekje „Paard rijden", geschreven door de heer W. Slob. De heer Slob heeft dit werkje bedoeld als een leiddraad voor hen die het paardrijden willen gaan beoefenen, en hij is hierin uitstekend geslaagd. De schrijver bespreekt in dit boekje op beknopte wijze de ver schillende rijmethod en, zoals het dressuur- rijden, het hindernisrijden en het terrein rijden. Aan de hand van foto's en illustra ties worden de juiste en onjuiste houdin gen van de ruiter aangetoond en de schrij ver heeft niet vergeten te wijzen op een juiste behandeling van het paard. Dit boekje zal paardenliefhebbers en as pirant-ruiters van groot nut zijn. Polen, waar wacht ge op. van Philip Gibbs, vertaald door Marja Roe, uitgegeven door Hollandia te Baarn, is een aangrij pende roman, op de geschiedenis van Po len van het uitbreken van de oorlog in 1939 tot aan de Russische bezetting in 1945, op interviews met verzetslieden en gevan genen uit Russische kampen en op de boeken van generaal Anders („An army in exile") en generaal Komorovski („The se cret Army") gebaseerd. De titel is ontleend aan een Russisch pamflet, waarin de Polen worden opgeroepen de wapens op te ne men tegen de Duitsers, omdat de Russen zijn gekomen om hen te bevrijden, met „Uw Jozef Stalin" ondertekend. De Polen stonden op, vochten rhet hoop in het hart en weinig wapens en munitie omhanden in de straten van Warschau tegen een Duitse overmacht. De Russen bleven aan gene zijde van de Weichsel, Churchill en Roosevelt smeekten Stalin de moordpartij te verhinderen en zonden in wanhoop tweemaal een eskader bommenwerpers, die wapens en munitie uitwierpen. Polen werd voor de tweede keer in de oorlog door de Russen verraden. Het boek is het werk van een bekwaam romancier, goed van compositie, maar met een teveel aan gewilde liefdes en ontmoe tingen om een uitblinker te zijn. Het be gin is goed geschreven. Een blijde, onbe zorgde, vooroorlogse stemming in een kring van gegoeden, die genieten van het leven en niet geloven kunnen dat het niet blij ven zal. De Poolse cavalerie is echter geen partij voor de Duitse tankdivisies en als de Russen de oostelijke grens overschrij den, is Polens lot bezegeld. Sommige solda ten vluchten over de Hongaarse grens en komen op tijd 'aan het westelijke front om de nederlaag van Frankrijk en de eva cautie naar Engeland mee te maken. De Poolse divisie onder generaal Anders bijt het spit af bij de bestorming van Monte Cassino na de landing in Italië. Ondertus sen vecht de ondergrondse in Polen met sabotage en illegale bladen, tot het sein voor de opstand wordt gegeven. „Geen prijs is te hoog voor de vrijheid" was de strijdkreet van de Polen, maar die prijs is al zovele malen betaald, dat men de moed kan bewonderen waarmee zij nu het ex perimentGomoelka verdragen, dat zo veel vrijheid geeft als nodig is om een eco nomische ineenstorting te voorkomen. sG Mexico en Midden-Amerika, erflanden van Maj a's en Azteken, door dr A. L. Con- standse (uitgegeven in de Terra-bibliotheek van J. A. Boom te Meppel) is volgens de schrijver als een inleiding tot de kennis making met de huidige ontwikkeling en problematiek van het noordelijke deel van Latijns-Amerika bedoeld. Het is geschre ven met behulp van officiële publikaties, met een grote kennis van de taal, de geo grafie, de historie, de cultuur, alsmede de economisch-sociale en politieke toestanden in dit gebied. Aan de pakkende opschrif ten van de hoofdstukken herkent men de journalist in de schrijver, die niets heeft verzuimd om het boek aantrekkelijk en van waarde te maken. De kaartjes en il lustraties zijn even goed gekozen als de titels van de zes delen en afzonderlijke hoofdstukken. Een kort overzicht van elk der twaalf besproken landen, een littera tuurlijst met Amerikaanse, Engelse, Fran se, Spaanse, Duitse en ook Nederlandse werken, een lijst der illustraties en een in dex met verwijzingen zijn aan het slot op genomen. De schrijver wijst op het belang, dat Nederland heeft bij de hernieuwing en uitbreiding van zijn handelsbetrekkin gen met deze landen, waar de democratie moeizaam wortel schiet, de economie een zijdig agrarisch georiënteerd is en een boeiende wereld op ontsluiting en ontdek king wacht. In het slothoofdstuk „Bescheiden come back" bespreekt de schrijver de mogelijk heden voor Europeanen in Mexico en Mid den-Amerika. De immigratiekansen slaat hij niet hoog aan, een beperkt aantal geld schieters, die risico's durven nemen, uit gezonderd. De handelsbetrekkingen en cul turele banden kunnen naar zijn mening wel verstevigd worden, al acht hij de mo gelijkheid het terrein te heroveren, dat aan de Noord-Amerikanen is toegevallen, vrij gering. Dr. Constandse is een veilige gids in dit gebied, waarvan het beeld in het we reldnieuws vertekend wordt door het po litieke bedrijf van dictators, die op gezet te tijden revolutie maken of contra-revo luties onderdrukken. Het enige dat ons spijt, na lezing van dit boek, dat wij nog niet weten of dr Constandse Maja's of Maya's wil schrijven. Op de omslag staat Maya's, op de titelpagina Maja's en in de tekst weer Maya's. Palo Alto (Reuter) In de universiteit van Stanford in Californië is men begon nen met het uitpakken van een archief der vroegere Tsaristische geheime poli tie, dat gegevens over huidige en vroe gere Russische leiders kan bevatten. In de Sovjët-Unie weet men niet beter, of dit archief is indertijd vernietigd. Het archief is vroeger door een afde ling van de Russische geheime politie in Parijs samengesteld en in 1926 door de toenmalige ambassadeur in Frankrijk, Maklakov, naar Amerika gezonden. Ma- klakov, die voor zijn leven vreesde, ver zocht de Amerikaanse autoriteiten de zes tien kisten tot na zijn dood te bewaren. Maklakov is in juli in Zwitserland over leden, 86 jaar oud. In het archief zijn stukken gevonden, die betrekking hebben op Trotzky (onder zijn echte naam Bron- stein), Molotov (Skriabin) en de vroegere Poolse dictator maarschalk Pilsoedski. VOORT, VOORT! De grote wegen zijn er om de stad te ontvluchten. Laat het gas vrij toestromen. Laat de banden onder mij voortzoeveren over het wegdek. Weg uit deze stad, waar iedereen weer gaat ver gaderen. Lang genoeg heb ik er bijgezeten, het blocnootje over de knie, de oren waak zaam gespitst om de Essentiële Punten niet te ontgaan. Iedere avond weer nieuwe Essentiële Punten. De belangrijkheid puilt uit iedere agenda. Nooit meer „te verwaar lozen" punten, waarbij de verslaggever even op adem komt. Mij niet gezien van avond en morgenavond. Ik ga een restje vakantie opmaken, vèr van deze stad met haar gevergader. DE RADIO aan voor een luchtig mu ziekje, een rede van de voorzitter van de Nederlandse Vereniging tot bevordering van.pats, uit de radio. Het achtervolgt mij tot hier in de herfstbossen bij Rhenen. Uitstappen even het bos inlopen. Even alle Essentiële Punten het hoofd uit laten waaien. Wel veertig zwarte kraaien komen bijeen in een boom boven mij. Geanimeer de» bespreking. Protest uit een zijtak. Vier, vijf tegelijk doen hun snavels open. Tien, twaalf vliegen onder luid protest de ver gadering uit. Weg van hier! Voort, dieper het land in. IN ARNHEM bespreek ik een hotelka mertje en ik kruip behaaglijk met een boek in bed. Heerlijk, iedereen vergadert over al, maar ik heb me ervan los gemaakt. Ik beleef een volkomen individueel genoegen aan een romannetje zonder essentiële ge deelten. Het is dus helemaal niet erg als ik erbij in slaap val en dat doe ik al heel spoedig. IK WORD wakker van een zware stem, die uitroept: „Maar waarom zitten we dan nog hier? Daar hebben we de vorige ver gadering al uren over gepraat". Verward grijp ik om me heen naar mijn blocnote en mijn potloodje. Ik ben in slaap gevallen en ik heb een heleboel gemist. Het is niet waar, ik zit hier in bed op een of andere hotelkamer, maar in het zaaltje beneden mij woedt een vergadering. Alles is woor delijk te verstaan. De winkeliersvereni ging van een straat vergadert over het aanbrengen van lichtjes met Sinterklaas. En daar moet geld voor op tafel komen. Werktuigelijk maak ik reeds mijn aanteke ningen. Iedereen wil wel betalen, behalve één winkelier, die het nut er niet van in ziet. Terwille van hem zet de voorzitter de Essentiële Punten opnieuw uiteen. Maar hij blijft weigeren. Geroep van „weest u nu astublieft eens zakelijk" en „u wilt hier de boel traineren.en „ach man, schei uit, ik word er misselijk vanIk hoest, want een dikke sigarenrook is via het open raam van het zaaltje hieronder mijn ka mer binnengedrongen. Misschien heeft de Arnhemse Courant iets aan mijn aanteke ningen. Het was een besloten vergadering en verslagen daarover houden toch altijd iets aantrekkelijks. MET DE landerigheid, die ik altijd van langdurige vergaderingen overhoud, stap ik de volgende morgen bij de Arnhemse Courant binnen. „Ach, ja," zegt mij de stadsredacteur, „bij die vereniging is het ieder jaar bonje, wanneer er lichies moe ten komen. Was die meneer, die niet mee wou doen, niet ene Klaassens?" „Ja, meneer", roep ik verwonderd. „Dacht ik wel", zei hij vermoeid. „Nou toch aardig, dat u het effe komt vertellen" Het interesseert me niet of hij er iets van neemt. Ik maakte die notities omdat het de enige manier was om die vergadering te doorstaan. Een tijdje werkeloos luisteren zou me opeens uit het raam hebben doen springen. DE MENSEN, die ik vanmorgen tegen kom, zijn allemaal wel aardig om te zien. Apart genomen kan ik hen allen op recht liefhebben. Maar als zij „bijeen zijn" valt het moeilijker. Wat doe ik als individu tegen het vergaderen? Ik zou er een ver eniging tegen moeten oprichten. En dan een grote openbare vergadering uitschrij ven. Hè ja! Ko Brugbier geldende architecten steeds minder wan den maken waarop rustig te genieten schilderijen nog passen, al is een enkele nog wel bereid een plek te reserveren voor een kreet van Appel? Voor Hana heeft schilderkunst alles te maken met het „individu-zijn" en daarom begon waarlijke schilderkunst hier pas na de middeleeuwen. Tijdgenoot van Berlage en Roland Holst zag bij de mens weer evo lueren van individu naar de menigte. „De kunst weerspiegelt en voorspelt!", zegt hij, constaterend hoe schilders om muren gaan vragen of wel in hun zogenaamde vrije schilderkunst zie Mondriaan toch eigenlijk zeer bouwkunstig bezig zijn. De individu treedt daarbij dus terug. Wie Hana's wijze van beschouwen kan volgen, zal ook Appels werk daarin kunnen plaat sen. Deze toch maakt muren, een architect vatte Appels werk in zijn bouwsel gelijk men een wonderlijke steen kan vatten in een strak sieraad. En Appels zeer vrije uitingen kunnen ook nog gezien worden als een laatste opbruisen van het indivi dualisme. Het ligt buiten dit bestek door te filoso feren op Hana's zienswijze, waarbij ik mis schien dan toch nog de echte schilder kunst zou zien blijven bestaan: zoals prof. Jan Wiegers in een gesprek met mij dacht dat het schilderij voor ons misschien zou worden als de Kakemono voor de Japan ner. WIE HANA's beschouwingen wil genie ten moet zich in musea wel enigszins op de hoogte gesteld hebben. Zijn opstellen zijn als gesprekken, waarbij hij nagenoeg alleen aan het woord is en ter illustratie reprodukties, die grotendeels ook in het boekje voorkomen, hanteert. Men mist bij deze gesprekken soms even een verklarend gebaar of een manier van kijken, die ze ker alles verduidelijkt hadden bij zijn toch zo eenvoudig betoog. In zijn persoonlijke waarderingen blijkt Hana iemand van' een oudere generatie. Maar waar hij met zo'n grote vertrouwdheid met het schilderen de dingen bekijkt, verschilt hij nauwelijks met ons, die ten aanzien van eigen tijdge noten ook altijd minder objectief blijken te zijn. Bob Buys Sacha uuitry met zijn laatste, door hem vereerde echtgenote Lana Marconi. mist louter voor zijn (en voor andermans) genoegen of uit lucratief tijdverdrijf. Uiteraard is het grootste deel van het blad dat tevens de complete tekst be vat van „Faisons un rêve" met foto's van de recente, ook hier besproken reprise met Danielle Darrieux en Robert Lamoureux, welk tweetal thans bezig is een gelijkna mige film te spelen aan Sacha Guitry als acteur en auteur gewijd. Guy le Bolzer herinnert de lezer aan zijn vele creaties, te veel om in deze kolom te herhalen, waarbij vooral aandacht is besteed aan zijn medewerkers die door hem veelal tot snel groeiende bekendheid kwamen, waar dan weer tegenover stond dat zo goed als alle dragers van grote namen op het Fran se toneel zich niet te goed hebben geacht om zelfs in een futiel blijspel van hem op te treden. Ook zijn vader, de vermaar de Lucien Guitry, met wie hij lange tijd alle relaties verbroken had, bracht zijn teksten over het voetlicht in de drama tische kroniek van het leven van Pasteur de verzoening vierend met de hem in po pulariteit over het hoofd gegroeide zoon, die ook dergelijke romantische stukken op smalle historische basis over leven en werken van Mozart en Frans Hals uit zijn pen liet vloeien. Sacha Guitry schreef zeer snel, mede dank zij een onuitputtelijke fantasie en een scherp vernuft. Men kent misschien wel zijn uitspraak, dat hij meer tijd nodig had voor het voordragen van de grote monoloog uit „Luistert u niet, dames!" dan voor het verzinnen en op stellen daarvan. Vergeefs mag Sacha Gui try getracht hebben een Lope de Vega of een Molière te evenaren of de positie van een Napoleon in het theater in te nemen, niettemin heeft hij met zijn briljant vak manschap en zijn speelse mensenkennis het amusementsleven spectaculair ver rijkt. Aan Molière probeerde hij met name te doen denken door zijn satirische opmer kingen over doktoren en over de wispel turigheid van de vrouw, speciaal (tussen twee haakjes: Sacha Guitry was vijf keer met een actrice getrouwd, achtereenvol gens met Charlotte Lysès, Yvonne Wig- nolle, Jacqueline Delubac, Geneviève de Séréville en Lana Marconi, welke laatste thans zijn universele erfgename is) in de liefde. De hierboven genoemde Yvonne Wignolle was een door hem in de Folies Bergère ontdekte artieste, die onder het pseudoniem Yvonne Printemps een ster van het eerste plan is geworden, sinds jaar en dag met Pierre Fresnay gehuwd, eveneens een ontdekking van Guitry, zo dat de werkelijkheid hem in dit geval misschien meer op Molière deed lijken dan zijn bijdrage aan de dramatische lit teratuur. Voor de curiositeit zij hieraan toegevoegd, dat de trouwe collega Tristan Bernard getuige is geweest bij drie van zijn huwelijken! Met enige citaten uit zijn stukken en mémoires blijkt wel hoezeer de verwant schap met Molière inderdaad op het ni- VOOR IK ter bespreking Herman Ha na's bij de Wereldbibliotheek uitgegeven „Vijf eeuwen schilderkunst" ontving, was zijn naam mij eerlijk gezegd een histori sche. Door de grote aanbieding van littera- uur betreffende beeldende kunst in zo vaak aantrekkelijke vorm uitgegeven ge durende de laatste tientallen jaren had ik slechts gegrepen naar de ietwat star uit ziende vroegere werkjes op dit gebied van de Wereldbibliotheek na enthousiaste aan bevelingen van gelijkgeïnteresseerden. Ha na, die in 1952 op hoge leeftijd overleed, was namelijk een trouw medewerker van de Wereldbibliotheek, die hem de gelegen heid schonk op zo eigen wijze de beeldende kunsten in te leiden en te populariseren voor zovfer hij dat mogelijk achtte. Zijn be schouwingen, die bijna uitsluitend betrek king hebben op de schilderkunst der Lage Landen, eindigen met Mondriaans optre den, waarbij dan ter illustratie van zijn betoog Kaudinsky en Picasso toch even be keken moesten worden. Maar al reikt Hana dan niet tot Appel, deze beschouwingen zijn actueel en daarmee op het eind be angstigend voor wie de schilderkunst het zelfde is als voor Hana en deze niet kan wissen. Want gezien zijn beschrijving van de ontwikkeling van de Nederlandse en eigenlijk daarmee ook Westerse schil derkunst, ligt deze verankerd in het vrije schilderij. En dat ziet Hana verdwijnen, aangepast aan en opgenomen worden door de bouwkunst. En is het niet zo, dat vele Het Moskouse Theater heeft in dit sei zoen drie moderne buitenlandse toneel stukken op het repertoire staan, te weten „De dood van een handelsreiziger" van de Amerikaan Arthur Miller, „Jupiter lacht" van de Engelsman A. J. Cronin en een niet nader genoemd stuk van een onbekende Braziliaanse schrijver. Het Moskouse The ater is nu begonnen aan het zestigste sei zoen, waarin ook stukken worden gespeeld van Shakespeare, Schiller, Tsjechov en Dostojevsky. Dit is Colette, in de tijd dat zij „Claudine" schreef, zoals Sacha Guitry haar zag. veau van de cursieve humor bestond. Een paar voorbeelden: Er zijn mensen, die ziek kunnen zijn Ik kan het niet. Dat maakt me ziek. Morfine is een middel, dat er toe dient doktoren te laten slapen. Er zijn mensen, die krijgen wat zij ver dienen. De anderen zijn vrijgezellen. Vrouwen willen niet zozeer dat zij met ons alleen zijn als wel dat wij alleen zijn met haar. Het kenmerk van een grote liefde is de onmogelijkheid om zich te herinneren wie en bij welke gelegenheid het eerst „Ik hov van je" heeft gezegd. Tenslotte bevat het blad nog enkel voorbeelden van Guitry's talent als tckc naar) voor hij met zijn pen de kost ver diende als schrijver deed hij dit met het zelfde wapen als illustrator, karikaturen voor weekbladen en kranten makend van prominente personen, die toendertijd „in het nieuws" waren. Uit die periode staml ook het hierboven geplaatste zelfportret Zijn woning aan de Avenue Elisée-Reclu: werd door zijn vrienden met recht He Museum Sacha Guitry" genoemd. Zijn ver zameling bevat talrijke manuscripten bibliofiele uitgaven, meesterwerken dei schilderkunst, antieke en oosterse sieraden en plastieken, benevens curiositeiten waar aan historische associaties verbonden zijn. Op deze foto ziet men Sacha Guitry als een pasja in zijn tempel. HET bekende Franse tijdschrift „Paris Théatre" van dezelfde uitgever, die ook de omvangrijke agenda van het uit gaansleven onder de aan alle toeristen bekende titel „Une Semaine de Paris" pu bliceert heeft een speciaal nummer ge wijd aan de onlangs overleden acteu: Sacha Guitry, bij velen vooral bekend als maker van hoe dan ook opzienbarende films;.in-de laatste -jaren'in-het bijzonder door zijn veelkleurige historische1 prenten boeken.' -T Michel Aubriant heeft aan deze activi teit een zeer lezenswaardig artikel ge wijd, waarin onder meer de stelling wordt verdedigd dat de regisseur alleen dan de belangrijkste kunstenaar bij de totstand koming van cinematografische produkten is, wanneer hij tevens zoais Guitry als schrijver het scenario heeft vervaar digd. En natuurlijk brengt hij de helaas in ons land ondergewaardeerde „Roman d'un Tricheur" (De roman van een vals speler) als een revolutionaire daad met vérstrekkende gevolgen in herinnering: de eerste proeve van een subjectieve film. Deze stomme film met in wisselende stem mingen gesproken commentaar berustte inderdaad op een sindsdien herhaaldelijk nagevolgde nieuwe formule. Vierentwintig jaar eerder, in 1912, heeft Sacha Guitry zijn eerste film gemaakt als amateur, die met zijn camera beelden „schoot" van met hem bevriende en door hem bewon derde kunstenaars: Rodin, Manet, Renoir, Anatole France, Rostand en Saint-Saëns onder anderen Ook dit bleek een ..uit vinding" te zijn geweest, namelijk die van de artistieke documentaire, zonder welke de „Gide" van Allégret of de „Picasso" van Clouzot ondenkbaar zouden zijn. Overi gens maakte hij de meeste van zijn tal rijke films als een typische non-corfor-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1957 | | pagina 15