Uitbraakpoging mislukt
ONZE NAMEN
7lieume
Vijf eeuwen schilderkunst
iPxidha
tyuiJtAy,
UITGAVEN
Buurtgenoten deden j
allerlei namen
ontstaan
Moskouse Theater in
het zestigste seizoen
Erbij
Zegwijzen
7 Het uiterlijk
Archief der tsaristische
geheime politie in de V.S.
HERDRUK VAN HERMAN HANA'S
de veelzijdige navolger van
Molière en Napoleon
ZATERDAG 2 NOVEMBER 1957
WIE WEL eens een genealogisch on-
derzoek verrichtte weet, dat dit werk
veel op dat van de vermaarde detec- j
tive uit de criminele romans lijkt. En
dat niet slechts omdat beide speurders
zich veelal onledig houden met lieden,
die het tijdige met het eeuwige verwis-
selden. Hun nasporingen brengen de-
zelfde spanning en tevens ontgooche-
lingen: ook in de archieven loopt menig
spoor dood. Zo zoekt de genealogische
vorser vaak uren in oude folianten zon-
der dat de gewenste voorvader opdoemt.
Terwijl het schrift van ons voorgeslacht
hem ergernis verschaft ontcijfert hij
bovendien slechts namen, die hem niet
interesseren. En knorrig slaat hij het
volgende register open
ZO BRENGT een onderzoek in onze i
archieven niet zelden karweitjes mee,
die weinig reden tot voldoening geven, j
Toch kan het gebeuren dat de geplaagde
vorser een ogenblik met zuchten op-
houdt, rond zijn mondhoeken verschijnt
zelfs de zweem van een glimlach.
Want temidden van al die honderden
namen ontwaart hij aanduidingen als
Guertjen Deventerkoeck, Simon Altydt-
nydigh en Heyn Lamp-voorover. Een
Zaankanter komt in de kerkelijke re- jj
gisters zelfs onder de zonderlinge be-
naming „Hael ejjeren, back struijf"
voor. Kennelijk waren dit de woorden,
waarmee hij steevast na iedere thuis-
komst zijn ega begroette en bleef dit
aan de buurtgenoten niet verborgen, i
Rond het jaar 1400 werd een Leidse
koopman als „Jan Blyf-hier" in de ad-
ministratie van zjjn stad vermeld. Hjj j
volgde het in zijn naam opgesloten ver-
zoek niet op, maar reisde naar Schonen
in Zweden, waar hjj overleed.
EEN BURGER van Amsterdam, die
in de Gouden Eeuw leefde, stond blijk-
baar als „Jonghe Jan Doet-er-niet-toe"
bekend en komt ook als zodanig in de
archivalia voor. Hij was stellig de zoon j
van een oude Jan, die zijn tijdgenoten j
b(j herhaling verzekerde dat het er
niet toe deed. Hier ging de bijnaam dus
over op de zoon, die deze woorden mis-
schien zelf nooit bezigde. Een andere
vaderlander stellig een optimist
gebruikte zo vaak de woorden ,,'t Lukt
v,'el", dat zjjn nageslacht nog altijd naar
de naam Lukwel luistert. Andere stop-
woorden deden de familienamen Aldus, I
Hoezoo, Justement en Evenwel ont-
staan. Zou de naamvorming heden ten
dage nog voortgang hebben, dan ken-
den we stellig de naam Indirect, gege-
ven aan een man, die dit woord even
veelvuldig als te onpas bezigt. Tot zijn
geruststelling: sinds de invoering van
de Burgerlijke Stand kan het niet meer
gebeuren, dat dergelijke uit spot gege-
ven bijnamen officieel en erfelijk
worden.
VOORDAT de wetgeving zich met de
namen bemoeide, gebeurde het niet
zelden, dat geslachtsnamen hun ontstaan
aan de buurtgenoten dankten. Dit blijkt
vooral uit de namen, die aan het uiter-
lijk ontleend zijn. Het is toch waarlijk
niet aan te nemen dat de eerste Crom-
been, Scheefhals, Langhals, Langbeen,
Spillebeen, De Vette, Den Breejen, De
Ronde, Den Dunnen, Hazelip en De
Kleene (kleine) hun namen zelf be- jj
dacht hebben. Vooral het haar schijnt
ons voorgeslacht tot het verzinnen van
namen voor hun medeburgers geïnspi-
reerd te hebben. De familienamen De
Roode, Roothooft, Rootbol, De Blonde,
Withaar, Zwartbol, Kroeskop, Lange-
baarjl, Robaert en Spitsbaard leggen
daarvan nog steeds getuigenis af. Bij
de eerste De Kale en Bloothooft was van
haar geen sprake meer. Ook de namen
De Reus, De Corte, Magermans en De
Peuter zullen wel vondsten van de om-
wonenden zijn. Maar dan zijn er toch
eveneens nog namen als Naaktgeboren
en Agsteribbe, die wel degelijk met
medewerking van de ee.rste drager ont-
stonden. Daarover de volgende keer. I
J. G. de Boer van der Ley
„Paardrijden" door W. Slob. Onlangs is in
de nieuwe reeks van „Weten en Kunnen",
van de n.v. uitgeversmaatschappij „Kos
mos" te Amsterdam, de tweede verbeterde
druk uitgekomen van het boekje „Paard
rijden", geschreven door de heer W. Slob.
De heer Slob heeft dit werkje bedoeld als
een leiddraad voor hen die het paardrijden
willen gaan beoefenen, en hij is hierin
uitstekend geslaagd. De schrijver bespreekt
in dit boekje op beknopte wijze de ver
schillende rijmethod en, zoals het dressuur-
rijden, het hindernisrijden en het terrein
rijden. Aan de hand van foto's en illustra
ties worden de juiste en onjuiste houdin
gen van de ruiter aangetoond en de schrij
ver heeft niet vergeten te wijzen op een
juiste behandeling van het paard.
Dit boekje zal paardenliefhebbers en as
pirant-ruiters van groot nut zijn.
Polen, waar wacht ge op. van Philip
Gibbs, vertaald door Marja Roe, uitgegeven
door Hollandia te Baarn, is een aangrij
pende roman, op de geschiedenis van Po
len van het uitbreken van de oorlog in
1939 tot aan de Russische bezetting in 1945,
op interviews met verzetslieden en gevan
genen uit Russische kampen en op de
boeken van generaal Anders („An army in
exile") en generaal Komorovski („The se
cret Army") gebaseerd. De titel is ontleend
aan een Russisch pamflet, waarin de Polen
worden opgeroepen de wapens op te ne
men tegen de Duitsers, omdat de Russen
zijn gekomen om hen te bevrijden, met
„Uw Jozef Stalin" ondertekend. De Polen
stonden op, vochten rhet hoop in het hart
en weinig wapens en munitie omhanden
in de straten van Warschau tegen een
Duitse overmacht. De Russen bleven aan
gene zijde van de Weichsel, Churchill en
Roosevelt smeekten Stalin de moordpartij
te verhinderen en zonden in wanhoop
tweemaal een eskader bommenwerpers, die
wapens en munitie uitwierpen. Polen
werd voor de tweede keer in de oorlog door
de Russen verraden.
Het boek is het werk van een bekwaam
romancier, goed van compositie, maar met
een teveel aan gewilde liefdes en ontmoe
tingen om een uitblinker te zijn. Het be
gin is goed geschreven. Een blijde, onbe
zorgde, vooroorlogse stemming in een kring
van gegoeden, die genieten van het leven
en niet geloven kunnen dat het niet blij
ven zal. De Poolse cavalerie is echter geen
partij voor de Duitse tankdivisies en als
de Russen de oostelijke grens overschrij
den, is Polens lot bezegeld. Sommige solda
ten vluchten over de Hongaarse grens en
komen op tijd 'aan het westelijke front om
de nederlaag van Frankrijk en de eva
cautie naar Engeland mee te maken. De
Poolse divisie onder generaal Anders bijt
het spit af bij de bestorming van Monte
Cassino na de landing in Italië. Ondertus
sen vecht de ondergrondse in Polen met
sabotage en illegale bladen, tot het sein
voor de opstand wordt gegeven. „Geen
prijs is te hoog voor de vrijheid" was de
strijdkreet van de Polen, maar die prijs is
al zovele malen betaald, dat men de moed
kan bewonderen waarmee zij nu het ex
perimentGomoelka verdragen, dat zo
veel vrijheid geeft als nodig is om een eco
nomische ineenstorting te voorkomen.
sG
Mexico en Midden-Amerika, erflanden
van Maj a's en Azteken, door dr A. L. Con-
standse (uitgegeven in de Terra-bibliotheek
van J. A. Boom te Meppel) is volgens de
schrijver als een inleiding tot de kennis
making met de huidige ontwikkeling en
problematiek van het noordelijke deel van
Latijns-Amerika bedoeld. Het is geschre
ven met behulp van officiële publikaties,
met een grote kennis van de taal, de geo
grafie, de historie, de cultuur, alsmede de
economisch-sociale en politieke toestanden
in dit gebied. Aan de pakkende opschrif
ten van de hoofdstukken herkent men de
journalist in de schrijver, die niets heeft
verzuimd om het boek aantrekkelijk en
van waarde te maken. De kaartjes en il
lustraties zijn even goed gekozen als de
titels van de zes delen en afzonderlijke
hoofdstukken. Een kort overzicht van elk
der twaalf besproken landen, een littera
tuurlijst met Amerikaanse, Engelse, Fran
se, Spaanse, Duitse en ook Nederlandse
werken, een lijst der illustraties en een in
dex met verwijzingen zijn aan het slot op
genomen. De schrijver wijst op het belang,
dat Nederland heeft bij de hernieuwing
en uitbreiding van zijn handelsbetrekkin
gen met deze landen, waar de democratie
moeizaam wortel schiet, de economie een
zijdig agrarisch georiënteerd is en een
boeiende wereld op ontsluiting en ontdek
king wacht.
In het slothoofdstuk „Bescheiden come
back" bespreekt de schrijver de mogelijk
heden voor Europeanen in Mexico en Mid
den-Amerika. De immigratiekansen slaat
hij niet hoog aan, een beperkt aantal geld
schieters, die risico's durven nemen, uit
gezonderd. De handelsbetrekkingen en cul
turele banden kunnen naar zijn mening
wel verstevigd worden, al acht hij de mo
gelijkheid het terrein te heroveren, dat aan
de Noord-Amerikanen is toegevallen, vrij
gering. Dr. Constandse is een veilige gids
in dit gebied, waarvan het beeld in het we
reldnieuws vertekend wordt door het po
litieke bedrijf van dictators, die op gezet
te tijden revolutie maken of contra-revo
luties onderdrukken. Het enige dat ons spijt,
na lezing van dit boek, dat wij nog niet
weten of dr Constandse Maja's of Maya's
wil schrijven. Op de omslag staat Maya's,
op de titelpagina Maja's en in de tekst
weer Maya's.
Palo Alto (Reuter) In de universiteit
van Stanford in Californië is men begon
nen met het uitpakken van een archief
der vroegere Tsaristische geheime poli
tie, dat gegevens over huidige en vroe
gere Russische leiders kan bevatten. In de
Sovjët-Unie weet men niet beter, of dit
archief is indertijd vernietigd.
Het archief is vroeger door een afde
ling van de Russische geheime politie in
Parijs samengesteld en in 1926 door de
toenmalige ambassadeur in Frankrijk,
Maklakov, naar Amerika gezonden. Ma-
klakov, die voor zijn leven vreesde, ver
zocht de Amerikaanse autoriteiten de zes
tien kisten tot na zijn dood te bewaren.
Maklakov is in juli in Zwitserland over
leden, 86 jaar oud. In het archief zijn
stukken gevonden, die betrekking hebben
op Trotzky (onder zijn echte naam Bron-
stein), Molotov (Skriabin) en de vroegere
Poolse dictator maarschalk Pilsoedski.
VOORT, VOORT! De grote wegen zijn
er om de stad te ontvluchten. Laat het gas
vrij toestromen. Laat de banden onder mij
voortzoeveren over het wegdek. Weg uit
deze stad, waar iedereen weer gaat ver
gaderen. Lang genoeg heb ik er bijgezeten,
het blocnootje over de knie, de oren waak
zaam gespitst om de Essentiële Punten
niet te ontgaan. Iedere avond weer nieuwe
Essentiële Punten. De belangrijkheid puilt
uit iedere agenda. Nooit meer „te verwaar
lozen" punten, waarbij de verslaggever
even op adem komt. Mij niet gezien van
avond en morgenavond. Ik ga een restje
vakantie opmaken, vèr van deze stad met
haar gevergader.
DE RADIO aan voor een luchtig mu
ziekje, een rede van de voorzitter van de
Nederlandse Vereniging tot bevordering
van.pats, uit de radio. Het achtervolgt
mij tot hier in de herfstbossen bij Rhenen.
Uitstappen even het bos inlopen. Even
alle Essentiële Punten het hoofd uit laten
waaien. Wel veertig zwarte kraaien komen
bijeen in een boom boven mij. Geanimeer
de» bespreking. Protest uit een zijtak. Vier,
vijf tegelijk doen hun snavels open. Tien,
twaalf vliegen onder luid protest de ver
gadering uit. Weg van hier! Voort, dieper
het land in.
IN ARNHEM bespreek ik een hotelka
mertje en ik kruip behaaglijk met een boek
in bed. Heerlijk, iedereen vergadert over
al, maar ik heb me ervan los gemaakt. Ik
beleef een volkomen individueel genoegen
aan een romannetje zonder essentiële ge
deelten. Het is dus helemaal niet erg als
ik erbij in slaap val en dat doe ik al heel
spoedig.
IK WORD wakker van een zware stem,
die uitroept: „Maar waarom zitten we dan
nog hier? Daar hebben we de vorige ver
gadering al uren over gepraat". Verward
grijp ik om me heen naar mijn blocnote en
mijn potloodje. Ik ben in slaap gevallen
en ik heb een heleboel gemist. Het is niet
waar, ik zit hier in bed op een of andere
hotelkamer, maar in het zaaltje beneden
mij woedt een vergadering. Alles is woor
delijk te verstaan. De winkeliersvereni
ging van een straat vergadert over het
aanbrengen van lichtjes met Sinterklaas.
En daar moet geld voor op tafel komen.
Werktuigelijk maak ik reeds mijn aanteke
ningen. Iedereen wil wel betalen, behalve
één winkelier, die het nut er niet van in
ziet. Terwille van hem zet de voorzitter
de Essentiële Punten opnieuw uiteen. Maar
hij blijft weigeren. Geroep van „weest u
nu astublieft eens zakelijk" en „u wilt hier
de boel traineren.en „ach man, schei
uit, ik word er misselijk vanIk hoest,
want een dikke sigarenrook is via het open
raam van het zaaltje hieronder mijn ka
mer binnengedrongen. Misschien heeft de
Arnhemse Courant iets aan mijn aanteke
ningen. Het was een besloten vergadering
en verslagen daarover houden toch altijd
iets aantrekkelijks.
MET DE landerigheid, die ik altijd van
langdurige vergaderingen overhoud, stap
ik de volgende morgen bij de Arnhemse
Courant binnen. „Ach, ja," zegt mij de
stadsredacteur, „bij die vereniging is het
ieder jaar bonje, wanneer er lichies moe
ten komen. Was die meneer, die niet mee
wou doen, niet ene Klaassens?"
„Ja, meneer", roep ik verwonderd.
„Dacht ik wel", zei hij vermoeid. „Nou
toch aardig, dat u het effe komt vertellen"
Het interesseert me niet of hij er iets van
neemt. Ik maakte die notities omdat het
de enige manier was om die vergadering
te doorstaan. Een tijdje werkeloos luisteren
zou me opeens uit het raam hebben doen
springen.
DE MENSEN, die ik vanmorgen tegen
kom, zijn allemaal wel aardig om te
zien. Apart genomen kan ik hen allen op
recht liefhebben. Maar als zij „bijeen zijn"
valt het moeilijker. Wat doe ik als individu
tegen het vergaderen? Ik zou er een ver
eniging tegen moeten oprichten. En dan
een grote openbare vergadering uitschrij
ven. Hè ja!
Ko Brugbier
geldende architecten steeds minder wan
den maken waarop rustig te genieten
schilderijen nog passen, al is een enkele
nog wel bereid een plek te reserveren voor
een kreet van Appel?
Voor Hana heeft schilderkunst alles te
maken met het „individu-zijn" en daarom
begon waarlijke schilderkunst hier pas na
de middeleeuwen. Tijdgenoot van Berlage
en Roland Holst zag bij de mens weer evo
lueren van individu naar de menigte. „De
kunst weerspiegelt en voorspelt!", zegt hij,
constaterend hoe schilders om muren gaan
vragen of wel in hun zogenaamde vrije
schilderkunst zie Mondriaan toch
eigenlijk zeer bouwkunstig bezig zijn. De
individu treedt daarbij dus terug. Wie
Hana's wijze van beschouwen kan volgen,
zal ook Appels werk daarin kunnen plaat
sen. Deze toch maakt muren, een architect
vatte Appels werk in zijn bouwsel gelijk
men een wonderlijke steen kan vatten in
een strak sieraad. En Appels zeer vrije
uitingen kunnen ook nog gezien worden
als een laatste opbruisen van het indivi
dualisme.
Het ligt buiten dit bestek door te filoso
feren op Hana's zienswijze, waarbij ik mis
schien dan toch nog de echte schilder
kunst zou zien blijven bestaan: zoals prof.
Jan Wiegers in een gesprek met mij dacht
dat het schilderij voor ons misschien zou
worden als de Kakemono voor de Japan
ner.
WIE HANA's beschouwingen wil genie
ten moet zich in musea wel enigszins op
de hoogte gesteld hebben. Zijn opstellen
zijn als gesprekken, waarbij hij nagenoeg
alleen aan het woord is en ter illustratie
reprodukties, die grotendeels ook in het
boekje voorkomen, hanteert. Men mist bij
deze gesprekken soms even een verklarend
gebaar of een manier van kijken, die ze
ker alles verduidelijkt hadden bij zijn toch
zo eenvoudig betoog. In zijn persoonlijke
waarderingen blijkt Hana iemand van' een
oudere generatie. Maar waar hij met zo'n
grote vertrouwdheid met het schilderen de
dingen bekijkt, verschilt hij nauwelijks
met ons, die ten aanzien van eigen tijdge
noten ook altijd minder objectief blijken
te zijn.
Bob Buys
Sacha uuitry met zijn laatste, door hem
vereerde echtgenote Lana Marconi.
mist louter voor zijn (en voor andermans)
genoegen of uit lucratief tijdverdrijf.
Uiteraard is het grootste deel van het
blad dat tevens de complete tekst be
vat van „Faisons un rêve" met foto's van
de recente, ook hier besproken reprise met
Danielle Darrieux en Robert Lamoureux,
welk tweetal thans bezig is een gelijkna
mige film te spelen aan Sacha Guitry
als acteur en auteur gewijd. Guy le Bolzer
herinnert de lezer aan zijn vele creaties,
te veel om in deze kolom te herhalen,
waarbij vooral aandacht is besteed aan
zijn medewerkers die door hem veelal tot
snel groeiende bekendheid kwamen, waar
dan weer tegenover stond dat zo goed als
alle dragers van grote namen op het Fran
se toneel zich niet te goed hebben geacht
om zelfs in een futiel blijspel van hem
op te treden. Ook zijn vader, de vermaar
de Lucien Guitry, met wie hij lange tijd
alle relaties verbroken had, bracht zijn
teksten over het voetlicht in de drama
tische kroniek van het leven van Pasteur
de verzoening vierend met de hem in po
pulariteit over het hoofd gegroeide zoon,
die ook dergelijke romantische stukken
op smalle historische basis over leven en
werken van Mozart en Frans Hals uit zijn
pen liet vloeien. Sacha Guitry schreef zeer
snel, mede dank zij een onuitputtelijke
fantasie en een scherp vernuft. Men kent
misschien wel zijn uitspraak, dat hij meer
tijd nodig had voor het voordragen van
de grote monoloog uit „Luistert u niet,
dames!" dan voor het verzinnen en op
stellen daarvan. Vergeefs mag Sacha Gui
try getracht hebben een Lope de Vega of
een Molière te evenaren of de positie van
een Napoleon in het theater in te nemen,
niettemin heeft hij met zijn briljant vak
manschap en zijn speelse mensenkennis
het amusementsleven spectaculair ver
rijkt.
Aan Molière probeerde hij met name te
doen denken door zijn satirische opmer
kingen over doktoren en over de wispel
turigheid van de vrouw, speciaal (tussen
twee haakjes: Sacha Guitry was vijf keer
met een actrice getrouwd, achtereenvol
gens met Charlotte Lysès, Yvonne Wig-
nolle, Jacqueline Delubac, Geneviève de
Séréville en Lana Marconi, welke laatste
thans zijn universele erfgename is) in de
liefde. De hierboven genoemde Yvonne
Wignolle was een door hem in de Folies
Bergère ontdekte artieste, die onder het
pseudoniem Yvonne Printemps een ster
van het eerste plan is geworden, sinds
jaar en dag met Pierre Fresnay gehuwd,
eveneens een ontdekking van Guitry, zo
dat de werkelijkheid hem in dit geval
misschien meer op Molière deed lijken
dan zijn bijdrage aan de dramatische lit
teratuur. Voor de curiositeit zij hieraan
toegevoegd, dat de trouwe collega Tristan
Bernard getuige is geweest bij drie van
zijn huwelijken!
Met enige citaten uit zijn stukken en
mémoires blijkt wel hoezeer de verwant
schap met Molière inderdaad op het ni-
VOOR IK ter bespreking Herman Ha
na's bij de Wereldbibliotheek uitgegeven
„Vijf eeuwen schilderkunst" ontving, was
zijn naam mij eerlijk gezegd een histori
sche. Door de grote aanbieding van littera-
uur betreffende beeldende kunst in zo
vaak aantrekkelijke vorm uitgegeven ge
durende de laatste tientallen jaren had ik
slechts gegrepen naar de ietwat star uit
ziende vroegere werkjes op dit gebied van
de Wereldbibliotheek na enthousiaste aan
bevelingen van gelijkgeïnteresseerden. Ha
na, die in 1952 op hoge leeftijd overleed,
was namelijk een trouw medewerker van
de Wereldbibliotheek, die hem de gelegen
heid schonk op zo eigen wijze de beeldende
kunsten in te leiden en te populariseren
voor zovfer hij dat mogelijk achtte. Zijn be
schouwingen, die bijna uitsluitend betrek
king hebben op de schilderkunst der Lage
Landen, eindigen met Mondriaans optre
den, waarbij dan ter illustratie van zijn
betoog Kaudinsky en Picasso toch even be
keken moesten worden. Maar al reikt Hana
dan niet tot Appel, deze beschouwingen
zijn actueel en daarmee op het eind be
angstigend voor wie de schilderkunst het
zelfde is als voor Hana en deze niet kan
wissen. Want gezien zijn beschrijving van
de ontwikkeling van de Nederlandse en
eigenlijk daarmee ook Westerse schil
derkunst, ligt deze verankerd in het vrije
schilderij. En dat ziet Hana verdwijnen,
aangepast aan en opgenomen worden door
de bouwkunst. En is het niet zo, dat vele
Het Moskouse Theater heeft in dit sei
zoen drie moderne buitenlandse toneel
stukken op het repertoire staan, te weten
„De dood van een handelsreiziger" van de
Amerikaan Arthur Miller, „Jupiter lacht"
van de Engelsman A. J. Cronin en een niet
nader genoemd stuk van een onbekende
Braziliaanse schrijver. Het Moskouse The
ater is nu begonnen aan het zestigste sei
zoen, waarin ook stukken worden gespeeld
van Shakespeare, Schiller, Tsjechov en
Dostojevsky.
Dit is Colette, in de tijd dat zij „Claudine"
schreef, zoals Sacha Guitry haar zag.
veau van de cursieve humor bestond. Een
paar voorbeelden:
Er zijn mensen, die ziek kunnen zijn
Ik kan het niet. Dat maakt me ziek.
Morfine is een middel, dat er toe dient
doktoren te laten slapen.
Er zijn mensen, die krijgen wat zij ver
dienen. De anderen zijn vrijgezellen.
Vrouwen willen niet zozeer dat zij met
ons alleen zijn als wel dat wij alleen zijn
met haar.
Het kenmerk van een grote liefde is de
onmogelijkheid om zich te herinneren wie
en bij welke gelegenheid het eerst „Ik hov
van je" heeft gezegd.
Tenslotte bevat het blad nog enkel
voorbeelden van Guitry's talent als tckc
naar) voor hij met zijn pen de kost ver
diende als schrijver deed hij dit met het
zelfde wapen als illustrator, karikaturen
voor weekbladen en kranten makend van
prominente personen, die toendertijd „in
het nieuws" waren. Uit die periode staml
ook het hierboven geplaatste zelfportret
Zijn woning aan de Avenue Elisée-Reclu:
werd door zijn vrienden met recht He
Museum Sacha Guitry" genoemd. Zijn ver
zameling bevat talrijke manuscripten
bibliofiele uitgaven, meesterwerken dei
schilderkunst, antieke en oosterse sieraden
en plastieken, benevens curiositeiten waar
aan historische associaties verbonden zijn.
Op deze foto ziet men Sacha Guitry als een
pasja in zijn tempel.
HET bekende Franse tijdschrift „Paris
Théatre" van dezelfde uitgever, die
ook de omvangrijke agenda van het uit
gaansleven onder de aan alle toeristen
bekende titel „Une Semaine de Paris" pu
bliceert heeft een speciaal nummer ge
wijd aan de onlangs overleden acteu:
Sacha Guitry, bij velen vooral bekend als
maker van hoe dan ook opzienbarende
films;.in-de laatste -jaren'in-het bijzonder
door zijn veelkleurige historische1 prenten
boeken.' -T
Michel Aubriant heeft aan deze activi
teit een zeer lezenswaardig artikel ge
wijd, waarin onder meer de stelling wordt
verdedigd dat de regisseur alleen dan de
belangrijkste kunstenaar bij de totstand
koming van cinematografische produkten
is, wanneer hij tevens zoais Guitry
als schrijver het scenario heeft vervaar
digd. En natuurlijk brengt hij de helaas
in ons land ondergewaardeerde „Roman
d'un Tricheur" (De roman van een vals
speler) als een revolutionaire daad met
vérstrekkende gevolgen in herinnering: de
eerste proeve van een subjectieve film.
Deze stomme film met in wisselende stem
mingen gesproken commentaar berustte
inderdaad op een sindsdien herhaaldelijk
nagevolgde nieuwe formule. Vierentwintig
jaar eerder, in 1912, heeft Sacha Guitry
zijn eerste film gemaakt als amateur,
die met zijn camera beelden „schoot" van
met hem bevriende en door hem bewon
derde kunstenaars: Rodin, Manet, Renoir,
Anatole France, Rostand en Saint-Saëns
onder anderen Ook dit bleek een ..uit
vinding" te zijn geweest, namelijk die van
de artistieke documentaire, zonder welke
de „Gide" van Allégret of de „Picasso" van
Clouzot ondenkbaar zouden zijn. Overi
gens maakte hij de meeste van zijn tal
rijke films als een typische non-corfor-