pais René Clair bewaart meesterlijk afstand in zijn „Porte des Lilas" r OVERZICHT VAN AMSTERDAMSE EXPOSITIES rh' is hef ontstr.an Onbegrijpelijk Halfbakken Tekeningen bij Arti Israëls en Sluyters Een expressioniste Een film, die ons blij maakt 3 Van c/ag fof cfa# Jongen door steen uit katapult in oog geraakt Minister Helders brengt bezoek aan Australië „Sluisweg" weer open Eén trein meer tussen Beverwijk en Amsterdam SOFTY WAVE SOFTY WAVE Evangelisatiedienst in Begijnhofkapel Borstbeeld van Felix Rutten voor Sittard de <^Praatótcel KLAVER VIER W: Voor goodo en duurzame vloeren EDELHOUT vloeren Huid genezing Z-3 I I Houdt de winter uit handen en voeten. Dit woord: STUIVER 2 A i E R DAG 2 NOVEMBER 1957 Men heeft bij de invoering van de maxi mum-snelheid in Haarlem op onbegrijpe lijke wijze een kans gemist om op eeu een voudige manier een situatie te verkrijgen, die anders slechts ten koste van veel tijd en geld zou kunnen ontstaan. Wij bedoelen de verheffing van de Delft laan boven de Rijksstraatweg, zodat-het snelverkeer meer en meer van de Delft laan gebruik zou maken, waardoor de Rijksstraatweg, die toch al te veel verkeer te verwerken krijgt, aanzienlijk ontlast zou kunnen worden. Indertijd heeft men om dit doel te berei ken een dure oplossing ontworpen, waar bij de rijksweg van Velsen zonder onder breking in de Delftlaan zou overgaan en men om de Rijksstraatweg te bereiken welbewust zou moeten afslaan. Oorspron kelijk zou deze afbuigende weg onder de rijksweg doorgaan, maar toen bleek, dat het wel vijf jaar zou kunnen duren, voor dat dit verwezenlijkt zou kunnen worden, heeft men naar een eenvoudiger oplossing gezocht, die men meende te hebben gevon den in een a niveau afbuigen van de Rijks straatweg. Voordat dit plan gerealiseerd zou zijn, zouden er echter ook drie jaren moeten verlopen. Nu is van overheidswege voor de be bouwde kommen een maximum-snelheid vastgesteld van 50 kilometer per uur, waar bij op sommige wegen bij wijze van uit zondering 70 kilometer per uur zou mogen worden gereden. De gemeente Haarlem heeft voor de Delftlaan deze uitzonderingspositie aan gevraagd. Het bleek echter niet mogelijk te zijn op 1 november reeds tot het in voeren van de 70 kilometer grens over te gaan omdat deze maatregel nog door Ge deputeerde Staten moest worden goedge keurd. In elk geval wilde Haarlem voor de Rijksstraatweg de voorgeschreven maximum snelheid van 50 kilometer ge handhaafd krijgen, waarbij men de ver wachting koesterde, dat het verkeer bij voorkeur van de Delftlaan gebruik zou maken, waardoor men vast op de defini tieve toestand zou vooruitlopen. Deze volkomen logische gedachtengang is echter doorbroken door de regering, die vaststelde dat op de onder haar ressor terende Rijksstraatweg met een snelheid van 70 kilometer per uur mag worden gereden van de grens van de gemeente Haarlem af tot aan de Vergierdeweg toe. Op zichzelf bestaat er tegen een hogere snelheid op dit gedeelte van de Rijksstraat weg nauwelijks bezwaar, omdat de eigen lijke bebouwing pas verderop begint. De regering en met haar de Rijkswaterstaat, die de betreffende borden heeft geplaatst, heeft echter door dit besluit getoond, dat zij van het grondbeginsel van de door haar zelf opgelegde maximum-snelheid weinig heeft begrepen. Het doel van de maximum snelheid is immers de toenemende ver keersonveiligheid een halt toe te roepen en daardoor het getal dodelijke verkeersonge lukken tot een minimum te beperken. Ter wille van een illusoire grotere snelheid voor automobilisten op het gedeelte Delft pleinVergierdeweg, heeft men nu het gevaar voor de gehele Rijksstraatweg ver hoogd. Een gevaar, dat ieder jaar weer een groot aantal ongelukken op deze voor het snelverkeer ongeschikte weg heeft veroor zaakt. Men leze er de Memorie van Ant woord van het Haarlemse college van B. en W. nog maar eens op na, waaruit blijkt, dat het aantal ongelukken daar ook dit jaar weer is toegenomen. Het heeft immers weinig zin, dat automobilisten over een korte afstand zeventig kilometer mogen rijden, als zij daarna toch hun snelheid weer moeten beperken tot de voorgeschre ven vijftig kilometer. Voor automobilisten biedt een dergelijke maatregel nauwelijks voordeel, maar hij heeft het buitengewoon grote nadeel, dat de Rijksstraatweg druk ker bereden zal worden, omdat het ge motoriseerde wegverkeer door het bord van 70 kilometer zal worden aangelokt van de Rijksstraatweg gebruik te maken, waarna dit verkeer zich tevens weer door de binnenstad zal moeten persen. Op buitengewoon onverantwoordelijke en onbegrijpelijke wijze heeft men hier van de zijde van de landelijke overheid het belang van de verkeersveiligheid miskend en het is te hopen, dat wanneer straks de Delftlaan een 70-kilometer-per-uur-weg wordt, de snelheid voor de gehele Rijks straatweg alsnog op 50 kilometer per uur gebracht zal worden. Voor de zoveelste maal heeft een speciale UNO-commissie zich afkeurend uitgelaten over de politiek der Zuidafrikaanse rege ring ten aanzien van de rassenkwestie. Deze laatste afkeuring was vervat in een resolutie, die betreurde dat een vorig beroep op de regering van Strijdom zonder gevolg was gebleven. Het valt niet te verwachten, dat de Zuid afrikaanse regering thans boetvaardig haar politiek zal wijzigen. Doch er is een andere regering, waarvan verwacht had mogen worden dat zij haar politiek in tussen zou hebben gewijzigd, namelijk onze eigen Nederlandse regering. Zij heeft namelijk bij de stemming over deze reso lutie zich opnieuw onthouden, ofschoon zij ervan overtuigd kan zijn dat de meer derheid van het Nederlandse volk de ont- rechting der kleurlingen in Zuid-Afrika principieel veroordeelt. De motivering van deze onthouding moet worden gezocht in het feit, dat men de „bevriende en met oude banden aan Ne derland verbonden" Zuidafrikaanse Unie niet tegen het hoofd wil stoten. Het ont houden is een middenweg tussen tegen- en voorstemmen. Een politiek van vlees noch vis, van weifelend ja en aarzelend neen, een politiek van ruggegraatloos opportunisme. „Om der wille van de smeer" is een spreekwoord, dat even oer oud is als onze banden met Zuid-Afrika. Maar de eis dat men kleur bekent en zijn principes niet verloochent, is nog veel ouder. Zij is namelijk een onderdeel van eerlijk en goed regeren. Vrijdagmiddag schoot een dertienjarige iongen met zijn katapult bij het Brouwers kolkje een steentje in de richting van een zesjarig jongetje waardoor deze laatste precies in het oog werd geraakt. De pupil werd beschadigd en bovendien ontstond er een bloeduitstorting direct onder het oog. De Haarlemse politie raadt aan de kinde ren op het gevaar van het spelen met kata pulten te wijzen. ADVERTENTIE Deze week o.a. de eerste aflevering van „Een wereld voor mijn zoon" Opzienbarend en ontroerend, tegelijk schokkend en teder, is dit verhaal van een moeder die vecht voor het geluk van haar verlamde kind. In Amerika lazen miljoenen vrouwen haar bewogen relaas. Libelle - Nassauplein Op 6 november zullen de minister van Zaken Overzee, mr. G. Ph. Helders, en de gouverneur van Nederlands Nieuw-Guinea dr. J. van Baal, een bezoek aan Australië beginnen. Het betreft hier een tegenbe zoek na de bezoeken, die de Australische minister voor gebiedsdelen, Paul Hasluck, en het hoofd van het bestuur van Papua en Nieuw-Guinea, brigade-generaal Cle- land, kort geleden aan Nederlands Nieuw- Guinea hebben gebracht. Minister Hasluck zal minister Helders op zijn reis vergezel len. Brigade-generaal Cleland en gouver neur Van Baal zullen een reis van acht dagen door Australisch gebied maken. Bij de ontmoetingen tussen de Nederlandse en Australische autoriteiten zullen meningen worden uitgewisseld over bestuursvraag- stukken in de beide delen van Nieuw-Gui nea. De herstelwerkzaamheden aan de Noor- dersluis het verwisselen van de deuren zijn voltooid en ook de Middensluis is hersteld (hier moest een taatspen worden gerepareerd) zodat gistermiddag de Bailey brug over de kleine sluis weer kon worden aangebracht. De borden, die het verkeer de toegang ontzegden, zijn inmiddels weg gehaald. Er passeerden voor de sluiting van de weg dagelijks 1200 motorvoertuigen over de sluisweg. Met ingang van maandag 4 november wordt door de Nederlandse Spoorwegen, alleen op werkdagen behalve zaterdags een voortrein ingelegd tussen Beverwijk en Amsterdam. De voortrein vertrekt uit Beverwijk om 16.45, stopt niet in Driehuis-zuid en Sant poort-noord, vertrekt uit Santpoort-zuid om 17.02 uur en uit Bloemendaal om 17.06 uur. Aankomst in Haarlem 17.10 uur en ver trek 17.12 uur. De trein stopt niet in Am- sterdam-Sloterdijk en komt om 17.26 uur in Amsterdam aan. Op de najaarstentoonstelling van „Arti et Amicitiae" te Amsterdam werden dit keer naast beeldhouwwerken en grafiek alleen tekeningen toegelaten, waardoor een bescheidener en voorts innemender uiterlijk bereikt werd. Weinig aantrekke lijk werk dringt zich zo minder op. Voor verscheidene figuren blijkt de beperking tot het éénkleurige vaak een winst. Veel al is in tekeningen van schilders een di recter contact met het gegeven voelbaar en het werk zo levendiger. Schilderijen van Schuilman zou ik nooit lelijk van kleur kunnen noemen, maar hoezeer worden ze soms overtroffen door zijn tekeningen, die spontaner zijn en po sitiever de dingen stellen, waarmee zij voor mij een „kleuriger" voorkomen verkregen. Waar Colnot in zijn streven naar sonore kleureffecten misschien wel eens troebel kon worden, helpt de instel ling op het zwart en wit hem dit te voor komen. Mevrouw Reuchlin-Luccardi be reikt zeker schoner resultaten in haar tekeningen en grafiek dan in haar schil derijen. Een portrettist als Bobeldijk richt zich met het tekenen gemakkelijker op het hem essentiële van een kop, waar door zo'n tekening ons directer pakt dan zijn overigens knappe geschilderde por tretten. Erfmans reisschetsen prefereer ik ver boven zijn gemeenlijk enge figuur stukken in olieverf. Nu springt ook Van Duffelen er eens uit met mooie blanke tekeningen van schepen. De meest „Joffers" hebben zich blijk baar zo overgegeven aan de verf, dat ze of piet optraden of zjch deden-vertegen-, woordigen door werk, dat nu dan toch wel van een heel andere tijd is. Maar het is, voor zover het van de hand van Lizzy Ansingh en Jacoba Surie komt, bijzonder fijn werk! Rueter bleef altijd veel en aan dachtig tekenen. Met twet rijtjes figuur studies voegde hij zeker iets bijzonders aan deze tentoonstelling toe. De tekening van Stork, Broer, Heynes, Kurt Löb, Germ de Jong en Langeweg zullen de geregelde expositiebezoeker wel vertrouwd voorkomen. Prof. Röling" evolueerde tot nog spiritueler zaken dan voorheen. Zijn collega Otto B. de Kat zorgde voor het hoogtepunt van deze ten toonstelling met de beeltenis van wijlen de heer R. W. Peereboom, een kloeke en toch uiterst gevoelige tekening, een mooi gelijkend en psychologisch treffend portret, een knap en waarlijk geïnspi reerd werk. Het wordt geflankeerd door twee uitstekende, royaal getekende land schappen van het Franse kustplaatsje Les Sables d'Olonnes, waar De Kat toch wel een bijzonder vruchtbare maand genoten heeft. Er is hier ongetwijfeld nog meer te ont moeten dat de moeite waard geacht mag worden. Het werk van Jacob Kuyper, Rik van der Mey en Filarski zal niet alleen tot mijn voorkeuren behoren. Knap is de grafiek van Nijs, Beerendonck, Strik en Brinks. Van de beeldhouwers excelleren H. van Lith en Sterenberg. Het toetreden van de schilder Fiedler betekent winst voor „Arti". Dat de kunsthandelaar een belangrijke functie in ons culturele leven kan vervul len, wordt weer bewezen door de tentoon stelling, die de heer M. L. de Boer maak te in zijn kunstzalen aan de Keizersgracht te Amsterdam van werk van wijlen Sluy ters, Isaac Israëls en enkele andere figu ren. Zo trof ik ai in de kleine etalage een landschapje aan uit de Haagse school van Gabriel van een kwaliteit als men in mu sea nauwelijks tegenkomt. Terecht is in het Stedelijk Museum een hoekzaal met werk van Jan Sluyters in gericht, maar hoeveel meer is de nage dachtenis aa.i hem gediend met de col lectie, die de heer De Boer tot 16 novem ber vertoont! Er is in deze meestal klei nere schilderijen een grote gespannenheid, een zuiverder afgewogenheid in de felle kleur. Natuurlijk werd een enkel werk uit de Staphorster periode opgenomen. Er is ook dat schilderijtje met de kiepkarren, dat het zo wonderwel uithield op de ten toonstelling 1907 in het Stedelijk Museum naast werken van internationaal befaam de figuren. Men ontmoet één van die in terieurs, waaraan Delaunay en Le Fau- connier niet vreemd waren, maar dat toch vooral steunt op Sluyters' eigen ar tistieke potentie. De „manieren" van bei de voorbeelden zijn geheel en al onder geschikt gemaakt aan Sluyters' eigen be doelingen. Zijn „vreugde aan het schilde ren" verleidde hem vaak tot een grote veelvuldigheid van kleurige motieven. In dit welgekozen werk ontmoet men daar van uitstekende voorbeelden met nergens een teveel. Het idee Sluyters en Israëls op één ten toonstelling samen te brengen steunt mis schien vooral op het feit, dat beide figu ren een enorme produktie hadden en se lectie wel een noodzaak is om hun waar de juist te stellen, wanneer men uitgaat van de gedachte dat een kunstenaar naar zijn beste werken geschat moet worden en niet naar de gemiddelde kwaliteit van zijn produktie. Al eerder mocht ik op een tekort aan waardering voor Israëls wijzen. Dit nu allengs verdwijnende tekort vond toch ten dele zijn oorzaak in een te ruim aanbod van Israëls ongelijke werk. De Boer heeft weten te schiften. Zonder af te dingen op het eventuele inzicht van een kunsthandelaar als deze is het meer dan bij anderen hem een persoonlijk belang te selecteren en te zoeken naar het beste om zich te verzekeren van een durende belangstelling voor zijn werk en het ver trouwen daarin. Temeer daar ik voor Is raëls al een grote waardering koesterde, was het voor mij leerzaam te zien dat Sluyters het tegenover hem kan uithou den. Mag dan op deze expositie vooral aan dacht gevraagd zijn voor deze twee figu ren, de andere werken zijn ten minste evenzeer de moeite van een bezoek hier Meestal is de oouw van de kop het sterkst. Ten aanzien van lichaam en lede maten verzwakt dan wel eens de aandacht voor die bouw. Te zeer wordt dan gere kend op de intuïtief goede „gooi". De kleur van Miep de Leeuwes werk is ook voldoende goed te noemen. Zij kan steu nen op enige zekerheid in deze Ik ver moedt dat zij verder rekent op gelukkige momenten en van de kleur niet te zeer een probleem maakt. Met haar vele werken zal ze steeds tot een reeks dingen van klasse komen. Misschien dat zij bij het exposeren tevoren nog meer moest selec teren. Het aantal uitgezochte landschap pen in waterverf is ruim voldoende en de kwaliteit is mooi. Aan de grote rest in por tefeuille had ik geen grote behoefte meer, al erken ik graag, dat zij daarvan niets behoeft weg te gooien. Bob Buys Isaac Israëls: .Oosterpark". y, v ADVERTENTIE Wagenweg 29 Haarlem Tel. 20518 de nieuwste permanent wave, welke uw haar een NATUURLIJK aanzien geeft. geeft u na één streek met de borstel een gedistingeerde soepele coiffure. Inst-itut de Beauté Haute Coiffure In de Begijnhofkapel wordt maandag avond door het Interkerkelijk Evangeli satiecomité een bijeenkomst belegd, waar in de hervormde predikant dr. G. Snijders uit Haarlem en de evangelische predikant ds. A. van Gent uit Zaandam spreken over het onderwerp: „Een wereld vol aandacht voor de Spoetnik een wereld onver schillig voor God". De zangdienst onder leiding van de heer G. Abbink begint reeds om half acht. De in Rome wonende Nederlandse, jour nalist en letterkundige dr. Felix Rutten, die onlangs zijn vijfenzeventigste verjaar dag vierde, heeft zijn geboortestad Sittard zijn bronzen borstbeeld, vervaardig i door de Zwitserse kunstenaar Ebele, aangebo den. Felix Rutten meende, dat dit borst beeld een plaats zou kunnen krijgen 'n het nieuwe stadhuis vap de gemeente Sittard. Daar cte" refüisérhSg Van de nieuwbouw van het gerpeentehuis te Sittard nog ver scheidene jaren zal duren, hebben burge meester en wethouders de raad voorge steld het beeld te aanvaarden en het te plaatsen in de Sittardse schouwbnig, die in het voorjaar van 1958 geopend zal wor den. Felix Rutten had het borstbeeld bij zijn verjaardag ten geschenke gekregen. Elfduizend wat? Dezer dagen was ik in Steenwijk. Het was daar feest. Ieder jaar, eind oktober, wordt daar feest gevierd. Het feest heet, afgekort, „De 11.000". Dit werd me in Steenwijk verteld en ik vroeg me dus, zo als u ook zoudt doen, af: 11.000 wat? Het is me tenslotte ook medegedeeld, maar ik wil u nog even in spanning laten. Laten we eens wat veronderstellingen doornemen van wat „De 11.000" aan ach tervoegsels zou kunnen hebben in verschil lende Nederlandse gemeenten. Dat ik er een paar bedacht heb, moge voor u geen hinderpaal zijn om verder te denken. HILVERSUM 11.000 uur lachen. BAERLE-NASSAU 11.000 verliezers. DEELEN 11.000 vlieguren. ROTTERDAM 11.000 gulden. TILBURG 11.000... oh neen, zó lang staat er nog geen enkele kerk. HOORN (of een andere plaats) 11.000 jaar stad. DEN HAAG 11.000 ambtenaren; maar dit zou geen feest veroorzaken, alleen droefheid over de werkloosheid DE BILT 11.000 buien; dat feest zal hier en daar, nu en dan worden gevierd. ELTEN (of Zandvoort, zo u wilt) 11.000 Duitsers. SCHIEDAM 11.000! Wij zijn onze vrij heid waard! Enfin, er zijn er nog zeer veel meer te bedenken. Mijn taak is het slechts, als zuiver weergever van het nieuws op te tre den. Ik doe dat hierbij. Op 29 en 30 oktobér is gevierd in STEENWIJK De 11.000 maagden. Nu géén commentaar. Nee, niets zeggen, het heeft er niets mee te maken. Het is al een heel oud feest. Mythologisch, bijna. Alleen, daarom, trouwens doen we er hier verder het zwijgen toe. E. Romayn P.S. Toch een mal feest, hè, in zo'n kleine stad? ADVERTENTIE Uitzending elke zaterdagavond 9.45 uur, over Hilversum II (298 m.). Schrijf in elk der tien vakjes een I of 2 of 3. Optellen. Plak dit formulier op ge frankeerde briefkaart met 50 cent extra porto op adreszijde. Inzenden aan: Klaver Vier, Hilversum. Wekelijks prijzen tot een aaa totale waarde v. minstens IU.UUU." Alle cijfers opgeteld Radio actie in samenwerking met en ten bate van St.Prins Bernhardfonds", St. „Het Nederl. Blindenwezen", Ned. Ver. Sociale Zorg voor Minder-Validen „AVO" en St. „Ned. Org. voor Intern. Bijstand". Goed gekeurd bij besl. v.d. Min. v. Justitie d.d. 7-8-1957 no. 1026/257. I waard. In de eerste plaats treft men hier een prachtige tekening van Van Gogh, een vroeg werk, zodat het niet aangaat de kwa liteiten der andere vertegenwoordigden te meten aan die van onze toch grootste „moderne" schilder. Het is me echter een vreugde te constateren dat mijn bewon dering voor Kees Verwey niet overdre ven genoemd kan worden, als men ziet hoezeer zijn stilleven het tegenover een bloemstuk van Verster of naast een stads gezicht van Breitner uithoudt. Het is in Ne derland noodzakelijk gebleken zich tegen de hegemonie van dc zogenaamde Brem- mergroep te weer te stellen. Dat de door de kunstkenner Bremmer gepropageerde opvattingen alléén zaligmakend zouden kunnen zijn is iets dat men moeilijk neemt als men tegenover Charley Toorops schil derij hier aanwezig, staat. Maar De Boer heeft dan toch weer een paar werkjes van Zandleven, ook uit die groep, weten te kie zen, die ik niet gemist zou willen hebben. Hoewel de oudere schilderijen van Jan Toorop mij altijd liever zijn dan diens la tere werk, houden diens twee doeken het hier naar mijn smaak toch moeilijk uit naast een vroege Van Dongen, een ge zicht op de Butte met de Sacré Coeur, met een grote lucht daarboven. Wat mij ten slotte dan zo bevalt op deze expositie is de veelal uitstekende omlijs ting van de werken. Natuurlijk komt mert bij een dergelijke verzorging iets gemak kelijker tot zaken. Maar het hier vertoon de werk verdient deze, van respect ge tuigende zorg ook zozeer. Miep de Leeuwe, die t,t 7 november in Santee Landweers Tuinhuis te Amsterdam schilderijen, aquarellen en tekeningen ex poseert, kan men een zuivere expressio niste noemen. Zij behoort niet tot hen die „expres verkeerd schilderen" (om een grapje van een mij bekende musicus over expressionisten te citeren). Gezien een zelfportret en zo enig werk in portefeuille kan zij voldoende goed tekenen. Haar kun nen mag haar echter niet in de weg staan bij het realiseren van haar gevoelens be treffende hetgeen zij ziet. Zo ontstaat spanning tussen willen en kunnen, een spanning, die maakt dat dit werk ons raakt en vaak overtuigt. Haar portretten bij voorbeeld, voelt men, moeten gelijken. ADVERTENTIE HAARLEM ZIJLSTRAAT 96 TELEf.: 20340 EVENALS in „Les grandes manoeuvres" voert René Clair ons in zijn jongste film „Porte des Lilas" naar een klein Frans provincieplaatsje, een dorpje eigenlijk. De geschiedenis, welke zich daar afspeelt, zou men zich in een Amerikaanse film moe ten denken om des te beter vast te kunnen stellen hoe René Clair ze heeft verteld. Het begin al van zijn film, een kruising van twee straten, avond, mistig licht in de lantaarnschijn, verlichte vensters van een café, een oud vrouwtje en haar dochter duwend achter een kar.... dat begin geeft precies de toon aan van de hele film. Het is of Clair zijn instrument stemt. Zo is de juiste toonhoogte. Geen fortissimo, geen mineur. Wel een tikje weemoed, maar dat is er om de gevoelens mild te stemmen. Van meet af aan heerst die mildheid. Ze overheerst alles. Zouden we anders zo geamuseerd kunnen kijken naar de simpele Ju-Ju, nietsnut en dronkelap, die men met een groot woord asociaal pleeg te noemen. Ju-Ju is de hoofdpersoon in „Porte des Lilas". Hij kan van de fles niet afblijven, hij kan geen glaasje laten staan. Hij zegt van zichzelf, dat hij een nietsnut is, maar hij heeft een goed hart. En om dat goede hart van Ju-Ju is het begonnen. Hij leeft van naïeve impulsen. Een mis dadiger, die zich in het huis van zijn beste vriend verbergt, is voor hem geen mis dadiger maar een mens in nood. Zo iemand help je ook al uit een aange boren tegenzin in de bemoeizucht van de politie. En Ju-Ju helpt de misdadiger. Nu, zo redeneert hij, kan ik me eindelijk ook nuttig maken. Het odium van nietsnut heeft hem met 't idee-fixe belast dat hij er zich van moet bevrijden. Hij is dus toch gevoelig, meer dan menig rechtschapen man, die zich wijdt aan een carrière. Hij is een goede kerel, een, die je niet in de steek laat. Ju-Ju krijgt een doel in zijn leven en daaraan wijdt hij zich met grote hardnekkigheid. En of zijn bemoeienissen nu een mens gelden, die door en door slecht is, dat ziet de beste Ju-Ju niet. IK ZOU HIER VJSRDER KUNNEN GAAN met u het verhaal na te vertellen waarmee Réne Clair ons in „Porte de Lilas" bezighoudt, maar ik doe het met op zet niet. Liever wil ik de lezer attenderen op de fijnzinnige psycholoog, die Clair is in de manier, waarop hij de figuur van Ju-ju heeft uitgewerkt. Natuurlijk, hij trof daarvoor een acteur, wie men van het ge zicht alles kan aflezen wat hij niet met woorden zegt. In heel zijn houding, gang en gebaar, is hij de populaire dorpsfiguur, die iedereen laat begaan, omdat men nooit echt kwaad op hem kan worden. Ju-ju is vaderlijk zijn zorg voor de verborgen misdadiger is als van een kind voor zijn pop hij is een dromer het dochtertje van de kastelein wijdt hij die dromen, beschermend dwaalt hij om haar heen hij is ook een eerlijke vent, want als hij in zijn ..werk" opgaat vergeet i\j zelfs de MET DE FIGUUR van George Brassens, i die de vriend speelt van Ju-Ju brengt Clair een derde troef in het spel. Alleen al zijn bijnaam.' „de artiest" situeert hem prachtig. Brassens wordt nergens de chan sonnier. Hij zingt maar hij zingt functio neel. Hij speelt zijn rol zoals Clair het wil en op de wijze, die Clair gevoegelijk vindt in de relaties tussen de personages. René Clair tilt nergens zwaar aan in „Porte de Lilas". Hij vermijdt het spektakelstuk, dat zijn film in Amerikaanse stijl zou zijn ge worden. Men lette alleen maar eens op het gebruik der close-ups. Spaarzaam en meer om gedachten dan om gevoelens aange wend. Door afstand te nemen op die mo menten, waarop wij nieuwsgierig verder willen kijken dwingt René Clair ons tot zelfwerkzaamheid. Hij laat ons zijn figuren zelf doorgronden. Hij analyseert ze niet. Maar tegelijk houdt hij door die afstand, de met onze verwachtingen verrassend contrasterende en daardoor amuserende verhaaltrant, de gemoederen bezig. Aan genaam, want men heeft de hele tijd ple zier. Gevoelig want men leeft echt blij mee 'met wat er gebeurt in „Porte de Lilas". P. W. Franse George Brussens speelt een niet onbe langrijke rol in de film „Porte des Lilas" drank en als hij het niet passend vindt moet hij met zacht bedrog worden over reed om er toch eentje te nemen. Men glimlacht steeds als hij in het beeld ver schijnt. Die glimlach is er ook om de sfeer, de entourage, de mensen uit het dorp. Die glimlach groeit tot een gulle lach als wij van de euveldaden van de misdadiger ken nisnemen uit een enscenering van de jon gens op straat, die het krantenverslag ge trouw nabootsen. Zo krijgt het verhaal nergens een te zwaar dramatisch accent. We zien de boosheid door de ogen van Ju-ju en we nemen de kwade inborst van de achtervolgde gangster niet au serieux Tot onze ogen langzaam opengaan. Maar Ju-ju merkt niets. Hij gaat pas iets besef fen als zijn vriendinnetje in het geding komt. Daar laat Clair de afstand varen, die hijten opzichte van het drama nam. Daar wordt het een drama. Maar in ver houding. Het geschapen evenwicht wordt niet verstoord. ADVERTENTIE Huidzuiverheid-Huidqezondheid Het is waarschijnlijk dat het woord stuiver lid is van een woordfamilie, waartoe ook stobbe: hoomstronk be hoort. De eigenlijke betekenis is dan: afgesneden stuk. Dat wordt aanneme lijker, wanneer men bedenkt dat oord- je (in: hij heeft zijn laatste oordje ver snoept) ook betekent: hoek, deel van een grotere munt. Het woord komt reeds in de I5e eeuw voor en heeft zich tot I8I6 in de muntverordeningen gehandhaaft Toen werd het offcieel vervangen door „stuk van een twintig ste gulden of van vijf cents". Maar iedereen bleef van een stuiver spre ken en de wet van 1906 herstelde het woord in ere. Men sprak vroeger ook van een halve stuiver en van een dub- ^bele stuiver.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1957 | | pagina 5