Engelsen ïven in hue het dier Geen drie pond sterling voor drielingen LIGNE-SAC EN SOCIETY LETTERRAADSEL TUIN- EN KAMERPLANTEN Struik-Begonia's een praatje over het „excellente cruyt" DINSDAG 10 DECEMBER 1957 Ergens, neel noog in het noorden woonde een ijsbeertje. Eigenlijk was hij al een ijsbéér, want zijn vader en moeder hadden hem al alleen gelaten, want dat doen vaders-en moeders-ijs beer als hun kinderen groot worden. Het ijsbeertje was bezig voor zichzelf een huis te bouwen, maar terwijl hij daar mee bezig was keek hij telkens om zich heen. Het leek wel of hij ergens op wachtte. En dat was ook zo, want het beertje keek uit naar een vriendje. Maar nergens, nergens in dat grote wit te land vol sneeuw en ijs was er één te vingen. Het ijsbeertje zuchtte diep en dat kwam niet van het huizenbouwen, maar van treurigheid. Toen zijn huis klaar was, een mooi wit ijsberenhuis, kroop hij erin en ging op een blok ijs zitten dat hij er als een bankje in had neergezet. Maar toen hij daar zat, merkte hij opeens hóe stil het eigenlijk om hem heen was. Haast niet om uit te houden. Het ijsbeertje stond weer op en ging in zijn deurtje staan. Maar nee, nog altijd was er niets of nie mand te zien. Het ijsbeertje ging nóg een keer zitten, stond nog eens op en toen hij voor de derde keer over het witte land keek, besloot hij om een vriendje te gaan zoeken. Wie weet, mis schien ver /eg uver de grote ijsvlakte heen zou er een beertje zijn dat net zo alleen was als hij. Het beertje keek niet één keer meer om naar zijn nieuwe huis, hij liep sjok sjok op zijn witte voeten door de witte sneeuw. Omdat hij zo gezond en sterk was hield hij dat een dag en een nacht vol, en toen die nacht voorbij was zag hij een zwart streepje boven de sneeuw. Het ijsbeertje begon harder te lopen, daar moest iets zijn. Misschien een heel ijsberendorp, misschien wel holle tjes vol vriendjes bij elkaar. Maar tóen hij dichterbij kwam zag hij dat het bomen waren. Zijn vader en moeder hadden hem verteld wat een bos was en hoe een boom er uitziet, daarom be greep hij dat hij nu in de wereld van de bossen was gekomen. Voor het eerst sinds hij op reis was gegaan werd het beertje weer een beetje blij, want hij vond dat de bomen best vriendjes van hem zouden kunnen zijn. Nou ja, geen echte vriendjes natuurlijk, want hij zocht een ijsbeertje, maar het was toch fijn dat bomen er waren. Het leek nu net of hij hij niet zo verschikkelijk al leen meer was. Toen hij een poosje door het bos gelopen had hoorde hij de eer ste vogels. „Ze zouden best vriendjes van me kunnen zijn", zei het ijsbeertje, „ja, natuurlij' geen échte vriendjes, want ik zoek een ijsbeertje. Maar nu ik de vogelt hoor lijkt het toch wel of ik weer een beetje minder alleen ben." Hij liep verder; de volgende dag zag hij dat er geen sneeuw meer lag, maar dro ge bladeren, die ritselden onder zijn voeten. Hij ontmoette nu ook konijntjes en wat hazen, hij voelde dat een nieuws gierig eekhoorntje naar hem loerde en hij zag hoe de egeltjes verschrikt weg- hobbelden voor dat grote witte dier. Maar een ijsbeervriendje zag hij nog altijd niet en hij besloot om daar maar eens naar te gaan vragen. Hij vroeg aan de vogels of ze geen ijsbeer tje wisten te wonen in het bos, maar ze vlogen lachend weg. Toen vroeg hij het aan de hazen en konijnen, aan de verlegen eekhoorntjes en de bange egel tjes, maar zo gauw hij het vroeg, hup pelden, roetsjten of hobbelden ze weg. „Wat zal ik doen?" dacht het ijsbeer tje, „nog verder lopen of hier wachten tot ik een ijsbeertje zie aankomen?" Opeens schoot hem iets vreselijks door zijn hoofd. „Stel je voor", dacht hij, „stel je voor dat er nergens op de we reld een tweede ijsbeertje bestaat. Stel je voor dat ik altijd alleen moet blijven". Na die verschrikkelijke gedachte ging hij maar gauw weer lopen om het te vergeten. Hij liep met zijn mooie wit te kop naar de grond en daarom merk te hij helemaal niet dat hem iemand te- Welke letter van het alfabet moet in alle lege hokjes worden ingevuld om de kruiswoordpuzzel klaar te maken? In alle hokjes moet dezelfde letter komen te staan. gemoet kwam. Maar die iemand liep óók met zijn kop naar de grond en daar om zagen ze elkaar pas toen ze boem. tegen elkaar opbotsten. „Au..", zeiden ze allebei tegelijk, maar verder zeiden ze niets meer. Ze stonden met grote o- gen naar elkaar te kijken midden op het bospad. Het ijsbeertje kon het eerst weer pra ten. „Wat ben je?" vroeg hij aan het an dere dier. „Een beertje", zei het. „Een bruin beertje. En jij, wat ben jij?" „Ik ben een ijsbeertje. Maar waarom liep je hier?" „Ik zoek een vriendje", zei het bruine beertje, „ik ben op zoek naar een bruin beertje, maar ik geloof niet dat ik hem vinden zal." „Ik ben ook op zoek naar een vriendje", zei hij ijsbeertje, „maar ik geloof niet dat ik een ijsbeertje vinden zal." „Jammer", zei het bruine beertje. „Ja, heel jammer", zei het ijsbeertje en hij wilde weer doorlopen. „Wacht eens", zei het bruine beertje, „ik bedenk daar net: zouden wij twee tjes geen vrienden kunnen zijn? We lij ken zó veel op elkaar!" „Wil je dan met mij meegaan naar het land van sneeuw en ijs?" vroeg het ijs beertje. „Wil jij niet bij mij in het bos blijven?" vroeg het bruine beertje, „mijn hol is groot genoeg voor twee." „Nee", zei het ijsbeertje, „nee. Ik wil erg graag vriendje met je zijn, maar ik zou vast heimwee krijgen naar het wit te land". „Ik wil ook best vriendje met jou zijn", zei het bruine beertje, „maar ik zou vast heimwee krijgen naar de bomen." „Dan maar niet", zei het ijsbeertje treurig. „Nee, dan maar niet", zei het bruine beertje en het keerde zich langzaam om. „Wat nu?" dachten ze allebei, „nu had ik bijna een vriendje en wie zal zeggen of ik er ooit nog één vinden zal." Op dat ogenblik viel er iets op de witte neus van het ijsbeertje dat de ene kant op liep en iets op de neus van het brui ne beertje dat de andere kant opliep. Ze dachten allebei dat het een traan was die per ongeluk over hun neus rol de. Maar het bruine beertje zag naast hem nog iets vallen en voor hem en o- veral. Hij draaide zich om en rende te rug naar zijn witte vriendje: „kijk, kijk!", riep hij, „het witte land is naar jou toegekomen. Het sneeuwt!" En ja hoor, waar je maar keek vielen grote witte vlokken op de bomen en de grond. Het witte en het bruine beertje dansten samen over de witte grond. „Nu kunnen we vriendjes zijn!" rie pen ze, „nu hebben we alles wat we wil len! Bomen en sneeuw!" Ze huppelden samen naar het hol van het bruine beertje en alle haasjes en ko nijntjes, alle vogels en egeltjes die ze tegenkwamen bleven verbaasd stil staan, want niemand had nog ooit twee zulke vrolijke vriendjes gezien. Mies Bouhuys Als het feest voorbij is welk, feest weet je wel gaat er in de haven ting ting ting een bel. Als jij nog wat snoept van wat je hebt bewaard, loopt er op de kade stippestap een paard. Stippestap, daar gaat hij op de stoomboot toe, dravend door het donker als een paard zo moe. In een koets vol koffers volgt de goede Sint, die op zee zal varen voor de dag begint. Wist ik maar de haven, wist ik maar hoe laat. over 't donkre water Sint z'n stoomboot gaat. Ik zou vast gaan zwaaien heel hoog op een paal, roepen: welbedankt Sint van ons allemaal! Mies Bon!, Toen ik tijdens een bezoek aan Lon den na een drukke sjouwmiddag ergens ging zitten en thee bestelde, was het een aangename verrassing te ontdekken, dat je werkelijk opkikkert van een sterk zet sel met een scheutje melk erin. Achteraf is dat niet te verwonderen: ook in thee zit het opwekkende coffeïne, zij het in mindere mate dan in koffie. De Engelsen weten inderdaad thee te zetten, alhoewel ze er naar mijn smaak iets te veel melk in plenzen. Wat je in Nederland vaak aangeboden krijgt, lijkt meer op warm water met een kleurtje, zonder de geringste aroma. TOCH WISTEN ONZE VOOROUDERS er wel raad mee. In de herenhuizen ging men zelfs een kamer als theesalet in richten en de „gewone man" had een theecomptoirtje of genoot deze drank in het voorhuis. Als het maar enigszins kon was een ruimte speciaal ingericht om theegasten te ontvangen. Men zat dan al lergenoeglijkst mei d- voeten op de gloeiende stoof met welgevallen te snui ven aan de vele kopjes geurige, zorgvul dig gezette thee, die werd gesavoureerd met een overdaad aan confituren en ban ket. Vaak kon men kiezen uit verschil lende soorten, die de gastvrouw in por seleinen kopjes chonk en dan mocht je vertellen aan welke soort je de rest van de middag wilde wijden. Deze gewoonte had weieens verstrekkende gevolgen. De gast vrouw raakte er roms helemaal door in de war met haar tijd, zoals uit oude ge schriften te lezen valt: „De man, van 't comptoir komende en geen wijf op het 'spinnewiel vindende, ging naar de ta verne." Dr. Cornelis Decker van Alkmaar, be kend onder de naam Bontekoe, die in de zeventiende eeuw lijfarts was van de keurvorst van Brandenburg, schreef in 1679 een beroemd geworden werk, „Trac- taat van het Excellente Cruy Thee". Hierin raadde hij ter genezing van allerlei kwalen het gebruik van minstens acht a tien koppen thee aan. Zelf wist hij er bij zonder goed weg mee: hij kon er vijftig, honderd en zelfs tweehonderd kopjes van per dag verstouwen! We hoeven dit allemaal onze voor ouders niet na te doen; trouwens de tijd ervoor zou ons ten enenmale ontbreken, Dat het thèeverbruik in ons land is te ruggelopen, zou best een gevolg kunnen zjjn van het feit, dat we niet meer weten hoe ze te zetten. D officiële regels lui den: theepot voorverwarmen door deze met heet water om te spoelen. Per kop een afgestreken maatlepeltje in de thee pot doen en net zoveel vers water in een maal opschenken alt. i kopjes thee wilt hebben. Na vjjf iot -even minuten is de drank op zijn best getrokken (niet op een lichtje!) Voor het schenken de pot om roeren en daarna suiker en wat melk toe voegen. Het pakje thee, dat we in de winkels kopen, is samengesteld uit verschillende soorten en het is een bijzondere kunst fijne melanges uit te denken. Dat is onder meer het werk van de theeproevers, die alle soorten en combinatiemogelijkheden op Er is voor struik-begonia's in verschil lende soorten veel belangstelling. De plant kan rijk bloeien met grote trossen rose- rode bloemen. Staat ze in een normaal verwarmde kamer, dan zal ze niet veel moeilijkheden baren. Deze begonia zal nu misschien wel enkele bladeren verliezen, hun duimpje kennen. Het oudste boek over thee schreef de Chinees Lu Yu in 780. Er stonden de meest uitgebreide bijzon derheden in ">ver de Chinese theecultuur en het Westen heeft uit dit werk heel wat praktische gegevens geput. Dr. Cornelis Decker oftewel doctor Cornelis Bontekoe heeft met zijn reeds eerder genoemd boek over het Excellente Cruyt vooral het theeverbruik in Europa bevorderd. De Oost Indische Compagnie maakte in de achttiende eeuw veel propaganda voor thee, met de bedoeling een nieuwe natio nale drank in de plaats van koffie in het leven te roepen. In ieder geval kunnen we er nu nog trots op zijn, dat onze voor vaderen de thee het eerst op de Europese markt brachten. Dat gebeurde in 1637, eenendertig '-'ar voordat de Engelsen op dit terrein actief werden. Aanvankelijk gold theedrinken als een luxe, die alleen voor welgestelden wa/ weggelegd. De handel heeft eigenlijk een onafge broken groei beleefd vanaf de tweede helft van de zeventiende eeuw tot het Na poleontisch tijdperk. De Franse keizer wilde Engeland een vernietigende slag toebrengen door de invoering van het Continentaal Stelsel, wat neerkwam op een verbod tot zakelijk verkeer met de Britten. Hij heeft er wei nig plezier aan beleefd. Later in de ne gentiende eeuw is de opkomst van de Javathee belangwekkend. De faam van dit produkt is thans wereldverspreid. PLANTKUNDE IS NOOIT mijn fort ge weest en daarom schrijf ik brutaalweg voor u over, dat de theeheester tot de familie van de camelia's behoort en een Koningin Elizabeth van Engeland hegft besloten een door koningin Victoria in 1849 ingesteld vorstelijk gebruik tot een einde te brengen: niet langer zullen moeders van drielingen van de regerende vorstin een eenmalige toelage van 3 pond sterling ont vangen ter dekking van de extra kosten welke door de meestentijds onverwachte meergeboorte zijn ontstaan. Buckingham Palace heeft officieel doen verklaren dat, gezien de veranderingen in de omstandigheden sinds het instellen van de bijdrage, koningin Elizabeth het gebruik heeft afgeschaft. De zakvormige japonnen, de ligne-sac van wijlen Dior, zal geen lang leven be schoren zijn, tenminste als men de Engel se ontwerper, Victor Stiebel, die zorgt voor de garderobe van prinses Margaret mag geloven. Stiebel heeft geen enkele japon in zak- lijn voor de prinses ontworpen. Hoewel men op Clarence house de residentie van prinses Margaret) zich niet over de kleding van de prinses wil uitlaten, lijkt het heel onwaarschijnlijk dat zij, die zulk een voorliefde heeft voor knoopjes, strik ken, nauwaansluitende tailles en wijde rokken, ooit in een zak gehuld gaan. Ook de hertogin van Kent, haar tante, een der best geklede vrouwen ter wereld, hoogte van tien tot vijftien meter kan bereiken. De struiken worden echter tot negentig a honderdtwintig centimeter ge snoeid, waardom- men de beste resulta ten verkrijgt. De plantages bevinden zich in tropische gebieden, veelal tegen de berghellingen aan. Als ik u dan nog ver der vertel dat er na de onderscheidene bewerkingen van de blaadjes ongeveer eenvijfde deel van het gewicht overblijft, weet u voor dageKjks gebruik genoeg. Voor verdere kennis kan men zich dan door een hele bibliotheek vakliteratuur worstelen, als men daaraan behoefte heeft. Mag ik dan eindigen met een uitzonder lijk recept? Het is voor deze dagen wel licht minder geschikt: ijsthee. Voor' de eenvoudigste vorm van deze drank is an derhalf maal zoveel thee nodig als voor het zetten -an hete thee. Men giet de drank in met ijs gevulde glazen (door het smelten van het ijs verzwakt het aroma natuurlijk, vandaar de eis een sterk brouwsel te maken) en men zai tot de ontdekking komen, dat de dorstlessen- de eigenschap ver uitgaat boven welke koele limonade ook. Neemt u er maar eens een proef mee! Tineke Raat „OVERDRIJVEN de Engelsen hun liefde voor dieren niet een beetje?", vroeg een journalist zich onlangs in een van de meest gelezen Engelse avondbladen af. Hij schreef zijn artikel naar aanleiding van de publikatie van het testament van me vrouw Crump, die haar hond een bedrag van 20.000 naliet. „Voor het onderhoud en het comfort van mijn hond", stond er letterlijk in de laatste wilsbeschikking. „Voor dit bedrag", stelt de schrijver, „kan een weeskind tien jaar lang gevoed en gekleed worden. En met de tegenwoordige bankrente zelfs twee kinderen". maar maak u daarover niet al te onge rust; dat komt tegen het voorjaar wel weer terecht. De eventueel kaal geworden stengels kunnen een flink eind gesnoeid worden. Zonodig kan men ook verpotten. De bekende bloemistengrond is er goed voor, maar het is wel aan te bevelen dat mengsel met een beetje turfmolm aan te vullen. Hoe vochtiger de atmosfeer in de warme kamer, des te beter zal de plant floreren en ues te minder blad zal ze la ten vallen; veel sproeien met lauw water is aan te bevelen. Er zijn tegenwoordig van die handige vernevelaars in de handel die u zich daarvoor zou moeten aanschaffen, nieten met koud water is verkeerd. In de zomermaanden moet de begonia tegen felle zon beschermd worden. Voortkweken door middel van stekken is heel goed mo gelijk, maar daarmee kunt u beter wach ten tot volgend voorjaar. Als er dan toch gesnoeid moet worden, kunnen de jonge toppen als stekmateriaal gebruikt worden. De liefde voor dieren kent bij de En gelsen vaak geen grenzen Wij buitenlan ders steken er dikwijls de draak mee. Kortgeleden werd een man tot drie maanden gevangenisstraf veroordeeld, omdat hij een hondje zo'n trap had ge geven, dat het arme dier jankend bleef liggen. Dit gebeurde in Hyde Park in Lon den, waar de meneer rustig in het zonne tje zat te lezen, totdat een klein keffer tje speels tegen zijn benen opsprong en hem daardoor het lezen onmogelijk maak te. Vergeefs poogde hij het dier van zich af te schudden. Ai gauw trok het tafereel de aandacht van de omstanders, die be gonnen te lachten om zijn vergeefse pogin gen. De eigenaar van de hond deed niet de minste moeite het dier tot de orde te roepen. En dat vooral ergerde de man erg. Hij raakte zijn geduld kwijt en gaf de hond een harde trap. Verontwaardigde kreten. Beschuldigingen over en weer. Een aanklacht wegens dierenmishandeling. En tot slot drie maanden gevangenisstraf. Partijtjes voor de hond Verjaardagpartijtjes «oor honden en paarden zijn geen uitzondering en in de kersttijd worden de viervoetige lievelin gen bepaald niet vergeten. Een extra lek kere hondemaaltijd wordt met Kerstmis bereid. En in de met slingers getooide kerstboom hangen ook cadeautjes voor de hond. Alle honden komen keurig uitgedost op zo'n feest. En omdat aan dat keurig ver schijnen een en ander vooraf gaat, heb ben wij eens een kijkje genomen in zo'n schoonheidssalon voor hondjes, die in Lon den veelvuldig voorkomen. Kolonel C. E. W. Beddoes b.d., was di rect bereid iets van zijn salon The Dog's Bathclub te vertellen. Kort na de eerste wereldoorlog besloot hij in navolging van Duitsland, een hondenclub op te richten. Hij vond een ideaal pand, waar een grote kamer was voor de- uehandeling van de dieren en nog een ander ruim vertrek, dat als wachtkamer werd ingericht. Hier kunnen de eigenaars van de honden on der een kopje thee elkaar verhalen doen over de intelligentie van hun diverse „pets". Koninklijke klandizie nooit zal vergeten", vertelt de heer Bed does. „Het gebeurde in de tijd dat de Prins van Wales (toen koning Edward VIII) hier geregeld zijn honden liet was sen en trimmen. Op die gedenkwaardige avond in 1936 ging plotseling mijn tele foon. De koning verzocht mij vriendelijk een dozijn kammen, scharen en andere benodigdheden voor de verzorging van zijn honden naar het paleis te sturen. Hij vertelde dat hij tijdens de lange, buiten landse reis die hij ging maken, zijn hon den zelf wilde verzorgen. U kunt zich mijn schrik voorstellen toen ik de koning even later zijn troonsafst-nd bekend hoorde maken. Ik heb diep respect voor een mens ,die onder all# omstandigheden aan zijn die ren denkt", besloot kolonel Beddoes. Terwijl hij vertelde dat sedert de op richting van de club 130.000 honden daar een behandeling kregen en dat hij diver se kerstfeestjes voor deze dieren georga niseerd had, die in alle kranten uitvoerig waren beschreven, wandelden we naar Toen een vergunning werd verkregen, richtte de kolonel een bar in. En de „Hondenbadclub" werd een van de meest exclusieve nachtclubs in Londen Beroemd was de „hondestaartcocktail!" Koningin Mary (de grootmoeder van ko ningin Elizabeth van Engeland) introdu ceerde hier de hertogen van Kent en Gloucester en de prins van Wales. Het hele koninklijke gezin stond en staat be kend om hun liefde voor honden. G. Kromdijk „ik herinner me een voorval, dat ik lijkt geen voorstandster van de zak-lijn. De nieuwste japon, die zij dezer dagen bij een modezaak in Londen's Regent Street heeft besteld (en die 1500 gulden, kost), is een strak-aansluitende zwarte creatie in geen enkel opzicht gelijkend op de „zak". De hertogin van Windsor heeft in Parijs drie zak-japonnen in haar garderobe opge nomen: een korte, rode avondjapon van Dior, een cocktailtoilet van Balenciaga en een namiddagjapon van een ongenoemde couturier. Hardy Ames, die met Norman Hartnell zorgt voor de kleding van koningin Eliza beth heeft verzekerd dat hij geen enkele zak-japon voor de vorstin heeft ontworpen pen. de werkkamer. Het was een zot gezicht daar zestien hondjes van allerlei ras, grootte en vorm „onder het mes" te zien. Eerst worden ze gewassen met shampoo, dan gaan ze onder de kap en tijdens het drogen, manicuren, de „schoonheidsspecia listes" hun nagels. Op de prijslijst lazen wij: Wassen'en trimmen f 16.-. Manicu ren 2:50. Tarnden schoonmaken f 2.50. Kleine cocktailhondjes kregen na de be handeling een.piepklein halsbandje om, in de kleur van het toilet van hun meesteres. Het goedkoopste halsbandje kost een gul den of veertig. Er waren ook hondjes die halsbandjes om hadden, die schitterden van de diamanten. Kunststukken ter waar de van 1500.- tot f 200.-. Met de journalist die viel over die er fenis van 20.000.- voor een hond vroegen wij ons af: Overdrijven de Engelsen hun liefde voor dieren niet een beetje?" En met al die opgepoetste stakkers voor ogen gaven we in stilte een zeer positief ant woord.... Twee modellen uit de wintercollectie van de Amsterdamse modeontwerper Dick Holthaus. Links: een gekleed middagjaponnetje van dunne geruite wollen stof. De ruiten zijn uitgevoerd in groen, marine en rood. Rechts: een cocktailjurk van zwarte gedrapeerde faille.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1957 | | pagina 11