Matiging bevrijdt Duitse economie
van haar sprookjesachtigheid
Uitzonderlijk vroeg begin
der Kamervergaderingen
Van Fresswelle tot verblindende expansie,
van hoogconjunctuur naar werkelijkheid
Om minister Hofstra ter wille te zijn I
HOE WONDERLIJK IS HET ECONOMISCHE WONDER?
Air France mag niet meer
landen in Libanon
Malta versus Engeland
Het einde
tutu
Nieuwe rubriek
„Op en om het Binnenhof
Brits-Jemenitisch geschil
over Aden vlamt weer op
De „sneeuwman" zou
weer gezien zijn
Oefenvluchten met atoom
wapens „ongevaarlijk"
Over de kwade kansen is
men het nog niet eens
Amerikaans comité tegen
proeven met kernwapens
Pleidooi voor „gezonde
kernsplijtingspolitiek"
L i DAG 31 DECEMBER 1957
13
BEIROET (AFP) Met ingang van 1
januari mogen toestellen van de Franse
maatschappij „Air France" geen gebruik
meer maken van de Libanese vliegvelden.
De Libanese regering heeft besloten de
lopende vergunning niet te vernieuwen,
zolang tussen beide landen geen lucht
vaartconventie of een akkoord is getekend
die de Libanese belangen, in overeen
stemming met de internationale gebrui
ken, waarborgen, aldus het communiqué.
VALETTA (Reuter) Het Maltezer
parlement heeft met algemene stemmen
de motie van premier Dom Mintoff, waar
in om verbreking van de banden met
Groot-Brittannië wordt aangedrongen,
aangenomen. Na de stemming verklaarde
de premier, dat hij overleg met de oppo
sitie zal plegen over de volgende stappen.
In de motie vraagt Dom Mintoff het par
lement zich te ontslaan van alle verplich
tingen jegens Groot-Brittannië, als dat
land geen werk verschaft aan ontslagen
arbeiders van de Britse marinewerf op
het eiland, waar 14.000 man werken.
(Van onze reisredacteur)
BONN Wie vandaag het Duitse „Wirtschaftswunder", de schijnbaar miracu
leuze wederopstanding van de Duitse economie en haar verblindende expansie,
naar Amerikaanse aard in één man zou willen typeren, zou daarvoor de Biele-
felder „puddingprins" Rudolf August Oetker moeten uitzoeken. Want beter nog
dan de staalbaronnen uit de Ruhr, verpersoonlijkt deze fabrikant van bakpoeder,
die in tien jaar Duitslands grootste reder werd, het succesverhaal van het
economische wonder. Het begon als een luilekkerlandsprookje in 1948 bij de geld-
sanering, de „Wahrungsreform", die Duitslands economische wedergeboorte
inleidde. Het geld kreeg weer waarde, de Duitsers hadden honger, de „Fress
welle" (met permissie: de vreetgolf) zette in. En aangezien de Duitsers, ondanks
hun krachtige levensbeschouwing, een sterke hang naar zoetigheden koesteren,
aten zij zich dik en rond aan taart en pudding, vervaardigd uiteraard van het
bakpoeder of de 27 puddingpoeders van het huis Oetker, dat voor generaties
Duitsers de dynastie van de zoete heerlijkheid vertegenwoordigt. En zo snel
rinkelde het geld in Bielefeld binnen, dat Rudolf Oetker, op zoek naar een
mogelijkheid om zijn miljoenen voor de fiscus veilig te stellen, in de scheepvaart
begon te investeren. Geholpen door een slimme belasting-deskundige, die de
stimulerende fiscale politiek ten volle gebruikte, heeft Oetker thans een vloot van
veertig schepen opgebouwd met een tonnage van 375.000 ton. De Hamburgse
reders worden er een beetje zenuwachtig van, want Oetker is in de markt
voor meer.
7,o voer Rudolf Oetker op de „Fress
welle" naar rijk gewin, zo trok de bonds
republiek uit een land vol puin, verwoes
ting en honger het glanzend gebouw van
het „Wirtschaftswunder" op. Hoe wonder
lijk is dat economisch wonder? Dat hangt
een beetje van de omstandigheden af.
Wanneer er een verkiezing te komen
staat, dan glanst het als nimmer te vo
ren, dan wordt de kiezers op het hart ge
bonden, het vooral bij het oude te laten
en niet te experimenteren. Moet er daar
entegen een bijdrage van een paar hon
derd miljoen in de legeringskosten van
Britse of Amerikaanse troepen worden be
taald, dan wordt het glanzend paleis ter
stond in de doffe camouflageverf van
economische teruggang met een flinke
lik crisisvrees overgeschilderd. En de
vraag blijft staan: hoe wonderlijk is
Duitslands economisch wonder? Aan bui
tenlanders behoeft men het ook niet te
vragen, want die geven of van buitenspo
rige naijver of van overdreven bewonde
ring blijk. Wanneer de Duitsers 's zomers
in lange rijen glimmende auto's naar het
buitenland trekken, dan zeggen Fransen,
Belgen of Nederlanders: „je moet blijk
baar een oorlog verliezen om het goed te
hebben", zij zien in de Bondsrepubliek al
een soort wellustig rijk Amerika-op-Euro-
pese-bodem. En daartegenover groeit de
mythe van de Duitse „Tüchtigkeit", de
onoverwinnelijke zwoeglust van de oos
terburen, die bij andere Europeanen een
collectief minderwaardigheidsgevoel in
het leven roept.
Welnu, met zulke overwegingen bena
dert men de kern van het wonder aller
minst. Reëler is het uit te gaan van de
gedachte, dat er in deze wereld helaas
geen mirakels bestaan en vervolgens de
factoren op te sporen, die het proces op
gang hebben gebracht en gehouden. Over-
vereenvoudigd zijn dat de volgende:
a. Een consequent regeringsbeleid, de
„Soziale Marktwirtschaft" van Ludwig
Erhard, een principieel vrije-markt-eco-
nomie, door de regering gecorrigeerd, ge
stimuleerd, gekalmeerd, waar dat nodig
bleek.
b. Een ondernemersklasse die de Duit
se geldingsdrang kanaliseerde, de prikkel
om bij punt nul te beginnen ten volle uit
buitte (en daar thans met manager-ziekte
de prijs voor betaalt).
c. Arbeiders die bereid waren aan te
pakken, vaak 55-urige werkweken maak
ten en georganiseerd waren in verant
woordelijke vakverenigingen, die niet
overvroegen.
d. Marshall-hulp die de verwoeste in
dustrie (er resteerde in 1945 slechts veer
tig percent van het vooroorlogs potentieel)
de kans gaf spoorslags te moderniseren.
Het „Wirtschaftswunder": Uit as en
puin een nieuwe stad.
De Duitsers hebben daarbij ook geluk
gehad. Hun wederopbouw viel samen met
een algemene hoogconjunctuur in de we
reld, de splitsing tussen Oost en West blies
hun politiek de wind in de zeilen. Zonder
Russische dreiging zou Duitsland er mis
schien nog niet boven op zijn. En zo be
gon het sprookje van het wonder, dat geen
wonder was, de krachtige expansie na
1950, die in 1954 en 1955 zelfs tot over-
expansie leidde. Het reële loon steeg in die
twee jaar met twaalf percent, er werd een
half miljoen woningen per jaar gebouwd,
Duitsland heiTees uit zijnes, het leverde
uitstekende waar tegen lage prijzen, her
won oude markten, veroverde nieuwe.
Andere Europese landen hielden de adem
in: zij zagen de Bondsrepubliek als de
snoek in de karpervijver.
Zij zagen vele dingen niet: de Duitse
economie heeft ook zwakke punten, het lui-
lekkerlandverhaal blijft een sprookje. Wie
het op de Autobahnen na erbarme
lijk slechte en gevaarlijke Duitse wegen
net ziet, merkt slechts een symptoom van
een achtergebleven infrastructuur. Zeker,
de Duitse fabrieksdirecteur en zijn arbei
ders hebben het goed, maar de midden
klasse klaagt terecht, vooral de intellec
tuelen.
Hoe staat, de Duitse economie, nu er
crisisgeruchten door de wereld varen, er
thans voor? Wel, de room is er af, de tijd
van de grote expansie is voorbij, de pe
riode van remmen en consolideren is aan
gebroken. Van vrij conjunctuurverloop is
eigenlijk geen sprake meer, er is krediet
beperking, men zoekt de conjunctuur te
ontspannen. De buitenlandse vraag naar
Duitse produkten neemt af, want door de
daling der grondstoffenprijzen is de koop
kracht van de leveranciers daarvan ge
zakt, de stormachtige deviezentoevloed
daalt, Duitsland had onlangs voor het
eerst een nadelig termijnsaldo bij de
Europese Betalingsunie. De woningbouw
wordt beperkt.
Minister Erhard heeft verklaard dat hij
met brute middelen tegen prijsstijgingen
zou optreden, die aanvankelijk door de
hoogconjunctuurontspanning werden te
gengegaan. Maar de regering ziet zich ge
dwongen de subsidies op brood, melk en
spoorwegtarieven te verlagen of in te
trekken: de prijzen gaan omhoog. De
stijging van «de produktiviteit houdt de
stijging van de lonen, die thans vooral
door schaarste van arbeidskrachten wordt
bepaald, niet meer bij, in driekwart jaar
liep zij ruim zes percent ten achter. Som
mige op export aangewezen of structureel
zwakke bedrijven raken in moeilijkheden,
het woord crisis wordt al gefluisterd.
Dreigt dat gevaar werkelijk? Het ziet er
nog niet naar uit. Men wijst er in Duits
land op dat de voornaamste reden van de
tijdelijke achteruitgang in de algemene
verzwakking van de wereldconjunctuur
ligt, die vooral door een stagnatie in de
Verenigde Staten wordt veroorzaakt. Maar
de prognose luidt dat de Amerikaanse
economie medio 1958 weer zal aantrek
ken. „Er is geen sprake van crisis, slechts
van „adjustment", van aanpassing, zeg
gen Erhard's medewerkers.
SS S&S i
iiiWiiüMS
liiiiiiïïiii:
lit iiiiiwgils8i!j
- iiiiïiiiiiliM
glijpiiisw»®
Duitse arbeiders: Niet overvragen, maar overuren.
De keerzijde: Vluchtelingen in een barakkenkamp.
De gedachte van beperking en mati
ging klinkt niet onredelijk, zet het „Wirt
schaftswunder" in reëler licht. Wij hebben
in Nederland aan den lijve gevoeld dat
een economisch wonder in zijn overgepro-
pageerde vorm niet beklijven kan. Het is
om vele redenen te hopen dat die mati
gende consolidatie de Duitse economie
van haar sprookjesaspecten zal bevrij
den. Het minderwaardigheidscomplex je
gens de toekomstige Euromarkt-partner
zal er misschien door verdwijnen, niet alle
Duitsers zijn trouwens zo begerig naar de
Euromarkt als velen denken. Het is even
zeer te hopen dat die consolidatie slagen
zal. Want de economische welvaart heeft
tot nu toe het prille kasplantje van de
Duitse democratie beschut en gekoesterd.
Het blijft de vraag of die jonge spruit de
kille wind van een economische crisis zon
der schade zou kunnen doorstaan.
Wat de titel betreft van de rubriek, die
met ingang van het nieuwe jaar van mijn
hand zal verschijnen, meen ik een korte
verklaring schuldig te zijn. Met alle waar
dering voor wat er op velerlei gebied el
ders in ons land gedaan en tot stand ge
bracht wordt, acht ik toch niet voor ont
kenning vatbaar, dat inzake 's lands be
stuur en wetgeving Den Haag, en daar dan
weer in het bijzonder het Binnenhof, een
plaats van betekenis
inneemt. Daar zetelen
immers, al berust dit
op geen enkel grond
wettelijk voorschrift
noch op enige wets
bepaling, de beide
Kamers van de Sta-
ten-Generaal. Nu zij
grif toegegeven, dat
er zich ook heel wat
van belang afspeelt,
waarbij de volksver
tegenwoordiging niet
direct betrokken is.
Zo valt er bijvoor
beeld speciaal allerlei
op internationaal ge
bied voor, dat voor
iemand, die als jour
nalistieke uitkijkpost
in Den Haag werk
zaam is, waard kan
zijn om onderwerp
van zijn uiteenzettin
gen of beschouwin
gen uit te maken,
terwijl het dan aan
gelegenheden betreft,
waarmee hij elders,
en niet „op" het Bin
nenhof in aanraking
komt. Daarom is voor
deze rubriek dan ook
juist een ietwat rui
mere benaming ge
kozen.
Intussen willen de
omstandigheden, dat
meteen deze bijdrage een en ander
betreft, dat wèl op het Binnenhof plaats
vindt. Te weten, de samenkomst van de
Tweede Kamer, reeds op de tweede dag
van het jaar. Voor zover na te gaan, is er
in onze gehele parlementaire geschiedenis
geen precedent te vinden van een openbare
vergadering van de Tweede Kamer reeds
de dag na nieuwjaar. Dan plegen de afge
vaardigden, terecht, van een welverdiend
kerstreces te genieten. Wanneer zich nu
deze uitzondering op de zoeven geschetste
regel voordoet, is dit een gevolg van de
niet slechts van regeringszijde, maar even
eens van de kant van de Kamer besefte
noodzaak daarvoor. Het gaat er namelijk
om te bevorderen, dat indien het wetsont
werp ter verhoging van de omzetbelasting
op enige artikelen in de Tweede Kamer een
meerderheid zal krijgen, de Eerste Kamer
zo tijdig dat ontwerp zal kunnen behande
len, dat een en ander met 1 februari wets-
kracht zal bezitten. Minister Hofstra acht
de extra-inkomsten, welke deze door hem
voorgestelde regeling in de schatkist zal
doen vloeien, in hoge mate noodzakelijk.
Ja, hij had daarover liefst al met ingang
van 1 januari 1958 de beschikking willen
hebben. Door allerlei factoren, waaronder
misschien ten dele ook wel te noemen valt
de vrij late indiening van het ontwerp in
kwestie, is dit niet meer bereikt. Doch nu
zou het in elk geval van het standpunt
van de schatkistbewaarder uit bezien
wel buitengewoon jammer zijn, wanneer er
nog weer een maand mee gemoeid zou
gaan, eer het ontwerp wet zou worden.
Het pleit voor de Tweede Kamer, dat zij
Dr. E. van Kaalte, die na jarenlange
medewerking aan ons blad als parle
mentair redacteur bij deze jaarwisse
ling als zodanig afscheidt neemt, blijft
niettemin als gespecialiseerd medewer
ker zijn krachten aan de voorlichting
van onze lezers wijden. In een na
Nieuwjaar beginnende rubriek onder
de titel „Op en Om het Binnenhof", die
op geregelde tijdstippen zal verschijnen,
zal deze in hoge mate deskundige voor
lichting geven over onderwerpen, waar
van het belang nauw met het regerings
beleid en de volksvertegenwoordiging
te maken heeft. In bijgaande vooruit
blik op het herbegin van de activiteit
in 's lands vergaderzaal, geeft dr. Van
Raalte mede een verklaring van de
titelkeuze „Op en Om het Binnenhof",
zodoende de lezer van Oud naar Nieuw
binnenleidende in de stof, die hij zowel
journalistiek als juridisch zo diepgaand
beheerst en waarover hij zoveel wetens
waardigs te vertellen weet.
van haar kant getoond heeft, in dit opzicht
niet als sta-in-de-weg te willen optreden.
Hier en daar kon men in de wandelgangen
van de Kamer wel horen fluisteren, dat
wie tegen de beoogde belastingverhoging
als zodanig gekant zijn, het goede recht
zouden bezitten, om op alle mogelijke
manieren het doel, dat de minister be
oogt, tegen te werken. Daarom hadden zij
ook aldus sommiger redenering rus
tig de zaak nog wat
kunnen en mogen
traineren. Mij komt
die opvatting bepaald
onjuist voor. Ook ten
opzichte van de par
lementaire spelregels
geldt, dat in het al
gemeen saboteren uit
den boze is en dat
eerlijk spel op de
voorgrond behoort te
staan. Gelukkig heeft
de Kamer blijk gege
ven dit in te zien. En
vandaar, dat zij vol
komen accoord is
kunnen gaan met het
voorstel van haar
voorzitter om op de
tweede januari bijeen
te komen, ten einde
dan de regeringsont
werpen inzake enige
tijdelijke belasting
verhogingen, waar
onder het hierboven
genoemde ontwerp,
in behandeling te ne
men. Terloops stip ik
aan, dat voor de an
dere ontwerpen, de
datum waarop zij
rechtskracht zouden
krijgen, van minder
betekenis mag heten,
aangezien het daarbij
gaat om heffingen,
die niet zozeer aan de
datum van ingang der wettelijke rege
lingen gebonden zijn, doordat pas later in
het jaar tot de heffingen (de aanslagen)
wordt overgegaan.
Mocht de Tweede Kamer in de aller
eerste week van januari de wetsontwerpen
aannemen, dan kan de Eerste Kamer rede
lijkerwijze geen bezwaar maken om deze
nog voor het eind van de maand in open
bare vergadering aan de orde te stellen.
Het gaat hier immers om voorstellen, die
helemaal niet ingewikkeld zijn. De Kamer
van vijfenzeventig, wier taak het alleen is
om bij haar binnengekomen ontwerpen,
hetzij goed te keuren, hetzij te verwerpen,
kan dus gemakkelijk tot een beslissing ko
men. Zeker, onze senatoren plegen nogal
eens te klagen over het feit, dat zij zich
in tijdnood, in een dwangpositie gebracht
zien, doordat zij, vanwege de haast, niet
voeldoende gelegenheid tot wikken en we
gen zouden hebben. Nog daargelaten, dat
mijns inziens meer dan eens die klaagzangen
bepaald niet vrij van overdrijving te ach
ten vallen, meen ik toch zeker te mogen
stellen, dat in het onderhavige geval, de
Eerste Kamer geen enkele goede grond zou
bezitten voor zulk een klacht, nu de Twee
de Kamer haar zo ter wille is. Tot de goede
parlementaire spelregels behoort, dunkt
mij, namelijk ook, dat de tak van de Sta-
ten-Generaal, welke het recht van amen
dement mist en die zich door de Grondwet
een bescheiden plaats in ons staatsbestel
toegekend ziet, zich ook dienovereenkom
stig, bescheiden dient te gedragen.
Dr. E. van Raalte
Uit deze grafiek blijkt, dat wij in het
afgelopen jaar meer zon kregen dan
in 1.956, maar heel wat minder dan in
1955. Voorts is er uit op te maken dat
de zonneschijn, die wij de laatste tien
jaren toegemeten kregen, steeds min
der is geworden. Wij kregen in 1957
weliswaar wat meer zonneschijn, maar
ook wat meer neerslag, die van
januari tot en met november 803 mil
limeter bedroeg.
LONDEN (Reuter) Het Britse mi
nisterie van Koloniën heeft verklaard, dat
de Jemenitische autoriteiten in de afge
lopen zes weken tweeduizend tot driedui
zend geweren hebben verstrekt aan leden
van stammen in het Britse protectoraat
Aden. De Jemenieten houden ook onge
veer tweehonderd stamleden uit het pro
tectoraat als gijzelaars vast „om er ze
ker van te zijn, dat de geweren zullen
worden gebruikt voor het verstoren van
de orde in het protectoraat". Hoewel ve
len van de stamleden, die wapens ontvan
gen hadden, slechts in het bezit wilden
zijn van moderne geweren, hadden ande
ren, op instructies uit Jemen, de orde in
het protectoraat Aden pogen te verstoren,
vooral in de gebieden Fadhli en Dathina,
aldus het Britse ministerie.
Brandschatting
(AFP) In Aden is officieel bekend
gemaakt, dat in de nacht van 28 op 29 de
cember Jemenieten in het protectoraat
Aden zijn binnengedrongen. Er ontstond
een vuurgevecht met militairen van de
Adense grenspost. Een militair werd ge
dood en een andere gewond. De verliezen
aan Jemenitische zijde waren groter. Het
huis van sultan Awad te Nisab zou door
Jemenieten in brand gestoken zijn.
Bezoek
MOSKOU (Tass.) De kroonprins van
Jemen, Seif El Islam Mohammed El
Badr, is bij zijn aankomst in Moskou wel
kom geheten door de eerste vice-premier
Mikojan.
Een Sherpa heeft de politie in Khat-
mandu (Nepal) bericht dat een „verschrik
kelijke sneeuwman" in zijn korenmolen
alle meel heeft opgegeten. Het ongeveer
drie meter hoge schepsel, dat overdekt
was met lang grijs haar, vluchtte toen dé
molenaar het betrapte. De Sherpa ver
klaarde dat het wezen eruit zag als een
grote aap, zonder staart, en fluitende ge
luiden maakte terwijl het at.
Het haar op zijn lichaam was ongeveer 30
cm lang. Boven de taille stond het over
eind, onder de taille hing het los neer, zei
de Sherpa. Als men hem geloven moet
zijn al meer meelvoorraden door Yeti's ge
plunderd.
Ook mensen uit het westen hebben voet
afdrukken gezien die aan een Yeti toege
schreven werden. Een lid van de Konink
lijke Britse Geografische Vereniging, Eric
Shipton, ontdekte zes jaar geleden zo'n
voetspoor. De afdrukken schenen iets lan
ger en breder te zijn dan die van een
mensenvoet. Op sommige plaatsen zagen
zij bovendien duidelijk afdrukken van
drie brede „tenen" en die van een brede
„duim". Op expedities is men echter nog
nooit zo'n Yeti tegengekomen.
WASHINGTON (Reuter). Het Ameri
kaanse democratische Congreslid Porter
heeft in een brief aan de voorzitter van de
Amerikaanse commissie voor kernenergie
geschreven dat de vliegtuigen van de Ame
rikaanse strategische luchtmacht, die bo
ven Groot-Brittannië en de Verenigde Sta
ten vliegen, in tegenstelling tot wat pers en
publiek algemeen veronderstellen, geen
gebruiksklare kernwapens vervoeren. Van
deskundige zijde zegt hij te hebben verno
men dat het afstellen niet tijdens de vlucht
kan geschieden. Derhalve ligt het lot van
de wereld niet in handen van één enkele
bemanning, zoals partijsecretaris Kroesj-
tsjev zei te vrezen, aldus Porter.
Porter waarschuwde dat ongelukken
met kernwapens, in het algemeen gespro
ken, altijd mogelijk blijven, ondanks alle
veiligheidsmaatregel, pij vroeg de Ameri
kaanse regering de wereld daarvan in ken
nis te stellen om te voorkomen dat men in
geval van zulk een ongeluk in paniekstem
ming zou raken en zou menen aangevallen
te zijn, wat weer vergeldingsmaatregelen
ten gevolge zou kunnen hebben.
De Amerikaanse onder-minister van De
fensie, Loper die, naar Porter verklaar
de, zijn standpunt deelt, heeft verklaard
dat de mogelijkheid van een toevallige
ontploffing van een kernwapen vrijwel
nihil is. Hij schatte die kans een op drie
miljard. Uit gezaghebbende bron is voorts,
in tegenstelling tot Porters verklaring ver
nomen, dat opgeleide bemanningen volgens
het huidige systeem van paraatheid niet
naar hun basis hoeven terug te keren om
de bom aan boord van hun vliegtuig scherp
te laten stellen. Zij kunnen dat zelf doen
in het vliegtuig, als zij bevel voor een
vergeldingsaanval op een aanvaller tijdens
de vlucht krijgen. Men voegde hiér overi
gens aan toe, dat geen volledige bommen
wórden vervoerd met toestellen die alleen
oefenvluchten maken.
Waarschuwing
INDIANAPOLIS (U.P.) Op een bij
eenkomst van Amerikaanse geleerden in
Indianapolis is verklaard dat het menselijk
ras ernstig gevaar heeft te duchten van de
radio-actieve straling van kernproeven.
Prof. Barry Commoner, verklaarde dat de
Amerikaanse leiders moeten uitmaken wat
zij het belangrijkst vinden: een mensenle
ven of kernproeven.
Dr. David Price waarschuwde tegen het
onnodig gebruik van X-stralen, die nade
lig kunnen zijn voor de gezondheid.
NEW YORK (UP) Het Amerikaanse
„Nationale comité voor een gezonde poli
tiek op het gebied van kernsplitsing", dat
zich gebaseerd heeft op de oproep van dr.
Schweitzer in 1952 tot alle mensen zich,
buiten de regeringen om, bewust te wor
den van hun verantwoordelijkheid voor
de instandhouding van het leven op aarde,
meldt „buitengewoon hoopvolle" resulta
ten van zijn eerste actie.
Op 15 november kwam het comité voor
het eerst in de openbaarheid met grote
advertenties in de „New York Times" en
andere krant i, waarin het zich uitsprak
voor een mobilisatie van de Amerikaanse
publieke opinie om te bereiken dat de
Verenigde Naties meer gezag krijgen bij
het verhinderen van agressie en het af
dwingen van ontwapening, dat er interna
tionale controle komt op intercontinentale
ballistische projectielen en kernwapens,
internationale samenwerking bij de ver
overing der ruimte en opheffing van alle
proeven met atoom- en waterstofbom
men.
Op deze oproep zijn tot 26 december
1.875 reacties binnengekomen en bijdra
gen ter waarde van 10.226 dollar. Behalve
uit Amerika kwamen reacties binnen uit
alle landen van West-Europa, Japan, In
dia, Pakistan, Israel, Irak, Syrië, Marok
ko, Canada en Mexico.
Eisenhower helpen
Het comité werd dit jaar gevormd door
Norman Cousins, redacteur van de Satur
day Review en Clarence Pickett, oud-se
cretaris van de American Friends Service
Committee, dat in 1947, samen met de
Britse zusterorganisatie, de Nobelprijs
voor de vrede won. Het doel is een dis
cussie op gang te brengen over het ge
vaar voor het leven op aarde, ten gevolge
van de kernsplitsingen.
„De regering", aldus Cousins, „heeft
help nodig voor het voêren van een juiste
politiek." Het comité staat de politiek
voor, die president Eisenhower in 1953 aan
gaf in een toespraak tot de Amerikaanse
vereniging van journalisten. Deze politiek
is niet uitgvoerd, aldus Cousins „De pre
sident kan het niet allemaal zelf doen, er
is een vulkaanuitbarsting van de publieke
opinie nodig."
Een zijdelings gevolg van de actie zou,
volgens Cousins nog kunnen zijn, dat de
rest van de wereld de overtuiging krijgt,
dat Amerika geen oorlogszuchtig land is!
Rusland moet zich niet langer kunnen op
werpen als de grote kampioen van de zaak
van de vrede, aldus Cousins.