Matiging bevrijdt Duitse economie van haar sprookjesachtigheid Uitzonderlijk vroeg begin der Kamervergaderingen Van Fresswelle tot verblindende expansie, van hoogconjunctuur naar werkelijkheid Om minister Hofstra ter wille te zijn I HOE WONDERLIJK IS HET ECONOMISCHE WONDER? Air France mag niet meer landen in Libanon Malta versus Engeland Het einde tutu Nieuwe rubriek „Op en om het Binnenhof Brits-Jemenitisch geschil over Aden vlamt weer op De „sneeuwman" zou weer gezien zijn Oefenvluchten met atoom wapens „ongevaarlijk" Over de kwade kansen is men het nog niet eens Amerikaans comité tegen proeven met kernwapens Pleidooi voor „gezonde kernsplijtingspolitiek" L i DAG 31 DECEMBER 1957 13 BEIROET (AFP) Met ingang van 1 januari mogen toestellen van de Franse maatschappij „Air France" geen gebruik meer maken van de Libanese vliegvelden. De Libanese regering heeft besloten de lopende vergunning niet te vernieuwen, zolang tussen beide landen geen lucht vaartconventie of een akkoord is getekend die de Libanese belangen, in overeen stemming met de internationale gebrui ken, waarborgen, aldus het communiqué. VALETTA (Reuter) Het Maltezer parlement heeft met algemene stemmen de motie van premier Dom Mintoff, waar in om verbreking van de banden met Groot-Brittannië wordt aangedrongen, aangenomen. Na de stemming verklaarde de premier, dat hij overleg met de oppo sitie zal plegen over de volgende stappen. In de motie vraagt Dom Mintoff het par lement zich te ontslaan van alle verplich tingen jegens Groot-Brittannië, als dat land geen werk verschaft aan ontslagen arbeiders van de Britse marinewerf op het eiland, waar 14.000 man werken. (Van onze reisredacteur) BONN Wie vandaag het Duitse „Wirtschaftswunder", de schijnbaar miracu leuze wederopstanding van de Duitse economie en haar verblindende expansie, naar Amerikaanse aard in één man zou willen typeren, zou daarvoor de Biele- felder „puddingprins" Rudolf August Oetker moeten uitzoeken. Want beter nog dan de staalbaronnen uit de Ruhr, verpersoonlijkt deze fabrikant van bakpoeder, die in tien jaar Duitslands grootste reder werd, het succesverhaal van het economische wonder. Het begon als een luilekkerlandsprookje in 1948 bij de geld- sanering, de „Wahrungsreform", die Duitslands economische wedergeboorte inleidde. Het geld kreeg weer waarde, de Duitsers hadden honger, de „Fress welle" (met permissie: de vreetgolf) zette in. En aangezien de Duitsers, ondanks hun krachtige levensbeschouwing, een sterke hang naar zoetigheden koesteren, aten zij zich dik en rond aan taart en pudding, vervaardigd uiteraard van het bakpoeder of de 27 puddingpoeders van het huis Oetker, dat voor generaties Duitsers de dynastie van de zoete heerlijkheid vertegenwoordigt. En zo snel rinkelde het geld in Bielefeld binnen, dat Rudolf Oetker, op zoek naar een mogelijkheid om zijn miljoenen voor de fiscus veilig te stellen, in de scheepvaart begon te investeren. Geholpen door een slimme belasting-deskundige, die de stimulerende fiscale politiek ten volle gebruikte, heeft Oetker thans een vloot van veertig schepen opgebouwd met een tonnage van 375.000 ton. De Hamburgse reders worden er een beetje zenuwachtig van, want Oetker is in de markt voor meer. 7,o voer Rudolf Oetker op de „Fress welle" naar rijk gewin, zo trok de bonds republiek uit een land vol puin, verwoes ting en honger het glanzend gebouw van het „Wirtschaftswunder" op. Hoe wonder lijk is dat economisch wonder? Dat hangt een beetje van de omstandigheden af. Wanneer er een verkiezing te komen staat, dan glanst het als nimmer te vo ren, dan wordt de kiezers op het hart ge bonden, het vooral bij het oude te laten en niet te experimenteren. Moet er daar entegen een bijdrage van een paar hon derd miljoen in de legeringskosten van Britse of Amerikaanse troepen worden be taald, dan wordt het glanzend paleis ter stond in de doffe camouflageverf van economische teruggang met een flinke lik crisisvrees overgeschilderd. En de vraag blijft staan: hoe wonderlijk is Duitslands economisch wonder? Aan bui tenlanders behoeft men het ook niet te vragen, want die geven of van buitenspo rige naijver of van overdreven bewonde ring blijk. Wanneer de Duitsers 's zomers in lange rijen glimmende auto's naar het buitenland trekken, dan zeggen Fransen, Belgen of Nederlanders: „je moet blijk baar een oorlog verliezen om het goed te hebben", zij zien in de Bondsrepubliek al een soort wellustig rijk Amerika-op-Euro- pese-bodem. En daartegenover groeit de mythe van de Duitse „Tüchtigkeit", de onoverwinnelijke zwoeglust van de oos terburen, die bij andere Europeanen een collectief minderwaardigheidsgevoel in het leven roept. Welnu, met zulke overwegingen bena dert men de kern van het wonder aller minst. Reëler is het uit te gaan van de gedachte, dat er in deze wereld helaas geen mirakels bestaan en vervolgens de factoren op te sporen, die het proces op gang hebben gebracht en gehouden. Over- vereenvoudigd zijn dat de volgende: a. Een consequent regeringsbeleid, de „Soziale Marktwirtschaft" van Ludwig Erhard, een principieel vrije-markt-eco- nomie, door de regering gecorrigeerd, ge stimuleerd, gekalmeerd, waar dat nodig bleek. b. Een ondernemersklasse die de Duit se geldingsdrang kanaliseerde, de prikkel om bij punt nul te beginnen ten volle uit buitte (en daar thans met manager-ziekte de prijs voor betaalt). c. Arbeiders die bereid waren aan te pakken, vaak 55-urige werkweken maak ten en georganiseerd waren in verant woordelijke vakverenigingen, die niet overvroegen. d. Marshall-hulp die de verwoeste in dustrie (er resteerde in 1945 slechts veer tig percent van het vooroorlogs potentieel) de kans gaf spoorslags te moderniseren. Het „Wirtschaftswunder": Uit as en puin een nieuwe stad. De Duitsers hebben daarbij ook geluk gehad. Hun wederopbouw viel samen met een algemene hoogconjunctuur in de we reld, de splitsing tussen Oost en West blies hun politiek de wind in de zeilen. Zonder Russische dreiging zou Duitsland er mis schien nog niet boven op zijn. En zo be gon het sprookje van het wonder, dat geen wonder was, de krachtige expansie na 1950, die in 1954 en 1955 zelfs tot over- expansie leidde. Het reële loon steeg in die twee jaar met twaalf percent, er werd een half miljoen woningen per jaar gebouwd, Duitsland heiTees uit zijnes, het leverde uitstekende waar tegen lage prijzen, her won oude markten, veroverde nieuwe. Andere Europese landen hielden de adem in: zij zagen de Bondsrepubliek als de snoek in de karpervijver. Zij zagen vele dingen niet: de Duitse economie heeft ook zwakke punten, het lui- lekkerlandverhaal blijft een sprookje. Wie het op de Autobahnen na erbarme lijk slechte en gevaarlijke Duitse wegen net ziet, merkt slechts een symptoom van een achtergebleven infrastructuur. Zeker, de Duitse fabrieksdirecteur en zijn arbei ders hebben het goed, maar de midden klasse klaagt terecht, vooral de intellec tuelen. Hoe staat, de Duitse economie, nu er crisisgeruchten door de wereld varen, er thans voor? Wel, de room is er af, de tijd van de grote expansie is voorbij, de pe riode van remmen en consolideren is aan gebroken. Van vrij conjunctuurverloop is eigenlijk geen sprake meer, er is krediet beperking, men zoekt de conjunctuur te ontspannen. De buitenlandse vraag naar Duitse produkten neemt af, want door de daling der grondstoffenprijzen is de koop kracht van de leveranciers daarvan ge zakt, de stormachtige deviezentoevloed daalt, Duitsland had onlangs voor het eerst een nadelig termijnsaldo bij de Europese Betalingsunie. De woningbouw wordt beperkt. Minister Erhard heeft verklaard dat hij met brute middelen tegen prijsstijgingen zou optreden, die aanvankelijk door de hoogconjunctuurontspanning werden te gengegaan. Maar de regering ziet zich ge dwongen de subsidies op brood, melk en spoorwegtarieven te verlagen of in te trekken: de prijzen gaan omhoog. De stijging van «de produktiviteit houdt de stijging van de lonen, die thans vooral door schaarste van arbeidskrachten wordt bepaald, niet meer bij, in driekwart jaar liep zij ruim zes percent ten achter. Som mige op export aangewezen of structureel zwakke bedrijven raken in moeilijkheden, het woord crisis wordt al gefluisterd. Dreigt dat gevaar werkelijk? Het ziet er nog niet naar uit. Men wijst er in Duits land op dat de voornaamste reden van de tijdelijke achteruitgang in de algemene verzwakking van de wereldconjunctuur ligt, die vooral door een stagnatie in de Verenigde Staten wordt veroorzaakt. Maar de prognose luidt dat de Amerikaanse economie medio 1958 weer zal aantrek ken. „Er is geen sprake van crisis, slechts van „adjustment", van aanpassing, zeg gen Erhard's medewerkers. SS S&S i iiiWiiüMS liiiiiiïïiii: lit iiiiiwgils8i!j - iiiiïiiiiiliM glijpiiisw»® Duitse arbeiders: Niet overvragen, maar overuren. De keerzijde: Vluchtelingen in een barakkenkamp. De gedachte van beperking en mati ging klinkt niet onredelijk, zet het „Wirt schaftswunder" in reëler licht. Wij hebben in Nederland aan den lijve gevoeld dat een economisch wonder in zijn overgepro- pageerde vorm niet beklijven kan. Het is om vele redenen te hopen dat die mati gende consolidatie de Duitse economie van haar sprookjesaspecten zal bevrij den. Het minderwaardigheidscomplex je gens de toekomstige Euromarkt-partner zal er misschien door verdwijnen, niet alle Duitsers zijn trouwens zo begerig naar de Euromarkt als velen denken. Het is even zeer te hopen dat die consolidatie slagen zal. Want de economische welvaart heeft tot nu toe het prille kasplantje van de Duitse democratie beschut en gekoesterd. Het blijft de vraag of die jonge spruit de kille wind van een economische crisis zon der schade zou kunnen doorstaan. Wat de titel betreft van de rubriek, die met ingang van het nieuwe jaar van mijn hand zal verschijnen, meen ik een korte verklaring schuldig te zijn. Met alle waar dering voor wat er op velerlei gebied el ders in ons land gedaan en tot stand ge bracht wordt, acht ik toch niet voor ont kenning vatbaar, dat inzake 's lands be stuur en wetgeving Den Haag, en daar dan weer in het bijzonder het Binnenhof, een plaats van betekenis inneemt. Daar zetelen immers, al berust dit op geen enkel grond wettelijk voorschrift noch op enige wets bepaling, de beide Kamers van de Sta- ten-Generaal. Nu zij grif toegegeven, dat er zich ook heel wat van belang afspeelt, waarbij de volksver tegenwoordiging niet direct betrokken is. Zo valt er bijvoor beeld speciaal allerlei op internationaal ge bied voor, dat voor iemand, die als jour nalistieke uitkijkpost in Den Haag werk zaam is, waard kan zijn om onderwerp van zijn uiteenzettin gen of beschouwin gen uit te maken, terwijl het dan aan gelegenheden betreft, waarmee hij elders, en niet „op" het Bin nenhof in aanraking komt. Daarom is voor deze rubriek dan ook juist een ietwat rui mere benaming ge kozen. Intussen willen de omstandigheden, dat meteen deze bijdrage een en ander betreft, dat wèl op het Binnenhof plaats vindt. Te weten, de samenkomst van de Tweede Kamer, reeds op de tweede dag van het jaar. Voor zover na te gaan, is er in onze gehele parlementaire geschiedenis geen precedent te vinden van een openbare vergadering van de Tweede Kamer reeds de dag na nieuwjaar. Dan plegen de afge vaardigden, terecht, van een welverdiend kerstreces te genieten. Wanneer zich nu deze uitzondering op de zoeven geschetste regel voordoet, is dit een gevolg van de niet slechts van regeringszijde, maar even eens van de kant van de Kamer besefte noodzaak daarvoor. Het gaat er namelijk om te bevorderen, dat indien het wetsont werp ter verhoging van de omzetbelasting op enige artikelen in de Tweede Kamer een meerderheid zal krijgen, de Eerste Kamer zo tijdig dat ontwerp zal kunnen behande len, dat een en ander met 1 februari wets- kracht zal bezitten. Minister Hofstra acht de extra-inkomsten, welke deze door hem voorgestelde regeling in de schatkist zal doen vloeien, in hoge mate noodzakelijk. Ja, hij had daarover liefst al met ingang van 1 januari 1958 de beschikking willen hebben. Door allerlei factoren, waaronder misschien ten dele ook wel te noemen valt de vrij late indiening van het ontwerp in kwestie, is dit niet meer bereikt. Doch nu zou het in elk geval van het standpunt van de schatkistbewaarder uit bezien wel buitengewoon jammer zijn, wanneer er nog weer een maand mee gemoeid zou gaan, eer het ontwerp wet zou worden. Het pleit voor de Tweede Kamer, dat zij Dr. E. van Kaalte, die na jarenlange medewerking aan ons blad als parle mentair redacteur bij deze jaarwisse ling als zodanig afscheidt neemt, blijft niettemin als gespecialiseerd medewer ker zijn krachten aan de voorlichting van onze lezers wijden. In een na Nieuwjaar beginnende rubriek onder de titel „Op en Om het Binnenhof", die op geregelde tijdstippen zal verschijnen, zal deze in hoge mate deskundige voor lichting geven over onderwerpen, waar van het belang nauw met het regerings beleid en de volksvertegenwoordiging te maken heeft. In bijgaande vooruit blik op het herbegin van de activiteit in 's lands vergaderzaal, geeft dr. Van Raalte mede een verklaring van de titelkeuze „Op en Om het Binnenhof", zodoende de lezer van Oud naar Nieuw binnenleidende in de stof, die hij zowel journalistiek als juridisch zo diepgaand beheerst en waarover hij zoveel wetens waardigs te vertellen weet. van haar kant getoond heeft, in dit opzicht niet als sta-in-de-weg te willen optreden. Hier en daar kon men in de wandelgangen van de Kamer wel horen fluisteren, dat wie tegen de beoogde belastingverhoging als zodanig gekant zijn, het goede recht zouden bezitten, om op alle mogelijke manieren het doel, dat de minister be oogt, tegen te werken. Daarom hadden zij ook aldus sommiger redenering rus tig de zaak nog wat kunnen en mogen traineren. Mij komt die opvatting bepaald onjuist voor. Ook ten opzichte van de par lementaire spelregels geldt, dat in het al gemeen saboteren uit den boze is en dat eerlijk spel op de voorgrond behoort te staan. Gelukkig heeft de Kamer blijk gege ven dit in te zien. En vandaar, dat zij vol komen accoord is kunnen gaan met het voorstel van haar voorzitter om op de tweede januari bijeen te komen, ten einde dan de regeringsont werpen inzake enige tijdelijke belasting verhogingen, waar onder het hierboven genoemde ontwerp, in behandeling te ne men. Terloops stip ik aan, dat voor de an dere ontwerpen, de datum waarop zij rechtskracht zouden krijgen, van minder betekenis mag heten, aangezien het daarbij gaat om heffingen, die niet zozeer aan de datum van ingang der wettelijke rege lingen gebonden zijn, doordat pas later in het jaar tot de heffingen (de aanslagen) wordt overgegaan. Mocht de Tweede Kamer in de aller eerste week van januari de wetsontwerpen aannemen, dan kan de Eerste Kamer rede lijkerwijze geen bezwaar maken om deze nog voor het eind van de maand in open bare vergadering aan de orde te stellen. Het gaat hier immers om voorstellen, die helemaal niet ingewikkeld zijn. De Kamer van vijfenzeventig, wier taak het alleen is om bij haar binnengekomen ontwerpen, hetzij goed te keuren, hetzij te verwerpen, kan dus gemakkelijk tot een beslissing ko men. Zeker, onze senatoren plegen nogal eens te klagen over het feit, dat zij zich in tijdnood, in een dwangpositie gebracht zien, doordat zij, vanwege de haast, niet voeldoende gelegenheid tot wikken en we gen zouden hebben. Nog daargelaten, dat mijns inziens meer dan eens die klaagzangen bepaald niet vrij van overdrijving te ach ten vallen, meen ik toch zeker te mogen stellen, dat in het onderhavige geval, de Eerste Kamer geen enkele goede grond zou bezitten voor zulk een klacht, nu de Twee de Kamer haar zo ter wille is. Tot de goede parlementaire spelregels behoort, dunkt mij, namelijk ook, dat de tak van de Sta- ten-Generaal, welke het recht van amen dement mist en die zich door de Grondwet een bescheiden plaats in ons staatsbestel toegekend ziet, zich ook dienovereenkom stig, bescheiden dient te gedragen. Dr. E. van Raalte Uit deze grafiek blijkt, dat wij in het afgelopen jaar meer zon kregen dan in 1.956, maar heel wat minder dan in 1955. Voorts is er uit op te maken dat de zonneschijn, die wij de laatste tien jaren toegemeten kregen, steeds min der is geworden. Wij kregen in 1957 weliswaar wat meer zonneschijn, maar ook wat meer neerslag, die van januari tot en met november 803 mil limeter bedroeg. LONDEN (Reuter) Het Britse mi nisterie van Koloniën heeft verklaard, dat de Jemenitische autoriteiten in de afge lopen zes weken tweeduizend tot driedui zend geweren hebben verstrekt aan leden van stammen in het Britse protectoraat Aden. De Jemenieten houden ook onge veer tweehonderd stamleden uit het pro tectoraat als gijzelaars vast „om er ze ker van te zijn, dat de geweren zullen worden gebruikt voor het verstoren van de orde in het protectoraat". Hoewel ve len van de stamleden, die wapens ontvan gen hadden, slechts in het bezit wilden zijn van moderne geweren, hadden ande ren, op instructies uit Jemen, de orde in het protectoraat Aden pogen te verstoren, vooral in de gebieden Fadhli en Dathina, aldus het Britse ministerie. Brandschatting (AFP) In Aden is officieel bekend gemaakt, dat in de nacht van 28 op 29 de cember Jemenieten in het protectoraat Aden zijn binnengedrongen. Er ontstond een vuurgevecht met militairen van de Adense grenspost. Een militair werd ge dood en een andere gewond. De verliezen aan Jemenitische zijde waren groter. Het huis van sultan Awad te Nisab zou door Jemenieten in brand gestoken zijn. Bezoek MOSKOU (Tass.) De kroonprins van Jemen, Seif El Islam Mohammed El Badr, is bij zijn aankomst in Moskou wel kom geheten door de eerste vice-premier Mikojan. Een Sherpa heeft de politie in Khat- mandu (Nepal) bericht dat een „verschrik kelijke sneeuwman" in zijn korenmolen alle meel heeft opgegeten. Het ongeveer drie meter hoge schepsel, dat overdekt was met lang grijs haar, vluchtte toen dé molenaar het betrapte. De Sherpa ver klaarde dat het wezen eruit zag als een grote aap, zonder staart, en fluitende ge luiden maakte terwijl het at. Het haar op zijn lichaam was ongeveer 30 cm lang. Boven de taille stond het over eind, onder de taille hing het los neer, zei de Sherpa. Als men hem geloven moet zijn al meer meelvoorraden door Yeti's ge plunderd. Ook mensen uit het westen hebben voet afdrukken gezien die aan een Yeti toege schreven werden. Een lid van de Konink lijke Britse Geografische Vereniging, Eric Shipton, ontdekte zes jaar geleden zo'n voetspoor. De afdrukken schenen iets lan ger en breder te zijn dan die van een mensenvoet. Op sommige plaatsen zagen zij bovendien duidelijk afdrukken van drie brede „tenen" en die van een brede „duim". Op expedities is men echter nog nooit zo'n Yeti tegengekomen. WASHINGTON (Reuter). Het Ameri kaanse democratische Congreslid Porter heeft in een brief aan de voorzitter van de Amerikaanse commissie voor kernenergie geschreven dat de vliegtuigen van de Ame rikaanse strategische luchtmacht, die bo ven Groot-Brittannië en de Verenigde Sta ten vliegen, in tegenstelling tot wat pers en publiek algemeen veronderstellen, geen gebruiksklare kernwapens vervoeren. Van deskundige zijde zegt hij te hebben verno men dat het afstellen niet tijdens de vlucht kan geschieden. Derhalve ligt het lot van de wereld niet in handen van één enkele bemanning, zoals partijsecretaris Kroesj- tsjev zei te vrezen, aldus Porter. Porter waarschuwde dat ongelukken met kernwapens, in het algemeen gespro ken, altijd mogelijk blijven, ondanks alle veiligheidsmaatregel, pij vroeg de Ameri kaanse regering de wereld daarvan in ken nis te stellen om te voorkomen dat men in geval van zulk een ongeluk in paniekstem ming zou raken en zou menen aangevallen te zijn, wat weer vergeldingsmaatregelen ten gevolge zou kunnen hebben. De Amerikaanse onder-minister van De fensie, Loper die, naar Porter verklaar de, zijn standpunt deelt, heeft verklaard dat de mogelijkheid van een toevallige ontploffing van een kernwapen vrijwel nihil is. Hij schatte die kans een op drie miljard. Uit gezaghebbende bron is voorts, in tegenstelling tot Porters verklaring ver nomen, dat opgeleide bemanningen volgens het huidige systeem van paraatheid niet naar hun basis hoeven terug te keren om de bom aan boord van hun vliegtuig scherp te laten stellen. Zij kunnen dat zelf doen in het vliegtuig, als zij bevel voor een vergeldingsaanval op een aanvaller tijdens de vlucht krijgen. Men voegde hiér overi gens aan toe, dat geen volledige bommen wórden vervoerd met toestellen die alleen oefenvluchten maken. Waarschuwing INDIANAPOLIS (U.P.) Op een bij eenkomst van Amerikaanse geleerden in Indianapolis is verklaard dat het menselijk ras ernstig gevaar heeft te duchten van de radio-actieve straling van kernproeven. Prof. Barry Commoner, verklaarde dat de Amerikaanse leiders moeten uitmaken wat zij het belangrijkst vinden: een mensenle ven of kernproeven. Dr. David Price waarschuwde tegen het onnodig gebruik van X-stralen, die nade lig kunnen zijn voor de gezondheid. NEW YORK (UP) Het Amerikaanse „Nationale comité voor een gezonde poli tiek op het gebied van kernsplitsing", dat zich gebaseerd heeft op de oproep van dr. Schweitzer in 1952 tot alle mensen zich, buiten de regeringen om, bewust te wor den van hun verantwoordelijkheid voor de instandhouding van het leven op aarde, meldt „buitengewoon hoopvolle" resulta ten van zijn eerste actie. Op 15 november kwam het comité voor het eerst in de openbaarheid met grote advertenties in de „New York Times" en andere krant i, waarin het zich uitsprak voor een mobilisatie van de Amerikaanse publieke opinie om te bereiken dat de Verenigde Naties meer gezag krijgen bij het verhinderen van agressie en het af dwingen van ontwapening, dat er interna tionale controle komt op intercontinentale ballistische projectielen en kernwapens, internationale samenwerking bij de ver overing der ruimte en opheffing van alle proeven met atoom- en waterstofbom men. Op deze oproep zijn tot 26 december 1.875 reacties binnengekomen en bijdra gen ter waarde van 10.226 dollar. Behalve uit Amerika kwamen reacties binnen uit alle landen van West-Europa, Japan, In dia, Pakistan, Israel, Irak, Syrië, Marok ko, Canada en Mexico. Eisenhower helpen Het comité werd dit jaar gevormd door Norman Cousins, redacteur van de Satur day Review en Clarence Pickett, oud-se cretaris van de American Friends Service Committee, dat in 1947, samen met de Britse zusterorganisatie, de Nobelprijs voor de vrede won. Het doel is een dis cussie op gang te brengen over het ge vaar voor het leven op aarde, ten gevolge van de kernsplitsingen. „De regering", aldus Cousins, „heeft help nodig voor het voêren van een juiste politiek." Het comité staat de politiek voor, die president Eisenhower in 1953 aan gaf in een toespraak tot de Amerikaanse vereniging van journalisten. Deze politiek is niet uitgvoerd, aldus Cousins „De pre sident kan het niet allemaal zelf doen, er is een vulkaanuitbarsting van de publieke opinie nodig." Een zijdelings gevolg van de actie zou, volgens Cousins nog kunnen zijn, dat de rest van de wereld de overtuiging krijgt, dat Amerika geen oorlogszuchtig land is! Rusland moet zich niet langer kunnen op werpen als de grote kampioen van de zaak van de vrede, aldus Cousins.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1957 | | pagina 23