donderdag 26 juni 1958 Zomerbijlage
DAGJESMENSEN KUNNEN VOOR HONDERD KWARTJES
UIT EN THUIS DE WERELDTENTOONSTELLING ROND
!IIIII!!IIII!!IIIIIII!IIIIII1!II!I!IIII
v -Tma
De „paleizen" en paviljoens op de Expo zijn geopend van
tien tot achttien uur (enkele tot negentien uur). Zjj zjjn na
genoeg alle kosteloos toegankelijk. Alleen voor het Paleis
der Schone Kunsten, het Atomium en „Vrolijk België" wor
den extra entreegelden geheven van respectievelijk twintig,
dertig tot vijftig en tien tot twintig francs per persoon. Voor
het bijwonen van speciale evenementen, theatervoorstel
lingen en dergelijke in de diverse paviljoens moet uiteraard
wel apart betaald worden. Het grote Attractiepark is even
eens kosteloos toegankelijk. Wie van een gids-tolk gebruik
wil maken, moet daarvoor honderd francs per uur, drie
honderd per halve dag of vijfhonderd per dag neertellen.
Kabelspoortjes en autotreinen vervoeren u naar diverse
punten van de tentoonstelling tegen betaling van respec
tievelijk twintig en vijftien francs voor elk parcours, maar
met de autotrein kunt ge ook een klein parcours doen, dat
slechts vijf francs kost. De tweepersoons fietstaxi's zijn aan
merkelijk duurder, maar ook de comfortabelste vervoer
middelen, niet in de laatste plaats omdat men er nimmer
voor in een lange rij hoeft te queuen, wat bij de treintjes
vaak wel het geval is. Wat de tarieven van dagschotels en
maaltijden betreft, deze lopen uiteen van minimaal vijftien
francs voor een bescheiden slaatje in de populaire gelegen
heden tot driehonderd a vijfhonderd francs en meer voor
een volledig lucullusmaal bijvoorbeeld in de luxe restau
rants van de Italiaanse, Spaanse en Zwitserse paviljoens. De
gemiddelde prijs voor een uitstekende warme lunch of diner
is ongeveer honderdtien francs.
2a duwt is dit Step#nu ooU wtet
TOT EIND AUGUSTUS rijdt er dagelijks een goedkope
trein van Amsterdam naar de Brusselse wereldtentoonstel
ling. 's Morgens om tien over zeven stapt ge in Haarlem
in en ruim drie uur later wandelt gij reeds via de Esplana
depoort de „Expo" binnen, waar u dan negen lange uren
kunt ronddolen. Nog vóór middernacht zijt ge nochtans weer
in de Spaarnestad terug. De hele reis kost u, inclusief trein
en tramretours in Brussel plus een toegangsbiljet tot het
tentoonstellingsterrein, vijftien gulden en drie dubbeltjes.
Wat een prikje is, want voor een normale treinretour Haar
lem—Brussel moet men ruim zeven gulden méér neertellen.
Overigens organiseren tal van autobusmaatschappijen en
touringcarbedrijven eveneens goedkope dagreisjes naar de
Expo, waarvoor de tarieven ongeveer even laag liggen. Maar
uiteraard is de reisduur dan meestal aanmerkelijk langer.
Vreemd genoeg loopt het totnogtoe geen storm voor deze
bijzonder goedkope arrangementen. De speciale Expo-
treinen (waarin zelfs een restauratierijtuig meerijdt), zijn op
sommige werkdagen zeer matig bezet. En wie 's maandags
of 's zaterdags gaat, heeft een beste kans een hele coupé
voor zich alleen te vinden. Nu zal dat straks in de hoog
seizoenmaanden natuurlijk wel anders worden, maar toch
heeft men de indruk, dat het grote publiek nog ietwat
huiverig is voor zo'n reisje. Eensdeels, omdat alles in Brus
sel naar men zegt zo schrikbarend duur is, maar aan de
andere kant toch ook omdat een eendaags Expobezoek
naar veler mening nauwelijks de moeite (en de kosten)
kan lonen.
In de middaguren heerst er een weldadige stilte in het pretpark
„De Tuin der Attracties", waarvan men hier een klein hoekje
ziet. Op de achtergrond de monsterraket, waarin men u voor
enkele francs de illusie schenkt van een ruimtevaart naar Mars.
NU VALT DAT in de praktijk allemaal heel erg mee, zoals
wij u uit eigen ervaring en met de hand op het hart kunnen
verzekeren. Natuurlijk: ge moet niet alles willen zien wat de
Expo te bieden heeft. We hebben al eens eerder becijferd, dat
men om alles te bezichtigen, zeker zeventig „kijkuren" nodig
heeft. In de handvol uren die de goedkope dagretour u toe
staat, kunt ge dus op zijn allerbest een achtste deel van de
wereldtentoonstelling bezichtigen. Maar ook dat is een illusie.
Want niemand is bij machte negen uren aan één stuk nieuwe
indrukken op te doen en verstandelijk te verwerken. Wie het
toch probeert, wordt doodmoe, stapelgek of beide tegelijk. En
nu zijn er wel eerstehulpdiensten, ambulances en „opknap-
kamertjes" in overvloed op 't Expoterrein aanwezig, maar van
dit soort gratis service zult ge toch liever geen gebruik willen
De eerste kennismaking met de kunst op de Expo vormt dit
rijtje naturalistische en experimentele beeldengroepen, die één
zijde van het voorplein bij de Esplanadepoort flankeren.
Niets voor vreesachtige lieden, deze monorail-achtbaan in het
Expo-lunapark, die het laatste woord op het gebied van ker-
missensaties is. De stalen wagentjes denderen niet slechts met
sneltreinvaart over het stalen parcours, maar maken bovendien
in de talrijke bochten een sterke slagzt): voor de liefhebbers
om van te watertanden!
HET NEDERLANDSE PAVILJOEN, dat wist u al, is een van
de toptrekkers van deze wereldtentoonstelling. Ge zult het niet
willen verzuimen, al was het alleen maar om te genieten van
de bewondering, waarmee bezoekers uit alle delen van de
wereld onze officiële Expo-geit, het golfslagbassin en het door
zie verder pagina 19)
Somber ziet een vijftien meter hoog standbeeld van Lenin in
de grote hal van het Russische paviljoen neer op het gekrioel
der nieuwsgierigen.
Een der grootste attracties in het Sovjet-paviljoen is het model
van Spoetnik numero twee, waarvan men hier een gedeelte
ziet afgebeeld. De bovenste bol is de radiozendinstallatie. Daar
onder de stalen cabine, waarin het hondje haika was opgesloten.
maken. Doe het dus kalmpjes aan en neem niet teveel hooi op
uw vork. Stel bij voorkeur een lijstje samen van de dingen, die
gij beslist wilt zien en laat u daar niet van afleiden. Het
beste doet u dat van tevoren met behulp van de overal ver
krijgbare officiële weekprogramma's (met een duidelijke over
zichtskaartje erbij). Wat ge op uw lijstje moet zetten, hangt
natuurlijk geheel van uw persoonlijke voorkeur, uw specialis
tische belangstelling, de dikte van uw portemonnee en de toe
stand van uw schoe'sel af. Dat laatste vooral is een zeer be
langrijk punt, want u zult in ieder geval uren moeten rond
drentelen en stilstaan. Laat pumps en naaldhakjes dus rustig
thuis en doe een paar gemakkelijke wandelschoenen aan. Uw
voeten zullen er aan het eind van zo'n lange slenterdag dank
baar voor zijn!
NOG ééN ALGEMEEN ADVIES: gun u zelf zo af en toe een
kwartiertje rust. In en voor de paviljoens, langs de brede wan
deldreven en in de waarlijk schitterende tuinen van de Expo
staan overal banken en makkelijke stoeltjes voor u klaar. Ge
liefkoosde pleisterplaatsen zijn ook de brede betonnen randen
om de vijvers, vanwaar men op zijn gemak de cosmopolitische
massa's der tentoonstellingsbezoekers aan zich kan laten voor
bijtrekken. De comfortabelste zitjes zijn de verende „functio
nele" plastic-fauteuils op het balkon van het Amerikaanse
paviljoen, waarin het zo heerlijk luieren is, dat men er maar
al te gemakkelijk in wegdommelt. Maar geen nood: de Ameri
kanen strekken hun service zo ver uit, dat zij u desgewenst
door een van hun lieftallige hostesses uit uw Expodutje laten
wekken.
WIJ ALS DAGJESMENSEN zullen er echter wel voor op
passen, onze tijd niet te verslapen. Liever stappen we het Ame
rikaanse paviljoen binnen dat men toch zeker gezien moet
hebben, evenals trouwens de Sovjet-Unie, overbuurman en con
current. Slechts een brede vijver en een terras met prille
boompjes scheiden hier de „Grote Twee" van elkaar. Maar reeds
in de uiterlijke vormgeving van hun paviljoens demonstreert
zich de wereld van verschillen tussen de beide rivalen. Het
gigantische Russische bouwsel is imposant, hoekig en plomp:
de architectonische neerslag van een stuurs en onverbiddelijk
machtsregime. Daartegenover, het bijna even grote Amerikaanse
paviljoen, dat echter door zijn
sierlijke vorm rond, laag en
licht een bijzonder gastvrije
indruk maakt. Die indruk
wordt nog versterkt, als men
dit paviljoen binnengaat, waar
vriendelijke gidsen veelal
in Europa studerende jonge
Amerikanen u aanklampen
voor een gratis rondleiding.
Ge weet wellicht, dat een der
voornaamste attracties van de
Amerikaanse inzending de
grote modeshow is, die zich
op een vlondertje in de enor
me vijver, in het centrum van
dit paviljoen gelegen, afspeelt.
On die modeshow is de laatste
tijd nogal wat te doen ge
weest in de Amerikaanse pers.
Men vond het ongehoord dat
de Verenigde Staten de we
reld „blijkbaar niets belang-
rijkers konden offreren dan
een vertoning van blouses en
jurkjes, welke dan bovendien
nog „geshowd" worden door
Europese mannequins, die wei
nig meer presteren dan met
veel rokkengezwier hun af-
schuwelijk-lelijke benen te
tonen" aldus schrijft bij
voorbeeld „The American-
Weekend" in een van zijn
speciale Expo-edities. Natuur
lijk gaat het hier niet alleen
om de mooie of lelijke benen
van een handvol mannequins.
De kern van de zaak zit veel
dieper. De Amerikanen zijn
namelijk verontrust over de
geweldige belangstelling die de Russische inzending trekt,
een belangstelling die zich heus niet alleen concentreert
op de Spoetnikmodellen, die de Sovjets met veel tamtam
naar voren brengen en ook niet op het voortreffelijke terras
restaurant terzijde van het USSR-paviljoen, waar men voor
een (betrekkelijk) prikje kaviaar, borsjtsj en excellente Krim-
wijnen serveert. Het is de veeleer geraffineerde wapenschouw
van de voortbrengselen der Russische zware industrie, die de
Amerikanen zorgen baart. De prachtige, opengewerkte schaal
modellen van de nieuwe Iljoesjin- en Tupolev-straalvliegtuigen
bijvoorbeeld en vooral ook die enorme glanzende Moskwitsj-
limousine met vergulde radiator, die blijkbaar het volksdemo-
cratische antwoord moet vormen op de Cadillacs en de Rolls.
Royces van de kapitalistische wereld. „Als wij enkele van onze
nieuwste modellen personenauto's meegebracht hadden.zeg
gen de Amerikanen thans ietwat spijtig, „hadden wij net zoveel
bewondering kunnen oogsten als de Russen nu doen. Wij
hebben er echter de voorkeur aan gegeven, de nadruk op onze
culturele prestaties te leggen en niet op ons industriële poten
tieel". Vele bezoekers vinden het Amerikaanse paviljoen ietwat
„leeg". Er is meer vrije ruimte dan in enig ander paviljoen en
het geheel doet licht, vrolijk en optimistisch aan. Men probeert
er de indruk te vestigen, dat Amerika een rustig en harmonisch
land is, met de nadruk op het gelukkige en welvarende gezin.
Men ziet er, om een paar voorbeelden te noemen, een vitrine
met een paar van die befaamde reuzenaardappelen uit Idaho,
een schijf van een metersdikke sequoiaboom, een antieke
schrijfstoel uit de tijd van de Pilgrimfathers, maar ook een
moderne „corner drugstore" die vreemde combinatie van
apotheek, ijsbuffet en krantenkiosk, waarvan de Verenigde
Staten het alleenvertoningsrecht lijken te bezitten. Een andere
afdeling is gewijd aan de automatie, met als spectaculair mid
delpunt een elektronisch geheugen, dat in tien talen vragen
over de geschiedenis van Amerika beantwoordt. Mechanische
keukenhulpjes, werphengels en vrolijke kinderkleren illustreren
andere aspecten van „The American way of life". Het is erg
leuk en plezierig, maar vele Amerikanen vinden toch, met een
schuin oog naar de toeloop in het Sovjet-paviljoen aan de
overkant, dat het allemaal te tam, te huisbakken en te zoet
sappig is. Stellig geldt dit niet voor Walt Disney's wonderlijke
Circarama, dat in een apart gebouwtje terzijde van het Ameri
kaanse paviljoen gehuisvest is en dat door velen beschouwd
wordt als dè grote sensatie van de wereldtentoonstelling. Hier
wordt voor de onthutste bezoekers een film geprojecteerd op
een scherm, dat de ganse rondlopende binnenwand van het
gebouw beslaat. De toeschouwers staan dus als het ware mid
denin de scène en zien overal om zich heen het landschap of
de stad, waarvan de film een beeld geeft, aan zich voorbijrollen.
Zo vaart men, precies als in de werkelijkheid op een groot
passagiersschip „ruimtelijk" de Newyorkse haven binnen, maakt
men een snelle autorit dwars
over het Amerikaanse conti
nent en een huiveringwekken
de stuntvlucht tussen de
bergreuzen van de Grand Ca
nyon, alles met een zichtbare
horizon van 360 graden: een
fantastische belevenis, die men
beslist niet missen mag. Het
beste kunt ge deze attractie
het eerste gaan bekijken,
want in de middaguren staan
ep vaak onafzienbare queus
voor het Circarama en zult ge
wellicht drie kwartier of
langer op uw beurt moeten
wachten. Jammer is, dat de
grote musical „Caroussel"
(met vele beroemdheden van
Broadway in de hoofdrollen
en met bijzonder aardige bal
letten) alleen des avonds in
het Amerikaanse theater draait
en dus uw neus als dagjes
mens voorbij moet gaan. Ge
kunt u troosten met een be
zoek aan de tentoonstelling
van Amerikaanse schilder
kunst of de t.v.-studio bin
nenlopen, waar belangwek
kende demonstraties met
kleuren-t.v. gegeven worden.
FRANKRIJKS PAVILJOEN,
die bizarre monstervlinder
van staal en glas, is nu einde
lijk ook gereedgekomen, hoe
wel men ook nu overal in de
immense hall nog op ijverig
sleutelende en timmerende
Fransmannejtes (compleet met
baskenmuts en peukje Gauloise) stuit. Snelle roltrappen voeren
u naar de nok van het fantastische bouwsel, vanwaar ge, door
de glazen wanden, een onvergetelijk mooi uitzicht hebt op de
krioelende mierenhoop der Expogangers. Frankrijks luxe
industrie maakt dit paviljoen tot een dorado voor de vrouw:
de mooiste stoffen, de duurste parfums en het teerste Sèvres
die ooit gemaakt werden, zijn er samengebracht. Ook aan
Frankrijks bijdragen tot de wereldbeschaving is uiteraard
grote aandacht besteed, teveel helaas om er in het kader van
ons korte bezoek, meer dan een vleugje van op te doen.
Een exotisch hoekje is de open patio van het Marokkaanse
paviljoen dat zich met zijn fraai-bewerkte Moorse poort en zijn
decoratieve mozaïekvijvertje vooral in de belangstelling der
fotograferende Expobezoekers verheugen mag.
i