Xante Jütty En dit is nu het verhaal van Giel de Rijke Jukeboxen verdwijnen uit Bilch-Ennstal Uit de keuken der NATUURKUNDE NATUURKUNDE in de keuken De duizendpoot op ochtendgymnastiek Erbij bij een gracieuze gastvrouzv OM BEHOUD VAN TOERISTEN Nieuwe kleurplaat ZATERDAG 28 FEERUARI 1959 NOG GEEN MINUUT ben ik binnen of mevrouw Smit, de echtgenote van de di recteur van de Stadsschouwburg in Am sterdam, vraagt: „Wilt u een kopje kof fie?" Zij loopt naar de keuken. Een mooie elegante vrouw met gitzwart haar, donke re ogen, omschaduwd door lange, dichte wimpers, een kleine rechte neus en een view, want we praten zo maar wat, drin ken onze koffie en kijken wat naar buiten naar dat grote Weteringplantsoen. Vlak voor het huis van mevrouw Smit is het stil. De bomen zijn nog berijpt, het gras is bijna wit. Boven het grijze water vliegen een paar meeuwen. Een scherp contrast met deze stille, kleine vlakte grote volle mond, donkerrood gestift. Als vormt de overkant. Daar razen onophou- mevrouw Smit in de keuken is praat ze ge woon verder, net alsof ik nog naast haar sta: „Mooi uitzicht, hè? Ik houd van dit huis, vooral 's zomers, maar ook nu, met dat uitzicht op die stille strakke bomen." Ik antwoord niet, maar kijk naar die lan ge kronkelende takken. Het is dan even stil. Uit de keuken klinkt gerammel van kopjes. Dan ineens „Gebruikt u suiker?" Ze lacht even een korte donkere lach. Me vrouw Smit komt binnen. En weer valt me op hoe gracieus ze loopt. Ze gaat zitten. En eigenlijk begint dan niet een echt inter- IK DROOMDE dat ik de voetbalpool van de K.N.V.B. ten bedrage van negentig dui zend gulden gewonnen had. Als ik niet wakker geworden was, dan had ik nu in weelde gebaad. Ook u zou daar wel bij gevaren zijn, omdat ik natuurlijk iedere abonnee uit de goedheid mijns harten, ter keuze een plastic vergiet of een anti-snurk- band zou hebben aangeboden. Maar ik werd wakkerIn de stoel naast mijn bed zat mijn tante Kitty het ochtendblad te lezen. Sinds zij zich een loper heeft aangeschaft en in het geniep een sleutel van mijn ka mer heeft laten namaken, ben ik namelijk geen moment meer veilig. Tante Kitty is een vrij gezette, goedgehu meurde weduwe van in de vijftig, die op haar eentje vaak geen raad weet met haar goede humeur. Ze ontvlucht dan haar gerieflijke flat en komt mij een pasver- schenen roman cadeau doen of twee ons marrons glacés, waarvan ze zelf eerst anderhalf ons heeft opgegeten. Goedenmorgen, zei tante Kitty. Borst lap heeft de voetbalpool gewonnen. Weet je hoeveel dat is? Negentig mille, zei ik, want dat had ik net gedroomd. delijk de auto's aan de strake huizenrij voorbij. „We gaan zelfs met de auto naar de schouwburg, al is het nog zo dichtbij Nee, ik rijd niet zelf. Wel heb ik mijn rij bewijs „gemaakt" en met glans „be staan". Maar ik heb nog nooit achter het stuur van onze auto gezeten". Mevrouw Smit is van Roemeense afkomst. Dat merkt men meteen als men met haar praat Het is daarom des te boeiender om naar haar te luisteren, omdat ze de din gen heel anders zegt, dan men verwacht. „Ik had natuurlijk vroeger nooit gedacht ooit in Amsterdam te komen wonen. Ik was namelijk danseres. Samen met mijn man heb ik het danspaar Alexandra en Evert Compaen gevormd. Smit was na tuurlijk ze lacht weer „een té gewone naam". We hebben de hele wereld door gezworven. En ik hield ervan. Je ontmoet te steeds andere mensen, sprak een ande re taal en deed steeds nieuwe indrukken op. Maar toch ben ik dolblij, dat we nu „gesetteld" zijn. Weet je, je wordt op het laatst doodmoe, vooral van dat trekken van de ene naar de andere hotelkamer. Nooit heb ik vroeger zelf eens afgestoft, mijn bed opgemaakt of gestofzuigd. En soms is dat natuurlijk wel fijn, vooral als je wat moe bent. maar ik vind het doen van het huishouden ook wel prettig. Daar om ben ik nu zo blij, dat ik een eigen „ho me" heb met mijn eigen boeltje. Koken is een van mijn grootste hobby's. Zie je die boekenkast?" Ze wijst naar een zijka mer. „Daar staan ze allemaal in: een Chi nees, een Frans en Italiaans kookboek. Ik vind het heerlijk om te experimenteren. Jammer is, dat mijn man nu juist het liefst de echt Hoilandse gerechten eet, zoals stamppot, boerenkool of zuurkool. En \'eel tijd heb ik er ook niet voor. Vaak moe ten we eerst naar een receptie en daarna op een holletje naar de Schouwburg. Dan eten we maar gauw ergens een croquetje. Ik vind het heerlijk, dat ik zomaar de schouwburg in kan lopen om naar de een of andere voorstelling te kijken, of het nu toneel, ballet of opera is. Het was voor mij ook niet iets vreemds waar ik in terecht kwam, ik was aan een theater gewend. Soms zie ik een stuk wel eens vier of vijf keer „De cirkel" van Somerset Maugham ze ergens op wachten. Eerst merkt me vrouw Smit het niet. Pas als ze ziet dat ik ergens naar kijk, draait ze zich om. Haar hele gezicht begint te stralen, ze staat meteen op. „Hééé, dat Poetie, dag Spook, jullie willen zeker weer wat vlees hè?" Ze loopt naar de keuken met de poezen onmid dellijk achter haar aan. Even later komen ze gedrieën weer binnen. Mevrouw Smit gaat weer zitten. Op haar schoot heeft ze een plastic doosje met allemaal stukjes vlees erin, die ze zomaar in het wilde weg de kamer in gooit, op het parket en op het vrouw kleed. We lachen alle twee hard om de nieuw beesten, die er als wilden op afspringen. „Weet je, dat ik ze niet eens ken? Ik heb ze zelf maar een naam gegeven. „Spook" heet bijvoorbeeld zo, omdat ze ons op een avond plotseling verraste. Ze zullen wel van de buren zijn, maar van wie pre cies weet ik niet". Ineens staat de heer Smit in de kamer. We hadden hem niet eens opgemerkt. Hij moet lachen als hij het plastic doosje en de poezen ziet. En ook hij begint meteen over ze te vertellen. We lopen zelfs naar de keuken om te kijken naar'n grote groe- \TCl{\(±YT\\ciY\i' ne ladder, die hij op het dak heeft neerge- lVlC UI l^C V JJlöLJLJLL zet, zodat „Poetie" via het balkon van de buren makkelijk naar beneden kan dribbe len, naar het keukenraam van de familie Smit. Als alles over de poezen verteld is, vraagt mevrouw Smit onmiddellijk aan haar man, hoe het in de schouwburg was. Dat doet ze altijd, want zij wil ook op de hoogte zijn van alles wat er achter de schermen gebeurt. Soms is de heer Evert Smit te moe om te vertellen. Maar nu niet, nu geeft hij een levendig verslag van al les wat er die dag gebeurde. En op dat mo ment is eigenlijk het interview met me- Smit afgelopen. Er begint een vraaggesprek met het echtpaar Smit. Hoe boeiend en interessant het ook was, het zou te lang zijn om het hier achter te schrijven. Trouwens, ik ging naar dat heerlijke stille huis aan het Wetering plantsoen om een beetje met mevrouw Smit te praten Eva lioomik gen en dat is veel prettiger, want dan hoe ven we niet steeds het publiek te storen. Toen mijn man pas directeur was en we heel onverwacht naar een cocktailpartij of een receptie moesten, heb ik wel vaak gedacht: „Wat moet ik nu weer aan?" Vroeger maakte ik alles zelf, want ik houd van aparte dingen. Daar kom ik nu niet zo vaak meer toe. Ik moet de meeste jurken kopen. Maar ook daar ben ik nu wel aan gewend". Als mevrouw Smit zit te vertellen ko men opeens twee poezen binnen. Een grijs- gestreepte en een zwarte. Ze gaan naast elkaar zitten en kijken naar ons, net alsof Schandelijk, zei tante Kitty. Kleed v,ii,mnrh00iH VlU° iaU W<! "em m' Bijn^ iedere avond zitten we in de Wie' is Borstlap? vroeg ik. schouwburg Tot voor kort altijd op O, ik ken Borstlap heel goed, zei tante ®en h,°,ekplaats^' omdat m,^n ™n'da Kitty. - Hij kwam vaak bij ons, toen je £a^rklap WOrdt geroepen. S,nds kort 00171 tee/de en we nop een tuin had- den. Borstlap is tuinman v&n beroep. Kijk, zijn foto staat op de frontpagina. Die Borstlap Tante Kitty haastte zich naar de keuken om mijn ontbijt klaar te maken. Onder tussen keek ik tijdens het borstelen van haar en tanden naar de foto van Borst lap, die eruitzag als een mantilla-aap. 't Was maar goed, dat Borstlap de voetbal pool gewonnen had, want nu zag hij er tenminste uit als een vriendelijk stralend soort mantilla-aap. Nadat ik ontbeten had, gingen we gauw naar de Azaleagracht, want daar woonde de man. Op de stoep van Borstlap zaten ongeveer zeventien personen in haveloze plunje Bent u van de pers? vroeg een vrouw met een beschimmeld vosje en veel voor uitstekende tanden. Jazeker, zei tante Kitty. rk doe de Vrouwenpagina voor het Weekblad van Vrijzinnige Tuinlieden. Aangenaam, zei de vrouw. Ik ben mevrouw Koning geboren Borstlap, :k vraag mijn ome Willem om een elektrisch fornuisje. Ik ben namelijk de lievelings nicht van ome Willem. Ach mens, je liegt dat je blauw ziet, sprak een dame met een stalen bril. Dat ben ik toevallig. Op dat ogenblik stak een oud vrouwtje op drie hoog haar gerimpelde hoofd uit het venster en schalde: Ga van me stoep af, tuig. Tante Geesje, hier is een dame van de pers, met een heer, riep de vrouw met het vosje. Kom dan maar boven, nodigde haar tante, na enig nadenken. Maar de rest niet, hoor. Dat wil ik niet hebben.' Spoedig zaten we gezellig met de oude mevrouw Borstlap aan een kopje koffie, dat naar kolengruis smaakte. Mijn zoon is even naar de stad een paar auto's gaan kopen, vertelde ze glimlachend Hij zal nu wel gauw terugkomen. Ach kijkt u eens even uit het raam, ol hij al aankomt, verzocht tante Kitty. Wantrouwig schoof het vrouwtje haar raam omhoog, terwijl tante Kitty in paniek naar iets zocht om de kolengruiskoffie in te werpen. Tenslotte gooide ze haar kopje leeg in haar handtas. Het mijne stiet ik toevallig over het tafelkleed, waarna ik een nieuw kreeg ingeschonkenOok dit stiet ik om en toen was de pot leeg. Tante Kitty had net voorgesteld om een spelletje pandverbeuren te gaan doen, om de tijd dood te slaan, toen Borstlap bin nenkwam die er inderdaad als een man tilla-aap uitzag. Borstlap, riep tante Kitty, we zijn op getogen over je prachtig mooie succes. Brave Borstlap. Ik zou je een zoen willen geven. Sta je erop dat ik je een zoen geef, Borstlap? Meneer Borstlap, alstublieft, zei Borst lap. Natuurlijk, meneer Borstlap, zei tante Kitty. We zullen de omhelzing dus op schorten tot een volgende gelegenheid Ach meneer, waf denk ik nog vaak aan die goede oude tijd, toen u geregeld bij ons kwam en ook af en toe wat voor ons wilde schoffelen. Eén kopje koffie, 's morgens tegen twaalven, zei Borstlap, alsof hij iets uit een notitieboekje oplas. Tenminste, als je dat gootsteenwater koffie wilde noe men Ik voor mij gaf het altijd aan de bloemetjes. Er uit! Uvy tas lekt. zei de moeder van Borst lap. terwijl wij ons verwijderden. Buiten gekomen, begaven tante Kitty en ik ons onmiddellijk naar een schoonheids salon, waar mijn tante voor een onover zichtelijke hoeveelheid kleingeld make-up- artikelen kocht om de oude te vervangen die door Borstlap's koffie waren verwoest En daarna gebruikten we in een lunch room andere koffie met drie slagroom- punten elk, om de voetbalpool te vergeten. WENEN- „Jukeboxen" zullen tijdens het komende toeristenseizoen in het Oos tenrijkse Bilch-Ennstal geen kans krijgen de bezoekers te verontrusten. Lawaai is geen muziek, zo vindt men in die gemeente. Misschien, zo redeneert men, zal het ver blijf van buitenlandse gasten dan wat langduriger worden. Over het algemeen is in Oostenrijk in het afgelopen jaar name lijk een grotere onrust onder de reizigers, gepaard aan een steeds kleiner wordend aantal verblijfsnachten, geconstateerd. Dus moeten de jukeboxen zwijgen. Met dat al is het aantal verblijfsnachten in het Oos tenrijkse toeristeniand nog steeds stijgende De Oostenrijkers vragen zich af of dit iaar veel Fransen de kans krijgen deviezen voor 'n bezoek aan hun land te veroveren Nederlanders en Engelsen verwacht men weer volop. Reeds is het aantal Engelse boekingen de helft groter, dan het vorige jaar om deze tijd. De Westduitsers staan, zoals in Nederland, aan de kop van het toeristische overnachtingen in Oostenrijk, namelijk met 14.2 miljoen. Reeds hebben dit jaar 15.000 Westberlijners naar vakan tiemogelijkheden in Oostenrijk gevraagd. Ook het bezoek in het wintersportseizoen stijgt in Oostenrijk nog steeds. De plant op de afbeelding is een soort Tradescantia, die thans onder een andere naam in de handel voorkomt: Zebrina. De liefhebbers kennen haar ook als vader- plant. Ze is een plezierige kamerplant, omdat ze zo gemakkelijk voort te kweken is door middel van stekken. Jonge scheu ten ter lengte van ongeveer zeven tot tien centimeter kan men uitstekend voor dit doel gebruiken. In een gewone geranium- pot dient men wel zes of zeven stekken te steken. Op den duur groeien ze een beetje uit elkaar en worden van onderen kaal. Dat moet men door opnieuw stekken zien te voorkomen. De plant kan wel volle zon hebben, maar moet 's zomers beschermd worden. Ze stelt het zonnetje wel op prijs. In de winter is een normaal verwarmde kamer beslist te veel van het goede. Een zeer matig verwarmd vertrek is al meer dan voldoende. De plant kan veel water hebben. G. Kromdijk Werking percolator OM DEZE te demonstreren, heeft men slechts een trechter, een beker en de kachel nodig. Vul de beker met water en zet de trechter omgekeerd er in. Ei door flesopening ZET een lege melkfles klaar. Pel een hard gekookt ei. Steek papier met een lucifer aan en doe het in de fles. Zet meteen het ei op de flesopening, zoals de tekening aangeeft. Wat gaat er gebeuren? Het vuur in de fles doet door verwarming daarin de lucht uitzetten. Maar de vlam gaat uit door gebrek aan zuurstof. De koude wand van de fles doet de lucht bin nenin afkoelen en inkrimpen. De druk van die lucht binnen in is nu verminderd. En het is de hogere druk van de atmos feer buiten de fles, die het ei in de fles doet ploffen. Blaas hard in de fles (zie laatste te kening). Door het blazen is de lucht in de fles verdicht, zodat wanneer men de mond van de fles wegneemt, de hogere lucht druk binnen de fles het ei naar buiten drukt! Spoel het /-. in verbrande papier weg voordat Guus V leugel men in de fles blaast. Met lucht stok breken LEG EEN platte stok van ongeveer negentig centimeter op een vlakke tafel, in de aan gegeven stand. Spreid daar kranten overheen. Duw met de hand die stok naar be neden. De kranten worden daardoor opgelicht, zoals de tekening laat zien. Leg de stok met de kranten daarover heen en uitgespreid in de oude positie terug. Neem een zwaardere, kortere stok en sla daarmede vlug en hard op de platte stok, die zal breken. Waarom? De lucht boven de kranten is zwaar genoeg om te verhinderen dat het papier vlug de hoogte ingaat, wan neer de platte stok geraakt wordt. Laat nu het water koken. Men zal zien, dat het water uit 't einde van de trechter borrelt. Hoe komt dit? Het mengsel van stoombelletjes en water in de trechter is lichter in ge wicht dan het minder warme en meer dichte water rond de trechter. Daarom kan de druk op de oppervlakte van het kalme water het lichtere mengsel in de trechter doen opborrelen. CWAM PtATVMt lOCOri Wat is drijfzand? DRIJFZAND IS een opper vlakte, waarin mens en dier kunnen wegzinken. Redding is haast onmogelijk. Om het ontstaan van „drijfzand" te demonstreren, hebben wij een gewone bloempot nodig. Aan het gat onderin wordt de wa terleidingslang bevestigd. Vul de bloempot met zand. De kraan blijft gesloten. Een steen, of een ander zwaar voorwerp, blijft op het zand liggen. Laat nu water van onder in de bloempot stromen. Snel zal het verraderlijke „drijfzand" zijn ontstaan. De steen zal geheel in het zand verdwijnen. Water, dat name lijk in opwaartse richting door zand stroomt, maakt daarvan een dikke, soepachtige vloei stof. Het zal geen enkele steun aan de voeten meer geven. Hoe fijner zand gebruikt wordt, hoe meer dit experi ment tot uiting komt. De heks op de bezem met katfest aart aandrijving GIEL DE RIJKE was verschrikke lijk rijk. Hij had een heleboel bezittin gen, huizen, landerijen. En hij had zó veel geld, dat hij het niet eens meer in één kamer kon opstapelen. In alle kamers lagen bergen geld en daartus senin lagen stapels papieren, wissels en kwitanties verspreid. Iedere dag moest Giel op grote vellen papier vermenig vuldigingen, optellingen en aftrekkin gen maken, want je begrijpt, dat je wel erg veel moet rekenen als je zo veel geld hebt. Toch was Giel de Rijke niet geluk kig met al zijn rijkdom. Hij hield hele maal niet van rekenen en op den duur ging het hem zo tegenstaan, dat hij be sloot al zijn geld weg te geven. Dat deed hij dus. Toen hij niets meer over had gaf hij ook zijn huis nog weg, waarna hij blij van zin de wijde wereld introk. Hij begaf zich op weg naar de hoofdstad van het land. Om de reis wat te veraangenamen sloot hij zich aan bij een groepje acrobaten, dat op de kermis in de stad voorstellingen moest geven. Onderweg leerden zij Giel een aantal moeilijke acrobatische toeren. Het duurde niet lang of Giel kon op zijn handen lopen als de beste. En hij kon wel vijf minuten achter elkaar op zijn hoofd staan! Natuurlijk vond Giel dat prachtig. Je kunt je wel voor stellen, dat hij iedere dag vlijtig oefen de tot de dag, dat ze in de grote stad aankwamen en ze afscheid van elkaar moesten nemen. De acrobaten haast ten zich naar de kermis en Giel wilde de stad gaan verkennen. Hij begon op goed geluk door de straten te lopen. Toen hij voor een groot en deftig huis enige rijkgeklede jongemannen op de stoep zag staan, hield hij zijn pas in om te vragen waar deze jongelieden op wachtten. De jongemannen vonden zichzelf evenwel zo voornaam, dat ze hem geen antwoord waardig keurden. Ze poetsten alleen met hun mouw hun knopen nog eens extra glanzend op en bleven met hun neus in de wind langs hem heen kijken. Nu begon Giel echt nieuwsgierig te worden en daarom be sloot hij zich bij hen te voegen in af wachting van de dingen die komen zouden. HET WAS NET of ze binnen in dat deftige huis op hem hadden gewacht, want juist op het moment, dat Giel be sloot om te blijven, opende zich de sta tige voordeur van het huis en werden zij allen begroet door een vriendelijk dienstmeisje. Goedenmiddag heren. Mijn meesteres vindt het prettig, dat u allen bent gekomen om uw geluk te beproeven. Treedt binnen. U bent alle maal van harte welkom. Ja, meneer, ook u!" sprak zij tot Giel, die aarze lend in de deuropening bleef staan. Giel kon dus niets anders doen dan meegaan met de anderen en zich neer vlijen in de zetel, die hem door het dienstmeisje werd aangeboden. Alle jongemannen zaten nu in een kring in de grote ontvangsalon en steeds kwam het dienstmeisje een van hen verzoe ken om met haar mee te gaan. Het is hiei net als bij de tandarts, dacht Giel, alleen gaat er hier geen bel letje over, wanneer je aan de beurt bent. Inmiddels waren alle jongeman nen al weggeroepen. Alleen Giel was nog achtergebleven. Om de verveling te verdrijven ging hij op zijn handen staan en probeerde hij zo de grote zaal door te lopen. Het was een vreemd ge zicht! Aan beide kanten weerkaatsten grote spiegels zijn hangend hoofd en bengelende benen, terwijl zijn armen en handen, veelvoudig te zien, zich met grote snelheid verplaatsten. Een klaterende lach deed hem met een ruk ophouden en overeind sprin gen. Een beeldschoon meisje was, zon der dat hij het gemerkt had, het ver trek binnengekomen en lachte nu zo, dat de tranen haar over de wangen rol den. O, o! riep zij uit, terwijl zij met een batisten zakdoekje haar lachtranen wegwiste. Oef, wat hebt u mij laten lachen, meneer., eh.. Giel de Rijke noemt men mij, me juffrouw, kwam Giel haar tegemoet. Maar toen hij dat gezegd had werd het meisje plotseling ernstig. Bent u die man, die zijn huis heeft weggegeven? informeerde zij, terwijl zij hem nieuwsgierig aanzag. En nadat Giel, enigszins verlegen, haar vraag be vestigend had beantwoord, vervolgde zij bedroefd: Maar als u met mij trouwt, dan komt u in het bezit van al mijn geld en eigendommen. Zult u die ook allemaal weggeven? Giel de Rijke was zo verbaasd, dat hij niet onmiddellijk kon antwoorden. Het meisje klapte in haar handen, waarop het dienstmeisje verscheen, dat Giel had binnengelaten. Zorg, dat er dadelijk een groot feestmaal wordt klaargemaakt, want deze man heb ik tot mijn echtgenoot verkozen, omdat hij iets deed, dat geen der anderen vermocht te presteren. NU BEGREEP GIEL', waarom die malle praalhanzen op de stoep hadden gestaan. Zij hadden allemaal naar de hand gedongen van dit beeldschone meisje. En omdat Giel op zijn handen kon lopen en kunsten kon maken had zij hem uitverkoren. Hij wist niet goed wat hij zeggen moest. Hij wilde niet zeggen: Ik wil helemaal niet met u trouwen. Want dat zou zeer onbeleefd zijn geweest. Bovendien vond hij het meisje eigenlijk wel erg lief. Zo gebeurde het dus, dat Giel de Rij ke, die al zijn bezittingen had wegge geven, met een lieve vrouw trouwde en opnieuw in het bezit kwam van een prachtig huis en een heleboel geld. En denken jullie nu, dat hij weer alles weg gaf? Nee hoor! Want zijn vrouw hielp hem in het vervolg met rekenen en daarom had hij er helemaal geen hekel meer aan. Nu ja, hij gaf nog wel eens iets weg, hoor! Natuurlijk. Maar zijn huis hield hij voor zichzelf en zijn vrouw envoor de kinderen, die zij samen kregen. Marjan van Beek Doe mee aan d' ochtendgymnastiek, Zegt Opa Mier, dat houdt je kwiek Je oefent dl je spieren. Ach kom, zo lacht de duizendpoot, Ik loop me immers tóch al dood, Die gym is goed voor mieren! O, lópen, ddar gaat het niet om, Een duizendpoot is vaak erg dom, 't Verstand zit in jouw benen. De mier is 't ijverigste beest, Dat is hij altijd al geweest, Dat moet jij toch óók menen! Nou goed dan, zegt de duizendpoot. Van schaamte wordt hij ietwat rood. Ik ga met jullie gymmen. Draai jij maar aan de radio, De gymnastiekman, die komt zó, Dan kunnen we beginnen. Tweehonderd mieren liggen klaar, De les begint, want luister maar: Nu eerst het lichaam rekken! Gooi óp da1 been en néér dat been, De armen om de hoofden heen, De buikspieren góed strekken! De duizendpoot denkt: Hé, wat raar, De and'ren zijn er al mee klaar, Ik ben pas halverwege Ik weet niet, wat mijn armen zijn En wat mijn benen; ik krijg pijn, Ik kan er vast niet tegen De hele boel zit in de klit, Dat noemen ze nou lekker fit! De mieren zijn verdwenen. Ach, zucht het dier, wat jammer toch, Want morgen lig ik hier vast nóg Te worst'len met mijn benen! Marianne van Raai'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1959 | | pagina 18