Strijd tegen de managerziekte in West-Duitsland Beeldraadsels ontstonden als pikante aardigheden aan Franse gerechtshoven Tlieuiae UITGAVEN NIEUWE BOEKEN in zakformaat ZATERDAG 14 MAART 1959 Erbij PAGINA TWEE Langer leven met een A postolisch Tentoonstelling van kerkbouw in Den Haag STAND TAKE TO TAKING I YOU THROW MY divan in het kantoor Hierboven ziet men een tekening van het duidelijk op de oud-christel\jke bouwkxLnst geïnspireerde ontwerp, dat de Rotterdamse architect Rein H. Fledderus voor de her vormde kerk te Voorburg-Oost maakte. Inspirerend voor de bouwmeester was vooral de christelijke kerk te Doura-Euro- pos in Syrië, door de Perzen in het jaar 256 na Christus verwoest. Deze is naar zijn mening door de groepering der ruim ten, te weten een zaal der vergadering, de agapezaal en een doopkapel rond een hof, een van de bestbewaarde voorbeelden van de gebouwtypen, zoals deze door directe opvolgers van de apostelen werden ge sticht. D'e heer Fledderus schrijft ons ter toelichting bij zijn ontwerp onder meer: „De waarneming van oude kerken, tijdens tochten door het Middellandse Zeegebied, heeft geleid tot een vrijmoedige vermen ging van klassieke en hedendaagse archi tectuur. Aan deze gang van zaken heeft de ontwerper zich tot zijn vreugde niet kunnen onttrekken". (Van onze correspondent in Bonn) De met veel spot en -ongeloof beladen „managersziekte" is in het land van het „Wirtschaftswunder" een gezworen vijand van de industrie, het bankwezen en de handel. Het. Ruhrgebied, een der groot ste industriegebieden ter wereld, verloor het vorige jaar zeventig mannen, die op leidinggevende posten stonden, ten gevol ge van de haast, die hen te pakken had. Van hen kregen er 34 een verkeersonge luk of stierven aan hartverlamming. Veertig percent van hen was nog geen zes tig jaar oud Te München stelde een bankier 380.000 mark ter beschikking om een stichting in het leven te roepen, die een onderzoek moet instellen naar ziekten van ck bloeds omloop. Andere firma's waren bereid dit bedrag aan te vullen. Op deze wijze kon men te München een instituut oprich ten, dat de oorzaken gaat opsporen van de naam van de eigenaar in het Latijn in de tweede naamval) unus sum, hetgeen wil zeggen: Van de boeken van die of die ben ik er 'een. Soms volgde daarop een aan sporing het boek spoedig aan de eigenaar terug te geven of zelfs bedreigingen wan neer dit niet tijdig zou geschieden. Daar bij was men niet karig: „het helse vuur wacht u" was nog maar een matige aan sporing zich van zijn plicht te kwijten. De voorstelling op het exlibris vertoont dikwijls samenhang met de naam van de eigenaar. Voorstellingen van een Scheep maker, een Kroon, een Rooseboom, een Mulder, zijn doorzichtig genoeg. Het .exli bris van schrijver dezes zou eigenlijk een kleermaker moeten vertonen met gekruis te benen zittend op een tafel. De naam Schroder of Schreuder immers is verwant met het werkwoord schroden, waarvan wij het woord schroot (de schroot-affaire!) nog over hebben. Onder schroot verstaat men: afgesneden -stukken metaal. Schro der is dus snijder. - REBUSSEN in vreemde talen zijn in het algemeen moeilijk te ontcijferen. Hier vol gen er enkele. Probeert u ze eens. De op lossing vindt u elders in „Erbij". IEDEREEN, die zelfs maar op een af stand heeft geroken aan een gymnasiale opleiding, zal de wenkbrauwen fronsen over het woord rebussen. Hoe nu, zal hij vragen, gaat men nu van 'n meervoud nog eens een meervoud maken? En, erger dan dat, gaat men een woorrd, dat in de derde of vijfde naamval meervoud staat, behan delen als een eerste naamval? Het Latijn se woord res betekent: zaak, ding. Rebus is de vorm die aanduidt: aan de zaken (derde naamval meervoud) of: met, dooi de zaken (vijfde naamval meervoud). Maar in het Nederlands, Frans, Duits en Engels wordt rebus als een zelfstandig naamwoord beschouwd in de betekenis: plaatjesraadsel. Het is immers de aardig heid van een rebus, dat daarin woorden of woorddelen door zaken worden voorgesteld. Het maken van rebussen is, naar men zegt, een bedenksel dat uit de Franse land streek Pi'ëardië stamt. In' de' vi'jftiehdé ëh vooral in de zestiende eeuw hadden de le den van het gilde der klerken bij de ge rechtshoven, die uit hoofde van hun be roep natuurlijk wat Latijn moesten ken nen, de aardigheid tegen carnavalstijd pamfletjes te verspreiden, waarin zij zich schuldig maakten aan het openbaar ma ken van allerlei pikante bijzonderheden, die hun over meisjes en vrouwen uit de streek bekend waren. Zij deden dat echter niet in woorden, maar in tekeningetjes dus in verhulde vorm. Men noemde deze pa piertjes „de rebus quae geruntur" over dingen die gebeuren, rebus. Het lijkt niet waarschijnlijk dat deze rebussen overge leverd zijn en nog minder waarschijnlijk dat wij ze zouden begrijpen. De rebus is immers een soort geheimschrift, waarvan men de sleutel moet kennen. Een verlief de Engelse ridder die op zijn mantel liet borduren een roos, een heuvel, een oog, een brood en een put, stelt ons voor 'n on oplosbaar raadsel. Pas wanneer wij weten dat het voorwerp van zijn liefde Rose Hill heette, worden de symbolen ons duidelijk. En dan is de rest vrij eenvoudig op te lossen: „Eye loaf well" moet men dan verstaan als „I love well". Van de „indiscrétions scandaleuses" de schandaalonthullingen, waaraan de Pi- cardische klerken zich bezondigden we ten we dus het fijne niet. Maar de gedach te woorden door voorstellingen te vervan gen verbreidde zich snel en groeide in de zestiende eeuw tot een ware manie uit. Vooral spreekwoorden en zegswijzen wer den door tekeningen vertolkt,/een gebruik dat zich tot in deze tijd heeft weten te handhaven op de sigarenzakjes. Maar de grondgedachte vindt men ook in het wa penschild en het ex libris. De heraldiek geeft ons talloze voorbeelden van „ver borgen namen". Een Engelsman, die He- ringaud heette, voerde als wapen een veld van blauw met zes gouden haringen. John Samon vertolkte zijn naam door op zijn schild drie zwemmende zalmen te doen afbeelden (zalm: salmon). De hertog van Malherbe versierde het zijne met een gif tige plant (mala herba: kwaad kruid). Ook in het ex libris wordt het rebus element veelvuldig aangetroffen. Het woord ex libris betekent letterlijk: uit de boeken. Men verstaat er onder een boek- merk, een herkenningsteken, waaruit blijkt bij wie het boek is uitgegeven of aan wie het toebehoort. In het laatste geval is het een of andere voorstelling met daarboven de woorden ex libris en er on der de naam van de eigenaar. De oor spronkelijke tekst luidde: Ex libris (volgt ^iWBÜI En wat maakt u van het volgende: een illjr bedelaar door wiens MM lichaam een T is ge- fpl schreven, gevolgd JQ d°or een néus, voet- C4. stappen en een schroef? (Hiervoor pyia moet men de Franse taal beheersen). Laat ik eindigen met een rebus uit mijn jeugd: Een zakenman zond een vriend een briefje waarop hij ..had getekend: enige staartsterren, de letter B, éen ei en een paar strepen. De vriend begreep de. rebus, scheurde het 'papier in twee stukken én stuurde deze aan de afzender terug. Wat behelsde de correspondentie? Dr. P. H. Schroder OPLOSSINGEN ■(ueze| dopieq) uezeM pjsiseo>| e6||M epjen HPim le^pje jaq UQAoq snqaj ep uba 6ujsso|do ea •ue ieju je j|z ieq sbj» fiq ueje iuo» =r g 'epueips uee6 sj epeouuB :(sia sed zeu x eJAned) eo|A sed jse,u ejeJAned V (pied b puej6 9) ■je6uoq qeq >n :jueddB pubj6 je,c ■uedjeAA ei jeAUio 6u]iueujepuo ufjiu jueq ue|d ueA ef jpp dfuöeq >u :6u|>|BiJepun Aui MOjqpeAO 01 e>|BiJepun noA puBisjepun 1 •(juepued q ui oa^ a<\ou>| unq juepued q ui g) '>|f!|e>|ueL|jBuo ei jem jbbuj '>|f!|e>|UBqjeuo ssom uuepued -epu] ooi iou inq luepuedepuj eg 1 Van Erskine Caldwell is thans in zakfor maat bij Meulenhoff te Amsterdam ver schenen Eén akker voor God. Het boek is onlangs opnieuw in het middelpunt der be langstelling gekomen door een verfilming, die uiteraard niet de litteraire kracht van Caldwell benadert, doch wel een aan vaardbare sfeertekening geeft van het goudgraversmilieu, waarin Caldwell zijn navrant getekende primitievelingen plaats te. „Een akker voor God" heet de meest- verkochte roman ter wereld te zijn. Als dat niet waar is, betekent een verkoop van acht miljoen exemplaren toch heel wat. In de vorm van een „pocket"-boek zal het waarschijnlijk een groot publiek berei ken. Toneelliefhebbers zullen met genoegen vernemen, dat De Bezige Bij te Amster dam de vertaling van Danton's dood van Georg Büchner door Hugo Claus en het zeer persoonlijke drama Suiker van laatst genoemde in fraaie boeken in zakformaat heeft laten verschijnen. Twee meesterwer ken, hoe ongelijksoortig ook, die ook voor wie de opvoeringen (door respectievelijk de Nederlandse Comedie en het Rotter damse Toneel) niet zagen, goedkope en toch kostbare bezittingen zijn. In een met hart voor de zaak gemaakte vertaling van mr. E. Straat is „The Out sider" van Colin Wilson onder de titel De Buitenstaander bij de uitgeverij In den Toren te Baarn verschenen. Over dit boek werd in ons blad van 3 november 1956 geschreven :„Men kan van Colin Wil son met recht zeggen dat hij de moderne mens in zijn hart geraakt heeft. Niet dat de buitenstaander een exclusief modern verschijnsel is, maar hij presenteert hem hier met een groot meesterschap in zijn nieuwste en meest overtuigende gedaan te". Colin Wilson, zoon van een Londense arbeider, schreef het boek op vierentwin tigjarige leeftijd. Hij had toen al „een bi bliotheek leeggelezen". „De buitenstaan der" is de neerslag van die leesfurie, een toetssteen van een intelligent mens op grondig verwerkte stof. Het is natuurlijk een zeer persoonlijke toetssteen, maar het boek is zo uitmuntend geschreven en zo belangrijk, dat het persoonlijke element een extra kwaliteit kon worden: men wordt er door geprikkeld, men raakt strijdbaar betrokken in het menswaardi ge geding van de tijdsactualiteit. Wie dit boek wil lezen om er zich door te laten overtuigen late het liever ongelezen. Bergtoppen in de oceaan is de titel van een door C. de Boer jr. in Hilversum uit gegeven boekje, waarin de Friese journa list J. Piebenga verhaalt over land en volk van de Faer-öer, de noordelijkste eilanden tussen Groot-Brittannië en IJs land dus. Economisch is deze archipel van weinig waarde. Het strategische belang is door de snelle ontwikkeling van lange- afstandsoorlogstuig nagenoeg tot nul ge reduceerd. Maar Piebenga heeft daar in teressante dingen ontdekt en schrijft er op onderhoudende wijze over. Dat is dan over de historie (de Vikings pleisterden er) en de; banden met West-Europa, de mysterieuze atmosfeer, het merkwaardi ge volksleven, de grillige rotskusten. De Friezen hebben op de een of andere wij ze nogal wat te maken gehad met de Faeringers en de auteur heeft gconsta- teerd dat om de naam van Friesland daar op de Faer-öer een ondoorgrondelijk mys terie huivert. Er zijn belangrijke volkssa gen waarvan de Friezen het onderwerp vormen, plaatsnamen, een enkel dansspel of wisselzang die onmiskenbaar verband houden met Friesland en de Friezen, over wie soms vleiende, maar dikwijls ook weinig vleiende dingen worden gezegd. Maar, zo meent de Friese schrijver, als Spitsbergen, Jan Mayeneiland en Nova Zembla eens de belangstelling van Neder landers trokken, waarom zouden de dich terbij gelegen Faröer die belangstelling dan niet gehad hebben? Het gaat overigens wat al te ver, als men alle Nederlandse smok kelaars en alle „Leidense zeerovers" van vroeger definieert als Friezen. de ziekten, waaraan leidende figuren in in dustrie en handel plotseling plegen te over lijden. Men wil nagaan aan welke teke nen men de managersziekte vroegtijdig kan ontdekken en trachten de gevaren op het juiste moment te onderkennen. Daar bij heeft men de te uitgebreide voeding van allerlei mensen op het oog, de haast in het dagelijks leven, de zucht naar sigaretten en drank. Men wijst op onderzoekingen in Amerika, waar 54 van de honde.d men sen overlijden aan hart- en bloedsomloop- ziektenTe München wil men in ver schillende bedrijven geregeld enige dui zenden mensen over een lange periode van hun leven onderzoeken en daaruit trach ten gevolgtrekkingen te^maken. In het Ruhrgebied is men deze strijd te gen de managersziekte op andere wijze begonnen. Blijkens de Süddeutsche Zeitung bespreken efficiency-deskundi- gen en grote industriële leiders in grote steden als Wuppertal geregeld de vraag: hoe deelt de gemiddelde directeur van een groot bedrijf zijn tijd zo in, dat hij niet vroegtijdig sterft aan de managersziek te? De industrie, zo werd betoogd, lijdt ieder jaar grote verliezen, doordat haar leiders voor hun zestigste jaar sterven aan hartziekten of door verkeersongeval len. Ook werd gezegd dat vele belangrij ke posten in het Ruhrgebied slechts pro visorisch bezet zijn, omdat directeuren plotseling overleden zijn, dan wel een lan ge rustperiode nodig hebben.... Hoe houdt men zich als directeur van een groot bedrijf de zorgen om de eigen gezondheid van het lijf? Door zich aller eerst, zo wordt gezegd, niet met futilitei ten op te houden. Er zijn te veel industriële leiders die zich met zaken bemoeien in hun eigen bedrijf, waarvoor ze mannetjes hebben. Er zijn te veel medewerkers in allerlei ondernemingen, die zich voor al les en nog wat verantwoordelijk voelen, maar er in feite niet verantwoordelijk voor zijn. Er zijn ook teveel ondernemingen, die lijken op een leger met een generaal en verder alleen maar soldaten eerste klas se. Men raadde te Wuppertal de directeu ren aan om hoge medewerkers in hun bedrijf, die vragen stellen aan hun opper ste chef, de laan uit te sturen... dergelij ke drastische methoden kunnen de at mosfeer zuiveren en de chef er voor be hoeden zich te overwerken. Stel een periode per dag in, zo zeiden de efficiency-deskundigen, waarin de di recteur en hoge medewerkers van de di rectie, eenvoudig niet opgebeld mogen worden. In die periode krijgen deze direc tieleden de kans vaklitteratuur te lezen, ofeen uiltje te knappen. „Er zijn zovele posten die bezet moeten worden, maar er is maar een leven per persoon. Men zou moeten wensen, dat meer ma nagers de moed hadden om een divan in hun bureau te zetten, om af en toe wat te kunnen rusten. Menig leven zou dan een paar jaar verlengd kunnen worden". Ten slotte geeft men directeuren de raad zich slechts met. een paar dingen in hun be drijf bezig te houden: laten zij zich beper ken tot het uitstippelen van het grote be leid in het bedrijf, met het kiezen van de hoogste medewerkers, met het contact leg gen met de voornaamste afnemers, en met de controle in grote trekken op het bedrijf. Dan zal hun leven langer duren, aldus de lieden die het menen te weten: de efficiency-specialisten. Geschicht.en aus dem Ural luidt de titel van een bundeltje van zeven verhalen van Mamin- Sibirjak. dat de uitgever van een Duitse pocket serie aan zijn reeds eerder aan de markt gebrach te reeks meesterwerken der Russische letterkun de heeft toegevoegd. Waarschijnlijk zeer vele Nederlandse lezers zullen van deze auteur nog niet eerder gehoord of gelezen hebben Zijn op neming in het pantheon der wereldlitteratuur dateert dan ook van zeer kort geleden. Nu ech ter schijnt, zijn plaats tussen zijn grote tijdgeno ten voor de toekomst stevig verzekerd te zijn. Zijn leven 1852—1912 speelde zich af in een tijdperk, dat in Rusland grote veranderingen op maatschappelijk gebied zag plaats hebben, die tenslotte hun sluitstuk vonden in de ondergang van het tsarenrijk en de geboorte van de nieuwe Russische gemeenschap. Zijn gehele werk draagt het daarop door deze tijd gedrukte stempel. Wat dit werk, een reeks grote romans en zeer knappe verhalen, bovendien nog belangrijker en nog in teressanter maakt, is de omstandigheid dat de auteur in liet grensgebied tussen west en oost, het gouvernement. Perm in Siberië, het levens licht aanschouwde. Het samentreffen en elkaar beïnvloeden daar van Aziatische en Europese ten densen zijn als een der karakteristieke aspecten in zijn kunst aan te wijzen. Deze met een waar achtig talent begiftigde auteur, die met zoveel liefde en zorg de menselijke bedrijvigheid en ver houdingen van die tijd in dat ons zo onherberg zaam voorkomend gebied heeft geboekstaafd, zal ongetwijfeld zeer vele lezers voor zich innemen. Een aantal andere, deze maand eveneens ver schenen romans, hebben hun plaats van hande ling nog verder naar het oosten, nog verder van de ons vertrouwde wereld verwijderd. A many- splendourcd thing is een boek van de hand van Han Suyin. een zeer begaafde en wereldwijze vrouw van Chinees-Hollandse afkomst. Haar eer ste roman schreef zij gedurende de Chinees-Ja panse oorlog en had als thema de strijd tegen de invallers. Reeds toen bleek zij een open oog te hebben voor de ingrijpende veranderingen die deze strijd tot gevolg moest hebben. In haar nieuwe roman worden de laatste stuiptrekkingen van de ten ondergang gedoemde oude maatschap pij door middel van een aantal conflicten van persoonlijke en maatschappelijke aard getekend. Hoofdzaak echter blijft haar eigen verhaal: haar liefde voor een westerse man. Wat de gevolgen waren van deze oorlog op het leven van de kleine man en zijn familie in China wordt door Pearl Buck omstandig uit de doeken gedaan in wat algemeen als haar meest geliefde werk geldt: Pragon seed. In The patriot gaf zij een beeld van de strijd die de zoon van een schatrijke Chinese bapkier tegen de armoede en verkommering van zijn landgenoten onderneemt, eerst, als lid van een ondergrondse revolutionaire studentenorganisatie, daarna na zijn gedwon gen vlucht uit zijn land daarheen weer terugge keerd als soldaat in het leger, dat de Japan ners bevocht. De ontwikkeling van het moderne Japan uit feodalisme en isolatie kan men volgen aan de hand van de lotgevallen van de vier gene raties der familie Fureno, de hoofdfiguren uit het boek The three bamboos van Robert'Standish. Louis Bromfield heeft eveneens een paar ro mans op zijn naam staan, waarin getracht wordt een omvangrijke schildering te geven van het leven in het oosten en wel in het India van een twintig jaar geleden. Men mag deze auteur dan wel verwijten, dat hij na zijn twee eerste romans zich te veel heeft aangepast, aan de smaak van zi.in publiek en bij het schrijven te duidelijk be doeld heeft een verhaal te produceren dal zich voor verfilming zou lenen, een feit is het dat zijn boeken toch altijd boeiend blijven van de eerste tot de laatste pagina. Dit is zeer zeker het geval met Night in Bombay en The rains came. Vooral dit laatste treft door de aangrijpende schildering van de ellende en chaos, die ontstaan wanneer na een periode van droogte eindelijk een zodani ge regen valt, dat een ware ramp daarvan het gevolg is. Het gevolg daarvan weer is, dat de mensen door de nood gedwongen worden elkaar hun ware aard te tonen, die in de lijn der ver wachtingen. zoals door het verhaal gewekt, in de meeste gevallen zeer blijkt tegen te vallen. A. M.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1959 | | pagina 16