Bloemlezingen
I GETEKENDE HUMOR IN PLASTIC BAND
INTEGREREND REALISME IN
KLEINE ROMAN
EEN
VAN
1 WARD RUYSLINCK
S^NLT
fÉg)m
Uf#7
Lichte vrouwen voor zware zaken
Litteraire
Kanttekeningen
Erbij
imm
mm.
KINDEREN VONDEN MAMMOET
ZANDROZEN
ZATERDAG 21 MAART 1959
PAGINA DRIE
VOOR de vijfde keer heeft Esso Neder-
land n.v. bij Stols een bloemlezing van in
het voorgaande jaar verschenen gedichten
laten samenstellen, welke „Dichters Omni
bus" door het bedrijf aan zijn relaties
wordt aangeboden. De oplage is weer ver- EEN tweetal jaren geleden vroeg ik naar
hoogd. Ditkeer telt zij zestien duizend afinlerdtlJlB v(\n de roman
De ontaarde
slapers" aandacht voor Ward Ruyslinck,
ïeeVeeTwat lagere' gemiddelde" kwaliteit éJn van de Vlaamse jongeren, nu alweer
te hebben dan de drie eraan voorafgaande dertigers die zich van het psychologische
„Omnibussen" en het is opvallend dat dit en vooral van het psychologiserende ro-
exxemplaren. De uitgave van vorig jaar
jaar weer werk is opgenomen van enkelen, ^antype hebben afgekeerd in de over-
die ook vorig jaar de gemiddelde kwaliteit tmgmg' dat de realiteit van het ogenblik
van de bundel enigszins verminderden. Wel_ e.n v°fn de Waste toekomst te ernstig is
licht is „de persoonlijke mening" van de dan dai het de romancier nog veroorloofd
samensteller wat regionaal beïnvloed, maar fU zJ]n de microscoop de „duis-
in die contreien zullen ook wel de meeste tere diepten van de individuele ziel le be
mei dit ppsrhenlr tp hpminctiopn spieden. LouiS-Paul Boon, Piet van Aken, au c», Uiivciuiuciau. ue -siuiuus zwerven-
wonen Uiteindelijk doet echter S ta Bert van Aerschotjongeren als Libera hcm ontbroken Als jongen al schreef de mensenstromen, uit het verstoorde
tCJI lUcllJ K UOL l ecnier .Jiieen rer cpn nilhllPPavHf» hn Irrn-to wr»»-VloaU"ioc rl in minmnnnct l
hij dezer dagen in de welverzorgde Ad
Multosreeks van A. Manteau te Brussel
ken is. De kracht van zijn boek ligt trou
wens allerminst in de beschrijving van
deed verschijnen) met een heel wat vas- het afschuwwekkend-al-te-Warè. Het is er
tere hand. Aan schrijfoefening heeft het alles, onverbloemd: de zinloos zwerven-
tcfi, tejyt:1 tuil eu v
IN DE SERIE „Literaire Pockets" van De dank wellicht, bij de werkelijkheid be- lltGlt daarvan. Zijn eigenlijke litteraire de monsterachtige tankcolonnes, de bran-
Bezige Bij te Amsterdam is Chr Leeflangs trokken, ze schrijven in de overtuiging dat loopbaan begon, wat aarzelend nog, met den, de verwoestingen, de demonische
bloemlezing „Feesten der Kerk" versche- ZV als auteur, als „woordvoerder' dus, de de m 1951 verschenen verzenbundel „De sprinkhanenplaag van de alomtegenwoor-
nen, een vijfde druk van deze verzameling menselijke plicht hebben om te signaleren. Clter van de tijd"- Maar wat hij was en dige vijand. Maar reliëf krijgt dit onmen-
oude en nieuwe religieuze gedichten Het is Van een programma is bij hen geen sprake, wilde en uit innerlijke aandrift moest, selijke pas tegen de achtergrond van het
misschien beter te spreken van oude en Ze móéten niet zo schrijven voor zo'n hleek onmiskenbaar uit zijn pacifistische menselijke en wel in zijn zuiverste ge-
oudere religieuze gedichten want men „moeten" zijn de dictaturen de aangewezen eP°s ..Fanaal in de mist' (in 1955 met de stalte: die van het veertienjarige meisje
heeft geen aanleiding gezien deze sinds tuchtplaats. Maar ze kunnen ten gevolge Poëzieprijs van de Algemene Kunstkamer Vera, het buurmeisje. Alle ongereptheid,
acht jaar niet meer herdrukte bloemlezing van hun jeugdervaringen en het gerucht- bekroond). Hoeveel talent er fragmenta- alle lieflijkheid van Waldo's kinderdroom
vermeerderd uit te geven. Daardoor ont- makende heden nu eenmaal niet anders. r'S("h u,'t dat jeugdwerk ook sprak, het zijn op de gemeenschappelijke zwerftocht
breken gedichten van bijvoorbeeld Guil- Ik ben ervan overtuigd dat een schrijver was nog maar voorspel. „De ontaarde door het bloeiende meiland gevlucht in dit
laume van der Graft, Jan Wit, Michel van a}s Ruyslinck de hemel zou danken als hij slapers" gaf Ruyslinck pas een eigen éne meisjesfiguurtje.
der Plas, Harriet Laurey, Ad den Besten, zic^ onbezwaard zou kunnen overgeven Rtem- -Wierook en tranen" gaf aan die htfr wortelt ii«-h ai h»-
Willem van der Molen, Henk van Tien- aan zijn „droom" van het leven, aan die *tem een klank en een diepte, een over- ALLES IS HIER weir^"kh«d ooi-
hoven en Schulte Nordholt. Bij alle waar- dndere werkelijkheid, die er óók nog is en tuigende kracht die aan dit zeer eigen 1 honger, pi^ verering van het
dering voor de bundel zoals die was moet in zijn werk dan ook steeds op de achter- ^Xeid Waar™rk Ver" Si®..
de onveranderde handhaving ervan bij de grond, staat, maar door de actuele ver- leenl van 'e zuiverneifl.
herdruk van 1958 toch betreurd worden, wording wordt weggedrongen naar het
rijk der haast verboden verlangens. Zelfs HET GEGEVEN van deze kleine ro-
DE Grafische Kunstinrichting „De Re- de meer psychologisch getinte romans van man kan men in ettelijke spectaculaire
produktie Compagnie" n.v. te Rotterdam Wim Meeuwis, 'Frans van Isacker en An- oorlogsromans van naam heel wat sen-
verblijdt haar relaties jaarlijks met een dré de Splenter hebben een reëler karak- sationeler verteld vinden. Geen feitelijk-
kunstkalender, die een staalkaart is van ter dan het zielkundig peilende en. analy- heid van dit verhaal is „nieuw". We wé-
het enorme technische kunnen van dit be- serende werk der oudere generatie. ten het allemaal wel, we konden het ten-
drijf. Dit jaar heeft de filosoof, auteur en minste weten als we. gespaard gebleven
criticus Hans Redeker onder het motto RUYSLINCK heeft zich voor eigen reke- voor het allergruwelijkste, voldoende ver-
„Naturalisme-Abstractie" van dertien ning onlangs in het voortreffelijke Nieuw beeldingskracht hadden. Maar zoals het
levende Nederlandse kunstenaars werk uit- Vlaams Tijdschrift ondubbelzinnig uitge- hier verteld staat is het nieuw, gebeurt
gekozen plat naar de natuur is gemaakt. Zij sproken voor een terugkeer tot het rea- het nog stééds, met al zijn bestiale mens
zijn Melle, Jan Peters, Otto Dicke, Jef lisme (of, als men wil, het naturalisme), onwaardigheid. Ruyslinck vertelt geen
Diederen, Roger Chailloux, J. A. Ch. Fren- Wat hij de psychologiserende romancier gruwelverhalen. Zi.in kunst is die van het
ken, Toon Wegner, Jeanne Bleruma Oos- verwijt is, dat deze de mens heeft losge- aanduiden, zowel in het ongerepte als in
ting, Willem Rozendaal, Jacques van der maakt van zijn omgeving, van de alom- hel besmeurde. Want ook dat is-ér en
Heyden, H. H. Kamerlingh Onnes, Frans vattendheid van het leven, van de natuur, wel zeer indringend en zeer wezenlijk ken,.g.ev°'°or. Dul«^s, wordt ver-
Nois en Gerrit Benner. Zij verschillen niet het milieu, de dagelijks onontkoombare in deze geschiedenis van de massale bur- ^ra A 8 ',n ^enj?e, hospitaal,
alleen sterk in leeftijd. Redeker koos juist realiteit. Dat alles is, zegt Ruyslinck, geen gcruittocht in de meidagen van 1940: het
van hen werk om de talloze mogelijkheden schouwburgdecor, maar „een wereld die ongerepte. De negenjarige Waldo is een
lopende heggen, het bulderende geschut,
de bloeiende weide, de liederlijkheid, de
tere gevoelens. Maar overeenkomstig de
reële feiten wordt het binnen enkele da
gen een verminkte werkelijkheid, waarin
voor verering en zuivere gevoelens en na-
tuurschoon geen plaats, geen ménselijke
piaats meer is. Vera, meegelokt en dron-
En zelfs de dood laat haar niet de onge
reptheid, waarvan zij het levende zinne-
te illustreren tussen naturalistisch (Melle) laaft en voedt, de mens van lucht en' licht vluchteling temidden van honderdduizen- beeld was. als Waldo afscheid van baai
en abstract (Benner). Op de binnenzijde voorziet, hem optilt en neerdrukt. En het den. Wat er „gebeurt" is zijn kinderer.va- 6
van de stevige map, waarin de kalender is is de taak van de romancier (in dit ring, waarvoor een oorlog nauwelijks be-
vervat, staat een opstel van Redeker afge- tijdsgewricht, zal hij we! bedoelen) de grip, ten hoogste een met onheil geladen
drukt (en dié druk is niet zo fraai....), verbanden te zien en aan te voelen tus- wool-d was tot de werkelijkheid de ar-
Daarin ontdoet hij op een heldere en diep- sen de verschillende levensverschijnse- geloosheid. achterhaalt. Wierook en tra-
peilende wijze vele stijlaanduidingen van len". Zijn conclusie is, indien men het nen, droom en realiteit dat zijn de te-
tendentieuze gevoelswaarden, die wezen- axioma aanvaardt, logisch en overtui- genstrijdige wederwaardigheden van zijn
lijke verschillen kunnen suggereren. Er is gend: „Wij moeten de homunculus, het kinderlijke onbevangenheid, die door de
geen wezenlijk verschil, schrijft hij, want onverteerbare laboratoriumprodukt, dat oorlogsgebeurtenissen in enkele dagen
een kunstenaar maakt ons de werkelijk- wij met grote honger ingeslikt hebben, aan flarden wordt gescheurd. Wat als een
heid werkelijker „zodat wij met hem tege- weer uitspuwen en naar nieuwe mogelijk- spookachtige vakantietocht-op-de-fiets be-
lijk meer en meer compleet mens zijn", heden uitzien". Onder die mogelijkheden gon, eindigt al spoedig met de dood van
Verder: „De schijnbaar verwarrende hoe- verstaat hij dan een „nieuw" realisme, zijn vader en zijn moeder, van wie hij,
veelheid aan mogelijkheden tussen „figura- dat ik een „integraal realisme" zou wil-
tiefen „abstract" is niet anders dan de len noemen, een romankunst waarin de
onontkoombare en onthullende uitdrukking mens weer is opgenomen in de sociale en
van de ruimte binnen onze eigen mense- organische veelheid van het leven,
iijke situatie". Behalve als illustratie van n,, Heeft Ruyslinck' die mogelijkheden, -ferelenhepft Ruyslinck niet- rijn toevlucht
Redekers opzet voldoet de kalender weer waargemaakt? Ik-geloof dat hij op weg. is behoeven te nem»n om de nameloze en
opvallend góed aan het oogmerk de'ï'epfo- -om -dat-ernstig te -doen,-in-zijn :.De ont- onmenselijke- verschrikking van- het dui-
duktiemogelijkheden van De Reproduktie aarde slapers" nog maar tastend, in d« verwerk dat oorlog heet, zó uit te beel-
Compagnie te doen blijken. kleine roman „Wierook en tranen" (die den, dat de lezer er persoonlijk bij betrok-
einde van alle illusies.
Deze kleine roman van Ruyslinck is
hier en daar verstrikt geraakt in de moei
lijkheden van de ikvorm, die een terug
blik betekent van de volwassene op een
diep ingekerfde jeugdervaring en a-s zo
danig in de woordkeuze wel eens de Kin
derlijke naïveteit uit het oog verliest
niet „volmaakt". Maar het doet er niet
toe. Er is een schrijver aan het woord in
wie men gelooft. Er is door Ward Ruys
linck een boek geschreven, dat in zijn
na oen bombardement op de vluchtende schrijnende tegenstelling tussen idylle en
drommen, met meer terugvindt dan het verachtelijke werkelijkheid een vern Wit
bloedig verminkte lijk van de eerste en Sender aanklacht betekent dan menig ge-
een schoen d« tweede. Tot schrille ta- renommeerde oorlogsroman. „Wierook en
tranen" Js een zuiver, een^waaj, een no
bel boêk. Ren' dm-g^Rik .'.inAeffi-erena Téa-
lisme" geeft lïp'óp. op een verjongihg van
de romankunst.
C. J. E. Dinaux
(Van onze correspondent in Washington)
NIEUW is het euvel niet, maar het komt
tegenwoordig herhaaldelijk voor, dat
Amerikaanse firma's, wanneer er con
tracten moeten worden afgesloten, de hulp
inroepen van vrouwen van lichte zeden.
Haar veile attractie wordt dan gebruikt
om een inkoper of een geldschieter vlot
ter over de brug te doen komen. Deze
praktijken zijn het onderwerp geweest van
een radiouitzending van Columbia Broad
casting System en niemand minder dan
de befaamde Edward R. Murrow was de
voornaamste spreker in dit programma.
De uitzending duurde een uur en werd
aangekondigd als „alleen bestemd voor
volwassenen". C.B.S. en Ed. Murrow heb
ben een tè goede reputatie om pikante
verhalen op te dissen, wanneer deze niet
waar zijn en publikatie geen nobel oog
merk heeft. Zij konden een flinke deining
voorzien naar aanleiding van deze uitzen
ding en die heeft dan ook niet lang op zich
laten wachten. Columbia Broadcasting
System heeft ons, op ons verzoek, de
tekst van het gehele programma ter be
schikking gesteld. Citaten in dit artikel
zijn daaraan ontleend.
Vrijwel overal ter wereld probeert men
zakenrelaties te bevorderen door kleine of
grote attenties. Men stuurt kerstcadeaus,
nodigt „zakenvrienden" mee uit eten en
zovoorts. In Amerika is het vermaak; dat
men aan zakenrelaties verschaft, een be
langrijke post geworden op de onkosten-
rekening in het bedrijfsleven. Grote fir
ma's in New York zorgen er bijvoorbeeld
altijd voor, dat zij iedere avond een flink
aantal kaartjes in voorraad hebben van
een populaire show. zoals „My fair Lady"
Komen er afnemers of geldschieters op
bezoek, dan kunnen zij hun op die manier
een plezierige avond bezorgen: eerst
cocktails, dan ften diner, daarna theater
bezoek. Die gastvrijheid is des te overda
diger, omdat men veel van deze kosten van
zijn belastingen mag aftrekken.
De concurrentie is groot en men zint
op steeds effectievere middelen om de
bankiers of de inkopers, die voor zaken in
de stad zijn, voor zich te winnen. „Stem
hen vrolijk, maak hen murw!" moet de
leus zijn, waaronder deze gastvrijheid
wordt bedreven. Ook na de schouwburg
kan het quasi-vrolijke zakenspel nog wor
den voortgezet. Maar dan bereikt men de
uren van de nacht, waarin al gauw „call
g'rls" in het vermaak worden betrokken.
„Call girls" behoren tot de „elite" onder
de vrouwen van lichte zeden. Het zijn meis
jes en vrouwen, die doorgaans een eigen
woning hebben. Een „madam" verleent
meestal bemiddeling. Drie maanden zijn
Ed. Murrow en zijn medewerkers bezig
geweest, om gegevens bijeen te brengen
over de rol, die met. name de „call girls"
tegenwoordig in het zakenleven vervullen.
Een man, die een ingewijde is in deze
praktijken, vertelde tijdens de radiouit
zending:
„Er is een heel beroemde „madam" in
New York, die alleen zorgt voor multi
miljonairs. Ieder jaar geeft ze een boek
'lit met portretten van de meisjes, die voor
haar werken. Dat boek stuurt ze naar haar
héél exclusieve klanten. Die vrouw nu is
jpirnnd. dje. werke.ljjk .zaken doet mei. bet
grote, bpdrfjf^avën. 'Als'.grote maatschap
pijen een 'feest op-louw -zetten, dan-zoeken
zij contact met deze vrouw. Zij rekent éen
rond bedrag, drie duizend dollar, vijf dui
zend, al naar gelang het aantal meisjes dat
zij vragen. Ze stuurt hun een boek en zij
kiezen de meisjes uit. Niets wordt aan het
toeval overgelaten".
Een andere zakenman, betrokken in
deze praktijken, vertelde via de radio, hoe
hij en een van zijn medewerkers gedu
rende weekeinden herhaaldelijk uit vissen
gingen met twee inkopers van een levens
middel enbedrijf, met twee vertegenwoor
digers van een hypotheekbank enzovoorts.
Die geïnviteerde zakenrelaties konden dan
thuis vertellen met. wie zij een weekeind
waren gaan vissen doch zij zeiden er
niet bij, dat er aan boord van het jacht
ook nog vier „call girls" van de partij
waren.
Vaak beschrijven zakenlieden dergelij
ke methoden als de meest efficiënte om
een werkelijk persoonlijke relatie tot stand
te brengen. Hét klinkt allemaal zo braaf.
Maar één zakenman voor de radio wond
er geen doekjes om: „De hoofdzaak is,
dat ik weet dat de inkoper de nacht heeft
doorgebracht met een vrouw, die ik
heb verschaft. Die inkopers zijn meestal
getrouwd, zij hebben een gezin. Dat geeft
me een zekere macht. Nou ja, ik wil het
n^et precies chantage noemen, maar het
is een onbewuste macht over de inkoper.
Hst is een wapen dat ik in de hand heb.
Of deze man he! ontkent of niet, hij ge
bruikt chantage als een onuitgesproken be
dreiging. Maar chantage is niet het enige
wapen. Vaak weet men op vrolijke avonden
zakenbeloften los te krijgen van half
dronken gasten. Zelfs als ze niets beloofd
hebben, dan is het nog moeilijk voor hen
op een dag na de pretavond al te
star te zijn tegenover de zakenvriend, die
zo'n overdadige gastvrijheid betoonde
D4T "7"r~ "">ktijken voorkomen, daar
beho~— raSr^-^'-t niet aan te twijfelen.
De vraag is wen, in hoeverre is deze
manier van zakendoen thans schering en
inslag geworden? Op die vraag gaf ook
de radioreportage geen antwoord. Alles
wat men kon zeggen was: het komt veel
voor en zeer voorname maatschappijen
doen er aan mee In Chicago, St. Louis
en Cleveland zou deze methode nog meer
toegepast worden dan in New York.
Maar wie is in staat betrouwbare gege
vens te verstrekken over de omvang van
het euvel? De politie te New York is zeer
actief in de bestrijding van de prostitutie.
Zelden of nooit ziet men daar „tot het gilde
behorende vrouwen" op straat. Maar wat
er achter de schermen gebeurt, is heel
moeilijk te controleren. Brengt men al
eens een „call girl" voor het gerecht, dan
wordt zij zelden veroordeeld. De grote
maatschappijen die de meisjes soms
zelfs voor „public-relations"-werk formeel
in dienst hebben beschikken ook over
knappe advocaten! De schatting van het
aantal „call girls" in New York varieert
van drie tot dertig duizend. Indien de
waarheid in het midden ligt, toch nog een
indrukwekkend getal!
De politie te New York heeft terstond
Ed. Murrow, de leider van dit radiopro
gramma, bij zich ontboden. Murrow wei
gerde echter de namen te noemen van hen,
die hem gegevens hadden verstrekt. Even
eens handhaafde hij de anonimiteit van
•hen, wier stemmen hij in zijn uitzending
had doen horen. Hij had deze medewer
kers beloofd, dat hun naam niet zou wor
den genoemd en hij beschouwt hun infor
maties thans als beroepsgeheim.
.<r -
Bij werkzaamheden ten behoeve van
de aanleg van een nieuwe weg voor
het snelverkeer buiten Rome, onge
veer drie kilometer achter Vaticaan
stad, ontdekten spelende kinderen een
eigenaardig skelet. De vondst is door
professor G. cVAmicohoofd van de
Romeinse oudheidkundige dienst,
uiterst belangrijk genoemd. Men ge
looft namelijk dat het thans geheel
blootgelegde, nog volkomen intact
zijnde gebeente van een mammoet,
althans van eén reusachtige olifant,
van omstreeks een miljoen jaar ge
leden is. Bijgaande afbeeldingen
geven een indruk van het door bull
dozers bewerkte terrein en van de af
metingen van kop en bovenkaak in
vergelijking met. een mens (de foto
graaf in dit geval) en een liniaal. De
opnamen zijn gemaakt door Massimo
Ascani van United Press International.
OP MIJN BUREAU ligt een
klein stenen boeketje van
miniatuurrozen. De kleur er
van is rossig geel. Als de zon
er op schijnt spatten er von
ken van de vlakjes der kris
tallen, waaruit ieder bloempje
gevormd is. De rozen zijn
zwaar. Èr zit nog goudgeel
zand uit de Sahara ïji de sple
ten tussen de kristallen. Het
zijn rozen uit El Oued.
Zandrozen of roses de sable
zijn in de Sahara niets bijzon
ders. Ieder toeristenwinkeltje
biedt ze te koop aan voor een
paar franken. Maar die zand
rozen op mijn bureau komen
niet uit een winkeltje, ze zijn
voor mij de tot steen gewor
den dromen uit een land, dat
ik voorlopig wel niet meer zal
kunnen bezoeken. Ik heb die
rozen zelf „geplukt" uit hel
warme zand, toen de zon ach
ter de eindeloos naar de hori
zon wegdeinende duinen om
El Oued wegzakte. Ik zat op
de rand van een kuil, waarin
de dadeltuinen in dit vreemde
land gelegen zijn. En zo diep
xvas die kuil, dat ik precies in
het hart der hoge palmen kon
kijken. Er ritselden daar
kleine vogeltjes. De hemel
stond bleek paarsblauw en
grondeloos diep over de woes
tijn gehoepeld, alleen in het
westen hingen drie kleine,
dunne wolkjes als lichtende
flarden boven de duinen. In
de blauwe schemering dreef
een dunne keten van fluit-
klanken, hoog en tierelierend.
Een herdersjongen blies voor
zijn kudde op een fluit. En de
wind sliep in dat stille halve
uurtje tussen dag en nacht..
Met mijn handen woelde ik
in het fluweelzachte zand dat
nog de daghitte vasthield,
maar dat even dieper kil en
koud aanvoelde. Mijn dwalen
de vingels voelden iets hards
en kantigs en haalden dat uit
het zand te voorschijn. Het
was een kleine boeket zand
rozen, fijne stenen bloempjes
dicht opeengeschikt. In dat
licht zonder klettr leken ze
bleker dan ze overdag waren.
Ik hield het bosje met. voor
zichtige handen op mijn
knieën. Het voelde koud aan,
dezelfde koude die onder het
zand gevangen lag. Het was
zwaar voor zo'n luchtig bij-
eengeschikt boeketje kris
tallen. De klanken van de fluit
buitelden om me heen, de vo
geltjes piepten in de bomen.
Uit de duinen om me heen
steeg de nacht omhoog, aan de
hemel knipten de sterren aan.
Een rijtje vrouwen gleed een
zandpad n-f pn de kuil in om
haar har werk van de nacht
te beginnen, het wegdragen
uit de kuil van het gedurende
de dag neergestoven zand. In
hun sombere draperieën leken
ze spoken, die een bezoek
gingen brengen aan de fetisjen,
die daar diep beneden me de
tuintjes bewaakten.
De fluit zweeg en een im
mense stilte viel over de aar
de. De vogeltjes sliepen al. De
palmen hielden hun adem in.
De nacht werd volkomen. En
toen. klonk er ineens een volle,
diepe, donkere stem door de
stilte. Een stem die zong dat
Allah, groot en dat er geen
3od dan God is. De stem klonk
hoog van de blanke minaret,
die als een wijzende vinger
boven de koepeldaken van El
Oued uitstak en deinde weg
over de verte. De stem ver
telde van vertrouwen, van
overgave, van vrede.
En ik nam mijn zandrozen
en keerde terug naar de stille
oase
Sporry
DE BEZIGE BIJ te Amsterdam heeft in
de ,,Diogenes"-serie (kleine handzame
geplasticeerde kleurige boekjes) twee
„cartoon"-verzamelingetjes uitgegeven:
„Kraaienflora" van de Oostenrijkse teke
naar Paul Flora en „Zoek het vrouwtje"
met grappen van negentien tekenaars.
Paul Flora tekent met zijn fijne rechte
pen (hij lijkt op een gestyleerde Yrrah) ta
ferelen uit het leven van drie aan hun be
roep hartstochtelijk verslaafde doodgra
vers, die uit innige romantische liefde voor
het vak de dood graag een handje helpen,
hun kansen zéér bij voorbaat zien aanko
men, nooit te beroerd zijn om voor hun
stiel wat risico te lopen en bij gebrek aan
klandizie er niet voor terugdeinzen het
vriendelijke oog op elkaar te richten.. Zij
zijn pas gelukkig als er klanten zijn. Het
zijn uitstekend getekende en voor het me
rendeel originele grappen. Als de drie man
netjes het voor het zeggen hadden: om je
dood te lachen.
In „Zoek het vrouwtje" zijn met bizarre
smaak humoristische tekeningen van
Bosc, Chaval, Cobean, Dubout, Effel, Flo
ra, Francois, Henri, Loriot, Manzi, Mose,
Peynet, Ru, Searle, Steger, Steig, Thur-
ber, Van den Born en Vip bijeengebracht,
stuk voor stuk befaamde cartoonisten en
wat deze verzameling betreft stuk voor
stuk beste cartoons. Tussen de „lachertjes"
schuilen talrijke „pijnlachertjes". Er zijn
wat citaten over de vrouw en het huwelijk
over het boekje verspreid. Het is een wat
opzettelijk maar toch geslaagd bokeje.
Roger Price en Jan Blokker stelden een
nieuw boekje met „droedels" samen:
,.Vers(ch)e droedels". Het „droedel"
doen is een kunst, waarin de meest ab
stract lijkende voorstelling plotseling
krachtens een niet onbelangrijk superieur
inzicht van de droedelartiest een uiterst
naturalistische weergeving van een ont
hutsende werkelijkheid blijkt~te zijn. Een
duidelijk voorbeeld: een lijn met een
strikje is de feilloos weergegeven situa
tie van een man in smoking die te dicht
bij de deuren van de lift stond toen deze
gesloten werden. Maar ook kan het een
sliertje spaghetti zijn, als geschenkje in
gepakt. Droedelen is een bezigheid voor
hersens, die op toptoerental uitrusten, die
geweldig ingespannen niets bereiken, een
lege ballon kunnen laten klappen. Het is
superieure kolder en dit tweede boekje is
nog beter geslaagd dan het eerste. Blok
kers teksten hebben een heel eigen humor
thans, die in het vorige droedelstandaard-
werk nog ontbrak.
De twee nieuwe boekjes van John O'Mill
bij Andries Blitz te Laren onder de titels
„Tafellarijmvet" en „Curious Couplets"
verschenen, bevatten wel weer enkele aar
dige vondsten, maar deze uitschieters kun
nen al niet meer doen vergeten hoe flauw,
aan anderen ontleend en geforceerd dit
werk grotendeels toch is.
ONZE MERKWAARDIGE U'EREID
de oudste gevonden
insecten (bewaard
in het ijs) zijn ca.
60miljoen jaar oud
de langste kade is in
le HavretFrankrijk)
lenate ca.1.5km
de langzaamst groei
ende boom isdëSitka
Spruce, welke in98 jr
slechts ca 28cm aroei t
wittemieren leggen
de meeste eieren n l.
gem 80 000st.p. mnd.
hetgr^^^^^^^
is een beeldhouw
werk v Washing ton
inAmerika;afstandv.
hoofd tot kin ca 18mtr
j f y h
de grootste cactus^
isdeSaguaroinAme-
rika met een lengte
van ca. 21 meter