Vijfde „Culturele Dag
Noordholland" geopend
Bij botsing beschadigde straaljager
stortte in IJselmeer
Dr. M. J. Prinsen: Behoud van culturele
erfenis vraagt grote waakzaamheid
Bonn heeft haast met benoeming
van een opvolger voor Blticher
DONDERDAG 2 APRIL 1959
11
Schroefas van nieuw schip
vastgelopen
Wedloop van sleepboten
naar de „Laura"
Penningmeester verduis
terde tienduizenden guldens
Drie jaar geëist voor
diefstallen uit scholen
Buit lag in kelder van de
Nederlandsche Bank
Schot uit stengun trof
soldaat dodelijk
Scholieren in Alkmaar
met t.b.c. besmet
Oude Ri jn in Woerden
wordt gedempt
Grootscheepse oplichting
voor het Haagse Hof
Weer drie jaar geëist tegen
Zwijndrechtenaar
Spierenburg c.s. zijn moeilijke partners in de EGKS
Russisch schip aan
de ketting
Onderzoek naar olie in de
zeebodem
Helikopter pikte piloot
uit het water op
Kort geding om foto van
Teddy Scholten
ONDER ZEER GROTE BELANGSTELLING is vanmorgen in Zandvoort de cul
turele dag Noordholland 1959 de vijfde in successie begonnen. Bijna driehonderd
deelnemers vulden de grote zaal van hotel Bouwes, onder wie de Commissaris der
Koningin in de provincie Noordholland en mevrouw Prinsen, verscheidene leden van
Gedeputeerde Staten, vijfentwintig burgemeesters van Noordhollandse gemeenten en
tal van andere provinciale en gemeentelijke autoriteiten, toen burgemeester mr. H. M.
van Fenema om half elf namens het gemeentebestuur van de badplaats een kort
welkomstwoord sprak. Hij noemde het een eer en een voorrecht dat Zandvoort
uitgekozen is voor de viering van dit eerste lustrum van deze Noordhollandse gewes
telijke cultuurdagtraditie en gaf voorts een overzicht van wat er in zijn gemeente de
laatste jaren gedaan is ter bevordering van de burgerzin en de locale cultuur. Mr. Van
Fenema wees daarbij speciaal op de in 1956 ingestelde ontmoetingsavonden voor
nieuwe Zandvoorters ten raadhuize, die een groot succes geworden zijn en waar
diverse veelbelovende initiatieven op cultureel gebied ontsproten zijn. Hij eindigde
zijn welkomstwoord met een citaat uit Pasternak's boek Dr. Sjivago, waarin de
titelfiguur ondanks de verdrukking in zijn vaderland zijn onwankelbare geloof
betuigt in de culturele roeping van het individu tegenover de nivellerende invloeden
van de collectivering.
De commissaris der Koningin in de pro
vincie Noordholland, dr. M. J. Prinsen
hield de openingsrede, waarin hij aller
eerst refereerde aan zijn inleidend woord
over cultuurbeleid in het eerste nummer
van het tijdschrift van de Culturele Raad
Noordholland, nu vijf jaar geleden:
„Daarin schreef ik welbewust, maar bij
nadere overdenking toch wel wat in een
onbewaakt ogenblik: „Aan een verzoek
van de Raad en van redactie van dit tijd
schrift ben ik bij voorbaat geneigd zoveel
mogelijk te voldoen." U heeft, mijnheer
de voorzitter, op deze vrijwel blanco wis
sel geen beroep gedaan, maar ik heb mij
daaraan toch wel zo zeer gebonden ge
voeld, dat ik zonder aarzeling meende
mijn vroegere uitspraak te moeten hono
reren, toen u mij vroeg deze Culturele
Dag te willen openen. Temeer, omdat het
de vijfde maal is, dat een Culturele Dag
wordt gehouden. Een feestelijk lustrum
dus, dat reden geeft tot wapenschouw en
zo nodig tot heropstelling.
Warme sympathie
Het is u immers bekend, dat naar zijn
oud-Romeinse oorsprong het woord lus
trum „reiniging" betekent. In het oude
republikeinse Rome was het een grote ge
beurtenis, wanneer de beide censoren, die
voor vijf jaar werden gekozen, hun arbeid
hadden voltooid. Oorspronkelijk bestond
deze in het onderzoek naar een redelijke
census, belasting dus, maar naderhand
werd hun tevens de censura morum, een
onderzoek naar de zeden, opgedragen,
met name onder de leden van de senaat
en de regering. De plechtigheid werd met
een reinigingsoffer besloten, waardoor- het
woord lustrum, dat dus oorspronkelijk rei
niging betekende, later ook de klank kreeg
van een viering om de vijf jaar.
U zult willen begrijpen, dat ik die rei
niging voor zoveel mij zelf betreft gaarne
benut om mij vrij te pleiten van de zo
juist aangehaalde, wat te weinig geclau
suleerde toezegging, al blijf ik stellig on
derschrijven hetgeen ik in een daaraan
voorafgaande zin verklaarde, nl.: „De
Culturele Raad van Noordholland heeft
mijn warme sympathie!" Wanneer wij
vandaag, op dit lustrumfeest, ons dan ook
afvragen of de Raad in de afgelopen ja
ren aan zijn doel heeft beantwoord, dan
zou ik dit zeker willen doen in de omlijs
ting van grote sympathie en bewondering
voor hetgeen werd verricht. Het was in
mei 1953, toen dr. H. G. van der Wielen,
voorzitter van de Friese Culturele Raad,
op de Volkshogeschool te Bergen voor een
gezelschap, waaronder zowel Statenleden,
burgemeesters als particuliere belangstel
lenden uit het culturele leven van Noord
holland aanwezig waren, een uiteenzetting
gaf over het werk van zijn raad en de wen
selijkheid bepleitte ook in ons gewest een
dergelijke raad in het leven te roepen.
Daaraan was reeds vele jaren, o.a. in de
kringen van „De Speelwagen", „de Zaen-
de", het culturele centrum van de Volks
hogeschool, een gesprek over de eigen
aard en de vraagstukken van het cultu
rele leven in ons gewest voorafgegaan. Op
16 december 1954 werd tenslotte de Cul
turele Raad Noordholland als stichting in
het leven geroepen. Sindsdien is bijzonder
veel nuttig werk verricht. Er zijn vijf cul
turele dagen gehouden, waarop onder
steeds groeiende belangstelling op intense
wijze aan de culturele vraagstukken van
ons gewest aandacht werd geschonken.
Zij liggen nog tè vers in het geheugen
dan dat het zin zou hebben van het op de
ze dagen verhandelde een samenvatting
te geven.
Cultuur en civilisatie
Bijzonder waardevol en interessant is
daarnaast het zo uitstekend verzorgde,
door de Raad uitgegeven tijdschrift
„Noordholland", zoals de ondertitel ver
meldt, gewijd aan de sociaal-culturele si
tuatie in Noordholland. De waarde en de
betekenis van dit tijdschrift leeft onmid
dellijk voor u op indien u bijvoorbeeld
leest de aanhef van een artikel, dat Gré
de Reus schreef over „Hoorn 600 jaar",
luidende: „Even een ander zijn en met
nieuwe indrukken door de Hoornse stra
ten lopen, stilletjes genietend van de oude
veelvuldige pracht en schoonheid en dan
niets zeggen, doch rondkijken naar de
oude torens, de geveltjes, de gebouwen en
de haven, even een ander zijn.."
Het is de warmte van de locale cultuur,
waardoor wij getroffen worden, niet uit
chauvinistische gezindheid, maar bezien
als uitingsvorm van cultuur in het alge
meen. Belangrijk ook, omdat het een ver
arming zou betekenen indien het specifiek
eigene van de cultuur der plaatselijke ge
meenschappen verloren zou gaan.
In zijn boek „Het leven van een land
loper" schrijft Den Doolaard daarover in
teressante dingen, als hij verhaalt van
zijn reizen in de Balkan en beschrijft de
hoofse wijze, waarop hij als vreemdeling,
als gast in een bruiloftsgezelschap wordt
ontvangen. Hij herinnert dan aan het on
derscheid, dat Oswald Spengler maakte
tussen „cultuur" en „civilisatie".
De cultuur wortelt in het instinct en in
de ziel, de beschaving in het verstand en
in het bewustzijn. Cultuur groeit zelfver
zekerd van binnen uit; beschaving is niet
alleen herfsttij, maar vandaag ook een
eigen kunstmatige, ontwortelde levens
vorm, gegroeid met de machines en de
mensenvretende steden. Wij in het westen
bezitten een hoog ontwikkelde en fijn ver
takte beschaving, maar wij zijn hoogstens
nog de beheerders van een culturele erfe
nis. Ons leven is geen vanzelfsprekend be
staan meer en nog slechts voor een min
derheid een gift van God. Het is een pro
bleemstelling geworden, een geschonden
lap weefsel, waar de motten der psycho
analyse gaten in gevreten hebben, die
zelfs door de vernuftigste machine niet
meer onzichtbaar gestopt kunnen worden.
Waakzaam zijn
In dezelfde zin heeft de grote geest, die
prof. Van der Leeuw was, in zijn steeds
weer opnieuw boeiende boekje „Natio-
naal-culturele taak" geschreven, dat ten
gevolge van verschillende oorzaken de
kunst in het geheel van onze beschaving
min of meer terzijde is komen te staan,
zodat zij, door betrekkelijk weinigen be
oefend, van het leven van slechts een frac
tie van ons volk een wezenlijk bestand
deel vormt.
Indien wij nog slechts beheerders van
een culturele erfenis zijn, dan is het meer
dan noodzakelijk, dat wij onze taak als
wakers over een erfenis tenminste met
de grootste waakzaamheid verrichten.
Het is daarom stellig nuttig, dat voor de
ze vijfde culturele dag voor Noordholland
als onderwerp is. gekozen ^Kunst^.en pu
bliek'-. Ik ben ervan overtuigd, dat de in
leider van dit ondërw'ërp, mr. A. F. Kamp,
zelf kunstenaar en met een voor de kunst
zo warmkloppend hart, onze verantwoor
delijkheid opnieuw zal wakker roepen en
waar nodig ons van onze zwakheden en
vooroordelen zal trachten te reinigen. Het
is daarom, dat ik deze Culturele Dag
Noordholland 1959 gaarne voor geopend
verklaar.
In zijn antwoordtoespraak tot de Com
missaris der Koningin zei de voorzitter van
de Culturele Raad Noordholland, dat hij
diens bezorgdheid over ons gewestelijke
culturele erfgoed deelt en verheugd is dat
dr. Prinsen voor wil gaan bij het bewaken
en vermeerderen van deze erfenis.
Aan het einde van de morgen heeft de
oud-voorzitter van de Culturele Raad
Noordholland, mr. A F. Kant, een referaat
gehouden over „Kunst, kunstenaar en
publiek", waarop wij nader zullen terug
komen.
Twee sleepboten, de „Friesland" van
Bureau Wijsmuller uit IJmuiden, en de
„Scaldis" van Smit uit Vlissingen, zijn
een wedloop begonnen naar het vracht
schip „Laura" van de rederij „2" uit Bres-
kens, dat tien mijl noordwest van het
West-Hinderlichtschip ronddrijft met een
vastgelopen schroefas.
Het schip seinde donderdagmorgen om
half elf, dat het in moeilijkheden verkeer
de. De „Friesland", die op thuisreis is van
Venezuela naar IJmuiden en zich ter
hoogte van het lichtschip Goeree bevond,
zette onmiddellijk koers naar de „Laura".
De „Scaldis" vertrok uit Vlissingen. Hoe
wel men bij de rederij aanvankelijk ver
wachtte, dat de „Laura" het in verband
met de kalme zee zelf wel zou klaren,
werd later bekend, dat de kapitein sleep-
bootassistentie had verzocht.
De „Laura" is een splinternieuw schip,
dat pas uit Rotterdam was vertrokken
voor zijn maidentrip naar Pyraeus in
Griekenland met lading. De „Laura" meet
1050 ton.
Te Groningen is een 45-jarige procura
tiehouder van een bankinstelling gear
resteerd, die bekend heeft grote bedragen
ten nadele van verschillende verenigingen
te hebben verduisterd. Het gaat om een
bedrag van tienduizenden guldens. Hij
was penningmeester van een aantal stich
tingen en verenigingen, die de dupe zijn
geworden. Vooral de kas van de r.k. lees
zaal en bibliotheek heeft hij aanzienlijk
lichter gemaakt. De gearresteerde, die het
geld flink liet rollen, zou tevens de r.k.
jeugdraad en de r.k. centrale voor lectuur
voorziening in de provincie Groningen
ernstig hebben benadeeld. De zaak is aan
het rollen gekomen toen men een onder
zoek instelde naar enkele, op zichzelf wei
nig belangrijke onregelmatigheden in de
boekhouding van de bank. Van verduiste
ring van bankgelden is echter niets ge
bleken.
In de kelderruimte van de Nederlandsche
Bank is vorig jaar een deel van de om
vangrijke buit van een reeks schooldief-
stallen opgeborgen geweest, zonder dat
men dit aanvankelijk wist. Dat bleek
tijdens de behandeling van deze diefstallen
voor de rechtbank te Amsterdam. Aan de
34-jarige C. R. en de 22-jarige M. ten H.
waren tien diefstallen, waarvan acht uit
scholen te Amsterdam, Nieuwer-Amstel,
Ouderkerk en Zandvoort, twee uit winkels
en een poging tot diefstal uit een school
ten laste gelegd.
De officier van Justitie eiste tegen beide
verdachten drie jaar gevangenisstraf.
De buit van de diefstallen, die een
waarde heeft van enkele duizenden gul
dens, bestond uit twee naaimachines, een
filmprojector, twee fietsen, een koffer
radio, een bandrecorder, zes elektrische
scheerapparaten, 68 grammofoonplaten,
een tel- en een schrijfmachine, drie kijkers
en drie elektrische klokken, is door de
politie achterhaald.
De verdachten hadden elkaar in 1957 in
een psychiatrische inrichting te Wolfheze,
waar zij verpleegd werden, leren kennen.
De zaak kwam aan het rollen toen een
zwager van R., die borg was voor de huur
van diens huis, deze wilde beëindigen. In
hel huis trof hij een aantal goederen aan,
onder andere een naaimachine, 'n schrijf
machine en een fiets. Dit bevreemdde hem
omdat zijn zwager altijd in geldnood zat.
Hii wilde deze goederen met toestemming
van zijn directie in de Nederlandsch Bank
opbergen, doch eerst zekerheid hebben dat
het hier geen gestolen goederen betrof. Op
zijn verzoek stelde de politie een onder
zoek in. De goederen kwamen echter niet
op de recherchelijsten voor en verhuisden
naar de kelder van de bank.
Voor de krijgsraad in Den Haag had de
dienstplichtige soldaat G. B. uit Eem-
nes zich te verantwoorden voor het feit,
dat hij op 17 januari in Haarlemmerliede
na afloop van een patrouilletocht zodanig
met zijn stengun had gemanoeuvreerd,
dat er een schot afging, waardoor de
dienstplichtige soldaat Van Baal werd ge
troffen en korte tijd later overleed.
De soldaat had vier maanden praktijk in
het omgaan met een stengun. Na de pa
trouilletocht moest het wapen ontladen
worden, maar de pal van de spangreep
stond niet in de juiste stand, zodat het wa
pen niet op „veilig" stond en er plotse
ling een schot afging, dat de soldaat Van
Baal in de hartstreek trof.
Een arts kwam als getuige verklaren,
dat de soldaat uitgesproken debiel is. Vele
posten in het leger kunnen uitstekend door
debielen worden bezet, omdat zij vasthou
den aan hetgeen hun eenmaal geleerd is.
Maar als er zich moeilijke of onverwach
te omstandigheden voordoen, gaat het
mis. Ook in dit geval, zo verklaarde de
arts, heeft beklaagdes lage intelligentie
hem parten gespeeld, omdat hij de ge
volgen van kleine afwijkingen niet kan be
oordelen.
De auditeur-militair was van oordeel, dat
hier sprake is van grove schulomdat
beklaagde is geleerd, nooit een wapen op
iemand te richten en altijd eerst te con
troleren of het op veilig staat. Bovendien
waren er geen omstandigheden, die hem
uit zijn evenwicht konden brengen. De
auditeur wilde er rekening mee houden,
dat de soldaat zal worden afgekeurd voor
de militaire dienst en vorderde een maand
gevangenisstraf voorwaardelijk.
De verdediger, majoor G. Bakker, zag
in dit geval geen grove schuld. Hij
vroeg, ook in verband met beklaagdes toe
komst, vrijspraak of een symbolische
straf.
Bij leerlingen van een uloschool te Alk
maar is tbc-besmetting geconstateerd. Bij
een onderzoek van de geheel schoolge
meenschap reageerden van de 380 leer
lingen 42 positief. Hoewel er geen infectie
bron meer op de school is zullen de leer
lingen nog geruime tijd onder observatie
blijven. Men is voornemens het onderzoek
uit te breiden tot de leerlingen van alle
scholen in Alkmaar.
De gemeenteraad van Woerden heeft
besloten de Oude Rijn te dempen, waar
voor 710.000.- werd gevoteerd. De dem
ping is noodzakelijk, omdat het een onder
deel is van een groter plan, waarbij een
gedeelte van Woerdens binnenstad wordt
gesaneerd.
Wanneer de Oude Rijn gedempt is, blijft
er tussen het Utrechtse en Zuidhollandse
gedeelte een verbinding bestaan via de
stadsgracht, die rond Woerden loopt. Dit
verandert eigenlijk niets aan de huidige
toestand, daar de door Woerden lopende
Oude Rijn reeds lang niet meer als scheep
vaartweg werd gebruikt.
De pianist Willem Hielkema en de bas-
bariton Leo Rommerts geven tijdens de
ochtendbijeenkomst van de Vijfde
Culturele Dag Noordholland in hotel
Bouwes in Zandvoort een
jazzdemonstratie.
Het Haagse gerechtshof heeft zich enige
uren lang bezig gehouden met de behan
deling van de geruchtmakende strafzaak
tegen de 31-jarige Zwijndrechtse meubel
handelaar J. M. B. K„ die op 30 januari
door de Dordtse rechtbank tot drie jaar
gevangenisstraf werd veroordeeld wegens
het plegen van een reeks opzienbarende
oplichtingen ten bedrage van vele hon
derdduizenden guldens en wegens valsheid
in geschrifte.
De procureur-generaal bij het hof, mr.
J. Zaaijer, noemde de meubelzaak van de
verdachte „een oplichtersbedrijf, dat drie
jaar lang grootscheeps werkte, met ge
bruikmaking van vals briefpapier, valse
facturen, kwitanties en telegrafische or
ders". Mr. Zaaijer bestreed, dat de
verdachte het slachtoffer is geworden van
woekeraars, omdat hijzelf deze ertoe be
woog, met leugens en vervalste documen
ten, hem geld te lenen. „De verhalen, die
verdachte vertelt, zijn oplichtersverhalen,
waaraan wij het best met een schouder
ophalen voorbij kunnen gaan," aldus de
procureur-generaal.
Geldschieters hadden aan de meubel
handelaar bedragen van om en nabij de
ton geleend tegen woekerrente van 40 pet.
per jaar, 20 pet. per maand en zelfs tegen
8 pet. per dag. Jarenlang wist de verdach
te deze leningen steeds weer terug te be
talen door telkens nieuwe leningen aan te
gaan. Hij maakte zijn geldschieters met
vervalste documenten wijs dat hij gewel
dige zaken deed met grote Nederlandse
meubelfabrieken en handelaren.
De verdediger, mr. H. van der Heuvel
uit Rotterdam, meende dat verdachte niet
voor oplichting kan worden veroordeeld,
omdat de geldschieters hadden moeten
begrijpen hoe de vork aan de steel zat.
De verdediger vroeg een lagere straf voor
zijn cliënt.
Op 10 april zal het hof arrest wijzen.
Van onze correspondent in Bonn)
Voordat gisteren dr. Franz Blücher, het
vorige week overleden lid van de Hoge
Autoriteit van de Europese Gemeenschap
voor Kolen en Staal, te Essen werd be
graven, kon men reeds stemmen horen,
die aandrongen op de spoedige aanwijzing
van een opvolger. Men noemt te Bonn
twee vooraanstaande persoonlijkheden, die
voor Blücher's plaats te Luxemburg in
aanmerking komen, de staatssecretaris van
Economische Zaken dr. Westrick en het
C.D.U.-bondsdaglid professor Burgbacher.
Openlijk is de laatste dagen in de bonds
republiek geschreven waarom Bonn zo'n
haast moet maken met het bekend maken
van de naam van degeen, die Blücher
moet opvolgen. Men wijst er op dat reeds
op 9 februari de ambtsperiode van de
Hoge Autoriteit, die zes jaar bedraagt,
was afgelopen. De zes ministers van Bui
tenlandse Zaken, die in maart te Brussel
acht van de negen Hoge Autoriteitleden
hadden moeten benoemen, stelden deze
verkiezing uit voor onbepaalde tijd. De
moeilijke positie op de Europese kolen-
markt werd genoemd als de reden, waar
om nieuwe benoemingen niet opportuun
zouden zijn. In werkelijkheid zou de ziek
te van Blücher echter de aanleiding zijn
geweest om de benoeming van de Hoge
Autoriteiten uit te stellen. Op het ogen
blik maken de volgende acht persoonlijk
heden deel uit van de Hoge Autoriteit:
president Finet (België), vice-presidenten
Spierenburg (Nederland) en Coppé (Bel
gië). Leden, Daum (Frankrijk), Reynaud
(Frankrijk), Potthoff (West-Duitsland),
Giacchero (Italië) en Wehrer (Luxemburg).
De dood van Blücher maakt de verkie
zing van de Hoge Autoriteitsleden door de
zes ministers dus uiterst actueel. Juist nu
de EGKS voor een belangrijke beslissing
staat, te weten het al of niet afkondigen
van de „crise manifeste", de crisistoestand
in de Europese kolensituatie, die de Hoge
Autoriteit, ondanks bezwaren van de raad
gevende commissie en van de minister
raad, noodzakelijk acht. Een dergelijke
„crise manifeste" zal gepaard gaan met
vaststelling van kolenimport- en kolen-
produktiequota. Zij zal dirigistisch wer
ken, zo zegt men in de bondsrepubliek,
waar men in het geheel niet overtuigd is
van de noodzaak om zover te gaan ten
einde een oplossing te vinden voor de
huidige nood bij de kolenafzet, vooral in
West-Duitsland en België. Men meent in
het Ruhrgebied dat de Hoge Autoriteit
In de haven van Amsterdam is het
Russische vrachtschip „Spartak" (2100
b.r.t.) op verzoek van Trelleborgs Angfar-
tygs Aktibelag te Trelleborg in Zweden
aan de ketting gelegd. De „Spartak" was
30 maart binnengelopen met een lading
zonnebloemzaadschilvers, afkomstig uit
Letland.
Ongeveer 1500 jongens en meisjes
mochten vrïj 'rondneuzen op de vlieg
basis Soesterberg, waar de Koninklijke
Nederlandse Vereniging voor Lucht
vaart haar jaarlijkse nationale jeugd-
luchtvaartdag hield. Deze jongen was
wel bijzonder nieuwsgierig: hij kroop
in de neus van een Amerikaanse
straaljager!
er door Blücher's afwezigheid door ziekte
van de laatste maanden des te gemakke
lijker toe kon komen maatregelen voor te
stellen, die in West-Duitsland worden af
gekeurd. De voornaamste principiële grief
tegen het voorstel van de Hoge Autoriteit
om de „crise manifeste" af te kondigen is,
dat de bepalingen van de EGKS slechts
voorzien in oplossingen voor conjunctu
rele crises, terwijl het thans zeker ook
gaat om structurele moeilijkheden. Men
pleit hier in bepaalde kringen dan ook
voor een herziening van het EGKS-ver-
drag en het EGKS-statuut, dat slechts
geldt voor Kolen en Staal in de Europese
Economische Gemeenschap.
Desondanks acht men een spoedige aan
wijzing van de Westduitse kandidaten
voor het lidmaatschap van de Hoge Autori
teit van het grootste belang. Men schroomt
daarbij niet artikel 9 van het EGKS-ver-
drag, dat zegt dat de leden van de Hoge
Autoriteit hun besluiten in volledige on
afhankelijkheid dienen te nemen, te ne
geren. De opvolger van Blücher, zo kan
men hier alom vernemen, moet iemand
zijn, die, tezamen met Potthoff, de West
duitse argumenten de vereiste kracht kan
geven, juist omdat in mei maatregelen
zullen worden genomen betreffende de
huidige moeilijkheden bij de kolenafzet.
Het vooraanstaande blad „Frankfurter
Allgemeine Zeitung" meent, dat de West
duitse regering een man naar Luxemburg
moet zenden, die een duidelijke markt
economische conceptie en een overeen
komstig wantrouwen inzake dirigistische
experimenten moet bezitten, daarenboven
vakman moet zijn en tenslotte het nood
zakelijke formaat dient te bezitten, dat
voor een zo moeilijk ambt in een Euro
pese autoriteit noodzakelijk is. Letterlijk
vervolgt het blad dan: „De „tegenspelers"
in de Hoge Autoriteit, bijvoorbeeld de Ne
derlander Spierenburg, zijn moeilijke
partners".
Gistermiddag omstreeks twee uur zijn
twee Thunderstreak-straaljagers boven
de Veluwe met elkaar in botsing geko
men. Een van deze toestellen viel op een
afstand van ongeveer 7 km. van Harder
wijk in het IJselmeer. De piloot wist zich
met behulp van de schietstoel te redden.
Hij viel eveneens in het IJselmeer, maar
werd door een helikopter van de vliegba
sis Soesterberg uit het water opgepikt. De
andere straaljager kwam behouden op de
vliegbasis bij Eindhoven terug.
De vlotte redding van de piloot van het
neergestorte toestel is te danken aan de
omstandigheid, dat er op Soesterberg een
jeugdluchtvaartdag werd gehouden en dat
er nog een derde Thunderstreak meevloog
met de twee toestellen. Door de botsing
was het hoogteroer van een der vliegtui
gen zo beschadigd, dat er met de machine
niet meer was te manoeuvreren. De pi
loot, eerste luitenant-vlieger F. J. de Jong
uit Eindhoven, zag echter kans zijn Thun
derstreak tot boven het IJselmeer in de
lucht te houden, waarna hij het toestel ver
liet. Het onbeschadigde toestel van zijn
formatie was met hem meegevlogen en
bleef cirkelen boven de plaats waar lui
tenant De Jong in zee was gevallen. De
ter gelegenheid van de jeugdluchtvaart
dag op Soesterberg gestationeerde heli
kopter van de Marine, die zich niet ver
van het IJselmeer bevond, kon dankzij de
rondcirkelende Thunderstreak de in zee
drijvende piloot snel vinden.
Luitenant De Jong was gistermiddag met
nog twee andere toestellen van de vlieg
basis Eindhoven opgestegen voor een nor
male oefenvlucht- Op de terugweg van de
Vliehorst, waar schietoefeningen waren
gehouden, had tussen Deelen en Volkel op
een hoogte van 5.000 meter de botsing
plaats, waarbij het toestel van luitenant
De Jong, met het hoogteroer de cockpit
van de machine van de leider der forma
tie, reserve-eerste luitenant-vlieger P. van
Leeuwen, raakte. De cockpit werd be
schadigd, doch de bestuurder van dit toe
stel kon naar Eindhoven doorvliegen en
daar veilig landen. Luitenant De Jong, die
door de beschadiging aan zijn hoogteroer
geen normale landing kon uitvoeren,
meldde dit per radio aan de gronddienst
en verzocht koers op te geven naar een
plaats, waar hij zijn toestel het veiligst
kon verlaten. Daar hij boven het wolken
dek zat, was het hem zelf niet mogelijk
een dergelijke geschikte plaats te vinden.
Hij werd daarop in de richting van het
IJselmeer gedirigeerd. Toen het toestel
boven het water bevond, gelastte de
gronddienst de vlieger zijn toestel door de
wolken omlaag te sturen en dan te sprin
gen, hetgeen gebeurde. Inmiddels had de
gronddienst de reddingsdienst gewaar
schuwd voor hetgeen ging geschieden.
Luitenant De Jong werd binnen een half
uur door de helikopter opgepikt.
De Nederlandse Aardolie Maatschappij
fs begonnen met het seismografisch on
derzoek van de zeebodem voor onze kust
tussen Hoek van Holland en IJmuiden.
Door het gunstige weer heeft men de af
gelopen twee weken regelmatig kunnen
werken en zijn belangrijke gegevens ver
zameld over de structuur van de zeebo
dem. Er zou zelfs een plaats zijn geloca-
liseerd waar het niet uitgesloten is dat
zich in de zeebodem olie zou bevinden.
Het onderzoek wordt uitgevoerd aan
boord van een gecharterde kustvaarder,
die door enkele kleinere schepen wordt
geassisteerd.
Evenals dit te land het geval is wordt bij
het onderzoek van de zeebodem gebruik
gemaakt van door ontploffingen veroor
zaakte trillingen, die, op speciale instru
menten geregistreerd, een beeld geven
van het verloop en de dikte van verschil
lende aardlagen. Als deze in kaart zijn
gebracht kan een conclusie worden getrok
ken waar men een kans heeft, bij een bo
ring olie aan te treffen.
In zee werkt men dus ook met ontploffin
gen. Een springlading wordt enkele me
ters onder de oppervlakte van de zee tot
explosie gebracht. De trillingsgolven
kaatsen niet alleen van de zeebodem te
rug, maar zetten zich ook in de zeebodem
voort. De terugkerende echo's worden op
gevangen en geregistreerd. Dit geschiedt
aan boord van het gecharterde kustvaar
tuig. Dit schip sleept een lange kabel ach
ter zich aan die op vastgestelde afstanden
zichtbaar is gemerkt. Bij het passeren van
zulk een merk als de kustvaarder bezig is
te slepen, wordt ter zijde hiervan door een
hulpvaartuig een explosie veroorzaakt. De
kabel vangt de echo's van de trillingen op
en zendt deze naar de instrumenten die
op de kustvaarder zijn opgesteld.
Aanvankelijk werd op zeer korte afstand
van de kust gevaren maar de laatste da
gen wordt een zeegebied dat verder van
de kust is gelegen op deze wijze afgetast.
Teddy Scholten schrok toen zij onlangs
in een reclameblad een advertentie zag
met de foto, die van haar genomen werd
toen zij op Schiphol, terugkerend van het
Songfestival, uit het vliegtuig stapte. Een
sigarettenfabriek bleek van haar popula
riteit gebruik te hebben gemaakt voor
eigen reclamedoeleinden. Haar was geen
toestemming voor het publiceren gevraagd
en daarom stapte zij naar een advocaat, die
de sigarettenfirma in kort geding liet dag
vaarden voor de president van de Rotter
damse rechtbank, mr. J. G. L. Reuder. Zij
eiste een verbod tot publicatie, met een
dwangsom van tweeduizend gulden voor
iedere overtreding.
Woensdag diende deze zaak. Voor Teddy
Scholten trad mr. P J. Willems op. Deze
wees op het reclamekarakter van deze
publicatie, waar geen financiële vergoe
ding tegenover stond. Pleiter zag in deze
advertentie de foto van Teddy gebruikt
als blikvanger. Bij artiesten, zeide hij, is
het gebruikelijk, dat men vergunning
vraagt en er ook voor betaalt als de ver
gunning verleend is. Hij zag er voorts een
onbillijkheid in ten opzichte van hen, die
model staan voor reclamefoto's. Teddy
Scholten, zo betoogde pleiter, is bovendien
contractueel gebonden aan een overeen
komst met een andere firma en haar zake
lijke belangen kunnen schade ondervin
den. wanneer die andere firma tot de ont
dekking komt, dat ook een derde haar
reclamemiddel gebruikt.
Voor de sigarettenfabriek trad op mej.
mr. M. S. Boekman. Zij lichtte de houding
van gedaagde toe door erop te wijzen, dat
het hier een nieuw merk sigaretten be
trof. Omdat bij het publiek ingang te doen
vinden werd iedere week bij de reclame
een foto van de een of andere belangrijke
gebeurtenis, welke die week had plaats
gevonden, gebracht. De foto had in vele
dagbladen gestaan en de leiding van een
van die bladen had goedgevonden, dat het
plaatje ook in de reclamecourant werd
opgenomen. De fotograaf, die het plaatje
maakte, had eerlijk zijn auteursrechten
ontvangen. Er is, zei mr. Boekman ten
slotte, geen sprake van, dat Teddy Scholten
schade had geleden. Zij is in geen enkel
opzicht belachelijk gemaakt, noch is zij er
door in opspraak gekomen. Zij had het
zelfs leuk kunnen vinden, dat haar succes
zo groot geworden was.
Uitspraak over veertien dagen.