Bij de vijftigste verjaardag van
Plan voor een „tweede city" is
geruisloos „de Pijp" uitgegaan
Juliana
K oiimgSiii
Binding van de eenheid
in de verdeeldheden
ZATERDAG 25 APRIL 1959
11
Puzzel
AMSTERDAMS ALLERLEI
Hart des volks
Koninklijke woorden
Sater van bloemen
Strijd om Nederlands kind
in Belgisch pleeggezin
Onder A woorden
invullen van zes let
ters. De woorden on
der B bestaan uit de
zelfde letters als de
woorden onder A min
een letter. De over
gebleven letter van
elk woord moet men
onder C invullen. De
volgorde der letters
mag veranderd wor
den. Bij juiste oplos
sing leest men onder
C een zegswijze.
1. A: aangezicht, B: veelheid.
2. A: insekt, B: smalle vaargeul.
3. A. ondergrondse bergruimte in een
huis, B: bengel.
4. A: gebouw, waar onderwijs gegeven
wordt, B: platvis.
5. A: zeer buigzaam, B: weversklos.
6. A: stad in Engeland, B: dwalen.
7. A: klaar, zuiver, B: iemand, die ge
stolen goed verduistert.
8. A: wederk. voornaamw., B: gereed.
9. A: bovenste gedeelte ener breukuit
drukking, B: kweker.
10. A: specerij, B: misprijzen.
11. A: dwarsziend, B: Bel.
12. A: geplaveideweg in dorp of stad, B:
lijst.
13. A: Nederl. schilder van landschappen
en dieren, B: bende.
14. A: duister, B: matig, karig.
15. A: blaashoorn, B: marterachtig roof
dier.
16. A: roofdier in Azië en Afrika, B: gees
telijke.
Inzendingen vóór donderdagochtend.
Prijzen 7,50, 5,en 2,50.
OPLOSSING PUZZEL NO. 22
Horizontaal 1. abt, 4. rapport, 11. rob,
13. lorre, 15. pretor, 18. rieken, 20. eed,
21. lor, 23. kip, 24. leek, 25. bijl, 27. lek,
28. oer, 29. te, 30. amen, 33. nl, 34. er, 35. os,
36. ar, 37. aria, 39. a.p., 40. are, 41. Ede, 42.
fut, 44. eren, 45. ora, 47. tas, 49. ent, 50.
pagaai, 53. parade, 55. imker, 57. pia, 58.
popelen, 59. alt.
Verticaal: 2. breder, 3. tot, 5. al, 6. por,
7. prik, 8. ore, 9. rekken, 10. spelonk, 12.
bol, 14. A.N.P., 16. reëel, 17. robe, 19. eik,
22. rij, 26. la, 27. les, 29. tri, 31. mop, 32.
krenten, 34. ere, 36. arend, 37. adagio, 38.
af, 39. atap, 40. areaal, 41. era, 43. ut, 45.
opa, 46. cake, 48. sap, 51. amp., 52. iel, 54.
Ria, 56. re.
Prijswinnaars: 7,50: Mej. B. Visser,
Velserduinweg 16, IJmuiden-O.; f 5,
mevr. v. d. Veldt, Assendelverstraat 9,
Haarlem; 2,50: D. Mulder, Liedeweg 12,
post Haarlem.
Tussen gerechtelijke instanties te Bre
da en te Turnhout (België) is een strijd
gaande om een Nederlands kind, José
Venmans, dat in een Belgisch pleeggezin
de familie De B. te Rijckevorsel, is opge
nomen, ondanks ernstige bezwaren van
de Raad voor de Kinderbescherming te
Breda. Een Nederlandse gerechtelijke be
slissing, waai'bij het kind onder Neder
lands toezicht wordt geplaatst, is door het
gerechtshof te Turnhout behandeld en in
beraad gehouden.
Het kind werd te Antwerpen uit een ver
houding van een Nederlandse serveerster
met een Nederlandse beroepsmilitair ge
boren en bij de burgerlijke stand inge
schreven als José Venmans. Nadat de moe
der echter te kennen had gegeven niet
goed te weten wat ze met het kind moest
beginnen, werd het meisje met toestem
ming van de moeder in het gezin De B.
als pleegkind opgenomen. Het kind kon
niet geadopteerd worden, omdat daar
voor aan Belgische, zowel als aan Neder
landse formaliteiten voldaan zou moeten
worden en de Nederlandse voorwaarden
niet geheel in acht genomen konden wor
den.
De Bredase Raad voor de Kinderbe
scherming stuitte, toen een onderzoek in
het pleeggezin ingesteld zou worden, op
gebrek aan medewerking van de plaatse
lijke autoriteiten te Rijckevorsel, zodat
voor dit onderzoek de hulp van de Belgi
sche consulaatskanselier ingeroepen moest
worden. Het kwam zover, dat gerechtelij
ke autoriteiten in Brussel er op aandron
gen het kind in een ander Belgisch pleeg
gezin onder te brengen, aangezien ter wil
le van het kind verandering gewenst was.
Het bleek echter niet de Belgische bedoe
ling te zijn de kleine José naar Nederland
te laten gaan.
Hiertegen kwam de Raad voor Kinder
bescherming, die José in een Nederlands
gezin wilde plaatsen, in verzet. Nadat de
zaak bij de .rechtbank te Breda aanhangig
was gemaakt, werd op 3 april de voogdij
van de moeder, wie het lot van het kind
geheel onverschillig was, geschorst en
werd het kind aan de raad toevertrouwd.
De twee pogingen die de raad daarna heeft
gedaan om het kind naar Nederland te
brengen zijn mislukt, de eerste keer om
dat het kind verborgen werd gehouden en
de tweede keer omdat de afgevaardigde
van de raad het kind van de pleegouders
slechts mee kon krijgen tegen betaling van
200.000 Belgische frank...
De zaak is daarom nu bij het gerechtshof
te Turnhout aanhangig gemaakt.
voorzijde van de wagens. Amsterdam kan
gerust zijn. Er is overigens geen Amster
dammer, die de kleuren en de kleurcom
binaties alle kent. Hij kent slechts de
kleur van „zijn" tram, de lijn, die hem
thuisbrengt. Maar die kleur wil hij dan ook
zien, zelfs op honderd meter afstand.
De „Titus" wordt gesloopt. Het in 1930
door de Neptune-werf te Rostock gebouw
de s.s. „Titus" van de K.N.S.M. is voor de
sloop verkocht aan de Scrapping Company
te Brussel.
(Van onze Amsterdamse redacteur)
Tussen de stapels saneringsplannen, die
Amsterdam in de loop der jaren heeft op
gebouwd, zal men er vergeefs één voor de
binnenstad binnen de grachtengordels vin
den. Zeker, er staat sinds 1935 een ver
breding van de Utrechtsestraat op het pro
gramma, maar een groots saneringsplan
is er niet. En dat is misschien maar goed
ook, want het zou een oorlog ontketenen
tussen voor- en tegenstanders. Omdat het
Amsterdamse gemeentebestuur zich altijd
enige keren bedenkt voor het tot daden
overgaat, heeft het een uitweg gezocht in
een plannetje, dat de hoofdstad aan een
zogenaamde „tweede city" moet helpen.
De binnenstad met haar monumenten zou
dan worden gespaard. Jarenlang heeft
men gemeend, dat deze tweede zakenwijk
in „De Pijp", het oude deel van Amster
dam-Zuid zou moeten komen. Niemand
had bezwaren, want „De Pijp" is een buurt
waarop een stad allerminst trots kan zijn.
Het plan is evenwel een papieren plan ge
bleven. Maar inmiddels is de hoofdstad
begonnen met allerlei gebouwen te plaat
sen in en rond de Wibautstraat: de Raad
van Arbeid, het Belastingkantoor en eni
ge grote particuliere kantoorgebouwen.
Amsterdam is dus, zonder het met opzet
te doen, bezig een tweede city te bouwen.
De wijk zal straks worden uitgebreid met
de nieuwe bebouwing (winkels en kanto
ren) in de nieuwe Weesperstraat. En in
de toekomst sluit het saneringsplan
Nieuwmarkt hierop aan. Niemand praat
nu meer over de noodzaak om „De Pijp"
te saneren.
Flats zonder huurders
Een stadsuitbreiding is niet alleen een
kwestie van huizen bouwen. De tuinstad
Buitenveldert bijvoorbeeld, die ten zuiden
van Amsterdam in aanbouw is, zal, om
stedebouwkundig verantwoord te zijn, een
aantal hoge flatgebouwen moeten tellen.
Voorlopig staan er vijf op het program
ma totaal 315 woningen en men kan
eigenlijk onmiddellijk met deze in premie-
bouw uit te voeren projecten beginnen.
Maar nu blijkt, dat de woningbouwvereni
gingen, die de flats zouden bouwen, huiverig
zijn geworden. Men vreest namelijk dat er
geen huurders zullen komen: de ervaring
heeft geleerd, dat de woningnood voorbij
is voor degenen, die meer dan 200 huur
per maand kunnen betalen. En deze flats
zullen duurder worden dan 200 in de
maand. Die gebouwen moeten er toch ko
men, menen de stedebouwkundigen. „Wij
willen onze vingers er niet aan branden,
zeggen de bouwverenigingen. De gemeen
te, die voor een soortgelijk flatgebouw in
Nieuw-West al meer geld heeft uitgegeven
aan advertenties om gegadigden te vinden
dan dat aan huur is ontvangen van de
weinige bewoonde huizen, is ook niet en
thousiast. Er wordt nu gedokterd aan een
plan om door het toepassen van vereen
voudigingen in het ontwerp op een lagere
huurprijs te komen. Het schijnt, dat 150
per maand het maximum is om in Am
sterdam nog huizen te kunnen verhuren.
Kleur bekennen
Er zijn weinig steden in de wereld, waai
de stadtrams naast lijnnummers ook kleu
ren voeren. Zolang er in Amsterdam trams
rijden, hebben deze trams schildjes ge
voerd met voor iedere lijn een eigen
kleur. Zo heeft lijn 9 een groen teken en
lijn 24 een groen-wit. De na de oorlog in
gebruik genomen wagens hadden deze
kleuraanduiding aanvankelijk niet. Het
Amsterdamse publiek nam dat niet. Er
kwamen protesten bij de tramdirectie en
men heeft toen in allerijl schildjes laten
aanbrengen op de voorruiten. Het was een
noodoplossing, die nu wordt vervangen
door sierlijke lichtbakjes aan de boven-
Zwembad in het bos
Nauwelijks zijn de schroeven van de be
stedingsbeperking wat losgedraaid of in
Amsterdam is het gemeentebestuur met
grote voortvarendheid aan de slag gegaan
om ee. aantal belangrijke zaken ter hand
te nemen. Er worden op verschillende
plaatsen nieuwe bruggen gebouwd en op
vele punten in de binnenstad zijn de inge
wanden blootgelegd om noodzakelijke ver
nieuwingen aan het ondergrondse leidin-
gennet aan te brengen. Nu is er ook een
raadsvoorstel gekomen om vijf miljoen
gulden uit te trekken voor een snelle bouw
van een groot zwembad in het Amster
damse Bos. Als over een paar weken de
openluchtbaden weer opengaan, zal op
nieuw blijken, dat Amsterdam te weinig
zwembaden bezit. Het gemeentebestuur is
van plan hieraan op korte termijn een ein
de te maken. Oost krijgt z'n Flevoparkbad
en in de Spaarndammerbuurt wordt het
bestaande bad uitgebreid. De volgende
stap zal zijn de bouw van vier overdekte
zwembaden in de westelijke tuinsteden.
Een gedurfde onderneming, want de ex
ploitatie van een overdekt bad is geen lu
cratieve bezigheid. Amsterdam telt thans
vier overdekte baden en één instructiebad.
Maar deze zijn niet voldoende om alle
zwemliefhebbers tevreden te stellen.
Startbaan
In april 1960 zal de nieuwe startbaan
voor straalverkeersvliegtuigen op Schip
hol waarvoor het dorpje Rijk moet ver
dwijnen gereed moeten zijn. Daarom
wordt er thans met man en macht ge
werkt aan dit onder leiding van de hoofd
stedelijke dienst der Publieke Werken
staande project. De nieuwe baan wordt
3300 meter lang en 75 meter breed. De
dikte van het beton zal één meter bedra
gen. De betonmolens verwerken 400 ku
bieke meter beton per dag. Voor de drai
nering moeten honderdduizenden drai-
neerbuizen worden gelegd. Voor de lozing
van het regenwater wordt een 12 meter
brede sloot gegraven.
SLECHTS ZELDEN IS HET EEN VOLK GEGEVEN EEN PERSONIFICATIE
VAN HET VOLKSGEWETEN TE BEZITTEN. WIJ NEDERLANDERS VOR
MEN EEN VAN DIE BEGENADIGDE VOLKEN. DE PERSONIFICATIE
VAN ONS COLLECTIEF GEWETEN IS DE DRAAGSTER VAN DE KROON.
ER BESTAAT ALLE AANLEIDING, ONS OP DEZE - ONOFFICIËLE
MAAR ZEER BELANGRIJKE - FUNCTIE VAN HET KONINGSCHAP TE
BEZINNEN, NU KONINGIN JULIANA BINNEN ENKELE DAGEN DE
LEEFTIJD BEREIKT DIE EEN BELANGRIJKE MIJLPAAL IS IN IEDER
LEVEN, IN DIT GEVAL DUS OOK IN IIET LEVEN VAN HET NEDER
LANDSE VOLK, WAARIN ZIJ DEZE FUNCTIE VERVULT.
Nog kort geleden konden wij, door weer
geving van de woorden die de moeder van
onze Koningin wijdde aan herinneringen
uit de tijd van Juliana's kindsheid, een
beeld geven van de jeugdjaren van deze
koninklijke telg, die als enig kind opgroeide
in de sfeer van het eeuwbegin. Ontvouw
de zich bij haar reeds vroeg de ernst en de
toewijding die voor de vervulling van haar
roeping ontbeerlijk zouden zijn, de eerste
jaren na haar studie boden Prinses Juliana
de volle gelegenheid haar menselijke gaven
te ontplooien. Mede dank zij haar initiatief
•kwam bijvoorbeeld het Nationaal Crisis
Comité tot stand, waarvan zij het erevoor
zitterschap op zich nam. Het honoraire
karakter van deze functie was evenwel in
hoge mate in strijd met de hoeveelheid
werk, welke zij voor dit comité verzette.
Het heeft waarlijk niet aan gebrek aan
haar werkkracht gelegen, dat de inter
nationaal om zich heen grijpende wanorde
uitgroeide boven de macht van een natio
nale steunorganisatie.
Het jaar 1934 bracht het Koningshuis
zware slagen toe: de dood van koningin
moeder Emma en van Prins Hendrik. Voor
Prinses Juliana had dit tot direct gevolg,
dat zij voor vele openbare taken werd
gesteld, die voorheen door haar grootmoe
der en haar vader werden verricht, terwijl
zij tevens plichten overnam van haar moe
der, die zwaar onder de verliezen gebukt
ging en in die jaren zichtbaar verouderde.
In deze jaren maakte Prinses Juliana uit
persoonlijke ervaring kennis met de „een
zaamheid" rond de troon. Twee vrouwen
als plechtanker voor een dynastie.
In de sfeer van deze beschouwing kan
veel uit die jaren onvermeld blijven, doch
niet de taak, welke Prinses Juliana nog in
1934 van haar toen overleden vader over
nam: het voorzitterschap (let wel, niet het
ere-voorzitterschap) van het Nederland-
sche Roode Kruis. Pas kort voor haar
troonsaanvaarding legde zij deze functie
weer neer. Met onvermoeide ijver heeft zij
in deze functie een werkelijke werk-taak
geschapen, en slechts zelden ontbrak zij bij
de wekelijkse bestuursvergaderingen.
In Canada zette zij in ballingschap deze
arbeid met grote energie voort, zo plichts
getrouw zelfs dat zij eenmaal „vrij" vroeg
toen haar moeder haar voor het eerst in
haar ballingschapsoord kwam opzoeken!
Onvermeld mogen bovendien niet blijven
haar werk in de jeugdbeweging, in het bij
zonder de padvinderij, en de voortzetting
van de arbeid van haar overleden groot
moeder voor de tuberculosebestrijding. En
kele jaren geleden nog werd aan deze
zegenrijke arbeid herinnerd bij het over
lijden van Jan van Zutphen, wiens werk
steeds haar diepste bewondering en hoog
ste achting heeft genoten.
Een half jaar nadat Prinses Juliana in
het Oostenrijkse wintersportplaatsje Igls
Prins Bernhard von Lippe Biesterfeld voor
het eerst ontmoette, beleefde Nederland de
glorieuze, onvergetelijke achtste september
1936, toen de verloving bekend werd ge
maakt. Enkele dagen later stormde Prins
Bernhard letterlijk en figuurlijk het Ne
derlandse gezin binnen.
Naast, veel zegen is ook droefenis het
gezin van Prinses Juliana en Prins Bern
hard niet bespaard gebleven. Leven en
noodlot letten nu eenmaal niet op rang,
stand, maatschappelijke plaats en entou
rage. Ons volk heeft door de jaren heen
intens meegeleefd met de gebeurtenissen in
dit gezin, de vreugde gedeeld (zelfs en mis
schien nog het sterkst in de bezettings
jaren) bij de geboorte van de vier prin
sesjes, evenzeer als de smart over de sluier,
welke over het leven van ons jongste prin
sesje werd gelegd. Meegeleefd evenzeer
met andere zeer persoonlijke moeilijkheden
waarmee het koninklijk gezin in later jaren
werd geconfronteerd. Dat ook deze toch
niet aan ons volk voorbij konden gaan,
toont aan, hoezeer dit Oranje-gezin in het
hart van het volk leeft, een integraal deel
van de gemeenschap uitmaakt, ja zelfs het
hart van onze samenleving is. Wat in het
hart geschiedt kan nu eenmaal voor het
geheel niet verborgen blijven.
Prinses Juliana was voordien geleidelijk
gegroeid naar de taak en het werk van
Koningin Juliana: de eerste maatschappe
lijke plichten na de meerderjarigheid, de
sociaal en menselijk waardevolle studie
jaren, de nieuwe intensieve contacten met
ons volksleven na de verliezen in 1934, het
deelachtig doen worden van haar volk in
de vreugden van een nieuw bloeiend ge
zinsleven, waaruit zijzelve een nieuw ver
trouwen van ons volk kon putten, de ver
dieping van denken en handelen in de
Canadese ballingschapsjaren die een in
ons land bijna niet te verwezenlijken vrij
„normaal" gezinsleven mogelijk maakten
de uitvoering van belangrijke plichten in
die jaren op het gebied van de verhouding
tussen Nederland en den vreemde, en Ne
derland en de West, de volle maatschappe
lijke taak welke zij na de terugkeer in ons
land aanvaardde, en tenslotte de twee
regentschappen die haar met koninklijk
gezag bekleedden nog voordat zij in 1948 de
koninklijke waardigheid aanvaardde.
Vèrdeeldheid is een van de kenmerken
de eigenschappen van ons volk: topogra
fisch door rivieren en kanalen, geestelijk
door godsdienst, politiek door een veelheid
van partijen en op verschil van inzicht ge
baseerde partij-vleugels. Toch heeft deze
verdeeldheid ook een positieve waarde.
Haar deugd is, dat zij laat zien waar
eenheid heerst. Slechts wanneer verdeeld
heid zó zonneklaarwordt geaccepteerd en
getolereerd als bij ons, kan uiterlijke een
heid serieus worden genomen. Het tegen
deel hebben wij maar al te zeer leren inzien
in het vroegere Duitsland en het huidige
Oosten.
Wij behoeven daarom ook niet he
lemaal zonder trots en alleen maar
met dankbaarheid jegens Koningin
Juliana te constateren, dat zij in deze
zeer moeilijke tijd, zwaar van de
grootste problematiek, op voorbeel
dige wijze is opgetreden als ons col
lectief geweten. Het is een weder
kerigheid van verdienste, die beide
partijen siert en deugd doet, en tevens
een hernieuwd bewijs van de orga
nieke verbondenheid tussen het Ne
derlandse volk en Oranje.
Dank zij de klaarblijkelijke eenheid
in ons volk waar het gaat om liefde
voor en vertrouwen in Oranje mocht
Koninging Juliana deze taak als ge
weten vervullen, dank zij het feit dat
eenheid in gewetenskwesties in onze
verdeelde samenleving zo nauwkeurig
te bepalen valt, wist zij hoe zij als zo
danig spreken kon.
Vanzelfsprekend is de geschiedenis van
volk en wereld in de periode waarin Ko
ningin Juliana onze vorstin was, niet geheel
los te maken van de persoonlijke aspecten
van haar plaats in onze gemeenschap en
de wijze waarop zij die plaats bekleedt.
Tijdens haar bezoek aan Denemarken in
juni 1953 sprak Koningin Juliana de stu
denten van de universiteit te Kopenhagen
toe. Zij constateerde dat het een kenmerk
van de jeugd is, veel geluk van het leven
te verwachten en tevens te hopen, veel
goeds in de wereld te kunnen doen, ja, die
wereld ten goede te veranderen„maar
zó is het leven niet", vervolgde zij. „Het
is, wanneer men gelukkig is, vaak zo dat
men zelfzuchtig en het allerminst tot offers
bereid is wanneer men ongelukkig is,
begrijpt men de moeilijkheden en het leed
van anderen en is men geneigd z'n laatste
woord met anderen te delen".
Dit zijn woorden, waarachter grote te
leurstellingen schuil gaan als zij gesproken
worden door iemand, die talloze malen
getoond heeft de moeilijkheden van ande
ren te begrijpen.
In een tijd, waarin groei naar een grotere
eenheid in kleinere kring als bijvoorbeeld
Europa en de Benelux een vertrouwde toe
komstverwachting begon te worden, pleitte
zij met warmte voor een der oudste Neder
landse idealen: internationale samenwer
king op basis van begrip voor onderlinge
Levinus Tollenaar uit Haarlem heeft
voor het Openluchttheater in Bloe-
mendaal een bloemenmozaiek ont
worpen, dat maar liefst tweehonderd
vierkante meter beslaat. Het mozaïek
stelt een bosgod (sater) voor, die een
baard van zonnestralen heeft en
grijnzend door een toneeldoek heen
kijkt, daarbij op een dubbel panfluitje
blazend. Zondag zullen de Haarlemse
bloemenmeisjes van drie tot vijf uur
bloemen uitreiken in het Openlucht
theater, tijdens het grammofoonplaten-
concert van muziek van Cl. Debussy,
dat dan ten gehore zal worden
gebracht.
afhankelijkheid en individuele verantwoor
delijkheid:
„ITet is een kei-hard feit, dat
een grotere eenheid van Europa en
ook van de wereld niet bereikt kan
worden zonder offers. Men zou kun
nen zeggenals we Europa opbou
wen, dan moeten de bouwstenen ver
bonden worden met het cement van
het offer. Dit zal moeten worden be
reid met het puin van de betrekkelijk
kleine huisjes, die noodzakelijk moe
ten worden afgebroken om plaats te
maken voor het grotere gebouw. In
dien er ook maar enige taak vlak
voor de hand ligt, en die door uw
generatie wil worden aangepakt, dan
is het wel die van het bouwen van een
nieuw, verenigd, vrij Europa. Het is
overduidelijk, dat die opbouw een
dringende zaak is. Binnen een kwart
eeuw zullen wij in Europa of allemaal
in hetzelfde huis wonen of allemaal
in dezelfde ruïne ondergaan".
Koningin Juliana formuleerde hiermee
een gedachte, die in ons gehele volk leeft
sinds eeuwen en die in het recente ver
leden gebleken is uit ons streven. Zo zou
den talloze voorbeelden te geven zijn van
de stem van Koningin Juliana als collectief
geweten van ons volk. Naar menselijke
maatstaf gemeten is vijftig jaar een mid
delbare leeftijd, doch de menselijke zucht
naar vieren en herdenken, naar hoogte
punten in een te dikwijls vlak dagelijks
bestaan vraagt om een ogenblik stilstaan
bij deze mijlpaal. Menselijke wijsheid en
menselijke verdienste moeten echter niet
worden gemeten naar de lengte maar naar
de diepte, de intensiteit van het mede
leven, de mate waarin de mens naar ver
mogen het leven van anderen verrijkt.
Daarom hebben wij bij deze „mijlpaal"
niet in de „lengte" gemeten in een chro
nologische biografie, maar in kort bestek
getracht de diepte te peilen van dit leven
voor zover het mogelijk is in de gegeven
situatie: de oprechtheid van het geweten,
dat op zo overtuigende en ontroerende
wijze steeds sprak, waar om een woord,
een gebaar, begrip werd gevraagd.
Net wil ons voorkomen, dat erkenning
van de verdiensten op dit terrein het groot,
ste nationale geschenk is dat wij Koningin
Juliana kunnen aanbieden, omdat het haar
machtigt, voort te gaan op de weg die
haar verder door deze mijlpaal voert.