HENSEN
Pittige Engelse „musical
geestdriftig ontvangen
Henk Bakker jubileert
VERWEY's PORTRET VAN J. B. SCHUIL ONTHULD
Gouden toneelmedailles opnieuw voor
Ida Wasserman en Paul Steenbergen
Going Dutch" in Amsterdam
9
Eerste uitvoering van
concert van Van Delclen
COLBERTS
natuurlijk
PAARLAARSTEEG X
Uitreiking in Hoarlemse Stadsschouzvburg
Lachen bij Bach met
Logeerkamerorkest
VEERTIG JAAR TONEELSCHRIJVER
Revue voor Buus
Dr. E. van Raalte's hoek
verschijnt deze week bij
Hansard Society
DINSDAG 2 JUNI 1959
Tijdens een korte bijeenkomst in de
gang bij de bovenfoyer van de Haarlemse
Schouwburg heeft burgemeester mr.
O. P. F. M. Cremers de heer J. B. Schuil
in de gelegenheid gesteld zijn eigen, door
Kees Verwey geschilderde portret te ont
hullen. Dit is hem door het gemeentebe
stuur aangeboden als bewijs van dank
baarheid voor het veertig jaar geleden ge
nomen initiatief tot het instellen van spe
ciale jeugdvoorstellingen, die alom na
volging heeft gevonden.
-*■
De heer Schuil verklaarde nooit een
mooier geschenk als dit kunstwerk te heb
ben ontvangen en nooit met zoveel vreug
de van iets kostbaars afstand te hebben
gedaan: „De waarde ervan wordt voor
mij verhoogd door plaatsing in dit thea
ter". De schilder dankte het gemeente
bestuur voor de hem verleende opdracht
en bracht een driewerf „hoera" op zijn
model uit. Er waren vele genodigden aan
wezig, maar ongetwijfeld zal de heer
Schuil het gezelschap van de veteranen
Rika Hopper en Jan Musch het meeste ge
noegen hebben gedaan. Door de plaatsing
van dit prachtige schilderij is tevens tot
uitdrukking gebracht, dat het werk van
de criticus onverbrekelijk met het toneel
is verbonden. De activiteit van de heer
Schuil in het verleden heeft bewezen, hoe
invloedrijk dat kan zijn, ook op de tot
liefde groeiende belangstelling van het
publiek. Zijn enthousiasme en voorbeeldige
vakkennis verleenden hem het recht op de
ze ereplaats.
David Koning
Jan Musch, J. B. Schuil en Rika
Hopper in volle aandacht voor het
door de Haarlemse schilder Kees Ver
wey vervaardigde portret van .7. B.
Schuildat een blijvende plaats in de
Stadsschouwburg té Haarlem heeft
gekregen.
Kuvstmaand A msterdam
Tijdens een concert van het Kunst-
maandorkest in de Bachzaal te Amster
dam in het kader xmn de Kunstmaand
heeft men kennis kunnen maken met
het meest recente werk van Lex van Del
den, een Concert voor twee hobo's en or
kest. Solisten bij deze eerste uitvoering
waren Haakon Stolijn en Cees van der
Kraan, solo-hoboïsten van het Concert
gebouworkest.
Eerlijk gezegd kan ik niet bijster enthou
siast zijn over deze compositie waarin ik
niets heb gehoord van enige speelsheid
waartoe toch de ontmoeting van twee solo
instrumenten aanleiding geeft. Noch de
muziek, nóch de toehoorder komt los van
de grond. Aan het concerterende element
dat de componist blijkens zijn toelichting
alle aandacht wilde geven, heeft hij geen
werkelijke spanning weten te verlenen.
Misschien moet het métier van de com
ponist in de loop van de tijd onzichtbaar
geworden zijn vöör het zich niet meer als
een opdringerig procédé aan de toehoorder
voordoet; zoals wij ook aan een minder
beduidende achttiende-eeuwse compositie
plezier kunnen beleven zonder geïrriteerd
te worden door stereotiepe akkoordverbin
dingen. Deze antiquarische belangstelling
is de enige die ik (in de toekomst) voor
dit dubbelconcert zie weggelegd. Maar ik
hoop dat ik me vergis.
Anton Kersjes en het Kunstmaand orkest
hadden de avond geopend met een niet
zeer boeiende vroege symfonie van Haydn.
no. 8, getiteld: „Le Soir".
Sa-s Bunge
Advertentie
Khaki DEANS on g rij ze
CASIMIR
SANFOR, dus
voorgekrompen
Uit sigen atelier - een
garantie voor de-sterkste
kwaliteiten en afwerking
va. 11.25
Voor het beste
Muziekweek. Van Stichting Gaudea-
mus, Bilthoven, vernemen wij dat voor
de internationale Muziekweek 1959 in
Bilthoven van 5 tot en met 13 september
de jury, bestaande uit de heren Kees van
Baaren (Nederland), prof. Wilhelm Ma
ler (Duitsland) en Loonce Gras (België)
uit de ingezonden negenenveertig wer
ken van vijfendertig componisten uit 9
landen, 19 werken van de volgende 17
componisten voor uitvoering heeft uitge-
Raymond Baervoets (België), S. J. H.
v. d. Booren (Nederland), Peter Mi-
ohale Braun (Duitsland), Otto Ketting
(Ned.) Georg Kröll (Duitsl.), Ton de
Kruyf (Ned.), Robert Michael Lombar-
do (U.S.A.), Michael Mengelberg (Ned.),
Micoslav Militie (Joegoslavië), Josef An
ton Riedl (Duitsl), Peter Schat (Ned.),
Joop Stam (Ned.), Jan van Vlijmen
(Ned.), Martin Wéndel (Zwitserl), Har
ry James Wild (Engeland) en Isang Yun
(Japan). De A.V.R.O.-prijs werd toege
kend aan Louis Andriessen voor diens
kamermuziekwerk „Percosse".
Burgemeester Cremers heeft maandag
middag om vijf uur de jaarlijks door de
thans in Haarlem congresserende Vereni
ging van Schouwburgdirecties beschikbaar
gestelde gouden toneelprijzen voor de
beste totaalprestaties per seizoen uitge
reikt aan Ida Wasserman en Paid Steen
bergen. welke laatste door zijn echtgenote,
Myra Ward, vertegenwoordigd werd. Bei
den hebben deze onderscheiding respec
tievelijk Theo d'Or en Louis d'Or ge
naamd ter ere van de twee Bouiomeesters
al eens eerder gekregen. De in nieuwe
samenstelling optredende jury heeft daar
mee bewezen bepaald'nièt- de nóg al dik
wijls gevólgde regel* óan< dreven-die-hgb-
ben-we-nog-niet-gehad te willen volgen.
Het ad.vies tot deze herhaalde en inder
daad opnieuw verdiende bekroning is op
gesteld door mevrouw Fie Carelsen en de
heren Cor van der Lugt Melsert en prof.
dr. Frithjof van Thienen.
Bij haar besluit mevrouw Idè Wasser
man voor te dragen voor de toekenning
van de Théo d'Or heeft de jury uitdruk
king willen geven aan haar diepe bewon
dering voor de wijze, waarop deze actri
ce aan de figuren, die zij krijgt uit te
beelden, een innig-menselijke warmte
weet te verlenen, ook in het blijspel. Door
lichte, geestige toetsen weet^ zij in dit
laatste genre een ongemene humor te be
reiken. In dit seizoen is de bewondering
van de jury in de eerste plaats uitgegaan
naar het meesterschap, waarmee Ida
Wasserman twee vrouwenfiguren van on
geveer hetzelfde niveau, namelijk Phoebe
Rice in „De Humorist" van Osborne en
Nora Melody in „De Dag van Talavera"
van O'Neill, niet slechts uiterlijk uit el
kaar wist te houden, maar ook in wezen.
Letterlijk wordt in het rapport gezegd:
„Door innerlijke accenten en uiterst fij
ne nuanceringen bij de uitbeelding van
deze beide rollen heeft zij zelfs de moge
lijkheid tot vergelijking van deze twee fi
guren teniet gedaan en van ieder een ge
heel eigen en onvergetelijke creatie ge
maakt".
De Louis d'Or voor Paul Steenbergen
is bedoeld als bevestiging der bewonde
ring voor de wijze waarop deze acteur
„werkelijke mensen heeft neergezet, die
innerlijk gevoeld en doorleefd waren,
waarbij geen gebruik werd gemaakt van
uiterlijke middelen". Als voorbeelden
noemt de jury enkele gefrustreerde ka
rakters in moderne stukken en in het bij
zonder de creatie van Shylock, welke
aldus de jury de opvoering van „De
Koopman van Venetië" na de tijd van het
nationaal-socialisme alsnog heeft gerecht
vaardigd". Uit Griekenland, waar hij
voor studiedoeleinden verblijft, stuurde
Paul Steenbergen om uitdrukking te ge
ven aan zijn dankbaarheid een brief, die
door Myra Ward na de uitreiking van de
prijzen werd voorgelezen. Geestig en
charmant vertolkte daarop Ida Wasser
man op het toneel van de Haarlemse
Schouwburg, waar de korte plechtigheid
plaats had, haar erkentelijkheid. Met
even sierlijk als oprecht geformuleerde
bescheidenheid verklaarde zij onder
meer: „Ik ben lang niet altijd gelukkig
met mezelf om wat ik doe in een rol. Ik
zie zo vaak andere actrices, die dingen
doen die ik nooit zou kunnen Het slagen
van ie werk hangt voor een belangrijk
deel van de anderen af. Daarom beschouw
ik het liefst deze prijs als een onderschei
ding voor mijn collega's en directie van
de Haagse Comedie".
De zilveren medailles, bestemd voor een
actrice en een acteur die een bijzondere
prestatie in een bepaalde hoofdrol hebben
vervuld gedurende het afgelopen seizoen,
werden aan Anny de Lange en Joan Rem-
melts verleend, respectievelijk wegens de
vertolking van Cora Flood in „Het donker
boven aan de trap" (grote innerlijke
warmte en bijzonder genuanceerd) en de
creatie van Arthur de Vries Huydecooper
in „De Zwanen van de Theems" (een
werkelijk heel oud man, volkomen echt,
zonder vaktrucjes). Bronzen medailles
voor bijzondere prestaties in andere dan
hoofdrollen hebben Ina van Faassen en
Hans Tiemeyer mee naar huis genomen.
De eerste mocht deze opvatten als een
beloning voor de rol van Josie Elliot in
„George Dillon" en de tweede voor wat
omschreven w.erd als„zijn in „De ^'jsfAah
komt" wederom gebleken ^natuurlijk-'
h'éid én eenvoud". Zij allen spraken" kottë"
woorden van dank tot de jury en tot het
bestuur van de vereniging, die deze sti
mulerende prijzen heeft ingesteld. Voor
zitter Hm. Deinum bracht nog even het
werk in herinnering van de juryleden, die
door de dood, door ziekte of wegens druk
ke werkzaamheden de moeilijke maar
plezierige taak niet konden voorzetten,
de heren Ary den Hertog, dr. P. H. Schro
der en W. Ph. Pos.
David Koning
BEZOEKERS VAN de muzikale kolder
avond die maandag plaats had in de kleine
zaal van het Amsterdams Concertgebouw
als onderdeel van de Kunstmaand Amster
dam, zullen zich deze avond wel in de
eerste plaats blijven herinneren om het
optreden van het Nationaal Logeerkamer
orkest onder leiding van Ted Fool. Dit en
semble, gevormd uit leden van het Resi
dentie-orkest, trad thans vóór de derde
maal op met de eerste uitvoering van het
derde Brmidenburgse Concert van Bach in
pas ontdekte nieuwe zetting. Een gran
dioos stuk „crazy show" is bij wijze van
gelegenheidswerk ontsproten aan het brein
van een der beide concertmeesters van het
Haagse orkest die aldus toonde de naam
„Fooi" met ere te dragen; hij heeft zich
met deze creatie als een fraaie gek ont
popt, hetgeen een hoog compliment in
houdt. Men zou hem en zijn medewerkers
te kort doen met ook maar een poging te
wagen alle vondsten op te sommen waar
mee men een half uur lang op klassieke
muzikale gronden van de ene hilarische
situatie naar de andere geworpen wordt.
Een uiterst minutieuze voorbereiding moet
tor dit resultaat geleid hebben.
OP EEN GELUIDSBAND zijn opge
nomen fragmenten van Bach, Beethoven,
Bizet, Lalo, Brahms om slechts enkelen te
noemen, voorts een hele collectie van de
meest onwaarschijnlijke kwasi-spraakge-
luiden, alsmede niezen, proesten, hijgen,
sissen en zuchten, dit alles onderbroken
door „hot" en „sweet", het geheel gemengd
tot een koppige cocktail die op het toneel
scènes ontketent waarbij (om maar iets te
noemen) een instrument in vuur en vlam
opgaat, door twee leden van het N.L.O. op
een brancardje wordt weggedragen, terwijl
elders een orkestlid onmachtig van de rook
over het podium waggelt; maar er wordt
onverstoorbaar doorgefiedeld op de maat
slag van een dirigent aan wiens rug men
de beheerste motoriek van Bach's „recht
op-en-neer" kan aflezen. Ondertussen
spruit een zijspiegel uit een viool, schenkt
èen orkestlid borreltjes uit de hals van zijn
instrument, wordt de onverstoorbare con
certmeester met een helm gekroond waar
op weer eens een andere viool kapot gaat
(Bach gaat door dik en dun dóór), worden
want zoals het een goede show betaamt,
ontbreekt dé sex niet schone vrouwen
voorzichtig gevierd aan lange touwen, een
eindweegs het podium op waar zij een
fragmentje „Carmen" mogen weggeven
(alleen welsprekende gebaren, muzikaal is
alles geprefabriceerd).
EEN KOSTELIJK intermezzo was ook
het optreden van drie toffe knapen in
zebratruitjes die op de expositie van het
eerste deel van Beethoven's vijfde een
staaltje mimische expressie weggeven
waarvan men staat te kijken. Tenslotte
stijgt het geheel tot een apotheose, ont
springt aan de koppeling van Bach met
swing een autonome waanzin waarbij alles
rondtolt in de kruitdamp van zevenklap
pers.
IK ZAL HET hierbij laten en ook niet
meer vertellen over het. gedeelte vöör de
-pauze dat, bij Fool's schepping vergeleken
wel verbleekte. Alleen een solo-optreden
A/'an 'de overigens als clavecinist bekende
Gustav Leonhardt maakte een uitzonde
ring. „Internationaal Musicologen congres
ter gelegenheid van het Handeljaar" heette
dit nummer waarin drie buitenlandse gast
sprekers de ontstaansgeschiedenis van het
beruchte Largo behandelden. Wat Ted Fool
betreft, er schijnt wel enige kans te zijn
dat u hem ook eèns te zien krijgt, op film
of televisie. U moét hem dan echt niet
missen.
Sa-s Bunge
Maandagavond is in Amsterdam een
nieuw kleinkunst-experiment van stapel
gelopen: een „comedy show" naar de
aard van het gebodene het best vertaal
baar met „cabaretrevue" die geheel in
het Engels gesproken en gezongen wordt.
Idee en initiatief zijn afkomstig van twee
Amerikaanse toeristen, de heer en me
vrouw Jack Lardis uit New York, die vo
rig jaar „doing Holland" tot de ont
dekking kwamen, dat er op het stuk van
licht amusement voor buitenlanders in ons
landje maar weinig te beleven valt. Vast
besloten, dat daar iets aan gedaan moest
worden, vestigde het echtpaar zich in Am
sterdam en toog aan het werk. De heer
Lardis charterde in Engeland drie tekst
schrijvers en revuecomponisten het be
faamde trio Peter Myers, Alec Grahamc
en Ronald Cass en een achttal bekende
radio- en telcvisieartiesten; zijn vrouw be
zorgde de benodigde fondsen. Deze laat-
sten werden in hoofdzaak gefourneerd
door een aantal Nederlandse industrieën,
die er wel wat in zagen en zo kon reeds
na enkele maanden de basis gelegd wor
den voor „Going Dutch", de eerste al-En- I
gelse musical comedy op het continent, I
die gisteravond in de geheel gemoderni
seerde Marnixstraatzaal van het Amster
damse Bellevue zijn gala-première beleef
de.
Na het onvermijdelijke Volendammer j
dansje ter introductie en ter rechtvaardi
ging van het „echt-Hollandse" karakter
belandt de show al direct in de sfeer van
Pigalle en Picadilly Circus, waarbij voor
al de luchthartige toeristische geneugten
van de diverse Europese hoofdsteden als
inspiratiebron gediend hebben. Maar ook
de toerist zelf wordt danig op de hak ge
nomen, bijvoorbeeld in het kostelijke
schetsje van een bebrild Amerikaans echt
paar dat, na afscheid genomen te hebben
van zijn American Express-gids, de ver
zuchting slaakt: „Zo, dat is wéér een land
dat we gezien hebben". „Maar welk land
was het eigenlijk?" vraagt de vrouw
zich af. „Is het dinsdag of woensdag van
daag?" repliceert de echtgenoot. „Dins
dag", antwoordt zijn ega. na raadpleging
van haar zakagenda. „Dan was het Hol
land," zegt de echtgenoot, „want voor
woensdag staat België opgegeven.."
Dit kleine staaltje is kenmerkend voor
het peil van alle sketches, liedjes en grap
pen, die men in „Going Dutch" te genie
ten krijgt. Verfijnde humor en originali
teit zijn dun gezaaid, integendeel: veel
van de grapjes en pointes zijn stokoud of
triviaal, of beide tegelijk. Maar omdat al
les in zo'n overrompelend tempo en met
zoveel aanstekelijk élan gepresenteerd
wordt, realiseert men zich dat goeddeels
pas als men na twee uur weer buiten staat
en dat is misschien wel het grootste com
pliment dat men regisseur .Jack Lardis en
zijn acht „star performers" maken kan.
Van deze laatsten is Marcia Ashton,
meer Frans dan Engels van allure met
haar piekerige „rattenkopje" en haar
precieuze gebaartjes, veruit de veelzijdig-
ste. Kwajongensachtig en tegelijk echt-
vrouwelijk, beheersLzil alle registers van
het vaudevillecabaret, de „kolderlol" tot
aan het tragi-komische .^levenslied", van
welk laatste genre vooral haar cynische
hymne op donker Amsterdam, „You'll al
ways find a loving heart at Zeedijk." in
de smaak viel al zal de V.V.V. Amster
dam wel een andere mening zijn toege
daan.
Verrassende staaltjes van persiflage
kunst zag men ook van Geoffrey Hibbert
een van de populairste Engelse musical
komieken, die ook in de monstershows op
Broadway een graag geziene gast is. Zijn
monoloog als Engelse vrederechter die al
leen maar huurkwesties en nooit eens een
„sappig geval" te behandelen krijgt, tot
dat hij besluit, zijn eigen „juicy case" te
worden, was ronduit verrukkelijk. Peter
Reeves, ook een klinkende naam in de
Engelse „show business", schitterde voor
al in zijn eenmansoperaconcert, waarin
hij als wanhopige schouwburgdirecteur de
grillen en nukken van Maria Callas be
zong met de verve (èn de stemmiddelen)
van een oudeschoolse heldentenor.
Dat de meeste sketches en grappen naar
Hollandse begrippen rijkelijk kruidig wa
ren, kon men verwachten. De Engelse re
vueschrijvers nemen in dit opzicht geen
blad voor de mond en borduren zelfs vrije
lijk voort op bepaalde aberraties, die ten
onzent alleen in serieuze toneelstukken
Uitgeverscongres. Op een congres in
Wenen van zeshonderd uitgevers uit drie
entwintig landen is er op aangedrongen,
boeken te beschouwen als een geestelijk
goed en niet als handelswaar, waarop
douanerechten moeten worden geheven.
Het volgende uitgeverscongres zal in 1962
in Barcelona worden gehouden.
MORGEN viert Henk Bakker zijn veer
tigjarig jubileum als toneelschrijver. Er is
geen Nederlands auteur, die erop kan
bogen zo veel gespeeld te zijn. Gemeten
naar zijn produktiviteit moet hij wel een
man zijn, die er niet van hield om stil te
zitten. Hij schreef vijfenzestig blijspelen
en kluchten, die men nog regelmatig
tegenkomt op hel repertoire van het Ne
derlandse amateurtoneel. Hij voegde daar
een twintig een-acters aan toe. Hij schreef
vijf revues, een operette libretto en twee
filmscenario's. Een aantal van zijn stuk
ken werd ook gerealiseerd door het be
roepstoneel in Nederland, België en Duits
land. Van deze haalde „Betje regeert
meer dan zeshonderd voorstellingen. Zijn
„Wespennest" is nog steeds het meest ge
speelde toneelwerk in ons land. Zijn be
werkingen van klassieke romans als De
Camera. Sara Burgerhart, Ferdinand
Huyck muntten uit door reële dramatische
kracht en historisch verantwoorde stijl.
En nog blijft Bakker actief. Hij houdt de
pen evenzeer gespitst als de geest. Aan
een otium cum dignitate is hij, de vieren-
zestigjarige, nog niet toe.
BIJ ZO'N JUBILEUM kan men de maat
lat der critische waardering ter hand ne
men en gaan uitpakken over de vei-dien-
sten van de schrijver voor het toneel, de
draagwijdte van zijn talent, de eigenlijke
waarde van zijn creativiteit. Men moet
met Henk Bakker zelf spreken om vast te
stellen dat hij ten overstaan van zichzelf
eerlijkheid en bescheidenheid laat preva
leren. Hij blaast zijn verdiensten niet op.
Hij kent zijn grenzen, hij erkent ze ook.
Hij wijdde zelf een van zijn laatste stuk
ken „Carnaval" aan het Nederlandse ama
teurtoneel, omdat hij voor het amateur
toneel de meeste van zijn spelen heeft
geschreven, welbewust derhalve in het
oog houdend, dat hij daarmee een beper
king stelde aan zijn werk, die zijn ple
zier in het schrijven en zijn eigen aard en
aanleg niet heeft verloochend. Hij bereik
te daardoor juist het opmerkelijke resul
taat dat hij aansloeg. Men speelde hem,
omdat hij wist te werken met vele moge
lijkheden. In dat opzicht vereenzelvigde
hij zich met de duizenden, die in de huid
van zijn figuren kropen. Voor hem is to
neelschrijven ook spelen. Hij speelt met
een idee, met een situatie. Hij ziet er in
eens wat in. Zijn fantasie gaat aan het
werk. Maar al moge hij dan geboeid wor
den door een vreemde situatie, door con
trasten en ontwikkelingen, welke erin
voorhanden liggen, de mens zelf moet hem
het meest interesseren, wil hij niet bloed
loze en geestloze creaturen het aanschijn
geven. Hij moet geboeid zijn door de le
vende mens. Dat is hij. Dat hij voorname
lijk blijspelen en kluchten schreef doet
daaraan niets af.
De bevrijdende lach veronderstelt de
levensblije mens. Dat is Henk Bakker ook.
Hem karakteriseren betekent dan ook het
beeld oproepen van een op het oog wat
gesloten, maar beslist toegankelijk man,
die voldoende hart heeft voor de mens in
zijn verschijningsvormen om zich te kun
nen inleven in wat achter die vormen zit.
Hij gaat dan schrijven, dat wil zeggen, hij
behandelt zijn hartsaangelegenheden met
een portie gezond verstand en gezonde
humor. Hij zorgt dat wat hij doet, ter zake
kundig is. Hij weet hoe een toneelspel
te maken. Hij weet ook hoe toneel te
maken.
Als jongen al ging zijn liefde naar het
acteren uit. Hij bewonderde zijn vader,
een gezien declamator in de kring der
amateur-tonelisten. Hij las Ibsen en
Heyermans, hij leerde van hun stukken
de dramatische opbouw, de techniek. „Ik
keek meteen hoe ze hun bedrijven af
sloten", zo vertelt hij. Daarna kwam hij
tot schrijven. Daarna tot regisseren. Ook
is hij geen onverdienstelijk amateurschil
der. Dat heeft hij dan met regisseurs van
het beroepstoneel gemeen en met acteurs
van naam. Gevoel voor kleur, gevoel voor
de toonwaarde van het woord, verstande
lijke analyse met toch de doorstroming
van het temperament, al deze eigenschap
pen zijn niet vreemd aan wie met de plan
ken te maken hebben. Omdat hij het to
neel zo met hart en ziel was toegedaan
had Bakker er voortdurend mee te maken.
ER ZIJN twee dingen, die ik graag zou
willen noemen bij het schetsen van de
In opdracht van Johan Buziau heeft
Henk Bakker tijdens de oorlog een
revue „Victorie" geschreven, waarmee
Buus na de bevrijding afscheid wilde
nemen van het Nederlandse publiek.
Iedere week reisde Bakker naar Rijs
wijk met in zijn tas de meest compro
mitterende scènes, want de revue gaf
de bezetters er flink van langs. Toen de
bezetting voorbij was voelde Buziau
zich te verzwakt om nog in een tournee
van twee jaar op te treden. De revue
werd niet opgevoerd. Zou ze niet alsnog
uitgegeven kunnen worden, zo vragen
wij ons af. Alleen al om de anecdotisch-
documentaire waarde lijkt ons zo'n uit
gave gerechtvaardigd.
persoon van Henk Bakker. Tal van jaren
al regisseert hij de onderwijzers voor het
Haarlemse Sint-Nicolaasfeest. Dat doet hij
reeds vijfentwintig jaar. Hij regisseert de
onderwijzers met in zijn achterhoofd de
kinderen. Hij vindt dat het niet mooi ge
noeg kan zijn. Daaruit kan men zijn
warme liefde aflezen èn voor kinderen
èn voor toneel. Een slechte kindervoor
stelling bederft de pret en kweekt geen
liefde voor de planken. Ook regisseert hij
een toneelgroepje van bewoners van de
Thorbeckestraat en omgeving. Zij treden
op in de besloten voorstellingen. Bakker
timmert er niet mee aan de weg. Men
weet het nauwelijks dat hij het doet.
Geen eerzucht dus, die bevrediging zoekt,
maar het verwezenlijken van graag na
gestreefde idealen: toneel voor en door
iedereen, toneel in een sociale functie, om
dat het gaat om de mens die het beoefent
en de mens, die er naar komt kijken. Aan
die mens heeft de schrijver zijn hart ver
pand. Hij maakt het hem niet moeilijk. Hij
komt hem naar de uitdrukking van zijn
wezen een goed eind tegemoet. Hij tracht
hem te verstrooien en te ontspannen. Het
is tegelijk de kracht van zijn wezen. Daar
om is de huldiging van Henk Bakker
morgenavond in de Stadsschouwburg na
de voorstelling van de vereniging .J, J.
Cremer, door hem geregisseerd, meer dan
een conventioneel gebaar. Hij heeft zich
met ons beziggehouden en hij hield ons
bezig. Nu is het woord aan zijn vrienden
en bewonderaars!
P. W. Franse
Marcia Ashton, de leading lady" van
„Going dutch" in haar ode aan de
Zeedijk.
aanvaardbaar geacht wot 'en. Hoe men
daarover ook denken mag, in het Engels
klinken dergelijke „naughty jokes" in elk
geval veel onschuldiger. Overigens was
het in alle opzichten een bijzonder plezie
rige kennismaking. „Going Dutch" heeft
vaart, brio, een keur van aardige decors
'en pittige, makkelijk in het gehoor liggen
de muziek. Het ovationele applaus aan het
slot van de voorstelling was dan ook alles
zins verdiend. De show zal waarschijnlijk
tot oktober in Bellevue te zien zijn. Er
zullen twee voorstellingen per avond, uit
gezonderd op de dinsdagen, gegeven wor
den. Onze verwachting is, dat het storm
zal lopen.
Ii. Croesen
(Van onze correspondent in Londen)
Deze week verschijnt de Engelse bewèr-
king van de studie van de Haagse journa
list dr. E. van Raalte over het Nederland
se parlement, waarover in Erbij van 13
mei uitvoerig door C. Lector werd ge
schreven. Het boek is op uitstekende wij-
Ze verzorgd door de Hansard Society for
Parliamentary Government en voorzien
van een voorwoord van de voorzitter van
deze vereniging, sir Stephen King-Hall, de
bekende voorvechter van de parlementai
re democratie. De Hansard Society ont
leent haar naam aan de beroemde fami
lie Hansard,' die in de achttiende en ne
gentiende eeuw de eerste drukkers en uit
gevers van de toen nog onofficiële versla
gen van het Britse parlement zijn geweest.
Uit erkentelijkheid voor hetgeen de Han
sards voor het Engelse parlement hebben
betekend, wordt deze naam ook thans
nog voor de officiële verslagen gebezigd,
niet alleen in Engeland, maar ook in de
parlementen van het Gemenebest en. van
de koloniën.
De Hansard-vereniging ziet er op toe,
dat de publieke belangstelling voor hel
parlement niet verslapt. De organisatie,
welke een internationaal karakter draag't,
werd in 1944 door Stephen King-Hall, die
zich geducht door zijn wekelijkse onaf
hankelijke politieke nieuwsbrieven laat
gelden, opgericht. Hij bestrijdt de foutie
ve opvatting, nog door vele Engelsen ge
huldigd. dat de Engelse democratie de al
leen-zaligmakende zou zijn. Vandaar dat
de vereniging met medewerking van de
desbetreffende regeringen boeken heeft
gepubliceerd over de 'Westduitse federa
le regering en het Zweedse regerings
systeem, gevolgd door dr. Van Raalte's
boek. King-Hall merkt op „dat velen gelo
ven, dat de mensheid door de omstandig
heden gedwongen zal worden tot aanvaar
ding van een wereldregering. Op het ogen
blik zijn er reeds verscheidene bovenna
tionale vergaderingen op beperkt terrein
werkzaam, maar die in wezen parlemen
ten zijn. De internationale parlementaire
ontwikkeling zal noodzakelijkerwijs reke
ning dienen te houden met de aard van de
parlementaire instellingen der nationale
staten. Dit boek mag daarom worden be
schouwd als een bijdrage tot de kennis van
de parlementaire democratie in de we
reld".
Bloemendaalse reddingbrigade
verspeelt buitenboordmotor
Tijdens het patrouillevaren in zee bij 't
Bloemendaalse strand ter hoogte van dé
post „De Kentering" heeft de Bloemen
daalse Reddingsbrigade zaterdagmiddag
de buitenboordmotor van één van haar
vletten verspeeld. Zondag heeft men ge
tracht met behulp van kikvorsmannen uit
Haarlem en met behulp van de reddings
ploeg van de Haarlemse brandweer de
motor op te vissen,