Staatsrechtelijke raadsels en problemen SURINAME WORSTELT ZICH OMHOOG UIT VRUCHTELOOS PLANNEN-TIJDPERK Afschaffing van slavernij was niet doodsoorzaak voor cultures de Nederlandse industrie schijnt Scarborough te versmaden Op het Binnenhof strijdt de burger voor zijn recht Öp en om het Binnenhof 11 Gaat u met vakantie? Sekteleider Lou in zijn gezicht geslagen DUTCH FESTIVAL 1959 Rotterdams burgemeester opent feest op 15 juni Mr. J. M. Kan lid van de Raad van State DONDERDAG 4 JUNI 1959 Dit is het eerste van twee artikelen, die drs. A. Jonkers, hoofd van de di rectie Suriname en Nederlandse Antillen (ministerie van Zaken Overzee) op ons verzoek schreef over de ontwikkeling van Suriname. „HET ENIGE waar het Suriname niet aan ontbreekt zijn plannen", was een voor de Tweede Wereldoorlog in Suriname veel gehoorde verzuchting. Suri name was plannenmoe. De planken der archieven zuchtten onder de boeken en verslagen van onderzoekers, waaraan geen of onvoldoende gevolg was gegeven. Toch is het bepaald onjuist te stellen zoals veelal gebeurt dat in Suriname vóór 1940 behalve voor de mijnbouw nooit wat is gewaagd. Er is heel wat geprobeerd, ja er is zelfs zoveel geprobeerd en mislukt, dat het land de naam kreeg van een land van mislukkingen. Dit was een onverdiende reputatie, want in vele gevallen liepen de pogingen dood op gebrek aan mid delen. Soms ontbrak de laatste duizend gulden om iets te doen slagen. De plannen waren vrijwel altijd gericht op de rehabilitatie van de plantagenijver- neid, door invoer vooral van goedkope arbeidskrachten, het bevorderen van de aanplant van nieuwe plantagegewassen of het steunen van in nood zijnde cultures. Bevordering van de plantagelandbouw gold als enig verzachtings middel voor Suriname's kwalen. Op zichzelf is dat niet zo verwonderlijk. In de 18e eeuw was Suriname het rijkste overzeese gewest der Nederlanden. De economische basis was toen het plantagesysteem op de grondslag van slaven arbeid en de verbouw van produkten voor de Europese markt. In 1794 waren er nog 595 plantages: tussen 1750 en 1775 bedroeg de export van landbouw producten 250 miljoen gulden. Het is een nog steeds levend misver stand, dat de emancipatie van de slaven een ommekeer in deze gunstige stand van zaken zou hebben gebracht. Het keerpunt ligt reeds in het eind van de 18de eeuw. Het is niet boud te stellen, dat het voor de welstand van Suriname heel wat beter zou zijn geweest indien de emancipatie eerder had plaatsgevonden. De Engelsen hebben de slavernij al in 1836 afgeschaft. In het aangrenzende Brits-Guyana hebben zij aanstonds een goedgeleide immigratie van Brits-Indiërs in gang gezet en aanzienlijke bedragen besteed aan de rehabilitatie der land bouwbedrijven, met als gevolg dat de landbouw als grootbedrijf zich daar heeft kunnen handhaven. Roofbouw In Suriname was onzekerheid geduren de meer dan een halve eeuw omtrent de invloed van de emancipatie op de renta biliteit der landbouwcultures oorzaak dat vernieuwingen uitbleven en roofbouw werd gepleegd op grond en mens. Toen de eman cipatie in 1863 werd doorgevoerd, werden de slaven 10 jaar onder staatstoezicht ge steld, in welke tijd zij verplicht waren ar beidscontracten te sluiten. Na afloop van die periode verlieten zij in groten getale de plantages. Een duur stelsel van vervanging der arbeidskrachten door immigratie was, anders dan in 1836, niet voldoende, om de mededinging met nieuwe produktiegebieden vol te houden. Grote investeringen zouden nodig zijn geweest, om de uitgeboerde bedrijven weer op peil te brengen en hiervoor was het getij ver lopen. Kapitaal en deskundigen vonden hun weg voortaan naar Indonesië, dat door het Suezkanaal dichter bij de Westerse markten was komen te liggen, en waar het cultuurstelsel de weg had gebaand tot een enorme expansie der particuliere landbouwnijverheid. De landbouw werd in toenemende mate kleinbedrijf, dat meer gericht was op eigen behoeften dan op de voorziening van de wereldmarkt. Er is, als gezegd, heel wat geprobeerd, om de plantagebouw nieuwe kansen te geven. Nooit kwam het tot een systema tisch onderzoek van de mogelijkheden van het land als geheel. Pas de hedendaagse planvorming heeft deze eenzijdige gericht heid op herstel van het agrarisch groot bedrijf vermeden. Na 1945 begint de politieke emancipatie van Suriname, die in de totstandkoming van het Statuut haar sluitstuk vond. Van de aanvang af stond voor ogen deze ontwikkeling hand in hand te doen gaan met de uitvoering van een program voor economische, sociale en culturele ontwik keling. Dichtbebost Dit is voorwaar geen geringe opgave, want Suriname is een land, dat voor 80 percent nog is bezet met oerwoud, waarin een ervaren woudloper met moeite vijf km per dag vordert; een land met een spaarzame bevolking, 200.000 zielen. Een bevolking, die bovendien geen volk vormt, maar uiteen valt in groepen, die elk hun eigen culturele kenmerk dragen. De talrijkste groep vormt de Creoolse bevolking, die 41 pet uitmaakt van het totaal. De Creolen bezetten vele van de ambte- lijke en technische posities en leveren een groot deel der arbeiders in industrie en mijnbouw. Dan komt in aantal de groep der Hindostanen, die hun bestaan nog in hoofdzaak vinden in de landbouw, meestal in kleine, maar soms ook in middelgrote gemechaniseerde bedrijven. Ze dringen steeds sterker door in handel, ambtenarij en de vrije beroepen. Economisch en nume riek zijn de Hindostanen in de opmars. Zij maken thans 35 °/o uit van de bevolking. Een tweede groep Aziaten vormen de Ja vanen, evenals de Hindostanen oorspron kelijk aangevoerd als contractarbeiders. Deze groep, 20 °/o van het totaal, levert het grootste deel der arbeiders op de over gebleven plantages. In andere takken van bedrijf doen de Javanen zich nog niet in betekenende mate gelden. Verder leven er een paar duizend Europeanen, enkele dui zenden Chinezen, wat Libanezen en Ameri kanen, gezamenlijk vier percent van het bevolkingstotaal. Tenslotte leven in de bos sen 20.000 bosnegers en een klein aantal in zeer primitieve staat verkerende In dianen. Een bont bevolkingsmozaïek dus. Op grond van dit bevolkingsmozaïek en de vele tegenstellingen is Suriname wel en wilt u dat wij uw krant naar ow vakantie-adres opzenden Stuurt u ons dan minstens twee dagen voor uw vertrek een briefkaart met vermelding van uw naam, uw vaste adres, uw vakantie-adres, de datum waarop de eerste krant naar uw vakantie-adres gezonden moet worden en de datum waarop de krant voor het laatst moet worden toegezonden. Als u de krant per week betaalt, wilt u dan het abonnementsgeld voor de vakantieweken vooruit aan de bezor ger betalen DE ADMINISTRATIE eens gekarakteriseerd als een futuristisch land. Een eenvoudig rekensommetje leert dat 220.000 zielen op een oppervlakte van 4'/2 maal Nederland een bevolkingsdicht heid geeft van 1 '/2 ziel per km2. Nog geen 40.000 ha grond is landbouwkundig benut. De agrarische bevolkingsdichtheid kan op ongeveer 500 zielen per km2 wor den gesteld. Dit cijfer vormt een schrille tegenstel ling tot het vorige. Men vindt er land bouw op primitieve wijze gedreven naast gemechaniseerde landbouwbedrijven. In de stad kan men getuige zijn van de ontmoe ting tussen producenten in het stenen en het industriële tijdperk namelijk achter de fabriek van een houtindustrie waar bos negers vlotten hout aanvoeren, die me chanisch in de fabriek worden getild en daar op moderne wijze worden verwerkt tot triplex, die aan de voorzijde de fa briek verlaat. In een dunbevolkt land als Suriname drukken de kosten voor bestuurszorg zwaar, de lange verbindingen moeten voor weinig mensen en goederen in stand wor den gehouden, het onderwijs en de ge zondheidszorg enzovoort zijn relatief duur. De landbouwexport heeft betrekking op kleine hoeveelheden, die voor de wereld markt van weinig betekenis zijn. Boven dien is eenheid van kwaliteit moeilijk te garanderen, een omstandigheid die prijs- drukkend werkt. Het is duidelijk, dat onder deze omstan digheden uit eigen besparingen onvoldoen de middelen kunnen worden verkregen, om een ontwikkelingsprogram te financie ren, ondanks de grote vlucht die de bauxietwinning na 1931 nam (van 233.000 ton tot 3,6 miljoen ton in 1956) waardoor de Surinaamse begroting in 1941 voor het eerst zonder subsidie van Nederland in evenwicht kwam. Tachtig percent van Suriname is oer bos en voor talrijke projecten is dan ook ontginning van grote stroken van dichte bomen- en plantenvegetatie het begin. Op een door Lou V. uit Muiderberg die zich „de weergekeerde Christus" noemt gisteravond in de Brakke Grond in de Nes te Amsterdam geox-ganiseerde bijeenkomst van zijn religieuze sekte, is het tot wanordelijkheden gekomen. Kort geleden zou Lou V. de vrouw van een Am sterdamse chauffeur hebben bewogen met haar kind bij haar man weg te gaan. De chauffeur, die de samenkomst bij woonde, is Lou V. te lijf gegaan. „Hier ben ik nou, ik zal bewijzen dat je niet onschendbaar bent," zo zei hij tot Lou, die hij een paar tikken op zijn gezicht gaf. Zijn poging om Lou de zaal uit te sleuren werd verijdeld door de aanhangex-s van Lou, die de chauffeur uit de zaal verwij derden en de politie waarschuwden. De agenten van 'n vijf-maal-acht wagen her stelden de oi-de in de zaal. Lou V. heeft nog geen aangifte van mishandeling bij de politie gedaan. DE NEGEN MUZEN Pablo Casals. In augustus zal de cel list Pablo Casals naar Zermatt komen om een interpretatie van concerten voor cello van Haydn, Bocchexini, Schumann, Dvoi'ak en Saint-Saëns te dirigeren. Advertentie SLANKE DAMESVINGERS willen omringd worden met een charmant sieraad. Niet te veel, want overdaad schaadt. Maar zo'n enkele mooie ring laat de hand op z'n voor deligst uitkom.en. FANT AS1ERINGEN die passen bij Uw garderobe, bij Uw persoon, hebben wij in een schitterende collectie reeds vanaf f 24.50 Grote Houtstraat 20049 (Van. onze correspondent in Londen) De Engelse badplaats Scarboi-ough aan de Noordzee heeft voi-ig jaar voor het eerst een Nedei-landse week gehou den, welke zo goed bevallen is, dat on middellijk besloten werd deze dit jaar te herhalen. Het „Dutch Festival 1959" zal zoals reeds gemeld van 15 tot 20 juni gevierd wox'den. Het omvat niet al leen een amusementsprogi-amma, dat er op berekend is meer bezoekers te trek ken er komen jaarlijks 100.000 gasten maar er zal ook pi'opaganda worden gemaakt voor allerlei Nederlandse pro dukten, waai-aan een speciale tentoon stelling zal worden gewijd, terwijl tevens de winkels met inbegrip van een wax-en- huis veel aandacht zullen schenken aan Nedexlandse artikelen. Talrijke etalages zullen Nederlandse goederen tonen en re clame maken voor ons land in het alge meen. De autoriteiten van Scarborough weten hoe zij op de grote trom moeten slaan. Voor de Nedexlandse week hebben zij namelijk hun activiteit uitgestx-ekt tot de grote steden in de omgeving, bin nen een cirkel van 80 kilometer. Van Nederlandse overheidszijde heeft men niet geaarzeld medewerking te ver lenen en de gelegenheid aangegrepen om ons land naar vox-en te schuiven. Ook de Nederlandse Kamer van Koophandel voor het Verenigd Koninkrijk is hierbij nauw ingeschakeld. Men hoopt, dat deze manifestatie in Scarbourough het uitgangspunt zal wor den voor het houden van Nederlandse weken eldex-s in Engeland. Enkele jaren geleden was het de industriestad Shef field, die een geslaagd initiatief hiei-toe nam, maar daai-bij is het toen gebleven. Het valt te betreuren, dat men van de zijde van de Nederlandse industrie zo wei nig geestdrift voor gebeux-tenissen als de- Gedurende het Kamerdebat naar aan leiding van de regeringsverklaring bevon den zich verschillende buitenlandse diplo maten onder het „verheven", n.l. boven in de voor hen bestemde loges gezeten, ge hoor. Na afloop van de gedachtenwisseling in 's lands vergaderzaal klampte een van die hoge gasten mij aan. Hij wilde gaarne nader uitleg over wat er ten opzichte van de aard van het kabinet-De Quay in het midden was gebracht. Niet duidelijk toch was hem, waarom daarop het etiket „extra-parlementair" paste. Ronduit moest ik bekennen, dat beantwoording van die vraag mij allesbehalve makkelijk zou val len. En dit voox-al ook na de door professor Romme ten beste gegeven beschouwingen. Parlementair of extra-parlementair kabinet Sinds jaar en dag is het, aldus ongeveer begon ik mijn pogingen om enig nader licht te verschaffen, in Nedexland zo ge steld dat een kabinet niet in leven kan blijven, wanneer het zich de steun van een meerderheid in het parlement onthou den ziet. Dit nu geldt eveneens voor het pas opgetreden kabinet-De Quay. „Welnu, dan hebben we hier gewoon te maken met een parlementair kabinet", reageerde ter stond de belangstellende vreemdeling, die daarmee toonde een vreemdeling in het Jeruzalem van de Nederlandse staatkun dige samenleving te zijn. Als ge goed naar de Rommiaanse uiteenzettingen ge luisterd hebt. dan moet het u zijn opge vallen, dat volgens de woordvoerder van de fractie van de Katholieke Volkspartij het tegenwoordige kabinet „duidelijk extra-paxlemenfair" is, vanwege de bij de foi'matie toegepaste methode, was mijn antwoord. Er is geformeerd niet in, niet na overleg met de fx-acties, ook niet in, doch alleen na overleg met de fractievoor zitters. Wai'en de fracties zelf er meer bij betrokken geweest, dan zou het kabinet een parlementair karakter bezeten hebben, doch thans moet het extra-paxlementair genoemd worden. Ziedaar de kern van de stelling-Romme. Terstond bleek, dat deze uitleg allesbe halve kon bevredigen en dat ik, wegens de kennelijk in de oren van de vragende diplomaat raadselachtig klinkende taal, naar meer helderheid moest streven. Daar toe voelde ik mij echter beslist niet in staat. En dit nog te minder dooi-dat juist professor Romme zelf, even verderop in zijn redevoering, een en ander te berde had gebracht dat, nu het volgens genoemde afgevaardigde ook gold voor het kabinet- De Quay, deze ploeg wel degelijk tot een parlementair kabinet stempelde! Op wet gevend gebied is het geenszins de regering, die op haar eentje, volkomen zelfstandig, het beleid bepaalt; neen, zij doet dit te zamen met het parlement, in gemeen over leg daarmee. En wat het trekken van de algemene beleidslijnen betreft is het al precies eender gesteld. Gedurende de ge hele rit, dat wil zeggen gedurende de ge hele levensduur van het kabinet moet tus sen de regering en de volksvertegenwoor diging het gemeen overleg wox-den ge voerd. Dergelijk vereiste noopt tot zeer nauw contact tusseii kabinet en parlement: het kabinet kan zich niet de weelde ver oorloven eigen weg te gaan en zich niets van het parlement aan te trekken. Het be hoeft immers de steun van een paxlemen- taire meerderheid, wil het kunnen aan blijven. En elk kabinet, dat zich in een dergelijke situatie bevindt, is daai'door een paxlementair kabinet. Van een exti'a-parle- mentair ministerie kan slechts sprake zijn, indien er een ministei'sploeg aan het be wind is, die geen enkele steun van de Ka mer behoeft, doch voldoende heeft aan steun daarbuiten, b.v. steun van de Koning. Aldus mijn verdere explicatie. „Dit begrijp ik. Men is er, zo besef ik nu wel, bijzonder op gesteld het te doen voorkomen, dat het kabinet een extra parlementair karakter zou bezitten en be roept zich ter staving van de juistheid dier voorstelling van zaken onder meer op de omstandigheid, dat tijdens de formatie direct contact met de fracties achterwege is gebleven. Maar waarom geeft men zich hiervoor zoveel moeite?" Deze vx-aag dwong mij tot de opmerking, dat stuk voor stuk de partijen, waarmee de ploeg-De Quay nauw verwant is, er hoogst ongaax-ne tegenover hun eigen aanhang voor uit willen komen, dat zij een zekei'e aanspra kelijkheid hebben voor het optreden van het kabinet en voor het progi-amma, waar- op het in zee gaat. Door het te doen voor komen alsof de fracties er helemaal buiten zijn gehouden, menen deze de in werkelijk heid wèl aanwezige aansprakelijkheid te kunnen verloochenen en zich aldus de vrijheid te kunnen voorbehouden om op een bepaald ogenblik eventueel hun steun aan het kabinet te ontzeggen. In dit alles zie ik dan ook niet veel anders dan een schijnvertoning. Na over leg met de fractievoorzitters, niet met de fracties, was het kabinet tot stand ge komen. Derhalve weten de fracties zelf van de prins geen kwaad. Zij bleven er buiten en dus is het een extra-parlemen tair kabinet, dat er uit de bus kwam. In mijn ogen houdt deze redenering geen steek. Want in de eerste plaats mogen de fractievoorzitters geacht worden, de ziens wijzen van hun fracties te representei'en. En voorts valt wel te bedenken dat de fractievoorzitters, als hun de formatie- opzet mishaagd zou hebben, daarvan wel blijk zouden hebben gegeven. Neen, al het gegoochel met het woord „extra-parlemen tair" kan onmogelijk het parlementaire kax'akter van het kabinet weggoochelen. En de vraag of er tevoren, tijdens de for matie, nauw of wat minder nauw contact met de fi'acties als zodanig voorhanden is geweest, doet tenslotte bitter weinig ter zake. De door professor Romme op het kabi netsschuitje geplaatste extra-parlementaire vlag acht ik dus misplaatst, aangezien de Aan het Haagse Bin nenhof wordt niet alleen de vadexlandse politiek gemaakt, het is ook de plek waar de gewone burger zijn laatste ge vecht levert met „de instanties". Achter die instanties gaat dan als regel 'n buurman schuil met wie men een ern stig verschil van mening heeft over de toepassing van de Hinderwet. Daar door dragen de verga deringen van het col lege, dat officieel „Af deling van de Raad van State voor de geschillen van bestuur" heet, een veel huiselijker karakter dan die plechtige aan duiding zou doen ver- rioeden. Er komen echtparen die vinden dat een be- endende houthandelaar net te zware machines werkt, een Limburgse caféhouder verweert zich tegen de stofplaag van een overslagbedxljf in zijn nabijheid, een Loosdrechtse botenbou wer ti-acht de staats raden te vermurwen nu B. en W. hem een ver gunning om zijn bedrijf uit te breiden hebben onthouden, een aantal Amsterdammers treden gezamenlijk en in ver eniging op tegen een visbakkerij, waarvan de geuren minder 'n temp tatie dan een penitentie vormen. (Van onze Haagse redacteur) De dikke dossiers ver raden dat de meeste van die affaires reeds een lang leven leiden, de Raad van State wordt er vaak niet voor de eer ste keer mee geconfron- teerd. Voorzitter M. A. Reinalda laat de appel lanten dan ook niet in het ongewisse dat de beminnelijkheid waar mee hij hen op hun ge mak stelt geenszins be tekent, dat ze nu. hun welsprekendheid kunnen botvieren. „Heeft u nog iets nieuws toe te voe gen aan het dossier, dat de Raad al kent?" vraagt bij, „of is er soms iemand in de zaal die voorlezing van het dos sier verlangt?' Er is echter nog nimmer een gi-apjas geweest die op die rituele suggestie in ging. Vele appellanten ver schijnen ti-ouwens niet, zoals maandagmiddag Dok het geval was met die Haarlemse firma, die zich verzette tegen de door B. en W. aan een aan de Gedempte Oude gracht gevestigd bedrijf verleende vergunning „tot het oprichten, in werking brengen en in werking houden van 'n bewaarplaats van vluch tige vloeistoffen". An ders gezegd: om twee olietanks te mogen in graven. De tweevoudige tegenpartij de direc teur van het bedrijf en een vei'tegenwoordiger van de gemeente ver scheen wel. Staatsraad professor De Block zorgde door een vraag ervoor, dat zij de reis niet helemaal voor niets hadden ondei-nomen. „Appellant zegt, dat hij nu een drie keer zo hoge bx-andverzekerings- premie moet betalen. Is dat fantasie?" Dat facet had ir. Veenenbos van Bouw- en Woningtoe zicht nu juist niet in zijn onderzoek betrokken, maar hij vex-zekerde dat sr px-aktisch geen brand en ontploffingsgevaar bestaat. „Appellant kan best onderverzekerd zijn geweest", zo opperde bij. Twee minuten later buigt het drie man ster ke college zich over het volgende px-obleem. Staatsraad professor Cleveringa begrijpt iets niet. „Het gaat hier om dubbele ramen welke elkaar moeten overlap pen over een afstand welke twee keer zo groot is als de ruimte welke zich tussen de ramen bevindt", zegt hij pein zend. „Begrijpt u wat daax-- mee bedoeld wordt?" Want de Raad van State graaft dieper dan de teksten van wetten en Desluiten. vlag niet past bij de aan boord zijnde lading, zoals genoemd Kamerlid die zelf beschreef. Geheel juist daarentegen kwam mij voor, wat hij aanstipte in verband met professor De Quay's afwijzing om verdere wijsheid over de formatie-geschiedenis aan de Kamer deelachtig te doen worden uit het dossier van professor Beel. Deze, zo heette het, was in zijn hoedanigheid van bemiddelaar als „instrument van de kroon- draagster" opgetx-eden. Daarom moesten de door hem in die rol bijeengebrachte ge gevens, daar zij uitsluitend bestemd waren ter voorlichting van het staatshoofd, dat pi-of. Beel met het bemiddelingswerk had belast, verder geheim blijven. De minister-president verloor echter, toen hij die stelling ontwikkelde, volslagen uit het oog dat een formateur, eer hij een opdracht tot samenstelling van een kabi net aanvaardt, wel degelijk de wens ken baar mag maken dat hem de dossiers van bemiddelaars en wat dies meer zij, ter beschikking worden gesteld. Zulks vooral, omdat uiteindelijk een formateur tegenover het parlement moet kunnen verantwoor den, waarom hij tenslotte als minister president aan het hoofd van de ministers ploeg is opgetreden. Bijkans altijd pleegt danook een formateur toestemming te krij gen om zich uit dossiers van zijn „voor gangers" op de hoogte te stellen. De door minister De Quay ontwikkelde stelling be rust m.i. dan ook bepaald op een tekort aan kennis omtrent de in deze gebruike lijke, ongeschreven, staatsrechtelijke regel. Het ware overigens onbillijk hem daar over hard te vallen. Ti-ouwens, zelfs parle mentaire rotten met zeer grote ervaring kunnen de plank wel eens misslaan. Dat toonde voorzitter Kox-tenhorst in het hier volgende geval. Nieuw kabinet en oude wetsontwerpen In een onbewaakt ogenblik trachtte deze het als de gewoonste zaak ter wereld te doen voorkomen, dat de vaste Kamercom missie voor economische zaken het aan hangige ontwerp-prijzenwet niet verder wil behandelen, nu er een nieuw kabinet is opgetreden. Aan dat nieuwe kabinet zou het zijn om ten opzichte van de agenda de leiding te nemen, en dus te laten weten als het genoemd ontwerp wèl behandeld wil zien. Nu is het. merkwaardigerwijze, juist pre cies omgekeerd ir ons parlementaire staatsrecht gesteld. De Kamer stelt haar agenda vast. Natuurlijk ware het onjuist, als zij tegen de uitgesproken wil van de ministers een wetsontwerp zou gaan be handelen of afhandelen. Maar tot dusverre heeft de nieuwe minister van Economische Zaken helemaal niet laten weten, dat het ontwerp-pxljzenwet thans van de baan moet. En zolang dat niet het geval is, ligt het wel degelijk op de weg van genoemde vaste Kamercommissie haar standpunt na der toe te lichten. Dat voorzitter Kortenhorst plots kam pioen werd voor een tegenovergestelde ge dragsregel deed bepaald vreemd aan- en lokte dan ook kritiek alsmede verbetering van de aanvankelijk begane fout uit. Mgi) ziet het, aan raadsels en problemen van staatsrechtelijke aard heeft het in de jongste tijd niet ontbroken. 1 Dr. E. van Raaite ze toont. Ondanks het feit, dat de ge meente Scarborough het leeuwenaandeel van de kosten draagt het gehele zomer- budget voor 1959 wordt eraan besteed bleek het nauwelijks mogelijk de Neder landse fabrikanten tot deelneming te be wegen. Weinigen slechts hebben gevolg gegeven aan de uitnodiging om zelf naar Scarborough te komen of hun vertegen woordigers in Engeland daarheen te zen den, terwijl de orders voor het opschep pen lagen! Degenen, die dat wel hebben gedaan, zijn alleszins tevreden terugge keerd. Als voorbeeld moge hier worden genoemd de vertegenwoordiger van een Nederlandse fixroa in huishoudelijke ar tikelen, die bestellingen tot een bedrag van twintigduizend gulden kon noteren. Een andere deelnemer aan de Neder landse tentoonstelling ondervond, dat een nieuw filiaal van een groot winkelbedrijf speciale belangstelling had voor zijn pro dukten. Het is teleux'stellend, dat slechts acht Nederlandse bedrijven aan de ten toonstelling, welke de titel „Dutch Mar ket Place" draagt, zullen deelnemen. De economische voorlichtingsdienst komt er met een grote stand, waar zal worden ge toond wat Nederland presteert op het ge bied van de industriële vormgeving. De „Dutch Week" zal nog extra-publiciteit krijgen door de televisie, alsmede door een etalagewedstrijd en een schilderwed strijd voor de schooljeugd. Mr. Van Wal- sum, burgemeester van Rotterdam, zal de Nederlandse week op maandag 15 juni openen. De Haailemse bloemenmeisjes zullen aanwezig zijn en dit keer niet al leen hun fleurige gaven verspreiden, maar tevens liederen laten klinken. De vuurpijldansers uit de omgeving van Den Haag vertegenwoordigen het folkloristische element. Behalve volks dansen zullen ze ook hun zangrepertoire laten horen. Sinds de Engelsen het Am sterdamse draaiorgel hebben ontdekt, is het hier een vaste gast. De Rotterdam se politie zal een contingent naar Scar borough afvaardigen en met haar be roemde examenwagen demonstraties ge ven ten behoeve van de plaatselijke cam pagne voor veilig verkeer. Twee politie mannen zullen tevens kunststukjes op hun motorrijwielen ten beste geven. Een aantal bioscopen zal gedurende de week films over Nederland in hun programma opnemen. Aan het variété gedeelte zal worden deelgenomen door Jan Oradi, Fred Kaps, Rita Reys, Dave Parker, het duo De Wico's en de acroba ten Scott en Black. Een hoogtepunt is de carnavaloptocht, welke uit meer dan zes tig secties zal bestaan, waarin op vrolij ke en kunstzinnige wijze een beeld zal worden gegeven van allerlei uitingen van het Nedexlandse bestaan. Advertentie IS ZELFVERTROUWEN 134.- GULDEN WAARD? U weet dat zelfvertrouwen, zeker heid van optreden tot succes leidt. En dat bereikt u mede met heren mode op niveau. Brixon Voor jaarsmode 1959 Vanaf 134.hebt u ruime keuze uit een grote geva rieerde collectie Brixon-costuums, gedistingeerd èn degelijk. Ja slechts 134.gulden: 'n belegging in zelfvertrouwen, in succes! Alleen Brixon geeft u de garantie van herenmode op niveau: blijvende pasvorm, blijvende distinctie Gen. Cronjéstraat 40-44 - Haarlem Tel. 54679 Bij Koninklijk Besluit is met ingang van 1 oktober 1959 benoemd tot lid van de raad van state mr. J. M. Kan te 's Gravenha- ge met toekenning van gelijktijdig eervol ontslag als secretaris-generaal van het ministerie van binnenlandse zaken onder dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten als zodanig aan den lande be wezen. De heer Kan werd 12 januari 1905 in Den Haag geboren. Na het gymnasium te heb ben afgelopen studeerde hij rechten. Hij ving zijn loopbaan op 1 juni 1930 aan als commies bij de luchtvaartdienst. Op 1 ja nuari 1938 volgde zijn benoeming als hoofdcommies bij Binnenlandse Zaken. Hij doorliep bij dit departement de ver schillende rangen tot en met raadadviseur in algemene dienst en werd in 1954 be noemd. tot. secretaris-generaal. Hij is se- cretaris geweest van de Raad voor de Lüchtvaart. Vanjzijn hand verschenen verscheidene tijdschriftartikelen op staatsrechtelijk en administratiefrechtelijk terrein.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1959 | | pagina 11