Staatsrechtelijke raadsels en problemen
SURINAME WORSTELT ZICH OMHOOG UIT
VRUCHTELOOS PLANNEN-TIJDPERK
Afschaffing van slavernij was niet
doodsoorzaak voor cultures
de
Nederlandse industrie schijnt
Scarborough te versmaden
Op het Binnenhof strijdt de
burger voor zijn recht
Öp en om het
Binnenhof
11
Gaat u met vakantie?
Sekteleider Lou in zijn
gezicht geslagen
DUTCH FESTIVAL 1959
Rotterdams burgemeester
opent feest op 15 juni
Mr. J. M. Kan lid van
de Raad van State
DONDERDAG 4 JUNI 1959
Dit is het eerste van twee artikelen,
die drs. A. Jonkers, hoofd van de di
rectie Suriname en Nederlandse Antillen
(ministerie van Zaken Overzee) op ons
verzoek schreef over de ontwikkeling
van Suriname.
„HET ENIGE waar het Suriname niet aan ontbreekt zijn plannen", was een
voor de Tweede Wereldoorlog in Suriname veel gehoorde verzuchting. Suri
name was plannenmoe. De planken der archieven zuchtten onder de boeken
en verslagen van onderzoekers, waaraan geen of onvoldoende gevolg was
gegeven. Toch is het bepaald onjuist te stellen zoals veelal gebeurt dat
in Suriname vóór 1940 behalve voor de mijnbouw nooit wat is gewaagd. Er is
heel wat geprobeerd, ja er is zelfs zoveel geprobeerd en mislukt, dat het land
de naam kreeg van een land van mislukkingen. Dit was een onverdiende
reputatie, want in vele gevallen liepen de pogingen dood op gebrek aan mid
delen. Soms ontbrak de laatste duizend gulden om iets te doen slagen. De
plannen waren vrijwel altijd gericht op de rehabilitatie van de plantagenijver-
neid, door invoer vooral van goedkope arbeidskrachten, het bevorderen van
de aanplant van nieuwe plantagegewassen of het steunen van in nood zijnde
cultures. Bevordering van de plantagelandbouw gold als enig verzachtings
middel voor Suriname's kwalen. Op zichzelf is dat niet zo verwonderlijk. In de
18e eeuw was Suriname het rijkste overzeese gewest der Nederlanden. De
economische basis was toen het plantagesysteem op de grondslag van slaven
arbeid en de verbouw van produkten voor de Europese markt. In 1794 waren
er nog 595 plantages: tussen 1750 en 1775 bedroeg de export van landbouw
producten 250 miljoen gulden.
Het is een nog steeds levend misver
stand, dat de emancipatie van de slaven
een ommekeer in deze gunstige stand van
zaken zou hebben gebracht. Het keerpunt
ligt reeds in het eind van de 18de eeuw.
Het is niet boud te stellen, dat het voor de
welstand van Suriname heel wat beter
zou zijn geweest indien de emancipatie
eerder had plaatsgevonden.
De Engelsen hebben de slavernij al in
1836 afgeschaft. In het aangrenzende
Brits-Guyana hebben zij aanstonds een
goedgeleide immigratie van Brits-Indiërs
in gang gezet en aanzienlijke bedragen
besteed aan de rehabilitatie der land
bouwbedrijven, met als gevolg dat de
landbouw als grootbedrijf zich daar heeft
kunnen handhaven.
Roofbouw
In Suriname was onzekerheid geduren
de meer dan een halve eeuw omtrent de
invloed van de emancipatie op de renta
biliteit der landbouwcultures oorzaak dat
vernieuwingen uitbleven en roofbouw werd
gepleegd op grond en mens. Toen de eman
cipatie in 1863 werd doorgevoerd, werden
de slaven 10 jaar onder staatstoezicht ge
steld, in welke tijd zij verplicht waren ar
beidscontracten te sluiten.
Na afloop van die periode verlieten zij in
groten getale de plantages. Een duur stelsel
van vervanging der arbeidskrachten door
immigratie was, anders dan in 1836, niet
voldoende, om de mededinging met nieuwe
produktiegebieden vol te houden. Grote
investeringen zouden nodig zijn geweest,
om de uitgeboerde bedrijven weer op peil
te brengen en hiervoor was het getij ver
lopen. Kapitaal en deskundigen vonden
hun weg voortaan naar Indonesië, dat door
het Suezkanaal dichter bij de Westerse
markten was komen te liggen, en waar
het cultuurstelsel de weg had gebaand tot
een enorme expansie der particuliere
landbouwnijverheid.
De landbouw werd in toenemende mate
kleinbedrijf, dat meer gericht was op eigen
behoeften dan op de voorziening van de
wereldmarkt.
Er is, als gezegd, heel wat geprobeerd,
om de plantagebouw nieuwe kansen te
geven. Nooit kwam het tot een systema
tisch onderzoek van de mogelijkheden van
het land als geheel. Pas de hedendaagse
planvorming heeft deze eenzijdige gericht
heid op herstel van het agrarisch groot
bedrijf vermeden.
Na 1945 begint de politieke emancipatie
van Suriname, die in de totstandkoming
van het Statuut haar sluitstuk vond.
Van de aanvang af stond voor ogen deze
ontwikkeling hand in hand te doen gaan
met de uitvoering van een program voor
economische, sociale en culturele ontwik
keling.
Dichtbebost
Dit is voorwaar geen geringe opgave,
want Suriname is een land, dat voor 80
percent nog is bezet met oerwoud, waarin
een ervaren woudloper met moeite vijf
km per dag vordert; een land met een
spaarzame bevolking, 200.000 zielen. Een
bevolking, die bovendien geen volk vormt,
maar uiteen valt in groepen, die elk hun
eigen culturele kenmerk dragen.
De talrijkste groep vormt de Creoolse
bevolking, die 41 pet uitmaakt van het
totaal.
De Creolen bezetten vele van de ambte-
lijke en technische posities en leveren een
groot deel der arbeiders in industrie en
mijnbouw. Dan komt in aantal de groep
der Hindostanen, die hun bestaan nog in
hoofdzaak vinden in de landbouw, meestal
in kleine, maar soms ook in middelgrote
gemechaniseerde bedrijven. Ze dringen
steeds sterker door in handel, ambtenarij
en de vrije beroepen. Economisch en nume
riek zijn de Hindostanen in de opmars. Zij
maken thans 35 °/o uit van de bevolking.
Een tweede groep Aziaten vormen de Ja
vanen, evenals de Hindostanen oorspron
kelijk aangevoerd als contractarbeiders.
Deze groep, 20 °/o van het totaal, levert
het grootste deel der arbeiders op de over
gebleven plantages. In andere takken van
bedrijf doen de Javanen zich nog niet in
betekenende mate gelden. Verder leven er
een paar duizend Europeanen, enkele dui
zenden Chinezen, wat Libanezen en Ameri
kanen, gezamenlijk vier percent van het
bevolkingstotaal. Tenslotte leven in de bos
sen 20.000 bosnegers en een klein aantal
in zeer primitieve staat verkerende In
dianen. Een bont bevolkingsmozaïek dus.
Op grond van dit bevolkingsmozaïek en
de vele tegenstellingen is Suriname wel
en wilt u dat wij uw krant naar ow
vakantie-adres opzenden
Stuurt u ons dan minstens twee dagen
voor uw vertrek een briefkaart met
vermelding van uw naam, uw vaste
adres, uw vakantie-adres, de datum
waarop de eerste krant naar uw
vakantie-adres gezonden moet worden
en de datum waarop de krant voor het
laatst moet worden toegezonden.
Als u de krant per week betaalt, wilt
u dan het abonnementsgeld voor de
vakantieweken vooruit aan de bezor
ger betalen
DE ADMINISTRATIE
eens gekarakteriseerd als een futuristisch
land. Een eenvoudig rekensommetje leert
dat 220.000 zielen op een oppervlakte van
4'/2 maal Nederland een bevolkingsdicht
heid geeft van 1 '/2 ziel per km2. Nog
geen 40.000 ha grond is landbouwkundig
benut. De agrarische bevolkingsdichtheid
kan op ongeveer 500 zielen per km2 wor
den gesteld.
Dit cijfer vormt een schrille tegenstel
ling tot het vorige. Men vindt er land
bouw op primitieve wijze gedreven naast
gemechaniseerde landbouwbedrijven. In de
stad kan men getuige zijn van de ontmoe
ting tussen producenten in het stenen en
het industriële tijdperk namelijk achter de
fabriek van een houtindustrie waar bos
negers vlotten hout aanvoeren, die me
chanisch in de fabriek worden getild en
daar op moderne wijze worden verwerkt
tot triplex, die aan de voorzijde de fa
briek verlaat.
In een dunbevolkt land als Suriname
drukken de kosten voor bestuurszorg
zwaar, de lange verbindingen moeten voor
weinig mensen en goederen in stand wor
den gehouden, het onderwijs en de ge
zondheidszorg enzovoort zijn relatief duur.
De landbouwexport heeft betrekking op
kleine hoeveelheden, die voor de wereld
markt van weinig betekenis zijn. Boven
dien is eenheid van kwaliteit moeilijk te
garanderen, een omstandigheid die prijs-
drukkend werkt.
Het is duidelijk, dat onder deze omstan
digheden uit eigen besparingen onvoldoen
de middelen kunnen worden verkregen,
om een ontwikkelingsprogram te financie
ren, ondanks de grote vlucht die de
bauxietwinning na 1931 nam (van 233.000
ton tot 3,6 miljoen ton in 1956) waardoor
de Surinaamse begroting in 1941 voor het
eerst zonder subsidie van Nederland in
evenwicht kwam.
Tachtig percent van Suriname is oer
bos en voor talrijke projecten is dan
ook ontginning van grote stroken van
dichte bomen- en plantenvegetatie
het begin.
Op een door Lou V. uit Muiderberg
die zich „de weergekeerde Christus"
noemt gisteravond in de Brakke Grond
in de Nes te Amsterdam geox-ganiseerde
bijeenkomst van zijn religieuze sekte, is
het tot wanordelijkheden gekomen. Kort
geleden zou Lou V. de vrouw van een Am
sterdamse chauffeur hebben bewogen met
haar kind bij haar man weg te gaan.
De chauffeur, die de samenkomst bij
woonde, is Lou V. te lijf gegaan. „Hier
ben ik nou, ik zal bewijzen dat je niet
onschendbaar bent," zo zei hij tot Lou, die
hij een paar tikken op zijn gezicht gaf.
Zijn poging om Lou de zaal uit te sleuren
werd verijdeld door de aanhangex-s van
Lou, die de chauffeur uit de zaal verwij
derden en de politie waarschuwden. De
agenten van 'n vijf-maal-acht wagen her
stelden de oi-de in de zaal. Lou V. heeft
nog geen aangifte van mishandeling bij
de politie gedaan.
DE NEGEN MUZEN
Pablo Casals. In augustus zal de cel
list Pablo Casals naar Zermatt komen om
een interpretatie van concerten voor cello
van Haydn, Bocchexini, Schumann, Dvoi'ak
en Saint-Saëns te dirigeren.
Advertentie
SLANKE DAMESVINGERS
willen omringd worden met een charmant sieraad. Niet te veel, want
overdaad schaadt. Maar zo'n enkele mooie ring laat de hand op z'n voor
deligst uitkom.en.
FANT AS1ERINGEN
die passen bij Uw garderobe,
bij Uw persoon, hebben wij
in een schitterende collectie
reeds vanaf f 24.50
Grote Houtstraat
20049
(Van. onze correspondent in Londen)
De Engelse badplaats Scarboi-ough
aan de Noordzee heeft voi-ig jaar voor
het eerst een Nedei-landse week gehou
den, welke zo goed bevallen is, dat on
middellijk besloten werd deze dit jaar te
herhalen. Het „Dutch Festival 1959" zal
zoals reeds gemeld van 15 tot 20
juni gevierd wox'den. Het omvat niet al
leen een amusementsprogi-amma, dat er
op berekend is meer bezoekers te trek
ken er komen jaarlijks 100.000 gasten
maar er zal ook pi'opaganda worden
gemaakt voor allerlei Nederlandse pro
dukten, waai-aan een speciale tentoon
stelling zal worden gewijd, terwijl tevens
de winkels met inbegrip van een wax-en-
huis veel aandacht zullen schenken aan
Nedexlandse artikelen. Talrijke etalages
zullen Nederlandse goederen tonen en re
clame maken voor ons land in het alge
meen. De autoriteiten van Scarborough
weten hoe zij op de grote trom moeten
slaan. Voor de Nedexlandse week hebben
zij namelijk hun activiteit uitgestx-ekt
tot de grote steden in de omgeving, bin
nen een cirkel van 80 kilometer.
Van Nederlandse overheidszijde heeft
men niet geaarzeld medewerking te ver
lenen en de gelegenheid aangegrepen om
ons land naar vox-en te schuiven. Ook de
Nederlandse Kamer van Koophandel
voor het Verenigd Koninkrijk is hierbij
nauw ingeschakeld.
Men hoopt, dat deze manifestatie in
Scarbourough het uitgangspunt zal wor
den voor het houden van Nederlandse
weken eldex-s in Engeland. Enkele jaren
geleden was het de industriestad Shef
field, die een geslaagd initiatief hiei-toe
nam, maar daai-bij is het toen gebleven.
Het valt te betreuren, dat men van de
zijde van de Nederlandse industrie zo wei
nig geestdrift voor gebeux-tenissen als de-
Gedurende het Kamerdebat naar aan
leiding van de regeringsverklaring bevon
den zich verschillende buitenlandse diplo
maten onder het „verheven", n.l. boven in
de voor hen bestemde loges gezeten, ge
hoor. Na afloop van de gedachtenwisseling
in 's lands vergaderzaal klampte een van
die hoge gasten mij aan. Hij wilde gaarne
nader uitleg over wat er ten opzichte van
de aard van het kabinet-De Quay in het
midden was gebracht. Niet duidelijk toch
was hem, waarom daarop het etiket
„extra-parlementair" paste. Ronduit moest
ik bekennen, dat beantwoording van die
vraag mij allesbehalve makkelijk zou val
len. En dit voox-al ook na de door professor
Romme ten beste gegeven beschouwingen.
Parlementair of
extra-parlementair kabinet
Sinds jaar en dag is het, aldus ongeveer
begon ik mijn pogingen om enig nader
licht te verschaffen, in Nedexland zo ge
steld dat een kabinet niet in leven kan
blijven, wanneer het zich de steun van
een meerderheid in het parlement onthou
den ziet. Dit nu geldt eveneens voor het
pas opgetreden kabinet-De Quay. „Welnu,
dan hebben we hier gewoon te maken met
een parlementair kabinet", reageerde ter
stond de belangstellende vreemdeling, die
daarmee toonde een vreemdeling in het
Jeruzalem van de Nederlandse staatkun
dige samenleving te zijn. Als ge goed
naar de Rommiaanse uiteenzettingen ge
luisterd hebt. dan moet het u zijn opge
vallen, dat volgens de woordvoerder van
de fractie van de Katholieke Volkspartij
het tegenwoordige kabinet „duidelijk
extra-paxlemenfair" is, vanwege de bij de
foi'matie toegepaste methode, was mijn
antwoord. Er is geformeerd niet in, niet
na overleg met de fx-acties, ook niet in,
doch alleen na overleg met de fractievoor
zitters. Wai'en de fracties zelf er meer bij
betrokken geweest, dan zou het kabinet
een parlementair karakter bezeten hebben,
doch thans moet het extra-paxlementair
genoemd worden. Ziedaar de kern van de
stelling-Romme.
Terstond bleek, dat deze uitleg allesbe
halve kon bevredigen en dat ik, wegens
de kennelijk in de oren van de vragende
diplomaat raadselachtig klinkende taal,
naar meer helderheid moest streven. Daar
toe voelde ik mij echter beslist niet in
staat. En dit nog te minder dooi-dat juist
professor Romme zelf, even verderop in
zijn redevoering, een en ander te berde
had gebracht dat, nu het volgens genoemde
afgevaardigde ook gold voor het kabinet-
De Quay, deze ploeg wel degelijk tot een
parlementair kabinet stempelde! Op wet
gevend gebied is het geenszins de regering,
die op haar eentje, volkomen zelfstandig,
het beleid bepaalt; neen, zij doet dit te
zamen met het parlement, in gemeen over
leg daarmee. En wat het trekken van de
algemene beleidslijnen betreft is het al
precies eender gesteld. Gedurende de ge
hele rit, dat wil zeggen gedurende de ge
hele levensduur van het kabinet moet tus
sen de regering en de volksvertegenwoor
diging het gemeen overleg wox-den ge
voerd. Dergelijk vereiste noopt tot zeer
nauw contact tusseii kabinet en parlement:
het kabinet kan zich niet de weelde ver
oorloven eigen weg te gaan en zich niets
van het parlement aan te trekken. Het be
hoeft immers de steun van een paxlemen-
taire meerderheid, wil het kunnen aan
blijven. En elk kabinet, dat zich in een
dergelijke situatie bevindt, is daai'door een
paxlementair kabinet. Van een exti'a-parle-
mentair ministerie kan slechts sprake zijn,
indien er een ministei'sploeg aan het be
wind is, die geen enkele steun van de Ka
mer behoeft, doch voldoende heeft aan
steun daarbuiten, b.v. steun van de Koning.
Aldus mijn verdere explicatie.
„Dit begrijp ik. Men is er, zo besef ik
nu wel, bijzonder op gesteld het te doen
voorkomen, dat het kabinet een extra
parlementair karakter zou bezitten en be
roept zich ter staving van de juistheid dier
voorstelling van zaken onder meer op de
omstandigheid, dat tijdens de formatie
direct contact met de fracties achterwege
is gebleven. Maar waarom geeft men zich
hiervoor zoveel moeite?" Deze vx-aag
dwong mij tot de opmerking, dat stuk voor
stuk de partijen, waarmee de ploeg-De
Quay nauw verwant is, er hoogst ongaax-ne
tegenover hun eigen aanhang voor uit
willen komen, dat zij een zekei'e aanspra
kelijkheid hebben voor het optreden van
het kabinet en voor het progi-amma, waar-
op het in zee gaat. Door het te doen voor
komen alsof de fracties er helemaal buiten
zijn gehouden, menen deze de in werkelijk
heid wèl aanwezige aansprakelijkheid te
kunnen verloochenen en zich aldus de
vrijheid te kunnen voorbehouden om op
een bepaald ogenblik eventueel hun steun
aan het kabinet te ontzeggen.
In dit alles zie ik dan ook niet veel
anders dan een schijnvertoning. Na over
leg met de fractievoorzitters, niet met de
fracties, was het kabinet tot stand ge
komen. Derhalve weten de fracties zelf
van de prins geen kwaad. Zij bleven er
buiten en dus is het een extra-parlemen
tair kabinet, dat er uit de bus kwam. In
mijn ogen houdt deze redenering geen
steek. Want in de eerste plaats mogen de
fractievoorzitters geacht worden, de ziens
wijzen van hun fracties te representei'en.
En voorts valt wel te bedenken dat de
fractievoorzitters, als hun de formatie-
opzet mishaagd zou hebben, daarvan wel
blijk zouden hebben gegeven. Neen, al het
gegoochel met het woord „extra-parlemen
tair" kan onmogelijk het parlementaire
kax'akter van het kabinet weggoochelen.
En de vraag of er tevoren, tijdens de for
matie, nauw of wat minder nauw contact
met de fi'acties als zodanig voorhanden is
geweest, doet tenslotte bitter weinig ter
zake.
De door professor Romme op het kabi
netsschuitje geplaatste extra-parlementaire
vlag acht ik dus misplaatst, aangezien de
Aan het Haagse Bin
nenhof wordt niet alleen
de vadexlandse politiek
gemaakt, het is ook de
plek waar de gewone
burger zijn laatste ge
vecht levert met „de
instanties". Achter die
instanties gaat dan als
regel 'n buurman schuil
met wie men een ern
stig verschil van mening
heeft over de toepassing
van de Hinderwet. Daar
door dragen de verga
deringen van het col
lege, dat officieel „Af
deling van de Raad van
State voor de geschillen
van bestuur" heet, een
veel huiselijker karakter
dan die plechtige aan
duiding zou doen ver-
rioeden.
Er komen echtparen
die vinden dat een be-
endende houthandelaar
net te zware machines
werkt, een Limburgse
caféhouder verweert
zich tegen de stofplaag
van een overslagbedxljf
in zijn nabijheid, een
Loosdrechtse botenbou
wer ti-acht de staats
raden te vermurwen nu
B. en W. hem een ver
gunning om zijn bedrijf
uit te breiden hebben
onthouden, een aantal
Amsterdammers treden
gezamenlijk en in ver
eniging op tegen een
visbakkerij, waarvan de
geuren minder 'n temp
tatie dan een penitentie
vormen.
(Van onze Haagse redacteur)
De dikke dossiers ver
raden dat de meeste van
die affaires reeds een
lang leven leiden, de
Raad van State wordt
er vaak niet voor de eer
ste keer mee geconfron-
teerd. Voorzitter M. A.
Reinalda laat de appel
lanten dan ook niet in
het ongewisse dat de
beminnelijkheid waar
mee hij hen op hun ge
mak stelt geenszins be
tekent, dat ze nu. hun
welsprekendheid kunnen
botvieren. „Heeft u nog
iets nieuws toe te voe
gen aan het dossier, dat
de Raad al kent?" vraagt
bij, „of is er soms
iemand in de zaal die
voorlezing van het dos
sier verlangt?' Er is
echter nog nimmer een
gi-apjas geweest die op
die rituele suggestie in
ging.
Vele appellanten ver
schijnen ti-ouwens niet,
zoals maandagmiddag
Dok het geval was met
die Haarlemse firma, die
zich verzette tegen de
door B. en W. aan een
aan de Gedempte Oude
gracht gevestigd bedrijf
verleende vergunning
„tot het oprichten, in
werking brengen en in
werking houden van 'n
bewaarplaats van vluch
tige vloeistoffen". An
ders gezegd: om twee
olietanks te mogen in
graven. De tweevoudige
tegenpartij de direc
teur van het bedrijf en
een vei'tegenwoordiger
van de gemeente ver
scheen wel. Staatsraad
professor De Block
zorgde door een vraag
ervoor, dat zij de reis
niet helemaal voor niets
hadden ondei-nomen.
„Appellant zegt, dat hij
nu een drie keer zo
hoge bx-andverzekerings-
premie moet betalen. Is
dat fantasie?" Dat facet
had ir. Veenenbos van
Bouw- en Woningtoe
zicht nu juist niet in zijn
onderzoek betrokken,
maar hij vex-zekerde dat
sr px-aktisch geen brand
en ontploffingsgevaar
bestaat. „Appellant kan
best onderverzekerd zijn
geweest", zo opperde
bij. Twee minuten later
buigt het drie man ster
ke college zich over het
volgende px-obleem.
Staatsraad professor
Cleveringa begrijpt iets
niet. „Het gaat hier om
dubbele ramen welke
elkaar moeten overlap
pen over een afstand
welke twee keer zo groot
is als de ruimte welke
zich tussen de ramen
bevindt", zegt hij pein
zend.
„Begrijpt u wat daax--
mee bedoeld wordt?"
Want de Raad van State
graaft dieper dan de
teksten van wetten en
Desluiten.
vlag niet past bij de aan boord zijnde
lading, zoals genoemd Kamerlid die zelf
beschreef. Geheel juist daarentegen kwam
mij voor, wat hij aanstipte in verband met
professor De Quay's afwijzing om verdere
wijsheid over de formatie-geschiedenis aan
de Kamer deelachtig te doen worden uit
het dossier van professor Beel. Deze, zo
heette het, was in zijn hoedanigheid van
bemiddelaar als „instrument van de kroon-
draagster" opgetx-eden. Daarom moesten de
door hem in die rol bijeengebrachte ge
gevens, daar zij uitsluitend bestemd waren
ter voorlichting van het staatshoofd, dat
pi-of. Beel met het bemiddelingswerk had
belast, verder geheim blijven.
De minister-president verloor echter,
toen hij die stelling ontwikkelde, volslagen
uit het oog dat een formateur, eer hij een
opdracht tot samenstelling van een kabi
net aanvaardt, wel degelijk de wens ken
baar mag maken dat hem de dossiers van
bemiddelaars en wat dies meer zij, ter
beschikking worden gesteld. Zulks vooral,
omdat uiteindelijk een formateur tegenover
het parlement moet kunnen verantwoor
den, waarom hij tenslotte als minister
president aan het hoofd van de ministers
ploeg is opgetreden. Bijkans altijd pleegt
danook een formateur toestemming te krij
gen om zich uit dossiers van zijn „voor
gangers" op de hoogte te stellen. De door
minister De Quay ontwikkelde stelling be
rust m.i. dan ook bepaald op een tekort
aan kennis omtrent de in deze gebruike
lijke, ongeschreven, staatsrechtelijke regel.
Het ware overigens onbillijk hem daar
over hard te vallen. Ti-ouwens, zelfs parle
mentaire rotten met zeer grote ervaring
kunnen de plank wel eens misslaan. Dat
toonde voorzitter Kox-tenhorst in het hier
volgende geval.
Nieuw kabinet en oude wetsontwerpen
In een onbewaakt ogenblik trachtte deze
het als de gewoonste zaak ter wereld te
doen voorkomen, dat de vaste Kamercom
missie voor economische zaken het aan
hangige ontwerp-prijzenwet niet verder
wil behandelen, nu er een nieuw kabinet
is opgetreden. Aan dat nieuwe kabinet zou
het zijn om ten opzichte van de agenda de
leiding te nemen, en dus te laten weten
als het genoemd ontwerp wèl behandeld
wil zien.
Nu is het. merkwaardigerwijze, juist pre
cies omgekeerd ir ons parlementaire
staatsrecht gesteld. De Kamer stelt haar
agenda vast. Natuurlijk ware het onjuist,
als zij tegen de uitgesproken wil van de
ministers een wetsontwerp zou gaan be
handelen of afhandelen. Maar tot dusverre
heeft de nieuwe minister van Economische
Zaken helemaal niet laten weten, dat het
ontwerp-pxljzenwet thans van de baan
moet. En zolang dat niet het geval is, ligt
het wel degelijk op de weg van genoemde
vaste Kamercommissie haar standpunt na
der toe te lichten.
Dat voorzitter Kortenhorst plots kam
pioen werd voor een tegenovergestelde ge
dragsregel deed bepaald vreemd aan- en
lokte dan ook kritiek alsmede verbetering
van de aanvankelijk begane fout uit. Mgi)
ziet het, aan raadsels en problemen van
staatsrechtelijke aard heeft het in de
jongste tijd niet ontbroken. 1
Dr. E. van Raaite
ze toont. Ondanks het feit, dat de ge
meente Scarborough het leeuwenaandeel
van de kosten draagt het gehele zomer-
budget voor 1959 wordt eraan besteed
bleek het nauwelijks mogelijk de Neder
landse fabrikanten tot deelneming te be
wegen. Weinigen slechts hebben gevolg
gegeven aan de uitnodiging om zelf naar
Scarborough te komen of hun vertegen
woordigers in Engeland daarheen te zen
den, terwijl de orders voor het opschep
pen lagen! Degenen, die dat wel hebben
gedaan, zijn alleszins tevreden terugge
keerd. Als voorbeeld moge hier worden
genoemd de vertegenwoordiger van een
Nederlandse fixroa in huishoudelijke ar
tikelen, die bestellingen tot een bedrag
van twintigduizend gulden kon noteren.
Een andere deelnemer aan de Neder
landse tentoonstelling ondervond, dat een
nieuw filiaal van een groot winkelbedrijf
speciale belangstelling had voor zijn pro
dukten. Het is teleux'stellend, dat slechts
acht Nederlandse bedrijven aan de ten
toonstelling, welke de titel „Dutch Mar
ket Place" draagt, zullen deelnemen. De
economische voorlichtingsdienst komt er
met een grote stand, waar zal worden ge
toond wat Nederland presteert op het ge
bied van de industriële vormgeving. De
„Dutch Week" zal nog extra-publiciteit
krijgen door de televisie, alsmede door
een etalagewedstrijd en een schilderwed
strijd voor de schooljeugd. Mr. Van Wal-
sum, burgemeester van Rotterdam, zal
de Nederlandse week op maandag 15 juni
openen. De Haailemse bloemenmeisjes
zullen aanwezig zijn en dit keer niet al
leen hun fleurige gaven verspreiden,
maar tevens liederen laten klinken.
De vuurpijldansers uit de omgeving
van Den Haag vertegenwoordigen het
folkloristische element. Behalve volks
dansen zullen ze ook hun zangrepertoire
laten horen. Sinds de Engelsen het Am
sterdamse draaiorgel hebben ontdekt, is
het hier een vaste gast. De Rotterdam
se politie zal een contingent naar Scar
borough afvaardigen en met haar be
roemde examenwagen demonstraties ge
ven ten behoeve van de plaatselijke cam
pagne voor veilig verkeer. Twee politie
mannen zullen tevens kunststukjes op hun
motorrijwielen ten beste geven.
Een aantal bioscopen zal gedurende
de week films over Nederland in hun
programma opnemen. Aan het variété
gedeelte zal worden deelgenomen door
Jan Oradi, Fred Kaps, Rita Reys, Dave
Parker, het duo De Wico's en de acroba
ten Scott en Black. Een hoogtepunt is de
carnavaloptocht, welke uit meer dan zes
tig secties zal bestaan, waarin op vrolij
ke en kunstzinnige wijze een beeld zal
worden gegeven van allerlei uitingen van
het Nedexlandse bestaan.
Advertentie
IS ZELFVERTROUWEN
134.- GULDEN WAARD?
U weet dat zelfvertrouwen, zeker
heid van optreden tot succes leidt.
En dat bereikt u mede met heren
mode op niveau. Brixon Voor
jaarsmode 1959 Vanaf 134.hebt
u ruime keuze uit een grote geva
rieerde collectie Brixon-costuums,
gedistingeerd èn degelijk. Ja
slechts 134.gulden: 'n belegging
in zelfvertrouwen, in succes! Alleen
Brixon geeft u de garantie van
herenmode op niveau: blijvende
pasvorm, blijvende distinctie
Gen. Cronjéstraat 40-44 - Haarlem
Tel. 54679
Bij Koninklijk Besluit is met ingang van
1 oktober 1959 benoemd tot lid van de raad
van state mr. J. M. Kan te 's Gravenha-
ge met toekenning van gelijktijdig eervol
ontslag als secretaris-generaal van het
ministerie van binnenlandse zaken onder
dankbetuiging voor de vele en gewichtige
diensten als zodanig aan den lande be
wezen.
De heer Kan werd 12 januari 1905 in Den
Haag geboren. Na het gymnasium te heb
ben afgelopen studeerde hij rechten. Hij
ving zijn loopbaan op 1 juni 1930 aan als
commies bij de luchtvaartdienst. Op 1 ja
nuari 1938 volgde zijn benoeming als
hoofdcommies bij Binnenlandse Zaken.
Hij doorliep bij dit departement de ver
schillende rangen tot en met raadadviseur
in algemene dienst en werd in 1954 be
noemd. tot. secretaris-generaal. Hij is se-
cretaris geweest van de Raad voor de
Lüchtvaart.
Vanjzijn hand verschenen verscheidene
tijdschriftartikelen op staatsrechtelijk en
administratiefrechtelijk terrein.