Nog geen antwoord
van Gromyko
SENATOR
Vaderdag
BADCOSTUUMS
Communisten in de autonome
regering van Valle d' Aosta
Eis om troepen in West-Berlijn te
legeren zou zijn ingetrokken
raatótoel
Benoeming
Onderwaarderimi!
Waardige herdenking op 17
juni in West-Duitsland
VOGELZANG
Gun Vader rookgenot - Geef Vader dus
Vraag de sigaren met het Vaderdagrapport
Christen-democraten in de oppositie gedrongen
Op de
Nehroe gaat in Kerala zelf
polshoogte nemen
DONDERDAG 18 JUNI 1959
Sinds enige tijd reeds zijn de onontbeer
lijke voorbereidende stappen ondernomen
tér benoeming van een hoogleraar in het
volkenrecht te Leiden, nu prof. mr. F. M.
baron v. Asbeck, de tegenwoordige func
tionaris, binnenkort zijn professoraat
wegens bereiking van de wettelijk voor-
geschreven leeftijdsgrens zal hebben neer
te leggen. Ingevolge art. 86 van de Hoger
Onderwijs-wet geschiedt een dergelijke
benoeming door de Kroon, namelijk bij
K.B. op voordracht en onder verantwoor
delijkheid van de minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen. Hetzelfde
artikel schrijft voor, dat de minister in
zo'n geval een door curatoren met redenen
omklede aanbevelingslijst aangeboden
krijgt, gehoord de faculteit in dit geval
die van de rechtsgeleerdheid.
Naar verluidt zou de juridische faculteit
te Leiden aan curatoren als eerste voor
benoeming tot opvolger van professor Van
Asbeck iemand hebben aanbevolen, die
reeds sinds ongeveer een tiental jaren
onder andere het volkenrecht aan een der
andere Rijksuniversiteiten doceert. Dit,
dank zij het feit dat hij dus, nu al tien jaar
geleden, volgens het oordeel van de Kroon
voldeed aan de vereisten, waaraan iemand
heeft te voldoen om met het ambt van
hoogleraar belast te kunnen worden.
Het is ons niet bekend of de Leidse
curatoren na het advies van de juridische
faculteit al een besluit hebben genomen
en, mocht dit zo zijn, wat het behelst.
Daarentegen bereikten ons wel van zeer
betrouwbare zijde aanwijzingen, dat er
buiten de universitaire kring (hooglei'aren
en curatoren) en buiten het departement
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap
pen, door personen, die met de benoeming
van hoogleraren geen enkele bemoeienis
hebben, gepoogd zou worden om uitein
delijk de minister van genoemd departe
ment te bewegen in elk geval de door de
juridische faculteit van de Leidse Univer
siteit uitverkorene niet voor benoeming
voor te dragen en dit om zeer speciale
politieke redenen. Drijfveer voor de
agitatoren in kwestie zou namelijk zijn,
dat bedoelde uitverkorene zich in woord
en geschrifte onomwonden gekeerd heeft
tegen een bepaald punt van regeringsbeleid
op internationaal gebied. Wij kunnen ons
heel goed voorstellen, dat de regering en
bij voorbeeld met name de minister van
Buitenlandse Zaken hem deswege niet
geschikt zou achten een functie te bekle
den waarbij het om het voeren of mee
helpen voeren van dat beleid zou gaan.
Maar het hoogleraarschap staat daar ge
heel en al buiten.
Bij hoogleraarsbenoemingen gaat het er
om, nauwlettend het dienen van de be
langen van hoger onderwijs en wetenschap
in het oog te houden. Zo zal men de men
selijke zekerheid moeten bezitten, dat de
te benoemen functionaris door kennis, be
grip en ervaring op het gebied van het
geen hij te doceren heeft en waarmee hij
zich ook ten behoeve van de wetenschap
heeft bezig te houden, tegen de hoog-
leraarstaak voldoende is opgewassen. Na
tuurlijk dienen ook zijn karaktereigen
schappen hem geschikt te doen zijn voor
opvoeding van de studerende jongeling
schap. En verder moet men er op aan
kunnen, dat in hem niet het gevaar huist,
dat hij de aan hem toe te vertrouwen
jeugd zou vergiftigen met voor onze ge
meenschap gevaarlijke ideeën van fascis
tische of communistische aard. Die waar
borgen behoren ingeval van hoogleraars
benoemingen voorhanden te zijn. Aan de
bovengenoemde organen en colleges is het,
op de aanwezigheid dier waarborgen acht
te slaan.
Het is echter ten enenmale uit den boze,
op een grond als hierboven geschetst te
agiteren tegen de mogelijke benoeming
van een bepaalde figuur, die overigens
aan de zoeven opgesomde normen voldoet.
Dit nu schijnt thans niet overal voldoende
te worden ingezien. Doordrongen van de
onschatbare waarde van het hoog houden
der vrijheid op het terrein van onderwijs
en wetenschap, achten wij daarom een
waarschuwend woord op zijn plaats.
Intussen maken wij ons sterk, dat het
vertrouwen dat wij stellen in een juist
beleid, zowel van de Kroon als van hen
die de wet verder een taak heeft toegekend
in verband met hoogleraarsbenoemingen,
niet beschaamd zal worden. Het behoeft
geen betoog dat dit ook niet het geval zou
zijn als het advies van de juridische
faculteit om andere dan de genoemde
politieke redenen niet zou worden opge
volgd, dus wanneer hetzij curatoren, hetzij
uiteindelijk de Kroon op grond van te
eerbiedigen overwegingen tot de conclusie
zouden komen dat een ander dan degene,
die door de faculteit is aanbevolen, de
voorkeur zou verdienen.
Een zodanig afwijken van de aanbeve
ling der faculteit is volkomen aanvaard
baar. Maar onaanvaardbaar is het dat
elementen, die niet geroepen zijn om hun
invloed bij universitaire benoemingen te
laten gelden, niettemin proberen in zulke
gevallen volslagen misplaatste over
wegingen in het geding te brengen.
De Nederlandse Sportfederatie heeft bij
het nieuwe kabinet een sportnota inge
diend die er niet om liegt. Er is
f 875.200.000.nodig aan investeringen
voor een voorlopige voorziening in de be
staande behoefte en f 1.500.000.000.
volgens een voorzichtige prognose
om de achterstand over een periode van
25 jaar in te lopen. Een achterstand op
het gebied van de sport, zowel als de
lichamelijke opvoeding.
Moeten wij nog schrikken van die ge
tallen? Eigenlijk niet.' Er is al zoveel op
dit aambeeld gehamerd de laatste keer
in de zeer uitvoerige nota van het Neder
lands Olympisch Comité en er is eigen
lijk niemand meer die er vreemd van zal
opkijken. Men heeft zich zo langzamer
hand al verzoend met een onderwaarde
ring van de sport, ondanks de gestage
groei van de sportieve massa in alle lagen
van de Nederlandse bevolking en ondanks
de problemen i-ond de vrijetijdsbesteding,
vooral in verband met het opvangen van
de vijfdaagse wei-kweek.
Van een nieuw symptoom van ondei--
waardering maakte gisteren de voorzitter
van de N.S.F., de heer K. J. J. Lotsy, ge
wag. Het ministerie van O. K. en W. name
lijk ovei-weegt het instellen van een sport
raad. Met andere woorden: de N.S.F.
(Vervolg onderaan zesde kolom)
Advertentie
(Van onze reisredacteur W. L. Brugsma)
GENÈVE, 18 juni. Het leven van
de al dood gewaande Geneefse confe
rentie is weer niet een dag verlengd,
voornamelijk omdat Gromyko nog geen
instructies uit Moskou bleek te hebben
over de vraag of hij de patiënt uit zijn
lijden moet helpen, of nieuw leven
moet proberen in te blazen. Gisteren
hielden de vier ministers een korte ge
heime zitting, waai op Gromyko zijn
antwoord op het eergisteravond aan
hem overhandigde, nieuw geformuleer
de westelijke plan inzake Berlijn zou
geven. Dat plan was eergisteren door
de Amerikanen aangeduid als het laat
ste woord van het Westen en de zitting
als de beslissende voor het lot van de
conferentie. Gromyko gaf gedurende
het samenzijn van een half uur geen
mtwoord op het plan. Hij vroeg slechts
nadere inlichtingen en zo, voor de zo
veelste maal, werd het beslissende mo
ment van de conferentie een dag uitge
steld.
Wel had Gromyko een uur tevoren de
gehele internationale pers in koortsachti
ge spanning gebracht door zich naar het
gebouw te begeven, waar de Amerikaanse
minister Herter zijn kantoor heeft. Maar
terwijl journalisten en Amei-ikaanse di
plomaten hem daar tevex-geefs zochten,
zat de Russische minister ergens in dat
gebouw in een stoel van een tandax-ts. Hij
had gewoon kiespijn.
Verwacht wordt nu, dat Gi-omyko, die
kennelijk op instructies uit Moskou
wachtte vandaag een antwoord zal geven
op het westelijke plan in een geheime zit
ting, die te zijnen huize wordt gehouden.
Wat zal het antwoord zijn? Algemeen
wox-dt aangenomen dat Gromyko noch ja
noch neen zal zeggen op het nieuw gefor
muleerde voox-stel van het Westen, dat
weliswaar in plaats van een expliciete ga
rantie van de westelijke rechten in West-
Berlijn, die rechten niet meer noemt,
maar nog slechts impliceert en er de
praktische uitoefening van eist, maar an
derzijds nog steeds een zeer lange termijn
stelt: te weten de Duitse hereniging. Daar
nu is Gromyko niet voor te vinden, ook al
wordt de bittere pil enigszins verzacht
door het voorbehoud, dat de nieuwe rege
ling door een viermogendheden-akkoord
veranderd kan wox-den. Aannemelijk lijkt
nu, dat Gromyko een aantal punten uit
het nieuwe westelijke voorstel zal halen
als een basis voor discussie en daar an
dere punten uit zijn eigen plan misschien
ook nog weer andere, niet Bei-lijn betref
fende, aan toe zal voegen. Zo zal hij de
Geneefse discussie, die de westelijke dele
gaties even ver de keel uithangt als de
wereldpers en haar lezers, misschien nog
weer een eindweegs kunnen rekken. Het
Russische diplomatieke geduld is nu
eenmaal gi-oter dan het westelijke.
(Reuter) Van communistische zijde
verluidt, dat Gromyko op de korte bijeen
komst van woensdag voor het eerst heeft
meegedeeld wat de Sovjet-Unie bedoelt
met haar eis dat het Westen slechts een
symbolische strijdmacht in West-Bei-lijn
stationeert. De westelijke garnizoenen zou
den moeten worden verminderd van de te
genwoordige elfduizend man tot drie- of
vierduizend. De Sovjet-Unie, zo wordt van
communistische zijde verder vernomen,
heeft haar eis dat het Westberlijnse gar
nizoen ook Russische troepen moet bevat
ten, laten vallen.
WASHINGTON (UPI) President
Eisenhower heeft op zijn persconferentie
verklaard dat de vooruitzichten voor een
topconferentie niet verbeterd zijn sedert
twee weken geleden, toen hij gezegd had
dat onvoldoende vorderingen waren ge
maakt op de ministersconferentie. De pre
sident zei dat er geen hoop op een goede
politieke oogst op een topconferentie is,
tenzij de ministers er in slagen het terrein
voldoende te effenen.
(Van onze correspondent in Bonn)
In de Bondsrepubliek is gisteren op
waardige wijze de zeventiende juni 1953
herdacht, de dag waarop de Oostduitse
arbeidex-s in opstand kwamen tegen het
communistische regime. Ook al beschouw
den velen deze dag als een exti-a vrije
dag om er op uit te trekken, het was toch
opvallend, dat de wegen veel stiller wa
ren, dan op zon- en feestdagen het geval
pleegt te zijn. In Oost-Duitsland zelf was
het een „dag als alle andere".
Terwijl in geheel West-Duitsland en West-
Berlijn niemand wex-kte en de schoolkin
deren vi-ijaf hadden, werd in Oost-Duits
land alles vermeden wat maar kon lijken
op een herinnering. Daarbij staat vast, dat
het bewind van de communistische lei
ders Grotewohl en Ulbricht vaster in het
zadel zit dan ooit tevoren en dat het, steu
nend op eigen en Russische tanks en bajo
netten, geen enkele uiting van verzet meer
wil dulden. Het vluchtelingenaantal is
sterk teruggelopen. Het zijn thans voorna
melijk intellectuelen en kleine midden
standers, die zich niet laten paaien door
de langzaam stijgende Oostduitse wel
vaart en de vele beloften, die uitwijken.
Waar zes jaar geleden duizenden rebellen
riepen „Der Spitzbart muss weg" waar
mee Ulbricht werd bedoeld en met
straatstenen naar Russische tanks gooi
den, daar heerste gisteren de grauwe sfeer
van alle Oostduitse dagen.
In Bonn sprak bondskanselier Adenauer,
die de zeventiende juni een dag van trouw,
troost, moed en hoop noemde. In West-
Berlijn waren gisteravond zeventigdui
zend mensen bijeengekomen op het plein
voor het raadhuis, waar zes jaar geleden
de kisten met de doodgeschoten Oostbei'-
lijnse slachtoffex's van de volksopstand wa
ren opgesteld. Bondspresident Heuss was
een der sprekers. Hij nam daarmee als
president afscheid van West-Berlijn. Op
de graven van de slachtoffers van de ze
ventiende juni werden namens het West-
duitse parlement, de regering, de Bonds
raad en de x-egeringen der Westduitse deel
staten kransen gelegd. Een indrukwekken
de fakkeloptocht heslont de waardige hei'-
denking in West-Berlijn.
In de bondsrepubliek deed zich overi
gens toch een incidentje voor en wel te
Neurenberg. Daar tconden tijdens een re
de van een socialistische burgemeester le
den van een rechts-extremistische jeugd
organisatie een zwart-wit-rode vlag en een
transparant met de woorden „Van de Maas
tot aan de Memel, van de Etsch tot aan de
Belt", woorden die in het „Groot-Duits-
land" van Hitier opgeld deden. De politie
greep meteen in, nam vlag en transparant
in beslag en bekeurde de jongelingen.
Advertentie
19.75 - 59.75
Exclusieve modellen, zowel in lastex als in
coton-imprimé.
Import uit Zwitserland, Frankrijk en Israël.
n.v. modemag. - qr houtstr. 26-30 - haarlem
'MJ..
(Van- onze correspondent in Rome)
De verkiezingen voor het gewestelijke
parlement van de Valle d'Aosta zyn voor
de regering te Rome en voor de christen
democratische party een onverwachte
tegenvaller geweest. Zy zijn tevens een
teken aan de wand. De Valle d'Aosta is
een klein Franssprekend gebied aan de
voet van de Mont Blanc, dat in 1948, even
als Sicilië en „Trentino Alto Adige" ge
westelijk zelfbestuur heeft verkregen. Tot-
nutoe hadden de christendemocraten, al
dan niet verbonden met andere democra
tische partyen, er steeds het heft in han
den. Dat is thans niet meer het geval.
Juist nu de christendemocraten ervan
overtuigd waren dat hun macht voor goed
was gevestigd en nhdat zij een weinig de
mocratische kieswet hadden doen aanne
men, waarbij de groep partijen, die een
stem mëer dan vijftig percent vari alle
stemmen krijgt, recht heeft op 25 vgn de
35 zetels in de vergadering te Aosta, heb
ben zij de verkiezingen verloren. Hun be
langrijkste tegenstander is de „Union Val-
dotaine", een partij die aandringt op meer
autonomie en niet gediend is van de altijd
min of meer vadei'lijke, begunstigende wij
ze waarop Rome de zelfstandige gewesten
behandelt. Totnutoe was die „Union" altijd
de tweede partij van het gewest. Haar
leden zijn evengoed rooms-katholiek als
die van de christen-democratische partij.
De nieuwe kieswet maakte echter, dat de
„Union", wilde zij enige kans hebben al
thans nog iets te betekenen in het gewes
telijk bestuui-, zich moest aansluiten bij
andere partijen. En daar de christendemo
craten één lijn trokken met de liberalen
en de sociaaldemocraten, bleef er voor de
„Union" niet anders over dan samen te
gaan met de Nenni-socialisten, de commu
nisten en de afvallige sociaal-democraten.
In de sociaal-democratische partij is plaat
selijk namelijk een scheuring ontstaan
juist over de kieswet.
De christendemocraten zetten alles op
alles. Het onlangs gepubliceerde decreet
van het Heilig Office kwam hun te stade
en de bisschop van Aosta schreef aan
ieder der ï-ooms-katholieke kandidaten een
brief waarin hun handelwijze gelaakt werd
en zij met onthouding der saci'amenten
wei'den bedreigd. Dit heeft niet mogen
baten. En toen de neo-fascisten bekend
maakten, dat zij niet met een lijst zouden
uitkomen, maar de christendemocx'aten
zouden, steunen, betekende dit voor
„Union" een pas vooruit. In dit gebied is
men van fascisten allerminst gediend.
Het resultaat was 26.776 stemmen voor
lijst één (christendemoci'aten, liberalen,
sociaal-democraten) en 29.205 stemmen
voor lijst twee. Voor het eerst is in een ge
west de chi'isten-democx'atie in de oppo
sitie gedrongen. De „Union" kreeg vijftien
afgevaardigden, de Nenni-socialisten vier,
de afvallige sociaal-democraten drie en de
communisten drie. De oppositie in totaal
tien, waaxwan er vijf christen-democx'aten
Waarschijnlijk zal Rome van dit gebeu
ren niets leren, althans de chi'isten-demo-
craten niet. .Saragat heeft wel begrepen
wat er gebeurd is en schi'eef: „De enige
weg om het communisme te besti'ijden is
een politiek van grote sociale hervormin
gen. Politiemaatregelen en decreten van
het Heilige Officie bieden geen oplossing".
Sai-agat heeft voorts nog verklaax'd. als
mosterd na de maaltijd: „In die streek is
de kiezer uitgesproken antifascistisch en
kon dus niet zijn stem geven aan een lijst,
waai'aan fascisten hun goedkeuring hech
ten. Wat gebeurd'is, bewijst dat een links
geoi'iënteerde centrumregering (zoals die
van Fanfani was) de juiste foi'mule is voor
Italië. Zij sluit fascisten en hun medestan
ders uit".
(UPI) Voor het eerst sinds de oorlog
hebben de communisten beslag gelegd op
posten in de autonome ï'egcring van Valle
d'Aosta. Met hun coalitiegenoten, de Nen
ni-socialisten en de „Union" hebben zij
woensdag formeel het bewind ovei'geno-
men van de anti-communistische regering,
di.e bij de verkiezingen werd verslagen.
Ox-este Marcoz van de Union is premier
geworden. Drie ministersposten' gingen
naar de Union, twee naar de communisten
(Openbare Werken en Toerisme) en twee
naar dc socialisten (Handel en Industrie,
alsmede Sociale Zaken en Volksgezond
heid).
Men heeft vastgesteld dat
het op 21 juni is, voor alle
vaders tegelijk. Maar ik ben
daar niet zo zeker van.
Er is zonder twijfel een dag
in het leven van de man, die
hij als vaderdag beleeft een
dag waarop hij, met vrees en
vreugde tegelijk, zich voelt
doorbuigen onder het ontzag
wekkende gewicht van zijn
vadei'schap en een stukje van
de wereld overziet als zijn
akker, zijn bloeiend domein.
Maar dat is niet vast op
21 juni.
Het is op een vreemde, ver
zegelde dag van plotselinge
stilstand tussen de dagen,
waarop men zich voelt weg
genomen uit de snelle, recht
lijnige gang van volstrekt
eigen leven en zich tegen wil
en dank geplaatst ziet aan
het hoofd van een kudde. Het
kan een kudde van één of
twee of drie schapen zijn
doch men ziet hun koppen
volgzaam opgeheven en men
leest de hulpeloosheid en on
wetendheid in hun ogen. Zij
vragen de weg en zij aarzelen
niet in hun volgzaamheid,
omdat zij de groene schijn
van mals gras in uw ogen
zien.
En, behalve gras, vragen zij
liefde.
Het is niét de dag., waarop
zij geboren worden. Zij zijn
dan immers nog niet op de
wereld, al liggen zij in het
dons van de wieg als versge-
plukte appels tussen vloei
papier zij beseffen dan,
evenmin als echte appels,
geen ogenblik dat zij een
vader hebben. Een pasgeboren
kind is niet van de vader
het is misschien een beetje
van de moeder en verder van
niemand, omdat het in de om
nevelde oneindigheid van het
onbewuste niemand nodig
heeft.
Wij zijn allen in onze jeugd
eenmaal zeer verwonderd ge
weest over het feit, dat wij
de eei'ste jaren van ons be
staan in leven zijn gebleven
zonder werkelijk daartoe de
wil en het verlangen te heb
ben gehad.
Later komt de dag. waarop
het kind zijn vader het besef
van diens vadei'schap schenkt
als een liefdevol cadeau de
dag waarop het zijn verlangen
naar volgen en weten open
legt- Op die dag wordt het
kind een echte mens, en de
man een echte vader.
Maar dat is niet altijd op
21 juni.
Men kan jaren met een
kind aan de hand gewandeld
hebben zonder het besef, dat
men een deel van zichzelf
vertrouwd maakt met het
leven. En dan plotseling
door een vraag, een blik, een
woord herkent men in de
kleuter de persoonlijkheid.
Men ziet naast zich de be
sloten en afgeronde volmaakt
heid van het zelfstandige
wezen, waarvan men nooit de
diepste geheimen doorgronden
zal. Doch tegelijk herkent
men in die kleine mens
dat gemeenschappelijke deel.
waarin een wezenseenheid
verankerd ligt: eenzelfde
snaar, die eeuwig trillen zal
in dezelfde toon van mij
naar hem, van hem naar an
deren, van anderen naar
velen, dwars door dood en
geboorte heen.
Dan hei'kent men zichzelf,
als vader. En men grijpt de
kleine hand wat vaster, men
vertraagt zijn stap omdat men
de zware iast nu plotseling
voelt. Men zoekt zorgvuldiger
naar de weg, omdat men niet
enkel meer voor zichzelf de
uitkomst heeft te vinden. Men
ziet zijn tot dan zo standvas
tig gekoesterde vexdangens en
eigendommelijkheden ver
vliegen als dox-re bladex-en
van onbelang. Men stapt over
de di'empel van het eigen
leven op woeste gx-ond der
verantwoordelijkheden, waar
men de leegte voelt als een
plicht en een vreugde.
Dat doet men op vaderdag
doch niet steevast op
21 juni.
Het is de tragedie van de
vader, die zo vol vertrouwen
afstand doet van eigen wen
sen en de doelstelling van zijn
leven afstemt op zijn kin-
dex-en, dat hij op zeker mo
ment de schapen uit zijn
kudde ziet vluchten zonder
omzien en achterblijft in het
dorre land. dat niets voor hem
bewaai'd heeft. Zijn vaderdag
heeft een barre avond, waar
in zijn handen leeg en zonder
opdx-acht zijn.
Doch vóór die duisternis
valt, is de dag vol helle kleu
ren geweest. Hij heeft om-
hooggestaax-d naar de bronzen
gevel van het oude, doorgroef
de stadhuis, waar een witte
bruid de trappen bestijgt aan
de arm van een vreemde,
zwarte man. Een witte bruid,
die als een bloesemblad dat
door de voorjaarsbries is af
gerukt een angstige reis door
het leven begint. De vader,
die het bloesemblad zo graag
voor altijd aan de boom had
willen vasthouden, hoopt dat
de wind het zal meevoeren
naar gelukkige verten, en dat
het niet te snel op de grond
zal vallen en verdorren. Doch
hij kan niet meer doen dan
hopen.
De terugkeer van een man,
die vader is geweest, naar het
eigen leven zonder lasten en
verantwoordelijkheid, is waar
schijnlijk een terugkeer naar
een land, dat overspoeld is
door de zee. Het zal moeilijk
terug te vinden zijn en het is
niet gastvrij en liefelijk meei'.
Maar heeft niet elke gloi'ie-
rijke dag, zoals vaderdag, een
avond en een nacht zonder
nieuwe moi'gen?
Wie de rijkdom van ge
negenheid en liefde deelachtig
wordt en het geluk daar
van met volle handen neemt
ziet altijd weer het onver
mijdelijke einde, dat in het
glanzend goud gevat is als een
zwarte steen. De man die be
mint en bemind wordt zijn
dag heeft een donkere nacht
tot onheiToepelijk besluit.
Doch wie de ochtend begroet
als de glimlach van het leven
en de dag aanvaardt als de
volheid ei-van. kan de avond
en de nacht, tevreden ver
wachten als de uren van de
droom, de rust der herinne
ring en de slaap der vei'vul-
ling.
Dan zijn de diei'baren ver
en toch dichtbij omdat zij
wellicht in zich de snaar nog
horen trillen die op de volle,
lichte dag geraakt werd in het
samenzijn.
De volle, lichte dag, niet
noodzakelijk vallend op de
eenentwintigste juni.
n een vliegtuig
In een vliegtuig laat men zich van de
ene stad naar de andere trekken. Plotse
ling is het leven kleurig en vol van gratis
koffie en plakken rosbief. Onder u ligt de
Noordzee en links Hannover, aan uw rech
terhand komt zometeen Griekenland.
De taal, die in deze luchtwereld gespro
ken wordt, bestaat nauwelijks. De kapi
tein van het vliegtuig, een stoere Ameri
kaan vertelt ons in wat hij als de Duitse
taal bedoelt, dat rechts de Maas ligt en
ginds Denemarken aankomt. Hij is niet te
verstaan, alleen te reconstrueren wanneer
hij het daarop nog eens in zijn eigen taal
herhaalt. Als compensatie vertelt de
Duitse stewardess van haar kant iets in
wat zij meent dat Engels kon zijn. Pas
wanneer zij het in haar moedertaal zegt,
weet ik, dat ik niet meer mag roken en
mijn buikband moet vastbinden.
De wereld daar beneden is wazig groen
en geelachtig, met gebruinde conglomera
ties, die steden en stadjes zijn. Het is warm
daar beneden, en mensen hebben zorgen
en kruipen als microben van hun huis en
hof naar hun akker of kantoor. Zelfs hun
half-afbetaalde auto's zijn van boven nau
welijks te zien.
Sommige passagiers reizen samen, ande
deren reizen met hun gedachten. Weer
anderen lezen een boek of kranten. De
aarde strekt zich moederlijk uit, er zijn
al zoveel oorlogen op gevochten, zoveel
bommen ontploft, zoveel beschavingen op
gestaan en weer te gronde gericht. De
grond met wat wolkjes er boven houdt
het nog wel miljarden jaren uit, zo stevig
lijkt diezo ver het oog reikt.
Ik zelf zit alleen, ik kijk of de motoren
er nog wel zijn, leg mijn benen luxueus
over twee onbezetten plaatsen en laat mij
door het luchtruim suizen. Het biljet is
betaald gelukkig niet door mij en
ik kan de reiziger uithangen. Zo zitten er
wel veertig andere uithangende reizigers
achter me. Ieder met zijn eigen gedachten,
ieder vol vreugde of vol zorg, vol plannen
of vol rouw, per snelste lijn van A. naar
B., met de zon aan het firmament, stralend
alsof het geen geld kost, een lichte luch
tige wereld vol somberheid.
Door de ruiten zeggen kleine wolkjes
mij goedendag. Dat is vriendelijk, ik heb
het nodig, dag wolkje. Er staan witte kop
jes op de zee en scheepjes ploegen voren
door het geschulpte water. Dan gaan de
motoren grommen en het vliegtuig begint
te dalen. Van A. naar B. In de onbegrij
pelijke taal zegt een stem, dat we zometeen
in B. zullen landen en of ik niet meer wil
roken. Ze hopen, dat ik een aangename
vlucht heb gehad.
De bomen en bossen, de heuvels en
meren komen langzaam naar boven toe.
Misschien gaan wij ook langzaam naar
beneden, dat is niet zo te zeggen. De
wereld neemt weer proporties aan, gas
houders verschijnen als pillendoosjes,
fabrieken krijgen enig formaat, steden
hebben omvang.
Zou die piloot nu werkelijk zoeten, waar
dal vliegveld is? Opstijgen vind ik altijd
al griezelig, maar dalen is mij volkom-en
een raadsel. De startbaan te vinden tussen
al die bomen en huizen en velden en
spoorlijnen, en dan nog de goede hoogte
hébben, zodat we niet tegen de vlakte aan
smakken. Ik houd mijn hart vast.
Bons, we holderdebolder en over asfalt,
en de motoren beginnen te brommen en
stoppen dan. We schieten schielijk langs
lampen en hangars en stationsgebouwen
en worden binnengeloodst.
Ik ben aangekomen, van de ene stad
naar de andere, in een vliegtuig.
H. B. Fortuin
TRIVANDRUM (UPI) Premier Neh
roe van India heeft laten weten dat hij
„zeer waarschijnlijk"- een bezoek zal bren
gen aan de deelstaat Kerala, waar onder
de bevolking ontevi-edenheid is ontstaan
over het communistische bestuur. Op het
ogenblik is de situatie in Kerala rustig,
hoewel zich nog enkele incidenten hebben
voorgedaan tussen communisten en anti
communisten.
Leden van de oppositie vatten gisteren
opnieuw post voor regeringsgebouwen en
scholen. De politie joeg hen weg en er
werd slechts een arrestatie verricht. Tot
gisteren werden ruim 1.700 personen ge
arresteerd wegens posten en betogen.
De communistische eerste minister van
Kerala, Namboodripad heeft zijn ministers
verzocht Trivandrum niet te verlaten daar
zij geraadpleegd zouden kunnen worden
over de crisis. Bovendien houdt het reizen
gevaren in met het oog op mogelijke be
togingen.
Enkele weken geleden heeft de overheid
alle burgers opdracht gegeven hun wapens
in te leveren bij de speciale politie, een
oi'ganisatie die is gevormd uit communis
tisch partij kader. De anti-communisti
sche partijen hebben bekendgemaakt dat
deze wapens achtergehouden worden, om
te worden uitgex-eikt aan communisten als
hun regime omver geworpen zou worden
en de partij ondergronds moet gaan.
(Vervolg van eerste kolom)
de organisatie, waarin nagenoeg de ge
hele Nederlandse sport is vertegenwoor
digd is geen volwaardige gesprekspart
ner voor de i'egering, maar zal haar pro
blemen moeten bepraten met een instan
tie die dan de minister wel van advies
zal dienen. En weer staat dan de Nedex--
landse sport achteraan in de rij van door
(geld)problemen geplaagden. Alleen als er
op korte termijn veel geld bijeen moet
komen voor een liefdadig doel de KNVB
schonk gedux-ende de laatste tien jaar
ruim een miljoen gulden aan liefdadige
doeleinden mag zij even naar voren
komen ter meerdere glorie van het Neder
landse volk zelf.
Eén lichtpuntje is er vooi'lopig nog voor
de oplossing van de px'oblemen, die vele
honderdduizenden Nederlanders en
vooral jeugdige raken, maar ook dat
loopt gevaar gedoofd te worden. Dat is de
sporttotalisator, waarvan de baten in de
toekomst eventueel enige financiële ver
lichting kunnen geven. Maar ook voor
wat dat betreft is er nog lang geen zeker
heid, niet over de toto zelf en niet over
de bestemming van de baten.
De Nederlandse sport kampt niet alleen
met een schrikbarende achterstand en een
onderwaardering, maar heeft voorlopig
niets reëels om zich aan vast te klampen.
Hetgeen een uiterst droevig verschijnsel
is in een land, dat op zo velerlei sociaal
gebied voox-aan staat.