Nog geen antwoord van Gromyko SENATOR Vaderdag BADCOSTUUMS Communisten in de autonome regering van Valle d' Aosta Eis om troepen in West-Berlijn te legeren zou zijn ingetrokken raatótoel Benoeming Onderwaarderimi! Waardige herdenking op 17 juni in West-Duitsland VOGELZANG Gun Vader rookgenot - Geef Vader dus Vraag de sigaren met het Vaderdagrapport Christen-democraten in de oppositie gedrongen Op de Nehroe gaat in Kerala zelf polshoogte nemen DONDERDAG 18 JUNI 1959 Sinds enige tijd reeds zijn de onontbeer lijke voorbereidende stappen ondernomen tér benoeming van een hoogleraar in het volkenrecht te Leiden, nu prof. mr. F. M. baron v. Asbeck, de tegenwoordige func tionaris, binnenkort zijn professoraat wegens bereiking van de wettelijk voor- geschreven leeftijdsgrens zal hebben neer te leggen. Ingevolge art. 86 van de Hoger Onderwijs-wet geschiedt een dergelijke benoeming door de Kroon, namelijk bij K.B. op voordracht en onder verantwoor delijkheid van de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Hetzelfde artikel schrijft voor, dat de minister in zo'n geval een door curatoren met redenen omklede aanbevelingslijst aangeboden krijgt, gehoord de faculteit in dit geval die van de rechtsgeleerdheid. Naar verluidt zou de juridische faculteit te Leiden aan curatoren als eerste voor benoeming tot opvolger van professor Van Asbeck iemand hebben aanbevolen, die reeds sinds ongeveer een tiental jaren onder andere het volkenrecht aan een der andere Rijksuniversiteiten doceert. Dit, dank zij het feit dat hij dus, nu al tien jaar geleden, volgens het oordeel van de Kroon voldeed aan de vereisten, waaraan iemand heeft te voldoen om met het ambt van hoogleraar belast te kunnen worden. Het is ons niet bekend of de Leidse curatoren na het advies van de juridische faculteit al een besluit hebben genomen en, mocht dit zo zijn, wat het behelst. Daarentegen bereikten ons wel van zeer betrouwbare zijde aanwijzingen, dat er buiten de universitaire kring (hooglei'aren en curatoren) en buiten het departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap pen, door personen, die met de benoeming van hoogleraren geen enkele bemoeienis hebben, gepoogd zou worden om uitein delijk de minister van genoemd departe ment te bewegen in elk geval de door de juridische faculteit van de Leidse Univer siteit uitverkorene niet voor benoeming voor te dragen en dit om zeer speciale politieke redenen. Drijfveer voor de agitatoren in kwestie zou namelijk zijn, dat bedoelde uitverkorene zich in woord en geschrifte onomwonden gekeerd heeft tegen een bepaald punt van regeringsbeleid op internationaal gebied. Wij kunnen ons heel goed voorstellen, dat de regering en bij voorbeeld met name de minister van Buitenlandse Zaken hem deswege niet geschikt zou achten een functie te bekle den waarbij het om het voeren of mee helpen voeren van dat beleid zou gaan. Maar het hoogleraarschap staat daar ge heel en al buiten. Bij hoogleraarsbenoemingen gaat het er om, nauwlettend het dienen van de be langen van hoger onderwijs en wetenschap in het oog te houden. Zo zal men de men selijke zekerheid moeten bezitten, dat de te benoemen functionaris door kennis, be grip en ervaring op het gebied van het geen hij te doceren heeft en waarmee hij zich ook ten behoeve van de wetenschap heeft bezig te houden, tegen de hoog- leraarstaak voldoende is opgewassen. Na tuurlijk dienen ook zijn karaktereigen schappen hem geschikt te doen zijn voor opvoeding van de studerende jongeling schap. En verder moet men er op aan kunnen, dat in hem niet het gevaar huist, dat hij de aan hem toe te vertrouwen jeugd zou vergiftigen met voor onze ge meenschap gevaarlijke ideeën van fascis tische of communistische aard. Die waar borgen behoren ingeval van hoogleraars benoemingen voorhanden te zijn. Aan de bovengenoemde organen en colleges is het, op de aanwezigheid dier waarborgen acht te slaan. Het is echter ten enenmale uit den boze, op een grond als hierboven geschetst te agiteren tegen de mogelijke benoeming van een bepaalde figuur, die overigens aan de zoeven opgesomde normen voldoet. Dit nu schijnt thans niet overal voldoende te worden ingezien. Doordrongen van de onschatbare waarde van het hoog houden der vrijheid op het terrein van onderwijs en wetenschap, achten wij daarom een waarschuwend woord op zijn plaats. Intussen maken wij ons sterk, dat het vertrouwen dat wij stellen in een juist beleid, zowel van de Kroon als van hen die de wet verder een taak heeft toegekend in verband met hoogleraarsbenoemingen, niet beschaamd zal worden. Het behoeft geen betoog dat dit ook niet het geval zou zijn als het advies van de juridische faculteit om andere dan de genoemde politieke redenen niet zou worden opge volgd, dus wanneer hetzij curatoren, hetzij uiteindelijk de Kroon op grond van te eerbiedigen overwegingen tot de conclusie zouden komen dat een ander dan degene, die door de faculteit is aanbevolen, de voorkeur zou verdienen. Een zodanig afwijken van de aanbeve ling der faculteit is volkomen aanvaard baar. Maar onaanvaardbaar is het dat elementen, die niet geroepen zijn om hun invloed bij universitaire benoemingen te laten gelden, niettemin proberen in zulke gevallen volslagen misplaatste over wegingen in het geding te brengen. De Nederlandse Sportfederatie heeft bij het nieuwe kabinet een sportnota inge diend die er niet om liegt. Er is f 875.200.000.nodig aan investeringen voor een voorlopige voorziening in de be staande behoefte en f 1.500.000.000. volgens een voorzichtige prognose om de achterstand over een periode van 25 jaar in te lopen. Een achterstand op het gebied van de sport, zowel als de lichamelijke opvoeding. Moeten wij nog schrikken van die ge tallen? Eigenlijk niet.' Er is al zoveel op dit aambeeld gehamerd de laatste keer in de zeer uitvoerige nota van het Neder lands Olympisch Comité en er is eigen lijk niemand meer die er vreemd van zal opkijken. Men heeft zich zo langzamer hand al verzoend met een onderwaarde ring van de sport, ondanks de gestage groei van de sportieve massa in alle lagen van de Nederlandse bevolking en ondanks de problemen i-ond de vrijetijdsbesteding, vooral in verband met het opvangen van de vijfdaagse wei-kweek. Van een nieuw symptoom van ondei-- waardering maakte gisteren de voorzitter van de N.S.F., de heer K. J. J. Lotsy, ge wag. Het ministerie van O. K. en W. name lijk ovei-weegt het instellen van een sport raad. Met andere woorden: de N.S.F. (Vervolg onderaan zesde kolom) Advertentie (Van onze reisredacteur W. L. Brugsma) GENÈVE, 18 juni. Het leven van de al dood gewaande Geneefse confe rentie is weer niet een dag verlengd, voornamelijk omdat Gromyko nog geen instructies uit Moskou bleek te hebben over de vraag of hij de patiënt uit zijn lijden moet helpen, of nieuw leven moet proberen in te blazen. Gisteren hielden de vier ministers een korte ge heime zitting, waai op Gromyko zijn antwoord op het eergisteravond aan hem overhandigde, nieuw geformuleer de westelijke plan inzake Berlijn zou geven. Dat plan was eergisteren door de Amerikanen aangeduid als het laat ste woord van het Westen en de zitting als de beslissende voor het lot van de conferentie. Gromyko gaf gedurende het samenzijn van een half uur geen mtwoord op het plan. Hij vroeg slechts nadere inlichtingen en zo, voor de zo veelste maal, werd het beslissende mo ment van de conferentie een dag uitge steld. Wel had Gromyko een uur tevoren de gehele internationale pers in koortsachti ge spanning gebracht door zich naar het gebouw te begeven, waar de Amerikaanse minister Herter zijn kantoor heeft. Maar terwijl journalisten en Amei-ikaanse di plomaten hem daar tevex-geefs zochten, zat de Russische minister ergens in dat gebouw in een stoel van een tandax-ts. Hij had gewoon kiespijn. Verwacht wordt nu, dat Gi-omyko, die kennelijk op instructies uit Moskou wachtte vandaag een antwoord zal geven op het westelijke plan in een geheime zit ting, die te zijnen huize wordt gehouden. Wat zal het antwoord zijn? Algemeen wox-dt aangenomen dat Gromyko noch ja noch neen zal zeggen op het nieuw gefor muleerde voox-stel van het Westen, dat weliswaar in plaats van een expliciete ga rantie van de westelijke rechten in West- Berlijn, die rechten niet meer noemt, maar nog slechts impliceert en er de praktische uitoefening van eist, maar an derzijds nog steeds een zeer lange termijn stelt: te weten de Duitse hereniging. Daar nu is Gromyko niet voor te vinden, ook al wordt de bittere pil enigszins verzacht door het voorbehoud, dat de nieuwe rege ling door een viermogendheden-akkoord veranderd kan wox-den. Aannemelijk lijkt nu, dat Gromyko een aantal punten uit het nieuwe westelijke voorstel zal halen als een basis voor discussie en daar an dere punten uit zijn eigen plan misschien ook nog weer andere, niet Bei-lijn betref fende, aan toe zal voegen. Zo zal hij de Geneefse discussie, die de westelijke dele gaties even ver de keel uithangt als de wereldpers en haar lezers, misschien nog weer een eindweegs kunnen rekken. Het Russische diplomatieke geduld is nu eenmaal gi-oter dan het westelijke. (Reuter) Van communistische zijde verluidt, dat Gromyko op de korte bijeen komst van woensdag voor het eerst heeft meegedeeld wat de Sovjet-Unie bedoelt met haar eis dat het Westen slechts een symbolische strijdmacht in West-Bei-lijn stationeert. De westelijke garnizoenen zou den moeten worden verminderd van de te genwoordige elfduizend man tot drie- of vierduizend. De Sovjet-Unie, zo wordt van communistische zijde verder vernomen, heeft haar eis dat het Westberlijnse gar nizoen ook Russische troepen moet bevat ten, laten vallen. WASHINGTON (UPI) President Eisenhower heeft op zijn persconferentie verklaard dat de vooruitzichten voor een topconferentie niet verbeterd zijn sedert twee weken geleden, toen hij gezegd had dat onvoldoende vorderingen waren ge maakt op de ministersconferentie. De pre sident zei dat er geen hoop op een goede politieke oogst op een topconferentie is, tenzij de ministers er in slagen het terrein voldoende te effenen. (Van onze correspondent in Bonn) In de Bondsrepubliek is gisteren op waardige wijze de zeventiende juni 1953 herdacht, de dag waarop de Oostduitse arbeidex-s in opstand kwamen tegen het communistische regime. Ook al beschouw den velen deze dag als een exti-a vrije dag om er op uit te trekken, het was toch opvallend, dat de wegen veel stiller wa ren, dan op zon- en feestdagen het geval pleegt te zijn. In Oost-Duitsland zelf was het een „dag als alle andere". Terwijl in geheel West-Duitsland en West- Berlijn niemand wex-kte en de schoolkin deren vi-ijaf hadden, werd in Oost-Duits land alles vermeden wat maar kon lijken op een herinnering. Daarbij staat vast, dat het bewind van de communistische lei ders Grotewohl en Ulbricht vaster in het zadel zit dan ooit tevoren en dat het, steu nend op eigen en Russische tanks en bajo netten, geen enkele uiting van verzet meer wil dulden. Het vluchtelingenaantal is sterk teruggelopen. Het zijn thans voorna melijk intellectuelen en kleine midden standers, die zich niet laten paaien door de langzaam stijgende Oostduitse wel vaart en de vele beloften, die uitwijken. Waar zes jaar geleden duizenden rebellen riepen „Der Spitzbart muss weg" waar mee Ulbricht werd bedoeld en met straatstenen naar Russische tanks gooi den, daar heerste gisteren de grauwe sfeer van alle Oostduitse dagen. In Bonn sprak bondskanselier Adenauer, die de zeventiende juni een dag van trouw, troost, moed en hoop noemde. In West- Berlijn waren gisteravond zeventigdui zend mensen bijeengekomen op het plein voor het raadhuis, waar zes jaar geleden de kisten met de doodgeschoten Oostbei'- lijnse slachtoffex's van de volksopstand wa ren opgesteld. Bondspresident Heuss was een der sprekers. Hij nam daarmee als president afscheid van West-Berlijn. Op de graven van de slachtoffers van de ze ventiende juni werden namens het West- duitse parlement, de regering, de Bonds raad en de x-egeringen der Westduitse deel staten kransen gelegd. Een indrukwekken de fakkeloptocht heslont de waardige hei'- denking in West-Berlijn. In de bondsrepubliek deed zich overi gens toch een incidentje voor en wel te Neurenberg. Daar tconden tijdens een re de van een socialistische burgemeester le den van een rechts-extremistische jeugd organisatie een zwart-wit-rode vlag en een transparant met de woorden „Van de Maas tot aan de Memel, van de Etsch tot aan de Belt", woorden die in het „Groot-Duits- land" van Hitier opgeld deden. De politie greep meteen in, nam vlag en transparant in beslag en bekeurde de jongelingen. Advertentie 19.75 - 59.75 Exclusieve modellen, zowel in lastex als in coton-imprimé. Import uit Zwitserland, Frankrijk en Israël. n.v. modemag. - qr houtstr. 26-30 - haarlem 'MJ.. (Van- onze correspondent in Rome) De verkiezingen voor het gewestelijke parlement van de Valle d'Aosta zyn voor de regering te Rome en voor de christen democratische party een onverwachte tegenvaller geweest. Zy zijn tevens een teken aan de wand. De Valle d'Aosta is een klein Franssprekend gebied aan de voet van de Mont Blanc, dat in 1948, even als Sicilië en „Trentino Alto Adige" ge westelijk zelfbestuur heeft verkregen. Tot- nutoe hadden de christendemocraten, al dan niet verbonden met andere democra tische partyen, er steeds het heft in han den. Dat is thans niet meer het geval. Juist nu de christendemocraten ervan overtuigd waren dat hun macht voor goed was gevestigd en nhdat zij een weinig de mocratische kieswet hadden doen aanne men, waarbij de groep partijen, die een stem mëer dan vijftig percent vari alle stemmen krijgt, recht heeft op 25 vgn de 35 zetels in de vergadering te Aosta, heb ben zij de verkiezingen verloren. Hun be langrijkste tegenstander is de „Union Val- dotaine", een partij die aandringt op meer autonomie en niet gediend is van de altijd min of meer vadei'lijke, begunstigende wij ze waarop Rome de zelfstandige gewesten behandelt. Totnutoe was die „Union" altijd de tweede partij van het gewest. Haar leden zijn evengoed rooms-katholiek als die van de christen-democratische partij. De nieuwe kieswet maakte echter, dat de „Union", wilde zij enige kans hebben al thans nog iets te betekenen in het gewes telijk bestuui-, zich moest aansluiten bij andere partijen. En daar de christendemo craten één lijn trokken met de liberalen en de sociaaldemocraten, bleef er voor de „Union" niet anders over dan samen te gaan met de Nenni-socialisten, de commu nisten en de afvallige sociaal-democraten. In de sociaal-democratische partij is plaat selijk namelijk een scheuring ontstaan juist over de kieswet. De christendemocraten zetten alles op alles. Het onlangs gepubliceerde decreet van het Heilig Office kwam hun te stade en de bisschop van Aosta schreef aan ieder der ï-ooms-katholieke kandidaten een brief waarin hun handelwijze gelaakt werd en zij met onthouding der saci'amenten wei'den bedreigd. Dit heeft niet mogen baten. En toen de neo-fascisten bekend maakten, dat zij niet met een lijst zouden uitkomen, maar de christendemocx'aten zouden, steunen, betekende dit voor „Union" een pas vooruit. In dit gebied is men van fascisten allerminst gediend. Het resultaat was 26.776 stemmen voor lijst één (christendemoci'aten, liberalen, sociaal-democraten) en 29.205 stemmen voor lijst twee. Voor het eerst is in een ge west de chi'isten-democx'atie in de oppo sitie gedrongen. De „Union" kreeg vijftien afgevaardigden, de Nenni-socialisten vier, de afvallige sociaal-democraten drie en de communisten drie. De oppositie in totaal tien, waaxwan er vijf christen-democx'aten Waarschijnlijk zal Rome van dit gebeu ren niets leren, althans de chi'isten-demo- craten niet. .Saragat heeft wel begrepen wat er gebeurd is en schi'eef: „De enige weg om het communisme te besti'ijden is een politiek van grote sociale hervormin gen. Politiemaatregelen en decreten van het Heilige Officie bieden geen oplossing". Sai-agat heeft voorts nog verklaax'd. als mosterd na de maaltijd: „In die streek is de kiezer uitgesproken antifascistisch en kon dus niet zijn stem geven aan een lijst, waai'aan fascisten hun goedkeuring hech ten. Wat gebeurd'is, bewijst dat een links geoi'iënteerde centrumregering (zoals die van Fanfani was) de juiste foi'mule is voor Italië. Zij sluit fascisten en hun medestan ders uit". (UPI) Voor het eerst sinds de oorlog hebben de communisten beslag gelegd op posten in de autonome ï'egcring van Valle d'Aosta. Met hun coalitiegenoten, de Nen ni-socialisten en de „Union" hebben zij woensdag formeel het bewind ovei'geno- men van de anti-communistische regering, di.e bij de verkiezingen werd verslagen. Ox-este Marcoz van de Union is premier geworden. Drie ministersposten' gingen naar de Union, twee naar de communisten (Openbare Werken en Toerisme) en twee naar dc socialisten (Handel en Industrie, alsmede Sociale Zaken en Volksgezond heid). Men heeft vastgesteld dat het op 21 juni is, voor alle vaders tegelijk. Maar ik ben daar niet zo zeker van. Er is zonder twijfel een dag in het leven van de man, die hij als vaderdag beleeft een dag waarop hij, met vrees en vreugde tegelijk, zich voelt doorbuigen onder het ontzag wekkende gewicht van zijn vadei'schap en een stukje van de wereld overziet als zijn akker, zijn bloeiend domein. Maar dat is niet vast op 21 juni. Het is op een vreemde, ver zegelde dag van plotselinge stilstand tussen de dagen, waarop men zich voelt weg genomen uit de snelle, recht lijnige gang van volstrekt eigen leven en zich tegen wil en dank geplaatst ziet aan het hoofd van een kudde. Het kan een kudde van één of twee of drie schapen zijn doch men ziet hun koppen volgzaam opgeheven en men leest de hulpeloosheid en on wetendheid in hun ogen. Zij vragen de weg en zij aarzelen niet in hun volgzaamheid, omdat zij de groene schijn van mals gras in uw ogen zien. En, behalve gras, vragen zij liefde. Het is niét de dag., waarop zij geboren worden. Zij zijn dan immers nog niet op de wereld, al liggen zij in het dons van de wieg als versge- plukte appels tussen vloei papier zij beseffen dan, evenmin als echte appels, geen ogenblik dat zij een vader hebben. Een pasgeboren kind is niet van de vader het is misschien een beetje van de moeder en verder van niemand, omdat het in de om nevelde oneindigheid van het onbewuste niemand nodig heeft. Wij zijn allen in onze jeugd eenmaal zeer verwonderd ge weest over het feit, dat wij de eei'ste jaren van ons be staan in leven zijn gebleven zonder werkelijk daartoe de wil en het verlangen te heb ben gehad. Later komt de dag. waarop het kind zijn vader het besef van diens vadei'schap schenkt als een liefdevol cadeau de dag waarop het zijn verlangen naar volgen en weten open legt- Op die dag wordt het kind een echte mens, en de man een echte vader. Maar dat is niet altijd op 21 juni. Men kan jaren met een kind aan de hand gewandeld hebben zonder het besef, dat men een deel van zichzelf vertrouwd maakt met het leven. En dan plotseling door een vraag, een blik, een woord herkent men in de kleuter de persoonlijkheid. Men ziet naast zich de be sloten en afgeronde volmaakt heid van het zelfstandige wezen, waarvan men nooit de diepste geheimen doorgronden zal. Doch tegelijk herkent men in die kleine mens dat gemeenschappelijke deel. waarin een wezenseenheid verankerd ligt: eenzelfde snaar, die eeuwig trillen zal in dezelfde toon van mij naar hem, van hem naar an deren, van anderen naar velen, dwars door dood en geboorte heen. Dan hei'kent men zichzelf, als vader. En men grijpt de kleine hand wat vaster, men vertraagt zijn stap omdat men de zware iast nu plotseling voelt. Men zoekt zorgvuldiger naar de weg, omdat men niet enkel meer voor zichzelf de uitkomst heeft te vinden. Men ziet zijn tot dan zo standvas tig gekoesterde vexdangens en eigendommelijkheden ver vliegen als dox-re bladex-en van onbelang. Men stapt over de di'empel van het eigen leven op woeste gx-ond der verantwoordelijkheden, waar men de leegte voelt als een plicht en een vreugde. Dat doet men op vaderdag doch niet steevast op 21 juni. Het is de tragedie van de vader, die zo vol vertrouwen afstand doet van eigen wen sen en de doelstelling van zijn leven afstemt op zijn kin- dex-en, dat hij op zeker mo ment de schapen uit zijn kudde ziet vluchten zonder omzien en achterblijft in het dorre land. dat niets voor hem bewaai'd heeft. Zijn vaderdag heeft een barre avond, waar in zijn handen leeg en zonder opdx-acht zijn. Doch vóór die duisternis valt, is de dag vol helle kleu ren geweest. Hij heeft om- hooggestaax-d naar de bronzen gevel van het oude, doorgroef de stadhuis, waar een witte bruid de trappen bestijgt aan de arm van een vreemde, zwarte man. Een witte bruid, die als een bloesemblad dat door de voorjaarsbries is af gerukt een angstige reis door het leven begint. De vader, die het bloesemblad zo graag voor altijd aan de boom had willen vasthouden, hoopt dat de wind het zal meevoeren naar gelukkige verten, en dat het niet te snel op de grond zal vallen en verdorren. Doch hij kan niet meer doen dan hopen. De terugkeer van een man, die vader is geweest, naar het eigen leven zonder lasten en verantwoordelijkheid, is waar schijnlijk een terugkeer naar een land, dat overspoeld is door de zee. Het zal moeilijk terug te vinden zijn en het is niet gastvrij en liefelijk meei'. Maar heeft niet elke gloi'ie- rijke dag, zoals vaderdag, een avond en een nacht zonder nieuwe moi'gen? Wie de rijkdom van ge negenheid en liefde deelachtig wordt en het geluk daar van met volle handen neemt ziet altijd weer het onver mijdelijke einde, dat in het glanzend goud gevat is als een zwarte steen. De man die be mint en bemind wordt zijn dag heeft een donkere nacht tot onheiToepelijk besluit. Doch wie de ochtend begroet als de glimlach van het leven en de dag aanvaardt als de volheid ei-van. kan de avond en de nacht, tevreden ver wachten als de uren van de droom, de rust der herinne ring en de slaap der vei'vul- ling. Dan zijn de diei'baren ver en toch dichtbij omdat zij wellicht in zich de snaar nog horen trillen die op de volle, lichte dag geraakt werd in het samenzijn. De volle, lichte dag, niet noodzakelijk vallend op de eenentwintigste juni. n een vliegtuig In een vliegtuig laat men zich van de ene stad naar de andere trekken. Plotse ling is het leven kleurig en vol van gratis koffie en plakken rosbief. Onder u ligt de Noordzee en links Hannover, aan uw rech terhand komt zometeen Griekenland. De taal, die in deze luchtwereld gespro ken wordt, bestaat nauwelijks. De kapi tein van het vliegtuig, een stoere Ameri kaan vertelt ons in wat hij als de Duitse taal bedoelt, dat rechts de Maas ligt en ginds Denemarken aankomt. Hij is niet te verstaan, alleen te reconstrueren wanneer hij het daarop nog eens in zijn eigen taal herhaalt. Als compensatie vertelt de Duitse stewardess van haar kant iets in wat zij meent dat Engels kon zijn. Pas wanneer zij het in haar moedertaal zegt, weet ik, dat ik niet meer mag roken en mijn buikband moet vastbinden. De wereld daar beneden is wazig groen en geelachtig, met gebruinde conglomera ties, die steden en stadjes zijn. Het is warm daar beneden, en mensen hebben zorgen en kruipen als microben van hun huis en hof naar hun akker of kantoor. Zelfs hun half-afbetaalde auto's zijn van boven nau welijks te zien. Sommige passagiers reizen samen, ande deren reizen met hun gedachten. Weer anderen lezen een boek of kranten. De aarde strekt zich moederlijk uit, er zijn al zoveel oorlogen op gevochten, zoveel bommen ontploft, zoveel beschavingen op gestaan en weer te gronde gericht. De grond met wat wolkjes er boven houdt het nog wel miljarden jaren uit, zo stevig lijkt diezo ver het oog reikt. Ik zelf zit alleen, ik kijk of de motoren er nog wel zijn, leg mijn benen luxueus over twee onbezetten plaatsen en laat mij door het luchtruim suizen. Het biljet is betaald gelukkig niet door mij en ik kan de reiziger uithangen. Zo zitten er wel veertig andere uithangende reizigers achter me. Ieder met zijn eigen gedachten, ieder vol vreugde of vol zorg, vol plannen of vol rouw, per snelste lijn van A. naar B., met de zon aan het firmament, stralend alsof het geen geld kost, een lichte luch tige wereld vol somberheid. Door de ruiten zeggen kleine wolkjes mij goedendag. Dat is vriendelijk, ik heb het nodig, dag wolkje. Er staan witte kop jes op de zee en scheepjes ploegen voren door het geschulpte water. Dan gaan de motoren grommen en het vliegtuig begint te dalen. Van A. naar B. In de onbegrij pelijke taal zegt een stem, dat we zometeen in B. zullen landen en of ik niet meer wil roken. Ze hopen, dat ik een aangename vlucht heb gehad. De bomen en bossen, de heuvels en meren komen langzaam naar boven toe. Misschien gaan wij ook langzaam naar beneden, dat is niet zo te zeggen. De wereld neemt weer proporties aan, gas houders verschijnen als pillendoosjes, fabrieken krijgen enig formaat, steden hebben omvang. Zou die piloot nu werkelijk zoeten, waar dal vliegveld is? Opstijgen vind ik altijd al griezelig, maar dalen is mij volkom-en een raadsel. De startbaan te vinden tussen al die bomen en huizen en velden en spoorlijnen, en dan nog de goede hoogte hébben, zodat we niet tegen de vlakte aan smakken. Ik houd mijn hart vast. Bons, we holderdebolder en over asfalt, en de motoren beginnen te brommen en stoppen dan. We schieten schielijk langs lampen en hangars en stationsgebouwen en worden binnengeloodst. Ik ben aangekomen, van de ene stad naar de andere, in een vliegtuig. H. B. Fortuin TRIVANDRUM (UPI) Premier Neh roe van India heeft laten weten dat hij „zeer waarschijnlijk"- een bezoek zal bren gen aan de deelstaat Kerala, waar onder de bevolking ontevi-edenheid is ontstaan over het communistische bestuur. Op het ogenblik is de situatie in Kerala rustig, hoewel zich nog enkele incidenten hebben voorgedaan tussen communisten en anti communisten. Leden van de oppositie vatten gisteren opnieuw post voor regeringsgebouwen en scholen. De politie joeg hen weg en er werd slechts een arrestatie verricht. Tot gisteren werden ruim 1.700 personen ge arresteerd wegens posten en betogen. De communistische eerste minister van Kerala, Namboodripad heeft zijn ministers verzocht Trivandrum niet te verlaten daar zij geraadpleegd zouden kunnen worden over de crisis. Bovendien houdt het reizen gevaren in met het oog op mogelijke be togingen. Enkele weken geleden heeft de overheid alle burgers opdracht gegeven hun wapens in te leveren bij de speciale politie, een oi'ganisatie die is gevormd uit communis tisch partij kader. De anti-communisti sche partijen hebben bekendgemaakt dat deze wapens achtergehouden worden, om te worden uitgex-eikt aan communisten als hun regime omver geworpen zou worden en de partij ondergronds moet gaan. (Vervolg van eerste kolom) de organisatie, waarin nagenoeg de ge hele Nederlandse sport is vertegenwoor digd is geen volwaardige gesprekspart ner voor de i'egering, maar zal haar pro blemen moeten bepraten met een instan tie die dan de minister wel van advies zal dienen. En weer staat dan de Nedex-- landse sport achteraan in de rij van door (geld)problemen geplaagden. Alleen als er op korte termijn veel geld bijeen moet komen voor een liefdadig doel de KNVB schonk gedux-ende de laatste tien jaar ruim een miljoen gulden aan liefdadige doeleinden mag zij even naar voren komen ter meerdere glorie van het Neder landse volk zelf. Eén lichtpuntje is er vooi'lopig nog voor de oplossing van de px'oblemen, die vele honderdduizenden Nederlanders en vooral jeugdige raken, maar ook dat loopt gevaar gedoofd te worden. Dat is de sporttotalisator, waarvan de baten in de toekomst eventueel enige financiële ver lichting kunnen geven. Maar ook voor wat dat betreft is er nog lang geen zeker heid, niet over de toto zelf en niet over de bestemming van de baten. De Nederlandse sport kampt niet alleen met een schrikbarende achterstand en een onderwaardering, maar heeft voorlopig niets reëels om zich aan vast te klampen. Hetgeen een uiterst droevig verschijnsel is in een land, dat op zo velerlei sociaal gebied voox-aan staat.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1959 | | pagina 7