Fanfare" zonder echo
QR0TE
f 95»-
COR 0LY
Op de politiepost aan het strand
is het de gehele dag druk
Oesters- en mosselkwekers zullen
f. 150 miljoen schade lijden
IJmond-agenda
DONDERDAG 25 JUNI 1959
15
33
EEN BESCHOUWING NAAR AANLEIDING VAN DE
INTERNATIONALE FILM WEEK TE ARNHEM
Betaling
abonnementsgeld
per giro
Weer behoorlijke aanvoer
op aardbeienveiling
Parkeerplaatsen aan rand
van Amsterdams centrum
Raad voteert zes ton
Schaduwzijde van Deltaplan
Rapport van Amsterdamse
hoogleraar
Pinguins in de ijskast
ENGELSE
KINDERRIJWiELEN
Minister Downer
„Er komen niet genoeg
Nederlanders naar
Australië"
Kort nieuws
Op 19 juni begon in de levendige stad Arnhem het derde
Nederlandse filmfestival dat om de twee jaren georgani
seerd wordt. Het programma omvat een aantal belangrijke
speelfilms uit verschillende landen afkomstig en geeft aldus
enig inzicht over de stand van zaken in de internationale
filmwereld. De meeste van deze films zijn al op het Film
festival in Cannes vertoond en enkele ook al bekroond,
andere films hebben al in het land van herkomst de vuur
proef van een première doorstaan. Door deze voorselectie
door een internationaal forum is wat Arnhem betreft
het verrassingselement niet meer aanwezig. Dit verrassings
element was in Cannes de ontdekking van een aantal nieu
we regisseurs. Er was echter ook nog een andere „ontdek
king" namelijk, dat achter deze regisseurs en hun opmerke
lijke produkten producenten hebben gestaan! Er is aan dit
feit m.i. te weinig aandacht besteed. De beweringen van
sommige filmtheoretici ten spijt, is het nu eenmaal niet zó
dat uitsluitend de regisseur aan een film stijl en vorm geeft.
In de praktijk van het filmmaken zijn de regisseur en zijn
medewerkers in hoge mate afhankelijk van de „producer".
Want een werkelijke „producer" is niet alléén de man die
de filmproduktie financiert en organiseert, hij is ook de man
die het manuscript kiest, op de mogelijkheden beoordeelt
en hij is de raadsman en steun van de regisseur. Zijn taak
is niet minder „creatief" en gezien zijn sleutelpositie, van
het grootste belang voor alles.
Het is daarom duidelijk dat de werke
lijke „producer" zeer bepaalde eigen
schappen en talenten moet bezitten en
smaak en eruditie. Het produceren van
een film kan beslist geen „vrije-tijds"
besteding zijn van een ambitieuze film
verhuurder of theaterexploitant. Want dit
uiterst moeilijke en gecompliceerde
„vak" vraagt de volledige mens en alle
beschikbare tijd. Men kan dit vak van
filmproducer niet om de zoveel jaren eens
uitoefenen b.v. alleen als de omstandig
heden daartoe gunstig lijken. In het bui
tenland doen de „producers" niet anders
dan produceren.
De opzienbarende filmwerken die in
Cannes en elders werden getoond, heb
ben dus, behalve opmerkelijke regis
seurs, ook opmerkelijke producers gehad.
Wellicht zijn enkelen van hen niet af
komstig uit het normale filmbedrijf, maar
dan is de ontdekking van hun bestaan des-
temeer het signaleren waard!
Zij hebben bewezen niet de slaven te
zijn van de onfeilbaar verklaarde
formule dat een film alléén maar succes
kan hebben, indien ze geschikt is voor
„iedereen" man en vrouw, boeren en
burgers en buitenlui, katholieken en pro
testanten en ouden van dagen en pubers!
Deze producers bleken fantasie en
moed te bezitten en een zuiver instinct bij
de keuze van hun (vaak onbekende) me
dewerkers!
He.t is daarom goed en lofwaardig en
bovendien leerzaam dat de Arnhemse
filmweek ons iets toond van deze film-
renaissance.
De Arnhemse Filmweek brengt echter
ook een zeer negatief feit aan het licht.
Er is geen enkele Nederlandse speelfilm
vertoond omdat ze er niet zijn' Slechts
enkele documentaire films van vader
landse huize konden der traditie getrouw
getuigenis afleggen van het Nederlandse
talent op het gebied van de korte film.
Wij hebben in ons land weliswaar een
uitmuntende studio met vakbekwaam
personeel wij hebben een Productie-
Fonds met aanmerkelijke kapitalen in
kas, wij hebben een Sectie Film in de
Kunstraad, wij hebben zeer actieve amb
tenaren op de afd. Film van O., K. en
Wmaar wij zijn niet in staat op het
Filmfestival in Arnhem één Nederlandse
speelfilm te vertonen!
Gezien bevenstaande potentiële moge-
COCCC<XXXXX>^XX>COOCO^ODODOOOOCOCOOOOOOOOOOCOOOOOCXXXX>;
U kunt het uzelf gemakkelijk maken
door het abonnementsgeld voor het
volgende kwartaal te voldoen op
onze postgirorekening no. 129288 ten
name van De Umuider Courant. U
bespaart daarmee incassokosten en
vermijdt geloop aan de deur.
Het te gireren bedrag is f 7,65, post-
abonnés f 8,15.
U kunt het ons gemakkelijk maken
door uw giro-opdracht te verzenden
vóór het eind van de maand, voor
zien van uw juiste naam en adres
Wij behoeven dan geen kwitanties
uit te zenden. Indien u voor een
ander gireert, wilt u dan het bezorg
adres van ie krant vermelden?
voor automatische giro betalingen
(het allergemakkelijkstezijn formu
lieren op aanvraag gaarne ter be
schikking. In dat geval dient men
wel voor voldoende saldo op de
girorekening zorg te dragen.
DE ADMINISTRATIE
De schrijver van dit artikel, Gerard
Rutten, is de maker van vijf Neder
landse speelfilms. Op het ogenblik be
reidt hij een Frans-Duitse coproduktie
voor van de verfilming van Otto Rom-
bachs roman Adriander Tulpendieb".
Hij voert over deze film. de regie onder
produktieleiding van Hans Abich.
D->CCOCOCOCOCCCODCCCCOOCCCC<X>CCCCOCXXXXXx:
VELSEN
DONDERDAG 25 JUNI
Thalia: „Gevaren der jeugd", speciale
voorstelling, 20 uur.
Rex: „Chirurg (wanhopig afscheid)", 20
uur.
Alcoholics Anonymus, zaal Abelenstraat,
van 20 uur af spreekuur.
Pietcr Vermeuienmuseum: Open van 14
tot tot. 16.30 uur.
VRIJDAG 26 JUNI
Thalia: „Eiland der verschrikking", 20
uur.
Rex: „Madeleine tel. 136211", 20 uur.
Raadhuis: Van 11 tot 12 uur spreekuur
wethouder van financiën.
Pieter Vermeuienmuseum: Open van 14
tot lot 16.30 uur.
BEVERWIJK
DONDERDAG 25 JUNI
Luxor Theater: 19 en 21.15 uur: „Verbo
den liefde".
Kentiemer theater, 20 uur: Modinette-
avond n.v. PI. Berghaus.
VRIJDAG 26 JUNI
Kennemer theater, 19 en 21.15 uur: „Do
dende liefde".
Luxor theater, 19 en 21.15 uur: „Ik was
Monty's dubbelganger".
HEEMSKERK
DONDERDAG 25 JUNI
R 'mis: raadsvergadering, 19.30 uur.
lijkheden moet er dus ergens iets niet
kloppen en wellicht heeft het eens zijn
nut deze kwestie onder de loep te nemen.
Het „Productie-Fonds" werd destijds
door de Nederlandse Bioscoop Bond en het
ministerie van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen gesticht om betere film-
produktie-mogelijkheden (financieel) te
scheppen en daardoor de continuïteit van
een speelfilmproduktie mogelijk te ma
ken. Want voor de artistieke en techni
sche ontwikkelingen is een voortdurende
filmproduktie een levensbelang. Slechts
door een voortdurend „werken" (en
daardoor leren) kunnen de filmers op den
duur betere werkstukken afleveren en het
algemeen niveau van de Nederlandse
speelfilm opvoeren. Voor de producent
gaf het Productie-Fonds gunstiger finan
cieringsmogelijkheden en werd zijn per
soonlijk risico aanmerkelijk verminderd.
Maar aangezien een film nu eenmaal
niet alléén met geld wordt gemaakt,
maar daarvoor creatieve en technische
mensen nodig zijn, is het voornaamste
dat zij in de gelegenheid worden gesteld
vooi'tdurend en in gunstige omstandighe
den te werken.
Er werd van de zijde van het Produc
tie-Fonds uitdrukkelijk op gewezen dat
men niet mocht verwachten en kon, dat
alle films via de hulp van dit Fonds tot
stand gebracht artistiek en/of commer
cieel een succes zouden worden.
Het getuigde van gezond inzicht dat men
begreep dat slechts geleidelijk het ni
veau van de Nederlandse speelfilm
met vallen en opstaan naar boven zou
kunnen worden geschroefd.
Het leek daarom voor de filmers dat
het levensgevaarlijke risico van een
„flop" nu niet meer zou kunnen beteke
nen dat zij maar naar een andere werk
kring zouden moeten uitkijken of naar
het buitenland zouden moeten uitwijken.
De praktijk heeft Intussen helaas aan
getoond dat deze nobele en verstandige
overwegingen van het Productie-Fonds
niet nagekomen werden. Er kwam geen
continue-produktie en zeker geen werk-
continuïteit voor de filmmakers. De pro-
duktie van een speelfilm bleef als
voorheen beperkt tot een incidenteel
gebeuren en de tussenpozen bleven even
lang of nog langer. Van een gestadige
mogelijkheid voor verdere ontwikkeling
was natuurlijk zó geen sprake.
Er worden vele motieven opgesomd om
te verklaren waarom een continue speel
filmproduktie zo moeilijk of in het geheel
niet te realiseren is. Vele van deze motie
ven zijn juist en berusten op ervaringen.
Maar gelden zulke motieven om het niet
te doen ook niet voor andere kunstuitin
gen, zoals het toneel, de opera, het ballet,
de muziek?.. Bij al deze kunstuitingen
speelt het geld het risico nu eenmaal
een belangrijke rol., een rol die niet weg
te werken is. En aanvaard wordt: Wat zou
er bijvoorbeeld van ons toneel en onze bal
letkunst terecht zijn gekomen indien de
spelers, de regisseurs en de dansers
slechts één enkele maal om de zoveel ja
ren konden optreden? Het is een ondenk
bare absurditeit..! Bij de „film" is dit
echter wel het geval! Wanneer men een
lijst opstelt van de gemaakte speelfilms,
dan ontdekt men dat slechts een enkele
speelfilmregisseur meer dan een of twee
films heeft kunnen regisseren, dat aan
iedere film andere medewerkers hebben
gewerkt, dat er steeds weer andere ma
nuscript- en draaiboekschrijvers geweest
zijn, steeds weer andere cameralieden
enz. enz. Men beweert herhaaldelijk dat
er in ons land geen goede draaiboekschrij
ver aanwezig is! Haal je de koekoek.hoe
moet zo'n schrijver het leren als hij maar
eens één (bescheiden) kans krijgt en daar
na in geen jaren (of nooit!) meer. Ieder
vak moet geleerd worden. Filmacademies
en filmcursussen zijn zeker nuttige instel
lingen, maar onvoldoende om vakkundige
filmmensen af te leveren. Daarbij komt
wat ons land betreft dat vrij veel do
centen van deze „filmopleidingen" de
studio's hoogstens als belangstellende be
zoeker gezien hebben en slechts een heel
enkele docent op een verantwoordelijke
post in een filmproduktie werkzaam is ge
weest.
In de praktijk blijkt er dus heel wat niet.
in orde te zijn. In andere landen met een
eveneens beperkt taalgebied (dus ook
exploitatie-gebied) blijkt het wel mogelijk
een continue-speelfilm-produktie tot stand
te brengen en voortdurend films te ma
ken. De ene goed. de ander minder., de
een een flop en bij hoge uitzondering eens
een meesterwerk! Waarom kan dat hier
niet? Er bestaan hierover dus verschillen
de theorieën, maar ik meen dat aan dit al
les hoofdzakelijk één factor schuld heeft
en wel het ontbreken van een werkelijke
„producer", een man die uitsluitend en
alléén leeft en werkt om films te produ
ceren.
Ik wil beslist niet beweren dat degenen
die in ons land een of meerdere films tot
stand brachten geen kundige lieden zou
den zijn. Van een enkele kan men zeer
beslist het allerbeste beweren, alleen., zij
doen het eens in de zoveel jaren! Hun
hoofdwerkzaamheden liggen in al deze ge
vallen op een ander terrein, zoals de film
verhuur of de theater-exploitatie.
Ik kan met dc beste wil een film
man die slechte eens incidenteel een
film tot stand brengt, geen „filmprodu
cer" noemen. In het filmproduktiebedrijf
vervult hij nu en dan eens een gastrol!
Ik geloof dat, in dit ontbreken van een
werkelijke „producer", de hoofdoorzaak
ligt van onze eeuwige nationale speelfilm
crisis! Want een echte producer moet
produceren, zoals een schrijver schrijven
moet en een schilder schilderen moet. En
deze bezetenheid voor zijn vak. het vak
dat zijn gehele leven beheerst, doet hem
ook de voorwaarden scheppen en de moei
lijkheden overwinnen om te kunnen pro
duceren. Hij heeft en wil geen uitwijkmo
gelijkheden naar een ander bestaan.
Zij, die eens als regisseur een speelfilm
hebben gemaakt, weten wat er nodig is
geweest om hun producent tot daden, tot
productie te krijgen. Een langdurige, bij
na ongezonde „flirt", het schrijven en in
dienen van ontelbare (meestal op eigen
risico geschreven) manuscripten, einde
loze besprekingen en een nooit aflatende
„drang" waren nodig. En dan ten slotte
een film, die met grootste omzichtigheid
gemaakt moest worden, geschikt voor
jong en oud enz. enz! Men kan het de pro
ducent die zich eens een keer aan een
filmproduktie waagt, niet kwalijk nemen
dat hij een filmschaap met vijf poten eist!
Een producer met een continue produktie
loopt immers minder risico's door de ver
scheidenheid van zijn films. Indien hij ten
minste een verstandige en moedige keuze
voor zijn programma doet.
Ieder jaar opnieuw kunnen wij in de
kranten lezen dat NU de lang verbeide
continue produktie komt. Ambiteuze lieden
geven persconferenties en vertellen onder
het genot van borrels en pindaatjes van
hun grote plannen! Dit herhaalde zich
ieder jaar en daarna kwam de landerige
stilte..! Nu doet zich in ons land het merk
waardige feit voor dat of een film nu
succes heeft of niet daarna er lange
tijd niets meer gebeurt. Dit was na uitge
sproken successen als „Sterren stralen
overal" „Ciske, de Rat" en ook na het
grote commerciële succes van „Fanfa
re" het geval. Ook deze „Fanfare" bleef
zonder echo. De mensen die aan een Ne-
derlandse. speelfilm werkten, wisten bijna
met een wiskundige zekerheid dat na hun
periode van werken een lange periode zou
volgen van „niet werken" (althans niet in
de speelfilmsector). En dit - weten was- on
afhankelijk van succes of geen succes, van
goede~'of~slechte kritieken. In velé' opzich
ten heeft juist de Fanfare film heel wat
aan het licht gebracht voor hen, die ogen
hebben om te zien en oren om te horen.
Zonder enige twijfel gaan de makers van
„Fanfare" op kortere of langere termijn
weer gebruik makend van hun succes en
goodwill, een nieuwe film produceren.
Maar daarmede is de zaak van de conti
nue produktie en de continue ontwikke
ling van de filmers niet gered.
Terwijl in Arnhem voor en na de voor
stellingen in het gastvrije Rembrandtthea-
ter de glazen geklonken worden, klin
ken in de Cinetone Studios te Amsterdam
eindelijk weer de hamerslagen aan de dé
cors voor een nieuwe filmeen Ameri
kaanse speelfilm (The dog of Flanders).
Na vele maanden leeg en verlaten gestaan
te hebben, zullen deze studio's weer vol
activiteit zijn. Maar een buitenlandse acti
viteit...! Voor de nationale filmwereld een
bijna beschamend iets. Want als deze Ame
rikanen na vier of vijf weken weer verdwe
nen zijn, zal dan weer de stilte in de studio
hallen heersen?
IN IEDER GEVAL toont de Arnhemse
Filmweek de vaderlandse burger, de film
vakman en de critici, paters, leden van
Kunstraden, Kunstcommissies, Produktie-
fonds, Hoofdbesturen en alle hoge en la
ge ambtenaren van O.K.W. en R.V.D. dat
erbuiten onze grenzen wel goede en inte
ressante films gemaakt kunnen worden,
niettegenstaande het feit, dat ook in die
landen soortgelijke produktiemoeilijkhe-
den bestaan als in ons land, dat ook daal
de T.V., „kauwgummie voor het oog", het
filmbedrijf schijnt te bedreigen. En dat
de uitmuntende films die in Arnhem ver
toond worden niet in een zucht en een
vloek tot stand zijn gekomen. Dat deze
meesterwerken niet op „bestelling" van
de filmcritici geleverd zijn, kunnen de ma
kers zelf aan hun Nederlandse gastheren
vertellen. En dan zullen zij vertellend
van de overwinningen op de moeilijkheden
kunnen wijzen op één man op de ach
tergrond... hun „producer"! Wij kunnen
dan vol trots op een hele club wijzen...
op het bestuur van het Produktiefonds, op
een hele Kunstraad, op een half Departe
ment en op rijen vol experts en film, des
kundigen", maar helaas niet op die ene
man, die producer is met hart en ziel en
met de inzet van zijn totale persoonlijk
heid.
Terwijl ik dit schrijf, dendert er een
K.L.M. vliegtuig over mijn huis en ik be
denk dat dit vliegtuig nooit zou zijn opge
stegen, indien er niet eens een man was
geweest, een man met een grote visie, een
groot ideaal en een onwrikbaar vertrouwen
in mogelijkheden. Mogelijkheden die in dit
vaak kleinburgerlijk land voor dwaas
en onzinnig gehouden werden. Hoe kon
immers een klein land een groot interna
tionaal luchtvaartbedrijf tot stand bren
gen. Albert Plesman wist dat het kon en.
het kwam er!
Jammer is het dat hij meer van vlieg
tuigen hield dan van films...! Want an
ders liepen er in Arnhem deze week Ne
derlandse speelfilms in waardige wedloop
met de buitenlandse produkten.
GERARD RUTTEN.
Op de woensdag gehouden aardbeienvei
ling viel de aanvoer niet tegen. Er waren
weer een goede 15000 manden, die iets
minder vlot weg gingen dan de vorige
twee marktdagen. Wel zocht men kratjes
goede aardbeien, maar de iets minder goe
de sortering „eenen" evengoed lag
lager in prijs. Ook de tweede kwaliteit was
iets goedkoper. Maar er werd toch weer
5,20 per slof betaald, de hoogste note
ring voor deze veiling. Toch gingen er heel
wat aardbeien weg voor een prijs, die lag
tussen de 3,30 en 4,20 per slof.
De tweede kwaliteit draaide voor de
grote meerderheid rond 3 per mand.
De aanvoer van doosjes is tot nu toe maar
heel klein, er werd tot 0,50 per stuk be
taald. Hiervan zal de aanvoer volgende
week wel groter gaan worden nu de aard
beien kleiner van stuk gaan w,orden.
BREESTRAAT VORDERT
De werkzaamheden ter verbetering van
het wegdek aan de Breestraat vorderen,
indien men de omstandigheden in aanmer
king neemt, snel.
Over enkele dagen zal men aansluiting
kunnen maken met het reeds geasfalteerde
deel van deze straat. Dan is nog wel niet
alles gereed, maar de ondergrond voor het
asfaltdek zal dan klaar zijn. Door een
goede regeling met de verkeerslichten
ondervindt het drukke Breestraatverkeer
vrijwel geen stagnatie. Vrij snel worden
de lichten telkens omgeschakeld en na
honderd meter langzaam rijden komt men
weer op de vrije baan.
In het weekeinde wordt de weg geheel
vrij gegeven en waarschuwt een oranje
knipperlicht dat men zeer voorzichtig
moet rijden.
Door het droge, warme weer is het strandseizoen veel vroeger dan anders op volle
toeren gekomen, 's Middags is het er vaak al stampvol, ook al moeten de vreemde
lingen over het algemeen nog komen. De strandbevolking wordt nu nog hoofdzakelijk
gevormd door de mensen uit IJmuiden zelf. Ook 's avonds is het meestal bedrijvig,
omdat velen na het eten nog even gaan zwemmen. Voorzover zij het water nog niet
te koud vinden, want de zee heeft nog steeds niet de temperatuur bereikt, die haar
behaaglijk maakt. Terwijl de landwinden de frisheid van het water erg schaden.
Advertentie
Zeg maar wat u wenst...
Onze collectie costuums
biedt ongekende
mogelijkheden
Normaal gewicht,
„Master style".
Dus smalle revers,
natuurlijke schouderlijn.
Modern ruit- of
streepdessin cos-
tuum „Master
style" 148
MARKTPLEIN
TEL. 4206
Dat het echte hoogseizoen nog niet is
begonnen blijkt wel op het kampeerter
rein, waar men nog lang niet &an de grens
der mogelijkheden toe is. Het zal echter
heus niet lang duren, voor dit wel het
geval zal zijn.
De beveiliging draait langs het strand
al op volle toeren. Badmeesters speuren
over zee, en voor de kust zijn altijd weer
boten, die afdrijvende zwemmers kunnen
helpen. En tenslotte zit er in de politie
post ook nog iemand, die zijn waakzaam
heid niet laat verslappen. Want hoofd
agent Seys zit niet voor het eerst op het
strand, en hij weet dan ook precies wat
hij in de gaten moet houden.
Zo nu en dan pakt hij zijn kijker en
speurt even naar de jongens, die op een
vlot aan het drijven zijn. Want ongemerkt
kun je met zo'n vlot een heel eind weg
raken, zonder dat je er eigenlijk erg in
hebt.
„Ik ben mijn moeder kwijt", komt een
snikkend jongetje vertellen. „Dan blijf je
maar hier", zegt de hoofdagent, „je moe
der komt zo wel". Het is niet de moeder,
maar een zusje, dat even later op komt
dagen en broertje meeneemt. Maar vijf
minuten later is ze weer terug.
„Was het de verkeerde?", vraagt de
hoofdagent. „Neen", zegt het meisje heel
serieus, „maar nu heeft broertje een splin
ter in zijn voet gekregen".
En dan komt de heer Seys in zijn ge
daante van ziekenbroeder op de proppen.
Op zijn post heeft hij een behandelbank
en tal van materialen. En juist zoals
broertje nu moet hij per dag ettelijke kin
deren helpen, die een splinter in de voet
hebben opgelopen. En het blijft niet bij
splinters. Er komt een jongetje binnen,
dat in glas heeft getrapt. Want er zijn
altijd weer mensen, die flessen en derge
lijke weggooien, wat fatale gevolgen kan
hebben.
Broertje's splinter is weer verwijderd,
maar er staat al weer een hele rij kinde
ren te wachten. Hoofdagent Seys tuurt
even de zee af en helpt dan zijn klan
ten verder. Hij moet ze aan verloren voor
werpen helpen, of ze adviezen geven.
„Houd je mijn vrouw in de gaten, dat
ze niet te ver in zee komt?", komt een
man vragen. En dan ziet hij, hoe er weer
enkele meisjes in de post zijn. die hun
moeder niet meer kunnen vinden.
„Ja, er zijn er altijd heel wat", zegt de
heer Seys. „Maar nooit een van achttien,
zeker", grapt de man.
Honden
Over het strand rennen honden heen
en weer. Nog onbewust van de boze woor
den, die in Zandvoort over hun soortgeno
ten zijn gevallen. De meeste honden zijn
beslist niet lastig voor de mensen. Maar
ze zitten wel graag achter ballen aan.
Daarom kunnen hondeneigenaars beter
een verzekering sluiten. Want elke kapot-
gebeten bal kost geld. En voor de bezitters
van de ballen is het natuurlijk nog pret
tiger, als men een hond, die graag ballen
kapot bijt. muilkorft.
Als de honden hun behoefte op het
strand doen, is dat voor de menselijke
strandbezoekers allerminst aangenaam.
„Maar er bestaat ook een voorschrift, dat
mensen de uitwerpselen van hun honden
moeten opruimen", zegt de hoofdagent.
Het leven van een politieman op de
strandpost is beslist geen sinecure, want
hij heeft veel te doen. Men loopt er in en
uit. Maar het grote voordeel staat er te
genover, dat het dankbaar werk is. „De
politieagent is mijn allerbeste vriend", is
niet alleen bestemd voor Barend Bluf. Het
geldt heel sterk voor al die mensen, die
in IJmuiden het strand bevolken.
Na een uitgebreid debat over het ver
keersprobleem heeft de Amsterdamse
gemeenteraad besloten tot het aanleggen
van parkeergelegenheden langs de bui
tenste ring van de binnenstad: Nassauka-
de, Stadhouderskade, Mauritskade en Hob-
'oemakade met een lokale capaciteit voor
ruim 1000 personenauto's. Hier en daar
is dan ook gelegenheid voor het parkeren
van autobussen, in totaal vijftig. Voor de
aanleg van deze parkeerplaatsen stelde
de raad f 600.000 beschikbaar.
B. en W. denken door het aanleggen
van deze terreinen de verkeersmoeilijkhe
den in de eerstkomende jaren het hoofd
te kunnen bieden. Het college acht het
thans financieel niet mogelijk, parkeerga
rages te doen bouwen en door de gemeen
te in exploitatie te nemen. Particuliere
initiatieven op dit gebied zullen echter
een willig oor vinden.
MARKT BEVERWIJK
24 juni. Aardbeien 1.305.20 slof. bloemkool
2771, sla 4—13. spinazie 8—29. postelein 2236.
bospeen 2448, waspeeen 2617, doppers 55.93,
sperziebonen 1.501.80. snijbonen 1.05—1.55. ra
barber 1232.
(Van onze Zeeuwse correspondent)
De verdwijning van de oester- en mos
selcultures als gevolg van de afsluiting
der zeegaten zal voor de betrokkenen in
de vissersplaatsen Ierseke en Bruinisse
een schade betekenen van rond 150 mil
joen gulden. Dat is een van de conclusies
in het rapport van de Amsterdamse hoog
leraar prof. dr. J. F. Haccou, dat dezer
dagen gereed kwam. In dit rapport zijn
de resultaten neergelegd van de studie,
die de Stichting voor Economisch Onder
zoek der Amsterdamse universiteit ge
maakt heeft over deze materie, op ver
zoek van de „Commissie van Dertien",
die de belangen der oester- en mosselcul-
luur en aanverwante bedrijven in Zeeland
behartigt.
De vissersplaatsen Ierseke en Bruinisse,
wier welvaart sterk afhankelijk is van de
baten uit de schelpdierencultures, zijn
onderwerp van studie geweest. De afslui
ting der zeegaten vormt een ernstige be
dreiging voor de welvaart van deze plaat
sen en de betrokkenen maken zich ernsti
ge zorgen, hoewel de verwezenlijking van
de Deltawet nog enkele tientallen jaren
zal duren. Prof. Haccou heeft deze vraag
stukken nader uitgewerkt in zijn rapport.
Uit volks- en beroepstelling blijkt, dat
in Ierseke bijna 45 percent en in Bruinis
se bijna 33 percent van de zelfstandige be-
drijfshoofden hun bron van bestaan in de
visserij vinden. Opvallend is, dat het aan
tal als arbeider in de visserij opgenomen
beroepsbeoefenaren zowel te Ierseke als
vooral te Bruinisse gering is. Deze bedrij
vigheid wordt namelijk uitgeoefend geza-
melijk met kinderen en veelal in compag
nonschap. De inkomsten voor de gehele
schelpdiercultuur in de Zeeuwse stromen
worden over de jaren 1946-1955 voor Ierse
ke en Bruinisse becijferd op gemiddled
voor oesters totaal 2.391.000 per jaar,
voor mosselen f 1.318.000. Deze cijfers
waren stijgende. In 1955 bijvoorbeeld be
droegen de inkomsten voor oesters
2.515.000, en voor mosselen f 1.825.000.
Het belang en de overheersende beteke
nis van deze bron van welvaart voor Ier
seke blijkt, aldus het rapport, duidelijk
uit het feit, dat in 1955 ruim 80 percent
van de oesterteelt en bijna 38 percent van
de gehele mosselteelt (inclusief die van
de Wadden) te Ierseke was geconcen
treerd en dat daar bovendien een mossel-
handel en een mosselconservenindustrie
is gevestigd.
Bruinisse is, wat de visserij betreft,
eenzijdiger georiënteerd en wordt door de
mosselcultuur beheerst. Hiervan neemt
Bruinisse ruim 30 percent van de totale
opbrengst (inclusief de Wadden) voor
haar rekening, voor een inkomen van on
geveer 1,2 miljoen gulden.
De mosselteelt in de Zeeuwse stromen
heeft, als gevolg van een verstoring van
het biologisch evenwicht na 1950 voor een
ernstige crisis gestaan en de produktie is
tot kleinere verhoudingen dan voorheen
teruggel-i acht Vele mosselkwekers uit
dit gebied hebben evenwel mosselperce
len! op de Wadden en moesten dus tot
een gesplitste bedrijfsvoering komen. En
kelen hebben Zeeland reeds verlaten en
zijn naar de noordelijke provincies ver
huisd. De oestercultuur heeft thans, al
dus het rapport-Haccou, eveneens de
grens van haar produktiemogelijkheid
weer nagenoeg bereikt. In 1945 heeft zij
moeilijkheden gekend die geleid hebben
tot een structuurwijziging in de afzet.
Dat de schatten der zee welvaart bren
gen in Ierseke en Bruinisse blijkt ook uit
de cijfers van de plaatselijke banken. In
de jaren 1950-1955 steeg het totale kre
dietsaldo in Ierseke met ruim honderd
percent van 1.5 miljoen gulden tot 3,6 mil
joen gulden. Ook de inleggingen op spaar
rekening bij de banken zijn belangrijk
toegenomen in deze vijf jaar. In Bruinis
se blijken besparingen in veel sterkere
mate te worden belegd in de aankoop van
grond, terwijl bovendien, evenals in Ierse
ke, de vloot belangrijke verbeteringen
heeft ondergaan. In beide plaatsen is een
belangrijke verschuiving naar hogere in
komensgroepen geconstateerd.
Daar de schaderegeling nog altijd een
omstreden punt is, heeft het gemeentebe
stuur van Ierseke dit onderzoek door prof.
Haccou laten instellen. De v:ssers heb
ben nu een op feiten en cijfers gebaseerd
uitgangspunt voor onderhandelingen met
regeringsfunctionarissen, die eerlang de
geleden schade zullen moeten vaststellen,
aan de hand waarvan de vergoedingen
van rijkswege zullen plaats hebben.
Advertentie
Ontvangen nieuwe kollcktie
Schilderijties en Litho's van
Umuiden
Voor twee kinband-pinguins, die de
walvisvaarder „Willem Barendsz" op
zijn laatste reis uit het zuidpoolgebied
voor Artis meebracht, heeft de tech
nische dienst van Artis een ijskast ge
maakt. De dieren hadden namelijk last
van de warmte. Zij zochten zoveel mo
gelijk een koel plaatsje en stonden daar
met de snavels opengesperd naar adem
te happen. Op warme dagen gaan zij
nu in de ijskast, waar een voor de pin
guins dragelijke temperatuur van 13
tot 15 graden heerst. Bij wat frisser
weer zijn ze steeds buiten. Wordt het
hun daar te warm dan gaan zij uit
eigen beweging in hun ijskast
Advertentie
in
kleur - merk DART
ongelooflijk lage prijs
Breestraat 108 - Beverwijk
Telefoon 4627
s
De Australische minister van Immigra
tie, de heer A. R. Downer, is met zijn
vrouw en drie kinderen, en vergezeld van
de secretaris-generaal van zijn departe
ment voor een driedaags bezoek aan ons
land op Schiphol aangekomen.
Aan journalisten verklaarde hij dat er
niet genoeg Nederlanders naar Australië
emigreren.
Er zijn er reeds meer dan 100.000 maar
terwijl in 1952 15.000 Nederlanders naar
Australië vertrokken, zijn het er in de af
gelopen twaalf maanden nog geen 8000 ge
weest. De Australische minister, die voor
de vijfde keer ons land bezoekt en met bij
zonder veel waardering over onze landge
noten sprak, zei dit uitermate te betreu
ren.
„Van alle continentale Europese volken
passen de Nederlanders zich verreweg het
beste aan de Australische gemeenschap
aan", zei de heer Downer.
Gisteravond bood de regering hem in
het Muiderslot een diner aan. Vandaag is
minister Downer in Den Haag en morgen
in Rotterdam. Daar zal hij een bezoek
brengen aan de heer en mevrouw Wage-
veld, de ouders van de 100.000ste emigrant
naar Australië, mevrouw A. Zevenber-
gen-Wageveld.
Geborgen. De stoffelijke resten van
vijf van de zeven mensen die voor de kust
van Brits-Borneo omkwamen, toen een
helikopter van de Britse Shell daar in zee
stortte, zijn geborgen. Dc lichamen van de
Franse piloot en van een Indiër zijn nog
niet gevonden.
Koningin naar Utrecht. Het ligt in het
voornemen van de Koningin op 14 juli de
nieuwe centrale „Lage Weide" van de n.v.
Provinciaal en Gemeentelijk Utrechts
Stroomleveringsbedrijf te Utrecht officieel
in gebruik te stellen.