Fanfare" zonder echo QR0TE f 95»- COR 0LY Op de politiepost aan het strand is het de gehele dag druk Oesters- en mosselkwekers zullen f. 150 miljoen schade lijden IJmond-agenda DONDERDAG 25 JUNI 1959 15 33 EEN BESCHOUWING NAAR AANLEIDING VAN DE INTERNATIONALE FILM WEEK TE ARNHEM Betaling abonnementsgeld per giro Weer behoorlijke aanvoer op aardbeienveiling Parkeerplaatsen aan rand van Amsterdams centrum Raad voteert zes ton Schaduwzijde van Deltaplan Rapport van Amsterdamse hoogleraar Pinguins in de ijskast ENGELSE KINDERRIJWiELEN Minister Downer „Er komen niet genoeg Nederlanders naar Australië" Kort nieuws Op 19 juni begon in de levendige stad Arnhem het derde Nederlandse filmfestival dat om de twee jaren georgani seerd wordt. Het programma omvat een aantal belangrijke speelfilms uit verschillende landen afkomstig en geeft aldus enig inzicht over de stand van zaken in de internationale filmwereld. De meeste van deze films zijn al op het Film festival in Cannes vertoond en enkele ook al bekroond, andere films hebben al in het land van herkomst de vuur proef van een première doorstaan. Door deze voorselectie door een internationaal forum is wat Arnhem betreft het verrassingselement niet meer aanwezig. Dit verrassings element was in Cannes de ontdekking van een aantal nieu we regisseurs. Er was echter ook nog een andere „ontdek king" namelijk, dat achter deze regisseurs en hun opmerke lijke produkten producenten hebben gestaan! Er is aan dit feit m.i. te weinig aandacht besteed. De beweringen van sommige filmtheoretici ten spijt, is het nu eenmaal niet zó dat uitsluitend de regisseur aan een film stijl en vorm geeft. In de praktijk van het filmmaken zijn de regisseur en zijn medewerkers in hoge mate afhankelijk van de „producer". Want een werkelijke „producer" is niet alléén de man die de filmproduktie financiert en organiseert, hij is ook de man die het manuscript kiest, op de mogelijkheden beoordeelt en hij is de raadsman en steun van de regisseur. Zijn taak is niet minder „creatief" en gezien zijn sleutelpositie, van het grootste belang voor alles. Het is daarom duidelijk dat de werke lijke „producer" zeer bepaalde eigen schappen en talenten moet bezitten en smaak en eruditie. Het produceren van een film kan beslist geen „vrije-tijds" besteding zijn van een ambitieuze film verhuurder of theaterexploitant. Want dit uiterst moeilijke en gecompliceerde „vak" vraagt de volledige mens en alle beschikbare tijd. Men kan dit vak van filmproducer niet om de zoveel jaren eens uitoefenen b.v. alleen als de omstandig heden daartoe gunstig lijken. In het bui tenland doen de „producers" niet anders dan produceren. De opzienbarende filmwerken die in Cannes en elders werden getoond, heb ben dus, behalve opmerkelijke regis seurs, ook opmerkelijke producers gehad. Wellicht zijn enkelen van hen niet af komstig uit het normale filmbedrijf, maar dan is de ontdekking van hun bestaan des- temeer het signaleren waard! Zij hebben bewezen niet de slaven te zijn van de onfeilbaar verklaarde formule dat een film alléén maar succes kan hebben, indien ze geschikt is voor „iedereen" man en vrouw, boeren en burgers en buitenlui, katholieken en pro testanten en ouden van dagen en pubers! Deze producers bleken fantasie en moed te bezitten en een zuiver instinct bij de keuze van hun (vaak onbekende) me dewerkers! He.t is daarom goed en lofwaardig en bovendien leerzaam dat de Arnhemse filmweek ons iets toond van deze film- renaissance. De Arnhemse Filmweek brengt echter ook een zeer negatief feit aan het licht. Er is geen enkele Nederlandse speelfilm vertoond omdat ze er niet zijn' Slechts enkele documentaire films van vader landse huize konden der traditie getrouw getuigenis afleggen van het Nederlandse talent op het gebied van de korte film. Wij hebben in ons land weliswaar een uitmuntende studio met vakbekwaam personeel wij hebben een Productie- Fonds met aanmerkelijke kapitalen in kas, wij hebben een Sectie Film in de Kunstraad, wij hebben zeer actieve amb tenaren op de afd. Film van O., K. en Wmaar wij zijn niet in staat op het Filmfestival in Arnhem één Nederlandse speelfilm te vertonen! Gezien bevenstaande potentiële moge- COCCC<XXXXX>^XX>COOCO^ODODOOOOCOCOOOOOOOOOOCOOOOOCXXXX>; U kunt het uzelf gemakkelijk maken door het abonnementsgeld voor het volgende kwartaal te voldoen op onze postgirorekening no. 129288 ten name van De Umuider Courant. U bespaart daarmee incassokosten en vermijdt geloop aan de deur. Het te gireren bedrag is f 7,65, post- abonnés f 8,15. U kunt het ons gemakkelijk maken door uw giro-opdracht te verzenden vóór het eind van de maand, voor zien van uw juiste naam en adres Wij behoeven dan geen kwitanties uit te zenden. Indien u voor een ander gireert, wilt u dan het bezorg adres van ie krant vermelden? voor automatische giro betalingen (het allergemakkelijkstezijn formu lieren op aanvraag gaarne ter be schikking. In dat geval dient men wel voor voldoende saldo op de girorekening zorg te dragen. DE ADMINISTRATIE De schrijver van dit artikel, Gerard Rutten, is de maker van vijf Neder landse speelfilms. Op het ogenblik be reidt hij een Frans-Duitse coproduktie voor van de verfilming van Otto Rom- bachs roman Adriander Tulpendieb". Hij voert over deze film. de regie onder produktieleiding van Hans Abich. D->CCOCOCOCOCCCODCCCCOOCCCC<X>CCCCOCXXXXXx: VELSEN DONDERDAG 25 JUNI Thalia: „Gevaren der jeugd", speciale voorstelling, 20 uur. Rex: „Chirurg (wanhopig afscheid)", 20 uur. Alcoholics Anonymus, zaal Abelenstraat, van 20 uur af spreekuur. Pietcr Vermeuienmuseum: Open van 14 tot tot. 16.30 uur. VRIJDAG 26 JUNI Thalia: „Eiland der verschrikking", 20 uur. Rex: „Madeleine tel. 136211", 20 uur. Raadhuis: Van 11 tot 12 uur spreekuur wethouder van financiën. Pieter Vermeuienmuseum: Open van 14 tot lot 16.30 uur. BEVERWIJK DONDERDAG 25 JUNI Luxor Theater: 19 en 21.15 uur: „Verbo den liefde". Kentiemer theater, 20 uur: Modinette- avond n.v. PI. Berghaus. VRIJDAG 26 JUNI Kennemer theater, 19 en 21.15 uur: „Do dende liefde". Luxor theater, 19 en 21.15 uur: „Ik was Monty's dubbelganger". HEEMSKERK DONDERDAG 25 JUNI R 'mis: raadsvergadering, 19.30 uur. lijkheden moet er dus ergens iets niet kloppen en wellicht heeft het eens zijn nut deze kwestie onder de loep te nemen. Het „Productie-Fonds" werd destijds door de Nederlandse Bioscoop Bond en het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen gesticht om betere film- produktie-mogelijkheden (financieel) te scheppen en daardoor de continuïteit van een speelfilmproduktie mogelijk te ma ken. Want voor de artistieke en techni sche ontwikkelingen is een voortdurende filmproduktie een levensbelang. Slechts door een voortdurend „werken" (en daardoor leren) kunnen de filmers op den duur betere werkstukken afleveren en het algemeen niveau van de Nederlandse speelfilm opvoeren. Voor de producent gaf het Productie-Fonds gunstiger finan cieringsmogelijkheden en werd zijn per soonlijk risico aanmerkelijk verminderd. Maar aangezien een film nu eenmaal niet alléén met geld wordt gemaakt, maar daarvoor creatieve en technische mensen nodig zijn, is het voornaamste dat zij in de gelegenheid worden gesteld vooi'tdurend en in gunstige omstandighe den te werken. Er werd van de zijde van het Produc tie-Fonds uitdrukkelijk op gewezen dat men niet mocht verwachten en kon, dat alle films via de hulp van dit Fonds tot stand gebracht artistiek en/of commer cieel een succes zouden worden. Het getuigde van gezond inzicht dat men begreep dat slechts geleidelijk het ni veau van de Nederlandse speelfilm met vallen en opstaan naar boven zou kunnen worden geschroefd. Het leek daarom voor de filmers dat het levensgevaarlijke risico van een „flop" nu niet meer zou kunnen beteke nen dat zij maar naar een andere werk kring zouden moeten uitkijken of naar het buitenland zouden moeten uitwijken. De praktijk heeft Intussen helaas aan getoond dat deze nobele en verstandige overwegingen van het Productie-Fonds niet nagekomen werden. Er kwam geen continue-produktie en zeker geen werk- continuïteit voor de filmmakers. De pro- duktie van een speelfilm bleef als voorheen beperkt tot een incidenteel gebeuren en de tussenpozen bleven even lang of nog langer. Van een gestadige mogelijkheid voor verdere ontwikkeling was natuurlijk zó geen sprake. Er worden vele motieven opgesomd om te verklaren waarom een continue speel filmproduktie zo moeilijk of in het geheel niet te realiseren is. Vele van deze motie ven zijn juist en berusten op ervaringen. Maar gelden zulke motieven om het niet te doen ook niet voor andere kunstuitin gen, zoals het toneel, de opera, het ballet, de muziek?.. Bij al deze kunstuitingen speelt het geld het risico nu eenmaal een belangrijke rol., een rol die niet weg te werken is. En aanvaard wordt: Wat zou er bijvoorbeeld van ons toneel en onze bal letkunst terecht zijn gekomen indien de spelers, de regisseurs en de dansers slechts één enkele maal om de zoveel ja ren konden optreden? Het is een ondenk bare absurditeit..! Bij de „film" is dit echter wel het geval! Wanneer men een lijst opstelt van de gemaakte speelfilms, dan ontdekt men dat slechts een enkele speelfilmregisseur meer dan een of twee films heeft kunnen regisseren, dat aan iedere film andere medewerkers hebben gewerkt, dat er steeds weer andere ma nuscript- en draaiboekschrijvers geweest zijn, steeds weer andere cameralieden enz. enz. Men beweert herhaaldelijk dat er in ons land geen goede draaiboekschrij ver aanwezig is! Haal je de koekoek.hoe moet zo'n schrijver het leren als hij maar eens één (bescheiden) kans krijgt en daar na in geen jaren (of nooit!) meer. Ieder vak moet geleerd worden. Filmacademies en filmcursussen zijn zeker nuttige instel lingen, maar onvoldoende om vakkundige filmmensen af te leveren. Daarbij komt wat ons land betreft dat vrij veel do centen van deze „filmopleidingen" de studio's hoogstens als belangstellende be zoeker gezien hebben en slechts een heel enkele docent op een verantwoordelijke post in een filmproduktie werkzaam is ge weest. In de praktijk blijkt er dus heel wat niet. in orde te zijn. In andere landen met een eveneens beperkt taalgebied (dus ook exploitatie-gebied) blijkt het wel mogelijk een continue-speelfilm-produktie tot stand te brengen en voortdurend films te ma ken. De ene goed. de ander minder., de een een flop en bij hoge uitzondering eens een meesterwerk! Waarom kan dat hier niet? Er bestaan hierover dus verschillen de theorieën, maar ik meen dat aan dit al les hoofdzakelijk één factor schuld heeft en wel het ontbreken van een werkelijke „producer", een man die uitsluitend en alléén leeft en werkt om films te produ ceren. Ik wil beslist niet beweren dat degenen die in ons land een of meerdere films tot stand brachten geen kundige lieden zou den zijn. Van een enkele kan men zeer beslist het allerbeste beweren, alleen., zij doen het eens in de zoveel jaren! Hun hoofdwerkzaamheden liggen in al deze ge vallen op een ander terrein, zoals de film verhuur of de theater-exploitatie. Ik kan met dc beste wil een film man die slechte eens incidenteel een film tot stand brengt, geen „filmprodu cer" noemen. In het filmproduktiebedrijf vervult hij nu en dan eens een gastrol! Ik geloof dat, in dit ontbreken van een werkelijke „producer", de hoofdoorzaak ligt van onze eeuwige nationale speelfilm crisis! Want een echte producer moet produceren, zoals een schrijver schrijven moet en een schilder schilderen moet. En deze bezetenheid voor zijn vak. het vak dat zijn gehele leven beheerst, doet hem ook de voorwaarden scheppen en de moei lijkheden overwinnen om te kunnen pro duceren. Hij heeft en wil geen uitwijkmo gelijkheden naar een ander bestaan. Zij, die eens als regisseur een speelfilm hebben gemaakt, weten wat er nodig is geweest om hun producent tot daden, tot productie te krijgen. Een langdurige, bij na ongezonde „flirt", het schrijven en in dienen van ontelbare (meestal op eigen risico geschreven) manuscripten, einde loze besprekingen en een nooit aflatende „drang" waren nodig. En dan ten slotte een film, die met grootste omzichtigheid gemaakt moest worden, geschikt voor jong en oud enz. enz! Men kan het de pro ducent die zich eens een keer aan een filmproduktie waagt, niet kwalijk nemen dat hij een filmschaap met vijf poten eist! Een producer met een continue produktie loopt immers minder risico's door de ver scheidenheid van zijn films. Indien hij ten minste een verstandige en moedige keuze voor zijn programma doet. Ieder jaar opnieuw kunnen wij in de kranten lezen dat NU de lang verbeide continue produktie komt. Ambiteuze lieden geven persconferenties en vertellen onder het genot van borrels en pindaatjes van hun grote plannen! Dit herhaalde zich ieder jaar en daarna kwam de landerige stilte..! Nu doet zich in ons land het merk waardige feit voor dat of een film nu succes heeft of niet daarna er lange tijd niets meer gebeurt. Dit was na uitge sproken successen als „Sterren stralen overal" „Ciske, de Rat" en ook na het grote commerciële succes van „Fanfa re" het geval. Ook deze „Fanfare" bleef zonder echo. De mensen die aan een Ne- derlandse. speelfilm werkten, wisten bijna met een wiskundige zekerheid dat na hun periode van werken een lange periode zou volgen van „niet werken" (althans niet in de speelfilmsector). En dit - weten was- on afhankelijk van succes of geen succes, van goede~'of~slechte kritieken. In velé' opzich ten heeft juist de Fanfare film heel wat aan het licht gebracht voor hen, die ogen hebben om te zien en oren om te horen. Zonder enige twijfel gaan de makers van „Fanfare" op kortere of langere termijn weer gebruik makend van hun succes en goodwill, een nieuwe film produceren. Maar daarmede is de zaak van de conti nue produktie en de continue ontwikke ling van de filmers niet gered. Terwijl in Arnhem voor en na de voor stellingen in het gastvrije Rembrandtthea- ter de glazen geklonken worden, klin ken in de Cinetone Studios te Amsterdam eindelijk weer de hamerslagen aan de dé cors voor een nieuwe filmeen Ameri kaanse speelfilm (The dog of Flanders). Na vele maanden leeg en verlaten gestaan te hebben, zullen deze studio's weer vol activiteit zijn. Maar een buitenlandse acti viteit...! Voor de nationale filmwereld een bijna beschamend iets. Want als deze Ame rikanen na vier of vijf weken weer verdwe nen zijn, zal dan weer de stilte in de studio hallen heersen? IN IEDER GEVAL toont de Arnhemse Filmweek de vaderlandse burger, de film vakman en de critici, paters, leden van Kunstraden, Kunstcommissies, Produktie- fonds, Hoofdbesturen en alle hoge en la ge ambtenaren van O.K.W. en R.V.D. dat erbuiten onze grenzen wel goede en inte ressante films gemaakt kunnen worden, niettegenstaande het feit, dat ook in die landen soortgelijke produktiemoeilijkhe- den bestaan als in ons land, dat ook daal de T.V., „kauwgummie voor het oog", het filmbedrijf schijnt te bedreigen. En dat de uitmuntende films die in Arnhem ver toond worden niet in een zucht en een vloek tot stand zijn gekomen. Dat deze meesterwerken niet op „bestelling" van de filmcritici geleverd zijn, kunnen de ma kers zelf aan hun Nederlandse gastheren vertellen. En dan zullen zij vertellend van de overwinningen op de moeilijkheden kunnen wijzen op één man op de ach tergrond... hun „producer"! Wij kunnen dan vol trots op een hele club wijzen... op het bestuur van het Produktiefonds, op een hele Kunstraad, op een half Departe ment en op rijen vol experts en film, des kundigen", maar helaas niet op die ene man, die producer is met hart en ziel en met de inzet van zijn totale persoonlijk heid. Terwijl ik dit schrijf, dendert er een K.L.M. vliegtuig over mijn huis en ik be denk dat dit vliegtuig nooit zou zijn opge stegen, indien er niet eens een man was geweest, een man met een grote visie, een groot ideaal en een onwrikbaar vertrouwen in mogelijkheden. Mogelijkheden die in dit vaak kleinburgerlijk land voor dwaas en onzinnig gehouden werden. Hoe kon immers een klein land een groot interna tionaal luchtvaartbedrijf tot stand bren gen. Albert Plesman wist dat het kon en. het kwam er! Jammer is het dat hij meer van vlieg tuigen hield dan van films...! Want an ders liepen er in Arnhem deze week Ne derlandse speelfilms in waardige wedloop met de buitenlandse produkten. GERARD RUTTEN. Op de woensdag gehouden aardbeienvei ling viel de aanvoer niet tegen. Er waren weer een goede 15000 manden, die iets minder vlot weg gingen dan de vorige twee marktdagen. Wel zocht men kratjes goede aardbeien, maar de iets minder goe de sortering „eenen" evengoed lag lager in prijs. Ook de tweede kwaliteit was iets goedkoper. Maar er werd toch weer 5,20 per slof betaald, de hoogste note ring voor deze veiling. Toch gingen er heel wat aardbeien weg voor een prijs, die lag tussen de 3,30 en 4,20 per slof. De tweede kwaliteit draaide voor de grote meerderheid rond 3 per mand. De aanvoer van doosjes is tot nu toe maar heel klein, er werd tot 0,50 per stuk be taald. Hiervan zal de aanvoer volgende week wel groter gaan worden nu de aard beien kleiner van stuk gaan w,orden. BREESTRAAT VORDERT De werkzaamheden ter verbetering van het wegdek aan de Breestraat vorderen, indien men de omstandigheden in aanmer king neemt, snel. Over enkele dagen zal men aansluiting kunnen maken met het reeds geasfalteerde deel van deze straat. Dan is nog wel niet alles gereed, maar de ondergrond voor het asfaltdek zal dan klaar zijn. Door een goede regeling met de verkeerslichten ondervindt het drukke Breestraatverkeer vrijwel geen stagnatie. Vrij snel worden de lichten telkens omgeschakeld en na honderd meter langzaam rijden komt men weer op de vrije baan. In het weekeinde wordt de weg geheel vrij gegeven en waarschuwt een oranje knipperlicht dat men zeer voorzichtig moet rijden. Door het droge, warme weer is het strandseizoen veel vroeger dan anders op volle toeren gekomen, 's Middags is het er vaak al stampvol, ook al moeten de vreemde lingen over het algemeen nog komen. De strandbevolking wordt nu nog hoofdzakelijk gevormd door de mensen uit IJmuiden zelf. Ook 's avonds is het meestal bedrijvig, omdat velen na het eten nog even gaan zwemmen. Voorzover zij het water nog niet te koud vinden, want de zee heeft nog steeds niet de temperatuur bereikt, die haar behaaglijk maakt. Terwijl de landwinden de frisheid van het water erg schaden. Advertentie Zeg maar wat u wenst... Onze collectie costuums biedt ongekende mogelijkheden Normaal gewicht, „Master style". Dus smalle revers, natuurlijke schouderlijn. Modern ruit- of streepdessin cos- tuum „Master style" 148 MARKTPLEIN TEL. 4206 Dat het echte hoogseizoen nog niet is begonnen blijkt wel op het kampeerter rein, waar men nog lang niet &an de grens der mogelijkheden toe is. Het zal echter heus niet lang duren, voor dit wel het geval zal zijn. De beveiliging draait langs het strand al op volle toeren. Badmeesters speuren over zee, en voor de kust zijn altijd weer boten, die afdrijvende zwemmers kunnen helpen. En tenslotte zit er in de politie post ook nog iemand, die zijn waakzaam heid niet laat verslappen. Want hoofd agent Seys zit niet voor het eerst op het strand, en hij weet dan ook precies wat hij in de gaten moet houden. Zo nu en dan pakt hij zijn kijker en speurt even naar de jongens, die op een vlot aan het drijven zijn. Want ongemerkt kun je met zo'n vlot een heel eind weg raken, zonder dat je er eigenlijk erg in hebt. „Ik ben mijn moeder kwijt", komt een snikkend jongetje vertellen. „Dan blijf je maar hier", zegt de hoofdagent, „je moe der komt zo wel". Het is niet de moeder, maar een zusje, dat even later op komt dagen en broertje meeneemt. Maar vijf minuten later is ze weer terug. „Was het de verkeerde?", vraagt de hoofdagent. „Neen", zegt het meisje heel serieus, „maar nu heeft broertje een splin ter in zijn voet gekregen". En dan komt de heer Seys in zijn ge daante van ziekenbroeder op de proppen. Op zijn post heeft hij een behandelbank en tal van materialen. En juist zoals broertje nu moet hij per dag ettelijke kin deren helpen, die een splinter in de voet hebben opgelopen. En het blijft niet bij splinters. Er komt een jongetje binnen, dat in glas heeft getrapt. Want er zijn altijd weer mensen, die flessen en derge lijke weggooien, wat fatale gevolgen kan hebben. Broertje's splinter is weer verwijderd, maar er staat al weer een hele rij kinde ren te wachten. Hoofdagent Seys tuurt even de zee af en helpt dan zijn klan ten verder. Hij moet ze aan verloren voor werpen helpen, of ze adviezen geven. „Houd je mijn vrouw in de gaten, dat ze niet te ver in zee komt?", komt een man vragen. En dan ziet hij, hoe er weer enkele meisjes in de post zijn. die hun moeder niet meer kunnen vinden. „Ja, er zijn er altijd heel wat", zegt de heer Seys. „Maar nooit een van achttien, zeker", grapt de man. Honden Over het strand rennen honden heen en weer. Nog onbewust van de boze woor den, die in Zandvoort over hun soortgeno ten zijn gevallen. De meeste honden zijn beslist niet lastig voor de mensen. Maar ze zitten wel graag achter ballen aan. Daarom kunnen hondeneigenaars beter een verzekering sluiten. Want elke kapot- gebeten bal kost geld. En voor de bezitters van de ballen is het natuurlijk nog pret tiger, als men een hond, die graag ballen kapot bijt. muilkorft. Als de honden hun behoefte op het strand doen, is dat voor de menselijke strandbezoekers allerminst aangenaam. „Maar er bestaat ook een voorschrift, dat mensen de uitwerpselen van hun honden moeten opruimen", zegt de hoofdagent. Het leven van een politieman op de strandpost is beslist geen sinecure, want hij heeft veel te doen. Men loopt er in en uit. Maar het grote voordeel staat er te genover, dat het dankbaar werk is. „De politieagent is mijn allerbeste vriend", is niet alleen bestemd voor Barend Bluf. Het geldt heel sterk voor al die mensen, die in IJmuiden het strand bevolken. Na een uitgebreid debat over het ver keersprobleem heeft de Amsterdamse gemeenteraad besloten tot het aanleggen van parkeergelegenheden langs de bui tenste ring van de binnenstad: Nassauka- de, Stadhouderskade, Mauritskade en Hob- 'oemakade met een lokale capaciteit voor ruim 1000 personenauto's. Hier en daar is dan ook gelegenheid voor het parkeren van autobussen, in totaal vijftig. Voor de aanleg van deze parkeerplaatsen stelde de raad f 600.000 beschikbaar. B. en W. denken door het aanleggen van deze terreinen de verkeersmoeilijkhe den in de eerstkomende jaren het hoofd te kunnen bieden. Het college acht het thans financieel niet mogelijk, parkeerga rages te doen bouwen en door de gemeen te in exploitatie te nemen. Particuliere initiatieven op dit gebied zullen echter een willig oor vinden. MARKT BEVERWIJK 24 juni. Aardbeien 1.305.20 slof. bloemkool 2771, sla 4—13. spinazie 8—29. postelein 2236. bospeen 2448, waspeeen 2617, doppers 55.93, sperziebonen 1.501.80. snijbonen 1.05—1.55. ra barber 1232. (Van onze Zeeuwse correspondent) De verdwijning van de oester- en mos selcultures als gevolg van de afsluiting der zeegaten zal voor de betrokkenen in de vissersplaatsen Ierseke en Bruinisse een schade betekenen van rond 150 mil joen gulden. Dat is een van de conclusies in het rapport van de Amsterdamse hoog leraar prof. dr. J. F. Haccou, dat dezer dagen gereed kwam. In dit rapport zijn de resultaten neergelegd van de studie, die de Stichting voor Economisch Onder zoek der Amsterdamse universiteit ge maakt heeft over deze materie, op ver zoek van de „Commissie van Dertien", die de belangen der oester- en mosselcul- luur en aanverwante bedrijven in Zeeland behartigt. De vissersplaatsen Ierseke en Bruinisse, wier welvaart sterk afhankelijk is van de baten uit de schelpdierencultures, zijn onderwerp van studie geweest. De afslui ting der zeegaten vormt een ernstige be dreiging voor de welvaart van deze plaat sen en de betrokkenen maken zich ernsti ge zorgen, hoewel de verwezenlijking van de Deltawet nog enkele tientallen jaren zal duren. Prof. Haccou heeft deze vraag stukken nader uitgewerkt in zijn rapport. Uit volks- en beroepstelling blijkt, dat in Ierseke bijna 45 percent en in Bruinis se bijna 33 percent van de zelfstandige be- drijfshoofden hun bron van bestaan in de visserij vinden. Opvallend is, dat het aan tal als arbeider in de visserij opgenomen beroepsbeoefenaren zowel te Ierseke als vooral te Bruinisse gering is. Deze bedrij vigheid wordt namelijk uitgeoefend geza- melijk met kinderen en veelal in compag nonschap. De inkomsten voor de gehele schelpdiercultuur in de Zeeuwse stromen worden over de jaren 1946-1955 voor Ierse ke en Bruinisse becijferd op gemiddled voor oesters totaal 2.391.000 per jaar, voor mosselen f 1.318.000. Deze cijfers waren stijgende. In 1955 bijvoorbeeld be droegen de inkomsten voor oesters 2.515.000, en voor mosselen f 1.825.000. Het belang en de overheersende beteke nis van deze bron van welvaart voor Ier seke blijkt, aldus het rapport, duidelijk uit het feit, dat in 1955 ruim 80 percent van de oesterteelt en bijna 38 percent van de gehele mosselteelt (inclusief die van de Wadden) te Ierseke was geconcen treerd en dat daar bovendien een mossel- handel en een mosselconservenindustrie is gevestigd. Bruinisse is, wat de visserij betreft, eenzijdiger georiënteerd en wordt door de mosselcultuur beheerst. Hiervan neemt Bruinisse ruim 30 percent van de totale opbrengst (inclusief de Wadden) voor haar rekening, voor een inkomen van on geveer 1,2 miljoen gulden. De mosselteelt in de Zeeuwse stromen heeft, als gevolg van een verstoring van het biologisch evenwicht na 1950 voor een ernstige crisis gestaan en de produktie is tot kleinere verhoudingen dan voorheen teruggel-i acht Vele mosselkwekers uit dit gebied hebben evenwel mosselperce len! op de Wadden en moesten dus tot een gesplitste bedrijfsvoering komen. En kelen hebben Zeeland reeds verlaten en zijn naar de noordelijke provincies ver huisd. De oestercultuur heeft thans, al dus het rapport-Haccou, eveneens de grens van haar produktiemogelijkheid weer nagenoeg bereikt. In 1945 heeft zij moeilijkheden gekend die geleid hebben tot een structuurwijziging in de afzet. Dat de schatten der zee welvaart bren gen in Ierseke en Bruinisse blijkt ook uit de cijfers van de plaatselijke banken. In de jaren 1950-1955 steeg het totale kre dietsaldo in Ierseke met ruim honderd percent van 1.5 miljoen gulden tot 3,6 mil joen gulden. Ook de inleggingen op spaar rekening bij de banken zijn belangrijk toegenomen in deze vijf jaar. In Bruinis se blijken besparingen in veel sterkere mate te worden belegd in de aankoop van grond, terwijl bovendien, evenals in Ierse ke, de vloot belangrijke verbeteringen heeft ondergaan. In beide plaatsen is een belangrijke verschuiving naar hogere in komensgroepen geconstateerd. Daar de schaderegeling nog altijd een omstreden punt is, heeft het gemeentebe stuur van Ierseke dit onderzoek door prof. Haccou laten instellen. De v:ssers heb ben nu een op feiten en cijfers gebaseerd uitgangspunt voor onderhandelingen met regeringsfunctionarissen, die eerlang de geleden schade zullen moeten vaststellen, aan de hand waarvan de vergoedingen van rijkswege zullen plaats hebben. Advertentie Ontvangen nieuwe kollcktie Schilderijties en Litho's van Umuiden Voor twee kinband-pinguins, die de walvisvaarder „Willem Barendsz" op zijn laatste reis uit het zuidpoolgebied voor Artis meebracht, heeft de tech nische dienst van Artis een ijskast ge maakt. De dieren hadden namelijk last van de warmte. Zij zochten zoveel mo gelijk een koel plaatsje en stonden daar met de snavels opengesperd naar adem te happen. Op warme dagen gaan zij nu in de ijskast, waar een voor de pin guins dragelijke temperatuur van 13 tot 15 graden heerst. Bij wat frisser weer zijn ze steeds buiten. Wordt het hun daar te warm dan gaan zij uit eigen beweging in hun ijskast Advertentie in kleur - merk DART ongelooflijk lage prijs Breestraat 108 - Beverwijk Telefoon 4627 s De Australische minister van Immigra tie, de heer A. R. Downer, is met zijn vrouw en drie kinderen, en vergezeld van de secretaris-generaal van zijn departe ment voor een driedaags bezoek aan ons land op Schiphol aangekomen. Aan journalisten verklaarde hij dat er niet genoeg Nederlanders naar Australië emigreren. Er zijn er reeds meer dan 100.000 maar terwijl in 1952 15.000 Nederlanders naar Australië vertrokken, zijn het er in de af gelopen twaalf maanden nog geen 8000 ge weest. De Australische minister, die voor de vijfde keer ons land bezoekt en met bij zonder veel waardering over onze landge noten sprak, zei dit uitermate te betreu ren. „Van alle continentale Europese volken passen de Nederlanders zich verreweg het beste aan de Australische gemeenschap aan", zei de heer Downer. Gisteravond bood de regering hem in het Muiderslot een diner aan. Vandaag is minister Downer in Den Haag en morgen in Rotterdam. Daar zal hij een bezoek brengen aan de heer en mevrouw Wage- veld, de ouders van de 100.000ste emigrant naar Australië, mevrouw A. Zevenber- gen-Wageveld. Geborgen. De stoffelijke resten van vijf van de zeven mensen die voor de kust van Brits-Borneo omkwamen, toen een helikopter van de Britse Shell daar in zee stortte, zijn geborgen. Dc lichamen van de Franse piloot en van een Indiër zijn nog niet gevonden. Koningin naar Utrecht. Het ligt in het voornemen van de Koningin op 14 juli de nieuwe centrale „Lage Weide" van de n.v. Provinciaal en Gemeentelijk Utrechts Stroomleveringsbedrijf te Utrecht officieel in gebruik te stellen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1959 | | pagina 11