Vierdaags bezoek van Koning
Boudewijn aan ons la nd
Pinay niet enthousiast
voor vrijhandelszone
mm
niet water
Denemarken tussen twee vuren
evenals de Benelux
Groeiende nervositeit in het
Saargebied over de dag ,,X'
Programma vermeldt onder meer
een helikoptervlucht boven
de Deltawerken
SLOT DEFECT?
ZATERDAG 4 JULI 1959
11
De strijd om de kleine Vrijhandelszone
Saargebied wordt Duitser
Mr. J. Jolles wordt
president-directeur
van het A.N.P.
Westduitse vertegenwoordigers doen goede zaken
Onrust in de Zelfkant
Vragen aan minister
Marie Koenen ernstig ziek
„DE SLEUTELSPECIALISr
Woensdag begint het officiële bezoek dat de koning der Belgen aan Koningin
Juliana en Prins Bernhard brengt. De koning komt met zijn vliegtuig uit
Brussel op 8 juli des morgens 10 uur op Schiphol aan. Een escadrille van de
Koninklijke Luchtmacht escorteert het vliegtuig van de grens tot nabij
Schiphol. Na de begroeting door de Koningin en de Prins wordt op het vliegveld
een erewacht van de Koninklijke Luchtmacht geïnspecteerd. Vervolgens worden
de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer, de leden van de ministerraad,
de ministers van Suriname en de Nederlandse Antillen en andere hoge auto
riteiten aan de koning voorgesteld. In auto's rijden de vorsten en hun gevolg
naar het Stadionplein, waar de begroeting der Amsterdamse autoriteiten plaats
heeft. Daar wordt overgestapt in rijtuigen voor de officiële intocht in de
hoofdstad.
Om 11 uur komt de koninklijke stoet voor het paleis op de Dam aan. Na
het spelen van de „Brabangonne" wordt een erewacht van het garderegiment
Jagers geïnspecteerd. Even nadat de vorsten het paleis hebben betreden zullen
zij op het balkon verschijnen. Om 11.30 uur zal de koning zich langs erehagen
van studenten-weerbaarheidsverenigingen naar het nationaal monument op de
Dam begeven, waar hij een krans zal leggen.
Na het noenmaal ten paleize, waaraan ook de prinsessen Beatrix en Irene
deelnemen, rijden tegen 14.30 uur de vorsten per auto naar het Amsterdamse
stadhuis. In de raadszaal spreekt de burgemeester een welkomstwoord en
worden de gemeenteraadsleden voorgesteld. Te 15.20 uur embarkeert het hoge,
gezelschap bij het stadhuis in een boot voor een tocht door Amsterdams grach
ten naar het Rijksmuseum. Enige schilderijenzalen in het Rijksmuseum zullen
bezocht worden. Nadat ten paleize de hoofden der diplomatieke missies zijn
ontvangen, besluit een galadiner de eerste dag.
DONDERDAG ROTTERDAM
De volgende dag gaat het koninklijk gezelschap per auto naar Rotterdam.
Om 11.45 uur komen de vorsten per auto bij het clubhuis van de Koninklijke
Roei- en Zeilvereniging „De Maas" te Rotterdam aan. Daar begeven de vofsten
zich aan boord van de „Erasmus" voor een tocht door de havens. Om 13.30 uur
meert de „Erasmus" weer aan de steiger van het clubhuis „De Maas". Per
sloep varen de vorsten naar Hr. Ms. „Karei Doorman". Op het dek neemt het
gezelschap plaats in helikopters voor een rondvlucht over de vaarwaters en
eilanden, die opgenomen zijn in het Deltaplan. Uit de helikopter laat koning
Boudewijn bij Willemstad boven het water een krans neer, ter nagedachtenis
aan de Belgische militairen, die daar in 1940 door oorlogshandelingen met een
vaartuig zijn ondergegaan. Koningin Juliana doet hetzelfde mede namens de
Prins, uit haar helikopter. Om 16.00 uur landen de helikopters op het strand
bij de zuidboulevard te Noordwijk aan Zee. De koning, die als kind enige
malen in Noordwijk vertoefde, zal zich aan de voet van de duinen onderhouden
met het strandpersoneel, dat hem van zijn vroeger verblijf kent. Tegen half vijf
wordt teruggereden naar Amsterdam, waar ten paleize het diner wordt
gebruikt. Des avonds zullen de vorsten in de Stadsschouwburg de galavoorstel
ling van Shakespeare's „Troilus en Cressida" bijwonen. De voorstelling begint
om 20.30 uur. De prinsessen Beatrix en Irene zullen eveneens aanwezig zijn.
VRIJDAG: EINDHOVEN EN DEN HAAG
Op vrijdag 10 juli rijden de vorsten om 9.30 uur van het paleis naar Schiphol
om vandaar te vertrekken voor een bezoek aan de gemeente Eindhoven en de
Philipsfabrieken. Om 10.30 uur landt het vliegtuig op de vliegbasis Eindhoven
der Koninklijke Luchtmacht. Na de officiële begroeting wordt een rondrit dooi
de stad gemaakt. Vijf voor elf arriveren de vorsten bij de Philips Gloeilampen
fabrieken, die gedurende een uur bezocht zullen worden. Om 12,.25 uur vertrekt
het gezelschap per vliegtuig naar de vliegbasis Ypenburg bij Den Haag, waar
de vorsten om 12.50 uur aankomen. Per auto wordt naar het Binnenhof
gereden. In de Trèveszaal biedt de Raad van Ministers het noenmaal aan. Ook
de prinsessen Beatrix en Irene nemen hieraan deel. 's Middags staat een ont
vangst door het Haagse gemeentebestuur op het programma. De vorsten
arriveren tegen drie uur bij het oude stadhuis. Om half vier vertrekt het
gezelschap naar Huis ten Bosch. Om half vijf gaat de koning naar kasteel
Oud-Wassenaar voor de receptie van de Belgische kolonie. Daarna keert de
koning terug naar Huis ten Bosch. Om 19.30 uur rijdt koning Boudewijn naar
de ambtswoning van de ambassadeur van België, die een diner aanbiedt. De
prinsessen Beatrix en Irene zullen hieraan eveneens deelnemen. Om 10.30 uur
zullen de koning, de Koningin, de Prins en de prinsessen Beatrix en Irene op
het Binnenhof aankomen ter bijwoning van een klank- en lichtspel. Op Huis
ten Bosch wordt overnacht.
ZATERDAG: MAASTRICHT
Zaterdag 11 juli des morgens 10.15 uur heeft op de vliegbasis Ypenburg het
officiële afscheid van de voorzitters der Eerste en Tweede Kamer, de minister
president, de minister van Buitenlandse Zaken en andere hoge autoriteiten
plaats. De vorsten vertrekken vandaar om een bezoek aan de provincie Limburg
te brengen. Om 11.10 uur arriveren zij op het vliegveld Beek. In Heer zullen
de vorsten kransen leggen bij het monument voor Belgische verzetsstrijders,
die daar één dag voor de bevrijding gefusilleerd werden. Daarna rijden de
vorsten naar Maastricht. Op het Vrijthof wonen zij van 12.10 tot 13.00 uur een
huldiging van de Maaslanden (Belgisch-Limburg, provincie Luik en Neder
lands Limburg) bij als uiting van de Benelux-samenwerking. Na een korte rit
door de stad komt men om 13.10 uur aan bij het gouvernementshuis, waar een
erewacht van het regiment Limburgse Jagers wordt geïnspecteerd. In de
ambtswoning bieden de Commissaris der Koningin in de provincie Limburg en
mevrouw Houben het noenmaal aan. Te drie uur vertrekken de vorsten naar
het vliegveld te Beek. Daar heeft het afscheid plaats van de koning der
Belgen, die om 15.25 uur met zijn eigen vliegtuig naar Brussel terugkeert.
Enkele minuten later vertrekken de Koningin en de Prins per vliegtuig naar
Soesterberg.
De Franse minister van Financiën, Antoine Pinay, heeft tijdens een eendaags
bezoek aan Bonn besprekingen gevoerd met de Westduitse minister van Economische
Zaken, dr. L. Erhard, en met de minister van Financiën der Bondsrepubliek, Fr. Etzel.
Minister Erhard heeft later op de dag bekend gemaakt, dat zijn besprekingen met
de Franse minister van Financiën hoofdzakelijk betrekking hadden op de mogelijk
heid van een Europees Vrijhandelsgebied. Een woordvoerder van het Westduitse
ministerie van Financiën deelde mede, dat de besprekingen tussen Etzel en Pinay
betrekking hadden op plannen inzake een conferentie van de ministers van Financiën
van de zes landen van de Euromarkt. Minister Etzel wil de ministers van Financiën
van de overige E.E.G.-landen uitnodigen voor een conferentie te Bonn, te houden op
16 en 17 juli aanstaande.
Volgens UPI heeft Erhard met zijn stre
ven voor een Europees vrijhandelsgebied
maar een lauwe instemming gekregen van
Pinay. Personen, die in nauw contact staan
met Erhard, hebben er op gewezen, dat
Pinay weinig neiging had vertoond, zich
voor het wagentje van Erhard te willen
laten spannen. Zij zeggen, dat Pinay het
met de grondbeginselen eens was geweest,
maar op de formidabele hinderpalen waar
Frankrijk rekening mee moet houden, had
gewezen.
De Duitsers hebben echter de indruk, dat
niet alle redenen, waarom Frankrijk geen
haast wil maken met het vrijhandelsge
bied, economische redenen zijn. Geloofd
wordt, dat een beslissend argument voor
Frankrijk is, dat de economische en poli
tieke belangrijkheid van Frankrijk binnen
de gemeenschappelijke markt van de zes
landen groter is, dan zij ooit zou kunnen
zijn in een vrijhandelsgebied, dat Engeland
zou insluiten.
Een communiqué, uitgegeven nadat Pi
nay Bonn verlaten had, luidt alleen maar
kort en bondig, dat „de bespreking zich
bewoog rond kwesties van Frans-Duitse
economische betrekkingen en de Europese
integratie." Het maakte geen melding van
een voortzetting van de besprekingen, al
lieten Duitse kringen dan ook uitkomen,
dat Erhard van plan is, de idee in de
diplomatieke discussie te houden en Pinay
opnieuw hoopt te ontmoeten.
Kanselier Konrad Adenauer was gast
heer van Pinay op een officiële lunch, ge
durende een korte onderbreking van de
besprekingen' tussen Erhard en Pinay en
had een körte politieke bespreking met
hem.
(Van onze correspondent in Bonn)
Het bezoek dat de Deense ministers Krag (Buitenlandse Zaken) en Skytte (Land
bouw) aan Bonn en Londen hebben gebracht, maakt het duidelijk, dat de creatie van
de kleine vrijhandelszone grote moeilijkheden zal kunnen veroorzaken. Men is te
Bonn ernstig gaan nadenken over de positie der Denen en daarbij tot de conclusie
gekomen dat Denemarken niets meer of minder dan een soort bemiddelaarsrol tussen
Bonn en Londen, tussen de Europese Economische Gemeenschap en de kleine vrij
handelszone begint te spelen. En wel uit puur zelfbehoud. Denen en Westduitsers
(Adenauer en Erhard) waren het er over eens, dat keiharde blokvorming met als
gevolg een economische oorlog, voorkomen moet worden. De landen van de kleine
vrijhandelszone willen een soort tegenwicht vormen tegen de gemeenschappelijke
markt, die verdacht wordt van protectionistische tendenzen.
De Denen zitten hierbij in het bijzonder
in de klem. Immers, 37 percent van hun
export gaat naar Engeland, 32 percent
naar de landen van de gemeenschappe
lijke markt. Isoleert de E.E.G. zich, dan
wordt Denemarken even ernstig gedupeerd
als wanneer het zich zou buitensluiten van
de kleine vrijhandelszone. Vandaar dat het
mét prof. Erhard, de Westduitse minister
Overal langs de grenzen van Saarland
bereidt men zich voor op de dag „X",
waarop de economische eenwording
van Saarland en West-Duitsland een
feit wordt. Aan de Frans-Saarland-
se grens, op de weg van Metz naar
Saarbrücken wordt al een slagboom
van het Duitse type geplaatst.
Wegens het bereiken van de pensioen
gerechtigde leeftijd zal de heer H. H. J.
van de Pol aftreden als president-direc
teur van het Algemeen Nederlandsch
Persbureau A.N.P. met ingang van 1 juli
1960, op welke dag het A.N.P., dat hij
geleid heeft van de oprichting af, tevens
25 jaar zal bestaan. De Raad van Beheer
van de stichting A.N.P. heeft tot zijn op
volger benoemd met ingang van dezelfde
datum mr. J. Jolles, die echter reeds in het
najaar van 1959 aan het A.N.P. verbon
den zal worden met de titel en in de func
tie van waarnemend president-directeur.
De heer Jolles heeft tot nu toe een amb
telijke carrière gehad. Hij in 1916 in
Utrecht geboren, heeft aldaar het stede
lijk gymnasium gevolgd en daarna rechts
wetenschappen gestudeerd aan de Rijks
universiteit. Hij vervulde in het Utrechts
Studenten Corps verschillende bestuurs
functies, waarbij hij zich in het bijzonder
op het gebied van toneel en muziek be
woog.
Tijdens de oorlogsjaren afgestudeerd,
trad mr. Jolles, na korte tijd als advo
caat en procureur bij de Utrechtse balie
te zijn ingeschreven, in dienst van de Ne
derlandse Spoorwegen n.v. Door zijn werk
in de illegaliteit vervulde hij na de bevrij
ding enige tijd de functie van secretaris
van de Politieke Opsporingsdienst in
Utrecht, waarna hij een aanstelling
kreeg bij het ministerie van Financiën
als hoofd van het Bureau Oorlogsbuit, in
welke functie hij tevens werd belast met
de behandeling van de uit Duitsland ge
recupereerde goederen en met de verkoop
van de machines, welke in het kader van
de herstelbetalingen aan Nederland wer
den toegewezen. In 1953 volgde zijn be
noeming tot officier in de orde van Oran-
je-Nassau. Na vervolgens enige jaren aan
hetzelfde ministerie militaire en met
name NAVO-problemen te hebben behan
deld, werd mr. Jolles als financieel raad
van de diplomatieke vertegenwoordigung
van Nederland naar Indonesië gezonden.
Sinds kort is hij werkzaam bij het minis
terie van Binnenlandse Zaken als hoofd
Oi-ganisatie Bescherming Bevolking.
(Van onze correspondent in Bonn)
In het Saargebied, dat sedert 1 januari
1957 politiek reeds deel van de bondsre
publiek uitmaakt, wacht men met span
ning op de mededeling wanneer de so
ciaal-economische aansluiting bij Wcst-
Duitsland zal volgen. Een afspraak tus
sen de Franse en de Westduitse regerin
gen verhindert, dat deze mededeling
vroegtijdig wordt gedaan. Het miljoen
Saarlanders rekent erop dat de zoge
naamde dag X de dag van de over
gang misschien dit weekeinde, maar
waarschijnlijk pas later zal vallen.
In Bonn is na enkele dagen heftige de
batten de parlementaire behandeling der
wettelijke voorbereiding van de sociaal-
economische terugkeer van het Saarge
bied naar West-Duitsland afgesloten. Er
zijn hierbij grote meningsverschillen tot
uiting gekomen, omdat de Westduitse re
gering de Saarlanders in 1956 alle so
ciale hulp, die zij onder het Franse be
stuur hadden ontvangen, ook na de poli
tieke aansluiting had beloofd te garande
ren. Daarvan is geen sprake meer. De
Saarlanders zijn bijzonder teleurgesteld
over de kinderbijslagregeling, waarmee
zij door de Fransen zeer waren verwend.
De economische terugkeer van het
Saargebied komt de Westduitse staat op
een bedrag van een halfmiljard mark te
staan. De Saarlanders mogen hun geldbe-
zittingen in franken tegen een koers van
1 op 117,2 voor marken omruilen. Dat
geldt zowel voor spaar- en banktegoeden
als voor andere particuliere geldvoorra
den. Daarbij heeft de Westduitse regering
zich verplicht de op deze wijze verkregen
frankenvoorraad niet meer bij Frankrijk
in rekening te brengen, waardoor de om
wisseling in feite een soort „geschenk aan
Parijs" wordt. De Franse regering krijgt
hiermee in haar strijd tegen de inflatie
aanzienlijke hulp.
Auto-invasie
In het Saargebied weet- men niet waar
aan men toe is. Niemand wil onaange
naam verrast worden. Alle grote gebeur
tenissen op velerlei gebied zijn uitgesteld,
met uitzondering van de landenzwemwed-
strijd West-DuitslandNederland. Banken
vragen hun personeel ook zondags op kan
toor te komen. De vrachtwagens die de
miljoenen marken uit Frankfort naar
Saarbrücken moeten brengen, zijn echter
nog niet aangekomen en om dat geld
gaat het.
De prijzen in de winkels zijn nog in
francs genoteerd, maar de kooplieden hou
den de voorraad Duitse produkten bijzon
der klein, omdat deze goederen na de
dag X zonder invoerrechten uit West-
Duitsland kunnen worden ingevoerd. Het
Saargebied wordt overstroomd door ver
tegenwoordigers van allerlei Westduitse
ondernemingen, die hier beste zaken doen.
Vooral in de autobranche heerst een haus
se. Er zijn de laatste maanden duizenden
kleine Duitse auto's gekocht (met francs
betaald). Al die auto's moeten op of vlak
na de dag X worden geleverd.
De economische aansluiting van het
Saargebied bij West-Duitsland betekent
dat de produktie in staal in de Bondsre
publiek per jaar met 3,5 miljoen ton en
die van steenkool met 12,7 miljoen ton
zal toenemen. Volgens het Frans-West-
duitse Saarakkoord zal het Saargebied per
jaar goederen ter waarde van anderhalf
miljard mark uit Frankrijk invoeren zon
der invoerrechten en goederen ter waar
de van 8,5 miljard franc aan Frankrijk le
veren zonder 'invoerrechten.
De heer J. M. Peters (K.V.P.), lid van
de Tweede Kamer, heeft aan de minister
van Buitenlandse Zaken de volgende vra
gen gesteld:
„Is het de minister bekend, dat in de
grenscorrectiegebieden en zeer in het bij
zonder in de z.g. Zelfkant grote onrust on
der de bevolking is ontstaan ten gevolge
van mededélingen in de pers met betrek
king tot" de onderhandelingen met Duits
land? Is het de minister bekend, dat ook
onder de Duitse bevolking de wens leeft,
dat over de toekomstige status van deze
gebieden wordt beslist via een volksstem
ming? Kan de minister mededelen, hoe
veel Nederlanders in deze gebieden woon-
acht gizijn en hoevelen onder hen zich al
daar hebben gevestigd na de datum van
ingang van de grenscorrecties?"
De in Houthem-St. Gerlach wonende ro
manschrijfster dr. Marie Koenen, die dit
jaar haar tachtigste verjaardag vierde, is
dezer dagen in het ziekenhuis St. Annadal
in Maastricht opgenomen. Uit voorzorg
zijn haar de sacramenten der zieken toe
gediend.
van Economische Zaken, geporteerd is
voor een grotere gemeenschap dan elk van
de twee waarover het gesprek thans gaat:
het wil een economische eenheid tussen
alle zeventien landen van de O.E.E.S.
Maar zo hard van stapel wil men te Parijs
bepaald niet lopen. Vandaar dat de Denen
het te Bonn niet verder brachten dan een
gemeenschappelijk communiqué met de
Adenaueriaanse woorden: „Streven naar
ecn Europese multilaterale associatie"
een begrip dat voor het eerst is opgedo
ken in de herfst van het afgelopen jaar
tijdens de besprekingen te Bad Kreuznach
tussen Adenauer en De Gaulle! Die „as
sociatie" bedoelde niets anders te zijn dan
een verzwakking van de Vrijhandelszone
der zeventien Europese landen, inclusief
Engeland
De Benelux-positie
De Denen zouden overwegen op 20 juli
niet toe te treden tot de kleine vrijhan
delszone, en de voorkeur willen geven aan
een neutrale positie tussen deze zone en de
gemeenschappelijke markt; dan zouden
zij kunnen bemiddelen en tegelijker
tijd van beide wallen kunnen eten. Óp 20
juli zal te Stockholm een ministersconfe
rentie van de zeven landen over de kleine
zone worden gehouden.
Maar niet slechts de Denen verkeren in
een moeilijk parket, ook de drie Benelux-
landen. Reeds is te Bonn opgemerkt, dat
de creatie van een kleine vrijhandelszone
van Engeland, Noorwegen, Zweden, De
nemarken, Portugal, Zwitserland en Oos
tenrijk niet de Fransen en de Italianen
waartegen zij in eerste instantie gericht
zou zijn zal treffen, maar de Benelux-
landen die notabene de grootste voorstan
ders binnen de E.E.G. zijn van een vrij
handelszone van groot formaat en te
Bonn heeft men om dit alles juist zo'n gro
te belangstelling voor de Deense positie
thans. Want ook de Westduitse handel met
de genoemde zeven landen is zeer omvang
rijk. Bonn boekte hierbij vorig jaar een
uitvoeroverschot van 900 miljoen dollar,
Nederland van 120 miljoen dollar. 27 per
cent van de Duitse export gaat naar de
„zeven" van de kleine vrijhandelszone.
Van de Franse export gaat slechts 13 per
cent naar de zeven landen.
Bij dit alles zitten de Denen dus tussen
twee vuren: de Britten willen hen graag
mee naar hun zone hebben, maar kunnen
Kopenhagen niet méér exportmogelijkhe
den aan boter, eieren, bacon en dergelij
ke geven dan thans, in verband met hun
eigen en de Australische en Nieuwzee-
landse producenten. En juist omdat dit
niét mogelijk is, vallen de Denen op Bonn
terug en daarmee weer op de E.E.G.! Het
is voor Denemarken een dilemma: toetre
den tot de kleine vrijhandelszone is net zo
slecht als toetreden tot de E.E.G.! Van
daar dat overwogen zou worden om „neu
traal" te blijven.Hoe zo iets in de wer
kelijkheid toe zal gaan, of er niet een strijd
om de gunsten der Denen zal ontstaan, tus
sen „kleine zone" en E.E.G. schijnt een
kwestie die in dat geval onherroepelijk
zal optreden
Advertev.tie
LANGE VEERSTRAAT 10 TEL. 11493
HAARLEM
Genève telt vele standbeel
den, want de verdienstelijke
mannen hebben er door de
eeuwen heen een voortreffe
lijke voedingsbodem gevon
den. Ik heb er echter tever
geefs gezocht naar een ge
denkteken voor de heer Tur-
rettini en dat lijkt me een
grove onbillijkheid. Dank zij
zijn initiatief immers is de be
faamde fontein in het meer
al enkele jaren een veelbe
lovende kleuter indertijd
tot volle wasdom gekomen.
Dat de forse stoot naar boven
van 1891 niet het einde van de
groei heeft betekend, mag
monsieur Turrettini niet wor
den verweten: de laat-negen-
tiende-eeuwse techniek liet
niet meer toe. Nee, alles wel
beschouwd heeft hij zeker
verdiend een plaats te krijgen
naast Jean-Jacques Rousseau,
die de ganse lieve dag naar
het wereldstadverkeer op de
Pont du Mont-Blanc zit te
kijken.
Het is waar, dat het oor
spronkelijk idee niet aan het
brein van Turrettini is ont
sproten. Een ander was hem
voor geweest, maar dat doet
aan zijn verdienste niets af.
Evenzeer is waar, dat de Ge-
nevois;er altijd al plezier in
hebben gehad met water te
spelen daarvoor kunnen we
zelfs heel ver in de geschie
denis teruggaan. Reeds in 1737
leidde die liefhebberij tot een
opgewonden standje, toen de
bewoners van Villeneuve zich
per brief op poten tot de auto
riteiten in Bern richtten. „Die
heren van Genève voelen zich
blijkbaar de koningen van de
streek", klaagden zij. „Zij
hebben nieuwerwetse machi
nerieën in de Rhone geplaatst
met het uitsluitend doel het
Onder de talrijke bezienswaardigheden van de conferentiestad
in het uiterst westelijke puntje van Zwitserland bevindt zich een
fontein, die bijna zo hoog spuit als het gebouw van de UNO in
New York hoog is.
hele jaar door op forel te kun
nen vissen, maar zij vergeten
dat wij daardoor last krijgen
van overstromingen. Ons vee
verdrinkt en onze oogsten
gaan te gronde!" Het lakonie-
ke verweer van het Geneefse
stadsbestuur, aan de tand ge
voeld door Bern, is typerend:
„Zijn wij soms verantwoorde
lijk voor de regen, die uit de
hemel valt?" En inderdaad,
dat waren zelfs zij niet.
We moeten nu in korte tijd
met rappe schreden door de
historie lopen en bijna ander
halve eeuw later halt houden.
Wij vinden dan het jaar is
1886 een zekere ingenieur
Butticaz belast met de water
voorziening in de stad. Deze
baan schijnt hem nogal wat
moeilijkheden te hebben op
geleverd: op door de weekse
dagen functioneerde het appa
raat vlot en vlekkeloos, maar
's zondags zat hij tegen een
overschot aan te kijken, omdat
de industrieën dan niets af
namen. De reservoirs dreigden
over te lopen, met alle narig
heid van dien. Hij vond een
zowel nuttige als aangename
oplossing door vlakbij de Pont
de la Coulouvrenière een fon
tein in werking te stellen.
Och, hij bereikte maar een
bescheiden hoogte dertig
meter maar de Genevois
keken er toch met een gevoel
van trots naar, wanneer zij op
de rustdag hun middagwande
ling maakten langs het meer.
Aangemoedigd door dit suc
ces nam Butticaz proeven' met
t
verlichting in allerlei kleuren,
doch deze hadden niet het
verwachte succes, zodat hij het
verder maar bij de klare
straal water hield.
Vijf jaar later bereidde Ge
nève een groot feest voor.
Men hoopte bezoekers uit heel
Zwitserland te trekken en zon
ter meerdere glorie van de
stad op middelen om de al in
zo'n ruime mate voorhanden
zijnde natuurlijke attracties
nog te vergroten. En hier kom
ik dan weer terug op de on
vergetelijke monsieur Turret
tini: hij was het, die voorstel
de een gigantische fontein te
laten spuiten. Wat kenners
van de huidige stadspolitiek
nu nog verwondert, is de on
gelooflijk snelle verwezen
lijking van het plan tussen
voorstel en functioneren ver
liepen niet meer dan drie
maanden.
De nieuwe fontein kon een
hoogte van vijfentachtig meter
bij windstil weer zelfs van
achtentachtig meter berei
ken. Wilt u zich even voor
stellen, dat u op het uiterste
puntje van de oude Bavotoren
royaal zou worden natgespo
ten? Om de grote stonden vier
kleintjes, die een soort bloem
kelk vormden. Weer ging men
met illuminatie experimen
teren, maar de conclusie was,
dat men de fraaiste resultaten
verkreeg met wit licht. In 1931
heeft men het nogmaals met
een nieuw systeem van pro
jectie geprobeerd, waarna men
ijlings terugkeerde tot wit. En
zo is het gebleven. Opgemerkt
moet nog worden, dat de fon
tein van de onsterfelijke Tur
rettini evenals die van Butti
caz alleen maar op zondag
spoot.
Negen jaar na de inwerking
stelling lukte het de capaciteit
van de Jet d'Eau zodanig te
verbeteren, dat het uiterste
puntje van de omhooggestuw-
de watermassa een tiental
meters hoger kwam te liggen.
Hoe hoog precies was echter
niet bekend. De wakkere ge
meenteraadsleden van de goe
de stad Genève begon het
langzamerhand geducht dwars
te zitten, dat men vragen van
nieuwsgierige toeristen altijd
min of meer in het vage moest
beantwoorden. Monsieur Mou-
chet, de officiële stadsland
meter. kreeg opdracht zijn
tanden in het probleem te
zetten en op 27 augustus van
hetzelfde jaar klonk zijn ver
lossend woord: zevenennegen
tig meter!
Dat is eigenlijk de moeite
niet. vonden de Genevois. Er
werd een commissie benoemd
men voerde besprekingen
men maakte berekeningen
men nam proeven en ten
slotte ook nog besluiten. Zelfs
de leek zal duidelijk zijn, dat
slechts een aanzienlijke ver
hoging van druk de fontein
nog majesteitelijker zou kun
nen maken. Daar kwam het
dan ook op neer. De dag dat
de Jet d'Eau voor het eerst
zijn tegenwoordige hoogte be
reikte, moet voor tienduizen
den inwoners en vreemdelin
gen als onvergetelijk zijn aan
getekend. Wanneer ik nog eens
ter vergelijking naar de Bavo
toren mag grijpen, ontdek ik
aan dat schone bouwwerk
lang niet genoeg te hebben. Ik
heb er. zelfs twee nodig, want
dan komen we ongeveer aan
de hedendaagse honderddertig
meter. Of wilt u een andere
vergelijking: met deze fontein
zouden alle ramen van het im
posante hoofdkwartier der
Verenigde Naties in New York
kunnen worden schoongespo-
ten.
Men kan over een smalle
pier het meer van Genève in
lopen en tot een meter afstand
van de Jet d'Eau komen. Er
staat een keurig hekje om, ook
al om de veiligheid: het water
verlaat de pijp met een snel
heid van tweehonderd kilo
meter per uur. Vijfhonderd
liter per seconde schieten de
lucht in en het gewicht van
het water, dat zich tijdens het
spuiten boven het meeropper
vlak bevindt, kan gesteld
worden op zeven ton.
De bezoeker staat gefasci
neerd naar de enorme water
kolom te kijken. Hij ziet van
een afstand hoe de zon er
kleuren in tovert en hoe een
fijn gordijn van waterdruppels
door de wind wordt meege
voerd. En wanneer hij het
treft, zal hij meemaken dat
Cs zomers om elf uur in de
avond) de twee pompen met
een gezamenlijke capaciteit
van dertienhonderdzestig
paardekracht worden afgeslo
ten. Op dat moment staat dan
de fontein nog even in de
lucht, zoals de glimlach van
de Cheshire cat uit Alice in
Wonderland, tussen de blade
ren bleef schemeren, toen het
dier al verdwenen was.
J. J. F. Kemming
i,