MENSELIJKE PSYCHE IS GEEN VERKEERSREGLEMENT KUNST DIE MEER IS DAN KUNST STEMMINGEN EN KARAKTEREIGENSCHAPPEN ALS OORZAAK VAN VERKEERSONGELUKKEN Litteraire Kanttekeningen EZELS ONDERWEG Erbij yHet stenen bruidsbed een voortreffelijke roman van Mulisch ZATERDAG 11 JULI 1959 PAGINA D R i VANDAAG, MORGEN OF DE VOL- GENDE WEEK kunt u verantwoor delijk zijn voor een verkeersonge luk. Zou dit gebeuren, dan is er een kans van tachtig percent, dat de oorzaak gezocht moet worden in een kleine storing van uw per soonlijkheid. Het kan een heel korte geestelijke inzinking zijn, die in de regel volstrekt onge vaarlijk is, maar die, als u achter het stuur zit, uw reactiesnelheid kan verminderen, uw beoorde lingsvermogen ongunstig beïnvloe den of u blind maken voor de ge varen van de weg. Deskundige onderzoekers in de Canadese provincie Ontario schatten, dat tachtig percent van alle auto ongelukken waardoor jaarlijks drieduizend mensen het leven verliezen in Canada hun oor zaak vinden in psychische sto ringen bij automobilisten. Heel vaak zijn het lichte storingen, maar ernstige gevallen komen ook voor. Zo stelden de deskun digen van een psychiatrisch insti tuut in Chicago vast, dat veertig percent van de verkeersovertre- ders in die stad een zodanige psychische gesteldheid hebben, dat psychiatrische behandeling nodig zou zijn. Maar ook de lichte gevallen' kunnen fatale ongeluk ken veroorzaken. De deskundigen wijzen er met nadruk op, dat ieder mens onderhevig is aan kleine geestelijke of psychische storingen, die zeer gevaarlijk kun nen zijn in het verkeer. „De ge vaarlijkste van allen", aldus in specteur Albert Witts (Ontario), „is de man, die zich een goed rijder vindt en meent, geen last te hebben van storingen. Vooral deze houding kan een ernstig ongeluk veroorzaken", ledereen is ooit een slechte rijder. Psychiatrisch Hospitaal te Toronto zegt, dat niemand zich behoeft te schamen, als hij of zij zich eens een beetje irrationeel gedraagt. „Het bewijst alleen maar, dat u menselijk bent". Maar omdat zelfs de meest begrijpelijke kleine psychische sto ring kan leiden tot doden en gewonden en dit is het geval, als u achter het stuur zit „is het heel belangrijk, die storing zelf vast te stellen en er dan iets aan de doen!" Hoewel reeds vaststaat, dat er een nauw verband bestaat tussen psychische storingen en slecht rijden, geven de psy chiaters en psychologen toe, dat er nog heel veel onderzoekingen nodig zullen zijn, voor zij de antwoorden kunnen geven, die zij op den duur willen en moeten geven. „Er zullen jaren nodig zijn om het nodi ge materiaal bijeen te brengen", zei ko lonel Walter Reynolds, commissaris van Verkeersveiligheid in Ontario, „maar de feiten, die wij nu kennen, zijn al heel erg bezwarend". Dergelijke feiten kwamen bij voor beeld aan het licht in Londen (On tario). Dr. William Tillman onderzocht zesenzeventig taxi-chauffeurs om te zien, of de ongelukken-veroorzakers punten vah overeenkomst hadden. Chauffeurs die nooit een ongeluk hadden gehad, kwa men bij de persoonlijkheidstests goed uit de bus. Tweederde van het aantal slech te chauffeurs bleek anti-sociaal te zijn en alle ongelukkenveroorzakers waren im pulsief en onrijp. „Onbewuste gevoelens van minderwaardigheid of vijandigheid kunnen worden gecompenseerd door de gaspedaal diep in te drukken", zei dr. E. J. Kelleher, directeur van een psychia trisch instituut in Chicago, waar ver- keersovertreders werden getest. Dr. Kel leher is van mening, dat automobilisten, die roekeloos rijden en „de verkeersvoor- schriften overtreden alleen, omdat zij dit prettig vinden", dit vaak doen om te pro beren, emotionele spanningen op te heffen. MAAR NIET ALLE verkeerszonden zijn het gevolg van lichte of normale psychi sche storingen. In de Kliniek voor Ver keersveiligheid (een soort psychiatrische rechtbank) te Detroit onderzocht men 832 verkeerszondaars. Bij dit onderzoek bleek, dat er slechts 79 waren, die geen ernsti ge psychologische problemen hadden. Ne gentig anderen waren zwakzinnig of op de grens van zwakzinnigheid, terwijl 154 onderzochte automobilisten een intelligen tie hadden, die lager was dan het gemid delde. De overige 509 leden aan ernstige storingen of ziekten, als daar zijn psycho- neurosis, seniliteit, alcoholisme, para noia of schizophrenic. Het ernstigste aspect van deze cijfers is, dat er zeer veel mensen zijn, die een officiële vergunning hebben om een auto te rijden zonder dat hun potentieel zeer gevaarlijke afwijkin gen onderkend zijn. „Wij hopen zo ver te- komen", aldus kolonel Reynolds, „dat wij iemand, die als het ware voorbestemd is om ongelukken te maken, kunnen ontdek ken, als hij zijn rijbewijs aanvraagt en dan stappen kunnen nemen om hem tot een minder gevaarlijke rijder te maken". In Ontario heeft men al enige stappen in die richting gedaan. Zowel de aavrager van een rijbewijs als de verkeerszondaar kan gedwongen worden, een doktersver klaring over te leggen, waarin de arts verzekert, dat de man (vrouw) lichamelijk en geestelijk gezond is. Deze attesten wor den bestudeerd door een medische com missie, bestaande uit een psychiater, een psycholoog en een huisarts. Deze commis sie kan aanbevelen, geen rijbewijs uit te reiken of 'n bestaand rijbewijs op te schor ten dan wel in te trekken totdat de licha melijke en geestelijke gesteldheid van de aanvrager (houder) weer op niveau zal zijn. De autoriteiten erkennen, dat dit systeem verre van volmaakt is en dat bij routine-onderzoekingen tal van potentieel gevaarlijke rijders niet ontdekt worden. De voorstanders van het systeem hopen ech ter op ingrijpende verbeteringen zodra de uitkomsten bekend zijn van de studie en onderzoekingen, die thans gedaan worden door een speciaal daarmede belaste pro vinciale commissie. In andere Canadese provincies is men nog niet zo ver als in Ontario, maar er is toch de neiging be speurbaar om te komen tot een psycho logisch onderzoek der gegadigden voor rijbewijzen. PERSOONLIJKE ZORGEN meestal samenhangende met het gezin of de werk kring van de automobilist zijn de meest voorkomende psychologische oorzaken van verkeersongevallen. Zo'n gevoelspro- bleem kan van korte of lange duur zijn, van weinig of van veel belang. De man, die juist getwist heeft met zijn vrouw, het meisje, wier moeder pas gestorven is, de vrouw, wier zoon voor een belangrijk examen gezakt is, dergelijke mensen zijn ernstige gegadigden voor een hospitaal of begrafenisonderneming, als zij achter het stuur gaan zitten. Eens werd dr. Lovett- Doust op weg naar huis aangereden door iemand. Zijn wagen werd beschadigd. Er was weinig verkeer en het zicht was goed. ,,De politie ondervroeg de aanrijder en ik kon niet nalaten, hem een beetje psychia trisch te onderzoeken", aldus dr. Lovett- Doust. „Ik ontdekte, dat hij zeer veel hield van zijn gezin. Maar dit vertoefde nog in Italië. Hij was chronisch eenzaam, had heimwee en was emotioneel oneven wichtig. Door dit alles reed hij slecht en veroorzaakte hij een schade van vierhon derd dollar". Psychische storingen zijn dikwijls meer in het oog vallend en als het ware meer acuut dan in het geval van deze Italiaan. Op een avond had de algemene verkoop leider van een Oostcanadese firma een ernstig meningsverschil met een verko per. Hij stormde het kantoor uit, klom in Dit 'zijn zegt Michael Jacot geen ijdele bespiegelingen van een stu deerkamer-psycholoog, maar feiten, geconstateerd door samenwerkende verkeersautoriteiten en psychiaters in de Canadese provincie Ontario en sommige delen der Verenigde Staten tijdens hun onderzoekingen naar de fundamentele oorzaken van verkeers ongevallen. Aan de uitkomsten van deze onderzoekingen wijdde Jacot deze beschouwingen. zijn auto en reed snel door het spitsuur- verkeer. Hij stierf meteen, toen hij met zijn auto met een vaart van 100 km tegen een lantaarnpaal reed. Zelfs de kleinste irritatie kan een automobilist brengen tot een rampzalige daad. Dr. Lovett-Doust vertelde ons het geval van een verkoper. De man had juist een grote order afge sloten en reed naar huis. Na enige tijd pas seerde een oudere heer hem in een oude re en goedkopere wagen dan de zijne. De verkoper werd woedend over deze „ver nedering". Hij drukte zijn gaspedaal in, passeerde de oudere heer en botste in vol le vaart op een vrachtauto, die uit een zijweg kwam. De verkoper bracht het er levend af, maar zijn auto werd totaal vernield. Nauwgezette en achtbare mensen kun nen als automobilisten bedrieglijk gevaar lijk zijn. Achter hun degelijke, vriende lijke en verzorgde uiterlijk gaan soms ge vaarlijke spanningen schuil. Zij hechten zeer veel waarde aan accuraatheid, op tijd zijn en maatschappelijkheid. Maar vaak zijn zij te weinig soepel. Zij kunnen niet juist reageren op een plotseling gevaar of onverwachte wijzigingen. En dan kun nen die innerlijke spanningen tot gevaar lijke explosies leiden! Een in Toronto wo nende boekhouder verliet zijn huis steeds om 8,25 en kwam dan om 8.45 op zijn kantoor. Eens op .een ochtend was de straat, waar hij steeds door reed, afge sloten. Hij sloeg een zijstraat .in. Het ver-r keer stokte. Hij probeerde een andere straat. Daar was helemaal geen doorko men aan. Hij geraakte in paniek. Pro beerde een U-bocht te maken, raakte het trottoir, reed op een tegenligger in en bracht daardoor een poosje in een zieken huis door. GEVAARLIJK ZIJN OOK automobilis ten, die lijden aan verstrooidheid of ge brek aan concentratievermogen. Iemand kan bij voorbeeld zo opgaan in zijn werk of problemen, dat hij half in de werkelijk heid en half in zijn verbeelding leeft. Dit vindt men vooral bij mensen met verbeel dingskracht, zoals schrijvers en schil ders. Onderzoekingen wezen uit, dat onge veer vijftien percent van alle Canadezen chronisch aan wat we nu maar zullen noemen „verstrooidheid" lijdt. Intus sen, ook de man die zegt met beide be nen op de grond te staan, is niet immuun voor verstrooidheid. Een grondig onder zoek van vrijwel ieders geestelijke ge steldheid leert, dat nagenoeg iedereen soms een beetje een dromer is en dus (en dan) in lichte graad verstrooid. Dromerig heid kan ongevaarlijk en zelfs nuttig zijn, maar nooit, als iemand achter het stuur zit! Ook blijmoedige mensen, die de we reld door een roze bril bekijken en menen, dat hun niets onaangenaams kan gebeu ren, kunnen moeilijkheden berokkenen. De onderzoekers van verkeersongevallen hebben vastgesteld, dat die mentaliteit iemand's voorzichtigheid kan verminde ren en zijn reflexen kan vertragen. „De vreugde om te rijden, de buitenlucht, de zon en het gevoel van vrij te zijn" al dus inspecteur Witts „zijn soms dode lijk voor die blijmoedige mensen". Het geval van een zakenman uit Toronto is leerzaam. Dertig jaar had hij gereden en nooit een ongeluk gehad. Eindelijk, na twintig jaar geen vakantie te hebben ge nomen, besloot hij, er een poosje uit te trekken en een lange autotocht te gaan maken. Een uur later was hij dood. Het zicht was uitstekend. Zijn auto was in pri ma conditie. Toch ieed hij op tegen een locomotief op een onbewaakte overweg. Onbegrijpelijk? Psychologen, die het ge val bestudeerden, kwamen tot de conclu sie, dat 's mans vreugde over zijn zo lang uitgestelde vakantie hem in de let terlijke zin des woords verblind had. ZIJ, DIE BELAST ZIJN met het onder zoek van verkeersongevallen, hebben heel wat minder sympathie voor een ander ty pe automobilisten, die zij verantwoorde lijk stellen voor vijftig percent van alle ongelukken. -Dat zijn de mensen, die we ten, dat zij roekeloos rijden, maar die het niets kan schelen. Een politie-officier be schreef dit type als volgt: „De man is op weg om een belangrijke zaak af te sluiten. Duizenden dollars kan hij verdienen. Waarom zou hij zich druk maken over andere mensen of een boete van een paar honderd gulden? Wij zijn altijd blij, als we hem de kans kunnen bieden om een poosje over zijn houding na te denken., in een cel." Psychologen zijn tot de con clusie gekomen, dat een dergelijke hou ding vaak het gevolg* is van een verkeer de opvoeding. Te veel of te weinig disci pline in de jeugd leidt tot een gebrek aan zelfdiscipline. En dit tekort toont iemand steeds en overal. Het grootste deel van de dag wordt zo'n man misschien in toom gehouden door een strenge baas of een bedillerige vrouw. Maar zodra hij achter het stuur zit en zich eigen heer en mees ter weet. wordt zijn auto het instrument, waarmede hij schade en dood kan aan richten. Een zelfde roekeloze houding vindt men vaak bij jeugdige automobilisten, die lij den aan een nog meer voorkomende psy chische kwaal, te weten de drang om op te scheppen of opvallend te doen. Eens reed een jonge automobilist in Ontario met een snelheid van 160 km. op de verkeerde rijbaan en doodde zichzelf zowel als vijf anderen bij de onvermijdelijke botsing. Gelukkig worden de meeste jongelui hun onverantwoordelijkheid vrij spoedig de baas, als zij onder discipline komen en goede rijlessen krijgen. En dan zijn zij vaak betere rijders dan de meeste volwas senen. omdat zij een beter reactievermo gen hebben en in betere lichamelijke con ditie zijn. Qrr-r^T HEEL VEEL PRAKTISCH nuttige ge gevens omtrent automobilisten werden en worden verzameld in de kliniek te Detroit. Daar worden ook zeer veel verkeersover- treders onderzocht, die geen ongelukken hebben veroorzaakt. Zij worden onder worpen aan intelligentie-tests en tevens onderzocht op hun ogen. Dan moeten ze plaatsnemen achter een dummy-stuur en de gast- en rempedalen gebruiken. Met be hulp van een vernuftig toestel de reactograaf worden hun reacties vast gelegd. Nadien moeten zij vragen beant woorden over verkeersborden, verkeers regels en hun eigen leven, dus betreffende hun familie, ziekten, betrekkingen, vrien- TWEEMAAL, ten dele zelfs driemaal, heb ik de jongste roman van Harry Mu lisch „Het stenen bruidsbed" geschre ven in opdracht van de Regering en ge lijktijdig door „De Bezige Bij" uitgegeven als „Literaire Reuzenpocket" (goedkope uitgave) en in een gebonden editie ge lezen, elke keer met verbijstering, elke keer met de duizelingwekkende gewaar wording dat hier grenzen overschreden worden: grenzen van het gangbare men selijk ervaringsvermogen, grenzen van het „gecultiveerde" mens-zijn, grenzen van de in zichzelf besloten, gevangen, verstrikte persoonlijkheid die zich „ik" pleegt te noemen en grenzen tenslotte van de tradi tionele romankunst. Dat ik ondanks deze herhaalde lectuur niet met deze „roman" in het reine ben gekomen, dat ik met geen mogelijkheid alle associatieve elementen ervan in hun ware be-teken-is zou weten te peilen, laat staan te verklaren, doet niets af aan mijn onvoorwaardelijke be wondering. In tegendeel zelfs: het logisch- önverklaarbare, het enkel intxCitief-waar neembare, maakt niet alleen een essen tieel bestanddeel van „Het stenen bruids bed" uit, het is deze roman. Daarmee is tevens de vorm ervan, de compositiewijze waarover zo dadelijk gerechtvaar digd als de enig mogelijke, die dit „on denkbare en onvoorstelbare" maar niette min hoogst reële, zou kunnen uitdrukken, zó uitdrukken dat het zichtbaar, waarge maakt, in zijn samenhang achterhaald wordt en aldüs aan de oppervlakte van het bewustzijn komt bovendrijven. DAT MAG MISSCHIEN ietwat raadsel achtig klinken, met mysteries en diepzin nigheden heeft het niets van doen. Mulisch schrijft geen allegorische, geen symboli sche, geen mythische roman met een ver borgen „sleutel"-probleem, dat de puzze lende lezer dan mag trachten op te lossen. Hij schrééf ze, soms in novellenvorm, ten einde af te rekenen met zijn „onderwer pen", zijn „complexen", met zichzelf en een ontoereikend geworden verhaaltrant. In de novellenbundel „De versierde mens" (in 1957 verschenen bij De Bezige Bij) vol trok zich naar mijn gevoelen een voor hem beslissende omwenteling (die bij een zo dynamische figuur als deze door en door onhollandse schrijver stellig niet de laat ste zal zijn): hij wendde zich af van de pa rabel, van de vergelijking, van de gelijke nissen of hoe men deze abstracte wijze van voorstellen wil noemen, en keerde zich naar de realiteit, zoals deze zich aan ons innerlijk voordoet, de ware, onthullende, schrikwekkende en bevrijdende realiteit, waarin de mens zich van zijn verhouding tot de werkelijkheid bewust wordt, zich bewust tracht te maken althans. DAT PROCES VAN BEWUSTWORDING der achter de motieven (of zinloosheden) verborgen driften is, als men het zo noe men wil, het eigenlijke thema van Mulisch' jongste roman. Een Amerikaanse tandarts, Norman Corinth uit Baltimore, keert twaalf jaar na de beëindiging van de twee de wereldoorlog naar Dresden terug als deelnemer aan een Oost-Duits congres van dentisten. Hij wil, hij móét er terug keren. Er is een ogenblik geweest waarop zijn „ziel", zijn bewust.-zijn, ten achter raakte bij zijn ervaringen, bij de realiteit van zijn daden, zijn feitelijke deelname aan het verwoestende bombardement op het „Florence aan de Elbe", de Kunststad. Dresden. Hóé hij dit vuurspuwende bom bardement, deze bronstige vernietiging op de dertiende februari van het jaar 1945 lichamelijk als een hevige bevrediging, als een erotisch-moordzuchtige omarming on derging, staat genoteerd in het drietal (cur sief gedrukte) homerisch-parodistische zangen geïnspireerd op de Ilias die de „hoofdstukken" (zeg: bewustzijnfasen) II tot en met IV besluiten als een confron tatie van de Corinth-van-nu met de daad van-toen. Nü pas wordt Corinth het ge waar, wordt het een innerlijke werkelijk heid met vérstrekkende, vroeg-historische perspectieven voor hem: Dresden is in een voorwereldlijke puinhoop veranderd. Het werd „het stenenbruidsbed", waarin de onbekende minnares in een haat-liefde werd gesmoord, verbrand, verpulverd en die in levende lijve herrijst in enkele figu ren, die deze „massacre" overleefden en met wie Corinth oog in oog komt te staan: Hella Viebahn, de communistische con gresleidster, de pensionhouder Ludwig, de chauffeur Günther, de pederastische jon geling Eugène, de Westduitse (al dan niet gewezen concentratiekampbeul) Schneider- hahn. De psychische actieradius van elk dezer figuren, ten nauwste verbonden met de versteende stad, actualiseeert een deel van Corinths uit het verleden opduikende zieleleven, dat zijn ware werkelijkheid tracht te achterhalen. Elk detail, elk ge baar, elke nuance in de ontmoeting van Corinlh met deze overlevenden is van be tekenis, is ontsluierend, het meest wel de liefdeloze liefdesverhouding, die op een be slissend ogenblik tussen Corinth en Hella (door eeuwen en eeuwen van Helena van Troje gescheiden en niettemin, zij het ne gatief, met haar verbonden) ontstaat en op hetzelfde moment aan een verstenende doodshaat ten onder gaat. Broksgewijs in tegreert Corinth de „verleden" feiten in zijn „heden", niet in schuldbewustzijn, evenmin ter zelfrechtvaardiging, maar als doorgronding van zijn elementaire driften. Misschien kan men zeggen dat hij zichzelf onttakelt, zichzelf afbreekt tot een „puin hoop", als men dit „zelf" dat Norman Co rinth heet als een samenstel ziet van de menselijke codes, die mens en maatschap pij in deze staat van verstening, van schijn bestaan, hebben gebracht. Corinth slaat voor het eerst een blik achter de „code mens". de chronologisch verlopende tijd der zich na elkaar voltrekkende feiten wordt in de verticale psychische tijdsorde ge transformeerd tot een zich néóst elkaar voltrekkend proces: Attila, Timor Lenk, Dschengis Kahn, Hitier en de bommen- werpende Corinth zijn „tijdgenoten": ze leven, ze plegen hun zinloze vernietigings daden enkel uit archaïsche dadenwellust, die in de doodsangst der bevrediging zijn einde vindt. IS DAARMEE DE verwoestingsorgie, waaraan Corinth zich anno 1945 heeft overgegeven, gerechtvaardigd, is ze als schanddaad zedelijk verworpen? Mulisch oordeelt niet, zijn boek ligt niet in het ethische, noch zelfs in het „psychologische" vlak. Hij onthult, evenals de „geliefde" stad Dresden haar bruidssluier verscheurde bij de aanblik van haar teisterende min naar. Als men zijn boek leest als een his- torisch-psychologische roman (en dus mis-leest) is het navrant, wrang, cynisch, wreed, „afschuwelijk" zelfs als men wil. Maar benadert men het als wat het is, als een verkenning van een innerlijke reali teit in haar relatie tot de zichtbare feite lijke werkelijkheid, ondergaat men dit boek als een met alle mogelijke psychische vermogens ondernomen poging om een duistere zone van het menselijk-onbewuste tot bewustzijn te brengen, dan betekent deze huiveringwekkende roman (het on derbewuste is huiveringwekkend!) een be vrijding: een afbraak enerzijds, voor zover hij de humanitairecode. die de primitieve rhens voor de geciviliseerde burger verbor gen houdt, doorbreekt; een opbouw ander zijds, voor zover de „holenmens" in het bewustzijn van zijn alomtegenwoordigheid onschadelijk wordt gemaakt. MUfjISCH HEEFT EEN ROMAN ge schreven, die aanspraak kan maken op een vergelijking met de moderne buitenlandse epiek van de eerste orde: ik noem als voor beelden Hermann Broch, Robert Musil, Er- nest Hemingway, Sartre of Camus, schrijvers, die de fictie hebben doen plaatsmaken voor een „verinnerlijking van het verhalen", voor een doorbraak naar de fundamentele lagen van de menselijke existentie. Mulisch is geen „existentialist", hij behoort tot geen enkel „-isme". Hij trekt met een letterlijk wonderbaarlijke intuïtie de lijnen van de gegeven werke lijkheid door tot in het schemerduister van het onbekende land. het terra incognita, dat eeuwen en eeuwen her in de mens verzonk. Als zodanig zou men zijn roman een Columbiade en hemzelf een infra- realist kunnen nomen. Wat van alle waar achtige kunst, van alle litteratuur kan wor den gezegd, dat ze méér dan kunst, méér is dan litteratuur, is al staat Mulisch nog betrekkelijk in het begin van zijn creatieve kunnen van kracht voor dit „stenen bruidsbeeld". Dat is de hoogste lof die een jong auteur gegeven kan worden. C. J. E. Dinaux den, liefhebberijen, huwelijken, afkeer, voorkeur en vooroordelen. Op grond van deze en nog andere gegevens wordt een rapport geschreven, dat wordt voorgelegd aan de verkeersrechter. Deze kan de ver keerszondaar de keus geven tussen ge vangenisstraf of een voorwaardelijke ver oordeling en een psychiatrische behande ling. De meesten kiezen het laatste, zodat zij de kans hebben, beter te gaan rijden en hun gevoelens te begrijpen en onder appèl te houden. DERGELIJKE GEGEVENS vergaart men ook in Ontario, zij het op kleiner schaal. Aan uitgebreide onderzoekingen worden in de regel alleen zware verkeers- overtreders onderworpen. De inlichtingen worden voornamelijk ingewonnen door ervaren ondervragers en maar weinig door psychologen. De ondervrager begint met het politierapport van het ongeluk te bestuderen. Dan voert hij een aantal ge sprekken om zoveel mogelijk te weten te komen omtrent de persoonlijkheid en de gewoontes van de automobilist. Is deze niet gedood bij het ongeluk, dan begint de ondervrager de gesprekken met hem en bij voorkeur ten huize van de „zondaar". „De vragen, die ik stel en de antwoorden, die ik krijg, zijn vertrouwelijk," lichtte Walter Heaslip toe. „Wij willen de auto mobilist duidelijk maken, dat we niet proberen, hem een nieuwe straf te bezor gen. We proberen anderen te helpen door middel van hem." Heeft de ondervrager alle informaties verkregen van de auto mobilist, dan gaat hij praten met de fa milieleden en vrienden. Is de automobi list door het ongeluk gestorven, dan pro beert men toch van vrienden en familie leden alle mogelijke bijzonderheden om trent hem te vernemen, omdat deze ken nis in de toekomst het leven van anderen kan helpen redden. Alle verkregen inlich tingen worden doorgegeven aan psycholo gen en psychiaters, die ze bestuderen en soms een nieuwe slechte gewoonte of gees telijke storing toevoegen aan de reeds lan ge lijst van ongevallen veroorzakende „lichte en zware afwijkingen." DE GELEERDEN HOPEN, dat de dag zal komen, waarop zij in staat zullen zijn om de autoriteiten te adviseren omtrent het al dan niet uitreiken van rijbewijzen. Dus: te kunnen zeggen, welke mensen wel en welke niet potentieel gevaarlijk zijn achter het stuur. Dan zal het misschien tevens mogelijk zijn om automobilisten in spe zo te vormen en op te leiden, dat ze niet of niet meer gevaarlijk zijn voor le ven, lijf en goederen van derden. En mis schien zullen de psychologen en psychia ters er zelfs in slagen, iedere automobilist bewust te maken van het feit, dat hij een potentieel slachtoffer is van eigen kleine psychische storingen of ontsporingen. „Het belangrijkste van alles is," aldus inspecteur Witts, „in te zien, dat wij allen onderhevig zijn aan dergelijke storingen en ontsporingen. Al zouden maar vijftig percent van alle automobilisten voor zich zelf eerlijk erkennen, dat zij niet volmaakt zijn en hier dan naar handelen, dan zou het ongelukkencijfer reeds zo snel omlaag gaan, dat wij de daling niet dan met moeite zouden kunnen bijhouden." Drie Spaanse ezeltjes, begeleid door vijf studenten, zijn uit Madrid naar Ne derland vertrokken. De ezeltjes zijn „Pla- tero", „Reverte" en „Perez". „Platero" is ^.ndalusisch, „Reverte" is Catalaans en „Perez" is Castillaans. De studenten zullen „Platero" prinses Irene aanbieden. De Nederlandse ambassade in Madrid heeft reeds laten weten dat de prinses het geschenk graag zal aanvaar den. Het idee ging uit van Manuel del Pozo Ibanez, een 23-jarige student, die vorig jaar zijn vakantie in Nederland door bracht. Het viel hem op dat veel Neder landers enthousiast waren over de ver haaltjes over een ezeltje van de Spaanse schrijver Juan Ramon Jimenez. Sinds Franco zich van de macht meester maak te verblijft Jimenez in Puerto Rico. In 1956 ontving Jimenez de nobelprijs voor litteratuur. „Reverte" en „Perez" zullen aan de landbouwhogeschool in Wageningen en aan een Nederlandse dierentuin ten ge schenke worden gegeven. De vijf studen ten gaan tot het grensplaatsje Irun per vrachtwagen. Vrijdag begon de voet tocht naar Nederland, waar zij eind augus tus hopen aan te komen. De reis gaat via Bayonne, Bordeaux, Poitiers, Tours, Chartres, Versailles, Parijs, Valeneciennes Mons en Brussel. De karavaan verwacht op 22 augustus de Nederlandse grens .te bereiken (UPI).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1959 | | pagina 15