CYCLONEN ZIJN NIET ZO LIEF ALS HUN MEISJESNAMEN IN BE LAATSTE DECENNIA LEED DE DAN IN TWAALF EEUWEN 1 ||»yiI %- Iw H «lRÉPfPP^pfPIP PI -Tciw p, VIA APPIA MEER VERVAL IN PROF. COREMANS' ATELIER WORDEN VELE ONBEKENDE KUNSTWERKEN GERESTAUREERD Wekelijks toegevoegd aan alle edities van Haarlems Dagblad/Oprechte Hadrlémsehe Courant I Gourant: mm 1 §êÊÊÊm /V' WBm p A n tieke gr aftempe Is als eetkamer of salon INGESLOTEN tussen enorme en bij zonder lelijke complexen van nieuwbouw verloren de graven en ruïnes de stille. Maar het was nog niet erg genoeg. Meer en meer werd het gewoonte langs de Via Appia te gaan wonen. Er bestaat een wet uit het einde van de vorige eeuw, die het gehele gebied ten zuiden van het Colos seum tot archeologisch terrein verklaart, waar niet gebouwd mag worden. Maar Mussolini gaf het voorbeeld door midden in het „archeologisch park" het grootste van alle ministeries te laten bouwen, het „ministerie van Italiaans Afrika", dat nu de zetel is van de voedsel- en landbouw organisatie van de UNO, de F.A.O. Tus sen Colosseum en stadsmuren heerste volkomen rust. Het is nu het drukste en meest gevaarlijke punt van de stad. Langs veel te brede straten en vormloze pleinen is daar dag en nacht een onafgebroken verkeer van auto's, die er rijden alsof ze midden op het land op een grote ver keersweg waren. Een graftempeltje aan de Via Appia uit de tweede eeuw na Christus. Het bouwwerkje heet de „Tempel van Rediculus". mand aan de wet herinnerd, kostbare en doorgaans bijzonder poenige villa's met een of andere antieke graf tempel als eet kamer of salon. Het antieke Romeinse pla veisel, zo lastig voor het autoverkeer, had Mussolini al onder een laag asfalt doen verdwijnen. Toen enkele jaren geleden het ministerie van Onderwijs met het doel de prachtige weg voor auto's onbruikbaar te maken, het asfalt liet wegnemen en hoop te de antieke bestrating terug te vinden, bleken de geweldige brokken natuursteen voor het grootste deel er niet onder te zijn: de bewoners van de villa's hadden er hun tuinpaden mee geplaveid.. Op de zelfde wijze verdwenen ook heel wat beel den en antieke reliëfs van de oude gra ven. In de laatste vijfentwintig jaar heeft de Via Appia onvergelijkbaar veel meer geleden dan in tien of twaalf eeuwen die daaraan voorafgingen. En dat niettegen staande alle „liefde voor onze monumen ten" en alle instanties, die over die mo numenten moeten waken. HET ZIET ER NAAR UIT dat er nu iets gedaan zal worden om nog te redden, wat er te redden valt. De oude bekoring van de Via Appia is natuurlijk onherstel baar verloren. Maar minister Martino (de enige liberale minister van Onderwijs, die mmSm W> -V m >ym iu J i- J -'L/L li-V'---. r' fs$& - M L M I - Wm m,- m (Van onze weerkundige medewerker) Een negentiende-e'euwse gravure van het interieur van de villa der Quintilii aan de Via Appia. we na de oorlog hebben gehad) heeft ge hoor gegeven aan een voorstel van sena tor Zanotti Bianco, de man die door Mus solini verbannen werd naar de malariage- bieden van Paesturn en daar de grootste archeologische vondst deed van onze eeuw: de reeks „metopen" van de tempel aan de monding van de Selerivier. Zanotti Bi anco, aan het hoofd van een commissie, heeft een plan uitgewerkt (dat dezer da gen door de ministerraad is goedgekeurd) om een gebied van 350 ha. tussen de Appia Antica en Appia Nuova tot een enorm open baar park te maken. Verder zullen langs de Appia Antica 480 ha. worden gereser veerd voor beplanting (graan of grond om schapen te hoeden) waar niet gebouwd mag worden. In velband met het karak ter van de streek worden uitsluitend echt Italiaanse planten gebruikt bij de aanleg van dit park: parasolpijnen, steeneiken, cipressen, oleanders en olijven. Op die ma nier zal het karakter van de Appia Anti ca voor zover mogelijk worden bewaard. HET IS DE BEDOELING, dat van al te grote villa's en gebouwen een paar ver diepingen zullen worden weggesloopt en dat alle „moderne" bouwsels door ge boomte aan het gezicht zullen worden ont trokken. Men hoopt het verder zo ver te kunnen krijgen, dat langs de Appia Antica alle verkeer per auto wordt verboden en daar men niet kan verlangen, dat de be zoekers een afstand van vijftien kilome ter geheel te voet zullen afleggen, worden er dan van de flankerende wegen paden aangelegd, die naar parkeerplaatsen voe ren, vanwaar men uitsluitend te voet de weg zal kunnen bereiken. Als dit plan wer kelijk in zijn geheel kan worden uitge voerd, zal stellig de Via Appia een groot deel van de oude bekoring herkrijgen, ook al zal het er alles heel anders uit zien dan in vroeger tijden. Er is namelijk ook spra ke van speelterreinen voor kinderen, lces- kiosken, zalen voor kunsttentoonstellingen enzovoorts zodat men aan een druk be zocht openbaar park moet denken. MAAR ER ZAL RUIMTE genoeg zijn. Het gehele park beslaat een oppervlakte groter dan die van de grootste vijf parken van Londen tezamen. Op het ogenblik heeft Rome in totaal vijfenveertig parken, grote en kleine en heel kleine. Hun totale oppervlak is 335 ha., minder dus dan die van het Appiapark, dat wat oppervlakte betreft overeen zal komen met het Parijse Bois de Boulogne. Het belangrijkste van dit gehele plan is, dat men op die manier misschien een einde kan maken aan de stelselmatige ontsiering van het mooiste gedeelte der Romeinse Campagna. TROPISCHE CYCLONEN komen gelukkig boven West-Europa niet voor. Deze cyclonen, die bun hoogtij in de maanden augustus en september vieren, komen soms boven het zeegebied voor de Amerikaanse oostkust voor en worden dan met de westelijke luchtcirculatie boven de Oceaan meegeno men in de richting van West-Europa. Een enkele keer bereikt zo'n ver dwaalde cycloon, of liever gezegd- het restant ervan, de Britse eilanden, Scandinavië of het kustgebied van West-Europa. De cycloon heeft zich dan inmiddels getransformeerd in een gewone depressie, die nog wel regen en stormachtige winden kan veroorzaken, maar toch niet meer zo gevaarlijk is als langs de kust van Amerika. Vooral in augustus en september zijn de atmosferische omstandigheden in het gebied van de Cara'ibische Zee en de Golf van Mexico zeer gunstig voor het lot ontwikkeling komen van een aanvankelijk kleine storing in het luchtdrukveld. In de kern gaat de barometer steeds verder dalen en meestal na 1 a 2 dagen zijn er aanwijzingen dat zich hier een actieve cycloon gaal ontwikkelen. De treksnelheid, die aanvankelijk gering is (10 a 25 kilometer per uur), neemt- in de regel na enkele dagen toe en bereikt daarna soms een snelheid van 80 a 100 kilometer per uur. Zodra de eerste berichtenvan het beslaan van de cycloon bekend zijn, wordt er alarm gemaakt. De vele radarposten op de diverse eilanden en langs de Amerikaanse oostkust komen in actie en ook stijgen er enkele snelle verkenningsvliegtuigen op, zogenaamde cycloonjagers, die gewapend met vele instrumenten een onderzoek naar de omvang en intensiteit instellen, alsmede naar de richting en de snelheid waarmee de cycloon zich verplaatst. Dit onderzoek wordt geleid- door hel Centraal Wervelstorm Bureau te Miami. DE SCHEEP- EN LUCHTVAART en het hele kustgebied kan tijdig gewaarschuwd worden, zodat men niet meerzoals vroeger, binnen een uur verrast werd door een alles vernielende cycloon met zeer hoog water. Zo vielen er bij de cycloon die op 8 september 1900 over de Golf van Mexico naar Florida trok 8000 slachtoffers, voornamelijk als gevolg van de ongewoon hoge vloedgolf die de cycloon vergezelde. Twee jaar geleden nam een cycloon een wat ongewoon zuidelijke route en trok naar de eilandengroep van de Azoren, waarbij het Duitse opleidings schip De Pamir in de orkaan ten onder ging. HET DOET MISSCHIEN wat vreemd aan dat de meteorologen die cyclonen steeds een meisjesnaam geven, waartegen enkele Amerikaanse vrouwenverenigingen dan ook al enige jaren protesteren. De cyclonen worden met letters aangeduid en die letters worden namen opdat men ze bet eruit elkaar kan houden; want het komt wel voor dat er twee of drie cyclonen tegelijk op de weerkaarten voor de Amerikaanse kust en rond de Bermuda-eilanden worden aangetroffen. De eerste cyclonen van dit seizoen hebben zich al weer voorgedaan. In het Amerikaanse iveertijdschrift. „Weatherwise" lezen wij dat het Meteorologische Station van Washington de eer heeft voor het seizoen 1959 de volgende „dames" (namen) aan te kondigen: Arlene, Bëidah, Cindy, Debra, Edith, Flora, Grade, Hannah, Irene enz. De laatste is Za.su, maar tot 26 cyclonen in één seizoen komt het maar hoogst zelden. OOK OP HET DAGELIJKSE weerkaartje dal het K.N.M.I. verstrekt treffen wij deze maand en in september niet zelden een restant van een tropische cycloon aan. wórdt behandeld met tempera of eiwitverf om de versom bering der tinten te beletten. VEEL HANGT natuurlijk af van de verven, die de oor spronkelijke artiesten hebben gebruikt of van de schade, welke door onoordeelkundige bewerkingen werden veroor zaakt. Bij de restauratie tracht prof. Coremans een gulden middenweg te volgen tussen de diverse ideeën; de kunstkenner is bijvoorbeeld slechts bekommerd om de his torische waarde van het stuk, de eigenaar wil het zo mooi en zo geïdealiseerd mogelijk hebben en de technicus wil het kwistwerk slechts voor verval behoeden. Een speciaal pro bleem rijst nu reeds met som- World Press Photo 1959 VOOR DE tentoonstelling World Press Photo 1959, die van 11 september tot 25 ok tober 1959 in het Haags Gemeentemuseum zal worden gehouden, zijn ongeveer 650 inzendingen binnengekomen, onder andere uit Amerika, Rusland, Polen, Hongarije, Denemarken, België, Duitsland, Nederland, Frankrijk en Engeland. De beoordeling door de internationale jury zal van 7 tot 10 september duren. Op 10 september zal de tentoonstelling 's avonds te 8.15 uur worden geopend. (Van onze correspondent in Rome) REIZIGERS DIE in de vorige eeuw Rome bezochten en hun herinneringen op schrift stelden, lieten nooit na de diepe in druk te vermelden, welke de „Via Appia Antica" op hen had gemaakt. De mooiste beschrijving niet alleen van de „ko ningin der wegen" maar van de gehele Romeinse Campagna liet ons Chateaubriand. In zijn tijd, en tot ongeveer dertig jaar geleden, was de Campagna nog een verlaten, praktisch onbewoonbaar, door malaria geteisterd gebied. Het was een schilderachtige streek, doorsneden door de Romeinse aqua ducten, wier hoge bakstenen bogen kilometers ver elkaar volgden. Men zag er talloze ruïnes, meestal resten van an tieke grafmonumenten. Vooral langs de Via Appia vond men tussen Rome en Fratocchie, over een afstand van ruim vijftien kilometer, aan beide zijden van de weg de resten der graven en verder de grootse ruïnes van het circus van de zich Augus tus noemende Maxentius, waar spelen en wegrennen werden gegeven ter nagedachtenis van de jong gestorven Romulus Augustulus, wiens grootse graftempel naast de renbaan ver rijst. De ruïnes van de grote villa's der „Sette Bassi" en der Quintilii, ruïnes van zo enorme omvang dat ze in de volks mond bekend staan als „oud Rome", wijzen erop, dat eenmaal de Romeinse aristocraten en ook de keizers een zomerver blijf buiten de muren op prijs wisten te stellen. De Via Appia, tot voor kort een der meest indrukwekkende monumenten van Rome, verkeert nu in ernstig gevaar. Toen Mussolini in de binnenstad van Rome gehele wijken liet slopen, was het nodig voor de meestal zeer arme bewoners van die oude huizen een onderdak te vinden. Zij werden „weggestopt" in slecht ge bouwde krotwoningen buiten de muren, met het gevolg dat overal armoedige „bidonvilles" ontston den, de zogenaamde „borgate", centra van misdadigheid en ver wording. Verscheidene van die „borgate" liggen vrij dicht bij de Via Appia, bijvoorbeeld de wijk „Garbatella" rechts van de grote heirweg. Links ontstond buiten de poort van Sint Jan van Lateranen een dichtbewoonde volkswijk met huurkazernes, tien tot vijftien ver diepingen hoog, die het eenmaal zo grootse uitzicht van de Via Appia over de Campagna totaal bedier ven. In 1939 werd vlak bij de Porta Appia in het mooiste deel van de antieke stadsmuur (naast de „bas tions van Sangallo") een gewe'dig gat gemaakt en een nieuwe, heel brede, „autostrada" werd daar aan gelegd die de stad moest verbin den met de bouwsels voor de „We reldtentoonstelling 1942". Van dat ogenblik af was de oude Via Appia ter dood veroordeeld. DE VIA APPIA werd gemakkelijk be reikbaar en., malariavrij. Filmdiva's en andere welgestelden bouwden er, door nie- MEN STAAT STEEDS ver baasd te kijken in de grote za-len en kelders van het labo- ratorium van prof. Coremans. De rijkdom aan kunstschatten der oude Vlaamse kerken, voornamelijk de kloosters en abdijen, is veel groter dan men kan vermoeden. Er zijn kloos tergemeenschappen, die tot nu toe systematisch weigerden al hun schatten bekend te ma ken. Natuurlijk kent men de grote meesterwerken in Vlaan deren, maar het mag niet wor- den uitgesloten dat een groot aantal beelden en schilderijen nog ontdekt kan worden. Het prachtige triptiek, dat thans wordt gerestaureerd, was bij voorbeeld vrijwel onbekend. DE NIEUWE METHODE die thans meer en meer op de voorgrond komt, is de behan deling van schilderijen met synthetische harsen in plaats van was en lijm. Men heeft onder meer geconstateerd, dat lijm vocht opslorpt, zwelt en afschildering veroorzaakt. Op oude houten beelden wordt ook wel geioerkt met parafine, maar dit produkt versombert de tinten, zodat het gebruik van synthetische verven, ver nissen en harsen langzamer hand veld wint. Maar pas over een halve eeuw zal men met zekerheid kunnen zeggen of synthetische hars werkelijk het beste chemische restau ratiemiddel is. Bij zeer deli cate beelden, zoals het thans onder behandeling genomen houten beeld uit een bede vaartsoord te Vilvoorde bij Brussel, wordt nog de voor keur gegeven aan was. Het beeldje ivas overschilderd en beschadigd en heeft bijkans alle bezettingen en plunde- mige doeken van de Vlaamse expressionistische meesters zo als Constant Permeke en Al- bert Serva.es die in hun eerste armoe-periode rond de Eerste Wereldoorlog prachtige wer ken hebben geschilderd op doek, dat niet veel beter is dan juteweefsel voor zakken Hier wordt de methode toe gepast van het verdoeken, dat wil zeggen dat het schilderij een dikke laag was of hars krijgt en op nieuw linnen wordt vastgezet. Gedurende de Eerste Wereld oorlog werd dit triptiek. ..De Kruisafneming", waarschijn lijk het werk van de onbeken de meester van Frankfort, in Nederland in veiligheid ge bracht. (Van onze correspondent in Brussel) NA DE ZEER geslaagde restauratie van de schilde rijen „Het l am Cods" van de gebroeders Van Eyck en de „Kruisaf leg ging" van Bosch zijn het Centraal Laboratorium van de Belgische Musea en het Instituut voor het Nationaal Kunstpatrimonium- te Brussel, onder de leiding van prof. Paul Coremans, bezig met de restauratie van een kopie van het doek „Het Laatste Avond maalvan Leonardo da Vinei, een kopie die niet vermoede, prachtige kwaliteiten bezit en een waardevol bezit van de abdij van Tongerlo in de Bel gische Kempen mag worden genoemd. Maar de meeste zorgen baart een vrij bescha digde triptiek van een onbe kend meester uit Frankfort, een kruisaf legging, die ook wel eens aan de Vlaming Quinten Matsijs of aan Gossaert wordt toegeschreven. Het doek is eigendom van de kerk van Watervliet, een Vlaams dorp. ringen van de stad sedert dé Middeleeuwen meegemaakt. PROF. COREMANS en zijn medewerker, de heer Ma- rijnissen, zijn van oordeel dat een sterk beschadigd kunst werk, dat als museumstuk is bedoeld, het best zoveel mo gelijk in zijn oorspronkelijke staat wordt gehandhaafd. De restauratie dient aldus te worden beperkt tot het reini gen, het verwijderen der in de loop der eeuwen begane fouten bij de restauraties, on der meer het overschilderen of vernissen, om daarna zoveel mogelijk de oorspronkelijke kleuren op het schilderij of beeld bloot te leggen. De „Ver overing van Jeruzalem", een doek uit de zestiende eeuw,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1959 | | pagina 11