VOOR JULLIE Herenmode MENEER KAN BETER AUTORIJDEN MAAR MEVROUW iS TOCH VOORZICHTIGER IN DE „BAAI VAN DE WITTE DRAAK" WORDEN DE MOOISTE PARELS TER WERELD GEVONDEN Erbij Het brave Saartje' Gevulde komkommers EEN PONT ZATERDAG 22 AUGUSTUS 1959 PAGINA VIER Onze tuin- en kamerplanten IN 1499 VOER EEN VLOOT van duizend jonken met een bemanning van tienduizend man uit ter parel visserij voor de kust van Hopu. Zij bereikte na een jaar de thuishavens met een oogst van meer dan duizend kilogram parels. Het was de grootste „vangst", die waar ook ter wereld ooit werd gedaan. De natuurlijke parels, die men vindt voor de kust van Hopu in de Zuidchinese provincie Kwang-tung, zijn reeds eeuwenlang wereldberoemd om hun prima hoedanigheid. Drie eigenschappen zijn het, die ze zo beroemd maakten: hun gladheid, hun glans en hun zuiverheid. Zij zijn zó glad van oppervlak, dat zij in een schaal, nadat zij in beweging zijn gebracht, vrijwel niet tot rust komen, omdat er vrijwel geen wrijving ontstaat. Zij glanzen als heldere sterren aan een donkere avondhemel. En zij zijn zo zuiver, dat roest- of zwarte vlekjes niet voorkomen. De „bakermat" van die prachtige parels van Hopu is Pai-lung Kong, de „Baai van de Witte Draak". Dit deel der zee beslaat een oppervlak van ongeveer vijftig bij twintig kilometer (duizend vierkante kilometer dus) en heet ook wel de „Parelzee". Op de bodem ervan leven en groeien de pareloesters. Pai-lung Kong is in drie „zones" verdeeld, genaamd de „Vijver van Vermiljoen", de „Vijver van de Witte Draak" en de „Vijver van de Gele Klei". In deze drie „vijvers" is het wateroppervlak in de regel vlak en de bodem goed zichtbaar. Zij zijn acht tot tien meter diep. De bodem bestaat uit zware klei met schelpen, keien en kiezelstenen. De oesters hechten zich vast aan die harde voorwerpen of vormen „trossen" van vijf tot twaalf stuks. Een der merkwaardigste en tot dus ver niet geheel verklaarde dingen van Pai-lung Kong is, dat de parels, afkomstig uit de drie „vijvers", on derling verschillen van tint. Die uit de „Vijver van Vermiljoen" zijn okergeelachtig van tint, die uit de „Vijver van-de Witte Draak" hebben een groenach tige glans, terwijl die uit de „Vijver van de Gele Klei" goudgeel zijn. De mooiste en gezochtste parels zijn die uit de „Vijver van de Witte Draak" In het museum Mr. Simon van Gijn, aan de Nieuwehaven te Dordrecht, is tot 1 no vember een tentoonstelling te zien, geti teld „Het brave Saartje". Deze expositie omvat een collectie kinderspeelgoed uit de achttiende en negentiende eeuw en een aan tal kledingstukken, die in die tijd door het kind werden gedragen. De verzameling werd bijeengebracht door en is het eigen dom van mevrouw A. Burkij-Bartelink te Scheveningen. Deze collectie wordt thans voor de eerste maal geëxposeerd, samen met een mooie verzameling kinderspeel goed. onder meer een aantal poppen en spelen van het museum. Uitgeholde stukken komkommer van on geveer 5 cm. lengte vullen met gehakt dat aangemengd is met zout, peper, ui en broodkruim. De stukken in een vuurvaste schotel leggen, overgieten met wat bouil lon en met stukjes roomboter bedekt in de oven gaar stoven. weten, dat een taël zowel een Chinese munteenheid als een gewichtsmaat is) 28.000 taël parels 28.000 X 37.799 gram 1058,372 kilogram). De kosten van deze gigantische „Opratie Pa rel" bdroegen in totaal 10.000 taël 10.000 X 3,61 ruim 36.000,—). Stellig dus een zeer lonende expeditie! EEN PARELOOGST zo groot als die voor de kust van Hopu in het jaar 1499 is nooit meer behaald. Na dat fameuze jaar keerde de parelvisserij in de „Baai van de Witte Draak" in normaler banen terug. Na de revolutie van 1911 braken donkere dagen aan voor de parelvissers van Hopu. Zij werden nog donkerder, toen de Japanners het land bezetten. Na de Tweede Wereldoorlog echter en vooral de laatste jaren kwam er nieuw leven in de parelvangst. Het ziet er thans naar uit, dat de „Baai van de Witte Draak" in de ko mende tijden als producent van „Tranen der Zee" weer sterk op de voorgrond zal gaan treden, mede dank zij de goede zor gen en adviezen van het in 1958 in gebruik genomen, in de stad Hopu werkende Proef station voor Parelcultuur. VROUWEN ZIJN BETERE automo bilisten dan mannen. Misschien bent u het hier niet helemaal mee eens, maar het is een feit, dat statistici, artsen, ver- keersdeskundigen en politie-autoriteien met de cijfers in de hand de juistheid van die bewering kunnen aantonen. Vrouwen maken wel meer fouten met- parkeren en een charmante nonchalance is hen niet altijd te ontzeggen, maar zij maken in elk geval minder ongelukken, onder andere omdat zij zich achter het stuur beleefder en beschaafder gedra gen, omdat zij er aan denken, dat ze thuis kinderen hebben en omdat aan het stuur hun aandacht nooit door knappe meisjes wordt afgeleid. IN HET DEPARTEMENT Seine-et- Oise (Parijs) werden in 1957 62 dos siers behandeld van automobilisten, wier rijbewijzen zouden moeten wor den ingetrokken; er was één vrouw bij. In 1958 waren er 168 dossiers te be handelen; er was niet één vrouw bij! In het gebied van Groot-Parijs worden „Mijn man" zegt Tina Onassis, de echtgenote van de schatrijke Griekse reder „is een roekeloze automobi list; hij laat daarom liever mij aan het stuur zitten dan zelf te rijden". blijkens statistische overzichten tien mannen bekeurd tegen één vrouw. Ook als men aanneemt dat er ongeveer acht maal meer mannen dan vrouwen aan het stuur zitten, is dit nog een gunstig resultaat. DE VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN weten er ook van mee te praten; bij het merendeel van de ongevallen, waarbij een der voertuigen door vrouwelijke hand be stuurd werd, heeft de vrouw het recht aan haar zijde. Wat is de oorzaak, dat de vrou wen aan het stuur nog zo'n slecht figuur niet maken? Een hoogleraar in de psycho logie in Parijs viel het op dat zijn vrouwe lijke studenten bij de colleges veel meer aandacht hadden dan de mannen. De professor maakte deze niet al te opvallen de ontdekking tot basis van een onderzoek waarvan de slotsom luidt dat de vrouw meestal langzamer rijdt dan de man en Angelo Litrico, de Romeinse kleerma ker die er een liefhebberij in schept om overjassen te schenken aan staatshoofden onder wie premier Kroesjtsjev, gaf een voorvertoning van zijn winterherenmode. Terwijl de vrouwelijke taille teruggaat naar de normale plaats, schijnt die van de man hoger te gaan. Litrico verhoogde de taille ongeveer tweeënhalve centimeter. Het is te zien, maar het geeft nog geen empire-stijl. Voor de avond toonde hij een zwart-purper dinnerjacket met een shawlkraag afgezet met zwart. Groen is zijn lievelingskleur voor het komende seizoen. Groene shirts, een groene sport- colbert met een klein stukje ceintuur op de rug. En de astrakankraag van een ka meelharen jas is afgezet met groen. DE NIEUWE ONDERWIJZER be greep het niet. Hij had deze klas nu al voor de vijfde dag en nog was er steeds dat gegrinnik. Vooral in de buurt van de derde rijNee, hij begreep er niets van. Dat meisje met die rode jurk scheen er iets mee te maken te hebben, maar toch zag ze er niet naar uit, dat ze achter zijn rug kattekwaad zou uit halen. Ze leek eerder een beetje ver drietig. Wat was het dan toch..? HET MEISJE met de rode jurk liet haar hoofd in haar handen rusten. Als het nu maar eens ophield, dat geplaag! Eerst had ze gedacht, dat het kwam omdat ze een nieuwe leerling was, net zo nieuw als de nieuwe onderwijzer. Maar na vijf dagen was je niet „nieuw" meer en toch gingen ze ermee door. Steeds opnieuw gaven ze haar brief jes met flauwe rijmpjes over haar naam. Ze kon wel begrijpen, dat haar naam een beetje vreemd was als je hem voor het eerst hoorde, maar wie ging daar mee iemand nu plagen! Vandaag doe ik nog niets terug, dacht ze, maar mor gen zet ik het ze betaald. Of ik zeg het tegen meneer Barten (want zo heette de onderwijzer) maar die is zelf ook nieuw, dus je weet nooit hoe het af loopt. Of., als ze het geen van beide deed, zou het wel huilen worden en dat wilde ze helemaal niet..! Haar hoofd zakte dieper. In de bank achter haar werd weer druk gefluis terd. Natuurlijk weer zo'n briefje! Ze ging zó zitten, dat ze het onmiddellijk in haar etui kon stoppen als het op haar bank terechtkwam. Want als meneer Barten het zag, zouden ze nog zeggen, dat zij hen verraden had! MAAR DIT KEER viel het papiertje naast de bank. Ze probeerde het met haar voet naar zich toe te schuiven Toen gebeurde het. Ze was zóver on- deruitgeschoven, dat meneer Barten haar bijna niet meer zien kon. Daar is iets niet in orde, dacht hij, nu zal ik haar maar eens voor het bord roepen. En luid en duidelijk klonk toen haar naam door het lokaal: „Willy Ooievaar, wijs jij eens op de kaart aan.Terwijl zij uit haar bank kwam, probeerde de jongen achter haar onge zien het briefje op te rapen. Hij dook snel onder de bank, maar meester Bar ten zag hem toch. „Jan Reider", zei hij spottend, „Wat snuffel jij daar zo plotseling op de grond?" „Ik liet iets vallen meneer", zei Jan. „O, maar als er iets valt, dan mag je het oprapen. Dat hoeft helemaal niet zo stiekem te gebeuren. Laat het me maar eens zien." Er was geen ontkomen aan. Jan liep zo langzaam mogelijk naar voren. Wil ly stond met de stok in haar hand voor het bord, een hoogrode kleur op haar wangen. „JE RECHTER HAND", zei meneer Barten nu streng tegen Jan. Willy durf de niet opzij te kijken. Zij wist, dat hij nu het briefje aanpakte. Dat hij het nu las. En nu zou hij „Zo Jan", zei meneer Barten, „Dus dat was het. Ga maar weer naar je plaats.. En jij, Willy, wijs hier op de blinde kaart eens aan: Beilen.., Hoo- geveen Was dat alles?, dacht Willy teleurge- Op de tekening zie je duidelijk, hoe je een stel lucifersdoosjes moet plaatsen om er een pont van te maken. De doosjes worden stuk voor stuk met cellofaanplakband aan elkaar bevestigd. De kleppen worden van karton ge maakt. Gedeeltelijk worden deze in de doosjes gedrukt. Verbind de kleppen nu dóór de staande doosjes heen met een dunne, sterke draad. Je moet het zo doen, dat als de ene klep naar be neden gedrukt wordt de andere om hoog gaat. Je moet het geheel met fleurig papier beplakken. Veel plezier engoede vaart. GEWOONLIJK VIST MEN de oesters met sleepnetten. Als in de lente het water rustig is en er een zachte bries staat, is de beste tijd voor de parelvisserij aangebroken. Dan is de „Baai van de Witte Draak" als het ware bezaaid met blanke zeilen. Iedere boot doet ongeveer drie trekken per dag en brengt dan in totaal duizend a tweeduizend oesters boven, 's Winters, als er een koude noordenwind staat en het water in de baai kristalhelder is, brengen de parelvissers de oesters boven met behulp van schepnetten met zeer lange stokken. Dan maken zij veelal gebruik van bamboe-vlotten. Ook dit is een schilderachtig gezicht. HOEZEER DE „Baai van de Witte Draak" ook rijk is aan natuurlijke parels, toch is men in Hopu er toe overgegaan om, evenals in Japan en Australië bij voorbeeld, parels te kweken. Daartoe vist men driejarige oesters op. Men kiest zorg vuldig de exemplaren uit, die als „kweek bodem" geschikt zijn. Vervolgens breng! men in het lichaam van die „kweekdieren" een heel kleine harde kern, meestal een fragmentje parelmoer. Om deze parelkern zet zich dan de parel af. De aldus be handelde oesters worden in gazen kooien geplaatst en neergelaten op de bodem van de baai. Na ongeveer drie jaar zijn de parels „rijp" om geoogst te worden. OUDE CHINESE KRONIEKEN leren, dat de parelvisserij voor de kust van Hopu ongeveer zeventien eeuwen geleden begon. De Han-dvnastie regeerde toen in China. Van die tijd af tot aan de afschaffing van het keizerschap na de revolutie van 1911 zonden de Chinese keizers steeds ambte naren naar Hopu om controle uit te oefe nen op de parelvisserij. Deze bereikte haar hoogtepunt ten tijde van de Ming-dynastie (13681644), toen de „Stad van de Witte Draak" werd gebouwd, die heel veel dank te aan de parels uit de „Baai van de Witte Draak". Het eigenlijke record werd be haald in 1499. Toen, in het twaalfde jaar van de regering van keizer HiLiig-tse, mobili seerden de autoriteiten een vloot van duizend jonken. Tienduizend mannen uit Hopu en de omliggende districten Lien-chow, Lei-chow, Tsao-chow en Can-ton bemanden de vaartuigen. In één jaar tijds oogstten zij (nu moet U DE OORLOG HEEFT op dit gebied be langwekkende ervaringen geleverd. In En geland toonden de chauffeuses van de am bulancedienst van Rode Kruis en St. Johns Ambulance zich de meerderen van hun mannelijke collega's. Het Franse leger ge bruikte na de bevrijding honderden chauf feuses op zware zeswielers: die wagens mochten niet eerder op gang worden ge bracht dan wanneer de temperatuur 120- Fahrenheit bedroeg. De meeste chauffeurs letten daar niet op, maar een chauffeuse reed niet weg voordat de motor op tem- oeratuur was. Bij de onderhoudsdiensten kon men precies zien welke wagens door mannen of door vrouwen werden gereden; de laatste wagens gingen veel langer mee. WAT UITHOUDINGSVERMOGEN be treft deden de vrouwen in niets onder voor de mannen. De Franse chauffeuses van de ravitailleringsdienst reden even goed op de Red-Ball route als de Ameri kaanse negers en maakten net als die negerchauffeurs toerbeurten van dertig uur achtereen. Het Russische leger, dat ook in grote getale chauffeuses gebruikte, heeft er nooit spijt van gehad. Hoewel de •rouwen dus technisch veelal minder on derlegd zijn dan de mannen, houden zij zich beter aan de voorschriften, ook op technisch gebied en behandelen hun motor met zachtheid. Wie nu de krakende ver snellingen van door chauffeuses bestuurde auto's wil aanvoeren als tegenbewijs, moet toegeven, dat aan de kant van de mannen ook wel eens prachtig wordt geknarst. Het is met cijfers (altijd weer die cijfers!) aan getoond, dat ongevallen door niet dimmen op de weg vrijwel uitsluitend aan mannen te wijten zijn. De dames dimmen wèl en vlot ook en schijnen niet brutaal terug met een air van „Ik zal hem wel eens in MIJN koplampen laten kijken!" IN FRANKRIJK besturen vrouwen niet alleen personenwagens, maar in toenemen de mate ook bestelwagens en zelfs zware vrachtwagens. De vakorganisatie van be stuurders van „poids-lourds" telt al meer dan vierhonderd vrouwelijke leden Een grote benzinemaatschappij in Frankrijk heeft evenveel vrouwelijke als mannelijke tankwagenbestuurders. De rechtskundige afdeling van de Britse automobielclub had vorig jaar duizenden zaken te behandelen; twintig percent betrof vrouwelijke chauf feurs. Dat stelt' de dames in een slecht daglicht als men hoort, dat die club 111.200 vrouwelijke en 630.000 mannelijke leden telt. Toch is het niet zo, want de fouten van de dames waren voornamelijk par- keerfouten; de zaken tegen mannen be troffen ernstiger feiten, er waren zelfs zeer zware ongevallen onder. Hebt u wel eens gehoord van een beschonken chauffeuse die ongelukken maakte? VÓÓR DE OORLOG waren Britse ver zekeringsmaatschappijen huiverig om po lissen voor dames af te sluiten; er waren zelfs maatschappijen die nadrukkelijk be paalden, dat de echtgenote van de ver zekerde, of zij in het bezit van een rij bewijs was of niet, van de wagen moest afblijven. En tegenwoordig? „Na zes maan den vertegenwoordigt de vrouw voor ons een beter risico dan een man", zei een directeur van een Londense ongevallen verzekeringsmaatschappij. Een instructeur van een onzer grootste autorijscholen vertelde ons, dat dames Pyrethrums zal men toch heus wat oude mest onder moeten spitten; wat rulle klei is ook uit stekend. Al die problemen zijn er niet als de grond voldoende voedsel bevat; in dat geval kan men heel goed wat van de be kende tuin- en gazonkorrelmest strooien. Dan dient u echter eerst de grond los te spitten en daarna de mest te strooien. Het is goed de pyrethrums om de twee jaar in deze tijd te verplanten. Op die manier krijgt men sterke planten met stevige bloemstengels. G. Kromdijk over het algemeen méér lessen nodig heb ben dan de heren, maar ze leren grondiger en hebben meer zelfvertrouwen, waar de heren meer bravoure hebben; bovendien heeft men daar de ervaring opgedaan, dat de dames een groeiende belangstelling heb ben voor de technische onderdelen. Ze hebben nooit, de neiging om de mannen te laten zien, hoe snel hun auto kan rijden en dat is een zeer belangrijke factor! IN DUITSLAND waren er in 1957 een miljoen mannen tegen 45.000 vrouwen be trokken bij ongevallen, een verhouding van 1 22,2. Zelfs dat getal is nog onredelijk (in aanmerking genomen de grote meerder heid van de mannen aan het stuur), want hierbij is nog geen rekening gehouden met de schuldvraag. In Bielefeld hield men een statistiek bij, die uitwees, dat van 238 ongevallen er maar elf waren, waarbij dames schuldig waren. Gezien de verhou ding van mannelijke tegenover vrouwelijke rijbewijshouders in deze stad hadden de dames recht gehad op.... 38 ongevallen. Ze bleven dus ver beneden hun quotum! MANNEN KUNNEN BETER rijden dan vrouwen, maarze doen het lang niet altijd. Mannen zijn soms bekwamer aan het stuur, maar de vrouwen tonen meer gezond verstand. Mannen krijgen naar verhouding meer bekeuringen en zijn over het al gemeen (hun aantal tegenover het aantal chauffeuses, hun kilometer- produktie afgewogen tegen vrouwe lijke kilometerproduktie), meer be trokken bij ernstige ongevallen. Een Amerikaans onderzoek, waarbij al deze factoren werden afgewogen, wees uit, dat per miljoen kilometers, de mannen 2,8 ongevallen hebben, de dames 1,7! steld. Helpt hij mij niet? Haar lippen trilden, de stok gleed langs de kaart omlaag. „Nee, hóger", zei meneer Barten en in twee stappen was hij bij haar. En terwijl hij haar hielp met Hoogeveen, zei hij zachtjes: „Het komt in orde!" Ze haalde eens diep adem. Hij had dus toch alles begrepen! En ze wees aan: Nieuw-Buinen, Smilde, Assen.. Toen haar beurt om was nam me neer Barten het briefje weer in zijn hand. Hij las hardop: „Een ooievaar met vlechten, dat is toch vast geen echte!" NIEMAND LACHTE, het bleef dood stil in de klas. „Om dit soort dingen," ging meneer Barten verder, „hebben jullie dagen lang gelachen. Maar grappig is het niet. Willy Ooievaar heeft een achter naam, die niet veel voorkomt. Goed. Maar om daar nu dagen achtereen flauwe rijmpjes op te maken, dat is niet alleen een ander plagen, maar je- zélf vernederen. Maar kom, dat is nu afgelopen. Niet omdat ik er nu alles van weet, maar omdat jullie er zelf ge noeg van hebben! Jullie hoeven alleen maar een manier te bedenken om aan deze nare geschiedenis een einde te ma ken. En hiermee bedoel ik niet alleen, dat die briefjesschrijverij ophoudt, maar dat alles tot een goed einde wordt gebracht. Begrepen?" Zó waren ze nog nooit toegesproken. Het leek wel of ze opeens in een hogere klas zaten, alsof ze óuder waren gewor den! Ze voelden zich niet erg op hun gemak. „Wij moeten niet het rare opzoeken", ging hij verder, „maar het goede. In namen en in mensen. En we moeten proberen daar iets van over te nemen. Want binnenin ons is nog een heleboel dat niet goed is. Zo, en nu wil ik Hans Verschuren hier hebben voor de kanalen in Overijsel." MAAR WILLY OOIEVAAR kon haar gedachten niet houden bij de kanalen in Overijsel. Hoe zou het nu vanmid dag gaan? Moest ze nu net doen of er niets gebeurd was? Of zou één van de leerlingen naar haar toekomen en zeg gen, dat ze het nu zelf toch ook wel kin derachtig vonden en zo? 's Middags voor schooltijd leek alles nog hetzelfde gebleven. De kinderen uit haar klas stonden in groepjes bij el kaar op het plein. Niemand keek haar aan. Maar toch had ze het gevoel, dat er iets veranderd was, al wist ze niet precies wat. De bel ging. Het gewone gedrang in de gangen volgde. Jassen werden opge hangen aan de kapstok. Nog geen woord... Zou meneer Barten voor niets gepraat hebben? Zou hij zich ver gist hebben? Zouden ze niet zelf een manier bedacht hebben om het met haar in orde te maken? Maar dan had hij hen beter niet kunnen toespreken alsof ze... ja, eigenlijk alsof ze grote mensen waren! Op al deze vragen kwam er pas ant woord toen ze in haar bank schoof: naast haar inktpot lag een grote bloem. Eén bloem. Verder niets. Maar dat hoef de ook niet, want dit was duidelijk ge noeg. OPNIEUW WAS HET STIL in de klas. Iedereen zweeg verlegen. Meneer Barten stond bij de deur naar de gang en deed alsof hij nog op laatkomers wachtte. Nu moet ik iets doen, dacht Willy... Onhandig pakte ze haar tas en legde een schrift voor zich. Toen, plotseling, vielen haar de goede woor den in. „Och zeg", zei ze luchtig, zonder spe ciaal iemand aan te kijken, „Kun jij me even een liniaal lenen?" Ze had wel helemaal geen liniaal nodig, maar nu had ze tenminste iets gezegd. En dat ze het bij het rechte eind had, bleek wel uit het feit, dat haar van alle kan ten liniaals werden toegestoken! Zo was het ijs gebroken. Juist op dat ogen blik deed meneer Barten eindelijk de deur dicht. De les kon beginnen. Cor Rvyssel zeer goed acht slaat op voorrang van an deren. Zij neemt niet de risico's, die de man zo vaak luchthartig aanvaardt. EEN ZWARE HANDICAP voor de dames aan het stuur wordt gevormd door de mannen. De man die zijn rijbewijs heeft gehaald, doet over zijn eerste drieduizend kilometer ten hoogste twee maanden. De vrouw die haar rijbewijs haalt, doet er gemiddeld soms meer dan een jaar over. Ze mogen vaak alleen 's zondags rijden en dan zijn er dikwijls toch nog allerlei voor wendsels van de kant van manlief om hen niet aan het stuur te laten: het is een beetje glad, want het regent, het is druk of men heeft haast. Bij het terugrijden 's avonds is het verkeer nog drukker en komt mevrouw er alweer niet aan te pas. Bewezen is. dat de chauffeuse' die de karrs krijgt om het geleerde op normale wijze in de praktijk te brengen net zo vlot rijdt als een man, mét het voordeel van haar vrou welijke omzichtigheid. Het kweken van snijbloemen in eigen tuin is een prettig werkje; eenjarige zo merbloemen lenen er zich uitstekend voor, maar ook vele overblijvende of vaste plan ten kunnen voor dit doel gekweekt wor den. Speciaal in Rijnsburg en omgeving houdt men zich bezig met het kweken van Pyrethrums; prachtige snijbloemen in verschillende tinten. De roze kleuren zijn heel mooi, maar ook rood en purper zijn te waarderen. Pyrethrums moeten eigen lijk nu gepoot worden; in de volgende zo mer zult u dan volop bloemen kunnen ver wachten. Ze hebben wel een voedzame grondsoort nodig en in schrale zandgrond

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1959 | | pagina 14