VOOR JULLIE
Herenmode
MENEER KAN BETER AUTORIJDEN MAAR
MEVROUW iS TOCH VOORZICHTIGER
IN DE „BAAI VAN DE WITTE DRAAK" WORDEN
DE MOOISTE PARELS TER WERELD GEVONDEN
Erbij
Het brave Saartje'
Gevulde komkommers
EEN PONT
ZATERDAG 22 AUGUSTUS 1959
PAGINA VIER
Onze tuin- en kamerplanten
IN 1499 VOER EEN VLOOT van duizend jonken met
een bemanning van tienduizend man uit ter parel
visserij voor de kust van Hopu. Zij bereikte na een
jaar de thuishavens met een oogst van meer dan
duizend kilogram parels. Het was de grootste
„vangst", die waar ook ter wereld ooit werd gedaan.
De natuurlijke parels, die men vindt voor de kust
van Hopu in de Zuidchinese provincie Kwang-tung,
zijn reeds eeuwenlang wereldberoemd om hun prima
hoedanigheid. Drie eigenschappen zijn het, die ze
zo beroemd maakten: hun gladheid, hun glans en
hun zuiverheid. Zij zijn zó glad van oppervlak, dat zij
in een schaal, nadat zij in beweging zijn gebracht,
vrijwel niet tot rust komen, omdat er vrijwel geen
wrijving ontstaat. Zij glanzen als heldere sterren
aan een donkere avondhemel. En zij zijn zo zuiver,
dat roest- of zwarte vlekjes niet voorkomen. De
„bakermat" van die prachtige parels van Hopu is
Pai-lung Kong, de „Baai van de Witte Draak". Dit deel
der zee beslaat een oppervlak van ongeveer vijftig
bij twintig kilometer (duizend vierkante kilometer
dus) en heet ook wel de „Parelzee". Op de bodem
ervan leven en groeien de pareloesters. Pai-lung Kong
is in drie „zones" verdeeld, genaamd de „Vijver van
Vermiljoen", de „Vijver van de Witte Draak" en de
„Vijver van de Gele Klei". In deze drie „vijvers" is
het wateroppervlak in de regel vlak en de bodem
goed zichtbaar. Zij zijn acht tot tien meter diep. De
bodem bestaat uit zware klei met schelpen, keien
en kiezelstenen. De oesters hechten zich vast aan
die harde voorwerpen of vormen „trossen" van vijf
tot twaalf stuks. Een der merkwaardigste en tot dus
ver niet geheel verklaarde dingen van Pai-lung Kong
is, dat de parels, afkomstig uit de drie „vijvers", on
derling verschillen van tint. Die uit de „Vijver van
Vermiljoen" zijn okergeelachtig van tint, die uit de
„Vijver van-de Witte Draak" hebben een groenach
tige glans, terwijl die uit de „Vijver van de Gele
Klei" goudgeel zijn. De mooiste en gezochtste parels
zijn die uit de „Vijver van de Witte Draak"
In het museum Mr. Simon van Gijn, aan
de Nieuwehaven te Dordrecht, is tot 1 no
vember een tentoonstelling te zien, geti
teld „Het brave Saartje". Deze expositie
omvat een collectie kinderspeelgoed uit de
achttiende en negentiende eeuw en een aan
tal kledingstukken, die in die tijd door het
kind werden gedragen. De verzameling
werd bijeengebracht door en is het eigen
dom van mevrouw A. Burkij-Bartelink te
Scheveningen. Deze collectie wordt thans
voor de eerste maal geëxposeerd, samen
met een mooie verzameling kinderspeel
goed. onder meer een aantal poppen en
spelen van het museum.
Uitgeholde stukken komkommer van on
geveer 5 cm. lengte vullen met gehakt dat
aangemengd is met zout, peper, ui en
broodkruim. De stukken in een vuurvaste
schotel leggen, overgieten met wat bouil
lon en met stukjes roomboter bedekt in de
oven gaar stoven.
weten, dat een taël zowel een Chinese
munteenheid als een gewichtsmaat is)
28.000 taël parels 28.000 X 37.799
gram 1058,372 kilogram). De kosten
van deze gigantische „Opratie Pa
rel" bdroegen in totaal 10.000 taël
10.000 X 3,61 ruim 36.000,—).
Stellig dus een zeer lonende expeditie!
EEN PARELOOGST zo groot als die
voor de kust van Hopu in het jaar 1499
is nooit meer behaald. Na dat fameuze
jaar keerde de parelvisserij in de „Baai
van de Witte Draak" in normaler banen
terug. Na de revolutie van 1911 braken
donkere dagen aan voor de parelvissers
van Hopu. Zij werden nog donkerder, toen
de Japanners het land bezetten. Na de
Tweede Wereldoorlog echter en vooral de
laatste jaren kwam er nieuw leven in de
parelvangst. Het ziet er thans naar uit, dat
de „Baai van de Witte Draak" in de ko
mende tijden als producent van „Tranen
der Zee" weer sterk op de voorgrond zal
gaan treden, mede dank zij de goede zor
gen en adviezen van het in 1958 in gebruik
genomen, in de stad Hopu werkende Proef
station voor Parelcultuur.
VROUWEN ZIJN BETERE automo
bilisten dan mannen. Misschien bent u
het hier niet helemaal mee eens, maar
het is een feit, dat statistici, artsen, ver-
keersdeskundigen en politie-autoriteien
met de cijfers in de hand de juistheid
van die bewering kunnen aantonen.
Vrouwen maken wel meer fouten met-
parkeren en een charmante nonchalance
is hen niet altijd te ontzeggen, maar zij
maken in elk geval minder ongelukken,
onder andere omdat zij zich achter het
stuur beleefder en beschaafder gedra
gen, omdat zij er aan denken, dat ze
thuis kinderen hebben en omdat aan het
stuur hun aandacht nooit door knappe
meisjes wordt afgeleid.
IN HET DEPARTEMENT Seine-et-
Oise (Parijs) werden in 1957 62 dos
siers behandeld van automobilisten,
wier rijbewijzen zouden moeten wor
den ingetrokken; er was één vrouw bij.
In 1958 waren er 168 dossiers te be
handelen; er was niet één vrouw bij!
In het gebied van Groot-Parijs worden
„Mijn man" zegt Tina Onassis, de
echtgenote van de schatrijke Griekse
reder „is een roekeloze automobi
list; hij laat daarom liever mij aan het
stuur zitten dan zelf te rijden".
blijkens statistische overzichten
tien mannen bekeurd tegen één vrouw.
Ook als men aanneemt dat er ongeveer
acht maal meer mannen dan vrouwen
aan het stuur zitten, is dit nog een
gunstig resultaat.
DE VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN
weten er ook van mee te praten; bij het
merendeel van de ongevallen, waarbij een
der voertuigen door vrouwelijke hand be
stuurd werd, heeft de vrouw het recht aan
haar zijde. Wat is de oorzaak, dat de vrou
wen aan het stuur nog zo'n slecht figuur
niet maken? Een hoogleraar in de psycho
logie in Parijs viel het op dat zijn vrouwe
lijke studenten bij de colleges veel meer
aandacht hadden dan de mannen. De
professor maakte deze niet al te opvallen
de ontdekking tot basis van een onderzoek
waarvan de slotsom luidt dat de vrouw
meestal langzamer rijdt dan de man en
Angelo Litrico, de Romeinse kleerma
ker die er een liefhebberij in schept om
overjassen te schenken aan staatshoofden
onder wie premier Kroesjtsjev, gaf een
voorvertoning van zijn winterherenmode.
Terwijl de vrouwelijke taille teruggaat
naar de normale plaats, schijnt die van de
man hoger te gaan. Litrico verhoogde de
taille ongeveer tweeënhalve centimeter.
Het is te zien, maar het geeft nog
geen empire-stijl. Voor de avond toonde
hij een zwart-purper dinnerjacket met
een shawlkraag afgezet met zwart. Groen
is zijn lievelingskleur voor het komende
seizoen. Groene shirts, een groene sport-
colbert met een klein stukje ceintuur op
de rug. En de astrakankraag van een ka
meelharen jas is afgezet met groen.
DE NIEUWE ONDERWIJZER be
greep het niet. Hij had deze klas nu al
voor de vijfde dag en nog was er steeds
dat gegrinnik. Vooral in de buurt van
de derde rijNee, hij begreep er
niets van. Dat meisje met die rode jurk
scheen er iets mee te maken te hebben,
maar toch zag ze er niet naar uit, dat
ze achter zijn rug kattekwaad zou uit
halen. Ze leek eerder een beetje ver
drietig. Wat was het dan toch..?
HET MEISJE met de rode jurk liet
haar hoofd in haar handen rusten. Als
het nu maar eens ophield, dat geplaag!
Eerst had ze gedacht, dat het kwam
omdat ze een nieuwe leerling was, net
zo nieuw als de nieuwe onderwijzer.
Maar na vijf dagen was je niet „nieuw"
meer en toch gingen ze ermee door.
Steeds opnieuw gaven ze haar brief
jes met flauwe rijmpjes over haar
naam.
Ze kon wel begrijpen, dat haar naam
een beetje vreemd was als je hem voor
het eerst hoorde, maar wie ging daar
mee iemand nu plagen! Vandaag doe
ik nog niets terug, dacht ze, maar mor
gen zet ik het ze betaald. Of ik zeg het
tegen meneer Barten (want zo heette
de onderwijzer) maar die is zelf
ook nieuw, dus je weet nooit hoe het af
loopt. Of., als ze het geen van beide
deed, zou het wel huilen worden en dat
wilde ze helemaal niet..!
Haar hoofd zakte dieper. In de bank
achter haar werd weer druk gefluis
terd. Natuurlijk weer zo'n briefje! Ze
ging zó zitten, dat ze het onmiddellijk
in haar etui kon stoppen als het op haar
bank terechtkwam. Want als meneer
Barten het zag, zouden ze nog zeggen,
dat zij hen verraden had!
MAAR DIT KEER viel het papiertje
naast de bank. Ze probeerde het met
haar voet naar zich toe te schuiven
Toen gebeurde het. Ze was zóver on-
deruitgeschoven, dat meneer Barten
haar bijna niet meer zien kon.
Daar is iets niet in orde, dacht hij,
nu zal ik haar maar eens voor het bord
roepen. En luid en duidelijk klonk toen
haar naam door het lokaal: „Willy
Ooievaar, wijs jij eens op de kaart
aan.Terwijl zij uit haar bank kwam,
probeerde de jongen achter haar onge
zien het briefje op te rapen. Hij dook
snel onder de bank, maar meester Bar
ten zag hem toch.
„Jan Reider", zei hij spottend, „Wat
snuffel jij daar zo plotseling op de
grond?"
„Ik liet iets vallen meneer", zei Jan.
„O, maar als er iets valt, dan mag je
het oprapen. Dat hoeft helemaal niet
zo stiekem te gebeuren. Laat het me
maar eens zien."
Er was geen ontkomen aan. Jan liep
zo langzaam mogelijk naar voren. Wil
ly stond met de stok in haar hand voor
het bord, een hoogrode kleur op haar
wangen.
„JE RECHTER HAND", zei meneer
Barten nu streng tegen Jan. Willy durf
de niet opzij te kijken. Zij wist, dat hij
nu het briefje aanpakte. Dat hij het nu
las. En nu zou hij
„Zo Jan", zei meneer Barten, „Dus
dat was het. Ga maar weer naar je
plaats.. En jij, Willy, wijs hier op de
blinde kaart eens aan: Beilen.., Hoo-
geveen
Was dat alles?, dacht Willy teleurge-
Op de tekening zie je duidelijk, hoe
je een stel lucifersdoosjes moet plaatsen
om er een pont van te maken. De
doosjes worden stuk voor stuk met
cellofaanplakband aan elkaar bevestigd.
De kleppen worden van karton ge
maakt. Gedeeltelijk worden deze in de
doosjes gedrukt. Verbind de kleppen
nu dóór de staande doosjes heen met
een dunne, sterke draad. Je moet het
zo doen, dat als de ene klep naar be
neden gedrukt wordt de andere om
hoog gaat. Je moet het geheel met
fleurig papier beplakken. Veel plezier
engoede vaart.
GEWOONLIJK VIST MEN de oesters
met sleepnetten. Als in de lente het water
rustig is en er een zachte bries staat, is de
beste tijd voor de parelvisserij aangebroken.
Dan is de „Baai van de Witte Draak" als
het ware bezaaid met blanke zeilen. Iedere
boot doet ongeveer drie trekken per dag en
brengt dan in totaal duizend a tweeduizend
oesters boven, 's Winters, als er een koude
noordenwind staat en het water in de baai
kristalhelder is, brengen de parelvissers de
oesters boven met behulp van schepnetten
met zeer lange stokken. Dan maken zij
veelal gebruik van bamboe-vlotten. Ook
dit is een schilderachtig gezicht.
HOEZEER DE „Baai van de Witte
Draak" ook rijk is aan natuurlijke parels,
toch is men in Hopu er toe overgegaan
om, evenals in Japan en Australië bij
voorbeeld, parels te kweken. Daartoe vist
men driejarige oesters op. Men kiest zorg
vuldig de exemplaren uit, die als „kweek
bodem" geschikt zijn. Vervolgens breng!
men in het lichaam van die „kweekdieren"
een heel kleine harde kern, meestal een
fragmentje parelmoer. Om deze parelkern
zet zich dan de parel af. De aldus be
handelde oesters worden in gazen kooien
geplaatst en neergelaten op de bodem van
de baai. Na ongeveer drie jaar zijn de
parels „rijp" om geoogst te worden.
OUDE CHINESE KRONIEKEN leren,
dat de parelvisserij voor de kust van Hopu
ongeveer zeventien eeuwen geleden begon.
De Han-dvnastie regeerde toen in China.
Van die tijd af tot aan de afschaffing van
het keizerschap na de revolutie van 1911
zonden de Chinese keizers steeds ambte
naren naar Hopu om controle uit te oefe
nen op de parelvisserij. Deze bereikte haar
hoogtepunt ten tijde van de Ming-dynastie
(13681644), toen de „Stad van de Witte
Draak" werd gebouwd, die heel veel dank
te aan de parels uit de „Baai van de Witte
Draak". Het eigenlijke record werd be
haald in 1499.
Toen, in het twaalfde jaar van de
regering van keizer HiLiig-tse, mobili
seerden de autoriteiten een vloot van
duizend jonken. Tienduizend mannen
uit Hopu en de omliggende districten
Lien-chow, Lei-chow, Tsao-chow en
Can-ton bemanden de vaartuigen. In
één jaar tijds oogstten zij (nu moet U
DE OORLOG HEEFT op dit gebied be
langwekkende ervaringen geleverd. In En
geland toonden de chauffeuses van de am
bulancedienst van Rode Kruis en St. Johns
Ambulance zich de meerderen van hun
mannelijke collega's. Het Franse leger ge
bruikte na de bevrijding honderden chauf
feuses op zware zeswielers: die wagens
mochten niet eerder op gang worden ge
bracht dan wanneer de temperatuur 120-
Fahrenheit bedroeg. De meeste chauffeurs
letten daar niet op, maar een chauffeuse
reed niet weg voordat de motor op tem-
oeratuur was. Bij de onderhoudsdiensten
kon men precies zien welke wagens door
mannen of door vrouwen werden gereden;
de laatste wagens gingen veel langer mee.
WAT UITHOUDINGSVERMOGEN be
treft deden de vrouwen in niets onder
voor de mannen. De Franse chauffeuses
van de ravitailleringsdienst reden even
goed op de Red-Ball route als de Ameri
kaanse negers en maakten net als die
negerchauffeurs toerbeurten van dertig
uur achtereen. Het Russische leger, dat
ook in grote getale chauffeuses gebruikte,
heeft er nooit spijt van gehad. Hoewel de
•rouwen dus technisch veelal minder on
derlegd zijn dan de mannen, houden zij
zich beter aan de voorschriften, ook op
technisch gebied en behandelen hun motor
met zachtheid. Wie nu de krakende ver
snellingen van door chauffeuses bestuurde
auto's wil aanvoeren als tegenbewijs, moet
toegeven, dat aan de kant van de mannen
ook wel eens prachtig wordt geknarst. Het
is met cijfers (altijd weer die cijfers!) aan
getoond, dat ongevallen door niet dimmen
op de weg vrijwel uitsluitend aan mannen
te wijten zijn. De dames dimmen wèl en vlot
ook en schijnen niet brutaal terug met
een air van „Ik zal hem wel eens in MIJN
koplampen laten kijken!"
IN FRANKRIJK besturen vrouwen niet
alleen personenwagens, maar in toenemen
de mate ook bestelwagens en zelfs zware
vrachtwagens. De vakorganisatie van be
stuurders van „poids-lourds" telt al meer
dan vierhonderd vrouwelijke leden Een
grote benzinemaatschappij in Frankrijk
heeft evenveel vrouwelijke als mannelijke
tankwagenbestuurders. De rechtskundige
afdeling van de Britse automobielclub had
vorig jaar duizenden zaken te behandelen;
twintig percent betrof vrouwelijke chauf
feurs. Dat stelt' de dames in een slecht
daglicht als men hoort, dat die club 111.200
vrouwelijke en 630.000 mannelijke leden
telt. Toch is het niet zo, want de fouten
van de dames waren voornamelijk par-
keerfouten; de zaken tegen mannen be
troffen ernstiger feiten, er waren zelfs zeer
zware ongevallen onder. Hebt u wel eens
gehoord van een beschonken chauffeuse
die ongelukken maakte?
VÓÓR DE OORLOG waren Britse ver
zekeringsmaatschappijen huiverig om po
lissen voor dames af te sluiten; er waren
zelfs maatschappijen die nadrukkelijk be
paalden, dat de echtgenote van de ver
zekerde, of zij in het bezit van een rij
bewijs was of niet, van de wagen moest
afblijven. En tegenwoordig? „Na zes maan
den vertegenwoordigt de vrouw voor ons
een beter risico dan een man", zei een
directeur van een Londense ongevallen
verzekeringsmaatschappij.
Een instructeur van een onzer grootste
autorijscholen vertelde ons, dat dames
Pyrethrums
zal men toch heus wat oude mest onder
moeten spitten; wat rulle klei is ook uit
stekend. Al die problemen zijn er niet als
de grond voldoende voedsel bevat; in dat
geval kan men heel goed wat van de be
kende tuin- en gazonkorrelmest strooien.
Dan dient u echter eerst de grond los te
spitten en daarna de mest te strooien. Het
is goed de pyrethrums om de twee jaar
in deze tijd te verplanten. Op die manier
krijgt men sterke planten met stevige
bloemstengels.
G. Kromdijk
over het algemeen méér lessen nodig heb
ben dan de heren, maar ze leren grondiger
en hebben meer zelfvertrouwen, waar de
heren meer bravoure hebben; bovendien
heeft men daar de ervaring opgedaan, dat
de dames een groeiende belangstelling heb
ben voor de technische onderdelen. Ze
hebben nooit, de neiging om de mannen te
laten zien, hoe snel hun auto kan rijden
en dat is een zeer belangrijke factor!
IN DUITSLAND waren er in 1957 een
miljoen mannen tegen 45.000 vrouwen be
trokken bij ongevallen, een verhouding van
1 22,2. Zelfs dat getal is nog onredelijk (in
aanmerking genomen de grote meerder
heid van de mannen aan het stuur), want
hierbij is nog geen rekening gehouden met
de schuldvraag. In Bielefeld hield men een
statistiek bij, die uitwees, dat van 238
ongevallen er maar elf waren, waarbij
dames schuldig waren. Gezien de verhou
ding van mannelijke tegenover vrouwelijke
rijbewijshouders in deze stad hadden de
dames recht gehad op.... 38 ongevallen.
Ze bleven dus ver beneden hun quotum!
MANNEN KUNNEN BETER rijden
dan vrouwen, maarze doen het
lang niet altijd. Mannen zijn soms
bekwamer aan het stuur, maar de
vrouwen tonen meer gezond verstand.
Mannen krijgen naar verhouding meer
bekeuringen en zijn over het al
gemeen (hun aantal tegenover het
aantal chauffeuses, hun kilometer-
produktie afgewogen tegen vrouwe
lijke kilometerproduktie), meer be
trokken bij ernstige ongevallen. Een
Amerikaans onderzoek, waarbij al
deze factoren werden afgewogen, wees
uit, dat per miljoen kilometers, de
mannen 2,8 ongevallen hebben, de
dames 1,7!
steld. Helpt hij mij niet? Haar lippen
trilden, de stok gleed langs de kaart
omlaag.
„Nee, hóger", zei meneer Barten en
in twee stappen was hij bij haar. En
terwijl hij haar hielp met Hoogeveen,
zei hij zachtjes: „Het komt in orde!"
Ze haalde eens diep adem. Hij had
dus toch alles begrepen! En ze wees
aan: Nieuw-Buinen, Smilde, Assen..
Toen haar beurt om was nam me
neer Barten het briefje weer in zijn
hand. Hij las hardop: „Een ooievaar
met vlechten, dat is toch vast geen
echte!"
NIEMAND LACHTE, het bleef dood
stil in de klas.
„Om dit soort dingen," ging meneer
Barten verder, „hebben jullie dagen
lang gelachen. Maar grappig is het
niet. Willy Ooievaar heeft een achter
naam, die niet veel voorkomt. Goed.
Maar om daar nu dagen achtereen
flauwe rijmpjes op te maken, dat is
niet alleen een ander plagen, maar je-
zélf vernederen. Maar kom, dat is nu
afgelopen. Niet omdat ik er nu alles
van weet, maar omdat jullie er zelf ge
noeg van hebben! Jullie hoeven alleen
maar een manier te bedenken om aan
deze nare geschiedenis een einde te ma
ken. En hiermee bedoel ik niet alleen,
dat die briefjesschrijverij ophoudt,
maar dat alles tot een goed einde
wordt gebracht. Begrepen?"
Zó waren ze nog nooit toegesproken.
Het leek wel of ze opeens in een hogere
klas zaten, alsof ze óuder waren gewor
den! Ze voelden zich niet erg op hun
gemak.
„Wij moeten niet het rare opzoeken",
ging hij verder, „maar het goede. In
namen en in mensen. En we moeten
proberen daar iets van over te nemen.
Want binnenin ons is nog een heleboel
dat niet goed is. Zo, en nu wil ik
Hans Verschuren hier hebben voor de
kanalen in Overijsel."
MAAR WILLY OOIEVAAR kon haar
gedachten niet houden bij de kanalen
in Overijsel. Hoe zou het nu vanmid
dag gaan? Moest ze nu net doen of er
niets gebeurd was? Of zou één van de
leerlingen naar haar toekomen en zeg
gen, dat ze het nu zelf toch ook wel kin
derachtig vonden en zo?
's Middags voor schooltijd leek alles
nog hetzelfde gebleven. De kinderen
uit haar klas stonden in groepjes bij el
kaar op het plein. Niemand keek haar
aan. Maar toch had ze het gevoel, dat
er iets veranderd was, al wist ze niet
precies wat.
De bel ging. Het gewone gedrang in
de gangen volgde. Jassen werden opge
hangen aan de kapstok. Nog geen
woord... Zou meneer Barten voor
niets gepraat hebben? Zou hij zich ver
gist hebben? Zouden ze niet zelf een
manier bedacht hebben om het met
haar in orde te maken? Maar dan had
hij hen beter niet kunnen toespreken
alsof ze... ja, eigenlijk alsof ze grote
mensen waren!
Op al deze vragen kwam er pas ant
woord toen ze in haar bank schoof:
naast haar inktpot lag een grote bloem.
Eén bloem. Verder niets. Maar dat hoef
de ook niet, want dit was duidelijk ge
noeg.
OPNIEUW WAS HET STIL in de
klas. Iedereen zweeg verlegen. Meneer
Barten stond bij de deur naar de gang
en deed alsof hij nog op laatkomers
wachtte. Nu moet ik iets doen, dacht
Willy... Onhandig pakte ze haar tas
en legde een schrift voor zich. Toen,
plotseling, vielen haar de goede woor
den in.
„Och zeg", zei ze luchtig, zonder spe
ciaal iemand aan te kijken, „Kun jij
me even een liniaal lenen?" Ze had wel
helemaal geen liniaal nodig, maar nu
had ze tenminste iets gezegd. En dat
ze het bij het rechte eind had, bleek
wel uit het feit, dat haar van alle kan
ten liniaals werden toegestoken! Zo
was het ijs gebroken. Juist op dat ogen
blik deed meneer Barten eindelijk de
deur dicht. De les kon beginnen.
Cor Rvyssel
zeer goed acht slaat op voorrang van an
deren. Zij neemt niet de risico's, die de
man zo vaak luchthartig aanvaardt.
EEN ZWARE HANDICAP voor de
dames aan het stuur wordt gevormd door
de mannen. De man die zijn rijbewijs heeft
gehaald, doet over zijn eerste drieduizend
kilometer ten hoogste twee maanden. De
vrouw die haar rijbewijs haalt, doet er
gemiddeld soms meer dan een jaar over.
Ze mogen vaak alleen 's zondags rijden en
dan zijn er dikwijls toch nog allerlei voor
wendsels van de kant van manlief om hen
niet aan het stuur te laten: het is een
beetje glad, want het regent, het is druk
of men heeft haast. Bij het terugrijden
's avonds is het verkeer nog drukker en
komt mevrouw er alweer niet aan te pas.
Bewezen is. dat de chauffeuse' die de karrs
krijgt om het geleerde op normale wijze in
de praktijk te brengen net zo vlot rijdt als
een man, mét het voordeel van haar vrou
welijke omzichtigheid.
Het kweken van snijbloemen in eigen
tuin is een prettig werkje; eenjarige zo
merbloemen lenen er zich uitstekend voor,
maar ook vele overblijvende of vaste plan
ten kunnen voor dit doel gekweekt wor
den. Speciaal in Rijnsburg en omgeving
houdt men zich bezig met het kweken van
Pyrethrums; prachtige snijbloemen in
verschillende tinten. De roze kleuren zijn
heel mooi, maar ook rood en purper zijn
te waarderen. Pyrethrums moeten eigen
lijk nu gepoot worden; in de volgende zo
mer zult u dan volop bloemen kunnen ver
wachten. Ze hebben wel een voedzame
grondsoort nodig en in schrale zandgrond