ucaiw
Avondtoiletten voor de winter 1959^1960
DIE EMANCIPATIE VAN DIE 1
EGYPTISCHE VROUW I
Koning Pinzo's probleem
HET DAGELIJKS MENU VAN DE
BONDSREPUBLIKEINEN
Erbij
Is zuurkool niet meer hun lievelingsgerecht
Kerk in Malakka tegen
schoonheidswedstrijden
De eenzame slang
ZATERDAG 29 AUGUSTUS 1959
pagina y.ty/ït
IN HET OUDE EGYPTE genoten de vrouwen een bevoorrechte po
sitie. „Niets groots en niets duurzaams aldus een inscriptie kan
in de wereld zonder samenwerking met vrouwen, de natuurlijke part
ners van de man, tot stand worden gebracht". Met hem deelden ze
alle pracht en praal van het oude Egypte, het uitoefenen van de
opperste macht daarbij inbegrepen. Ze werd wezenlijk als onsterfe
lijk beschouwd en tot de rang van godin verheven. Haar manier van
leven was lang niet zo streng als men zou kunnen opmaken uit de
reliëfs, waar zij omringd door de schaduwen van de dood op staat
afgebeeld, rituele ceremoniële handelingen verrichtend. Zij be
schouwde zichzelf in elk opzicht de gelijke van de man, vervulde een
actieve rol in de maatschappij en had met haar man de leiding bij
feesten en plechtigheden. Maar met het verstrijken van de eeuwen
veranderde de positie van de vrouw, vooral tijdens de overheersing
van de Turken. De invoering van polygamie bracht de vrouw tot een
positie van inferioriteit, die haar persoonlijkheid beperkte en opslui
ting in een harem mogelijk maakte. Voor haar bestond geen sociaal,
intellectueel of openbaar leven meer. Van het uitoefenen van rechten
was geen sprake meer. Behalve voor zeldzame bezoeken aan familie
leden en vrienden, verliet ze de harem slechts om naar de baden („de
hamman") te gaan, waar ze vele uren verbleef. De baden symboliseer
den vrijheid. Daar sloot men vriendschap en voerde men onderhande
lingen, speciaal met het oog op het huwelijk. De dag dat een meisje
voor het eerst naar de baden ging, prachtig getooid, een kroon op
het hoofd, was altijd een gebeurtenis van grote vreugde.
DE HUIDIGE POSITIE van de Egyp
tische vrouw feitelijk een herstel omdat
die gebaseerd is op die van de verste
voorouders begon pas vorm aan te
nemen in het begin van de twintigste
eeuw. In die tijd was haar positie para
doxaal. De mohammedaanse wet maakte
haar in bepaalde opzichten tot de gelijke
van haar man met name ten aanzien
van het familiebezit. Maar die bepalingen
werden vaak teniet gedaan door sociale
gebruiken en soms door analfabetisme.
Geleidelijk echter werden de Egyptische
vrouwen, onder invloed van de westerse
Onze tuin- en kamerplanten
PIOENROZEN zijn bijzonder mooi voor
tuinbeplanting; het zijn sterke planten
waarvan men bij een goede behandeling
elke voorzomer volop bloemen kan ver
wachten. Pioenrozen hebben niets ge
meen met gewone rozen; ze behoren zelfs
niet eens tot dezelfde familie maar tot die
van de boterbloemachtigen en dat ziet
men hen eigenlijk niet aan. Pioenrozen
bloeien slecht en onvoldoende indien ze
telkens opnieuw verplant worden; men
dient hen jaren met rust te laten. Boven
dien hebben ze ook veel voedsel nodig en
is het dus nuttig hun elke herfst wat ex
tra mest te geven. Dat kan men nu al
spoedig doen en men kan er dan wat oude
stalmest tussen spitten. Bevat de grond
echter voldoende humus dan kan men ook
heel goede resultaten bereiken met de be
kende tuin- en gazonkorrelmest. Men kan
pioenrozen nu bestellen en volgende
maand kunnen ze dan al gepoot worden.
Zorg dan voor een zonnig plekje; dat heb
ben ze wel nodig. Men kan van de afge
sneden schone bloemen wel lang plezier
hebben, maar dan dient men hen al te
ideeën en aangemoedigd door sociologen
en hervormers zoals Kassem Amin. zich
bewust van hun rechten en begonnen zij
deze uit te oefenen. Om hun eisen kracht
bij te zetten mengden zij zich in het poli
tieke leven. Gedurende de revolutionaire
dagen van 1919, namen de Egyptische
vrouwen, geleid door Hoda Chaaraoui, op
een zo opvallende wijze deel aan het open
bare leven, dat zij de toeschouwers ver
baasd deden staan en de krachtige stro
mingen, die het traditionele maatschappe
lijke leven verstoorden, onthulden.
IN 1923 NAM een Egyptische delegatie
van vrouwen deel aan het congres van
Italiaanse vrouwen in Rome. Op het schip,
dat hen weer naar huis bracht, namen de
afgevaardigden met een dramatisch ge
baar, dat de publieke opinie in opschud-
ling bracht, hun sluiers af. Terug in Cairo
stichtten zij de Vrouwenbond, die de offi
ciële spreekbuis voor hun eisen zou wor
den. Dit hield als eerste en belangrijkste
programmapunt in het hervormen van het
familieverband. Zij verlangden en ver-
kregen, dat de minimumleeftijd voor een
huwelijk voor een meisje zestien en voor
een jongen achttien jaar zou zijn. Zij voer
den bovendien een campagne tegen ge
dwongen huwelijken en vroegen het recht
om te scheiden, iets wat voor die tijd
slechts aan de mannen werd toegestaan.
TEGELIJKERTIJD ontwikkelde zich
onder de druk van de economische om
standigheden een vrouwelijke arbeiders
klasse. Dank zij een technische opleiding
bleken de vrouwen bijzonder bruikbaar
te zijn in de nationale economie, waardoor
zij spoedig bepaalde rechten verkregen.
Wettelijk geregelde vakorganisaties, welke
in 1933 tot stand kwamen, verminderden
het aantal werkuren voor de vrouw en ga
ven haar vrij als ze een kind verwachtte.
Maar ondanks deze belangrijke rechten,
was de Egyptische vrouw nog niet de ge
lijke van de man. Zij moest vechten voor
bepaalde voorrechten, zelfs daar waar de
wet bekrachtigd werd, namelijk in het
parlement. Pas aan het einde van de
tweede wereldoorlog begonnen haar eisen
om politieke rechten vruchten af te wer
pen. De Vrouwenbond werd vervangen
door een andere stichting „De dochter van
de Nijl", die eveneens het recht tot stem
men als de voornaamste eis stelde. Niet
tegenstaande een sterke oppositie werd
hun het stemrecht bij de constitutie van
11 januari 1958 verleend, waarbij ze tevens
het recht verkregen openbare ambten te
bekleden. Twee vrouwen werden gekozen
tot leden van het parlement. Ook echt
scheiding is nu wettelijk geregeld; zij kan
alleen door een rechter worden uitge
sproken en uitsluitend na een poging tot
verzoening.
IN HET OPENBARE LEVEN bezetten
vrouwen ambten in vrijwel alle sectoren.
Ook in de zogenaamde vrije beroepen komt
men veel vrouwen tegen en er gaan er
steeds meer naar de universiteit. Zelfs
worden er nu vrouwen toegelaten tot de
diplomatieke dienst. Toch zou dit alles een
te rooskleurig beeld te zien geven als de
plattelandsvrouw er niet in betrokken
werd. Op papier heeft deze natuurlijk de
zelfde rechten als de vrouw in de steden,
maar zoals altijd is er een diepe kloof
tussen theorie en werkelijkheid. De vrou
wen van het platteland zijn over het al
gemeen analfabeet en daardoor niet in
staat hun politieke rechten uit te oefenen.
Vier miljoen plattelandsvrouwen hebben
geen onderwijs genoten en velen zijn ten
gevolge van de slechte hygiënische toe
standen gedupeei'd door ziekten, onder
meer malaria. Typerend is ook dat zij zich
zelf noemen met de naam van hun oudste
zoon, bijvoorbeeld „Mahmuds moeder". De
Egyptische regering, het grote belang van
een gezonde boerenstand beseffend, in
teresseert zich hoe langer hoe meer voor
de problematiek van het platteland en
vooral voor het welzijn van de boerin. Op
het ogenblik worden er vrijwel dagelijks
nieuwe centrums voor kinderverzorging
geopend. Het is te begrijpen dat de prak
tische opvoeding heel veel tijd vergt. En
er zullen nog wel vele jaren voorbij gaan
voordat de vrouw van het platteland ac
tief zal samenwerken met de gezondheids
autoriteiten.
VOLGENS DE WET is de emancipatie
van de Egyptische vrouw al een voldongen
feit. De politieke en burgerlijke rechten
evenwel welke zij verkregen hebben, moe
ten niet beschouwd worden als een af
sluiting, maar meer als een stap op de
lange weg naar succes, die ongeveer een
eeuw geleden begonnen is.
snijden als de bloemknoppen de kleui-
doorlaten en bovendien dient men wat
poedersnijbloemenmest in het water op te
lossen. De bloemknoppen zullen dan hele
maal open bloeien.
(Van onze correspondent in Bonn)
Zuurkool, dat is, meent men veelal,
h e t lievelingsgerecht bij uitstek van de
Duitsers, maar in de Bondsrepubliek wordt
daar anders over gedacht. Uit een opinie
onderzoek is gebleken dat worst en andere
vleesgerechten op de eerste plaats staan.
Wie het niet gelooft, moet maar eens door
de grote Westduitse steden lopen. In Ham
burg, Dusseldorf en München vindt men
overal in de centra verspreid de houten
winkeltjes waar men „Bratwurst" en vele
andere soorten kan kopen: zo uit de pan,
met een stukje brood en wat mosterd, voor
een halve guldenen in West-Berlijn
is het hetzelfde beeld, al is daar een Oost
europees gerecht doorgedrongen in de eet
huisjes: te weten de „Schaschlik"op stok
jes gestoken stukjes vlees en spek. Waar
ook in Duitsland, gegeten lijkt hier de hele
dag wel te worden: thuis, op kantoor en
op straat.
Een opinie-onderzoek heeft echter uit
gewezen, dat slechts drie percent van de
ondervraagden de voorkeur geeft aan
zuurkool boven de andere lekkernijen.
En dan vooral „Sauerkraut mit Eisbein",
zuurkool met een kluif. Zuurkool is er een
beetje uitgeraakt. Een vijfde deel van de
ondervraagden geeft de voorkeur aan
„Bratwurst", „Leberknödel", bloedworst,
en wat niet al aan worst en vlees. Men
meent dat dit iets te maken heeft met de
gestegen welstand. De vroeger zo goed
kope zuurkool „mit Eisbein", die boven
dien voedzaam was, is een beetje te „min"
geworden.
Na de worst en het vlees wil de gemid-
G. Kromdijk delde Duitser het liefst soep eten: soep in
vele soorten. Op de derde plaats komt de
groente, daarna een reeks meelspijzen. Op
feestdagen eet men het liefst wild en fijne
groente. Ver in de achterhoede van de
smaak staan gerechten als rundvlees, rode
kool, asperges, bloemkool, zuurkool, ha
ring (en dan nog het liefst samen
aardappels en groente), ei-gerechten, pud
ding.
Het feit dat de zuurkool zo naar ach
teren is geschoven, heeft Westduitse smul
papen wel even te denken gegeven. Op
nieuw doet het verhaal de ronde, volgens
hetwelk in de oorlog een Amerikaanse
legereenheid in Afrika terecht kwam in 'n
verlaten Duits kamp, waar de Amerikanen
massa's blikjes vonden. Ze joegen erop af,
in de hoop dat er vlees in zat. De blikjes
bevatten, volgens deze legende, slechts
zuurkool. Sedertdien noemden de Ameri
kaanse soldaten de Duitsers „Krauts", af
geleid van „Sauerkraut"'Dat A'as ge°n
scheldnaam, zeggen de Duitse zuurkool
kenners, want de Amerikanen houden bij
zonder veel van zuurkool.
Ook de smulpapen kunnen niet ontken
nen dat de gemiddelde Duitser niet graag
bekent zuurkool als zijn lievelingsgerecnt
te beschouwen. Worst men ruikt het, 'n
men proeft het, overal in Duitsland, over
al waar mensen even snel een hapje wil
len hebben. Worst verdrong de dierbare
zuurkool, die ook niet zo goedkoop meel
is, tussen veertig en zestig pfennig per
pond .dat is nog altijd twee kwartjes.
Dan liever een „Bratwurst" met brood en
mosterd voor hetzelfde geld, denken waar
schijnlijk vele Duitsers die van iets har
tigs houden....
Serge Matta, een nieuwe ster aan hel
firmament der Parijse couturiers, ontwierp
deze violetkleurige mantel, die vooral de
aandacht trekt door de hoge kraag welke
een geheel vormt met het rugpand en de
grote opgestikte zakken.
De rooms-katholieke bisschoppen van
Malakka hebben de katholieke meisjes
verboden deel te nemen aan schoonheids
wedstrijden waarop zij moeten verschij
nen in badpakken, aangezien zij dit be
schouwen als indecent en in strijd met de
goede zeden. Degenen die zich aan het ver
bod niet storen zullen de sacramenten ge
weigerd worden. De bisschop van Kuala
Lumpur, Dominic Vendargon, zei over dc
schoonheidswedstrijden in badpakken, dat
„Aziaten van nature afkeer hebben van
zulk een exhibitionisme" gericht op de la
gere instincten van de mens."
KONING PINZO van Pinzoland zat
op zijn gouden troon en tekende de
staatsstukken. Het was warm en de ko
ning geeuwde. Hij kon zijn aandacht
haast niet bij zijn werk houden. Van
buiten drong het geklingel van een bel
tot hem door. „Tingelingeling" klonk
het steeds. Tingelingeling!
De koning werd boos. Hij stapte van
zijn troon af en uit het venster van de
troonzaal keek hij naar beneden om te
zien waar dat geluid toch vandaan
kwam. Ja hoor, nu zag hij het! Het ,was
de ijsman, die het grote plein voor het
paleis was opgereden.
De koning kwam het water in de
mond. O, wat zou hij ook graag een
ijsje hebben gewild! Maar tja, daar
mocht je als koning niet aan denken.
Stel je eens voor, dat de koning zomaar
het plein op was gelopen om een ijsje
te kopen. En stel je eens voor, dat hij
daar midden op het plein aan een ijs
je stond te likken! Neen. de koning be
greep wel, dat dat niet kon. Hij leunde
verdrietig tegen de brede vensterbank.
„Ik wou, dat ik geen koning was" dacht
hij. „Altijd wordt ik door de mensen
aangestaard en altijd weet iedereen
precies wat ik doe. Ik mag nou nooit
eens iets gezelligs of iets leuks doen."
Hier werden de gedachten van de ko
ning onderbroken door een zacht klop
je op de deur.
Een lakei zette met een onverstoor
baar gezicht het kopje thee voor de ko
ning neer. Toen schraapte hij zijn keel
en merkte beleefd op: „Pardon, majes
teit, maar het komt mij voor, dat U
op het ogenblik niets doet en dat U
naar buiten kijkt." „Hmm, dat kan wel
zo zijn" sprak de koning, „maar als ik
dat zeg dan is het zo en daarmee bas
ta!" „Bovendien wil ik geeneens thee"
liet hij er humeurig op volgen.
HIJ SCHOOF DE THEE met een
vies gezicht van zich af en begon mis
troostig de troonzaal op en neer te lo
pen. Ineens bleef hij staan voor de la
kei en pakte hem bij zijn jasje. „Weet
je wat ik nu zou willen?" vroeg hij ver
trouwelijk. „Een ijsje".
De lakei zag hem niet begrijpend
aan. „Pardon, majesteit, maar wat zei
U precies?"
„Ik zei een ijsje" herhaalde de ko
ning met nadruk. „Zo'n lekkere dikke
met slagroom."
„En dan zou ik er het liefst een nemen
bij de ijsman op het plein" verklaar
de de koning. „Zou jij dat dan niet wil
len?" De lakei bleef het antwoord even
wel schuldig. „Zou jij geen ijsje lus
ten?" hield de koning aan en hij schud
de hem eens aan zijn mouw. „Ja., eh
ik bedoel nee, Sire. Dat zou volstrekt
niet gaan. Ik ben ten slotte lakei eer
ste klas en wat zouden de mensen wel
denken als ik zomaar.
DE LAKEI nam verontwaardigd zijn
zilveren dienblad op. De koning stelde
van die malle vragen en hij deed zo
eigenaardig, vandaag. De lakei was
daar helemaal niet op gesteld en wilde
zo vlug mogelijk weggaan, maar bij de
deur hield de koning hem nogmaals
staande. „Vind je het fijn om lakei te
zijn?" Alweer zo'n vreemde vraag. De
De brilslang met de waaierstaart
s Die voelt zich zo alleen.
Het is dan ook bijzonder naar,
Hij is het enig exemplaar,
Want verder is er geen.
De brilslang met de waaierstaart
Is vreselijk bijziende.
Die bril van hem die is niet echt
En daarom ziet hij ook zo slecht;
Van alles maar een tiende.
De brilslang niet de waaierstaart
Vond eindelijk toch een vriend.
Een oude tuinslang op een pad,
Die iemand daar vergeten had
En die had uitgediend.
De brilslang met de waaierstaart
Is nu niet meer alleen.
Vertelt van al wat hem nerv>oi
De tuinslang luistert vol geduld.
En nimmer loopt hij heen.
B Peu
lakei moest ervan zuchten. Wat moest
hij de koning nu weer antwooi-den? „Je
moet het eerlijk zeggen, hoor!" drong
de koning aan. „Vind je het fijn of zou
je misschien liever iets anders willen
zijn?" „Nou., eh ..als ik het zeggen
mag, Sire" antwoordde de lakei, die
een vuurrode kleur van verlegenheid
had gekregen, „als ik het eerlijk zeg
gen mag", dan zou ik graag koning wil
len zijn!" „Koning?" vroeg de koning
verbaasd. „Maar waarom koning?"
Hij kreeg evenwel geen antwoord meer
van de lakei, die snel wegliep.
HOOFDSCHUDDEND liep de koning
weer naar het raam, waar hij in diep
gepeins verzonken bleef. Maar dan
schrok hij op. Hij had opeens een plan
netje bedacht, dat hij besloot onmiddel
lijk ten uitvoer te brengen. Hij drukte
op de tafelschel, waarna de lakei op
nieuw in de deuropening verscheen.
„Heeft U gebeld, .majesteit?" vroeg
de lakei buigend.
„Jazeker" spx-ak de koning „want ik
heb je nodig. Doe je jasje en je broek
even uit, wil je? Ik zal ze even van je
lenen, want ik ga een ijsje halen."
„Ach, sire" begon de lakei te jam
meren, toen hij begreep, wat de koning
van hem verlangde, „ach sire, doet U
dat toch niet. Ach hemeltje, de men
sen zouden denken, dat ik het was en
zoiets zou ik toch nooit doen?
„Het is beter, dat de mensen denken,
dat jij het bent, dan dat ze denken, dat
ik het ben" onderbrak de koning hem
kortaf. „Maak nu maar vlug voort en
spreek me niet meer tegen."
De lakei deed wat hem gezegd was
en gaf zijn broek en jasje aan de ko
ning.
JULLIE ZOUDEN er misschien schik
in hebben gehad, maar de lakei vond
het allesbehalve leuk. Hij ging voor
het raam staan en met lede ogen zag
hij hoe de koning een zijingang van het
paleis uitkwam en regelrecht het plein
overstak naar de ijsman, die hem eer
biedig groette. De koning haalde met
een onverschillig gebaar een geldstuk
uit zijn zak en bestelde: „Eén van een
kwartje, asjeblieft. Met slagroom." De
koning deed zijn ogen half dicht van ge
not toen hij van zijn ijsje proefde. Tjon
ge, wat smaakte hem dat goed! Hij
stond daar heel genoegelijk midden op
het plein en hij keek naar de ijsman,
die hij in zijn hart benijdde.
„Wat een fijn leventje heeft zo'n ijs
man toch" dacht hij. „Ach, ik wou,
dat ik daar in zijn plaats stond. Wat
zou ik dan gelukkig zijn!" En omdat
hij gi'aag een praatje met hem wilde
maken vroeg hij vriendelijk: „Vertel
me eens, beste man, jij hebt zulk pret
tig werk. Voel jij je niet de gelukkig
ste man van de wereld?" „Nou., ach..,
meneer de lakei" antwoordde de ijs
man aarzelend. „Kijk, ziet U, ik ben
maar een arme ijsman. Met mooi weer
is het werk wel leuk. Maar als het weer
slecht is dan moet ik er ook op uit.
DE IJSMAN ZUCHTTE en zweeg.
Maar na een poosje ging hij voort:
„Ach, meneer, weet u wat ik weieens
denk? Iemand als u, ja, zo iemand als
u, zo zou ik graag willen zijn!"
Ongelovig keek de koning hem aan.
„Je wilt toch niet zeggen, dat je een
lakei zou willen zijn?"
„Nou, meneer, en wat graag! Maar
u bent er toch niet boos om, dat ik u
dat zo maar zeg?"
„Welnee, natuurlijk niet", verzeker
de de koning hem. Maar toch had de
bekentenis van de ijsman hem getrof
fen. Diep in gedachten verzonken liep
koning Pinzo weer naar zijn paleis te
rug.
Wie had er nu gelijk? De ijsman, die
lakei wilde zijn? De lakei, die koning
wilde zijn? Of de koning, die met de
ijsman zou willen ruilen?
WIE HAD ER NU GELIJK?
Koning Pinzo wist het niet. En nog
heel lang, nadat hij in de troonzaal
was teruggekeerd, zat de koning op
zijn troon erover te piekeren. Totdat
hij ten slotte maar weer aan het werk
ging. De koning Pinzo regeerde nog
heel lang en heel gelukkig in Pinzo
land. Maar voor zijn probleem heeft
hij nimmer een oplossing kunnen
vinden.
Marjan van Beek
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Vier soorten avondjurken, die men
volgens de mode 1959-1960 in de
komende winter zal gaan dragen.
Van links naar rechts ziet men: een
korte avondjurk van bleek rose tule
uit het Engelse huis Hardy Ames,
een van taupe en goudkleurige zui
vere zijde ontworpen model eveneens
van Ames, een nauwsluitende zwart
fluwelen jurk met een overrok van
wit satijn, naar een ontwerp van
Hartnell en tot slot een model uit het
Franse huis Lanvin Castillo, waarbij
de rok omgeven wordt door drie
stroken witte kant, versierd met witte
stenen.